Uitwisseling centrumsteden over de aanpak van zwerfvuil Aanwezigen: Hilde Pootemans (Hasselt), Kurt Declene en Barry Gelen (Antwerpen), Annelies D'Hollander (Gent) en Bart Rooms (IVAGO), Peter Wouters en schepen Luc Debondt (Turnhout), Stefaan Uyttersprot (Aalst), Ronny Baert (Genk), Sophie De Meyer (Brugge), Nick Vermael (Oostende), Danny Dormaels en Luc Lecocq (Leuven), San Bogaerts (Mechelen), Ann Hufkens (Netheidsnetwerk indevuilbak)
De bijeenkomst is opgezet om over de aanpak van zwerfvuil uit te wisselen tussen steden en gemeenten van vergelijkbare grootte. In de uitwisseling komen de thema’s aan bod die de deelnemers vooraf instuurden. Het doel is om van elkaars aanpak te leren en nieuwe inzichten en ideeën op te doen voor de aanpak in de eigen stad.
Bij de centrumsteden werden de thema’s participatie, handhaving en infrastructuur besproken
1. Betrokkenheid burgers verhogen - participatie Actieve medewerking/participatie Overzicht van wat aanpak is en of hoe vrijwilligers hiervoor belonen: -
Hasselt: enkele goede zielen ruimen als vrijwilliger zwerfvuil. We zetten ze af en toe in bloemetjes en onderzoeken of ze ook beloond kunnen worden via de e-portemonnee (een beloningssysteem dat milieuvriendelijk en duurzaam gedrag beloont met punten op de identiteitskaart. De punten kunnen verzilverd worden voor o.a. een Hasselt-(aankoop)bon, een boek, enz. We grijpen ook kansen aan die mediabelangstelling opleveren ‘de meest milieuvriendelijke kleuter van Hasselt.’ De kleuter vond het rondslingerend zwerfvuil niet fijn en vroeg samen met haar grootmoeder aan de stad of er geen vuilnisbak kon geplaatst worden. Het werd haar vuilnisbak met kindertekening op.
-
Oostende zet Zoroos in (Zorg OOstendse Straten): het is ruimer dan alleen zwerfvuil, het kan ook gaan over het aanplanten en onderhouden van boomspiegels,... Dit aanbod heeft een wisselend succes. De vrijwilligers krijgen opruimmaterialen, zakken speciaal voor hen (ze kunnen de gevulde zak buitenzetten op de dag van de ophaling of bij de straatvuilnisbak). Ze krijgen ook jaarlijks een receptie of feestje en een vrijwilligersvergoeding. Het is belangrijk dat vrijwilligers gekend zijn bij de stad zodat er geen misverstanden ontstaan zoals met een niet gekende vrijwilliger aan de Visserskaai, die wat hij van straat opruimde in de straatvuilnisbak stak en hiervoor een GAS-boete kreeg (die opnieuw werd ingetrokken) maar wel voor negatieve berichtgeving zorgde.
-
Leuven heeft een drietal vrijwilligers. Voor deze vrijwilligers is er een verzekering afgesloten en ze moeten duidelijk afspreken wanneer ze waar opruimen, ze hebben ook een contract waarin de afspraken staan ondertekend. Ze verwittigen wanneer ze met vakantie zijn zodat de
reinigingsdienst dan het opruimen overneemt zodat de toestand nog in orde is tegen wanneer de vrijwilliger terug overneemt. Met enkele kandidaat-vrijwilligers waren er minder goede ervaringen omdat ze zich heel eisend gingen opstellen en allerlei verwachtingen hadden over de reinigingsdienst en hoe die haar werk zou moeten aanpakken. -
De andere aanwezigen die een dienst hebben die de vrijwilligers opvolgt zegt dat het eigen is aan werken met (sommige) vrijwilligers en dat er soms duidelijke grenzen moeten gesteld worden. De goede samenwerking met verschillende diensten wordt hier als belangrijk pluspunt ervaren. In steden waar wijkwerkingen zijn of buurtregisseurs of een dienst die de samenwerking met de vrijwilligers in het takenpakket heeft en de meerwaarde van vrijwilligersinzet onderschrijft, zorgt voor extra participatiekansen. De samenwerking komt niet zomaar uit de lucht vallen, iemand moet het initiatief nemen om alle betrokkenen rond tafel te krijgen en goede afspraken te maken zodat de lijn zowel binnen de stad als naar de vrijwilligers duidelijk is.
-
Mechelen: heeft 230 peters/meters die zwerfvuil opruimen. Deze mensen staan geregistreerd als vrijwilligers. Mechelen organiseert verschillende initiatieven onder de noemer ‘stad om te zoenen’. De slogan gaat al verschillende jaren mee en is goed bekend bij Mechelaars. Ook kinderen kunnen zwerfvuilpeter/meter zijn, voor hen is een speciaal pakket voorzien. Daarnaast is er ook de Schoonste bende (voor verenigingen en buurten die verschillende keren per jaar opruimen, ze krijgen hiervoor een financiële vergoeding), de schoonste straat, schoonste school. Bij de start van de actieperiode wordt in alle bussen een affiche gebust met op de achterkant alle info en uitleg over het nieuwe thema. Zo wordt jaarlijks een accent gelegd. Door besparingen is er gesnoeid in de gebiedsregisseurs, we moeten afwachten welk effect dit heeft op het bereiken van de wijken.
-
Turnhout: overwegen om ook een premiereglement in te voeren voor verenigingen die een aantal maal per jaar zwerfvuil opruimen.
-
Gent: werken met netheidscharters die met groepen worden afgesloten. De vrijwilligers ruimen zwerfvuil op in de eigen buurt en geven aan hoe vaak ze dit zullen doen. Ondersteuning wordt aangeboden, geen financiële vergoeding. Recent is ook een charter opgesteld met een doelgroep die minder vaak bereikt wordt, Turkse vrouwen. We ondervinden dat een sterkere begeleiding nodig is. We lossen dit op door wanneer zij opruimen ook eigen diensten in de omgeving in te zetten/laten opruimen.
-
Aalst: geen vrijwilligers rond zwerfvuil. Het sociaal huis de Loods zet tegen vergoeding mensen met een beperking in om op te ruimen. Ze doen ook goed werk op de straten aan de bedrijventerreinen.
-
Meldingspunten: heel wat vrijwilligers zijn ook actief op het gebied van melden van sluikstort. Zij doen dit volgens de reguliere kanalen (digitaal meldingsformulier ). Iedereen is het er over eens dat dit de meest aangewezen weg is.
-
Of vrijwilligers de vervuilers wel of beter niet aanspreken lopen de meningen uiteen: vanuit het oogpunt van informele sociale controle is dit gewenst maar het kan alleen als de vrijwilliger dit zelf wenst te doen. Volgens anderen kan het risico’s inhouden zeker als de opruimer een bejaarde is tegen een groepje van jongeren. In Antwerpen hebben ze een laagdrempelige trainingssessie die ze de vrijwilligers enkele keren per jaar aanbieden. Vooral bedoeld voor vrijwilligers die overwegen vervuilers aan te spreken. De training biedt houvast om dit op een correcte manier te doen. Ook Gent vindt het belangrijk dat vrijwilligers aangemoedigd worden om er wat van te zeggen.
-
In de meeste steden zijn de vrijwilligers gepensioneerd en kijkt men een beetje bezorgd naar de toekomst omdat er weinig instroom is van jongere mensen. Opgemerkt wordt dat vrijwilligerswerk niet makkelijk te combineren is met een jong gezin. Jongeren zijn misschien ook niet zo snel geneigd om naar een ontvangst op het stadhuis te komen (als alleen gebaseerd wordt op dergelijke ontmoetingen met de vrijwilligers ontstaat misschien een vertekend beeld?)
Betrokkenheid van burgers verhogen - Inzetten communicatiemiddelen:
-
o
Initiatief van preventiedienst- Brugge (nu gericht op onkruidbestrijding maar er zal/kan analoog gewerkt worden naar zwerfvuil). De preventiedienst gaat de straten langs en bust een flyer op de adressen waar er onkruid op het trottoir staat. Op de flyer wordt namens het stadsbestuur gevraagd om het trottoir onkruidvrij te maken. De meeste inwoners geven gehoor aan deze oproep. Als de preventiedienst opnieuw ter controle langsgaat dan bezorgen ze een bedankkaart. Is er niets gebeurd dan bellen ze aan en spreken ze de bewoners aan op hun verplichtingen. Deze strategie werkt. Als er geen respons komt kan de stad overgaan tot het ambtshalve schoonmaken en de kosten hiervoor verhalen op de bewoner.
o
Antwerpen liet onlangs een onderzoek uitvoeren en hieruit kwam naar voor dat om burgers aan te spreken op hun verantwoordelijkheid een flyer of folder veel minder indruk maakt dan een brief met hoofding van de stad. Zulke brieven krijgen de nodige aandacht. Ook als de burger de taal niet machtig is zal de ontvanger van dergelijke brief de hulp inroepen om zich te laten uitleggen waarover het gaat. Ook een boodschap van de cursusdag rond gedragsbeïnvloeding wordt meegenomen in de communicatie: laat de negatieve norm niet zien in de communicatie dus beter geen opgestapelde hoeveelheid zwerfvuil want dit werkt helemaal niet. Opmerking het verslag en de presentatie over gedragsbeïnvloeding en zwerfvuil - 12/05/2014 is te raadplegen.
o
Brugge heeft een tijd gewerkt met een campagne waar telkens op een bepaalde plaats bv een speeltuin een bord met affiche werd geplaatst om geen zwerfvuil te veroorzaken. De affiche toont kinderen die spelen ten midden bergen zwerfvuil. Ondertussen is ook daar de boodschap gewijzigd en op de nieuwe affiches zie je bv de Kerstman die het positieve beeld geeft. (Hij steekt een leeg drankflesje in de vuilnisbak). Brugge werkt dikwijls met borden die op hotspots worden gezet soms in combinatie met een tijdelijke vuilnisbak (om te evalueren of met de plaatsing van een vuilnisbak de situatie verbetert. Dan kan een vaste vuilnisbak geplaatst worden.)
Sensibiliseringsproject van het Gentse ecowerkhuis (werkt rond ongediertebestrijding maar ook rond afval, zwerfvuil) Ze hebben 2 projecten opgezet: aan het Kokerpark - Brugsepoort: gedurende 3 maanden werd geen zwerfvuil opgeruimd (sluikstort en gevaarlijk afval werden wel verwijderd). Er werden ‘leefregels’ opgesteld om een betere samenwerking te bereiken. Mensen werden aangesproken: ze werden gevraagd wat ze van het park vonden en het zwerfvuil dat er soms ligt. Of ze bereid zijn om er zelf iets aan te doen. Op de bevragingen werd meestal positief gereageerd. Vervolgens werd het park eerst helemaal proper gemaakt en daarna 3 maanden geen zwerfvuil opgeruimd. Na die periode werd de opruimfrequentie terug gebracht naar 1 maal per maand (terwijl er vroeger 2X per week werd opgeruimd). Na een jaar moest vastgesteld worden dat het effect van het aanspreken en het vragen om medeverantwoordelijkheid was uitgewerkt. Dan lag het park er terug bij als voor de projectperiode. De medewerkers zijn tevreden over het effect van de actie al is duidelijk dat het activeren van de bewoners herhaald moet worden.
In het parkje aan Dampoort in de Wasstraat werd een soortgelijke actie opgezet maar was de respons veel minder goed. Het is vooral een wijk met veel mensen van Turkse en Bulgaarse origine en er komen ook veel schoolkinderen. Daar lukte het niet om de houding te veranderen en het zwerfvuil te verminderen. -
Hierna ontstaat een gesprek over de aanpak van mensen die de norm rond afval en zwerfvuil nooit aangeleerd hebben gekregen. Er is ook nog veel onwetendheid over en daarom moet voldoende gesensibiliseerd worden. Een aantal deelnemers vindt het contraproductief om telkens sluikstorten snel te verwijderen en suggereren dat het misschien een goede confrontatie zou zijn om alles een tijd te laten liggen. ‘Onrechtstreeks wordt nu de boodschap gegeven dat de stad toch opruimt’. Anderen volgen de stelling ‘beter een tijd laten liggen niet’. Ook uit onderzoek blijkt dat alles laten liggen niet helpt en enkel maar meer vervuiling aantrekt. Sommige mensen zijn heel moeilijk te bereiken en enige manier zijn dan brieven met hoofding van de stad (zie hoger). Ook de perceptie van wat er ‘vuil’ bij liggen is wil wel eens verschillen. Om daar objectief in te kunnen oordelen helpen metingen met netheidsbarometer of straatbeeldmonitor.
2. Handhaving – boetes Slecht gesorteerde pmd-zakken aan appartementsgebouwen zorgen voor problemen. Aangedragen oplossingen: -
-
Aanbellen en mensen aanspreken werkt maar is arbeidsintensief. Syndicus van het gebouw ter verantwoording roepen. Bij studenten: de kotbazen ter verantwoording roepen Team beter sorteren met beëdigde GAS-ambtenaren controleert wijk per wijk op alle fracties en juist aanbieden er van. In eerste instantie sensibiliseren (mensen moeten pmd-zak terug binnen nemen en juist sorteren. Gas-boete als er geen opvolging aan gegeven wordt. Aanschrijven met de sorteerwijzer. Oostende stelde een heel duidelijke meertalige sorteergids op met foto’s. Jongeren aanspreken via sociale media. In Gent via studentenambtenaar en kotbazen. Gent-IVAGO: Een pragmatische aanpak lost dikwijls problemen op. Zo was er een probleem met pmd- en ook restvuilniszakken die in de uitgaansbuurten van de studenten regelmatig open gestampt werden en zo voor overlast zorgden. In die wijken werd de ophaalrondes naar later op de dag verschoven, mensen mogen de zakken niet meer de avond voordien buiten zetten. Deze aanpak heeft goed resultaat.
Stapsgewijze aanpak -
Gent-IVAGO: acties aan Gras- en Korenlei die bij zomerweer veel volk trekken met als resultaat veel zwerfvuil: eerst gestart met ludieke actie, (zie persbericht en filmpje ) daarna ook gemeenschapswachten (met bevoegdheid van vaststellers) en ook politie zowel in uniform als in burger.
-
Zwerfvuil veroorzaken blijft heel moeilijk om te beboeten, uiterst zelden kan op heterdaad betrapt worden. GAS-boetes worden vooral uitgeschreven voor sluikstorten. De aanwezigheid van politie, mensen met de bevoegdheid om GAS-boetes uit te schrijven is belangrijk. In Oostende is er een wijknetheidsplan ism de politie die o.a. patrouilleert aan de hotspots voor scholieren. Verschillende aangehaalde voorbeelden tonen aan dat aanspreken van overlastveroorzakers (tijdelijk) helpt bv: iemand van de reinigingsdienst die personen aanspreekt die telkens bierblikjes op de grond gooien; Jeugdpreventiewerkers die jongeren aanspreken
3. Infrastructuur – aanpak van peuken Peuken -
Leuven: werken met ingebouwd asbakje in de vuilnisbak. In de stationsomgeving wordt een straatveger ingezet.
-
Voor peuken op te zuigen zijn straatstofzuigers (Glutton) goed inzetbaar. Aandachtspunt kan zijn om ergens centraal in de stad een ruimte te voorzien waar de zuiger kan geplaatst worden en waar ook de filters uitgespoten kunnen worden (veel tijdsbesparing als er telkens op een centraal punt vertrokken wordt).
-
Ervaring met peukentegels heeft niemand van de aanwezigen. In Nederland zijn steden er wel enthousiast over.
-
Brugge heeft met een actie ‘Dit café is ok’ (ruimer dan alleen zwerfvuil, een label voor cafés met een positief uitgaansklimaat) peukenpalen voor een 30-tal cafés in het centrum mee bekostigd.
-
Gent heeft een voorstel gedaan voor een groepsaankoop maar horeca was niet geïnteresseerd. Horecazaken werken liever met asbakken met zand.
-
Meeneembare asbakjes: verschillende steden hebben die al massaal verspreid maar nadien zie je ze niet meer in het straatbeeld. Worden waarschijnlijk maar kort gebruikt. Blijkt ook uit een Nederlands observatieonderzoek: op stranden werden massaal zakasbakjes uitgedeeld maar bij de observaties over het gebruik van deze zakjes werd nooit iemand opgemerkt die een peuk in het zakje deed (onderzoek dat ook gaat over gebruik van een voor het strand aangepaste peukentegel)
-
Peuken in gazons in parken: IVAGO heeft test gedaan met elektrische billy goats maar er toch geen aangekocht.
Extra materialen ter beschikking stellen aan publiek om omgeving net te houden: -
In Antwerpen zijn plastic picknicktafelkleedjes tijdens de zomer uitgetest. Bedoeling is dat parkbezoekers een kleedje kunnen meenemen en bij het verlaten van het park alle afval hierin knopen en weggooien in de vuilnisbak. Getest werd in Park Spoor Noord (waar een groot probleem is met zwerfvuil, ook veel gebarbecued wordt). Negatief geëvalueerd: had geen
effect. De kleedjes bleven massaal liggen, werden niet gebruikt zoals bedoeld en kosten ook € 0,6/stuk. Misschien wordt er nog eens getest in een ander park. -
Oostende: heeft zakjesdispensers voor hondenpoep staan maar ervaart dat die zeer snel leeg geraken en dat de zakjes voor andere doeleinden gebruikt worden.
Vuilnisbakjes: -
Aan schoolpoorten werken met peter/meterschap van de leerlingen van de vuilnisbakken.
-
Tendens is om naar minder vuilnisbakken te evolueren. Criteria hanteren over waar wel en waar geen vuilnisbak plaatsen.