Uponor Smatrix Move PLUS N L S N E LG I D S
03 | 2015
S N E LG I D S NL CZ
Inhoud
Uponor Smatrix Move PLUS componenten
Uponor Smatrix Move PLUS componenten...................2
Een Uponor Smatrix Move PLUS systeem kan bestaan uit een combinatie van de volgende componenten:
DE Systeemvoorbeeld..............................................................2
DK
Auteursrecht en afwijzing van aansprakelijkheid........3 Voorwoord.....................................................................4 Veiligheidsvoorschriften.....................................................4 Beperkingen voor draadloze ontvangst..............................4 Correct afvoeren van dit product (afval elektrische en elektronische producten)...................4
EE ES
Snelgids..........................................................................5 Bedieningsinstructies ruimtethermostaat...........................5 Installatie...........................................................................7 Registeren van een draadloze ruimtethermostaat en buitenvoeler bij de regelmodule....................................9 Instellen van het systeem.................................................10 Bedrijfsmodus..................................................................12 Verwarmings- en koelcurve..............................................12 Resetten fabrieksinstelling...............................................13 Systeemintegratie met andere systemen (uitsluitend Move PLUS)..................................................13
FI FR HR
Technische gegevens...................................................14
HU
• Uponor Smatrix Move PLUS regelmodule H/C X-158 Radio (regelmodule) • Uponor SPI Smatrix Move PLUS antenne A-155 Radio (antenne) • Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Dig T-166 (digitale ruimtethermostaat T-166) • Uponor Smatrix Wave PLUS ruimtethermostaat D+RH T-167 (digitale ruimtethermostaat T-167) • Uponor Smatrix Wave ruimtethermostaat Prog.+RH T-168 (digitale ruimtethermostaat T-168) • Uponor Smatrix Wave Public ruimtethermostaat T‑163 (Public ruimtethermostaat T-163) • Uponor Smatrix buitenvoeler S-1XX • Uponor Smatrix Move aanvoer-/afstandvoeler S-152
Systeemvoorbeeld IT LT LV NL NO PL PT
Uponor Smatrix Move PLUS UK QUICK GUIDE
03 | 2015
RO
http://www.uponor.nl/smatrix/downloads.aspx
RU
LET OP! Als de buitentemperatuurvoeler ver van de referentieruimte geplaatst is, kan er een aparte ruimtethermostaat gebruikt worden om de buitentemperatuur te registreren.
SE SK 2
U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
S N E LG I D S NL
Auteursrecht en afwijzing van aansprakelijkheid
CZ DE
Uponor heeft deze installatie- en bedieningshandleiding en alle hierin opgenomen inhoud uitsluitend samengesteld ter informatie. De inhoud van de handleiding (met inbegrip van grafische elementen, logo's, pictogrammen, tekst en afbeeldingen) valt onder het auteursrecht en wordt beschermd door internationale auteursrechten en verdragsbepalingen. U stemt ermee in dat u zich bij het gebruik van de handleiding aan alle internationale auteursrechten zult houden. Wijziging of gebruik van de inhoud van de handleiding voor een ander doel wordt beschouwd als een schending van de auteurs-, handelsmerk- en andere eigendomsrechten van Uponor.
Hoewel Uponor zich heeft ingespannen om ervoor te zorgen dat de handleiding correct is, verstrekt Uponor geen garanties of waarborgen ten aanzien van de hierin opgenomen inhoud. Uponor behoudt zich het recht voor om te allen tijde de hierin beschreven specificaties en functies aan te passen dan wel de productie van de omschreven Uponor Smatrix Move PLUS te staken zonder voorafgaande kennisgeving dan wel verplichting. De handleiding wordt verstrekt in de feitelijke staat (“as is”) zonder enige expliciete dan wel impliciete garanties. De informatie moet onafhankelijk worden gecontroleerd voordat deze op enige wijze gebruikt wordt.
In de handleiding wordt ervan uitgegaan dat aan alle veiligheidsmaatregelen is voldaan en verder dat het in de handleiding beschreven Uponor Smatrix Move PLUS, inclusief alle componenten die er deel van uitmaken:
Uponor wijst in de maximaal toegestane mate alle garanties, expliciet dan wel impliciet, van de hand, met inbegrip van, maar niet beperkt tot de impliciete garanties ten aanzien van verhandelbaarheid, geschiktheid voor een bepaald doel en afwezigheid van inbreuken.
• wordt uitgekozen, gepland en geïnstalleerd alsmede in bedrijf wordt gesteld door een erkende en bevoegde planner en installateur, en wel in overeenstemming met (op het moment van installatie) actuele, door Uponor verstrekte installatie-instructies alsmede in overeenstemming met van toepassing zijnde bouwen installatievoorschriften alsmede andere eisen en richtlijnen; • niet (tijdelijk dan wel bij continu) is blootgesteld aan temperatuur-, druk- en/of spanningsniveaus die hoger liggen dan de op de producten afgedrukte dan wel in enige door Uponor verstrekte instructies genoemde niveaus; • op zijn oorspronkelijke installatielocatie blijft en niet wordt gerepareerd, vervangen dan wel veranderd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming hiertoe van Uponor;
DK EE ES FI FR HR
Deze afwijzing van aansprakelijkheid is van toepassing op, maar niet beperkt tot de correctheid, betrouwbaarheid en juistheid van de handleiding.
HU
Uponor is in geen geval aansprakelijk voor enige indirecte, bijzondere, incidentele of gevolgschade dan wel verliezen voortvloeiend uit het gebruik van, dan wel het onvermogen om gebruik te maken van de materialen of informatie in de handleiding of enige vordering die is toe te schrijven aan fouten, nalatigheden of andere onnauwkeurigheden in de handleiding, ook niet indien Uponor op de hoogte is gebracht van de mogelijkheid van dergelijke schade.
IT LT LV NL
Deze disclaimer is van toepassing op, maar beperkt zich niet tot, de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en juistheid van de handleiding.
NO
• wordt aangesloten op drinkwatervoorzieningen dan wel compatibele loodgieters-, verwarmingsen/of koelingsystemen die zijn goedgekeurd of voorgeschreven door Uponor;
PL
• niet is aangesloten op of wordt gebruikt met producten, onderdelen of componenten die niet van Uponor zijn, tenzij deze door Uponor werden goedgekeurd of voorgeschreven; en
PT RO
• geen tekenen vertoont van sabotage, verkeerd gebruik, onvoldoende onderhoud, onjuiste opslag, verwaarlozing dan wel ongevalschade vóór installatie en inbedrijfstelling.
RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
3
S N E LG I D S NL
Voorwoord
CZ DE
Deze snelstartgids is bedoeld als geheugensteun voor ervaren installateurs. Wij adviseren u met klem om de volledige handleiding door te lezen voordat u het besturingssysteem installeert.
DK
Veiligheidsvoorschriften
EE ES
In de handleiding worden de volgende symbolen gebruikt om bijzondere voorzorgsmaatregelen aan te geven bij de installatie en bediening van Uponor apparatuur:
Het Uponor systeem maakt gebruik van draadloze communicatie. De gebruikte frequentie is voorbehouden voor vergelijkbare toepassingen en de kans op storingen door andere draadloze bronnen is erg klein.
Risico van letsel. Het negeren van waarschuwingen kan letsel of schade aan onderdelen tot gevolg hebben.
FR
Voorzichtig! Het negeren van deze meldingen kan leiden tot storingen.
HR
Veiligheidsmaatregelen Neem de volgende maatregelen in acht bij de installatie en bediening van Uponor apparatuur:
IT
• Lees de instructies in de installatie- en bedieningshandleiding door en houd u hieraan.
LT
• De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd persoon en conform de plaatselijk geldende voorschriften.
LV
• Het is niet toegestaan om wijzigingen of aanpassingen aan te brengen die niet in deze handleiding zijn aangegeven.
NL
• Voordat u aan de bedrading gaat werken, moet de stroomvoorziening volledig zijn uitgeschakeld. • Gebruik geen water om Uponor systeemonderdelen te reinigen. • Stel de Uponor systeemonderdelen niet bloot aan brandbare dampen of gassen. We aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade of uitval die het gevolg kan zijn van het negeren van deze instructies.
PL PT
Voeding
Waarschuwing!
RO
Het Uponor systeem moet aangesloten worden op een voeding van 230 V AC, 50 Hz. Trek in een noodgeval onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
RU
Zorg er voor, ter voorkoming van interferentie, dat installatie-/datakabels uit de buurt blijven van stroomkabels met meer dan 50 V.
Beperkingen voor draadloze ontvangst
Waarschuwing!
NO
Voorzichtig!
In deze handleiding gebruikte waarschuwingen
FI
HU
Technische beperkingen
In bepaalde zeldzame gevallen kan het echter niet mogelijk zijn om een perfecte draadloze communicatie tot stand te brengen. Het zendbereik volstaat voor de meeste toepassingen, maar ieder gebouw kent verschillende obstakels die van invloed zijn op de draadloze communicatie en de maximale zendafstand. Als de communicatieproblemen niet verdwijnen, raadt Uponor aan om de antenne op een meer optimale positie te plaatsen en de Uponor radiobronnen niet dicht bij elkaar te installeren om exceptionele problemen op te lossen.
Correct afvoeren van dit product (afval elektrische en elektronische producten) LET OP! Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden inzamelsystemen. Deze markering op het product of de bijhorende informatie geeft aan dat het aan het einde van zijn levensduur, niet weggegooid mag worden met ander huishoudelijk afval. Om mogelijke schade aan het milieu of menselijke gezondheid door ongecontroleerd weggooien te voorkomen, moeten deze producten gescheiden worden gehouden van ander afval en moeten ze op een verantwoordelijk wijze gerecycled worden om het duurzame hergebruik van grondstoffen te stimuleren. Huishoudens moeten bij de verkoper waar zij dit product gekocht hebben of bij de lokale overheid naar informatie vragen over waar en hoe zij dit milieuvriendelijk kunnen recyclen. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de voorwaarden in het koopcontract nakijken. Dit product mag niet vermengd worden met ander commercieel afval.
SE SK 4
U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
S N E LG I D S NL
Snelgids
CZ DE Waarschuwing!
LET OP! Dit is een snelstartgids, bedoeld als geheugensteun voor ervaren installateurs. Wij adviseren u met klem om de volledige installatieen bedieningshandleiding door te lezen voordat u het besturingssysteem installeert.
Elektrische installatie- en servicewerkzaamheden achter de afgesloten 230 V AC afdekking moeten onder toezicht van een bevoegde elektricien gebeuren.
DK EE
PUMP P1
HEAT
N
N
FI FR
L
230 V 50 Hz
230 V 50 Hz 230 V 50 Hz
L
OUTSIDE *
2
N
4
L
In2
N
In1
HR
SENSORS
COLD **
L
ES
SENSORS
Open
Close
230 V 50 Hz
Common
ACTUATOR 230 V
POWER 230 V AC 50 Hz
WATER RETURN *****
In1/In2 *** In1
HU
WATER IN
In1/In2 ***
IT
In1/In2 **
In2
LT
PUMP P2 ** CONTACT Ther ****
*)
De buitentemperatuurvoeler kan worden aangesloten op de regelmodule of op een ruimtethermostaat
**)
Sluit of KOELEN of POMP P2 (secondair verwarmings-/koelcircuit) aan op de verbindingsklem.
LV NL
***) Kies een van de ingangen (omschakelen verwarmen/koelen, pompstuursignaal of dompelvoeler) en stel parameter 11 – Selectie bedrade ingang 1 of parameter 12 – Selectie bedrade ingang 2, daarop in. De optie verwarmen/koelen kan alleen in systemen zonder een geregistreerde draadloze ruimtethermostaat gebruikt worden.
NO
****) Aansluiting voor een optionele maximaalbeveiliging, vanuit de fabriek voorzien van een kabelbrug . Verwijder de brug als er samen met POMP P1 een maximaalbeveiliging gebruikt dient te worden. *****) Optionele retourtemperatuurvoeler. Kan alleen gebruikt worden, voor boostfunctie, in systemen zonder een geregistreerde draadloze ruimtethermostaat.
PL
Bedieningsinstructies ruimtethermostaat T-168 T-167 T-166
PT
T-163
RO 20
5
35
RU SE SK U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
5
S N E LG I D S NL
A
B
CZ
2 A 145 mm
DE DK
1
3
EE ES
C
FI
D
FR
T-168 T-167 T-166 T-163
HR HU IT
E
LT
F
T-168 T-167 T-166 T-163
LV
ON
DIP
G
H
1 2 3 4
1
T-163
NL 3 2
NO
Optie
I
PL
J
Optie
K
L
T-168 T-167 T-166
PT RO
M
RU SE
T-168
5s
SK 6
U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
S N E LG I D S NL
Installatie
G. Controleer of alle bedrading compleet en juist is:
Voorzichtig! De DIP switch in de Public ruimtethermostaat T-163 moeten ingesteld worden voordat de ruimtethermostaat wordt geregistreerd.
Voorzichtig! De DIP switch in de Public ruimtethermostaat T-163 moet ingesteld worden als een van de beschikbare functies, anders kan de ruimtethermostaat niet geregistreerd worden.
Voorzichtig! Probeer niet de Uponor Smatrix Base ruimtethermostaten op de regelmodule aan te sluiten. Ze zijn niet compatibel, en kunnen beschadigd raken. LET OP! Als de buitentemperatuurvoeler ver van de referentieruimte geplaatst is, kan er een aparte ruimtethermostaat gebruikt worden om de buitentemperatuur te registreren. A. Bevestig de regelmodule op de wand met de schroeven en pluggen.
Als de regelmodule in een metalen kast wordt geïnstalleerd, plaatst u de antenne buiten de kast.
B. Sluit de antenne aan op de regelmodule (1), en bevestig deze aan de wand met een schroef en plug (2) of met de dubbelzijdige tape (3).
• • • •
Thermische aandrijving(en) Schakelaar verwarmen/koelen Circulatiepomp(en) Temperatuurvoeler(s)
CZ DE
H. Zorg ervoor dat het 230 V AC compartiment van de regelmodule gesloten is en dat de bevestigingsschroef is vastgedraaid.
DK
I. Steek het aansluitsnoer in een 230 V AC stopcontact of, wanneer de lokale voorschriften dat eisen, in een aansluitdoos.
EE
J. Stel de tijd en datum op de ruimtethermostaten in (uitsluitend digitale ruimtethermostaat T-168).
ES
K. Selecteer de regelmodus van de ruimtethermostaat (instellingenmenu 04, uitsluitend bij digitale ruimtethermostaten). Standaard: RT (standaard ruimtethermostaat) RT = Ruimtetemperatuur RFT = Ruimtetemperatuur met een extrene vloervoeler (begrenzingen beïnvloeden niet de werking van de Move PLUS regelmodule, wanneer deze niet geïntegreerd is met een Wave/Wave PLUS/Space/Space PLUS regelmodule) RS = Externe voeler RO = Ruimtetemperatuur met externe buitenvoeler
FI FR HR HU IT
L. Registreer de ruimtethermostaat en buitentemperatuurvoeler (zie volgende pagina).
LT
M. Stel het systeem in (zie pagina 10).
C. Sluit de overige apparatuur aan, zoals thermische aandrijving(en), circulatiepomp(en), temperatuur voelers enz., en zet ze vast met kabelklemmen.
LV
De buitentemperatuurvoeler kan worden aangesloten op de regelmodule of een ruimtethermostaat.
NL
D. Plaats de batterijen in de ruimtethermostaten.
NO
E. Sluit de optionele externe voeler aan. F. Stel de DIP switch in op de Public ruimtethermostaat T-163.
PL
DIP switch 1
2
3
4
Gebruikt als een ruimtethermostaat
Uit
Uit
Uit
Uit
Gebruikt als een ruimtethermostaat met een buitentemperatuurvoeler
Uit
Aan
Uit
Uit
Gebruik een voeler op afstand
Uit
Aan
Uit
Aan
Functie
PT RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
7
S N E LG I D S NL
2
1
CZ
3
DE
4
0h 5
10 s
5
DK
5
6
7
EE 5
8
ES
9
T-166 T-167 T-168
T-166 T-167 T-168
FI
8
8
5s
5s
C
FR
8
10
T-163
HR
C
8
8
5s
HU
13
IT
11
LT
13
12
14
LV 13
15
13
16
15
NL
15
T-166 T-167 T-168
NO
15
17
5s PL T-163
PT
15
5s
RO
15
T-166 T-167 T-168
24
18
5s 24
P
AUTO
RU
C
C
0h
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
SE SK 8
U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
S N E LG I D S NL
Registeren van een draadloze ruimtethermostaat en buitenvoeler bij de regelmodule
8. Ruimtethermostaat T-166, T-167 en T-168
Voorzichtig! De DIP switch in de Public ruimtethermostaat T-163 moeten ingesteld worden voordat de ruimtethermostaat wordt geregistreerd.
LET OP! Als de buitentemperatuurvoeler ver van de referentieruimte geplaatst is, kan er een aparte ruimtethermostaat gebruikt worden om de buitentemperatuur te registreren.
LET OP! Als er meer dan vier uur verstreken is sinds het opstarten van de regelmodule, verschijnt er, wanneer u naar het menu met systeemparameters gaat, een symbool dat aangeeft dat het systeem vergrendeld is. Herstart de regelmodule om alle systeemparameters te ontgrendelen.
LET OP! Bij het registreren van een ruimtethermostaat op een regelmodule, veranderd de regelmodus parameter 0 (type) naar rEv, ongeacht de voorgaande instelling. Verwarmen/koelen wordt dan door de ruimtethermostaat geregeld of door het geïntegreerde systeem. Zo registreert u een ruimtethermostaat op de regelmodule: 1. Houd de toets OK op de regelmodule ongeveer 10 seconden lang ingedrukt om naar het menu systeemparameters te gaan. 2. Het pictogram instellingen staat in de rechter bovenhoek van het display, en de tekst Hot type, Cld type of rEv type (afhankelijk van de actuele bedrijfsmodus) wordt getoond. Registratie ruimtethermostaat 3. Gebruik de < of > toets om de parameter te lokaliseren 5 (th) – Type ruimtethermostaat. 4. Gebruik de - of + toets om de parameterinstellingen naar rf te wijzigen. 5. Druk op de OK toets op de regelmodule om de wijziging te bevestigen en terug te gaan naar het instellen van de systeemparameters. 6. Gebruik de < of > toets om de parameter te lokaliseren 8 (trF1) – Configuratie draadloze ruimtethermostaat 1. 7. Gebruik de - of + toets om de parameterinstellingen naar INI te wijzigen.
U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
8.1 Houd de OK toets ongeveer vijf seconden lang ingedrukt om naar het instellingenmenu te gaan. Het pictogram instellingen en menunummers staan in de rechter bovenhoek van het display.
CZ DE
8.2 Gebruik de - of + toets om de nummers te wijzigen naar 09 en druk op OK. De tekst Int no wordt weergegeven.
DK
8.3 Gebruik de - of + toets om Int no te wijzigen naar Int CNF.
EE
8.4 Het verbindingslampje op het display van de ruimtethermostaat gaat knipperen om aan te geven dat het registratieproces begint.
ES
8.5 De actuele temperatuur van de referentieruimte staat op het display van de regelmodule, en de tekst Int YES verschijnt op het display van de ruimtethermostaat wanneer de registratie klaar is.
FI
8.6 Houd de OK toets op de ruimtethermostaat ongeveer vijf seconden lang ingedrukt om het instellingenmenu te verlaten, of wacht circa 70 seconden, dan doet de software dat zelf.
Ruimtethermostaat T-163
8.1 Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat licht ingedrukt en laat deze los wanneer de LED groen gaat knipperen (zit in het uitsparing boven de registratietoets).
8.2 De actuele temperatuur van de referentieruimte staat op het display van de regelmodule wanneer registratie klaar is. De ruimtethermostaat kan even wat tijd nodig hebben om de actuele temperatuurgegevens naar de regelmodule te sturen. Ondertussen staat er 00.0 op het display.
FR HR HU IT LT LV
9. Druk op de OK toets op de regelmodule om de wijziging te bevestigen en terug te gaan naar het instellen van de systeemparameters.
NL
Registratie draadloze buitentemperatuurvoeler
NO
LET OP! Ga naar stap 17, Einde van de registratie, als de buitentemperatuurvoeler via een kabel is aangesloten op de regelmodule.
PL
10. Gebruik de < of > toets om de parameter te lokaliseren 13 (OUSE) – Selectie buitentemperatuurvoeler.
PT
11. Gebruik de - of + toets om de parameterinstelling naar rf te wijzigen.
RO
12. Druk op de OK toets op de regelmodule om de wijziging te bevestigen en terug te gaan naar het instellen van de systeemparameters.
RU
13. Gebruik de < of > toets om de parameter te lokaliseren 15 (ourF) – Configuratie draadloze buitentemperatuurvoeler.
SE
14. Gebruik de - of + toets om de parameterinstellingen naar INI te wijzigen.
SK 9
S N E LG I D S NL 15. Ruimtethermostaat T-166, T-167 en T-168
CZ DE DK EE ES
15.1 Houd de OK toets ongeveer vijf seconden lang ingedrukt om naar het instellingenmenu te gaan. Het pictogram instellingen en menunummers staan in de rechter bovenhoek van het display.
16. Druk op de OK toets op de regelmodule om de wijziging te bevestigen en terug te gaan naar het instellen van de systeemparameters. Einde van de registratie LET OP! Ga, voor het veranderen van de systeemparameterinstellingen, naar de sectie Instellen van het systeem > Step 3.
15.2 Gebruik de - of + toets om de nummers te wijzigen naar 04 en druk op OK. De actuele regelmodus wordt getoond (RT, RFT, RS of RO).
15.3 Gebruik de - of + toets om de regelmodus te wijzigen naar RO en druk op OK.
17. Gebruik de < of > toets om de parameter te lokaliseren 24 (End) – Verlaat systeemparameterinstellingen.
15.4 Gebruik de - of + toets om de nummers te wijzigen naar 09 en druk op OK. De tekst Int YES wordt getoond als de ruimtethermostaat al geregistreerd is als een referentieruimtethermostaat.
18. Druk op de OK toets om het systeemparametermenu te verlaten.
FI
15.5 Gebruik de - of + toets om Int YES te wijzigen naar Int CNF.
15.6 Het verbindingslampje op het display van de ruimtethermostaat gaat knipperen om aan te geven dat het registratieproces begint.
15.7 De actuele buitentemperatuur staat op het display van de regelmodule, en de tekst Int YES verschijnt op het display van de ruimtethermostaat wanneer de registratie klaar is.
FR HR HU IT
LT
15.8 Houd de OK toets op de ruimtethermostaat ongeveer vijf seconden lang ingedrukt om het instellingenmenu te verlaten, of wacht circa 70 seconden, dan doet de software dat zelf.
Instellen van het systeem Wijzig de systeemparameterinstellingen om het systeem in te stellen.
1
2
10 s
0h
3 C
1 2 3 4 5 6 7
LV
13
C
Rimtethermostaat T-163
14
12
15
11
16
10
NL NO
PL PT
15.1 Houd de registratietoets op de ruimtethermostaat licht ingedrukt en laat deze los wanneer de LED groen gaat knipperen (zit in het uitsparing boven de registratietoets). 15.2 De actuele buitentemperatuur staat op het display van de regelmodule wanneer registratie klaar is. De ruimtethermostaat kan even wat tijd nodig hebben om de actuele temperatuurgegevens naar de regelmodule te sturen. Ondertussen staat er 00.0 op het display.
8
19
7 20
6 21
5 22
4 23
3 2
24
0h
1
4
1
0h
5
RO
C 9
17 18
6
RU 24
24
P
AUTO
SE
C
C
0h
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
SK 10
U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
S N E LG I D S NL LET OP! Sommige systeemparameterinstellingen zijn alleen bereikbaar tijdens de eerste vier uur na het aanzetten. Dit is gedaan om fouten na de installatie te voorkomen. Als het vergrendelsymbool voor de systeemparameters verschijnt, moet de stroom naar de regelmodule worden uitgezet en weer worden aangezet om deze parameters te kunnen veranderen. Na uitzetten of een stroomstoring gaan er geen instellingen verloren. De beschikbare instellingen in de bedrijfsmodus kunnen altijd gewijzigd worden en zijn niet vergrendeld.
Menu
Display
Omschrijving
6
tHty
Niet in gebruik door Move PLUS
7
BGAP
Niet in gebruik door Move PLUS
8
trF1
Configuratie draadloze ruimtethermostaat 1 (zie de registratie-instructie op de pagina's 8 – 10)
9
trF2
Configuratie draadloze ruimtethermostaat 2 (zie de registratie-instructie op de pagina's 8 – 10)
2. Het pictogram instellingen staat in de rechter bovenhoek van het display en de tekst Hot type, Cld type or rEv type (afhankelijk van de actuele bedrijfsmodus) wordt getoond. 3. Gebruik de - of + toets om een parameter te (zie de onderstaande lijst) te lokaliseren en druk op OK.
Sommige van deze parameters hebben andere parameters nodig om ze te activeren.
10
tr1o
Bedrade ingang 1, kies functie
12
in2
Bedrade ingang 2, kies functie
13
OUSE
Keuze buitentemperatuurvoeler (geïnstalleerd/draadloos/enz., zie de registratie-instructie op de pagina's 8 – 10)
14
OUt
˚C
Display
17
00:00
Tijdsunit (AM/PM/24H)
18
GriP
Ventiel-/pompinterval
19
PUMP
Startvertraging van de pomp nadat het mengventiel is gesloten.
20
ctrl
Geforceerde regeling van de thermische aandrijving
21
PrH
Programma voor het voorverwarmen van de vloer DIN 1264-4
Kijk op pagina 12 voor meer informatie en een schema
22
dry
Programma voor het drogen van de vloer
Maximum aanvoertemperatuur (koelmodus)
23
ALL
Resetten fabrieksinstelling
type
Type installatie (verwarmen en/of koelen)
1
Cur
Verwarmingscurve Kijk op pagina 12 voor meer informatie en een schema
2
Hi
Maximum aanvoertemperatuur (verwarmingsmodus)
3
Lo
Minimum aanvoertemperatuur (verwarmingsmodus)
1
Cur
Koelcurve
3
Lo
Minimum aanvoertemperatuur (koelmodus)
4
InSt
Type systeem (hydraulische installatie)
5
th
Keuze ruimtethermostaat (geïnstalleerd/draadloos/enz., zie de registratie-instructie op de pagina's 8 – 10)
EE ES FI FR HR
Buitentemperatuur, vaste waarde als er geen buitentemperatuurvoeler geïnstalleerd is.
16
0
Hi
in1
Configuratie draadloze buitentemperatuurvoeler (zie de registratie-instructie op de pagina's 8 – 10)
Omschrijving
2
11
ourF
Display
DK
Compensatie van de aanvoertemperatuur wanneer een ruimtethermostaat gebruikt wordt om het systeem te versnellen. Gebruik dit met beleid
15
Menu
DE
Deze ruimtethermostaat stuurt circulatiepomp 2 aan.
Om naar de systeemparameterinstellingen te gaan: 1. Houd de OK toets ongeveer 10 seconden lang ingedrukt.
CZ
HU IT LT LV NL NO PL
Houd de OK toets ongeveer vijf seconden lang ingedrukt. 24
End
PT
Verlaat systeemparameterinstellingen
4. Gebruik de + of - toets om de parameterinstellingen te veranderen.
RO
5. Gebruik de < of > toets om de parameter te lokaliseren 24 (End) – Verlaat systeemparameterinstellingen.
RU
6. Druk op de OK toets om de systeemparameterinstellingen te verlaten.
SE SK U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
11
S N E LG I D S NL
Bedrijfsmodus
Verwarmings- en koelcurve
CZ
Tijdens normaal bedrijf staat de regelmodule in de bedrijfsmodus.
DE
In de bedrijfsmodus kunnen er verschillende bedrijfsmodi, de actuele tijds- en daginstelling en een programma gekozen worden.
De verwarmings- en koelcurves voor de Uponor Smatrix Move PLUS regelmodule staan in de onderstaande grafiek. In de grafiek staat de berekende aanvoertemperatuur met curves voor verschillende buitentemperaturen. De regelmodule gebruikt de gekozen curve om het mengventiel te bedienen, die op zijn beurt de aanvoertemperatuur naar het systeem aanpast.
DK
P
AUTO
Aanvoertemperatuur 5 4,5 4 3,5
80
EE
C
C
3
2,5
2
70
1,5
1,2 1
60
ES
0h
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
Gebruik de < of > toets om de bedrijfsmodus te veranderen. Een vakje geeft aan welke modus geselecteerd is.
FI
In de bedrijfsmodus zijn dit de beschikbare bedrijfsmodi en instellingen.
FR
Pictogram
Comfortmodus Automatische modus (standaard)
HU
Stelt de bedrijfsmodus in volgens het ingestelde programma ECO-modus
IT
Uit modus Instelling dag en tijd
LT
Menu geprogrammeerde klokprogramma’s
LV
Verwarmings-/koelmodus (alleen beschikbaar indien koelen geactiveerd is)
NL
Deze modus vereist dat systeemparameter 0 – Installatietype ingesteld is op rEv, maar deze is verborgen als systeemparameter 11 of 12 ingesteld is op HC.
NO
50
0,7 0,6
40 0,4 30
0,2
20 10
36 34 32 30 28 26 24 22 20 18 16 14 12 10 8
6
4
2
0 -2 -4 -6 -8 -10 -12 -14 -16 -18 -20
Buitentemperatuur
Bedrijfsmodus Vakantiemodus
HR
0,8
De keuze van de curve hangt af van een combinatie van verschillende factoren, zoals hoe goed het huis geïsoleerd is, de geografische locatie, soort verwarmings-/ koelsysteem enz. Voorbeeld: Een slecht geïsoleerd huis wat verwarmd wordt met radiatoren vereist een curve met een hogere waarde dan eenzelfde huis met een vloerverwarming. De curves in de grafiek worden ook begrensd door de ingestelde maximum en minimum parameters in het systeem (in de grafiek aangegeven met extra dikke lijnen).
Circulatiepomp Als een circulatiepomp op de regelmodule is aangesloten, loopt deze bij normaal bedrijf continu (standaard instelling).
PL
Om deze instelling te veranderen, ga naar systeemparameter 19 (PUMP) – Startvertraging pomp, in de regelmodule.
PT
Zie voor meer informatie, Instellen van het systeem. De Move-regelmodule kan een pompvraag krijgen op een van de bedrade ingangen (ingang 1 of 2, parameter 11 of 12 ingesteld op C_b) van een andere regelmodule in het systeem, die de circulatiepomp, aangesloten op P1, aan of uit zet.
RO RU SE SK 12
U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
S N E LG I D S NL Het wijzigen van de verwamings- en/of koelcurve: 1. Houd de OK toets op de regelmodule ongeveer 10 seconden lang ingedrukt om naar het menu systeemparameters te gaan. 2. Het pictogram instellingen staat in de rechter bovenhoek van het display, en de tekst Hot type, Cld type of rEv type (afhankelijk van de actuele bedrijfsmodus) wordt getoond. 3. Gebruik de < of > toets om parameter 1 (Cur) – Verwarmingscurve, of 1 (Cur) – Koelcurve te lokaliseren. Ze worden aangeduid met het verwarmings- of koelsymbool. Verwarmingscurve: Standaard: 0,7 Instelbereik: 0,1 – 5, in stappen van 0,1 Koelcurve: Standaard: 0,4 Instelbereik: 0,1 – 5, in stappen van 0,1
4. Gebruik de + of - toets om de parameterinstelling te veranderen. 5. Druk op de OK toets op de regelmodule om de wijziging te bevestigen en terug te gaan naar het instellen van de systeemparameters. 6. Herhaal, indien nodig, de stappen 3 tot 5 om de instellingen van de andere curves te wijzigen.
Resetten fabrieksinstelling Om naar de fabrieksinstelling te resetten, ga in de regelmodule naar systeemparameter 23 (ALL) – Fabrieksreset. Houd de OK toets ongeveer vijf seconden lang ingedrukt totdat de regelmodule herstart. Zie voor meer informatie, Instellen van het systeem.
Systeemintegratie met andere systemen (uitsluitend Move PLUS)
CZ
De Uponor Smatrix Move PLUS regelmodule kan geïntegreerd worden met een ander Uponor Smatrix Wave/Wave PLUS/Space/Space PLUS systeem om de mogelijkheden van het volledige klimaatsysteem te vergroten. Tegelijkertijd zijn door de integratie geen aparte ruimtethermostaat en buitentemperatuurvoeler nodig voor het Move PLUS systeem.
DE DK
Gedeelde informatie
EE
Informatie over de systeemstatus en temperatuur van de referentieruimte wordt naar de Move PLUS regelmodule gestuurd, die de aanvoertemperatuur overeenkomstig aanpast.
ES
De verschillende systeemstatussen en temperaturen die doorgegeven kunnen worden zijn:
FI
• Comfort-/ECO-modus*
FR
• Verwarmings-/koelmodus • Vakantiemodus*
HR
• Temperatuur referentieruimte en temperatuurinstelling • Buitentemperatuur (indien geïnstalleerd in de ruimtethermostaat)
HU
• Externe voeler (indien geïnstalleerd in de ruimtethermostaat)
IT
• Indicatie wanneer de relatieve luchtvochtigheid de ingestelde waarden overschrijdt (digitale ruimtethermostaat T-167 of T-168 vereist)
LT
*) Door het wijzigen van temperatuurinstelling, met gebruikmaking van de ECO-verlagingswaarde van het geïntegreerde systeem. Er staat op de Move PLUS regelmodule geen indicatie of verandering van modus.
LV
De integratie wordt geactiveerd wanneer de ruimtethermostaat bij beide regelmodules geregistreerd wordt (Move PLUS en Wave, Wave PLUS, Space, of Space PLUS).
NL NO
Kijk in de Uponor Smatrix Wave/Wave PLUS documentatie hoe de ruimtethermostaat bij een Wave/Wave PLUS systeem geregistreerd moet worden.
PL
Kijk in de Uponor Smatrix Space/Space PLUS documentatie hoe de ruimtethermostaat bij een Space/Space PLUS systeem geregistreerd moet worden.
PT RO RU SE SK
U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
13
S N E LG I D S NL
Technische gegevens
CZ
Algemeen IP
DE
Max. relatieve luchtvochtigheid omgeving
IP30 (IP: mate van ontoegankelijkheid tot de werkende onderdelen van het product en mate van ontoegankelijkheid van water) 85% bij 20 °C
Ruimtethermostaat
DK
CE-markering Laagspanningstests EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) Voeding Spanning Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Radiofrequentie Schakelcyclus zender Aansluitklemmen (alleen ruimtethermostaten)
EE ES FI
EN 60730-1* en EN 60730-2-9*** EN 60730-1 en EN 301-489-3 EN 300 220-3 Twee 1,5 V AAA-alkalinebatterijen 2,2 V tot 3,6 V 0 °C tot +45 °C -10 °C tot +65 °C 868,3 MHz <1% 0,5 mm² tot 2,5 mm²
Antenne
FR HR
Voeding Maximum energieverbruik Radiofrequentie Schakelcyclus zender Ontvangerklasse
HU
Regelmodule CE-markering Laagspanningstests EMC-tests (elektromagnetische compatibiliteitseisen) ERM-tests (elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrum) Voeding Bedrijfstemperatuur Opslagtemperatuur Maximumverbruik Uitgang pomp 1 Uitgang verwarming Koelen/uitgang pomp 2 3-puntsregeling Ventieluitgang Voedingsaansluiting Aansluitklemmen
IT LT LV NL NO PL PT
*)
EN 60730-1 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik -- Deel 1: Algemene eisen
**)
EN 60730-2-1 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik -- Deel 2-1: Bijzondere eisen voor elektrische regelaars voor elektrische huishoudelijke apparaten
***) EN 60730-2-9 Automatische elektrische regelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik -- Deel 2-9: Bijzondere eisen voor temperatuurgevoelige regelaars
5 V DC ±10 % vanuit regelmodule 1W 868,3 MHz 1% 2
EN 60730-1* en EN 60730-2-1** EN 60730-1 en EN 301-489-3* EN 300 220-3* 230 V AC +10/-15%, 50 Hz 0 °C tot +50 °C -20 °C tot +70 °C 75 W 230 V AC +10/-15%, 250 V AC 5 A maximaal (L, N, PE) 230 V AC +10/-15%, 250 V AC 5 A maximaal (L, N, PE) 230 V AC +10/-15%, 250 V AC 5 A maximaal (L, N, PE) 2 TRIACS => 75 W max 230 V AC ±10%, Kabel 1 m met euro-stekker Tot 4,0 mm² massief, of 2,5 mm² flexibel met eindhulzen Bruikbaar in heel Europa
0682
Verklaring van overeenstemming: Hierbij verklaren wij onder eigen verantwoordelijkheid dat de in deze instructies behandelde producten voldoen aan alle essentiële eisen verbonden aan de R&TTE 1999/5/CE Richtlijn van maart 1999.
RO RU SE SK 14
U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
S N E LG I D S NL CZ DE DK EE ES FI FR HR HU IT LT LV NL NO PL PT RO RU SE SK U P O N O R S M AT R I X M O V E P L U S · S N E LG I D S
15
Production: Uponor AB; Virsbo, Sweden 1068128 03_2015_NL
Nathan Import/Export B.V. www.uponor.nl Uponor behoudt zich het recht voor de specificaties van geïntegreerde onderdelen zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen overeenkomstig zijn beleid van voortdurende verbetering en ontwikkeling.