EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 19.9.2014 C(2014) 6515 final
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE van 19.9.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende het minimumgeldbedrag van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of vergelijkbare garantie die kredietbemiddelaars moeten houden
(Voor de EER relevante tekst)
NL
NL
TOELICHTING 1.
ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Artikel 29, lid 2, onder a), van Richtlijn 2014/17/ЕU inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen ('de Richtlijn') machtigt de Commissie, na indiening van ontwerpnormen door de Europese Bankautoriteit (EBA), en overeenkomstig de artikelen 10 tot 14 van Verordening nr. (EU) 1093/2010, gedelegeerde handelingen vast te stellen tot specificering van het minimumgeldbedrag van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering (BAV) of vergelijkbare garantie voor intermediairs van hypothecair krediet. Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van de EBA moet de Commissie binnen drie maanden na ontvangst van de ontwerpnormen besluiten of zij de voorgelegde ontwerpen bevestigt. De Commissie kan ook besluiten de ontwerpnormen slechts gedeeltelijk of gewijzigd te bevestigen indien de belangen van de Unie dit vereisen, waarbij zij de specifieke procedure in acht neemt die in deze artikelen is neergelegd. 2.
RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE VASTSTELLING VAN DE HANDELING
Overeenkomstig de derde alinea van artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 heeft de EBA een publieksraadpleging gehouden over de ontwerpen van technische normen die overeenkomstig artikel 29, lid 2, onder a), van Richtlijn 2014/17/EU aan de Commissie zijn voorgelegd. Op 19 december 2013 is op de website van de EBA een raadplegingsdocument gepubliceerd en de raadpleging is op 18 maart 2014 afgesloten. Bovendien heeft de EBA de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 opgerichte Bankstakeholdersgroep van de EBA uitgenodigd daarover advies te verstrekken. Samen met de ontwerpen van technische normen heeft de EBA een toelichting ingediend bij de wijze waarop de resultaten van deze raadplegingen in aanmerking zijn genomen bij de ontwikkeling van de aan de Commissie voorgelegde definitieve ontwerpen van technische normen. De EBA heeft overeenkomstig de derde alinea van artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 samen met de ontwerpen van technische normen haar effectbeoordeling ingediend, inclusief haar analyse van de kosten en baten betreffende de ontwerpen van technische normen die aan de Commissie zijn voorgelegd. Deze analyse is beschikbaar op http://www.eba.europa.eu/regulation-and-policy/consumer-protection-andfinancial-innovation/draft-regulatory-technical-standards-rts-on-professional-indemnityinsurance-pii-for-mortgage-credit-intermediaries, blz. 12-17 van het Final Draft Regulatory Technical Standards package. 3.
JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEERDE HANDELING
De gedelegeerde handeling stelt het minimumgeldbedrag van de BAV of vergelijkbare garantie vast door het specificeren van een bedrag voor elke afzonderlijke claim (460 000 EUR) en een gezamenlijk bedrag per kalenderjaar voor alle claims (750 000 EUR). Dit was het resultaat van een beleidsaanpak waarbij het minimumgeldbedrag voor de BAV of vergelijkbare garantie op basis van het rekenkundig gemiddelde van de bestaande nationale minimumbedragen van de BAV of vergelijkbare garanties is berekend. Een dergelijke aanpak is verkozen omdat momenteel de gegevens ontbraken die vereist zouden zijn als alternatieve
NL
2
NL
methoden zouden worden aangewend. Aangezien de Richtlijn in de toetsing van deze gedelegeerde handeling tegen 21 maart 2018 voorziet, zal, als dan bijkomende gegevens beschikbaar zijn, de te volgen aanpak dan getoetst worden.
NL
3
NL
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE COMMISSIE van 19.9.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen betreffende het minimumgeldbedrag van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of vergelijkbare garantie die kredietbemiddelaars moeten houden (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Richtlijn 2014/17/ЕU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/20101, en met name de tweede alinea van artikel 29, lid 2, onder a), ervan, Overwegende hetgeen volgt:
NL
(1)
Artikel 29, lid 2, onder a), van Richtlijn 2014/17/ЕU vereist dat de kredietbemiddelaar tegen beroepsaansprakelijkheid ('BAV') is verzekerd voor het gehele grondgebied waar hij diensten aanbiedt, of een vergelijkbare garantie voor aansprakelijkheid wegens beroepsnalatigheid heeft gesteld.
(2)
Hoewel het vereiste voor kredietbemiddelaars in de hypothecaire sector om een BAV of vergelijkbare garantie te houden op uniaal niveau een nieuw regelgevend vereiste is, bestaat in sommige lidstaten dat vereiste op nationaal niveau. De rechtsgebieden met ervaring op het gebied van BAV-vereisten blijken inderdaad het hoogste aandeel in de hypothecaire verkoop via intermediairs in heel de Unie en een verleden van significante marktpenetratie door kredietintermediairs te hebben en volgen bijgevolg ook een meer specifieke aanpak bij het reguleren van die sector. Daarom moeten bij het bepalen van de meest geschikte aanpak voor het berekenen van dat minimumbedrag de uniale regels inzake het minimumbedrag van de BAV of vergelijkbare garantie op de ervaring van die rechtsgebieden gebaseerd zijn.
(3)
Die aanpak zou passend zijn voor de Unie als geheel, inclusief voor rechtsgebieden met kleinere hypotheekmarkten. Dit komt omdat claims tegen kredietintermediairs niet aan het onderliggende bedrag van het hypothecair krediet gecorreleerd zijn, dat in heel de Unie sterk kan variëren, maar op beroepsnalatigheid gebaseerd zijn, waarvan het resulterende nadeel veel minder varieert.
(4)
De derde alinea van artikel 29, lid 2, onder a), van Richtlijn 2014/17/ЕU vereist een herziening met regelmatige tussenpozen van het minimumgeldbedrag van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of vergelijkbare garantie. Bijgevolg zou het, vooral met de beschikbaarheid van verdere historische gegevens en verhoogde toezichthoudende ervaring met de werking van de
1
PB L 60 van 28.2.2014, blz. 34.
4
NL
beroepsaansprakelijkheidsverzekering, in de toekomst mogelijk kunnen zijn dat andere opties of methodologieën passender worden voor het bepalen van het niveau van die verplichtingen voor kredietintermediairs. (5)
Voor een duidelijke stipulatie van het minimumgeldbedrag van de BAV of vergelijkbare garantie en om voor een meer geharmoniseerde aanpak in heel de Unie te zorgen, zou het passend zijn de toepassing van dat minimumbedrag per claim en per jaar te specificeren. Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad2 stelt een vereiste vast voor een minimumbedrag van de BAV of vergelijkbare garantie per jaar en per claim. Bijgevolg zijn de meeste intermediairs die verzekeringsbemiddeling uitoefenen en hun verzekeraars met die aanpak vertrouwd en is het daarom passend een soortgelijk systeem voor kredietintermediairs op te zetten. Voorts volgt het merendeel van de lidstaten waarvan de nationale wetten vereisen dat de kredietintermediairs een beroepsaansprakelijkheidsverzekering hebben eveneens een dergelijke aanpak. Daarom moeten de regels inzake een BAV voor kredietintermediairs eveneens een dergelijk onderscheid per jaar en per claim voorstellen.
(6)
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Bankautoriteit aan de Commissie heeft voorgelegd.
(7)
De Europese Bankautoriteit heeft openbare publieksraadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de potentiële desbetreffende kosten en baten geanalyseerd en het advies van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Bankstakeholdersgroep ingewonnen3,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Het minimumgeldbedrag van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of vergelijkbare garantie die kredietbemiddelaars moeten houden als bedoeld in de eerste alinea van artikel 29, lid 2, onder a), van Richtlijn 2014/17/ЕU is: (a)
460 000 EUR voor elke afzonderlijke claim;
(b)
in totaal 750 000 EUR per kalenderjaar voor alle claims.
2 3
NL
Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling (PB L 9 van 15.1.2003, blz. 3). Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).
5
NL
Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, op 19.9.2014
Voor de Commissie De Voorzitter José Manuel BARROSO
NL
6
NL