EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 27.4.2015 C(2015) 2623 final
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE van 27.4.2015 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen en pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties
(Voor de EER relevante tekst)
NL
NL
TOELICHTING 1.
ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Motivering en doelstellingen van het voorstel Verwarmingsketels voor vaste brandstoffen worden in de EU breed gebruikt voor verwarmingsdoeleinden en leveren soms ook warm drinkwater en warm water voor sanitaire toepassingen. De meeste momenteel verkochte verwarmingsketels voor vaste brandstoffen werken op biomassa en/of fossiele brandstoffen, maar er worden ook nieuwe technologieën zoals verwarmingsketels met warmtekrachtkoppeling en pakketten met een combinatie van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen en zonne-energie-installaties en/of temperatuurregelaars geïntroduceerd op de markt. Het milieueffect van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen in de EU is aanzienlijk. Het huidige energieverbruik van dergelijke ketels in de gebruiksfase wordt geraamd op 608 PJ (14,5 Mtoe). Het doel van deze verordening is om een geharmoniseerde regeling voor de etikettering van producten naargelang van hun energie-efficiëntie en energieverbruik in te voeren en te voorzien in standaardproductinformatie voor de consument. De etiketteringseisen vormen ook een dynamische stimulans voor fabrikanten om de energie-efficiëntie van hun producten te verbeteren en de marktpenetratie van hoogrenderende onafhankelijk werkende verwarmingsketels voor vaste brandstoffen en pakketten van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen in combinatie met aanvullende verwarmingstoestellen, zonne-energie-installaties en temperatuurregelaars te versnellen. De verordening vormt een aanvulling op de voorgestelde verordening van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp betreft voor toestellen voor lokale ruimteverwarming die vaste brandstoffen gebruiken. Algemene context Een van de voornaamste redenen waarom nog steeds veel laagrenderende verwarmingsketels voor vaste brandstoffen worden verkocht, is dat de eindgebruikers hun aankoop vaak baseren op de aankoopkosten en niet kijken naar de kost van het product tijdens zijn gehele levenscyclus. Dit wordt in de hand gewerkt door de huidige praktijk waarbij de milieukost niet volledig in de energiekost wordt opgenomen. Bovendien is de informatie over de energieefficiëntie bij de aankoop van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen beperkt, wat zorgt voor asymmetrische informatie, in het bijzonder als die verwarmingsketels met andere producten worden gecombineerd. Het resultaat is dat de eindgebruikers vaak kansen missen voor een kosteneffectieve verbetering van hun energie-efficiëntie. Een ander probleem is dat van de zogenaamde "gescheiden prikkels". De eigenaar van een gebouw bijvoorbeeld, die een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen aankoopt en installeert, beoogt vooral een lage aankoopprijs, met als mogelijk gevolg dat de huurder hogere energierekeningen moet betalen. Voorts ontbreekt het de handelaars die verwarmingsketels voor vaste brandstoffen verkopen aan eindgebruikers en die ketels doorgaans ook installeren aan gestandaardiseerde informatie die vereist is om eindgebruikers pakketten van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen aan te bieden.
NL
2
NL
Dit voorstel heeft tot doel deze marktbelemmeringen weg te werken door het invoeren van EU-energie-etiketten voor onafhankelijk werkende verwarmingsketels voor vaste brandstoffen en voor pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen in combinatie met andere verwarmingsproducten. Bij dit voorstel wordt de bekende A-G-schaal voor de verschillende types verwarmingsketels voor vaste brandstoffen geïntroduceerd. Daarbij zijn de topklassen A+, A++ en A+++ bedoeld om het gebruik van warmtekrachtkoppeling en een efficiënt gebruik van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen. Gestandaardiseerde productinformatie zal beschikbaar worden gesteld aan eindgebruikers in de vorm van "productkaarten" (d.w.z. informatieberichten) op het internet en in reclame. Het doel van dit voorstel is om het energieverbruik van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen te verminderen. Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Bovenop een voorgestelde uitvoeringsmaatregel inzake ecologisch ontwerp waarbij minimumenergie-efficiëntie-eisen voor verwarmingsketels voor vaste brandstoffen worden ingevoerd, worden de milieuprestaties van de desbetreffende producten eveneens behandeld in de volgende maatregelen, afgezien dan van het aspect van energie-etikettering: –
Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen1;
–
Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie2.
Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie Een bevordering van de marktpenetratie van efficiënte verwarmingsketels voor vaste brandstoffen draagt bij tot de uitvoering van de Europa 2020-agenda en de daarin vervatte doelstelling van een energiebesparing met 20% tegen 2020, als onderdeel van een campagne voor een efficiënter en duurzamer gebruik van natuurlijke rijkdommen, de bescherming van het milieu, de versterking van de leidende rol van de EU bij de ontwikkeling van groene technologieën, een verbetering van het ondernemingsklimaat en het maken van meer geïnformeerde keuzes door de consument. Een bevordering van de marktpenetratie van efficiënte verwarmingsketels voor vaste brandstoffen die gebruikmaken van biomassa draagt bovendien met name bij tot de verwezenlijking van de doelstelling van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen3. Bij die richtlijn zijn bindende streefcijfers voor de lidstaten vastgesteld om ervoor te zorgen dat een bepaald aandeel van hun energieverbruik in 2020 hernieuwbaar is, wat het gecombineerde aandeel daarvan voor de EU op 20% moet brengen. De lidstaten hebben hun nationale actieplannen voor hernieuwbare energie toegezonden aan de Commissie, en daaruit blijkt dat bio-energie voor ongeveer de helft zal bijdragen tot het bereiken van het EU-
1 2 3
NL
PB L 153 van 18.6.2010, blz. 13. PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1. PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16.
3
NL
streefcijfer. Aangezien de bronnen van biomassa beperkt zijn, is een energie-efficiënt gebruik van bio-energie van groot belang. De aanpak in dit voorstel leunt zo dicht mogelijk aan bij die inzake de energie-etiketteringseisen voor verwarmingsketels en verwarmingstoestellen die andere brandstoffen gebruiken dan vaste brandstoffen, zoals ontwikkeld in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 811/2013 van 18 februari 2013 van de Commissie houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van ruimteverwarmingstoestellen, combinatieverwarmingstoestellen, pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties en pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties betreft4. 2.
RAADPLEGING VOORAFGAAND AAN DE GOEDKEURING VAN DE HANDELING
Raadpleging van de betrokken partijen Vanaf het allereerste begin van de voorbereidende studie werden internationale en EUbelanghebbenden en deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Voorts werd het aspect energie-etikettering samen met de potentiële eisen inzake ecologisch ontwerp besproken in het bij de kaderrichtlijn inzake ecologisch ontwerp5 opgerichte Overlegforum. Het overlegforum is samengesteld uit deskundigen van de lidstaten en vertegenwoordigers van de fabrikanten, handelaars, milieu-ngo's en consumentenverenigingen. Tijdens de bijeenkomst van het overlegforum op 12 juli 2012 legden de diensten van de Commissie een werkdocument voor in verband met de eisen inzake ecologisch ontwerp en energieefficiëntiebeoordeling voor verwarmingsketels voor vaste brandstoffen. Alle relevante werkdocumenten werden naar de lidstaten, het Europees Parlement en de belanghebbenden verzonden, terwijl de werkdocumenten voor het Overlegforum samen met de door belanghebbenden schriftelijk toegezonden opmerkingen in het CIRCA-systeem van de Commissie werden gepubliceerd. Bovendien werd het initiatief bilateraal besproken tussen vertegenwoordigers van de Commissie en de diverse betrokken partijen en lidstaten. In overeenstemming met de Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen werd het ontwerp van gedelegeerde verordening op 26 juni 2013 aan de Wereldhandelsorganisatie gemeld. Samenvatting van de antwoorden en hoe ermee rekening is gehouden In het algemeen wordt een energie-etiketteringsregeling voor verwarmingsketels voor vaste brandstoffen ondersteund door de belanghebbenden en de lidstaten. Het standpunt van de voornaamste belanghebbenden inzake cruciale elementen van het Commissievoorstel kan als volgt worden samengevat:
4 5
NL
PB L 239 van 6.9.2013, blz. 1. PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10.
4
NL
Productbereik De lidstaten en de belanghebbenden stemden ermee in dat het toepassingsgebied ook pakketten moet omvatten waarin verwarmingsketels voor vaste brandstoffen zijn gecombineerd met zonne-energie-installaties en/of temperatuurregelaars. Het etiket De lidstaten en de belanghebbenden waren het erover eens dat dezelfde etiketten voor producten/productpakketten en dezelfde efficiëntieklassen moeten worden gebruikt als bij verwarmingsketels die andere brandstoffen gebruiken dan vaste brandstoffen. De lidstaten waren het ermee eens om geen A-G-schaal in te voeren voor de efficiëntie van waterverwarming, hoewel dit bij de evaluatie opnieuw moet worden bekeken. De lidstaten en milieu-ngo's ondersteunden het beginsel om een biomassafactor ("biomass label factor") in te voeren teneinde de verkoop van verwarmingsketels op biomassa niet te benadelen ten opzichte van ketels waarin olie of gas wordt verbrand. De meeste vertegenwoordigers van de verwarmingsindustrie hadden vragen bij deze aanpak, maar hebben geen alternatief voorgesteld. Wat de specifieke waarde voor deze biomassafactor betreft, hebben de milieu-ngo's argumenten gegeven voor een vrij lage waarde van 1,15 wat zou inhouden dat verwarmingsketels op biomassa in de klassen A+ tot en met C zouden vallen. De meeste lidstaten gaven de voorkeur aan een aanzienlijk hogere waarde die het voor verwarmingsketels op biomassa mogelijk zou maken om de hogere klassen te bereiken die ook voor warmtepompen toegankelijk zijn. De geselecteerde waarde van 1,45 maken het voor de beste verwarmingsketels op biomassa mogelijk de A++-klasse te bereiken. Eén lidstaat en diverse milieu-ngo's drongen eropaan op het etiket ook informatie over de emissieniveaus te verstrekken. Andere lidstaten zagen daartoe geen redenen. In de voorgestelde verordening is rekening gehouden met de opmerkingen van de belanghebbenden en de lidstaten. Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Input van wetenschappelijke deskundigen Externe deskundigheid werd voornamelijk verzameld in het kader van de voorbereidende studie, waarin technische, milieutechnische en economische analyses werden uitgevoerd door een consortium van externe consultants namens het directoraat-generaal Energie van de Commissie. Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen De voorbereidende studie vond plaats in een open proces, waarbij rekening werd gehouden met de input van relevante belanghebbenden, waaronder fabrikanten, installateurs, kleinhandelaars en organisaties daarvan, milieu-ngo's, consumentenverenigingen en deskundigen. Samenvatting van de ingewonnen en benutte adviezen Er werden geen potentieel ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen genoemd.
NL
5
NL
Effectbeoordeling Een effectbeoordeling van de verschillende beleidsmaatregelen is uitgevoerd op grond van artikel 15, lid 4, onder b), van Richtlijn 2009/125/EG. Er werd een evaluatie gemaakt van verscheidene beleidsopties om een markttransformatie die overeenstemt met een passend ambitieniveau, te bewerkstelligen, inclusief het scenario van ongewijzigd beleid ('business as usual'), zelfregulering, uitsluitend energie-etikettering, uitsluitend eisen inzake ecologisch ontwerp en een combinatie van de laatste twee opties, met en zonder etikettering met betrekking tot de emissie van zwevende deeltjes. Gezien echter het duidelijke door de wetgever verstrekte mandaat om eisen inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering voor verwarmingsketels voor vaste brandstoffen vast te stellen, werden andere opties dan een uitvoerende wetgevingshandeling slechts beperkt geanalyseerd en lag de nadruk op de beoordeling van de voorgestelde uitvoeringsverordeningen. De effecten van de beleidsscenario's voor invoering van energie-etiketten werden beoordeeld door deze te vergelijken met het "business as usual"-scenario. Op basis van een kostenbatenanalyse, werd een combinatie van eisen inzake ecologisch ontwerp en etikettering geselecteerd als de voorkeursoptie om het probleem van de gebrekkige marktintroductie van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen met verbeterde milieuprestaties op te lossen; die combinatie voldoet namelijk het best aan de eisen van de richtlijn voor ecologisch ontwerp en de richtlijn voor energie-etikettering. Bijgevolg werd gekozen voor de optie van invoering van een regeling voor de etikettering van de energie-efficiëntie van producten en pakketten, samen met de invoering van eisen inzake ecologisch ontwerp, aangezien die optie leidt tot de grootste energiebesparing. De effectbeoordeling heeft aangetoond dat de toepassing van een biomassafactor consistent is met de bevordering van hernieuwbare energie. 3.
JURIDISCHE ASPECTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Samenvatting van de voorgestelde maatregel Bij de maatregel worden nieuwe bindende eisen inzake energie-etikettering en standaardproductinformatie vastgesteld voor leveranciers die verwarmingsketels voor vaste brandstoffen of pakketten van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en/of zonne-energie-installaties in de handel brengen en/of installeren en voor handelaren die onafhankelijk werkende verwarmingsketels voor vaste brandstoffen en pakketten van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en/of zonne-energie-installaties aanbieden. Ketels die uitsluitend warmte opwekken voor het verstrekken van warm drinkwater en warm water voor sanitaire toepassingen, ketels voor het opwarmen en distribueren van gasvormige media voor warmteoverdracht en ketels met warmtekrachtkoppeling met een elektrisch vermogen van 50 kW of meer zijn uitgesloten, omdat zij ook zijn uitgesloten van de verordening inzake energie-etikettering voor verwarmingsketels die andere brandstoffen gebruiken dan vaste brandstoffen. Ketels die uitsluitend niet-houtachtige biomassa gebruiken zijn eveneens uitgesloten omdat zij uitsluitend in specifieke gevallen worden gebruikt.
NL
6
NL
De schaalindeling inzake energie-efficiëntie van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen is gebaseerd op de regeling die geldt voor verwarmingsketels en verwarmingstoestellen die andere brandstoffen gebruiken dan vaste brandstoffen. Er wordt een identiek etiket ingevoerd voor verwarmingsketels voor vaste brandstoffen op hetzelfde tijdstip dat het etiket voor andere verwarmingsketels en -toestellen wordt ingevoerd. Dit gebeurt in twee fasen. Eerst komt er een etiket met schaal A++ tot G en later wordt er een nieuwe klasse A+++ toegevoegd bovenaan de etiketteringsschaal teneinde de samenhang te waarborgen met de aanpak voor andere verwarmingsketels en -toestellen. Er wordt een biomassafactor geïntroduceerd om zowel de energie-efficiëntie van ketels voor biomassa te bevorderen (wat de aanpak die geldt voor andere verwarmingsbronnen met hernieuwbare energie, niet zal doen voor verwarmingsketels op biomassa), als de bevordering van hernieuwbare brandstoffen in plaats van fossiele brandstoffen voort te zetten (wat de aanpak die geldt voor fossiele brandstoffen, niet zal doen voor biomassa). Als een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen verschillende types vaste brandstoffen kan gebruiken, wordt de plaats op de efficiëntieschaal bepaald door de brandstof waarvoor de ketel geoptimaliseerd is. De wetgeving zal opnieuw worden geëvalueerd op het moment dat de evaluatie plaatsvindt van de eisen inzake energieetikettering voor verwarmingsketels en -toestellen die andere brandstoffen gebruiken dan vaste brandstoffen. Voorts wordt gestandaardiseerde productinformatie ingevoerd voor verwarmingsketels voor vaste brandstoffen, zoals een productkaart en technische documentatie, en worden eisen vastgesteld inzake te verstrekken informatie bij elke vorm van verkoop op afstand van dergelijke ketels en in alle advertenties en reclamemateriaal voor dergelijke toestellen. Aangezien verwarmingsketels voor vaste brandstoffen kunnen worden verkocht in pakketten samen met andere verwarmingsproducten zoals zonne-energie-installaties en temperatuurregelaars, worden een etiket voor pakketten en een begrijpelijke berekening op de productkaart ingevoerd om aan de eindgebruiker informatie te verstrekken over het algemeen rendement van het pakket. De leveranciers en ook de handelaars mogen het etiket en de productkaart voor het pakket uitreiken. Het combinatie-etiket is gebaseerd op de eengemaakte efficiëntieschaal voor waterverwarming met klassen van G tot en met A+++, waarbij de potentieel grotere energie-efficiëntie van deze pakketten wordt weergegeven. De voorgestelde product- en combinatie-etiketten en de standaardproductinformatie gaan het gebrek aan informatie tegen voor mensen die verwarmingsketels voor vaste brandstoffen willen aankopen, evenals de "gescheiden prikkels" voor eigenaars van gebouwen en huurders. De bij deze verordening ingevoerde meetmethoden en controleprocedures voor markttoezicht zijn afgestemd op die in de voorgestelde uitvoeringsmaatregel inzake ecologisch ontwerp. Rechtsgrondslag Deze gedelegeerde verordening legt Richtlijn 2010/30/EU ten uitvoer, met name artikel 10 daarvan. Subsidiariteitsbeginsel De verordening legt Richtlijn 2010/30/EU ten uitvoer, met name artikel 10 daarvan.
NL
7
NL
Evenredigheidsbeginsel In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel gaat deze maatregel niet verder dan hetgeen nodig is voor het bereiken van de doelstelling. Deze aanvullende maatregel heeft de vorm van een gedelegeerde verordening die rechtstreeks toepasselijk is in elke lidstaat. Daardoor wordt voorkomen dat nationale en EUbestuursorganen kosten moeten dragen voor de omzetting van de tenuitvoerleggingswetgeving in nationaal recht. Keuze van het rechtsinstrument Voorgesteld instrument: gedelegeerde verordening. Gevolgen voor de begroting Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie. AANVULLENDE INFORMATIE Evaluatie-/herzienings-/uitdovingsclausule Het ontwerp bevat een evaluatieclausule. Europese economische ruimte De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet bijgevolg worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte (EER).
NL
8
NL
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE van 27.4.2015 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen en pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten6, en met name artikel 10, Overwegende hetgeen volgt:
NL
(1)
Op grond van Richtlijn 2010/30/EU moet de Commissie gedelegeerde handelingen vaststellen met betrekking tot de etikettering van energiegerelateerde producten die een significant potentieel voor besparingen van energie bieden en die een soortgelijke werking hebben, maar sterk verschillen wat de prestatieniveaus betreft.
(2)
Ruimteverwarmingstoestellen met een gelijkwaardige functionaliteit, inclusief verwarmingsketels voor vaste brandstoffen, vertonen een grote variëteit wat hun energie-efficiëntie betreft. De energie die door verwarmingsketels voor vaste brandstoffen wordt verbruikt om ruimtes binnenshuis te verwarmen, vormt een groot deel van de totale energievraag in de Unie. De mogelijkheden om het energieverbruik van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen te verminderen zijn aanzienlijk en omvatten ook het combineren van deze toestellen met geschikte temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties; derhalve moeten ook pakketten bestaande uit een verwarmingstoestel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties worden onderworpen aan de eisen voor energie-etikettering.
(3)
Ketels die uitsluitend warmte opwekken voor het verstrekken van warm drinkwater en warm water voor sanitaire toepassingen, ketels voor het opwarmen en distribueren van gasvormige media voor warmteoverdracht, ketels met warmtekrachtkoppeling met een minimaal elektrisch vermogen van 50 kW en ketels voor niet-houtachtige biomassa
6
PB L 153 van 18.6.2010, blz. 1.
9
NL
hebben specifieke technische kenmerken en moeten derhalve worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze verordening. (4)
Er moeten geharmoniseerde bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot etikettering en standaardproductinformatie inzake de energie-efficiëntie van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen teneinde de fabrikanten te motiveren om de energie-efficiëntie van deze verwarmingsketels te verhogen, om eindgebruikers aan te moedigen energie-efficiënte producten aan te kopen en om bij te dragen tot de goede werking van de interne markt.
(5)
Teneinde consumenten vergelijkbare informatie over verwarmingsketels voor vaste brandstoffen ter beschikking te stellen, moet een efficiëntieschaal worden ingevoerd die coherent is met Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 811/2013 van 18 februari 2013 van de Commissie ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van ruimteverwarmingstoestellen, combinatieverwarmingstoestellen, pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties en pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties betreft7. Als de aanpak van die gedelegeerde verordening wordt gevolgd, zou dat geen bevordering inhouden van de energie-efficiëntie van verwarmingsketels op biomassa. Als de aanpak wordt gevolgd die is gehanteerd voor fossiele brandstoffen, zou dat niet sporen met de doelstelling van bevordering van hernieuwbare energie overeenkomstig Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen8. Het is derhalve passend om bij deze verordening een specifieke aanpak te introduceren voor verwarmingsketels op biomassa, namelijk door invoering van een biomassafactor (de 'biomass label factor') die op dergelijk niveau is vastgesteld dat klasse A++ uitsluitend kan worden bereikt door ketels op biomassa met rookgascondensor.
(6)
De op het etiket te vermelden informatie moet worden verkregen door middel van betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meet- en berekeningsmethoden die beantwoorden aan erkende moderne meet- en berekeningstechnieken, met inbegrip van, voor zover beschikbaar, geharmoniseerde normen die door Europese normalisatie-instanties in overeenstemming met de procedures van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie9, zijn opgesteld met het oog op de vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp.
(7)
In deze verordening moeten een eenvormig ontwerp en een eenduidige inhoud van de etiketten voor verwarmingsketels voor vaste brandstoffen worden omschreven.
(8)
Voorts moeten bij deze verordening eisen worden vastgesteld voor de productkaart en de technische documentatie van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen.
(9)
Daarnaast moeten bij deze verordening eisen worden vastgesteld voor de informatie die moet worden verstrekt bij elke vorm van verkoop op afstand van
7
PB L 239 van 6.9.2013, blz. 1. PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16. PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.
8 9
NL
10
NL
verwarmingsketels voor vaste brandstoffen, alsook in de reclame en het technisch promotiemateriaal voor dergelijke verwarmingsketels. (10)
Wanneer de etiketten en de productinformatie zijn gebaseerd op de productkaarten van de leveranciers, moet worden gewaarborgd dat de eindgebruiker een gemakkelijke toegang heeft tot informatie over de energieprestatie van pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen in combinatie met aanvullende verwarmingstoestellen, zonne-energie-installaties en temperatuurregelaars.
(11)
Het is passend te voorzien in de eventuele herziening van het bepaalde in deze verordening teneinde rekening te houden met de technologische vooruitgang,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied 1.
Bij deze verordening worden eisen vastgesteld voor de energie-etikettering van en het verstrekken van aanvullende productinformatie over verwarmingsketels voor vaste brandstoffen met een nominale warmteafgifte van maximaal 70 kW en pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen met een nominale warmteafgifte van maximaal 70 kW, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties.
2.
Deze verordening is niet van toepassing op: (a)
ketels die uitsluitend warmte opwekken voor het verstrekken van warm drinkwater en warm water voor sanitaire toepassingen;
(b)
ketels voor het opwarmen en distribueren van gasvormige media voor warmteoverdracht zoals damp of lucht;
(c)
ketels met warmtekrachtkoppeling met een maximum elektrisch vermogen van 50 kW of meer;
(d)
ketels voor niet-houtachtige biomassa. Artikel 2 Definities
In aanvulling op de in artikel 2 van Richtlijn 2010/30/EU vastgestelde definities gelden voor de doeleinden van deze verordening de volgende definities: 1.
NL
"verwarmingsketel voor vaste brandstoffen": een installatie uitgerust met één of meer warmtegeneratoren op vaste brandstoffen, die warmte levert aan een centraal verwarmingssysteem dat is gevuld met water, om de binnentemperatuur in één of meer gesloten ruimtes op een gewenst niveau te brengen en te handhaven, met een warmteverlies aan de omringende lucht van niet meer dan 6% van de nominale warmteafgifte;
11
NL
NL
2.
"centraal verwarmingssysteem op basis van water": een systeem dat water als middel voor de warmteoverdracht gebruikt om centraal opgewekte warmte te distribueren over warmtelichamen voor ruimteverwarming in gebouwen, of delen daarvan; met inbegrip van blok- of stadsverwarmingsnetwerken;
3.
"warmtegenerator voor vaste brandstoffen": het onderdeel van een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen dat warmte opwekt door verbranding van vaste brandstoffen;
4.
"nominale warmteafgifte" of "Pr": de aangegeven warmteafgifte van een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen bij het voorzien van verwarming voor gesloten ruimtes met de desbetreffende voorkeurbrandstof, uitgedrukt in kW;
5.
"vaste brandstof": een brandstof die in normale temperaturen binnenshuis een vaste vorm heeft, met inbegrip van vaste biomassa en vaste fossiele brandstoffen;
6.
"biomassa": de biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van biologische herkomst uit de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, met inbegrip van visserij en aquacultuur, alsmede de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval;
7.
"houtachtige biomassa": biomassa afkomstig van bomen, heesters en struiken, met inbegrip van stamhout, verspaand hout, hout samengeperst tot pellets, hout samengeperst tot briketten en zaagsel;
8.
"niet-houtachtige biomassa": andere biomassa dan houtachtige biomassa met inbegrip van stro, miscanthus, riet, korrels, granen, olijfpitten, perskoeken van olijven en notendoppen;
9.
"fossiele brandstoffen": andere brandstoffen dan biomassa, met inbegrip van antraciet, bruinkool, cokes en bitumineuze steenkool; voor de doeleinden van deze verordening valt ook turf hieronder;
10.
"verwarmingsketel op biomassa": verwarmingsketel voor vaste brandstoffen met biomassa als voorkeurbrandstof;
11.
"verwarmingsketel voor niet-houtachtige biomassa": verwarmingsketel met niethoutachtige biomassa als voorkeurbrandstof en waarvoor houtachtige biomassa, fossiele brandstoffen of een mengsel van biomassa en fossiele brandstoffen niet als andere geschikte brandstoffen zijn genoemd;
12.
"voorkeurbrandstof": de enige vaste brandstof die overeenkomstig de instructies van de leverancier bij voorkeur in de verwarmingsketel moet worden gebruikt;
13.
"andere geschikte brandstof": een andere vaste brandstof dan de voorkeurbrandstof die overeenkomstig de instructies van de leverancier in de verwarmingsketel voor vaste brandstoffen kan worden gebruikt, waaronder begrepen alle brandstoffen die vermeld zijn in de gebruiksaanwijzing voor installateurs en eindgebruikers, op vrij toegankelijke websites van de leverancier, in technisch promotiemateriaal en in advertenties;
12
NL
NL
14.
"verwarmingsketel voor vaste brandstoffen met warmtekrachtkoppeling": verwarmingsketel voor vaste brandstoffen die tegelijk warmte en elektriciteit genereert;
15.
"aanvullend verwarmingstoestel": een secundaire verwarmingsketel of warmtepomp die valt onder het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 811/2013 of een secundaire verwarmingsketel voor vaste brandstoffen die extra warmte genereert wanneer de warmtevraag groter is dan de nominale warmteafgifte van de primaire verwarmingsketel voor vaste brandstoffen;
16.
"temperatuurregelaar": het apparaat dat met de eindgebruiker communiceert ten aanzien van de waarden en tijden van de gewenste binnentemperatuur en dat relevante gegevens levert aan een interface van de verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, zoals een centrale verwerkingseenheid, om zo de binnentemperatuur/temperaturen te helpen regelen;
17.
"zonne-energie-installatie": een systeem uitsluitend op zonne-energie, een zonnecollector, een warmwatertank op zonne-energie of een pomp in het collectorcircuit, elk afzonderlijk in de handel gebracht;
18.
"systeem uitsluitend op zonne-energie": een installatie die is uitgerust met één of meerdere zonnecollectoren en warmwatertanks op zonne-energie, en eventuele pompen in het collectorcircuit en andere onderdelen, dat in de handel wordt gebracht als één eenheid en niet is uitgerust met een warmtegenerator, met uitzondering van eventueel één of meerdere reservedompelaars;
19.
"zonnecollector": een apparaat voor het absorberen van alle zonnestraling en het overdragen van de aldus geproduceerde warmte-energie aan een vloeistof die er doorheen loopt;
20.
"warmwatertank op zonne-energie": een warmwatertank waarin warmte-energie wordt opgeslagen die wordt geproduceerd door één of meerdere zonnecollectoren;
21.
"warmwatertank": een vat voor het opslaan van warm water met als doel het opwarmen van water en/of ruimten, met inbegrip van toebehoren, dat niet is uitgerust met een warmtegenerator, met uitzondering van eventueel één of meerdere reservedompelaars;
22.
"reservedompelaar": een verwarmingselement met elektrische weerstand waarvan de werking berust op het joule-effect, dat onderdeel is van een warmwatertank en dat uitsluitend warmte genereert wanneer de werking van de externe warmtebron verstoord is (zoals tijdens onderhoud) of wanneer de externe warmtebron buiten werking is. Het kan ook een onderdeel zijn van een warmwatertank op zonne-energie dat warmte opwekt wanneer de energiebron op zonne-energie niet toereikend is om voor het vereiste comfortniveau te zorgen;
23.
"pakket bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties": een aan de eindgebruiker aangeboden pakket bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen in combinatie met één of meerdere aanvullende verwarmingstoestellen, één of meerdere temperatuurregelaars en/of één of meerdere zonne-energieinstallaties
13
NL
24.
"combinatieverwarmingsketel": een verwarmingsketel op vaste brandstoffen die ook is ontworpen om warmte te leveren voor warm drinkwater of warm water voor sanitaire doeleinden op bepaalde temperaturen, in bepaalde hoeveelheden en aan bepaalde debieten met bepaalde tussenpozen, en dat gekoppeld is aan een externe voorziening van drinkwater of water voor sanitaire doeleinden.
Voor de doeleinden van bijlagen II tot en met X worden bijkomende definities vastgesteld in bijlage I. Artikel 3 Verantwoordelijkheden van leveranciers en tijdschema 1.
NL
Met ingang van 1 april 2017 waarborgen de leveranciers die verwarmingsketels voor vaste brandstoffen, inclusief toestellen die zijn geïntegreerd in pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties, in de handel brengen en/of installeren, dat: (a)
elke verwarmingsketel voor vaste brandstoffen wordt voorzien van een gedrukt etiket dat in overeenstemming is met het formaat en de inhoud die in punt 1.1 van bijlage III zijn vastgesteld, en dat de energie-efficiëntieklasse overeenkomstig bijlage II vermeldt, en dat elke verwarmingsketel voor vaste brandstoffen die bedoeld is om in een pakket bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties te worden gebruikt, voorzien is van een tweede etiket dat in overeenstemming is met het formaat en de inhoud die in punt 2 van bijlage III zijn vastgesteld;
(b)
voor elk model van verwarmingsketel voor vaste brandstoffen een elektronisch etiket, in het formaat en met vermelding van de informatie zoals beschreven in punt 1.1 van bijlage III en overeenkomstig de energie-efficiëntieklasse als uiteengezet in bijlage II, aan de handelaars beschikbaar wordt gesteld;
(c)
een productkaart, zoals bepaald in punt 1 van bijlage IV, wordt verstrekt voor elke verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, alsmede een tweede productkaart, zoals bepaald in punt 2 van bijlage IV, voor elke verwarmingsketel voor vaste brandstoffen die bedoeld is om in een pakket bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties te worden gebruikt;
(d)
voor elk model van verwarmingsketel voor vaste brandstoffen een elektronische productkaart, zoals bepaald in punt 1 van bijlage IV, aan de handelaars beschikbaar wordt gesteld;
(e)
de in punt 1 van bijlage V bedoelde technische documentatie op verzoek aan de autoriteiten van de lidstaten en aan de Commissie wordt verstrekt;
(f)
reclame voor een specifiek model van verwarmingsketel voor vaste brandstoffen die energiegerelateerde informatie of informatie over de prijs bevat, een verwijzing naar de energie-efficiëntieklasse van dat model bevat;
14
NL
(g)
2.
3.
NL
in al het technische promotiemateriaal voor een specifiek model van verwarmingsketel voor vaste brandstoffen waarin de specifieke technische parameters zijn opgenomen, de energie-efficiëntieklasse van dat model wordt vermeld.
Met ingang van 26 september 2019 waarborgen de leveranciers die verwarmingsketels voor vaste brandstoffen, inclusief toestellen die zijn geïntegreerd in pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energieinstallaties, in de handel brengen en/of installeren, dat: (a)
elke verwarmingsketel voor vaste brandstoffen wordt voorzien van een gedrukt etiket dat in overeenstemming is met het formaat en de inhoud die in punt 1.2 van bijlage III zijn vastgesteld, en dat de energie-efficiëntieklasse overeenkomstig bijlage II vermeldt;
(b)
voor elk model van verwarmingsketel voor vaste brandstoffen een elektronisch etiket, in het formaat en met vermelding van de informatie zoals beschreven in punt 1.2 van bijlage III en overeenkomstig de energie-efficiëntieklasse als uiteengezet in bijlage II, aan de handelaars beschikbaar wordt gesteld.
Met ingang van 1 april 2017 waarborgen de leveranciers die pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties, in de handel brengen en/of installeren, dat:: (a)
een gedrukt etiket dat in overeenstemming is met het formaat en de inhoud die in punt 2 van bijlage III zijn vastgesteld, met vermelding van de energieefficiëntieklasse overeenkomstig bijlage II, wordt verstrekt voor elk pakket bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties;
(b)
voor elk model van pakket, bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties, een elektronisch etiket, in het formaat en met vermelding van de informatie zoals beschreven in punt 2 van bijlage III en overeenkomstig de energie-efficiëntieklasse als uiteengezet in bijlage II, aan de handelaars beschikbaar wordt gesteld;
(c)
een productkaart, zoals bepaald in punt 2 van bijlage IV, wordt verstrekt voor elk pakket bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energieinstallaties;
(d)
voor elk model van pakket, bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties, een elektronische productkaart zoals bepaald in punt 2 van bijlage IV aan de handelaars beschikbaar wordt gesteld;
(e)
de in punt 2 van bijlage V bedoelde technische documentatie op verzoek aan de instanties van de lidstaten en aan de Commissie wordt verstrekt;
15
NL
(f)
reclame voor een specifiek model van een pakket bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties, die energiegerelateerde informatie of informatie over de prijs bevat, een verwijzing naar de energieefficiëntieklasse voor dat model bevat;
(g)
in al het technische promotiemateriaal voor een specifiek model van een pakket bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties waarin de specifieke technische parameters zijn opgenomen, de energieefficiëntieklasse voor dat model wordt vermeld. Artikel 4 Verantwoordelijkheden van handelaars
1.
2.
NL
Handelaars in verwarmingsketels voor vaste brandstoffen zien erop toe dat: (a)
in het verkooppunt op elke verwarmingsketel voor vaste brandstoffen het op grond van artikel 3, lid 1 of lid 2, door de leveranciers verstrekte etiket duidelijk zichtbaar is aangebracht op de buitenzijde van de voorkant van de ketel;
(b)
verwarmingsketels voor vaste brandstoffen die te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden, waarbij de eindgebruiker het product vermoedelijk niet uitgestald ziet, in de handel worden gebracht met de overeenkomstig punt 1 van bijlage VI, door te leveranciers te verstrekken informatie, behalve wanneer het aanbod gebeurt via internet, in welk geval het bepaalde in bijlage VII van toepassing is;
(c)
reclame voor een specifiek model van verwarmingsketel voor vaste brandstoffen die energiegerelateerde informatie of informatie over de prijs bevat, een verwijzing naar de energie-efficiëntieklasse van dat model bevat;
(d)
in al het technische promotiemateriaal voor een specifiek model van verwarmingsketel voor vaste brandstoffen waarin de specifieke technische parameters zijn opgenomen, de energie-efficiëntieklasse van dat model wordt vermeld.
Handelaars in pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energieinstallaties zien erop toe dat: (a)
bij elk aanbod voor een specifiek pakket de energie-efficiëntie voor dat pakket wordt vermeld, door bij het pakket het etiket te plaatsen dat door de leverancier overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder (a), is verstrekt, vergezeld van de productkaart die door de leverancier overeenkomstig artikel 3, lid 3, onder (c), is verstrekt, naar behoren ingevuld op grond van de kenmerken van het pakket;
(b)
pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energieinstallaties die te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden, waarbij de
16
NL
eindgebruiker het pakket vermoedelijk niet uitgestald ziet, in de handel worden gebracht met de overeenkomstig punt 2 van bijlage VI te verstrekken informatie, behalve wanneer het aanbod gebeurt via internet, in welk geval het bepaalde in bijlage VII van toepassing is; (c)
reclame voor een specifiek model van een pakket bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties, die energiegerelateerde informatie of informatie over de prijs bevat, een verwijzing naar de energieefficiëntieklasse van dat model bevat;
(d)
in al het technisch promotiemateriaal voor een specifiek model van een pakket bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties, waarin de specifieke technische parameters zijn opgenomen, de energieefficiëntieklasse van dat model wordt vermeld. Artikel 5 Meet- en berekeningsmethoden
De op grond van de artikelen 3 en 4 te verstrekken informatie wordt verkregen met behulp van betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meet- en berekeningsmethoden, waarbij rekening wordt gehouden met de erkende meest recente meet- en berekeningsmethoden, zoals uiteengezet in bijlage VIII. De energie-efficiëntie-index wordt berekend zoals uiteengezet in bijlage IX. Artikel 6 Controleprocedure met het oog op markttoezicht Wanneer de lidstaten een beoordeling maken van de conformiteit van de opgegeven energieefficiëntieklasse van verwarmingsketels voor vaste brandstoffen en pakketten bestaande uit een verwarmingsketel voor vaste brandstoffen, aanvullende verwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties passen zij de bij bijlage X vastgestelde procedure toe. Artikel 7 Evaluatie Uiterlijk op 1 januari 2022 evalueert de Commissie deze verordening in het licht van de vooruitgang van de technologie. Bij deze evaluatie zal met name worden nagegaan of het eventueel passend is een waterverwarmingsefficiëntieklasse toe te voegen op het etiket voor combinatieverwarmingsketels. Artikel 8 Inwerkingtreding 1.
NL
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
17
NL
2.
Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2017. Artikel 3, lid 1, onder f) en g), artikel 3, lid 3, onder f) en g), artikel 4, lid 1, onder b), c) en d), en artikel 4, lid 2, onder b), c) en d), zijn echter slechts van toepassing met ingang van 1 juli 2017.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, op 27.4.2015
Voor de Commissie De Voorzitter Jean-Claude JUNCKER
NL
18
NL