EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 17.7.2014 C(2014) 4580 final
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE van 17.7.2014 betreffende de voorwaarden voor de indeling in klassen zonder tests van bepaalde houten vloeren zonder coating conform EN 14342 met betrekking tot het materiaalgedrag bij brand
(Voor de EER relevante tekst)
NL
NL
TOELICHTING 1.
ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad1 bepaalt dat fabrikanten van bouwproducten niet met onnodige administratieve lasten of kosten moeten worden opgezadeld. Meer bepaald moet de Commissie het minst bezwarende systeem voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid kiezen, dat ook op passende wijze met de gezondheids-, veiligheids- en milieueisen rekening houdt. In Verordening (EU) nr. 305/2011 worden bovendien twee belangrijke alternatieven geboden voor de vaststelling van prestatieklassen met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten. Overeenkomstig artikel 27, lid 1, kan dit worden gedaan door gedelegeerde handelingen van de Commissie en overeenkomstig artikel 27, lid 2, kan hiertoe gebruik worden gemaakt van geharmoniseerde normen. Wanneer de prestaties van bepaalde bouwproducten reeds voldoende zijn aangetoond op grond van stabiele testresultaten of andere bestaande gegevens, moeten fabrikanten van die producten de mogelijkheid krijgen om onder nader te bepalen voorwaarden zonder tests of verdere tests een bepaalde prestatieklasse aan die producten toe te kennen. Een dergelijke vereenvoudigde procedure zou bijdragen aan bovengenoemde doelstelling om onnodige administratieve lasten en kosten te vermijden. Dit is voorzien in artikel 27, lid 5, en artikel 36, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 305/2011. Bij Beschikking 2000/147/EG van de Commissie2 is een Europees systeem op basis van Europese testmethoden en nauwkeurig omschreven prestatieniveaus vastgesteld voor de indeling van bouwproducten in klassen van materiaalgedrag bij brand. Houten vloeren die onder geharmoniseerde norm EN 14342 vallen laten, wanneer zij aan bepaalde voorwaarden voldoen, stabiele en voorspelbare prestaties zien wat betreft hun gedrag bij brand. Deze conclusie is gebaseerd op talrijke door de industrie en geraadpleegde deskundigen verzamelde en samengevoegde test- en classificatieverslagen. Om deze reden kan het materiaalgedrag bij brand van deze producten worden geacht aan bepaalde in de bovengenoemde Europese indeling gedefinieerde prestatieklassen te voldoen, zonder dat daarvoor verdere tests nodig zijn. Daarom zijn in de door de bouwindustrie voorgestelde ontwerpverordening de voorwaarden opgenomen voor het gebruik van deze vereenvoudigde procedures waarmee de prestaties met betrekking tot materiaalgedrag bij brand van bepaalde onder het toepassingsgebied van norm EN 14342 vallende houten vloeren zonder coating kunnen worden vastgesteld. De ontwerpverordening zal voor de fabrikanten van houten vloeren derhalve tot lagere lasten en kosten leiden, aangezien zij de onder deze ontwerpverordening vallende producten niet meer hoeven te testen voor hun gedrag bij brand. Daardoor zullen de algehele efficiëntie en het concurrentievermogen van de bouwsector verbeteren.
1 2
NL
PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5. PB L 50 van 23.2.2000, blz. 14.
2
NL
2.
RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE VASTSTELLING VAN DE HANDELING
Het voorstel voor de rechtshandeling nam aanvankelijk de vorm aan van een uitvoeringsbesluit van de Commissie krachtens Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (richtlijn bouwproducten). Overeenkomstig de in artikel 20 van Richtlijn 89/106/EEG voorziene procedures werd het voor advies voorgelegd aan het Permanent Comité voor de bouw, waar het de unanieme steun van de aanwezige lidstaten kreeg (304 stemmen). De EVA en de sector voor bouwproducten steunden het ontwerpbesluit eveneens. Het Europees Parlement, waaraan dit ontwerp volgens de regels is doorgezonden, heeft in dit verband geen opmerkingen over het ontwerpbesluit geformuleerd. Voordat het ontwerpbesluit werd vastgesteld, is Verordening (EU) nr. 305/2011 volledig in werking getreden en is Richtlijn 89/106/EEG ingetrokken. Om te voldoen aan de procedurele eisen van Verordening (EU) nr. 305/2011 is daarom een herziene versie van het ontwerp voor de rechtshandeling opgesteld in de vorm van een gedelegeerde handeling; hierover heeft een raadpleging overeenkomstig de bepalingen van die verordening plaatsgevonden. Alle in de bijlage opgenomen technische aspecten blijven echter ongewijzigd. Meer bepaald heeft over de ontwerpverordening een schriftelijke raadpleging van deskundigen plaatsgevonden. Vóór deze raadpleging is aan alle lidstaten de gelegenheid gegeven om deskundigen te benoemen die hieraan deel konden nemen. Naast deze deskundigen zijn ook andere externe belanghebbenden bij de raadpleging betrokken. De voor de schriftelijke raadpleging relevante documenten zijn overeenkomstig het gezamenlijk akkoord inzake gedelegeerde handelingen tegelijkertijd aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden. Bij het opstellen van het uiteindelijke ontwerp van deze rechtshandeling zijn de tijdens al deze voorafgaande raadplegingen gemaakte opmerkingen in aanmerking genomen. 3.
JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Op grond van artikel 27 van Verordening (EU) nr. 305/2011 kunnen prestatieklassen worden vastgesteld met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten. Bovendien kan de Commissie overeenkomstig artikel 27, lid 5, vaststellen onder welke voorwaarden een product geacht wordt tot een bepaalde prestatieklasse te behoren zonder tests of zonder verdere tests, om onnodige tests te vermijden van bouwproducten waarvan de prestaties al voldoende zijn aangetoond door stabiele testresultaten of andere bestaande gegevens. Vervolgens moet aan deze voorwaarden worden voldaan wanneer een fabrikant het typeonderzoek van zijn product door deze prestatieniveaus of -klassen wenst te vervangen, zoals vastgesteld in artikel 36, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 305/2011. De bij Beschikking 2000/147/EG van de Commissie ingestelde Europese klassenindeling inzake het materiaalgedrag bij brand van bouwproducten, en met name tabel 2 van de bijlage, is van toepassing op houten vloeren die vallen onder geharmoniseerde norm EN 14342. Volgens de gehouden raadplegingen is het materiaalgedrag bij brand van bepaalde houten vloeren zonder coating die in de klassenindeling van Beschikking 2000/147/EG zijn opgenomen, algemeen aanvaard. Om deze reden kan het materiaalgedrag bij brand van deze producten worden geacht aan bepaalde in de bovengenoemde Europese indeling vastgelegde prestaties te voldoen zonder dat daarvoor verdere tests nodig zijn.
NL
3
NL
De ontwerpverordening is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Zij leidt tot de verlichting van bepaalde in Verordening (EU) nr. 305/2011 vastgestelde verplichtingen wat betreft het testen van producten die binnen het toepassingsgebied van die verordening vallen.
NL
4
NL
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE van 17.7.2014 betreffende de voorwaarden voor de indeling in klassen zonder tests van bepaalde houten vloeren zonder coating conform EN 14342 met betrekking tot het materiaalgedrag bij brand (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad3, en met name artikel 27, lid 5, Overwegende hetgeen volgt: (1)
In Beschikking 2000/147/EG van de Commissie4 is een systeem vastgesteld voor de indeling van de prestaties van bouwproducten met betrekking tot hun gedrag bij brand. Houten vloeren behoren tot de bouwproducten waarop die beschikking van toepassing is.
(2)
Uit tests is gebleken dat houten vloeren die onder geharmoniseerde norm EN 14342 vallen, stabiel en voorspelbaar materiaalgedrag bij brand laten zien indien zij aan bepaalde voorwaarden met betrekking tot de dichtheid van het hout, de dikte van de vloer en de uiteindelijke toepassing van het product voldoen.
(3)
Daarom moeten houten vloeren die onder geharmoniseerde norm EN 14342 vallen onder die voorwaarden worden geacht te voldoen aan de prestatieklassen voor materiaalgedrag bij brand die zijn vastgesteld in Besluit 2000/147/EG, zonder dat daarvoor verdere tests nodig zijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Houten vloeren die onder geharmoniseerde norm EN 14342 vallen en aan de in de bijlage vastgestelde voorwaarden voldoen, worden geacht aan de in de bijlage vermelde prestatieklassen te voldoen zonder dat hiervoor tests nodig zijn. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. 3 4
NL
PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5. Beschikking 2000/147/EG van de Commissie van 8 februari 2000 ter uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad wat de indeling van voor de bouw bestemde producten in klassen van materiaalgedrag bij brand betreft (PB L 50 van 23.2.2000, blz. 14)
5
NL
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, op 17.7.2014
Voor de Commissie De Voorzitter José Manuel BARROSO
NL
6
NL