Uitvoeringsprogramma Zorgeconomie 2014-2020 Innoveren en verbinden met zorg
Versie 7 mei 2014 (eerste aanzet extern)
Provincie Fryslân Afdeling Kultuer & Mienskip Afdeling Kennis & Ekonomy
1
Inhoudsopgave Voorwoord Schokker (tekening werkconferentie) 1.
Aanleiding
2.
Provinciaal beleidskader Zorgeconomie 1.1. Rijksbeleid 1.2. Noordelijk beleid 1.3. Provinciale kaders 1.4 Noordelijke en internationale samenwerking
3.
Van beleidskader naar uitvoering 3.1 Inleiding 3.2 Visie en ambities 3.3 Programmalijn 1: Projectontwikkeling en business development 3.3.1 Gezonde voeding 3.3.2 Medische technologie en serious gaming 3.3.3 Healthy Lifestyle Economy (HLE) 3.4
Programmalijn 2: Arbeidsmarkt en onderwijs
3.5
Programmalijn 3: Procesinnovatie in de zorg, demografie en welzijn
3.6
Programmalijn 4: Clusterversterking en netwerkvorming
4.
Instrumenten en financiële inzet provincie
5.
Communicatie
6.
Monitoring
Bijlage 1
Werkgelegenheidscijfers zorgsector in Fryslân
Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7
Regioplan Fryslân HANNN Overzicht clusterorganisaties Beelden van zorg 2025 Arbeidsmarktonderzoek Zorg en Welzijn Noord-Nederland 2014 Verslag stakeholderbijeenkomst Communicatieplan
2
1. Aanleiding Refereren aan Beleidsnota economie, sociaal beleid en wens PS om te komen tot Uitvoeringsprogramma Zorgeconomie . P.M.
3
1.2.
Beleidskader Zorgeconomie
2.1 Rijksbeleid Topsector lifesciences en health De sector life sciences en health is door het kabinet aangewezen als een van de negen topsectoren. De sector heeft nu al een sterke positie en heeft mogelijkheden om nog verder te groeien. Nederland hoort op onderzoekgebied bij de internationale top, maar er is winst te behalen als bedrijven er in slagen om deze kennis vaker om te zetten in nieuwe medicijnen of technologieën. Dit houdt in dat de overheid samen met bedrijven en de wetenschap gericht in de sector investeert. Ook in Fryslân liggen er kansen.
Innovatiecontract topsector Een topteam heeft kansen en knelpunten voor de sector in kaart gebracht, zodat bedrijven, wetenschappers en de overheid hierop gezamenlijk actie kunnen ondernemen. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een innovatiecontract, dat in april 2012 is gepresenteerd. In het innovatiecontract zijn de inhoudelijke en financiële afspraken tussen bedrijven, wetenschappers en de overheid vastgelegd. Human capital agenda's In de human capital agenda’s staan voorstellen van de topsectoren om het onderwijs beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt en om het huidige personeel verder te ontwikkelen. Zo zijn de sectoren van plan om te investeren in Centra voor Innovatief Vakmanschap in het mbo en Centres of Expertise in het hbo. Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen ondernemers, wetenschappers, docenten en studenten. In het noorden is het Centre of Expertise Healthy Ageing (CoE HA) ondergebracht bij de Hanzehogeschool. Dit expertisecentrum financiert innovatieprojecten in het Noorden. Hier zijn ook Friese partijen bij betrokken. Rijksbeleid zorg Wat betreft de ontwikkelingen binnen de Friese zorg zijn drie punten belangrijk, die een domino-effect op elkaar hebben: de ingezette decentralisaties (Awbz, jeugdzorg en participatiewet, passend onderwijs), het anticiperen op de demografische ontwikkelingen (via krimpregio’s door het ministerie van Binnenlandse Zaken) en de kaders van het huidig rijksbeleid voor de zorgverzekeringswet (cure, inclusief nieuwe functie wijkverpleegkundige) en de wet langdurige zorg (voormalige awbz).
De decentralisaties brengen een bestuurlijke en inhoudelijke verschuiving teweeg brengen in de keten zorgverzekeraar/ zorgkantoor – gemeenten - zorgorganisaties. De decentralisaties 4
hebben betrekking op overdracht van de begeleiding uit de AWBZ naar de WMO, de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten, de invoering van de participatiewet en passend onderwijs. Hiermee worden gemeenten, de Zorgverzekeraars en het Zorgkantoor de belangrijkste financiers en beleidsvormers in de keten preventie-jeugdzorg-wmo-curatieve zorg-wet langdurige zorg. Daarbij komt de ontwikkeling van de demografische ontwikkeling. De trend is dat er in 2030 sprake is van vergrijzing (meer ouderen boven de 65 jaar) en ontgroening (minder jongeren). Deze andere opbouw van de samenleving heeft gevolgen op de vraag naar zorg, de behoefte aan personeel, voorzieningen en dienstenniveau e.d. Het ministerie van Binnenlandse Zaken anticipeert hierop via het aanwijzen van topkrimpregio’s en anticipeerregio’s. Binnen de provincie Fryslân zijn de regio’s noordoost en noordwest aangewezen als anticipeerregio’s. De provincie is in dit kader betrokken bij de landelijke werkgroepenstructuur rondom krimp waarin ook het ministerie van VWS en Binnenlandse Zaken zijn vertegenwoordigd. Tot slot is een belangrijke actuele factor het rijksbeleid en de concrete uitvoering hiervan. Er is een veranderende visie op zorg. Degenen die een beroep willen doen op ondersteuning of zorg worden aangesproken op wat zij samen met hun sociale omgeving kunnen doen. Deze houdt voor gemeenten in dat zij als overheid nog meer naast de burger moet gaan staan. Voor zorgaanbieders betekent deze hervorming dat zij meer mens- en buurtgericht gaan werken. Van zorgverzekeraars/ zorgkantoren wordt verwacht dat zij samenwerken met gemeenten en meer verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van de zorg in instellingen. Ten slotte, van de samenleving als geheel vraagt deze hervorming meer betrokkenheid en zorg voor elkaar.’ (brief VWS 2013) Daarnaast wordt voor de care sector gewerkt aan de nieuwe wet langdurige zorg. Dit betreft de nieuwe kern AWBZ waarin de zorg in een instelling een verzekerd recht is en blijft. Via deze nieuwe wet wordt mogelijk gemaakt dat mensen in een instelling zorg (op individuele maat) kunnen krijgen als zij niet langer met steun van hun om omgeving thuis kunnen wonen. Tot slot wil het kabinet binnen de cure sector de complexe en acute zorg concentreren en de minder complexe acute zorg lokaal organiseren. Het accent komt hierbij te liggen op het vervangen van de 2e lijnszorg door de 1elijns zorg door een sterke 1e en 1,5e lijns zorg dichtbij; met een centrale rol voor de huisartsen. Het gaat hierbij om goede en doelmatige acute zorg die gebaat is bij een combinatie van gespreide basiskwaliteit en geconcentreerde specialisatie, met als leidraad de wettelijk vastgestelde normen voor bereikbaarheid (45 minuten bereikbaarheidsnorm). Doel is een robuuste zorginfrastructuur die tegen een stootje kan en kwalitatief hoogwaardige zorg kan leveren. Investeren in kennis en preventie loont Het Centraal Planbureau (CPB) voorspelde in mei 2011 dat de kosten van de zorg zullen stijgen tot bijna een kwart van het BBP en dat daarmee de zorg onbetaalbaar wordt. Mensen worden gemiddeld 4-6 jaar ouder dan dertig jaar geleden. Daarentegen neemt de leeftijd waarop men (chronische) ziekten krijgt, niet toe. In de toekomst krijgen mensen steeds eerder en meer te maken met één of meer chronische aandoeningen zoals kanker, hart- en vaatziekten, diabetes of Alzheimer. Recent onderzoek van het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS) en TNO naar de ‘grand challenge’ van veroudering in Europa (augustus 2013) bevestigt dat zonder fundamentele verandering in beleid de kosten van gezondheidszorg, lange termijn zorg en pensioenen zwaar gaan drukken op
5
overheidsbudgetten, terwijl het aantal actieven relatief afneemt. De impact verschilt per land, maar Nederland behoort tot de landen waar de publieke uitgaven het meest zullen toenemen. Onderzoek van gezondheidseconoom Marc Pomp geeft aan dat onderzoek en innovatie die resulteren in betere preventie en behandeling, tot aanzienlijk minder gezondheidsverlies kunnen leiden en bovendien bijdragen aan extra arbeidsparticipatie. Ook HCSS/TNO pleiten voor versterking van het verouderingsonderzoek om zorguitgaven beheersbaar te houden en de arbeidsproductiviteit te verhogen. Bron: HANNN.
2.2 Noordelijke ontwikkelingen Regionale Innovatiestrategie (RIS3) In noordelijk verband sluit het thema zorgeconomie goed aan bij de Regionale Innovatiestrategie (RIS3, Research and Innovation Strategy for Smart Specialisation). Dit is de strategie voor: 1. het benutten van onderzoek voor 2. het realiseren van innovaties en 3. het stimuleren van ondernemerschap. Het doel is meer economische groei in Noord-Nederland en bijdragen aan de geformuleerde maatschappelijke uitdagingen. De RIS is dus gericht op innovaties met economisch én maatschappelijk rendement. Hiermee wil Noord-Nederland werken aan een toekomstbestendige en duurzame ontwikkeling in een Europees perspectief. Tevens sluit de RIS3 aan bij het topsectorenbeleid van het kabinet. In juli 2013 is Noord-Nederland door de Europese Commissie uitgeroepen als Top voorbeeldregio op het gebied van Healthy ageing. De verdere ontwikkeling van dit thema past goed in programma’s als EFRO, Interreg en Horizon 2020. In het kader van een rapport getiteld ‘NOG INVULLEN” van de noordelijke rekenkamer wordt er onderzoek gedaan naar de effectiviteit van clusterorganisaties. In hoofdstuk 2 wordt hier nader op ingegaan. Noordervisie De Noordervisie is door … op P.M. vastgesteld. In de Noordervisie staat Zorg en Healthy Ageing genoemd als één van de sectoren waarvoor structuurversterking nodig is. Healthy Ageing wordt hierin benoemd als één van de parels van de economie in het Noorden. Dit valt in de Noordervisie onder het kopje Economisch Offensief Noord Nederland. Hierover is ook een uitnodiging aan de samenleving genoteerd om hier aan mee te werken. Noordelijke en internationale samenwerking In juli 2013 is Noord-Nederland door de Europese Commissie uitgeroepen tot voorbeeldregio op het gebied van Active & Healthy Ageing. Volgens de Europese Commissie vormt NoordNederland, met Schotland en Andalusië de top op dit gebied in Europa. Deze nieuwe verworven status betekent dat bedrijven en instellingen in deze regio’s vooraan staan bij Europese subsidies voor praktische oplossingen voor de problemen die gepaard gaan met ouder worden. Dat beslaat een breed terrein, van voeding, wonen, zorg en lifestyle tot 6
medische technologie en life sciences. Tevens zal het vestigingsklimaat in Noord-Nederland op dit terrein nog beter worden. De status houdt bovendien in dat noordelijke experts mee werken aan de Europese onderzoeksagenda voor komende jaren, waarvan minimaal 20% ten goede moet komen aan het MKB. EIP AHA Het European Innovation Partnership on Active and Healthy Ageing (EIP AHA) Actief en gezond ouder worden heeft een stevige plek op de Europese agenda verworven. Ook Brussel is ervan doordrongen van het feit dat we steeds ouder worden en dat dit vraagt om nieuwe, slimme oplossingen om de kwaliteit van het leven te vergroten en de maatschappelijke lasten voor gezondheid te minimaliseren. Het gaat daarbij niet alleen over ouderen en ziekte, maar vooral ook over gezond opgroeien, maatschappelijke participatie en kwaliteit van leven. Het EIP AHA is eind 2011 van start gegaan. Hierin worden overheden, bedrijven, kennis- en zorginstellingen gestimuleerd om op Europees niveau samen te werken met organisaties die zich bezig houden met actief en gezond ouder worden. Het doel is om gezamenlijk innovatieve projecten op te zetten die een antwoord geven op de concrete problemen. Een eis aan de projecten is dat de antwoorden en oplossingen die eruit voortvloeien ook breed in de EU toepasbaar zijn. In het kader van Interreg VA wordt in noordelijk verband, in samenwerking met NoordDuitsland gewerkt aan de voorbereiding van diverse projectvoorstellen op het gebied van Healthy ageing. De rol van de provincie hierbij is gericht op het informeren van Friese partijen en aanjagen en op een later moment indien nodig ook cofinancieren. Scanbalt ScanBalt is de organisatie voor de Baltische Zee c.q. Noors-Baltisch Regio gericht op Health and Bio Economy community. ScanBalt is een non-profit organisatie ter bevordering van de economische ontwikkeling van de ScanBalt BioRegion, o.a. op het gebied van Healthy Ageing. Er wordt met de noordelijke provincies en diverse partijen uit de zorgsector besproken of het haalbaar is om in oktober 2014 een internationaal Healthy Ageing congres te organiseren in Groningen. Het congres zal gericht zijn op kennisuitwisseling, netwerken en verbinden. Naast Scanbalt (Cross-Sectoral and Transnational Projects for Innovation in Health and in Life Sciences gesteund door de EU) willen we eveneens betrokkenheid realiseren vanuit het Eems Dollard gebied. Het congres sluit aan bij de doelstellingen van het HANNN. Bedrijven uit Noord Nederland, Zweden, Noord-Duitsland en de Baltische staten zullen hiervoor worden uitgenodigd. Noord-Nederland en de Baltische staten worden met dezelfde demografische verandering geconfronteerd: vergrijzing, groeiende steden en leegloop op het platteland.
Samenwerking met regio Mecklenburg-Vorpommern Naast samenwerking met Noord-Duitsland in het kader van het Interreg A programma, is er via HANNN ook een verbinding met de regio Mecklenburg-Vorpommeren. Deze samenwerking is onder meer gericht op kennisoverdracht. Deze Duitse regio is zeer actief op het gebied van Healthy ageing en heeft onder meer ervaring met gezondheidstoerisme. Indien samenwerking meerwaarde heeft, willen wij dit stimuleren. In 2013 was Nederland
7
partnerland van het jaarlijks Duitse zorgeconomiecongres. Hierbij zijn diverse verbindingen gelegd tussen bedrijven en instellingen.
2.3 Provinciale kaders Het uitvoeringsprogramma Zorgeconomie is een nadere uitwerking van het speerpunt zorgeconomie zoals omschreven in de ‘Economische beleidsvisie provincie Fryslân 2012 Groen, slim en grensverleggend’. Daarnaast is het een vertaling van de afspraken in het ‘coalitieakkoord 2011 – 2015 Nije enerzjy foar Fryslân’ en het beleid op het gebied van sociaal domein en zorg. Economische Beleidsvisie provincie Fryslân 2012: Groen, slim en grensverleggend. In de Economische beleidsvisie 2012 is opgenomen dat wij in het kader van het thema zorgeconomie, binnen de genoemde deelgebieden (medische (bio)technologie en thuistechnologie, Voeding en gezondheid en preventie en gezonde levensstijl, streven naar een optimale benutting van de aanwezige innovatieve en economische potentie (i.e. omzetverbetering, werkgelegenheid, toegang tot nieuwe markten, ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten). Hierdoor zal naar verwachting de (internationale) concurrentiepositie van de binnen deze deelgebieden opererende Friese bedrijven en organisaties versterkt worden. Het thema zorgeconomie heeft diverse raakvlakken andere speerpunten uit de beleidsvisie, onder meer met het thema agro-food, recreatie en toerisme en watertechnologie. Om de hiervoor genoemde doelen te bereiken zetten we zwaar in op kennisontwikkeling, kennisoverdracht en –uitwisseling, en kennisvalorisatie. Binnen de genoemde deelgebieden geven we dit concreet handen en voeten door het initiëren, stimuleren en/of ondersteunen van de volgende activiteiten en initiatieven: • Het opzetten van kennisclusters/kenniscentra waarmee Fryslân zich bij voorkeur (inter)nationaal kan onderscheiden. • Netwerkontwikkeling en het ontstaan van (brede) samenwerkingsverbanden. • Het ontwikkelen van (internationale) clusterprojecten en pilots waarin innovatieve diensten, producten of toepassingen worden ontwikkeld en gedemonstreerd. Zowel binnen de genoemde deelgebieden, als op het snijvlak van deze deelgebieden en cross-sectoraal met andere thema’s vanuit deze economische beleidsvisie. Ook deelname van Friese bedrijven en organisaties aan projecten in binnen- en buitenland zal worden gestimuleerd. • Versterking van het bestaande onderwijsaanbod en het verder optimaliseren van de aansluiting van dit aanbod bij de vraag. • Ontwikkeling van nieuwe opleidingen die voorzien in aangetoonde lacunes in de kennisbasis voor de Friese zorgeconomie of in een duidelijke additionele onderwijsbehoefte binnen dit speerpunt. • Het creëren van digitale omgevingen voor uitwisseling van kennis, expertise en informatie.
Plan van aanpak transitie sociaal domein en zorg 8
Provinciale Staten hebben in december 2012 rondom de takendiscussie gekozen voor het scenario om het sociale domein en zorg te integreren in de provinciale kerntaken. Dit sluit ook aan bij de afspraken uit het coalitieakkoord. Op 23 januari 2013 hebben Provinciale Staten verder ingestemd met het plan van aanpak rond de transitie sociaal beleid en zorg. In dit plan van aanpak is aangegeven dat de rol van de provincie voor het sociale domein en zorg ligt in het periodiek signaleren en agenderen van vraagstukken en tekortkomingen en in het leggen van verbindingen tussen de fysieke en de sociaal- economische en culturele infrastructuur. Ten doel staat dat er een goede kwaliteit, spreiding, bereikbaarheid en toegankelijkheid van welzijn- en zorgvoorzieningen en functies zijn binnen een passende woon- en leefomgeving, waarbij alle inwoners in de gelegenheid zijn om in sociale verbanden te leven en deel te nemen aan de samenleving. Dat gebeurt via vijf pijlers: I) Samenwerking met gemeenten en andere stakeholders (o.a. via de wettelijke taak) II) Een ‘Sociale Spiegel’ bieden aan Fryslân (gemeenten en andere stakeholders) III) Bij uitzondering: sociale katalysator (tijdelijke aanjaagrol: regisseren en mobiliseren) IV) Injectie van sociale kwaliteit in beleid op onze kerntaken V) Sociale interventies koppelen aan uitvoering van kerntaken Uitvoering moties zorgeconomie en zorg In mei en september 2012 zijn er door de Staten een tweetal moties ingediend rondom zorg en zorgeconomie. De moties hadden betrekking op het nemen van acties rondom de Sionsberg alsook om te komen tot een strategische zorgagenda. In een brief (d.d juli 2013) zijn de Staten geïnformeerd over de uitvoering van deze moties. De gewenste acties in de moties rondom de Sionsberg worden als afgerond gezien. Verder zijn de primair verantwoordelijke partijen al bezig met acties. Gezien deze acties van de primair verantwoordelijke partijen, de beperkte ‘foech’ van de provincie op het terrein van de zorg en het provinciaal besluit dat zorg geïntegreerd dient te worden in de provinciale kerntaken, ziet de provincie het als niet opportuun om een eigen provinciale visie dan wel provinciale strategische zorgagenda op te stellen. In het najaar 2013 heeft er een gesprek plaatsgevonden met de bestuurders van de 4 grote Friese gemeenten. In dit open en informatief gesprek is aan de gemeenten gevraagd wat er loopt binnen hun gemeenten op het terrein van de zorg en naar waar hun behoefte ligt aan mogelijke facilitering vanuit de provincie. De punten die door de gemeenten werden aangedragen lagen op het terrein van werkgelegenheid/ arbeidsmarkt, afstemming over 1,5e lijns, intra-en extramurale zorg in relatie ook tot leefbaarheid/ vergrijzing, en behoefte naar cijfers rondom zorgvragen en trendanalyses. De afspraak is gemaakt dat de gemeenten gaan inventariseren en de vraag verhelderen wat hen de komende 4 jaar te wachten staat en wat daarin onderwerpen zijn waarin rol/ dwarsverband met de provincie ligt. Dit wordt door de gemeenten opgepakt.
Cross-overs met andere provinciale beleidsspeerpunten Er zijn cross-overs met andere economische beleidsspeerpunten waaronder recreatie & toerisme (gezondheidstoerisme / Healthy Lifestyle Economy), Kulturele Haadsted 2018 watertechnologie (behandeling medisch afvalwater), arbeidsmarkt en agro-food (gezonde voeding. Daarnaast ligt er een relatie met krimp, Fan Fryslân (marketing voor wonen, werken
9
en studeren), sportbeleid (healthy aging), wonen, verkeer en vervoer, en Wurkjen foar Fryslân. De investeringsagenda Wurkje foar Fryslân zet in op economische structuurversterking en wil een impuls geven aan de werkgelegenheid in Fryslân. Via dit programma zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor cluster- en netwerkvorming rondom zorgeconomie en zorginnovatie. Daarnaast biedt het onderdeel human capital ruimte voor investeringen rond de aansluiting van onderwijs en de arbeidsmarkt, die ook van belang zijn voor de zorgsector. Waar mogelijk worden verbindingen gelegd en gezocht rondom beleidsuitvoering en inzet van financiële instrumenten.
10
3.
Van beleidskader naar uitvoering
3.1. Inleiding In Noord-Nederland zijn zorgeconomie en zorginnovatie belangrijk voor het MKB. De vergrijzende maatschappij biedt niet alleen uitdagingen, maar ook geweldige kansen en economische impulsen. Verder levert de zorg de regio de meeste werkgelegenheid, een op de vijf inwoners werkt in de zorg- en welzijnssector. Gezien de vergrijzing en de verwachte krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk dat wij hier alert op inspelen. Samenwerking is nodig tussen bedrijven, kennisinstellingen, overheid en burgers om kansen te verzilveren. Zorg staat op de innovatie-agenda van het ministerie van economische zaken en is opgenomen in de noordelijke Regionale Innovatie Strategie (RIS3). Internationaal vormt Health & ICT een van de grootste Europese kaderprogramma’s. Belangrijke opgaven waar we in Fryslân voor staan, zijn het versterken van de concurrentiekracht bij toenemende globalisering en het omgaan met demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing, ontgroening en bevolkingskrimp. Het feit dat de bevolking gemiddeld steeds ouder wordt en dat men tot op gevorderde leeftijd in redelijk tot goede gezondheid leeft, is een groot goed dat te danken is aan een goede voedselvoorziening, hygiëne, en (preventieve) gezondheidszorg. Daarnaast blijkt het opleidingsniveau een belangrijke indicator voor gezondheid op langere termijn. 3.2 Visies en ambities Om inzicht te krijgen in de behoeften vanuit het veld is op 21 maart 2013 een succesvolle en inspirerende stakeholderbijeenkomst georganiseerd met een breed georiënteerde vertegenwoordiging uit de zorgeconomiesector, variërend van MKB, cluster- en belangenorganisaties, hogescholen en de zorginstellingen. In bijlage is hiervan een verslag opgenomen. Op basis van deze uitkomsten is de visie, definitie en ambities gebaseerd.
Definitie zorgeconomie Onder zorgeconomie verstaan we in het kader van dit Uitvoeringsprogramma: publiek private samenwerking (zorg/welzijn, bedrijven, kennisinstellingen en burgers) om te komen tot innovaties om kwaliteit en beschikbaarheid van zorg binnen beperkte middelen (personeel, financiën, aanbod) mogelijk te maken om zo bij te dragen aan een kwalitatief goede en bereikbare zorg in Fryslân. We hanteren een integrale benadering van de zorgsector, waarbij economische principes helpen bij het vinden van oplossingen.
Onze ambities zijn: In 2030 staat Fryslân (internationaal) bekend en onderscheid zich om zijn kwalitatieve, beschikbare en innovatieve zorgeconomie. Dit blijkt uit de verzorging, dienstverlening, toeristische accommodatie, leefomgeving, digitale toepassingen/ ict, personeel, cultuur, 11
diversiteit aan woningen, intramurale zorginstellingen, hoogwaardige kennis, gezonde voedsel en hoogwaardig onderwijs. Dit trekt mensen aan om hier te wonen, te studeren, te werken en te recreëren. De provincie is verder een betrokken samenleving en dé provincie om gezond oud te worden: happy aging met happynoligy. Als gevolg van de onderscheidende waarde en positie van Fryslân is een cluster ontstaan van grote en kleine bedrijven in de zorg en/of medische technologie die zich in en of rondom Fryslân hebben gevestigd. Serious gaming is hier een belangrijke onderdeel van. Als gevolg van de onderscheidende waarde en positie van Fryslân op dit moment is een massa ontstaan van grote en kleine bedrijven in de zorg en/of medische technologie die zich in en of rondom Fryslân hebben gevestigd. Door bij te dragen aan innovatieve ontwikkelingen op het gebied van de gezondheid/ happy aging dragen we enerzijds bij aan het verstevigen van het economisch klimaat en werkgelegenheid in Fryslân. Anderzijds komt deze investering ook ten goede aan de inwoners van Fryslân, doordat zij met behulp van de innovaties gezonder oud worden en daardoor langer thuis kunnen blijven wonen, met zorg als het nodig is, en de hierbij noodzakelijke infrastructuur, vervoer/ winkels. Een belangrijk aspect van gezond ouder worden is verder gezonde voeding. Fryslân staat bekend als provincie waar je goed, betrouwbaar en gezond kunt eten van het Friese land
Fryslân, met het mooiste landschap van Nederland, is bij uitstek geschikt voor gezondheidstoerisme en recreatie. Voor mensen met een beperking of een aandoening is tijdens hun vakantie goede zorg beschikbaar. Friese ondernemers spelen hier met hun aanbod slim op in. Toeristische ondernemers hebben contact gelegd met relevante partners en geven invulling aan het principe better in – better out, waarbij patiënten de voor- en nabehandeling op een toeristische locatie doorbrengen, voorzien van alle benodigde zorg. Investeringen op het gebied van preventie worden o.m. door zorgverzekeraars en gemeenten ondersteund. Voor wat betreft de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt is er tussen onderwijs - overheidwerkgevers verbinding gelegd op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Er is verder voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel dat (met technologische ondersteuning) kan voldoen aan de zorgbehoefte. Daarnaast is er een optimale aansluiting tussen opleidingen en het gewenste personeel. Dit alles is mogelijk omdat er sprake is van balans in de publiek private samenwerking om te komen tot kwalitatief goede en bereikbare zorg. Deze past bij de Friese Mienskip en is gebaseerd op de behoefte van de cliënt waarbij regie van client centraal staat. Dit betekent dat er balans is tussen behoefte-aanbod, zelfredzaamheid-zorg, arbeidsaanbodarbeidsvraag, draagkracht en belastbaarheid. Alsook dat alle spelers hun verantwoordelijkheid nemen: client, zorgverlener, onderwijs, mkb, overheid, financiers. -
12
Om deze ambities te stimuleren en een bijdrage aan te leveren, onderscheiden we vier programmalijnen: 1. Business development en projectontwikkeling,, 2. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 3. procesinnovatie in de zorg, 4. stimulering cluster- en netwerkvorming
Programmalijnen De onderstaande programmalijnen zijn ontwikkeld op basis van literatuuronderzoek, internetsearch, interviews met bedrijven, intermediairs en zorginstellingen. 3.3 Programma-lijn 1: projectontwikkeling en business development 3.3.1
Gezonde voeding: strategische Food Agenda Fryslân
De ontwikkeling van de HANNN Food & Nutrition agenda ‘Food for Healthy Ageing’ is door de vraagsturing vanuit het Noord-Nederlandse foodsector, en in het bijzonder het bedrijfsleven, gerealiseerd. Vertegenwoordigers van bedrijven en kennisinstellingen hebben 3 thema’s gedefinieerd waarop de Noord-Nederlandse foodsector wordt uitgenodigd te innoveren (zie onderstaande figuur). Deze zijn: 1. ‘Living Food lab’ – verkrijgen van een preventief effect van voedsel/voedselpatroon op gezondheid. 2. ‘Protect Nature’s Health’ - verkrijgen van natuurlijke gezondheid uit voedsel. 3. ‘Food Style Sensoring’ – verkrijgen van gezond voedselpatroon.
13
Met de agenda ‘Food for Healthy Ageing’ wil het college Friese bedrijven en kennisinstellingen stimuleren om aan te haken bij de strategische agenda voor de NoordNederlandse foodsector. Hiermee kunnen cross-sectorale samenwerkingen en projecten kunnen worden geïnitieerd binnen het kerngebied Food & Nutrition. Het Friese bedrijfsleven wordt gestimuleerd om kennis te valoriseren in nieuwe producten en diensten aan de hand van 3 thema’s, te weten:
1. ‘Living Food lab’ – verkrijgen van een preventief effect van voedsel/voedselpatroon op gezondheid. 2. ‘Protect Nature’s Health’ - verkrijgen van natuurlijke gezondheid uit voedsel. 3. ‘Food Style Sensoring’ – verkrijgen van gezond voedselpatroon. Voor ieder thema zijn relevante technologieën en kennisgebieden benoemd (zie figuur 1). Hieruit blijkt dat cross-sectorale samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen in provincie Fryslân en daarbuiten nodig is om tot nieuwe toepassingen te komen op het gebied van ‘Food for Healthy Ageing’. Aan de hand van dit voorstel vormt de strategische agenda ‘Food for Healthy Ageing’ een onderdeel van het uitvoeringsprogramma Zorgeconomie Fryslân’ en wordt als zodanig geïmplementeerd. Het voornemen is om per thema één project in 2014 of 2015 op te starten, waarin Friese bedrijven en instellingen participeren. Aanleiding De Nederlandse bevolking vergrijst in sneltreinvaart. Het aandeel 50-plussers groeit van nu ruim 20% naar bijna 50 % van de bevolking in 2030 (bron: CBS). In provincie Fryslân zal het aantal 65-plussers toenemen van nu 110.000 tot 180.000 in 2040 (bron: Prognose Fryslân 2013). Hierdoor ontstaat een grote groep van consumenten, die tot op heden niet als 14
zodanig is opgemerkt door ‘de markt’. Van alle reclame - dus ook voedsel - richt 90% zich op consumenten onder de 50 jaar (bron: Management Team). Dit terwijl commercieel gezien de 50-plusser een kansrijke doelgroep is: het aantal mensen in de groep groeit, evenals hun koopkracht (zie figuur 2). In deze doelgroep worden gemakshalve twee type consumenten onderscheiden: de consument en de patiënt. Als de consument eenmaal ziek wordt, dan verkrijgt deze de status van patiënt (=zorgconsument) en veranderen zijn/haar behoeftes. Vanaf dat moment wordt de patiënt voorzien van andere ‘op maat’ producten en diensten. Eenzelfde verschuiving in behoeftes treedt op bij verdergaande veroudering en de vitale consument een kwetsbare of fragiele consument wordt. De conditie van de seniore consument wordt dermate fragiel, dat deze consument zorgbehoevend en dus patiënt is geworden. Deze omslag in behoeftes treedt minder zichtbaar op dan dat het geval is bij ziek worden, maar is cruciaal om te onderkennen voor het benutten van het preventieve effect van voeding op gezondheid. Binnen de huidige context van vergrijzing, de toenemende zorgkosten en de transitie van intramurale naar extramurale zorg is het een hele uitdaging om de seniore consument èn de patiënt thuis te voorzien van ‘op maat’ voedsel. De foodsector en de zorgsector zijn op dit moment zoekende naar passende foodconcepten. In dat opzicht biedt provincie Fryslân een passende proeftuin waarin cross-sectorale projecten op het gebied van ‘Food for Healthy Ageing’ opgestart kunnen worden. Het voornemen is om het Friese bedrijfsleven en zorginstellingen hierin te laten deelnemen. Figuur 2. Segmentering van consumentgroepen (< 50 jaar en > 50 jaar).
Relevantie In het algemeen zijn voor Noord-Nederland de agrofoodsector en de zorgsector - qua bedrijvigheid en werkgelegenheid - belangrijke sectoren. Zo blijkt uit het onderzoek van Dr. A.J.E. Edzes getiteld ‘Werkgelegenheid, bedrijvigheid en clustervorming in Noord-Nederland’ (A.J.E. Edzes e.a., faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, RUG, 2012).
15
Met betrekking tot de agrofoodsector onderscheidt de provincie Fryslân zich met name door het hoge aantal voedselproducenten en zuivelproducenten. In Fryslân zijn 5.900 agrofoodbedrijven met 26.000 arbeidsplaatsen; de agrofoodsector is daarmee de grootste topsector in de provincie Fryslân. De voorstellen op het gebied van “Food for Healthy Ageing” vormen een aanvulling op het Uitvoeringsprogramma Agrofood. De Friese zorgsector wordt met name gekenmerkt door haar voorzieningen om patiënten op het platteland van zorg te kunnen voorzien. Naar verwachting zal deze ontwikkeling zich in de naaste toekomst doorzetten, aangezien in een versneld tempo patiënten en kwetsbare ouderen thuis op het platteland zorg inclusief voeding dienen te ontvangen. Het streven voor de komende jaren is om de seniore consument zo lang mogelijk in de thuissituatie te houden. De stelling die daarbij hoort, is: met gerichte aandacht voor (onder)voeding kan de fragiele fase van seniore consumenten in Fryslân zo beïnvloed worden dat de stadia in de zorgketen (zie figuur 4) gemiddeld één jaar later doorlopen worden. Door de strategische agenda ‘Food for Healthy Ageing’ op te nemen in het uitvoeringsprogramma Zorgeconomie Fryslân verkrijgt provincie Fryslân uitzicht op de volgende resultaten: ‘op maat’ verzorging van snelgroeiende groep van thuiswonende seniore consumenten en patiënten met passende foodconcepten (korte termijn effect); vanwege het preventieve effect van passende voeding op de gezondheid blijven consumenten langer gezond en herstellen patiënten sneller na ingreep; lagere zorgkosten als gevolg van het preventieve effect van passende voeding op gezondheid (lange termijn effect); behoud van dan wel hogere bedrijvigheid en werkgelegenheid in foodsector door innovaties en additioneel business perspectief; behoud van dan wel aansluiting verkrijgen met patiënten in extramurale zorg (thuissituatie). Figuur 4. Zorgketen met curatieve en preventieve zorg.
16
Living Food Lab
‘Wat wil ik eten en wat wil ik meten?’
De foodsector bedient de (zorg)consument van basisvoedsel (‘schijf van vijf’). De gedachte hierachter is dat het basisvoedselpakket bestaande uit zuivel, graanproducten, groenten, fruit, etcetera de resultante is van een evolutie van duizenden jaren en dat deze producten goed kunnen voorzien in de gezondheidsbehoefte van (zorg)consumenten. Hierdoor zullen de zorgkosten op termijn afnemen en zal de foodsector evenredig gecompenseerd kunnen worden voor de realisatie van de besparing. Figuur 5. Thema ‘Living Food Lab’.
Het thema ‘Living Food Lab’ houdt in: Een interventiestudie naar het preventieve effect van voedsel (basis voedselpakket volgens ‘schijf van vijf’) en voedselpatroon op de gezondheidsstatus en de daarmee gepaard gaande zorgkosten van consumenten in Noord-Nederland. Dominante trends hierbij zijn: Indien de foodsector in staat is om een (h)erkend voedselpakket en voedselpatroon samen te stellen is het niet ondenkbaar dat dit door overheden en zorgverzekeraars gestimuleerd gaat worden. Minder belasting, lagere zorgpremies, gecertificeerde voedselpakketten gaan hierdoor mogelijk ontstaan. De Friese foodsector is in staat om op deze marktontwikkelingen in te spelen als ze een meetbaar effect van de preventieve werking van voedsel kan aantonen. Door de samenwerking met zorgaanbieders kan de foodsector dit inzicht verkrijgen. Het is verstandig om te beginnen met een ‘op maat’ voedselpakket voor een specifieke doelgroep, zoals intramurale en/of extramurale (zorg)consumenten. Projectideeën hiervoor zijn: ‘SRV-wagen’ – distributie middels een SRV-wagen van ‘op maat’ voedselpakket naar een selecte doelgroep van thuiswonende seniore (zorg)consumenten in provincie 17
Fryslân. Meerdere – in Fryslân gevestigde - (MKB) bedrijven kunnen deelnemen in dit project en de SRV-wagen vullen met voedingsmiddelen. ‘Food for Care’ intramuraal – foodconcept in de intramurale zorg dat een optimaal voedselpakket en voedselpatroon mogelijk maakt. Hierin werken een zorgaanbieder en een cateraar gezamenlijk aan de invulling van producten en diensten gericht op patiënten in met name verpleeg- en zorginstellingen. ‘Food for Care’ extramuraal - foodconcept in de extramurale zorg dat een optimaal voedselpakket en voedselpatroon mogelijk maakt. Hierin werken een zorgaanbieder en een cateraar gezamenlijk aan de invulling van producten en diensten gericht op thuiswonende patiënten.
Protect Nature’s Health
‘Welke technologie voor welk voedingsmiddel?’
In toenemende mate worden consument en producent zich bewust van de ‘van nature aanwezige gezondheid’ in voedsel. Functional foods, voedingssupplementen en andere voedingsmiddelen met of zonder healthclaims bieden een ‘kunstmatig’ alternatief voor voedsel dat rechtstreeks afkomstig is uit de natuur. De beleving van vers voedsel draagt hier sterk aan bij en biedt de foodsector volop technologische uitdagingen om de natuurlijke gezondheid uit voedsel te verkrijgen, versterken en aan te wenden naar de consument. Het thema ‘Protect Nature’s Health’ houdt in: Andere technologieën en hulpstoffen die zich richten op het verkrijgen, versterken en aanwenden van natuurlijke gezondheid uit voedsel dat lekker is en gemakkelijk geconsumeerd kan worden. Figuur 6. Thema ‘Protect Nature’s Health’.
Dominante trends hierbij zijn: Vers wordt geapprecieerd door de consument als lekker, natuurlijk en gezond. De uitdaging aan de foodsector is om hierin te voorzien en het verse product zolang mogelijk houdbaar te houden.
18
Er zal een verschuiving plaatsvinden van voedselbereiding op industriële schaal terug naar de consument. De consument wil omwille van gezondheid, versheid, authenticiteit, etcetera weer zelf iets aan het bereidingsproces toevoegen en dient hierbij door de foodsector te worden geholpen. Projectideeën hiervoor zijn: ‘Milde Conservering’ – voedingsmiddelen die met innovatieve conserveringstechnologiën langer houdbaar worden gemaakt, zonder dat de gezondheid verloren gaat. Hierbij moet worden gedacht aan het conserveren van vlees, vis, zuivel, groente en fruit door middel van hoge druk pasteurisatie, fermentatie, electrische pulses en alternatieve ‘inwek’methodes.
‘Medium bereiding’ – voedingsmiddelen die thuis bij de consument nog een aanvullende bereidingsstap ondergaan, waardoor de consument zelf iets aan de bereiding kan toevoegen. Hierbij kan worden gedacht aan het thuis zelf op smaak brengen van ongemarineerd vlees, afbakken van brood om ‘vers’ brood te hebben, verse groente zelf langer bewaren.
Food Style Sensoring
‘Wat wil ik meten, bij wie en wanneer?’
Naast gezond voedsel (= product) blijkt een gezond voedselpatroon (= gedrag) een minstens zo grote preventieve bijdrage te leveren aan de gezondheid. Echter het ontbreekt de consument aan informatie waarmee deze zijn voedselgedrag kan aanpassen. De uitdaging is om bestaande sensortechnologieën te koppelen, toe te passen en om te zetten in voor de keten en consument toegankelijke informatie waaruit een advies komt voor aangepaste processen respectievelijk voedselgedrag. Het thema ‘Food Style Sensoring’ houdt in: Intelligente sensoren en technologieën die het mogelijk maken om data te verzamelen en om te zetten in voor keten en consument toegankelijke informatie waarop processen en gedrag kunnen worden aangepast. Dominante trends hierbij zijn:
Onder de noemer van ‘Quantified Self’ willen consumenten in toenemende mate geïnformeerd worden over hun eigen data waardoor ze zelf hun eigen voedselpatroon aan kunnen passen. Ook de foodsector en de zorgsector verkrijgen deze data en zijn dan ook in staat om ‘personalized food’ aan te bieden. Hierdoor kan de individuele behoefte van de consument ook ‘op maat’ bediend worden.
Het advies kan een maatschappelijke doelstelling (bijvoorbeeld een algehele bewustwording van een vezelrijk dieet) of een commerciële doelstelling (bijvoorbeeld de bewustwording van een A merk vezelrijk brood) hebben. 19
Figuur 7. Thema ‘Food Style Sensoring’.
Projectideeën hiervoor zijn: ‘Food of dieet app’ – Een app waarbij jezelf data invoert over je huidige voedselpatroon en er direct een advies uitrolt over je toekomstige voedselpatroon. Ook kan data middels sensoren geregistreerd worden, waardoor de consument alleen maar de informatie zelf hoeft te interpreteren en zijn voedselgedrag aan te passen. Bijvoorbeeld het registreren van zoutgehalte in urine door het inbouwen van sensor in het toilet. ‘Webportal’ – Een digitale portal waarbij de behoeftes van de consument worden gematched met voedsel dat past binnen een verantwoord voedselpatroon. Incentives worden ingebouwd waardoor de consument eerder binnen de bandbreedte van een gewenst voedselpatroon komt. Deze incentives kunnen gerelateerd zijn aan gezondheid, prijs van het voedsel, lagere zorgpremie, etcetera.
Congres
‘Food for Healthy Ageing’
In de tweede helft van 2014 wordt in samenwerking met HANNN en FoodCircle een congres ‘Food for Healthy Ageing’ georganiseerd, dat een podium biedt voor de bovenstaande projecten en haar deelnemers. Dit congres start een landelijke discussie over het preventieve effect van voeding op gezondheid. Uiteindelijke met de bedoeling om een businesscase aan te bieden waaruit blijkt dat de foodsector de zorgsector kan helpen met het reduceren van de zorgkosten! Een onderdeel van dit congres is een ronde tafel gesprek met vertegenwoordigers van een foodbedrijf, zorgaanbieder, zorgverzekeraar en politiek. In dit ronde tafel gesprek wordt een aanzet gegeven aan de bovenstaande discussie!
3.3.2
Medische technologie en serious gaming
Medische technologie De definitie van Medische Technologie is: de wetenschap waarin de techniek wordt toegepast door ingenieurs in de medische wetenschap. Dit onderzoeksgebied beslaat vele
20
onderwerpen, variërend van het ontwikkelen van niet-invasieve diagnostische technieken, zoals medische beeldvorming (röntgenfoto's, positron emissie, magnetisch veld resonantie, etc.) tot het ontwikkelen en toepassen van diagnostische instrumenten (ECG, optische en ultrasone perfusie monitoring, biochemische analyse van lichaamsvloeistoffen, etc.) en het ontwikkelen van medische hulpmiddelen (protheses, implantaten, pacemakers, etc.). Wij willen bijdragen aan deze ontwikkeling door onderzoekers, bedrijfsleven en het zorg (en welzijnsveld) bij elkaar te brengen en hen met elkaar van gedachten te laten wisselen over het initiëren van nieuw onderzoek en het ontwikkelen van nieuwe producten. Hierbij kan worden aangesloten bij het HANNN, Springboard (Noord-Nederland) en Scanbalt (NoordEuropa).
Serious gaming Serious gaming is een marktsector met internationale potentie. Serious games kunnen ondersteuning bieden bij de opleiding & educatie van medici, maar ook bij de revalidatie van patiënten. Het is een groeisector met internationale ambitie. Met het Uitvoeringsprogramma Zorgeconomie willen we bijdragen aan het versterken van de gaming sector in Fryslân. Op het gebied van serious gaming is een onderdeel sterk in opkomst: virtual reality. Virtual reality geeft de volledige beleving ergens te zijn, waar je fysiek niet bent. De ervaring is heel intens, omdat het rechtstreeks op je netvlies wordt geprojecteerd. Virtual reality opent deuren naar nieuwe manieren van het behandelen van mensen. Een toepassing is bijvoorbeeld de exposure therapie. Mensen met straat en pleinvrees, angst voor spinnen, kleine ruimtes, hoogtevrees kunnen op locatie worden behandeld en hoeven niet de straat op om te oefenen. Bovendien kunnen ze onder begeleiding van een partner (mantelzorger) thuis oefenen. Dit vergroot de zelfredzaamheid, verhoogt effectiviteit en verlaagt de zorgkosten. Samen met zorginstellingen kunnen therapieën en toepassingen worden ontwikkeld die de doelmatigheid, beschikbaarheid en efficiency van de zorg verbeteren en de zelfredzaamheid van mensen vergroot. 3.3.3
Healthy lifestyle economy (HLE)
Het thema Health & Lifestyle Economy wordt in noordelijk verband opgepakt en is gericht op het versterken en stimuleren van werkgelegenheid in Noord Nederland. Belangrijke beoogde opbrengst van dit Noord-Nederlandse initiatief is het welzijn van bezoekers aan en bewoners in Noord Nederland, ook met het oog op reductie van de kosten van gezondheidszorg. HLE heeft betrekking op gezonde levensstijl en preventie. Voor Fryslân ligt hier een nadrukkelijke relatie met ons beleid op het gebied van recreatie & toerisme, sport en cultuur en KH2018. In noordelijk verband worden diverse thema’s uitgewerkt, waarbij men voor de beoogde financiering onder meer kijkt naar Interreg VA en OP-EFRO. Er zijn diverse werkgroepen ingesteld ter voorbereiding van projectaanvragen. Vanuit Fryslân wil het college samenwerking en deelname aan deze projecten stimuleren. Overzicht activiteiten programmalijn I Doel 2020 In 2020 is er nieuwe bedrijvigheid en een groei in werkgelegenheid van ….%.
21
Stakeholders Gemeenten, mkb divers, HANNN, Springboard, woningcorporaties, zorginstellingen, kennisinstellingen, zorgverzekeraars, provincies Groningen en Drenthe, Sport Fryslan, Landschapsbeheer Fryslân, NOM, KvK, Keunstwurk, kunst en cultuur . Projecten/activiteiten op deze actielijn dienen bij te dragen aan: • Stimulering en ondersteuning technostarters en innovatief MKB op het gebied van medische technologie en serious gaming. • Realisatie van cross-overs en icoonprojecten. • Kwaliteitsverbetering van de zorg en bij voorkeur een daling van de zorgkosten. • Vestiging van bedrijven en instellingen • Innovaties ten behoeve van de Friese maatschappelijke uitdaging op het gebied van gezondheid, demografie en welzijn • Stimulering en ondersteuning innovatief MKB op het gebied van healthy lifestyle thema’s: bijv. gezondheidstoerisme (o.a. initiatieven op het gebied van better in / better out, zorgarrangementen), gericht op een stijging van aantal toeristische bezoekers en verbreding van het seizoen in Fryslân in samenwerking met de zorg- en welzijnssctor • Realisatie van cross-overs en icoonprojecten. • Realisatie van projecten in het kader van KH2018. • Stimuleren van preventie via o.m. healthy lifestyle sciences Rollen provincie: • Aanjagen, verbinden en projectverwerving • Cofinanciering • Lobby en beleidsbeïnvloeding • • •
Faciliteren Makelen en schakelen Inzetten budgetgesubsidieerde instellingen zoals Sport Fryslan, Keunstwurk
Projecten en activiteiten 2014-2015 · We ondersteunen lokale en regionale aanpakken van gemeenten. · We leveren input voor de discussie over de effectiviteit van clusterorganisaties op het gebied van healthy ageing. · We organiseren op jaarbasis P.M. themabijeenkomsten waar we partijen bij elkaar brengen om gezamenlijke projectonwikkeling te stimuleren. · We starten een digitaal platform waarmee we kennisdeling faciliteren · We bouwen een netwerk tussen bedrijven onderling, tussen bedrijven en zorginstellingen en kennisinstellingen. · We ondersteunen tenminste drie projecten per programmalijn. · We participeren in minimaal één Europees project gericht op gezondheid, demografie en welzijn
Resultaat 2014-2015 22
· digitaal platform gericht op kennisdeling · Tenminste 3 themabijeenkomsten zijn georganiseerd. · Tenminste drie pilots per programmalijn zijn in uitvoering gebracht en worden door ons gecofinancierd. · We participeren in minimaal één Europees project gericht op gezondheid, demografie en welzijn, waarmee we ons internationale netwerk hebben vergroot, · We hebben een strategie ontwikkeld voor de toekomst van clusterorganisaties en de rol van de provincie hierbij. 3.4 Programmalijn 2: aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt Nieuwe ontwikkelingen zoals de vergrijzing en ontgroening, rijksbeleid op het terrein van zorg, de decentralisaties jeugdzorg en awbz maken dat hier adequaat op ingespeeld moet gaan worden door onderwijs, arbeidsmarkt en het bedrijfsleven.
3.4.1 Huidige arbeidsmarkt Uit het regioportret Friesland ‘Arbeidsmarkt zorg en welzijn november 2013’ blijkt dat de sector zorg en WJK (welzijn, jeugd, zorg, en kinderopvang) met 22% van de totale werkgelegenheid een belangrijke sector voor de regio Friesland is. Tot 2011 was er sprake van een sterke groei van de werkgelegenheid in de zorg en WJK in de regio Friesland. De sector is in al die jaren in staat gebleken om voldoende geschikt personeel naar zich toe te trekken. De arbeidsmarkt zorg en WJK gaat echter veranderen. Als gevolg van de ontwikkelingen in de financiële middelen is van een sterke groei van de vraag naar VOV (verpleegkundig, opvoedkundig en verzorgend)-personeel in de regio Friesland geen sprake meer. Er is hierbij wel sprake van een groot verschil tussen de zorgbranches en WJK-branches. In de zorgbranches in Friesland is per saldo sprake van een bescheiden afname van de werkgelegenheid. De werkgelegenheid in de WJK-branches neemt juist sterk af. De manier waarop de zorg georganiseerd wordt, verandert ook. Het kabinet streeft ernaar om mensen langer thuis te laten wonen, indien nodig met professionele ondersteuning. Voor de verpleging, verzorging, gehandicaptenzorg en GGZ betekent dit een verschuiving van intra- naar extramurale zorg. Omdat de benodigde competenties en kwalificaties voor extramurale zorg anders zijn dan voor intramurale zorg, heeft dit ook gevolgen voor de toekomstige samenstelling van de werkgelegenheid. Door de overheveling van middelen naar het sociale domein van gemeenten gaan mogelijk nieuwe vormen van zorgverlening ontstaan. Mensen blijven langer thuis wonen met ondersteuning van hun omgeving en professionele zorgverleners. De perspectieven op een baan in de sector zorg en WJK worden de komende jaren minder gunstig. Vooral voor de lagere kwalificaties en voor de agogische kwalificaties neemt de vraag naar personeel sterk af. Dit dreigt, in ieder geval tijdelijk, voor overschotten te zorgen. Ondanks de rem op de groei blijft het toekomstige aanbod van personeel een belangrijk thema binnen de Friese sector zorg en WJK. Als gevolg van de demografische trends van ontgroening en vergrijzing komt er in de toekomst minder nieuw personeel beschikbaar voor de arbeidsmarkt, terwijl meer personeel uitstroomt naar pensioen. Verder zijn er een aantal kritische functies waar een tekort in komt, zoals huisartsen, psychiaters, geriaters en maag-, darm,-, en leverartsen. Ook ontstaan er nieuwe functies, waar nu nog geen personeel voor is en wordt opgeleid.
23
Het rijk heeft geld beschikbaar gesteld via de landelijke sectorplannen zorg. Het betreft hier gelabelde om- en bijscholingstrajeten. Hiervoor zijn namens de Friese zorginstellingen plannen ingediend. Voor de regio Fryslan was er een budget van € 2, 6 miljoen beschikbaar. 3.4.2. Venturaplus Venturaplus is een werkgeversverband, platform en netwerkorganisatie waarin zorginstellingen en organisaties voor beroepsonderwijs samenwerken om de regionale arbeidsmarkt in zorg en welzijn zo goed mogelijk te laten functioneren. Venturaplus ondersteunt in brede zin op operationeel niveau het HRM beleid van zorg- en welzijnsinstellingen. Alsook een positieve en realistische beeldvorming over zorg en welzijn en de innovatie van beroepsonderwijs. De activiteiten van Venturaplus worden onder andere gefinancierd uit de partnerbijdragen en de subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport die via de stichting RegioPlus bij Venturaplus terecht komen. Het regionale arbeidsmarktbeleid voor de komende jaren is geformuleerd in ‘de weg naar Balans 2012-2015’. In deze periode wordt ingezet op vijf programmalijnen: 1. Strategisch Arbeidsmarktbeleid 2. Werven met Beleid 3. Kwalificeren voor Zorg & Welzijn 4. Beleid Duurzame Inzetbaarheid 5. @nders Werken
Venturaplus heeft samen met het veld (breed) een visie over zorg in 2025 opgesteld, genaamd ‘Beelden van zorg’ (januari 2013). In deze visie wordt een toekomstbeeld van de zorg in Fryslân geschetst van de zorgvrager, de hulpverlening en tot slot verzekering en financiering. Deze visie is de basis geweest dat Fryslân nu een van de vier broedplaatsen is voor de pilot Kaljouw. Alsook dat er nu een projectplan is opgesteld met alle betrokkenen in Fryslan om een bijdrage te leveren aan de nieuwe manier van werken in de zorg. . Het plan heeft 5 gebieden: zorgvrager, hulpverlening, organisatie en beroepen en opleiden, met daarbij diverse thema’s. Deze zjin gebaseerd op de notitie Beelden van zorg. 3.4.3Pilot Kaljouw In het voorjaar van 2012 is de Adviescommissie Innovatie Zorgberoepen en Opleidingen ingesteld. Deze commissie gaat de minister van VWS adviseren over de gewenste ontwikkeling van beroepen en opleidingen in de gezondheidszorg. Fryslân is naast Rotterdam en Amsterdam een van de broedplaatsen. De commissie adviseert over het hele veld van de (gezondheids)zorg: de ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, ouderenzorg, verstandelijk gehandicaptenzorg, thuiszorg, openbare gezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en jeugdzorg. Het doel is kwalitatief hoogwaardige, doelmatige en toegankelijke zorg in Nederland. De commissie wil daaraan bijdragen door het ontwikkelen van een flexibele beroepenstructuur en een daarop afgestemd opleidingscontinuüm. De zorgvraag in 2030 bepaalt wat er nodig is aan competenties, profielen, beroepen en opleidingen. Naast de (toekomstige) zorgvraag geven maatschappelijke en technologische ontwikkelingen richting aan wat nodig is aan innovaties in beroepen en opleidingen in de zorg. 24
De commissie heeft de eerste fase op weg naar een nieuwe beroepenstructuur voor de gezondheidszorg afgerond. Gestart is met de beantwoording van vier grote vraagstukken met behulp van quick scans: 1. Welke beroepen en opleidingen zijn er in de zorg? 2. Welke innovaties zijn er op het gebied van de beroepen en opleidingen in de zorg? 3. Wat zijn de meest voorkomende aandoeningen en in 2030 te verwachten gezondheidsrisico’s? 4. En wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen voor de toekomstige gezondheidszorg. Op basis van de uitkomsten van de quickscans zijn uitgangspunten voor een visie voor de toekomst geformuleerd. De pilot Kaljouw heeft een looptijd tot 2017. In 2015 wil de Commissie al een advies voorleggen aan de minister over de nieuwe beroepen- en opleidingenstructuur. Tot 2017 is er dan nog mogelijkheid om te experimenteren. 3.4.4 Provinciale doelen 2020 - onderwijs - overheid-werkgevers hebben voor de relatie onderwijs-arbeidsmarkt verbinding gelegd op strategisch, tactisch en operationeel niveau. - er is voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel in de zorg (breed) dat past bij de zorgvraag. Hiermee is rekening gehouden met het advies van pilot Kaljouw over de nieuwe beroeps-en opleidingenstructuur en de gewenste beroepenprofielen n.a.v. de diverse decentralisaties (o.m. wijkverpleegkundige, gebiedsgerichte teams etc). - aanpalend aan de nieuwe beroepen- en opleidingenstructuur en de zorgvraag in 2030 wordt de creatieve verbinding gelegd met het MKB voor gewenste en benodigde innovaties, bijvoorbeeld rondom medische technologie, serious gaming etc. Stakeholders Venturaplus, zorg- en welzijnsinstellingen, middelbaar- en hoger onderwijs, UCF, gemeenten, leden regionaal platform arbeidsmarkt, kennis en ontwikkelingsplatform (KOF), Zorgverzekeraar de Friesland. Projecten en activiteiten 2014-2015 - afstemming via bestaande structuren zoals pilot Kaljouw, Venturaplus, KOF, regionale arbeidsmarkt platform. UCF - 2 themabijeenkomsten georganiseerd voor VFG en andere betrokkenen over aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt - er zijn afspraken gemaakt tussen Venturaplus en Fan Fryslan over regiomarketing, specifiek voor kritische functies (zoals huisartsen, medisch specialisten etc) - Steunfunctie Partoer ondersteunt partijen voor trendanalyse/ inzicht in vraag - aanvalsplan human capital binnen de zorg door de sector opgesteld - er zijn vraaggerichte projecten ingediend binnen het investeringsprogramma Human Capital van het investeringsprogramma Wurkjen foar Fryslan - 2 proefprojecten rondom implementatie advies beroepen-en opleidingenstructuur Resultaat 2014-2015 - alle betrokken partijen hebben kennis van en inzicht in gewenste en benodigde beroepenprofielen en opleidingen voor de zorg (breed) - er is een relatie gelegd tussen de gewenste en benodigd personeel en mogelijke technische ondersteuning (ict, domotica, medische technologie) - er is een gezamenlijke aanpak opgesteld rondom de arbeidsmarkt en aansluiting met onderwijs voor de korte termijn (tot 2017, ontslagen, arbeidsfit houden) en voor langere termijn 25
- afstemming via bestaande structuren zoals pilot Kaljouw, Venturaplus, KOF, regionale arbeidsmarkt - er is een regiomarketing campagne gevoerd voor werken in de zorg in Fryslan - er is relevant onderzoek uitgevoerd t.b.v aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt - er zijn 2 projecten geworven op dit terrein die kunnen fungeren als proeftuin.Rol provincie - verbinder - zoekt naar financien/ co-financier (WFF) - lid van regionale arbeidsmarkt platform - inzet steunfunctie Partoer en Beleef Fryslan 3.3 Procesinnovatie in de zorg, demografie en welzijn De demografische ontwikkeling in combinatie met de komende decentralisaties, de bezuinigingen en veranderend accent op basiszorg dichtbij en complexe zorg geconcentreerd, leiden tot andere vormen en infrastructuur van zorg, andere financiers (gemeenten, zorgverzekeraar en mogelijk nog zorgkantoren) en nieuwe personeelsfuncties in de zorg (bijvoorbeeld terugkomst wijkverpleegkundige, gebiedsgerichte teams e.d.). Deze ontwikkelingen vergen procesinnovatie in de keten preventie-healthy aging-cure en langdurige zorg. Zoals Frieslab in hun eindrapport stelt ‘de zorg verandert. De een pikt het sneller op dan de ander. Niet veranderen is geen optie’. De procesinnovatie in de keten vergen ook innovatie en nieuwe vormen van samenwerken met aanpalende terreinen zoals wonen, verkeer en vervoer, plattelandsbeleid, arbeidsmarkt , recreatie en toerisme en economie/ MKB. Ontwikkelingen Enkele ontwikkelingen in Fryslan rondom procesinnovatie in de keten zijn Frieslab, Wmo werkplaats en Fryslan Voorop. Van 2009-2014 signaleerde en analyseerde Frieslab knelpunten in zorg en dienstverlening en heeft gezocht naar oplossingen. Het ging vooral om problemen in ketenzorg, ketenregie en de overgang tussen de wetten AWBZ, WMO, Wet op de jeugdzorg, Zorgverzekeringswet en de wpg. Frieslab bracht experts en organisaties bij elkaar om voor deze knelpunten in projecten oplossingen te zoeken. Met de oplossingen werd dan in projecten geexperimenteerd. Voorbeelden van projecten waren Handen in een (wijkbudget, regelarme zone), projecten van Mienkskipssoarch specifiek gericht op onafhankelijke vraagverheldering etc. In het eindrapport van Frieslab legt Frieslab met de ‘cirkel van tevredenheid’ bloot waarom het huidige systeem niet goed werkt. Het komt neer op: iedereen is tevreden want de client wil zorg en de zorgverlener wil die zorg graag verlenen. De vraag of er iets anders dan zorg nodig is, wordt niet gesteld. Dit wordt het ‘blauwe fleece effect’ genoemd. Daarnaast is de (huidige) financiering ingewikkeld, rigide en er wordt bezuinigd. Frieslab komt met de bouwstenen voor een totaalaanpak om zo die cirkel van tevredenheid te doorbreken om blijvend te kunnen veranderen. Een andere ontwikkeling is de ‘wmo werkplaats ouderen’ van het lectoraat Kwetsbare ouderen. De Wmo-werkplaats Friesland is een regionaal samenwerkingsverband van NHL Hogeschool, gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties en belangenbehartigers. De Wmowerkplaats Friesland heeft zich als doel gesteld kennis en ervaring te delen en te ontwikkelen bij de implementatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aan de hand van praktijkontwikkeling, deskundigheidsbevordering en onderzoek op het gebied van zorg en welzijn, in het bijzonder de zorg en dienstverlening in en door de (lokale) gemeenschap. Daarnaast zijn de Zorgverzekeraar De Friesland samen met de vijf algemene Friese ziekenhuizen en het UMCG (Universitair ziekenhuis in Groningen), een afvaardiging van de 26
Friese Huisartsen Vereniging en Zorgbelang Fryslân bezig om gezamenlijk het (curatieve) zorglandschap in Friesland voor de toekomst goed in te richten. Hierbij staat de kwaliteit van zorg en de betaalbaarheid nu en in de toekomst centraal. Dit gebeurt onder andere door (zeer) specialistische medische zorg te bundelen en niet meer afzonderlijk in de verschillende ziekenhuizen aan te bieden. En tegelijkertijd te zorgen voor goede basiszorg dicht bij de burgers in de buurt.
Doel 2020 Er is een bijdrage geleverd aan de procesinnovatie in de keten preventie-healthy aging – cure en langdurige zorg op basis van de (komende) zorgbehoefte. Dit leidt tot een integrale sluitende keten op basis van behoefte-vraag-aanbod- financien. Stakeholders Gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties, kennisinstellingen, MKB/ bedrijfsleven, lectoraten kwetsbare ouderen en Ihuman, Zorgverzekeraar De Friesland, Zorgkantoor, aanpalende sectoren (sport, kunst, e.d.), steunfuncties Partoer en Doarpswurk, Zorginnovatie Forum (ZIF), streekagenda’s.
Projecten en activiteiten 2014-2015 - projectverwerving gericht op bouwstenen totaalaanpak Frieslab ‘het kan wel’ - bijeenkomsten organiseren voor o.m. de VFG, andere stakeholders met als mogelijke thema’s langer thuis blijven wonen, gewenste innovatie ict/ technische oplossingen, onafhankelijke vraagverheldering/ zelf regie, nieuwe ouderen-nieuwe professionals, rol informele zorg en vrijwilligerswerk, dementievriendelijke samenleving - kennisdeling en bewustwording stimuleren bij betrokken partijen inclusief burgers over de diverse (technische) mogelijkheden om je woning zo in te richten dat je er comfortabel tot op hoge leeftijd kunt blijven wonen. - waar mogelijk samenwerking zoeken en afstemming met streekagenda’s, demografische ontwikkeling. - projecten productenplan Partoer
Resultaat 2014-2015 - bijdrage aan procesinnovatie in de keten preventie-healthy aging-wmo-cure-langdurige zorg passend bij de zorgvraag 2030
27
Rol provincie - signaleren, agenderen - verbinder en samenhang regisseren - stimuleren kennisdeling zorg, kennisinstellingen en aanpalende terreinen - financier via Fryslan Fernijt, OP-Efro en sociale kwaliteitsregeling - inzet steunfunctie Partoer - afstemmen intern met uitvoering kerntaken (streekagenda’s, demografische beleidsagenda, verkeer en vervoer, wonen, plattelandsbeleid) 3.6 Programmalijn 4 Versterking netwerkvorming en clusterorganisaties Clusterorganisaties en netwerkvorming Noord-Nederland beschikt over een groot aantal aanjaag- en projectorganisaties die raakvlakken hebben met Healthy Ageing (‘organisatorische spaghetti’). De grote vraag voor de komende periode, in relatie met beantwoording van de vraag over het ‘stip op de horizon’en RIS3-proces, is of de samenwerking niet eenvoudiger en goedkoper kan. De uitkomst van deze discussie is van invloed op de wijze waarop provincie Fryslân hierbij haar rol zal invullen. Voor 2014 en 2015 is nog voorzien in medefinanciering in het HANNN en Springboard 2.0. In de loop van deze periode zal een actualisatie van dit Uitvoeringsprogramma nodig zijn om deze ontwikkeling en de eventueel gewenste vervolgfinanciering vanaf 2016 te organiseren. Healthy Ageing Netwerk Noord-Nederland (HANNN) Healthy Ageing Netwerk Noord-Nederland (HANNN) is het kennis- en ontwikkelingscluster op het gebied van levenslang gezond leven. Tientallen bedrijven, kennisinstellingen en overheden hun krachten gebundeld in HANNN om samen te werken aan oplossingen rond langer gezond blijven. Het HANNN stimuleert de economische ontwikkelingen van NoordNederland door kennisinstellingen, bedrijven en overheden te verbinden rond kennis op het gebied van ziekte en gezondheid. De kernthema’s van healthy ageing die in NoordNederland worden opgepakt zijn: life sciences, food & nutrition, medical technology, healthy lifestyle en care & cure.
28
Waar kansen liggen op aanverwante bloembladen zullen we die zoveel mogelijk proberen te verzilveren. HANNN heeft voor Fryslân een regioplan opgesteld. Hierbij wordt nadrukkelijk ingezet op food & nutrition, medical technology (inclusief serious gaming) en healthy lifestyle. Het college van GS heeft hiermee reeds ingestemd. Zie voor het regioplan bijlage 2. Voor Fryslân moeten in 2014 de volgende resultaten worden bereikt: • Uitwerking van tenminste 6 concrete, substantiële project ideeën samen met bedrijven, zorgaanbieders, kennisinstellingen, gemeenten en/of corporaties, waarvan minimaal 3 leiden tot business-cases of financieringsaanvragen (met een totale omzet van tenminste 1,5 miljoen euro). • Deelname van minimaal 20 Friese MKB-bedrijven per jaar aan business- en projectontwikkeling; • Een groeiend aantal betalende leden, met een hoger aandeel van private financiering voor HANNN activiteiten. • Ontwikkeling van tenminste 1 proeftuin per jaar.
Centre of Expertise Healthy Aging Het ministerie van OCW heeft vier miljoen euro subsidie toegekend aan het Centre of Expertise Healthy Ageing (CoE HA), voor innovaties op het gebied van gezond opgroeien en gezond ouder worden. Het gaat daarbij niet alleen over ouderen en ziekte, maar vooral ook over gezond opgroeien, maatschappelijke participatie en kwaliteit van leven. Het CoE HA heeft als doel om samen met het werkveld praktijkgerichte zorginnovaties te realiseren, door de opzet van circa vijfentwintig innovatiewerkplaatsen in de komende vier jaar in NoordNederland. Het COe HA is ondergebracht bij Hanzehogeschool Groningen. Het Centre of Expertise Healthy Ageing wil in vier jaar (2013 - 2016) een netwerk opzetten van circa vijfentwintig zogenaamde innovatiewerkplaatsen in Noord-Nederland. Het zijn 29
proeftuinen waarin onderzoekers, docenten, studenten, bedrijven en zorg- en welzijnsinstellingen gezamenlijk oplossingen vinden voor problemen die men in de zorg dagelijks tegenkomt, op het gebied van gezond opgroeien en gezond ouder worden. Doel is een financieel en inhoudelijk duurzame publiek-private samenwerking. Innovatie is goed voor de economie en het kan oplossingen bieden voor maatschappelijke problemen zoals de vergrijzing en de stijgende kosten van de gezondheidszorg. Daarvoor is het nodig dat hogescholen zich sterker verbinden met bedrijven en instellingen.
In het Noorden zijn veel partijen bezig met het zoeken naar oplossingen voor de vergrijzing en de kosten van de zorg. De vernieuwende structuur van een innovatiewerkplaats biedt werkveld, onderwijs en bedrijven vanuit allerlei vakgebieden de mogelijkheid samen aan de slag te gaan. Dat kan in de vorm van een netwerk, maar het kan ook een fysieke plek zijn: bij een bedrijf, een zorginstelling, op een laboratorium of een werkplek op een school. Springboard 2.0 Springboard is een clusterorganisatie die tot 31 december 2015 is gefinancierd vanuit SNNOP-EFRO. Kern van het project Springboard is gericht op (het stimuleren van) de ontwikkeling van de juiste kennis en competenties op het gebied van (bio)medische technologie. Uiteindelijk dient uitvoering van dit plan er toe leiden dat Noord-Nederland een toplocatie wordt voor bedrijvigheid, kennis en kunde op het gebied van medische producten en toegepast onderzoek t.b.v. actief gezond ouder worden. De uitvoering is gebaseerd op een activiteitenplan, waar ook provinciale cofinanciering voor beschikbaar is gesteld.
30