REGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN CANADA EN BELGIE INZAKE WEDERZIJDSE ADMINISTRATIEVE BIJSTAND MET BETREKKING TOT BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN
In overeenstemming met artikel 26 van de Canadees-Belgische Belastingovereenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend op 23 mei 2002, zoals gewijzigd (hierna “de Overeenkomst” genoemd), en rekening houdend met de wens van beide belastingadministraties om de wederzijdse administratieve bijstand te verhogen, zijn de bevoegde autoriteiten van Canada en België het volgende overeengekomen : Doel van de Memorandum of Understanding (MOU) 1.
Krachtens artikel 26 van de Overeenkomst en de nationale wetgeving van de twee overeenkomstsluitende Staten, verlenen de Canadese en Belgische bevoegde autoriteiten elkaar administratieve bijstand in fiscale aangelegenheden. Die administratieve bijstand zal bestaan uit uitwisseling van inlichtingen, gelijktijdige belastingcontroles en deelname aan belastingcontroles in het buitenland.
2.
Dit akkoord is enkel van toepassing tussen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten en verleent geen rechten aan belastingplichtigen of andere derde partijen.
Belastingen waarop het akkoord van toepassing is 3.
Deze Regeling is van toepassing op de belastingen zoals bepaald in artikel 26 van de Overeenkomst.
Begripsbepalingen 4.
Voor de toepassing van deze Regeling, tenzij het zinsverband anders vereist, hebben de in de Regeling gebruikte uitdrukkingen de betekenis die eraan wordt toegekend in de Overeenkomst.
Algemeen 5.
De bevoegde autoriteiten van elke overeenkomstsluitende Staat wisselen inlichtingen uit overeenkomstig artikel 26 van de Overeenkomst. Wat de vertrouwelijkheid en de grenzen van de uitwisseling van inlichtingen betreft, zijn de bepalingen van de Overeenkomst van toepassing in het kader van deze Regeling.
Automatische uitwisseling van inlichtingen 6.
Rekening houdend met de beschikbare inlichtingen wisselen de bevoegde autoriteiten, zonder daartoe voorafgaand verzocht te zijn en op regelmatige basis, inlichtingen uit die in het bijzonder betrekking hebben op : a. Onroerende goederen zoals bedoeld in artikel 6 van de Overeenkomst en de inkomsten uit zulke goederen; b. Ondernemingswinst zoals bedoeld in artikel 7 van de Overeenkomst; c. Dividenden zoals bedoeld in artikel 10 van de Overeenkomst; d. Interest zoals bedoeld in artikel 11 van de Overeenkomst; e. Royalty’s zoals bedoeld in artikel 12 van de Overeenkomst; f. Vermogenswinst zoals bedoeld in artikel 13 van de Overeenkomst; g. Zelfstandige beroepen zoals bedoeld in artikel 14 van de Overeenkomst;
1
h. i. j. k.
l.
Lonen, salarissen en andere soortgelijke beloningen, zoals bedoeld, naar het geval, in de artikelen 15 en 19 van de Overeenkomst; Tantièmes, presentiegelden en andere soortgelijke beloningen zoals bedoeld in artikel 16 van de Overeenkomst; Inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars zoals bedoeld in artikel 17 van de Overeenkomst; Pensioenen, andere soortgelijke beloningen, lijfrenten, onderhoudsuitkeringen, kapitaal, afkoopwaarden en “vervangingsinkomsten” (i.e. vergoedingen, verscheidene renten of uitkeringen ter compensatie van een verlies aan beroepsinkomsten te wijten aan werkloosheid, ziekte, een ongeval of een andere gelijkaardige omstandigheid) zoals bedoeld, naar het geval, in de artikelen 18, 19 of 21 van de Overeenkomst; en Erelonen, commissies, makelaarslonen, restorno’s, gages en andere beloningen betaald aan natuurlijke personen of aan rechtspersonen.
7.
De inlichtingen bedoeld in paragraaf 6 hierboven worden, indien mogelijk, verstrekt in het door de OESO ontwikkelde Standard Magnetic Format of in elk ander model dat wordt aanbevolen door de OESO-Raad. Deze inlichtingen bevatten, voor zover dat mogelijk is, de Fiscale Identificatienummers (FIN) van belastingplichtigen/niet-inwoners, die zijn toegekend door de staat waarin zij verblijven.
8.
Inlichtingen met betrekking tot een kalenderjaar of een bepaald tijdvak worden zo spoedig mogelijk na het einde van het desbetreffende jaar of tijdvak verzonden.
Spontane uitwisseling van inlichtingen 9.
Elke bevoegde autoriteit kan, zonder daartoe vooraf te zijn verzocht, inlichtingen versturen waarvan wordt aangenomen dat ze voor de andere bevoegde autoriteit van belang zijn voor de door artikel 26 van de Overeenkomst beoogde doeleinden.
Uitwisseling van inlichtingen op verzoek 10.
De bevoegde autoriteiten verbinden zich ertoe hun macht en autoriteit in de grootst mogelijke mate aan te wenden bij het uitvoeren van artikel 26 van de Overeenkomst. Teneinde deze verbintenis uit te voeren met betrekking tot vragen om inlichtingen, zullen de bevoegde autoriteiten de volgende richtlijnen volgen : a. De gebruikelijke bronnen voor inlichtingen waarin het interne recht voorziet, moeten worden uitgeput vooraleer om bijstand kan worden verzocht. b. Een verzoek moet op het eerste gezicht voldoen aan de vereisten van artikel 26 van de Overeenkomst. c. Een verzoek om bijstand overeenkomstig deze paragraaf omvat, voor zover dat mogelijk is: (i) De identiteit van de persoon op wie de controle of het onderzoek betrekking heeft; (ii) Een beschrijving van de gezochte inlichtingen, met inbegrip van de aard ervan en van de vorm waarin de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat de inlichtingen wenst te verkrijgen; (iii) Het fiscale doel waarvoor de inlichtingen gevraagd worden; (iv) De redenen om aan te nemen dat de gevraagde inlichtingen in de aangezochte Staat worden bijgehouden of dat zij in het bezit zijn of onder het toezicht staan van een persoon die onder de rechtsbevoegdheid van de aangezochte Staat valt; (v) De naam en het adres van elke persoon van wie verondersteld wordt dat hij in het bezit is van de gevraagde gegevens; (vi) De belasting en de desbetreffende belastingtijdvakken; en (vii) Indien het verzoek dringendheid vereist moet er een reden voor de urgentie worden opgegeven (bvb. verjaring).
2
11.
De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat bevestigt ontvangst van het verzoek binnen de 30 dagen na ontvangst ervan en brengt de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat zo spoedig mogelijk op de hoogte van elke tekortkoming die het verzoek om inlichtingen vertoont. De ontvangstmelding en de opvolging van het verzoek mogen via e-mail gebeuren. Een verzoek wordt zo snel mogelijk behandeld. De bevoegde autoriteit tracht de informatie te vertrekken binnen een tijdspanne van : a. 2 maanden vanaf de ontvangst van het verzoek wanneer de aangezochte bevoegde autoriteit die informatie reeds in haar bezit heeft; b. 6 maanden vanaf de ontvangst van het verzoek wanneer een onderzoek naar de belastingplichtige of naar een derde partij nodig is; c. in bijzondere gevallen, elke andere termijn waarover de bevoegde autoriteiten overeenstemming hebben bereikt Indien de aangezochte bevoegde autoriteit niet aan het verzoek kan voldoen, brengt zij de verzoekende bevoegde autoriteit zo spoedig mogelijk op de hoogte van de redenen waarom zij de gevraagde informatie niet kan verstrekken.
Gelijktijdige belastingcontroles 12.
Om de uitwisseling van inlichtingen efficiënter te maken en om gevallen van niet-naleving van de belastingwetten doeltreffender aan te pakken, hebben de bevoegde autoriteiten procedures uitgewerkt voor het uitvoeren van gelijktijdige belastingcontroles bij geselecteerde personen, of groepen van personen, die in beide Staten werkzaamheden uitoefenen. De procedures zijn uiteengezet in bijlage A.
13.
Voor de toepassing van deze Regeling wordt een gelijktijdige belastingcontrole omschre-
ven als een akkoord tussen de bevoegde autoriteiten van beide Staten om gelijktijdig, elk op zijn grondgebied, een controle uit te voeren naar de belastingtoestand van één of meer personen die een gemeenschappelijk of aanvullend belang vertegenwoordigen, met als doel al de aldus verkregen relevante inlichtingen uit te wisselen. 14.
Elke uitwisseling van inlichtingen die uit dergelijke gelijktijdige controle, werden verkregen, vindt plaats door bemiddeling van de bevoegde autoriteiten, ongeacht of het om een specifieke of om een spontane uitwisseling van inlichtingen gaat.
15.
De door de bevoegde autoriteiten overeengekomen procedures voor de selectie van de dossiers en voor de controles, zijn omschreven in Bijlage A.
Belastingcontroles in het buitenland 16.
Op verzoek van de verzoekende bevoegde autoriteit kan de aangezochte bevoegde autoriteit toestaan dat vertegenwoordigers van de verzoekende bevoegde autoriteit aanwezig zijn bij het toepasselijke deel van een belastingcontrole in de aangezochte Staat, voor zover zulks overeenkomstig de wet van de aangezochte Staat toegestaan is.
17.
Indien het verzoek wordt ingewilligd, stelt de aangezochte bevoegde autoriteit de verzoekende bevoegde autoriteit zo spoedig mogelijk in kennis van het tijdstip en de plaats van de controle, van de autoriteit of de ambtenaar die aangewezen is om de controle uit te voeren en van de procedures en voorwaarden die in de aangezochte Staat vereist zijn voor het uitvoeren van de controle. Alle beslissingen inzake het uitvoeren van de belastingcontrole worden genomen door de aangezochte Staat. Richtlijnen voor belastingcontroles in het buitenland zijn uiteengezet in Bijlage B.
3
Kosten
18.
De gewone kosten die bij het verlenen van bijstand worden gemaakt, worden door de aangezochte bevoegde autoriteit gedragen, tenzij door de bevoegde autoriteiten anders werd overeenkomen. Alle buitengewone kosten die worden gemaakt worden door de verzoekende bevoegde autoriteit gedragen.
19.
Er worden geen buitengewone kosten gemaakt zonder de voorafgaande toestemming van de verzoekende bevoegde autoriteit
Overleg 20.
De bevoegde autoriteiten plegen onderling overleg telkens wanneer zulks nodig is om het uitvoeren van deze Regeling te vergemakkelijken.
Wederkerigheid
21.
De bevoegde autoriteiten komen overeen dat de wederkerigheid een fundamenteel aspect is van de wederzijdse bijstand. Zij verbinden zich ertoe om een sfeer van samenwerking in stand te houden bij het uitwisselen van de inlichtingen conform de bepalingen van artikel 26 van de Overeenkomst.
Verbetering van onjuiste informatie 22.
Wanneer blijkt dat de gegevens die door een Staat verstrekt werden onjuist of onvolledig zijn, nemen de bevoegde autoriteiten van die Staat zo snel mogelijk contact op met de bevoegde autoriteiten van de andere Staat om die zaak te bespreken.
Feedback
23.
De Staat die de inlichtingen heeft ontvangen geeft feedback : telkens dit dienstig lijkt voor de Staat die de inlichtingen heeft verstrekt; en telkens de inlichtingen nuttig waren voor de Staat die de inlichtingen heeft ontvangen.
Talen 24.
Verzoeken om inlichtingen, antwoorden daarop, alsmede de begeleidende brieven bij de spontaan uitgewisselde inlichtingen worden opgesteld in het Frans of in het Engels.
Versleuteling 25.
Wanneer zulks mogelijk is mogen de door deze Regeling beoogde inlichtingen middels een versleuteld e-mailbericht worden verzonden.
Bevoegde autoriteiten
26.
Voor de toepassing van deze Regeling worden de bevoegde autoriteiten omschreven in artikel 3,§ 1, f) van de Overeenkomst. Die bevoegde autoriteiten lichten elkaar in over de diensten aan wie de inlichtingen moeten worden verzonden.
Toepassing en wijzigingen 27.
Deze Regeling zal van toepassing zijn op de laatste van de twee datums van ondertekening
28.
Deze Regeling mag ten allen tijde gewijzigd worden bij wijze van akkoord tussen de bevoegde autoriteiten.
4
29.
Deze Regeling is voor een onbeperkte duur van kracht. Ze kan worden beëindigd door schriftelijke kennisgeving door een van beide bevoegde autoriteiten.
GEDAAN in tweevoud in de Franse en Engelse taal.
Voor de bevoegde autoriteit voor Canada
Voor de bevoegde autoriteit voor België
_______________ _________________ (Datum)
_______________ _________________ (Datum)
Patricia Spice Directrice Competent Authority Services Division Canada Revenue Agency
Jean-Marc Delporte Adjunct-administrateur-generaal van de belastingen Administratie van fiscale zaken Beleidsexpertise en Ondersteuning Federale Overheidsdienst Financiën
5
Bijlage A GELIJKTIJDIGE BELASTINGCONTROLES
1.
Selectiecriteria van de dossiers Dossiers die geselecteerd worden voor een gelijktijdige belastingcontrole betreffen over het algemeen één of meer belastingplichtigen die in beide Staten activiteiten uitoefenen, hetzij met behulp van filialen hetzij met behulp van vaste inrichtingen. De factoren waarmee rekening moet worden gehouden bij de selectie van een gelijktijdige belastingcontrole omvatten meer bepaald : a. het belang van de verrichtingen op wereldschaal; b. de reikwijdte van de verrichtingen binnen de groep; c. het bestaan van aanwijzingen van belastingontduiking of -ontwijking; d. het bestaan van aanwijzingen van een wezenlijke niet-naleving van de belastingwetten in één of in beide Staten; e. het bestaan van verrichtingen waarbij belastingparadijzen betrokken zijn; f. situaties waarin de bevoegde autoriteiten oordelen dat een dergelijke controle in het belang zou kunnen zijn van beide belastingadministraties teneinde het naleven van de fiscale verplichtingen op internationaal vlak te bevorderen; g. het bestaan van aanwijzingen van manipulatie van de verrekenprijzen of van andere vormen van internationale belastingplanning. h. het bestaan van aanwijzingen dat de economische resultaten van een belastingplichtige of van verwante belastingplichtigen over een bepaalde periode aanzienlijk anders zijn dan kon worden verwacht, bijvoorbeeld gevallen waarin : de economische resultaten geen weerspiegeling bieden van de gepaste winst wanneer men ze vergelijkt met de verkopen, de totale activa, enz; de belastingplichtige voortdurend verliezen aangeeft, meer bepaald verliezen op lange termijn; en gevallen waarin de belastingplichtige, ongeacht de winstgevendheid, weinig of geen belasting heeft betaald in de loop van de beschouwde periode
2.
Selectie van de dossiers en controleprocedure De screeningprocedures zijn de volgende : a.
de bevoegde autoriteit van elke Staat identificeert op onafhankelijke wijze de belastingplichtigen die zij wil voorstellen voor een gelijktijdige controle.
b.
elke bevoegde autoriteit informeert de andere over haar keuze van mogelijke dossiers, die geselecteerd werden volgens de hierboven beschreven selectiecriteria. Een voorstel voor het uitvoeren van een gelijktijdige belastingcontrole wordt schriftelijk gedaan door de bevoegde autoriteit van een overeenkomstsluitende Staat. Dat voorstel vermeldt de namen van de belastingplichtigen, hun adres, hun fiscaal identificatienummer (indien mogelijk), het te onderzoeken tijdperk en de reden waarom het dossier geselecteerd werd. Een voorstel kan vergezeld gaan van kopieën van alle relevante documenten.
c.
Elke bevoegde autoriteit beslist of zij wenst deel te nemen aan een welbepaalde gelijktijdige controle.
6
3.
d.
De bevoegde autoriteit die een voorstel voor een gelijktijdige belastingcontrole ontvangt, moet binnen de vier maanden aan de bevoegde autoriteit van de andere Staat schriftelijk bevestigen of ze aanvaardt dan wel weigert om een welbepaalde belastingcontrole uit te voeren. Indien het voorstel aanvaard wordt, duidt de aangezochte bevoegde autoriteit een vertegenwoordiger aan die zij heeft aangesteld en die de functionele verantwoordelijkheid zal hebben voor het leiden en coördineren van de controle. Nadat ze de bevestiging ontvangen heeft duidt de bevoegde autoriteit die de controle heeft voorgesteld eveneens schriftelijk een door haar aangestelde vertegenwoordiger aan. Dan kunnen de bevoegde autoriteiten elkaar om inlichtingen verzoeken of elkaar spontaan inlichtingen bezorgen conform de bepalingen van artikel 26 van de Overeenkomst.
e.
De door de bevoegde autoriteiten aangestelde vertegenwoordigers staan in voor de praktische aspecten van de gelijktijdige controle (datum van aanvang, kalender, toepassingsregels, te onderzoeken periodes),
f.
De bevoegde autoriteit van elke Staat mag met een aan de bevoegde autoriteit van de andere Staat gerichte verklaring, laten weten, dat zij krachtens haar interne wetgeving verplicht is om de belastingplichtige op de hoogte te brengen alvorens inlichtingen aan de verzoekende Staat te verstrekken
Personeel De controles worden afzonderlijk verricht binnen het kader van de nationale wetten en praktijken, door personeelsleden van de belastingadministratie van beide Staten en op zodanige wijze dat de bepalingen inzake uitwisseling van inlichtingen worden toegepast. De controles worden verricht zonder personeel uit te wisselen. De bevoegde autoriteiten mogen vertegenwoordigers aanstellen die gemachtigd zijn om op te treden als afgevaardigde van de bevoegde autoriteit van hun land. Deze machtiging biedt deze vertegenwoordigers de mogelijkheid om rechtstreeks met elkaar te communiceren en dit zowel per telefoon, fax of elektronische post als door rechtstreeks overleg met elkaar. Alle verstrekte inlichtingen moeten worden bevestigd door middel van briefwisseling via de bevoegde autoriteiten zelf.
4.
Financiële bepalingen Gelijktijdige belastingcontroles worden uitgevoerd als behorend tot de regelmatige werkzaamheden van de belastingcontroles van de overeenkomstsluitende Staten. Elk van de overeenkomstsluitende Staten neemt de kosten voor de op zijn grondgebied verrichte controles ten laste.
5.
Planning van de gelijktijdige belastingcontrole Vooraleer met de belastingcontrole te beginnen, overwegen de belastingambtenaren die met het dossier belast zijn, in samenspraak met hun collega's van de andere Staat, de controleplannen van iedere Staat, alsmede de mogelijk uit te werken punten en de streefdata. Het kan aangewezen zijn om coördinatievergaderingen te houden met het oog op de planning en nauwgezette opvolging van de gelijktijdige belastingcontrole. Een uitwisseling van officiële plannen van belastingcontroles tussen de beide Staten wordt in geen geval toegestaan.
7
6.
Het uitvoeren van de gelijktijdige belastingcontrole Een gelijktijdige belastingcontrole vereist de nauwe samenwerking van belastingambtenaren uit elke Staat, die gelijktijdig maar onafhankelijk van elkaar, de toestand van één of meer belastingplichtigen binnen de jurisdictie van die Staat controleren. Zij proberen in de mate van het mogelijke hun werkschema op elkaar af te stemmen.
7.
Onderbreking van de gelijktijdige belastingcontrole Wanneer één van beide bevoegde autoriteiten op enig tijdstip besluit dat een gelijktijdige belastingcontrole niet verder van nut is, kan zij zich daaruit terugtrekken door de andere bevoegde autoriteit daarvan schriftelijk in te lichten.
8.
Einde van de gelijktijdige belastingcontrole Een gelijktijdige belastingcontrole wordt afgesloten na coördinatie en overleg tussen de bevoegde autoriteiten van beide Staten. Problemen met betrekking tot dubbele belasting die tijdens de controle aan het licht zijn gekomen, vallen, in voorkomend geval, onder artikel 25 van de Overeenkomst.
8
Bijlage B RICHTLIJNEN VOOR DE BELASTINGCONTROLES IN HET BUITENLAND 1.
2.
Algemeen a.
Enkel in bijzondere gevallen moet er een verzoek worden ingediend om de aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene Staat op het grondgebied van de andere Staat toe te staan tijdens een controle. Daartoe behoren : i. gevallen waarin er aanwijzingen zijn van aanzienlijke grensoverschrijdende onregelmatigheden of fraude in één van beide of in beide Staten; ii complexe gevallen die de aanwezigheid van de belastingambtenaren wenselijk maken; iii. gevallen waarin termijnoverschrijding dreigt en waarin de aanwezigheid van de belastingambtenaren de controle kan bespoedigen; en iv. gevallen waarin de boeken en documenten van een belastingplichtige die inwoner is van een Staat worden bijgehouden in de andere Staat en waarin de belastingplichtige gevraagd heeft dat de controle zou in de aangezochte Staat zou verricht worden omdat het voor hem moeilijk en kostbaar zou zijn om de documenten en het personeel die voor de controle vereist zijn naar de verzoekende Staat te sturen.
b.
De bevoegde autoriteiten kunnen overeenkomen om de aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene Staat op het grondgebied van de andere Staat toe te staan in andere gevallen dan die welke hierboven beschreven zijn.
Voorwaarden voor het indienen van een verzoek a.
Het verzoek tot aanwezigheid van belastingambtenaren op het grondgebied van de andere Staat wordt schriftelijk ingediend door de verzoekende bevoegde autoriteit en maakt deel uit van een verzoek om een welbepaalde controle. Een verzoek legt uit waarom de aanwezigheid van belastingambtenaren noodzakelijk is en vermeldt de stappen die de verzoekende Staat heeft genomen om de gewenste informatie te verkrijgen.
b.
De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat neemt zo spoedig mogelijk, en uiterlijk binnen twee maanden na de ontvangst van het verzoek, een beslissing aangaande het verzoek.
c.
De aangezochte Staat mag het verzoek enkel afwijzen na overleg met de verzoekende Staat en moet de redenen voor die beslissing opgeven.
d.
Indien het verzoek wordt ingewilligd, stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat zo spoedig mogelijk in kennis van de datum en de plaats van de controle, alsmede van de identiteit van de autoriteit of van de belastingambtenaar die is aangewezen om de controle te verrichten.
e.
Op grond van wederkerigheid laat elke Staat in soortgelijke gevallen de aanwezigheid van belastingambtenaren van de andere Staat op zijn grondgebied toe.
f.
Wanneer een belastingplichtige gevraagd heeft om de controle van de boeken en documenten in de aangezochte Staat te verrichten, moet een afschrift van het verzoek van de belastingplichtige bij dat van de verzoekende Staat worden gevoegd. In dergelijk geval zijn de ambtenaren van de verzoekende Staat gasten van de verzoekende belastingplichtige en hebben ze als dusdanig geen bijzondere hoedanigheid tijdens hun bezoek, dat volledig afhangt van de goede wil van de belastingplichtige.
9
3.
4.
Het uitvoeren van de controle en het verstrekken van inlichtingen a.
De controle wordt verricht door belastingambtenaren van de aangezochte Staat. De bezoekende ambtenaren mogen enkel aanwezig zijn bij die onderdelen van de controle in de aangezochte Staat die van belang zijn voor de controle in de verzoekende Staat. De bezoekende ambtenaren respecteren daarbij de wetgeving van de aangezochte Staat.
b.
Aan de bezoekende ambtenaren wordt op verzoek inzage verstrekt van boeken, documenten, gegevens en andere informatiedragers die van belang kunnen zijn voor de controle in de verzoekende Staat. Op verzoek en conform de wetgeving van de Staat die de inlichtingen verstrekt, mag de aangezochte bevoegde autoriteit aan de verzoekende bevoegde autoriteit kopieën bezorgen van de documenten die door de bezoekende belastingambtenaren werden aangeduid.
c.
De verzoekende Staat mag de informatie die zijn belastingambtenaren tijdens de controle hebben verkregen niet gebruiken vooraleer die informatie door de aangezochte Staat is medegedeeld. De belastingambtenaren van de verzoekende Staat mogen geen gebruik maken van informatie die een in de dossiers geïdentificeerde andere inwoner van de aangezochte Staat bij de zaak kan betrekken.
Identificatie a.
Belastingambtenaren die aanwezig moeten zijn op het grondgebied van de aangezochte Staat worden daartoe uitdrukkelijk aangewezen en moeten voorzien zijn van een officiële machtiging waaruit blijkt dat zij optreden namens de verzoekende Staat.
b.
De belastingambtenaren moeten in alle gevallen hun hoedanigheid van staatsambtenaar kunnen aantonen door middel van een bewijs van aanstelling of een ander identiteitsbewijs dat hun is uitgereikt door de dienst waarbij ze tewerkgesteld zijn.
10