EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 3.5.2013 C(2013) 2458 final
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE van 3.5.2013 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van stofzuigers
(Voor de EER relevante tekst)
NL
NL
TOELICHTING 1.
ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Motivering en doelstellingen van het voorstel Het milieueffect van huishoudelijke stofzuigers in de EU is significant, met name het elektriciteitsverbruik in de gebruiksfase dat is geraamd op 18 TWh per jaar in 2005, wat neerkomt op 6,6 Mt CO2 -equivalent. Met inbegrip van de productie van het apparaat en de grondstoffen is het totale effect op de broeikasgasemissies 9-10 Mt CO2-equivalent. Om de consumenten in staat te stellen energie-efficiëntere stofzuigers te kopen, moet een energie-etiketteringsregeling worden ingevoerd. De regeling moet ervoor zorgen dat gestandaardiseerde informatie wordt verstrekt over zowel energieverbruik als reinigingsprestaties, alsmede over het vasthouden van stof en het geluidsvermogensniveau. Deze gedelegeerde verordening vormt een aanvulling op de ontwerpverordening van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad1 met betrekking tot het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor stofzuigers. Algemene context Een van de belangrijkste redenen voor de aanhoudende verkoop van laagefficiënte stofzuigers met hoog vermogen is dat de eindgebruikers een nominaal hoog vermogen zien als een maat voor hogere reinigingsprestaties. Daarom kiezen ze voor stofzuigers met een hoog energieverbruik en een zo geringe efficiëntie. Dit heeft tot gevolg gehad dat het energieverbruik van stofzuigers de laatste tientallen jaren gestaag is gestegen. Gemiddeld wordt het energieverbruik in 2005 op 1500 W geraamd, en er wordt van uitgegaan dat dat in sommige landen, zoals Duitsland, dichter bij de 2300 à 2400 W ligt. Bij het huidige groeitempo zal het EU-gemiddelde in 2020 zeer dicht bij het huidige Duitse gemiddelde liggen. Zonder dat veel mensen het zich realiseren zal het gemiddelde elektriciteitsverbruik van huishoudstofzuigers van 60 kWh per jaar in 1990 stijgen naar 120 kWh per jaar in 2020. Bij deze waarden zijn de energiekosten en –impact van stofzuigers vergelijkbaar met die van wasmachines en vaatwassers. Professionele stofzuigers (dus niet voor huishoudelijk gebruik) gebruiken veel minder stroom (30% minder verbruik bij betere prestaties) en de toename van het elektriciteitsverbruik voor die apparaten was dan ook veel geringer. Het voornaamste probleem dat zich op de markt voordoet, is het verband dat wordt gelegd tussen het nominale elektriciteitsverbruik en de reinigingsprestatie, wat het voor de potentiële kopers van huishoudstofzuigers moeilijk maakt energie-efficiëntere apparaten aan te schaffen. Belanghebbenden, waaronder de bedrijfstak en consumentenorganisaties, hebben unaniem verzocht om de gecombineerde invoering van zowel eisen inzake ecologisch ontwerp als een etiketteringsregeling voor stofzuigers. Overeenkomstig de effectbeoordeling nam de totale voorraad van 288 miljoen stofzuigers in het jaar 2005 in de EU-27 een elektriciteitsverbruik van 18 TWh voor zijn rekening. Zonder verdere actie zou dit verder toenemen tot 34 TWh in 2020. De toename is voornamelijk te danken aan de voordurende toename van de bevolking, van de woonoppervlakte en (vooral) van het elektriciteitsverbruik. De bedoeling van dit voorstel is de verwachte toename van het energieverbruik van deze apparaten te keren. Geschat wordt dat de bij de ontwerpverordening van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG vastgestelde nieuwe eisen inzake 1
NL
PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10.
2
NL
ecologisch ontwerp in combinatie met de etiketteringsregeling die in het onderhavige ontwerp voor een gedelegeerde verordening is vervat, tot een daling met 19 TWh in 2020 zal leiden. Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied De ontwerpverordening van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG is gericht op de milieuprestaties van stofzuigers, maar er bestaan geen andere verplichte maatregelen of vrijwillige initiatieven voor stofzuigers. De algemene wetgeving die ook voor stofzuigers relevant is, omvat: –
Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)2;
–
Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur3;
–
Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen4 (gecodificeerde versie) (Voor de EER relevante tekst);
–
Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG (herschikking)5 (Voor de EER relevante tekst);
–
Richtlijn 2004/108/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit en tot intrekking van Richtlijn 89/336/EEG6 (Voor de EER relevante tekst).
Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU De versterking van de marktacceptatie van energie-efficiënte stofzuigers door de introductie van klassen van energieverbruik en reinigingsprestatie, alsmede van eisen inzake ecologisch ontwerp, zal bijdragen tot het bereiken van het voorziene energiebesparingspotentieel in 2020. Bovendien levert de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2010/30/EU7 een bijdrage aan de EUdoelstelling om de broeikasgasemissie met ten minste 20% te verminderen in 2020. Het stimuleren van de marktacceptatie van efficiënte stofzuigers is in overeenstemming met de Europa 2020-agenda en de daaruit voortvloeiende energiebesparingsdoelstelling van 20% in 2020, aangezien deze is gericht op de ondersteuning van een efficiënter en duurzamer gebruik van middelen, de bescherming van het milieu, de versterking van het leiderschap van de EU bij de ontwikkeling van nieuwe groene technologieën, de verbetering van de zakelijke omgeving en de steun aan consumenten bij het maken van een geïnformeerde keuze. Volgens het Europees economisch herstelplan (COM(2008) 800) is energie-efficiëntie een van de belangrijkste prioriteiten, waarbij met name belang wordt gehecht aan de versnelde invoering van producten "waarop grote energiebesparingen mogelijk zijn", zoals stofzuigers.
2 3 4 5 6 7
NL
PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24. PB L 174 van 1.7.2011, blz. 88. PB L 374 van 27.12.2006, blz. 10. PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24. PB L 390 van 31.12.2004, blz. 24. PB L 153 van 18.6.2010, blz. 1.
3
NL
Ten slotte zal de invoering van deze apparaten bijdragen aan de doelstelling om de economische groei los te koppelen van het grondstoffengebruik, zoals bepaald in de Europa 2020-strategie (COM(2010) 2020) krachtens het Vlaggenschipinitiatief "Efficiënt gebruik van hulpbronnen". 2.
RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE GOEDKEURING VAN DE HANDELING
Raadpleging van betrokken partijen Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten De betrokken partijen op internationaal en EU-niveau en deskundigen uit de lidstaten werden vanaf het begin van de voorbereidende studie geraadpleegd en het aspect energie-etikettering werd, samen met de eisen inzake ecologisch ontwerp, besproken binnen het bij de kaderrichtlijn ecologisch ontwerp, Richtlijn 2009/125/EG8, ingestelde "overlegforum". Het overlegforum is samengesteld uit deskundigen van de lidstaten en een evenwichtige vertegenwoordiging van belanghebbenden, namelijk milieu- en consumenten-ngo's, kleinhandelaars en fabrikanten. Op de bijeenkomsten van het overlegforum van juni 2010 en september 2011 hebben de Commissiediensten een werkdocument voorgesteld met voorstellen voor eisen inzake ecologisch ontwerp en voor een energieefficiëntierangschikking voor stofzuigers. Tijdens een vergadering van deskundigen op 27 februari 2013 zijn ook werkdocumenten besproken. Alle relevante werkdocumenten werden verspreid onder de deskundigen en belanghebbenden en werden gepubliceerd in het CIRCA-systeem van de Commissie, samen met de ontvangen schriftelijke opmerkingen van de betrokken partijen. Bovendien is het initiatief regelmatig tijdens vergaderingen van de diensten van de Commissie met de belanghebbenden en de lidstaten besproken, maar ook met internationale partners. Van het ontwerp van gedelegeerde verordening is kennis gegeven aan de WTO/TBT, om te voorkomen dat er technische handelsbelemmeringen worden geïntroduceerd. Samenvatting van antwoorden en hoe ermee rekening is gehouden In het algemeen wordt een energie-etiketteringsregeling voor stofzuigers overeenkomstig de herschikte energie-etiketteringsrichtlijn goed onthaald door de betrokken partijen en de lidstaten. De volgende antwoorden op de belangrijkste aspecten van het voorstel werden ontvangen: Productomschrijving en -classificatie De apparaten die onder de regeling moeten vallen zijn huishoudelijke en professionele stofzuigers. Nat-, natdroog-, industriële, centrale, batterijgevoede en robotstofzuigers alsmede boenmachines en buitenstofzuigers zijn van de regeling uitgesloten, omdat daarvoor geen prestatienormen bestaan en omdat het milieu-effect ervan relatief klein is vergeleken met het effect van droogstofzuigers. Energie-etiketteringsschalen In overeenstemming met de voorstellen van belanghebbenden is de meeteenheid voor de energie-etikettering het "jaarlijks energieverbruik" (in kWh/j), welke eenheid weer afhangt van het elektriciteitsverbruik (in W) van de stofzuiger en reinigingsprestaties (in stofverwijdering, dpu (dust pick-up)) voor tapijt en harde vloeren met een spleet. 8
NL
PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10.
4
NL
Tijdschema De belanghebbenden stemden in met de invoering van een etiket en zouden het graag zo snel mogelijk toegepast zien. De lidstaten wezen erop dat de verschillende etiketten elkaar niet binnen korte termijnen, zoals een jaar, zouden moeten opvolgen. Zij stelden voor dat er beter slechts twee in plaats van drie verschillende etiketten voor de etiketteringsschaal konden worden gemaakt. Andere informatievoorschriften Heruitstoot van stof, het deel (in %) van fijnstof (0,3-10 μm) dat door de stofzuiger wordt (her)uitgestoten als percentage van het aantal kleine stofdeeltjes dat bij standaardtestcondities bij de inlaat ervan is opgezogen, is door de belanghebbenden aangewezen als belangrijke parameter, met name voor gebruikers met ademhalingsproblemen. Een andere belangrijke parameter en belangrijk verkoopsargument voor bepaalde marktsegmenten is het geluidsvermogen (in dBA re1). Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Input van wetenschappelijke deskundigheid Een voorbereidende studie en een effectbeoordeling verschaften de relevante technische, markt- en economische analyses die nodig waren voor het tot stand brengen van een herziene energie-etiketteringsregeling. De studies werden namens het Directoraat-generaal Energie (DG ENER) van de Commissie uitgevoerd door consortiums van externe consultants. Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen De voorbereidende studie is verricht in een open procedure waarin rekening is gehouden met de bijdragen van relevante belanghebbenden, waaronder fabrikanten en verenigingen van fabrikanten, milieuorganisaties, consumenten- en detailhandelsorganisaties, deskundigen van EU/EER-lidstaten en internationale organisaties als het Internationaal Energieagentschap (IEA). De ontwerpmaatregel is op grond van de TBT-overeenkomst (Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen) aangemeld bij de WTO. Samenvatting van de ingewonnen en benutte adviezen Er werden geen potentieel ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen genoemd. Effectbeoordeling Etikettering moet tezamen met andere beleidsopties, zoals zelfregulering of de invoering van minimumeisen inzake energie-efficiëntie, worden onderzocht. Uit hoofde van artikel 15, lid 4, onder b), van Richtlijn 2005/32/EG is een effectbeoordeling uitgevoerd, waarbij tevens de mogelijkheid van etikettering is onderzocht. De hieronder vermelde opties werden in een vroeg stadium afgewezen:
NL
–
geen EU-maatregelen (huidige wetgeving blijft ongewijzigd, er wordt geen nieuwe wetgeving vastgesteld). Deze optie is verworpen aangezien zij niet te verenigen is met de in de kaderrichtlijnen betreffende ecologisch ontwerp en energie-etikettering neergelegde doelstellingen;
–
ondersteuning van een verbintenis op basis van vrijwilligheid van de relevante sector. Deze optie is verworpen aangezien de branche geen voorstelen in die zin heeft gedaan;
–
uitsluitend eisen inzake ecologisch ontwerp aannemen. Deze optie is verworpen omdat de introductie van stringente eisen op het gebied van ecologisch ontwerp zonder duidelijke uitleg aan de consument hoe dit de reinigingsprestatie zou kunnen
5
NL
beïnvloeden, de markt in ernstige mate zou kunnen verstoren en de aanvaarding van de maatregel door de consument zou kunnen hinderen. Zonder die uitleg zou de maatregel waarschijnlijk ook minder ambitieus moeten zijn; –
alleen een etiketteringsregeling goedkeuren (zonder eisen voor ecologisch ontwerp). Deze optie werd verworpen aangezien de vereiste besparingen hierdoor onmogelijk kunnen worden bereikt.
Daarom is gekozen voor de optie die bestaat uit de vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp, gecombineerd met een etiketteringsregeling, aangezien daardoor de grootste besparingen kunnen worden bereikt en deze combinatie door alle belanghebbenden wordt verkozen. Deze optie zorgt ervoor dat: –
lopende inspanningen op het gebied van energiebesparingen worden gehandhaafd en bevorderd;
–
eerlijke concurrentie en energieprestatieverbeteringen;
–
het kostenefficiënte niveau van energieverbruik wordt bereikt;
–
het concurrentievermogen van de sector wordt ondersteund via de uitbreiding van de Europese interne markt voor duurzame producten;
–
de lasten op de leveranciers, waaronder kmo’s, niet buitensporig zijn, daar de overgangsperioden rekening houden met de herontwerpcycli;
–
er geen negatief effect is op de werkgelegenheid in de EU.
3.
JURIDISCHE ASPECTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
productdifferentiatie
blijven
leiden
tot
Samenvatting van de voorgestelde maatregel In de maatregel zijn nieuwe verplichte informatie-eisen opgenomen voor leveranciers die stofzuigers in de handel brengen en voor handelaars die deze apparaten aanbieden op verkooppunten of door verkoop op afstand, bijvoorbeeld verkoop via catalogi of internet. De werkingssfeer van de maatregel is afgestemd op die van de ontwerpverordening van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG, waarin voor stofzuigers minimumeisen inzake het jaarlijkse energieverbruik, het maximale energieverbruik, de minimale reinigingsprestaties, het maximale geluidsvermogen en de maximale heruitstoot van stof zijn vastgesteld. De meetmethoden en de verificatieprocedure voor markttoezichtsdoeleinden zijn volledig afgestemd op de ontwerpverordening tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG. Rechtsgrondslag Het ontwerp voor een gedelegeerde verordening vormt een uitvoeringsregeling van Richtlijn 2010/30/EU, en met name van artikel 10. Het is gebaseerd op artikel 194 VWEU. Subsidiariteitsbeginsel Het ontwerp voor een gedelegeerde verordening vormt een uitvoeringsmaatregel van Richtlijn 2010/30/EU overeenkomstig artikel 10. Evenredigheidsbeginsel
NL
6
NL
In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel gaat deze maatregel niet verder dan hetgeen nodig is voor het bereiken van de doelstelling. De uitvoeringsmaatregel is opgesteld in de vorm van een gedelegeerde verordening die rechtstreeks toepasselijk is in elke lidstaat. Dit verzekert dat de nationale en Europese overheidsdiensten geen kosten moeten maken voor de omzetting van de uitvoeringswetgeving in nationale wetgeving. Wat de conformiteitsbeoordeling betreft, dekken de extra kosten zowel deze energieetiketteringsmaatregelen als het ecologisch ontwerp. Keuze van het rechtsinstrument Voorgesteld instrument: gedelegeerde verordening. Gevolgen voor de begroting Er zijn geen gevolgen voor de EU-begroting. Evaluatie-/herzienings-/uitdovingsclausule Het ontwerp bevat een herzieningsclausule. Europese Economische Ruimte De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet derhalve ook gelden voor de Europese Economische Ruimte.
NL
7
NL
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE van 3.5.2013 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van stofzuigers (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE, Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten9, en met name artikel 11, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Krachtens Richtlijn 2010/30/EU moet de Commissie gedelegeerde handelingen vaststellen betreffende de etikettering van energiegerelateerde producten die een aanzienlijk energiebesparingspotentieel en een sterk verschil in prestatieniveaus bij een gelijkwaardige functionaliteit vertonen.
(2)
Het energieverbruik van stofzuigers neemt een aanzienlijk deel van het totale energieverbruik in de Gemeenschap voor zijn rekening. Het energieverbruik van stofzuigers kan in hoge mate worden teruggedrongen.
(3)
Nat-, natdroog-, robot-, industriële, centrale en batterijgevoede stofzuigers, boenmachines en buitenstofzuigers hebben bijzondere kenmerken en moeten daarom worden uitgezonderd van de werkingssfeer van deze verordening.
(4)
De informatie op het etiket moet worden verkregen volgens betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meetprocedures, waarbij rekening wordt gehouden met de algemeen erkende meest recente meetmethoden waaronder, indien beschikbaar, geharmoniseerde normen die zijn vastgesteld door de Europese normalisatieorganisaties die worden genoemd in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie10.
(5)
In deze verordening dienen een uniform ontwerp en een uniforme inhoud voor het etiket voor stofzuigers te worden vastgelegd.
(6)
Bovendien moet in deze verordening worden bepaald aan welke eisen de technische documentatie en de productkaart voor stofzuigers moeten voldoen.
(7)
Verder moet in deze verordening worden bepaald aan welke eisen de informatie die dient te worden verstrekt voor vormen van afstandsverkoop van en advertenties en technisch reclamemateriaal voor stofzuigers moet voldoen.
9
PB L 153 van 18.6.2010, blz. 1. PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.
10
NL
8
NL
(8)
Het is passend deze verordening te herzien in het licht van de technologische vooruitgang,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied 1.
In deze verordening worden de eisen inzake de etikettering en de voorziening van aanvullende productinformatie vastgesteld voor op het elektriciteitsnet aan te sluiten stofzuigers, met inbegrip van hybride stofzuigers.
2.
Deze verordening is niet van toepassing op: (a)
nat-, natdroog-, batterijgevoede, robot-, industriële en centrale stofzuigers;
(b)
boenmachines;
(c)
buitenstofzuigers. Artikel 2 Definities
Naast de definities in artikel 2 van Richtlijn 2010/30/EU zijn in het kader van de onderhavige verordening de volgende definities van toepassing:
NL
1.
"stofzuiger": een apparaat dat vuil van een te reinigen oppervlak verwijdert door middel van een luchtstroom die tot stand komt door een binnen de eenheid opgewekte onderdruk;
2.
"hybride stofzuiger": een stofzuiger die door zowel het elektriciteitsnet als batterijen van stroom kan worden voorzien;
3.
"natstofzuiger": een stofzuiger die droog en/of nat materiaal (vuil) van een oppervlakte verwijdert door schoonmaakmiddel op waterbasis of stoom op het te reinigen oppervlak aan te brengen en deze, met het vuil, weer te verwijderen door een luchtstroom die tot stand komt door een binnen de eenheid opgewekte onderdruk, met inbegrip van soorten die algemeen bekend staan als sproeiextractiemachines;
4.
"natdroogstofzuiger": een stofzuiger die zo ontworpen is dat hij een hoeveelheid van meer dan 2,5 liter vocht kan verwijderen, gecombineerd met de functie van een droge stofzuiger;
5.
"droogstofzuiger": een stofzuiger die zo ontworpen is dat hij voornamelijk droog vuil (stof, vezels, draden) kan verwijderen, met inbegrip van soorten die zijn voorzien van een batterijgevoede actieve zuigmond;
6.
"batterijgevoede actieve zuigmond": een zuigmond voorzien van een klopapparaat dat door batterijen wordt gevoed om de vuilverwijdering te ondersteunen;
7.
"batterijgevoede stofzuiger": een stofzuiger die uitsluitend door batterijen wordt gevoed;
8.
"robotstofzuiger": een batterijgevoede stofzuiger die zonder menselijke tussenkomst kan werken binnen een bepaald oppervlak, en die bestaat uit een mobiel gedeelte en een oplaadstation en/of andere accessoires om de werking ervan te ondersteunen;
9
NL
9.
"industriële stofzuiger": een stofzuiger die is ontworpen als onderdeel van een productieproces, die is ontworpen om gevaarlijke stoffen te verwijderen, die is ontworpen om zwaar stof van bouwwerkzaamheden, gieterij, mijnbouw of voedingsindustrie te verwijderen, als onderdeel van een industriële machine of een industrieel werktuig en/of een professionele stofzuiger met een zuigmondbreedte van meer dan 0,50 m;
10.
"professionele stofzuiger": een stofzuiger voor professionele huishouddoeleinden en bedoeld voor gebruik door leken, schoonmaakpersoneel of schoonmaakbedrijven in kantoren, winkels, ziekenhuizen en hotels, als zodanig aangegeven door de fabrikant in de verklaring van overeenstemming overeenkomstig Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad11;
11.
"centrale stofzuiger": een stofzuiger met een vaste (niet-verplaatsbare) onderdrukbron op een bepaalde plaats en met slangaansluitingen op vaste plaatsen in het gebouw;
12.
"boenmachine": een elektrisch apparaat dat bedoeld is om bepaalde soorten vloeren te beschermen, glad te maken en/of weer te doen glanzen, gewoonlijk gebruikt in combinatie met een boenmiddel dat door het apparaat op de vloer moet worden gewreven en gewoonlijk ook uitgerust met een stofzuiger als hulpfunctie;
13.
"buitenstofzuiger": een apparaat dat is ontworpen voor gebruik buitenshuis om afval zoals gemaaid gras en bladeren in een opvangbak te verzamelen door middel van een luchtstroom die tot stand komt door een binnen de eenheid opgewekte onderdruk, dat een versnipperaar kan bevatten en dat soms ook als blazer dienst kan doen;
14.
"groot formaat batterijgevoede stofzuiger": een batterijgevoede stofzuiger die, wanneer hij volledig geladen is, 15 m² vloeroppervlak kan reinigen door twee dubbele gangen te maken op elk vloerdeel zonder te worden opgeladen;
15.
"waterfilterstofzuigers": een droogstofzuiger die meer dan 0,5 liter water gebruikt als filtermedium, waarbij de aangezogen lucht door het water wordt geleid, waardoor het verwijderde droge materiaal op weg door het water daarin achterblijft;
16.
"huishoudstofzuiger": een stofzuiger die bedoeld is voor gebruik in huishoudens of in huiselijke situaties, als zodanig aangegeven door de fabrikant in de verklaring van overeenstemming overeenkomstig Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parlement en de Raad12;
17.
"stofzuiger voor algemene doeleinden": een stofzuiger die is voorzien van een vaste, of ten minste één afneembare zuigmond die bedoeld is voor het reinigen van zowel tapijten als harde vloeren, of die is voorzien van zowel ten minste één afneembare zuigmond die specifiek voor het reinigen van tapijten is ontworpen en ten minste één afneembare zuigmond voor het reinigen van harde vloeren;
18.
"hardevloerenstofzuiger": een stofzuiger die is voorzien van een vaste zuigmond die speciaal is ontworpen voor het reinigen van harde vloeren, of die uitsluitend is voorzien van één of meer afneembare zuigmonden die speciaal zijn ontworpen voor het reinigen van harde vloeren;
19.
"tapijtstofzuiger": een stofzuiger die is voorzien van een vaste zuigmond die speciaal is ontworpen voor het reinigen van tapijten, of die uitsluitend is voorzien van één of
11 12
NL
PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24. PB L 374 van 27.12.2006, blz. 10.
10
NL
meer afneembare zuigmonden die speciaal zijn ontworpen voor het reinigen van tapijten; 20.
"equivalente stofzuiger": een model op de markt gebrachte stofzuiger met eenzelfde toegevoerd vermogen, jaarlijks energieverbruik, stofopname op tapijten en harde vloeren, heruitstoot van stof en geluidsvermogensniveau als een ander model stofzuiger dat onder een ander commercieel codenummer op de markt is gebracht door dezelfde fabrikant. Artikel 3 Verantwoordelijkheden van leveranciers en tijdschema
1.
2.
De leveranciers garanderen dat met ingang van 1 september 2014: a)
elke stofzuiger wordt geleverd met een gedrukt etiket in het formaat en met vermelding van de informatie zoals beschreven in bijlage II;
b)
een productkaart, zoals beschreven in bijlage III, beschikbaar wordt gesteld;
c)
de in bijlage IV bedoelde technische documentatie op verzoek ter beschikking van de instanties van de lidstaten en van de Commissie wordt gesteld;
d)
in elke advertentie voor een specifiek model van een stofzuiger de energieefficiëntieklasse wordt vermeld, indien de advertentie energiegerelateerde of prijsinformatie bevat;
e)
in al het technisch promotiemateriaal betreffende een specifiek model van een stofzuiger waarin de specifieke technische parameters voor dat model worden beschreven, de energie-efficiëntieklasse van dat model wordt vermeld.
De opmaak van het in bijlage II beschreven etiket wordt volgens het volgende tijdschema van toepassing: a)
voor stofzuigers die met ingang van 1 september 2014 op de markt zijn gebracht, moeten de etiketten overeenkomstig etiket 1 van bijlage II zijn;
b)
voor stofzuigers die met ingang van 1 september 2017 op de markt zijn gebracht, moeten de etiketten overeenkomstig etiket 2 van bijlage II zijn. Artikel 4 Verantwoordelijkheden van handelaars
De handelaars garanderen dat met ingang van 1 september 2014:
NL
a)
elk model stofzuiger dat in het verkooppunt wordt uitgestald, het etiket vertoont dat door de leveranciers overeenkomstig artikel 3 is verstrekt, welk etiket hetzij aan de buitenzijde van het apparaat is aangebracht of op een zodanige wijze eraan is gehangen, dat het duidelijk zichtbaar is;
b)
stofzuigers die te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden en waarbij van de eindgebruiker niet kan worden verwacht dat hij het product uitgestald te zien krijgt, als gespecificeerd in artikel 7 van Richtlijn 2010/30/EU, in de handel worden gebracht met de overeenkomstig bijlage V bij deze verordening door de leverancier te verstrekken informatie;
c)
in elke advertentie voor een specifiek model stofzuiger de energieefficiëntieklasse wordt vermeld indien de advertentie energiegerelateerde of prijsinformatie bevat.
11
NL
d)
in al het technisch promotiemateriaal betreffende een specifiek model stofzuiger waarin de specifieke technische parameters voor dat model worden beschreven, de energie-efficiëntieklasse van dat model wordt vermeld. Artikel 5 Meetmethoden
De op grond van de artikelen 3 en 4 te verstrekken informatie wordt verkregen met behulp van betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meet- en berekeningsmethoden, waarbij rekening wordt gehouden met de erkende meest recente meet- en berekeningsmethoden, zoals uiteengezet in bijlage VI. Artikel 6 Controleprocedure met het oog op markttoezicht De lidstaten passen de procedure van bijlage VII toe om te beoordelen of de opgegeven energie-efficiëntieklasse, reinigingsprestatieklasse en stofheruitstootklasse, en het jaarlijkse energieverbruik en het geluidsvermogensniveau kloppen. Artikel 7 Herziening Uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding ervan evalueert de Commissie deze verordening in het licht van de technologische vooruitgang. Tijdens de evaluatie worden met name de in bijlage VII vastgestelde controletoleranties beoordeeld, alsmede of de batterijgevoede stofzuigers van groot formaat in de werkingssfeer van de verordening moeten worden opgenomen en of het doenlijk is meetmethoden te gebruiken voor jaarlijkse eisen ten aanzien van energieverbruik, stofopname en heruitstoot van stof die zijn gebaseerd op een gedeeltelijk gevulde in plaats van een lege stofcontainer. Artikel 8 Overgangsbepaling Deze verordening is waterfilterstofzuigers.
met
ingang
van
1
september
2017
van
toepassing
op
Artikel 9 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, op 3.5.2013
Voor de Commissie De Voorzitter José Manuel BARROSO
NL
12
NL