URBACT BULLETIN FEBRUARI 2014
VAN DE REDACTIE 2013 was een bijzonder spannend en druk jaar voor URBACT, zowel als het gaat om onze activiteiten op het gebied van kennisuitwisseling en kapitalisatie als onze special trainingsprogramma’s voor stedelijke professionals. Begin vorig jaar werden er 15 URBACT netwerken gestart. In December 2013 kwamen daar nog eens 9 pilot projecten bij. In totaal zijn er nu 161 Europese steden actief binnen een URBACT netwerk. Op 15 juni 2013 publiceerden we het rapport "Cities of Tomorrow: Action Today”, dat we persoonlijk aanboden aan Eurocommissaris Johannes Hahn, verantwoordelijke voor regionaal- en stedelijk beleid. Dit rapport wordt nu gezien als een belangrijk naslagwerk over diverse centrale thema’s binnen integrale en stedelijke ontwikkeling. Maar 2013 was ook een jaar waarin we ons sterk richtten op trainingsprogramma’s voor gekozen vertegenwoordigers, stedelijke professionals en Lokale Steungroepleden betrokken bij de diverse URBACT netwerken. De URBACT Summer University die eind augustus 2013 gehouden werd aan Trinity College, in hartje Dublin, was ongetwijfeld een hoogtepunt. Ook 2014 belooft weer een hoop moois te brengen. De negen pilot projecten die al in december gepresenteerd werden, worden officieel gelanceerd. 2014 wordt voor URBACT echter ook een overgangsjaar: we gaan ons buigen over de resultaten die sinds 2007 binnen het URBACT II programma behaald zijn, én we kijken vooruit naar de URBACT III periode 2014-2020. We richten onze ogen met andere woorden zowel op het verleden als op de toekomst. Wat echter niet verandert is ons geloof in de unieke rol van URBACT, en de toegevoegde waarde die het programma biedt voor steden in Europa. Namens het hele URBACT Secretariaat in Parijs wens ik u het allerbeste voor 2014! Emmanuel Moulin, Hoofd van het URBACT Secretariaat
Voorbij kennis en uitwisseling...URBACT steden bereiken resultaten! Wat gebeurt er wanneer een URBACT project afgerond is? Welke concrete resultaten kunnen we van een project verwachten, na 3 jaar van kennisuitwisseling op international niveau? Worden de Lokale Actie Plannen (LAP) die door steden zijn opgesteld ook daadwerkelijk uitgevoerd, of eindigen ze ongelezen en ongebruikt in een bureaula? Het URBACT II programma helpt steden bij het ontwikkelen van integrale en duurzame actieplannen voor stedelijke ontwikkeling. Het internationale karakter van het programma geeft steden de mogelijkheid om samen met andere steden in Europa kennis en ervaringen te delen, en hiervan te leren. URBACT doet echter geen financiële investeringen: zowel de projecten als de Lokale Actie Plannen worden door de partners binnen een URBACT project zelf betaald. Ondanks het feit dat dit al lang zo is, eigenlijk als sinds de start van URBACT, vragen sponsors zich wel eens af of URBACT hierdoor voldoende slagkracht heeft als het gaat om het stimuleren van duurzame stedelijke ontwikkeling. Want wat gebeurt er eigenlijk met de zogenaamde Lokale Actie Plannen als ze eenmaal af zijn, en een URBACT project is afgerond? Nou, het goede nieuws is dat het steden duidelijk lukt om fondsen voor deze actieplannen te werven en resultaten te bereiken!
Meeste URBACT actieplannen bereiken implementatie fase Toen Europese steden zich in 2008 committeerden aan de eerste call binnen het URBACT II Programma, werden ze direct geconfronteerd met een nieuwe vereiste. Naast hun betrokkenheid bij internationale kennisuitwisseling werden ze namelijk ook geacht om hun opgedane kennis te verwerken in een integraal actieplan. Steden vroegen zich dikwijls af wat de impact hiervan zou zijn, omdat ze moeilijkheden voorzagen bij het binnenhalen van fondsen om de actieplannen ook echt uit te kunnen voeren. Een recente studie naar de Lokale Actie Plannen die in de afgelopen jaren door de 180 betrokken partnersteden geproduceerd zijn, laat echter zien dat een grote meerderheid van de plannen ook daadwerkelijk tot leven komt. 90% van alle steden die deelnamen aan het onderzoek gaf aan dat hun Lokale Actie Plan echt geïmplementeerd was. Een derde van deze respondenten zei vervolgens ook dat meer dan 50% van alle actiepunten uitgevoerd was. De URBACT studie laat bovendien ook zien dat 72% van de respondenten die nog niet alle actiepunten in hun actieplannen hebben uitgevoerd, dit in de toekomst nog verwachten te gaan doen. Gezien het feit dat er geen institutionele brug was tussen de partijen die het actieplan moesten opstellen, en de beschikbare structuurfondsen (bijv. ERDF), is dit een zeer positieve uitkomst. In sommige gevallen was er helemaal geen geld beschikbaar voor stedelijke projecten vanuit de structuurfondsen, in andere gevallen waren de structuurfondsen al verdeeld op het moment dat de Lokale Actie Plannen af waren. URBACT partnersteden moesten dus erg hun best doen om geld voor de implementatie van hun plannen te vinden. Onze mooie uitkomsten worden bevestigd door een enquête die aan het einde van het voorjaar in 2013 werd gehouden onder partnersteden binnen de tweede call van het URBACT II Programma. Slechts 3 maanden nadat hun projecten waren afgerond en hun Lokale Actie Plannen waren geproduceerd, gaf 75% van alle 90 partners al aan dat ze waren begonnen met de implementatie van hun plannen.
Meerderheid Lokale Actie Plannen draait op lokale en nationale fondsen De meeste URBACT Lokale Actie Plannen draaien niet op Europees geld (slechts 25%), maar worden uitgevoerd met behulp van lokale en regionale fondsen. Waar Europese fondsen wél gebruikt werden, ging het doorgaans om het zogenaamde European Regional Development Fund (ERDF), waarmee vooral projecten op het gebied van lokale economische ontwikkeling en werkgelegenheid gefinancierd werden. Slechts in een paar gevallen werd ERDF-geld gebruik voor investeringen in infrastructuur, zoals bijvoorbeeld in Zabrze (Polen), waar een water- en afvalmanagement systeem werd aangelegd. Slechts 3% van alle partnersteden maakte gebruik van het European Social Fund (ESF). Dit is opmerkelijk omdat een derde van alle projecten wel expliciet over sociale vraagstukken ging.
In totaal zijn alle betrokken URBACT steden in de periode 2008-2011 er in geslaagd om ruim 105 miljoen Euro binnen te halen voor hun projecten. Voor URBACT zijn dit zeer bemoedigende resultaten. Wij kijken uit naar de volgende generatie projecten binnen ons programma! Melody Houk, Project en Kapitalisatie Manager binnen het URBACT II Programma
Meer informatie
Resultaten van de URBACT Projecten – URBACT website
Implementatie van de URBACT Lokale Actie Plannen – URBACT website
ESIMeC: Werkgelegenheid en economische ontwikkeling in middelgrote steden Het ESIMeC project bestond uit 8 Europese steden die zich 3 jaar lang bogen over de vraag hoe middelgrote steden kunnen omgaan met de effecten van de economische crisis. Ze richtten zich hierbij vooral op de arbeidsmarkt en lokale economische ontwikkeling. Vanaf het begin heeft het netwerk de burger centraal gesteld. Samen onderzochten ze hoe middelgrote steden nieuwe werkgelegenheid kunnen creëren, hoe ze mensen kunnen voorbereiden op een baan, en hoe de mismatch tussen het aanbod aan banen en de vraag naar werknemers aangepakt kan worden.
De conclusies en beleidsaanbevelingen van ESIMEC De partnersteden binnen ESIMeC identificeerden samen een aantal instrumenten dat middelgrote steden kunnen gebruiken om de arbeidsmarkt en economische groei te stimuleren. Deze instrumenten zijn gebaseerd op een analyse van de behoeften van werkgevers op lokaal niveau. ESIMeC ontwikkelde een methode om steden te helpen om kwantitatieve en kwalitatieve gegevens te gebruiken bij het vaststellen van deze behoeften. De volgende stap was de ontwikkeling van een lokaal milieu waarbinnen ondernemerschap kan floreren. Hiervoor werden de eigen ervaringen van de partnersteden gebruikt om lokale projecten te ontwikkelen. De steden identificeerden een aantal good practices als het gaat om een systematische en integrale aanpak van economische ontwikkeling, zoals het stimuleren van flexibele strategische samenwerkingsverbanden en het versterken van de relatie tussen de gemeente en het lokale bedrijfsleven. Daarnaast keek ESIMeC ook naar een beter gebruik van de Europese Structuurfondsen. Het project heeft diverse aanbevelingen geformuleerd voor middelgrote steden die geld uit dit fonds hopen binnen te halen.
Wat ruikt daar zo lekker? Het ESIMeC kookboek voor Werkgelegenheid en Economische Ontwikkeling Op basis van hun gezamenlijke onderzoek naar werkgelegenheid en economische ontwikkeling, publiceerde het ESIMeC project in 2012 een reeks ‘Recepten voor Succes’. Andere steden kunnen dit ‘kookboek’ gebruiken om inspiratie op te doen en te leren van de kennis die binnen ESIMeC vergaard is. De acht thema’s die in het boek behandeld worden sluiten nauw aan bij de zogenaamde Europe 2020 Agenda for New Skills and Jobs .
Recept 1: Effectieve samenwerkingsverbanden; Recept 2: Samenwerking tussen gemeente-universiteit-bedrijfsleven Recept 3: Duurzame groei en groene banen; Recept 4: Jonge mensen voorbereiden op de arbeidsmarkt; Recept 5: Een marinade voor destination marketing; Recept 6: Groei en banen in de creatieve industrie; Recept 7: Integrale aanpak van werkgelegenheid en economische ontwikkeling; Recept 8: Welke vaardigheden gaat de stad nodig hebben?
Een volgende stap... ESIMeC is geselecteerd als pilot network. 5 partnersteden (Basingstoke, UK; Bistrita, RO; Sabadell, ES; Gälve, SE; Innova, HU) zullen zich de komende tijd richten op de vraag hoe de implementatie van hun plannen en resultaten geoptimaliseerd kan worden. Het netwerk zal hierbij, net als de twee andere pilot netwerken, intensief door URBACT begeleid worden. Uiteindelijk moet het pilot network leiden tot de ontwikkeling van een overzicht van specifieke vaardigheden die stedelijke professionals nodig hebben om hun (actie)plannen te realiseren. Meer informatie
ESIMeC Resultaten – URBACT website URBACT maakte nieuwe pilot netwerken bekend - URBACT Website
Het beste van het URBACT Blog… Mega billboards, door Iván Tosics
Iván Tosics reist heel wat af in Europa. Tijdens één van zijn vele conferentiebezoeken ontdekte hij dat hij regelmatig wordt geconfronteerd met gigantische billboards op muren en gebouwen. Nieuwsgierig ging hij op zoek naar het idee hierachter. Zijn tocht langs de reuzen van reclameland voerde langs Warschau, Krakow, Boekarest en Boedapest. Een verslag... In oktober 2011 was ik uitgenodigd voor een Europese conferentie in Warschau. De organisatoren hadden een kamer voor me geboekt in het centraal gelegen Metropol hotel. Toen ik laat in de avond aankwam, maakte ik onderstaande foto van deze goed verlichte, gigantische poster met daarop vier mooi geklede dames. De foto is vrij donker, maar het hotel is nog wel te ontdekken. Echter wel, áchter de poster. Deze advertentie was wel 8 verdiepingen hoog, en bedekte de gehele façade van het hotel.
Mijn kamer was op de 5e verdieping, net onder de elleboog van de rechter dame. De tweede foto nam ik de volgende ochtend vanuit mijn kamer. Buiten scheen de zon, maar vanuit mijn raam zag je bijna niks vanwege het dikke materiaal waarvan de poster was gemaakt.
De conferentie was interessant, maar ik had ook de kans om wat tijd in de stad door te brengen. Hier begon mijn jacht op megaposters. Het was niet zo moeilijk om deze gigantische monsters te vinden in Warschau. Ze waren eigenlijk overal. Naast de 8 verdiepingen tellende vrouwen zag ik ook een man van 3 verdiepingen, een man van 4, en natuurlijk, reusachtige auto’s.
Net als Warschau hangt de oude Poolse stad Krakow ook vol met grote posters, zoals de 4 verdieping hoge filmposter hieronder. Je kunt zien dat het gebouw achter de poster net mooi gerenoveerd is, maar de gezichten van de twee filmsterren belemmeren het uitzicht op de renovatie.
Boekarest is een grote stad, en heeft blijkbaar daardoor ook nóg grotere posters. Onderstaande internet advertentie is 4 verdiepingen hoog en bedekt de façade van het hele gebouw. De man met het boek is op zijn beurt 5 verdiepingen hoog, en hangt nét boven een eveneens gigantische advertentie voor zoetigheden. Samen bedekken deze twee posters ongeveer 34 balkons en ramen. De 7 verdiepingen hoge dame alleen bedekt zélf al meer balkons dan dat.
Na het zien van zoveel voorbeelden begon ik me af te vragen hoe de mensen die achter dit soort posters wonen zich voelen. Het leven moet vreemd zijn achter deze megabillboards. Hoe zou het zijn om hele dagen door te brengen achter een paar laarzen, of een mond spray?
Mijn foto’s laten naar mijn idee zien dat Europese steden steeds meer veranderen in reclamezuilen voor multinationals. Onderstaande advertenties voor Firefox of Aeroflot hangen ongetwijfeld ook in andere steden in Europa.
Megaposters zijn niet alleen te vinden in steden in Centraal en Oost Europa. De grote Europese Telekom bedrijven zijn overal actief, en bedekken ook gretig gebouwen, zoals hier in Engeland.
Het ophangen van een dergelijke poster moet vrij duur zijn. Toch is het booming business. De winnaars zijn de bedrijven, de reclamebureaus en de eigenaren van de gebouwen zelf, die goed betaald worden voor het ‘verhuren’ van hun façade. Toch zie ik dit niet als een win-win situatie.
Er zijn ook veel verliezers, namelijk bewoners en bezoekers. De organische structuur van straten en gebouwen, de schoonheid van eeuwenoude architectuur, ze worden allemaal vernietigd door deze mannen, vrouwen, auto’s en mondsprays van 4-verdiepingen hoog. Sommige mensen verdedigen de posters met economische argumenten, waarbij ze benadrukken dat het de enige manier is om geld in te zamelen voor de renovatie van de gebouwen. Maar zelfs als dit het geval is, zou het voordeel voor één gebouw niet ten nadele van ons publiek belang moeten gaan. In de meeste gevallen verkeren de gebouwen achter de posters echter al in een prima staat, en is er helemaal geen geld nodig voor renovatie. De schoonheid van onze Europese steden is van ons allemaal. Deze zou beschermd moeten worden tegen de schaamteloze aanval van commerciële bedrijven en vastgoedeigenaren. We zouden strenge maatregelen moeten ontwikkelen om ons als stad hiertegen te weren, en onze publieke belangen tegen puur private belangen te beschermen. Ik wens u veel kracht in 2014 in uw strijd voor mooiere Europese steden! Iván Tosics