UNIVERSITEITSRAAD UR: Behandeling op: Agendapunt: Onderwerp: Aard:
1260 02-12-11 5 Voorstel invoering harde knip Instemming
Dienst:
CS/S&P
Datum:
9 november 2011
Paraaf: Aan:
Universiteitsraad
Van:
College van Bestuur
Beleidscontext: Budgettair kader: Samenvatting:
Voorgesteld besluit:
Onderwijsbeleid n.v.t. In bijgaande notitie wordt de voorbereiding van de invoering van de harde knip aan Tilburg University per 1 september 2012 beschreven. De notitie gaat in op de achtergrond van de invoering van de harde knip (paragraaf 1) en geeft de huidige stand van zaken weer ten aanzien van het aantal instroommomenten in de master, het aantal instroommomenten in de bachelorthesis, herkansingsmogelijkheden, en een aantal andere gerelateerde dossiers (paragraaf 2). Daarnaast wordt de Universiteitsraad gevraagd om in te stemmen met een voorstel voor een hardheidsclausule voor de harde knip (paragraaf 3). Het College is voornemens te besluiten om ten behoeve van de harde knip een hardheidsclausule in te voeren zoals in bijgaande notitie geformuleerd. De Universiteitsraad wordt gevraagd hiermee in te stemmen.
M EMO
Aan:
Universiteitsraad
Van:
College van Bestuur
Datum:
11 november 2011
Onderwerp:
Implementatie harde knip op Tilburg University
In deze notitie wordt de voorbereiding van de invoering van de harde knip aan Tilburg University per 1 september 2012 beschreven. De notitie gaat in op de achtergrond van de invoering van de harde knip (paragraaf 1) en geeft de huidige stand van zaken weer ten aanzien van het aantal instroommomenten in de master, het aantal instroommomenten in de bachelorthesis, herkansingsmogelijkheden, en een aantal andere gerelateerde dossiers (paragraaf 2). Daarnaast wordt de Universiteitsraad gevraagd om in te stemmen met een voorstel voor een hardheidsclausule voor de harde knip (paragraaf 3).
1.
Inleiding
1.1 Achtergrond Op 8 juli jl. is het wetsvoorstel ‘Ruim baan voor talent’ (32 253) aangenomen door de Eerste Kamer. Onderdeel van de nieuwe wetgeving is de invoering van een zogenaamde ‘harde knip’ tussen de bachelor- en de masterfase. Dat betekent dat studenten pas aan een masteropleiding mogen beginnen als zij hun bachelor succesvol hebben afgerond. De Staatssecretaris wil hiermee bevorderen dat bachelor- en masteropleidingen als losstaande, afgeronde opleidingen worden gezien en studenten na hun bachelor een bewuste keuze maken voor een eventuele vervolgopleiding. De harde knip geldt voor alle studenten die vanaf 1 september 2012 met een masteropleiding willen beginnen. Studenten die in september 2012 willen starten met een master, moeten voor 1 september 2012 aantoonbaar maken dat ze hun bachelor met succes hebben afgerond. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan van deze regel worden afgeweken. 1.2 Aanpassing WHW De aanpassing van de wet en de invoering van de harde knip zitten ‘verstopt’ in artikel 7.30a, eerste lid van de WHW. De eerste twee volzinnen zijn ongewijzigd gebleven en luiden als volgt: Artikel 7.30a. Toelatingseisen aansluitende masteropleidingen in het wetenschappelijk onderwijs 1. “Voor de inschrijving voor een masteropleiding in het wetenschappelijk onderwijs die in relatie tot een bacheloropleiding is aangewezen op grond van artikel 7.13, derde lid, geldt als
toelatingseis dat aan betrokkene een graad als bedoeld in artikel 7.10a, eerste lid, is verleend, van de desbetreffende bacheloropleiding in het wetenschappelijk onderwijs aan dezelfde instelling. Indien op grond van de in de eerste volzin genoemde bepaling een afstudeerrichting is aangewezen, geldt in afwijking van de eerste volzin als toelatingseis voor een in die volzin bedoelde masteropleiding dat aan betrokkene een graad als bedoeld in artikel 7.10a, eerste lid, is verleend die betrekking heeft op die afstudeerrichting.” De wijziging staat in de derde volzin. De oude tekst luidt als volgt: “In afwijking van de eerste volzin kan het instellingsbestuur besluiten dat degene die voor een bacheloropleiding als bedoeld in die volzin is ingeschreven, toch wordt ingeschreven voor een masteropleiding als bedoeld in die volzin onder de voorwaarde dat is voldaan aan bij de onderwijs- en examenregeling van de desbetreffende masteropleiding te stellen eisen.” De nieuwe tekst luidt als volgt: “In afwijking van de eerste volzin kan het instellingsbestuur desgevraagd besluiten dat degene die voor een bacheloropleiding als bedoeld in die volzin is ingeschreven, toch wordt ingeschreven voor een masteropleiding als bedoeld in die volzin voor zover het achterwege laten van de inschrijving gelet op het belang dat de voorgaande volzinnen beogen te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.” 1.3 Stand van zaken Tilburg University Onder voorzitterschap van de Rector Magnificus is er een werkgroep ingesteld om de invoering van de harde knip voor te bereiden. De werkgroep bestond uit medewerkers van de verschillende schools en diensten en afgevaardigden van studentenfracties Front en SAM. De werkgroep is in 2010 twee keer bij elkaar gekomen. De werkgroep is tot de volgende conclusies gekomen: “Door de werkgroep is geconcludeerd dat we in Tilburg niet voorop zullen lopen met de invoering van de harde knip, maar dat we de tijd nemen voor een zorgvuldige en gedegen voorbereiding. Daarnaast werd geconcludeerd dat met betrekking tot de hardheidsclausule we deze ruim zullen formuleren en dat bij de formulering daarvan de studentendecanen betrokken worden. De flexibiliteit voor uitzonderingsgronden dient vooral bij de faculteiten te komen liggen, waarbij één of twee openstaande vakken een redelijke stelregel lijkt te zijn.” “In de huidige situatie mogen studenten van Tilburg University nog 12 ECTS open hebben staan om in te kunnen stromen in een master, de zogenaamde zachte knip. Om studievertraging te voorkomen is het wenselijk dat met meerdere instroommomenten gewerkt gaat worden. Bovendien lopen we het risico studenten te verliezen die elders wel halverwege het jaar in kunnen stromen, maar niet aan Tilburg University. De Rector wil erop mikken om in overleg met de schools bij zo veel mogelijk masteropleidingen tot twee instroommomenten te komen.” 1.4 Invoering harde knip Het wetsvoorstel ‘Ruim baan voor talent’ biedt middels artikel 18.67 de mogelijkheid om de invoering van de harde knip met een jaar uit te stellen, zodat deze pas per 1 september 2013 hoeft te worden ingevoerd. De mogelijkheid van het geven van een jaar extra voor zorgvuldige invoering van de harde knip ziet de minister slechts “als uiterste consequentie van de uitkomsten van deze monitor”. De genoemde monitor zal eind 2011 / begin 2012 plaatsvinden,
2
waarbij de resultaten naar verwachting in 2012 bekend worden. Dit zou betekenen dat duidelijkheid over het verlenen van uitstel ook pas in deze periode wordt verleend. Om onzekerheid rondom de verlening van dit uitstel voor de studenten te voorkomen, heeft het College van Bestuur besloten de harde knip per 1 september 2012 in te voeren. Daarnaast zal Tilburg University ook uitstel aanvragen. Mocht het uitstel worden verleend dan is dat gunstig, en mocht dat niet het geval zijn, dan zijn we (en de studenten) in ieder geval reeds voorbereid. De Universiteitsraad is tijdens zijn vergadering van 21 oktober 2011 op de hoogte gesteld van de invoering van de harde knip. De harde knip gaat gelden voor zowel bachelor als pre-master studenten. De knip wordt gelegd bij de toelating voor de master. Voor toelating tot de master moet een student voldoen aan alle geldende eisen voor instroom in die master. Als een van deze eisen het behalen van een premaster is, betekent dit dat de student de volledige pre-master zal moeten behalen alvorens in de master te kunnen instromen. Hiervoor kan geen ‘zachte knip’ worden gehanteerd.
2
Implementatie invoering harde knip
In deze paragraaf wordt een aantal praktische zaken rondom de invoering van de harde knip besproken. Het betreft de volgende zaken: 1. Instroommomenten master; 2. Instroommomenten bachelorthesis; 3. Herkansingsmogelijkheden; 4. Overige. 2.1 Instroommomenten master Om studievertraging te voorkomen is het wenselijk dat er met meerdere instroommomenten gewerkt gaat worden voor de master. Hiermee voorkomen we het risico dat we studenten verliezen die elders wel halverwege het jaar in kunnen stromen, maar niet aan Tilburg University. Er kunnen echter argumenten zijn om vast te houden aan één instroommoment in de master in september, bijvoorbeeld bij sterk curriculair opgebouwde opleidingen. Onderstaand is per school aangegeven voor welke masteropleidingen er meerdere instroommomenten zullen gelden. Tilburg School of Economics and Management Bij TiSEM kennen de masters één instroommoment, met uitzondering van de samen met TLS verzorgde master Fiscale Economie en de master International Management. Tilburg Law School Bij TLS kennen alle masters met uitzondering van de research master en de LLM International Business Law momenteel twee instroommomenten. Het hanteren van twee instroommomenten voor de research master is bespreekbaar, maar die beslissing dient door het MT van TLS te worden genomen. Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Bij TSB kennen de masters één instroommoment, vanwege het sterk curriculair opgebouwde karakter van deze opleidingen. Voor de master Human Resource Studies overweegt men een tweede instroommoment te creëren.
3
Tilburg School of Humanities Bij TSH hanteert men voor alle masters, met uitzondering van de research master Communicatie- en Informatiewetenschappen, en een tweetal tracks binnen masteropleidingen, twee instroommomenten. Tilburg School of Catholic Theology. Bij TST heeft men momenteel twee masters: de Master Theologie en de Master Christianity & Society. Voor de eerste is het geen probleem een tweede instroommoment te creëren. Dat is nu niet het geval, maar zal gebeuren indien er door studenten om gevraagd wordt. Voor de tweede is dit momenteel niet haalbaar, vanwege de lage studentenaantallen. Als de master meer studenten gaat trekken is een tweede instroommoment bespreekbaar. 2.2 Instroommomenten bachelorthesis Parallel aan de discussie over het hanteren van meerdere instroommomenten voor de master speelt de discussie over het hanteren van meerdere momenten voor de bachelorthesis. Hierover heeft fractie SAM in 2010 ook een notitie aan het College van Bestuur aangeboden. Wanneer er twee instroommomenten voor de master bestaan, maar slechts één instroommoment voor de bachelorthesis, zal er voor de student alsnog onnodige studievertraging ontstaan. Daarom lijkt het logisch dat wanneer er twee instroommomenten zijn voor de master er ook twee instroommomenten zijn voor de bachelorthesis. Als er duidelijke redenen zijn voor het hanteren van een enkel instroommoment in de master, is het ook te beargumenteren dat er slechts een instroommoment voor de bachelorthesis is. Onderstaand is per school aangegeven voor welke bacheloropleidingen er meerdere instroommomenten voor de bachelorthesis zullen gelden. Tilburg School of Economics and Management Momenteel kent TiSEM in principe slechts een instroommoment voor de bachelorthesis. Een tweede instroommoment zou bespreekbaar zijn, maar zou dan altijd pas in het eerste blok van het vierde bachelorjaar worden. Invoering hiervan wordt intern besproken. Tilburg Law School Momenteel is men bezig met een redesign van de bachelor, waarbij de thesis wordt geschreven in het zesde semester van de opleiding. De nieuwe regeling gaat per 1 september 2011 in voor eerstejaars en zal dan over drie jaar uitgerold worden. Dit redesign zorgt ervoor dat er slechts een instroommoment is voor de bachelorthesis (in semester zes). Voor de huidige studenten is dit nog niet aan de orde, zij hebben nog twee instroommomenten voor de bachelorthesis. TLS geeft echter aan dat dit onderdeel van het redesign van de bachelor in het licht van de harde knip te heroverwegen valt. Dit zal dan een beslissing van het MT moeten zijn. Tilburg School of Social and Behavioral Sciences TSB kent bij alle opleidingen meerdere instroommomenten voor de bachelor thesis. Tilburg School of Humanities TSH heeft voorwaarden geformuleerd voor de start van de bachelorthesis. Zodra een student aan deze voorwaarden voldoet, kan de student met bachelorthesis beginnen. Dat kan dus in principe ieder moment van het jaar zijn. Het verzoek van de studentenfractie om een tweede instroommoment voor de bachelorthesis is bij dezen dan ook positief beantwoord: studenten TSH kunnen ten alle tijde met de bachelorthesis beginnen mits zij aan de geldende voorwaarden voldoen.
4
Tilburg School of Catholic Theology. Van een bachelorthesis zoals bij de andere schools is bij TST geen sprake. Een tweetal cursussen waarin papers dienen te worden geschreven vormt gezamenlijk de bachelorthesis. Hiervoor gelden reguliere instroomcriteria. Het creëren van twee instroommomenten voor de bachelorthesis is bij TST dus niet aan de orde en hoeft niet formeel te worden vastgelegd. 2.3 Herkansingsmogelijkheden Het College van Bestuur werkt momenteel in samenwerking met de schools aan een bredere notitie over het beleid op TiU betreffende tentamen- en herkansingsmogelijkheden. De gevolgen van de invoering van de harde knip zullen in deze notitie worden meegenomen. Deze zal in een later stadium aan de Universiteitsraad worden aangeboden. 2.4 Overige. Aanpassen OERs De schools zijn verantwoordelijk voor het tijdig aanpassen van de bestaande OERs. Aanpassen wervingsmateriaal C&M zal in samenwerking met de schools het wervingsmateriaal en ander voorlichtingsmateriaal aanpassen aan de nieuwe situatie. Er is reeds een tweetalige webpagina ingericht met informatie over de harde knip (www.tilburguniversity.edu/hardeknip). Studentenadministratie In overleg met de studentenadministratie wordt gekeken of en waar er ten aanzien van de registratie aanpassingen nodig zijn. Examencommissies De examencommissies dienen te worden voorbereid op een potentiële toename van verzoeken vanuit studenten om uitgezonderd te worden van de harde knip. Let wel, dat deze uitzonderingen enkel gegeven kunnen worden onder de voorwaarden van de hardheidsclausule.
3.
Hardheidsclausule
Zoals door de werkgroep werd geconcludeerd zullen we een ruime hardheidsclausule formuleren. De hardheidsclausule zal dezelfde persoonlijke omstandigheden bevatten die ook worden gehanteerd voor het BSA en het profileringfonds, te weten: • ziekte; • een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiebeperking; • zwangerschap en bevalling; • bijzondere familieomstandigheden; • lidmaatschap of voorzitterschap van de Universiteitsraad, de Faculteitsraad, de opleidingscommissie of een andere bestuursfunctie met een bestuursbeurs. De bestuursbeurs dient minimaal vier maanden te bedragen; • een topsportstatus erkend door het College van Bestuur (alleen op voordracht van de studentendecaan). In overleg met de studentendecanen is besloten om dezelfde procedure te hanteren die voor bsa en profileringsfonds wordt gebruikt: bovengenoemde persoonlijke omstandigheden worden alleen in overweging genomen voor zover deze hebben geleid tot het niet voldoen aan de gestelde instroomeisen voor de masteropleiding (causaal verband). Bovendien moeten deze
5
bijzondere persoonlijke omstandigheden binnen twee maanden door de student zelf of namens hem aan de studentendecaan zijn gemeld. Studenten die persoonlijke omstandigheden aanvoeren dienen deze schriftelijk aan te tonen. Daarnaast geldt dat studenten moeten voldoen aan de voorwaarden van de huidige zachte knip. De examencommissie neemt een beslissing met inachtneming van het advies van de studentendecaan. Zij zal in overleg met de student tot een passende oplossing proberen te komen en neemt hierbij in acht dat het doel van de wet is om de mobiliteit van de student te bevorderen en te voorkomen dat in de masteropleiding studenten met en zonder bachelordiploma naast elkaar zitten. De hardheidsclausule voor de harde knip vormt onderdeel van het studentenstatuut en wordt opgenomen in de Onderwijs- en Examenreglementen van de schools. Als geconstateerd wordt dat een student gebruik kan maken van de hardheidsclausule op basis van een van bovenstaande gronden, zijn er verschillende manieren waarop de student alsnog toegang kan krijgen tot de masteropleiding. Een tweetal voorbeelden: 1. Door de student toe te laten tot de masteropleiding met een klein aantal niet behaalde vakken in de bachelor. De studentendecanen stellen voor om dit te beperken tot maximaal 12 ects, zoals momenteel voor de zachte knip geldt 2. Door de student een extra tentamenkans te geven, zodat deze de bachelor alsnog kan behalen.
4.
Ten slotte
Het College is voornemens te besluiten om ten behoeve van de harde knip een hardheidsclausule in te voeren zoals in deze notitie geformuleerd. De Universiteitsraad wordt gevraagd hiermee in te stemmen.
6