EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 17.10.2014 C(2014) 7484 final
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE van 17.10.2014 tot correctie van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 ten aanzien van de melding van aanmerkelijke netto shortposities in overheidsschuld
(Voor de EER relevante tekst)
NL
NL
TOELICHTING 1.
ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van definities, de berekening van netto shortposities, gedekte kredietverzuimswaps op overheidsschuld, meldingsdrempels, liquiditeitsdrempels voor het opschorten van beperkingen, aanmerkelijke dalingen in de waarde van financiële instrumenten en ongunstige gebeurtenissen is op 5 juli 2012 vastgesteld. Artikel 13, lid 3, van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie moet door middel van een corrigerende handeling worden gecorrigeerd om voor de markt voor rechtszekerheid te zorgen betreffende de methode van berekening van posities voor juridische entiteiten binnen een groep die long- of shortposities met betrekking tot een bepaalde emittent hebben. 2.
RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE VASTSTELLING VAN DE HANDELING
Deze gedelegeerde verordening van de Commissie neemt het door ESMA op 19 april 2012 verstrekte technisch advies (ESMA/2012/263) in aanmerking. Dit initiatief beoogt een specifieke bepaling van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie te corrigeren om rechtszekerheid te verschaffen ingevolge een door ESMA op 23 oktober 2013 ingediend verzoek om verduidelijking (ESMA/2013/1395). De maatregelen waarop de onderhavige gedelegeerde verordening van de Commissie betrekking heeft, dragen bij tot het bereiken van verdere rechtszekerheid. De voorgestelde correctie van artikel 13, lid 3, van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie zal aan marktdeelnemers en nationale toezichthouders ten goede komen in termen van rechtszekerheid bij de toepassing van de betrokken bepaling en de bepaling van artikel 3 van Verordening (EU) No 236/2012, die artikel 13 van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie specificeert, overeenkomstig de machtiging die wordt verstrekt in artikel 3, lid 7, van Verordening (EU) No 236/2012. 3.
JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Volgens punt c) van artikel 3, lid 7, van Verordening (EU) No 236/2012 is de Commissie gemachtigd gedelegeerde handelingen vast te stellen tot specificatie van de methode voor het berekenen van posities voor de toepassing van de leden 3, 4 en 5 van dat artikel wanneer verschillende entiteiten in een groep long- of shortposities hebben of voor fondsbeheeractiviteiten met betrekking tot afzonderlijke fondsen. De leden 3 en 5 van artikel 3 van Verordening (EU) nr. 236/2012 verwijzen niet alleen naar de berekening van posities in aandelen, maar ook naar de berekening van posities met betrekking tot de uitgegeven overheidsschuld van een overheidsemittent. Artikel 13 van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie specificeert overeenkomstig de in artikel 3, lid 7, onder c), van Verordening (EU) nr. 236/2012 verleende machtiging de methode van berekening van posities voor juridische entiteiten binnen een groep die long- of shortposities hebben met betrekking tot een bepaalde emittent. Hoewel artikel 13 van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie in de methode van berekening van posities voor zowel
NL
2
NL
geplaatst kapitaal als voor uitgegeven overheidsschuld voorziet, verwijst artikel 13, lid 3, niettemin expliciet alleen naar het geval van bereiking of overschrijding van de meldingsdrempel van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 236/2012 (d.w.z. de drempel voor de melding aan de bevoegde autoriteiten van aanmerkelijke netto shortposities in aandelen), hoewel het ook expliciet naar de meldingsdrempel van artikel 7 van Verordening (EU) nr. 236/2012 (d.w.z. de drempel voor de melding aan de bevoegde autoriteiten van aanmerkelijke netto shortposities in overheidsschuld) zou moeten verwijzen. Voorts blijkt de noodzaak van correctie ook uit het feit dat hetzelfde artikel 13, lid 3, van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie later in de tekst expliciet verwijst naar meldingen en openbaarmakingen overeenkomstig de artikelen 5 tot 11 van Verordening (EU) nr. 236/2012 van de Commissie, inclusief dus artikel 7 van dezelfde verordening, dat naar netto shortposities in overheidsschuld verwijst. Het is bijgevolg noodzakelijk artikel 13, lid 3, van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie te corrigeren door "artikel 5" door "de artikelen 5 en 7" te vervangen teneinde negatieve gevolgen van rechtsonzekerheid te vermijden. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting.
NL
3
NL
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE van 17.10.2014 tot correctie van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 ten aanzien van de melding van aanmerkelijke netto shortposities in overheidsschuld (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps1, en met name artikel 3, lid 7, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Artikel 13 van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/20122 van de Commissie specificeert, overeenkomstig de in artikel 3, lid 7, onder c), van Verordening (EU) nr. 236/2012 verleende machtiging, de methode van berekening van posities voor juridische entiteiten binnen een groep die long- of shortposities hebben met betrekking tot een bepaalde emittent. Artikel 13 van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 voorziet in de methode van berekening van posities voor zowel geplaatst kapitaal als uitgegeven overheidsschuld. Artikel 13, lid 3, van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 verwijst momenteel alleen naar de meldingsdrempel van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 236/2012, betreffende aanmerkelijke netto shortposities in aandelen, hoewel het ook naar de meldingsdrempel van artikel 7 van Verordening (EU) nr. 236/2012 betreffende aanmerkelijke netto shortposities in overheidsschuld zou moeten verwijzen.
(2)
Om rechtsonzekerheid te vermijden, moet gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 bijgevolg dienovereenkomstig worden gecorrigeerd,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 In artikel 13, lid 3, van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 wordt de eerste zin vervangen door het volgende: "3. Wanneer een netto shortpositie de meldingsdrempel overeenkomstig de artikelen 5 en 7 of openbaarmakingsdrempel overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) nr. 236/2012 bereikt of overschrijdt, meldt en openbaart een juridische entiteit binnen de groep 1 2
NL
PB L 86 van 24.3.2012, blz. 1. Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 918/2012 van de Commissie van 5 juli 2012 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 236/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende short selling en bepaalde aspecten van kredietverzuimswaps ten aanzien van definities, de berekening van netto shortposities, gedekte kredietverzuimswaps op overheidsschuld, meldingsdrempels, liquiditeitsdrempels voor het opschorten van beperkingen, aanmerkelijke dalingen in de waarde van financiële instrumenten en ongunstige gebeurtenissen (PB L 274 van 9.10.2012, blz. 1).
4
NL
overeenkomstig de artikelen 5 tot en met 11 van Verordening (EU) nr. 236/2012 de overeenkomstig lid 1 berekende netto shortpositie in een bepaalde emittent mits geen overeenkomstig lid 2 berekende netto shortpositie op groepsniveau een meldings- of openbaarmakingsdrempel bereikt of overschrijdt." Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, op 17.10.2014
Voor de Commissie De Voorzitter José Manuel BARROSO
NL
5
NL