EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 10.6.2015 C(2015) 3759 final
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 10.6.2015 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad, van een vast percentage voor concrete acties gefinancierd door de Europese structuur- en investeringsfondsen in de sector van onderzoek, ontwikkeling en innovatie
NL
NL
TOELICHTING 1.
ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Een van de voornaamste doelstellingen van de Europese structuur- en investeringsfondsen voor de periode 2014-2020 is het vereenvoudigen van het dagelijkse beheer door middel van eenvoudigere en duidelijkere regels. In bepaalde gevallen zijn daar gedetailleerde regels in de vorm van gedelegeerde handelingen voor nodig die een aanvulling zijn op Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad1 en op de fondsspecifieke verordeningen2. Steun voor concrete acties die inkomsten genereren is een complexe aangelegenheid. Er zijn regels voor nodig die een degelijk, efficiënt en doeltreffend beheer van de Europese structuuren investeringsfondsen waarborgen. De basisregels voor concrete acties die inkomsten genereren zijn vastgesteld in de artikelen 61 en 65 van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Deze verordening heeft het beheer van concrete acties die inkomsten genereren aanzienlijk vereenvoudigd door de toepassing van sectorspecifieke vaste inkomstenpercentages op concrete acties mogelijk te maken zonder telkens de verlaagde netto-inkomsten te moeten berekenen. In dat verband zijn in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 1303/2013 specifieke vaste percentages voor netto-inkomstengenererende projecten vastgesteld voor de sectoren weg, spoor, stadsvervoer, water en vaste afvalstoffen. Het gebrek aan beschikbare gegevens in andere sectoren heeft de wetgever echter verhinderd om voldoende zekerheid te krijgen om in een vast percentage voor andere sectoren te voorzien. Om dit probleem aan te pakken heeft de wetgever de Commissie de bevoegdheid gegeven om in gedelegeerde handelingen vaste percentages voor andere sectoren en subsectoren vast te stellen. De wetgever heeft in het bijzonder voor sectoren en subsectoren op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en innovatie (OOI), informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en energie-efficiëntie vastgesteld dat de Commissie het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 30 juni 2015 in kennis stelt van een gedelegeerde handeling tot vaststelling van vaste percentages voor deze sectoren of subsectoren. Om aan deze verplichting te voldoen en het beheer van inkomstengenererende projecten in deze sectoren te vereenvoudigen, heeft de Commissie een externe consultant de opdracht gegeven om alle toegankelijke informatiebronnen, zowel op het niveau van de EU als op het niveau van de lidstaten, te onderzoeken om relevante historische gegevens te verzamelen. Deze gegevens moeten een betrouwbare basis en redelijke zekerheid bieden om vaste percentages voor sectoren en subsectoren op het gebied van ICT, OOI en energie-efficiëntie vast te stellen. De resultaten van de studie3 wijzen echter op grote verschillen in financiële rentabiliteit, zowel tussen als binnen landen; daarbij komen nog de beperkingen van de 1
2
3
NL
Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320). Verordening (EU) nr. 1299/2013 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 259), Verordening (EU) nr. 1300/2013 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 281), Verordening (EU) nr. 1301/2013 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 89), Verordening (EU) nr. 1304/2013 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 470), Verordening (EU) nr. 1305/2013 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 487) en Verordening (EU) nr. 508/2014 (PB L 149 van 20.5.2014, blz. 1). De studie is openbaar toegankelijk op de InfoRegio-website: http://ec.europa.eu/regional_policy/en/information/publications/studies
2
NL
beschikbare gegevens, waardoor de Commissie geen betrouwbare vaste percentages voor de sectoren en subsectoren op het gebied van ICT en energie-efficiëntie kan vaststellen. Er moet worden opgemerkt dat ongeschikte vaste percentages zouden kunnen bijdragen tot een aanzienlijke overfinanciering van concrete acties, wat de EU-begroting zou schaden. Bovendien zou overfinanciering van bepaalde concrete acties ook tot marktverstoringen binnen de interne markt kunnen leiden. De Commissie stelt daarom voor om op dit moment geen vaste percentages voor de sectoren op het gebied van ICT en energie-efficiëntie vast te stellen. Dit voorstel is gebaseerd op het gebrek aan beschikbare historische gegevens; tijdens de uitvoering van de programmeringsperiode 2014-2020 zouden er nieuwe gegevens beschikbaar kunnen worden, die de Commissie in staat zouden kunnen stellen om in een latere fase vaste percentages voor andere sectoren vast te stellen. Wat vaste percentages voor de OOI-sector betreft, wijzen de resultaten van de studie erop dat de beschikbare relevante historische gegevens voldoende zijn om een betrouwbare basis en redelijke zekerheid te bieden voor het vaststellen van een vast percentage van 20 % voor deze sector. 2.
RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE AANNEMING VAN DE HANDELING
Overeenkomstig paragraaf 4 van de consensus inzake gedelegeerde handelingen tussen het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie zijn raadplegingen gehouden. Op 13 maart 2015 vond een vergadering van de deskundigengroep plaats in aanwezigheid van deskundigen van het Europees Parlement. Tijdens deze vergadering werden de resultaten van de studie om vaste inkomstenpercentages te bepalen voor toepassing op door de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) in de periode 2014-2020 medegefinancierde concrete acties die netto-inkomsten genereren in sectoren en subsectoren op het gebied van ICT, OOI en energie-efficiëntie voorgesteld en besproken. 3.
JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
De Commissie is krachtens artikel 61, lid 3, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen wat betreft het volgende: Vaststellen van vaste percentages voor sectoren en subsectoren op het gebied van ICT, OOI en energie-efficiëntie. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 30 juni 2015 van de gedelegeerde handelingen in kennis.
NL
3
NL
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van 10.6.2015 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad, van een vast percentage voor concrete acties gefinancierd door de Europese structuur- en investeringsfondsen in de sector van onderzoek, ontwikkeling en innovatie
DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad4, en met name artikel 61, lid 3, derde alinea, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 moet er bij de berekening van de overheidsbijdrage rekening worden gehouden met inkomsten gegenereerd door concrete acties.
(2)
Verordening (EU) nr. 1303/2013 voorziet in de toepassing van vaste inkomstenpercentages op concrete acties in de sector van onderzoek, ontwikkeling en innovatie zonder de verlaagde netto-inkomsten te berekenen.
(3)
Op basis van de historische gegevens moet het vaste percentage voor netto-inkomsten gegenereerd in de sector van onderzoek, ontwikkeling en innovatie vastgesteld worden op 20 % om overfinanciering en marktverstoring te vermijden,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Deze verordening stelt een vast percentage vast dat van toepassing is op concrete acties in de sector van onderzoek, ontwikkeling en innovatie om op voorhand de potentiële nettoinkomsten van zulke concrete acties te bepalen en de vaststelling van de subsidiabele uitgaven van concrete acties mogelijk te maken overeenkomstig artikel 61, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013. Artikel 2 Met het oog op de toepassing van het vaste netto-inkomstenpercentage bedoeld in artikel 61, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt een vast percentage van 20 % vastgesteld voor concrete acties in de sector van onderzoek, ontwikkeling en innovatie. 4
NL
PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320.
4
NL
Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, op 10.6.2015
Voor de Commissie De Voorzitter Jean-Claude JUNCKER
NL
5
NL