EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 17.12.2014 C(2014) 10125 final
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17.12.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van het samenwerkingsprogramma "Interreg V-A Vlaanderen-Nederland" voor steun uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in België en Nederland CCI 2014TC16RFCB046 (SLECHTS DE TEKST IN DE NEDERLANDSE TAAL IS AUTHENTIEK)
NL
NL
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17.12.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van het samenwerkingsprogramma "Interreg V-A Vlaanderen-Nederland" voor steun uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in België en Nederland CCI 2014TC16RFCB046 (SLECHTS DE TEKST IN DE NEDERLANDSE TAAL IS AUTHENTIEK)
DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013, houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad1, en met name artikel 29, lid 4, Gezien Verordening (EU) nr. 1229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende de specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling Europese territoriale samenwerking2, en met name artikel 8, lid 12, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Op 16 juli 2014 heeft België namens België en Nederland ("de deelnemende lidstaten") het samenwerkingsprogramma "Interreg V-A Vlaanderen-Nederland" voor steun uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in die lidstaten ingediend via het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens van de Commissie ("SFC2014").
(2)
Het samenwerkingsprogramma is door de deelnemende lidstaten opgesteld met inbreng van de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 genoemde partners en de Commissie.
(3)
Op grond van artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1299/2013, moet het samenwerkingsprogramma een programmagebied steunen dat de lijst van regio’s van
1
PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320. PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259.
2
NL
2
NL
NUTS-niveau 3 van de Unie omvat, zoals aangegeven in bijlage I bij Uitvoeringsbesluit 2014/388/EU3. (4)
Overeenkomstig artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 heeft de Commissie het samenwerkingsprogramma beoordeeld en op 25 september 2014 opmerkingen gemaakt overeenkomstig lid 3 van dat artikel. België verstrekte aanvullende informatie en diende op 14 november 2014 een herziene versie van het samenwerkingsprogramma in.
(5)
De Commissie concludeerde dat het samenwerkingsprogramma bijdraagt aan de strategie van de Unie voor slimme, duurzame en inclusieve groei en aan de totstandbrenging van economische, sociale en territoriale samenhang en in overeenstemming is met Verordening (EU) nr. 1303/2013 en Verordening (EU) nr. 1299/2013.
(6)
Het samenwerkingsprogramma bevat alle elementen waarnaar in artikel 8, leden 1 tot en met 9 van Verordening (EU) nr. 1299/2013 wordt verwezen en is opgesteld overeenkomstig het in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 288/2014 van de Commissie4 vastgestelde model.
(7)
Overeenkomstig artikel 76, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 vormt dit besluit een financieringsbesluit in de zin van artikel 84 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad5. Het is niettemin noodzakelijk de elementen te bepalen die nodig zijn om de begrotingsvastleggingen te doen met betrekking tot het samenwerkingsprogramma.
(8)
Overeenkomstig artikel 8, lid 2, eerste alinea, onder d), van Verordening (EU) nr. 1299/2013, is het noodzakelijk voor elk jaar het voor de steun uit het EFRO beoogde bedrag van de totale financiële toewijzing te specificeren. Daarnaast is het noodzakelijk het bedrag van de totale financiële toewijzing van de steun uit het EFRO en de nationale medefinanciering voor het samenwerkingsprogramma en voor elke prioritaire as te specificeren. Voor prioritaire assen die een of meer aanvullende investeringsprioriteiten van verschillende thematische doelstellingen combineren, is het ook noodzakelijk het bedrag van de totale financiële toewijzing uit het EFRO en de nationale medefinanciering voor elk van de betreffende thematische doelstellingen te specificeren.
3
Uitvoeringsbesluit 2014/388/EU van de Commissie van 16 juni 2014 tot vaststelling van de lijst van regio's en gebieden die in aanmerking komen voor financiering uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in het kader van de grensoverschrijdende en transnationale onderdelen van de doelstelling "Europese territoriale samenwerking" voor de periode 2014-2020, PB L 183 van 24.6.2014, blz.75. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 288/2014 van de Commissie van 25 februari 2014 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij betreffende het model voor operationele programma's in het kader van de doelstelling "investeren in groei en werkgelegenheid", en overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1299/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling "Europese territoriale samenwerking" betreffende het model voor samenwerkingsprogramma's in het kader van de doelstelling "Europese territoriale samenwerking", PB L 87 van 22.3.2014, blz. 1. Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.
4
5
NL
3
NL
(9)
Overeenkomstig artikel 120, lid 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is het noodzakelijk voor elke prioritaire as het medefinancieringspercentage te bepalen en te specificeren of het medefinancieringspercentage voor de prioritaire as van toepassing is op het totaal van de subsidiabele publieke en private uitgaven of publieke subsidiabele uitgaven.
(10)
Met dit besluit wordt niet vooruitgelopen op het standpunt van de Commissie inzake de verenigbaarheid van de gesteunde concrete actie in het kader van het samenwerkingsprogramma met de staatssteunregels die gelden op het tijdstip waarop de steun wordt verleend.
(11)
Overeenkomstig artikel 8, lid 12, van Verordening (EU) nr. 1299/2013 moeten de in lid 2, eerste alinea, onder a), onder b), punten i) tot en met vi), onder c), punten i) tot en met iv), en onder d), lid 3, lid 4, onder a), punten ii) tot en met vi), en onder b), en lid 9 van dat artikel bedoelde elementen van het samenwerkingsprogramma worden goedgekeurd,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 De volgende elementen van het samenwerkingsprogramma "Interreg V-A VlaanderenNederland" voor steun uit het EFRO in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking in België en Nederland ("de deelnemende lidstaten") voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020, in zijn laatste versie ingediend op 14 november 2014, worden hierbij goedgekeurd:
NL
(a)
de motivering voor de keuze van thematische doelstellingen, bijbehorende investeringsprioriteiten en financiële toewijzingen, zoals vastgesteld in de hoofdstukken 1.1.2 en 1.2 van het samenwerkingsprogramma;
(b)
de elementen die vereist zijn voor elke prioritaire as volgens artikel 8, lid 2, eerste alinea, onder b) en c), van Verordening (EU) nr. 1299/2013, zoals aangegeven in hoofdstuk 2 van het samenwerkingsprogramma, met uitzondering van de hoofdstukken 2.A.8 en 2.B.6;
(c)
de elementen van het financieringsplan die vereist zijn volgens artikel 8, lid 2, eerste alinea, onder d), van Verordening (EU) nr. 1299/2013, zoals aangegeven in de tabellen 15, 16 en 17 van hoofdstuk 3 van het samenwerkingsprogramma;
(d)
de geïntegreerde aanpak van territoriale ontwikkeling, waaruit blijkt hoe het programma bijdraagt aan het halen van de doelstellingen en de verwachte resultaten, zoals uiteengezet in hoofdstuk 4 van het samenwerkingsprogramma;
(e)
de uitvoeringsbepalingen die de instantie of instanties identificeren die zijn aangewezen om controletaken uit te oefenen en die verantwoordelijk zijn voor het uitoefenen van audittaken, het vaststellen van bepalingen voor de procedure voor het instellen van het Gezamenlijk Secretariaat, voor het beknopt beschrijven van de beheers- en controleregelingen, en voor het vastleggen van de verdeling van de aansprakelijkheden onder de deelnemende lidstaten in het geval van financiële correcties door de managementautoriteit of de Commissie, zoals vastgesteld in tabel 22 en de hoofdstukken 5.2, 5.3 en 5.4 van het samenwerkingsprogramma
(f)
de instantie waaraan de Commissie de betalingen moet verrichten, zoals vastgesteld in tabel 21 (alleen het gedeelte dat betrekking heeft op de instantie waaraan de Commissie de betalingen zal verrichten).
4
NL
Artikel 2 De volgende prioritaire assen worden ondersteund door het samenwerkingsprogramma: (a)
Prioritaire as 1 "Slimme groei";
(b)
Prioritaire as 2 "Duurzame groei - energie";
(c)
Prioritaire as 3 "Duurzame groei – milieu en hulpbronnen";
(d)
Prioritaire as 4 "Inclusieve groei";
(e)
Prioritaire as 5 "Technische Bijstand". Artikel 3
Het programma bestrijkt alle regio’s van de Unie zoals vastgesteld bij Uitvoeringsbesluit 2014/388/EU van de Commissie met betrekking tot dit samenwerkingsprogramma. Artikel 4 Uitgaven komen met ingang van 1 januari 2014 in aanmerking voor financiering. Artikel 5
NL
1.
Het beoogde maximumbedrag van de totale financiële toewijzing van de steun uit het EFRO is vastgesteld in bijlage I.
2.
Het totale financiële krediet voor het samenwerkingsprogramma is vastgesteld op 152 575 585 EUR, te financieren uit begrotingsonderdeel 13 03 64 (EFRO Europese territoriale samenwerking) volgens de nomenclatuur van de algemene begroting van de Europese Unie voor 2014.
3.
Het medefinancieringspercentage voor elke prioritaire as is vastgesteld in bijlage II. Het medefinancieringspercentage voor elke prioritaire as is van toepassing op het totaal van de subsidiabele private en publieke uitgaven.
5
NL
Artikel 6 Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden. Gedaan te Brussel, op 17.12.2014
Voor de Commissie Corina CREŢU Lid van de Commissie
NL
6
NL