Europese Commissie Directoraat-Generaal Onderzoek Brussel, 24 september 2002 Persbericht1
Uitmuntende onderzoeksresultaten zijn zegen voor de maatschappij: Finalisten EU-Descartesprijs bekend Sleutelwoorden: wetenschap, prijs, samenwerking, kwaliteit van het leven De finalisten van de EU-prijs voor Wetenschappelijke Uitmuntendheid zijn bekend. De Descartesprijs - reeds aan zijn derde jaargang toe - werd in het leven geroepen door het Directoraat-Generaal Onderzoek van de Europese Commissie om wetenschappelijke projecten te belonen die de burgers ten goede komen én bijdragen tot de competitiviteit van Europa. De prijsuitreiking zal op 5 december 2002 plaatsvinden in München. De winnaars worden aangeduid door de Hoge Jury, samengesteld uit negen prominenten die het brede spectrum van wetenschappelijke disciplines en uitmuntendheid vertegenwoordigen. De Europese Unie wil met deze Descartesprijs ter waarde van 1 miljoen euro transnationale wetenschappelijke samenwerking stimuleren, die al tot grote doorbraken heeft geleid in verschillende domeinen, gaande van aids- en kankeronderzoek tot het onderzoek naar milieuvriendelijke katalysatoren. De tien finalisten voor de prijs van 2002 zijn nu bekendgemaakt. Zij werden gekozen uit 108 deelnemers - meteen het hoogste aantal ooit in de geschiedenis van deze prijs. Philippe Busquin, de Europese Commissaris voor Onderzoek, is blij: “Ik ben verheugd met de groeiende belangstelling voor de Descartesprijs. In Europa hebben we meer onderzoek nodig waarbij onze beste wetenschappers uit verschillende landen samenwerken. De Descartesprijs van de EU is bedoeld als stimulans en beloning voor wetenschappers die dank zij zo een Europees samenwerkingsverband uitmuntend werk leveren.” De tien finalisten voor 2002 komen uit een brede waaier van wetenschappelijke disciplines, waaronder informatiewetenschappen, geneeskunde, engineering, chemie en kwantumfysica. De Descartesprijs van de EU staat ook open voor sociale wetenschappen, die dit jaar vertegenwoordigd zijn door een genderstudie bij politieke en zakelijke elites in geïndustrialiseerde landen. Een van de grote pluspunten van de prijs is dat het de uitwisseling van kennis bevordert en zo verschillende Europese landen (de EU-lidstaten, de geassocieerde landen en in het bijzonder de kandidaat-lidstaten uit Centraal- en Oost-Europa – de CEEC’s) en zelfs landen buiten Europa de mogelijkheid biedt hun wetenschappelijke knowhow te verenigen. Een sprekend voorbeeld hiervan is het project van een van de finalisten die de micromechanica van halfgeleidende materialen aanwenden om 1
Meer informatie over het Directoraat-Generaal Onderzoek van de Europese commissie, inclusief eerdere persberichten, vindt u op onze website: http://europa.eu.int/comm/research
nieuwe communicatietechnologieën te ontwikkelen, en waaraan wetenschappers uit Roemenië, Griekenland, Italië, Zweden, Hongarije en Oekraïne meewerken. Ook voor een ander voorbeeld, dat van het onderzoek naar de genetische basis van de ziekte van Crohn, werden internationale krachten gebundeld, ditmaal uit het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen, Zuid-Korea en Denemarken. Om in aanmerking te komen voor deze prijs, moeten bij de projecten partners uit minstens een geassocieerde staat en een lidstaat, of uit twee verschillende EUlidstaten betrokken zijn. Een interessante vaststelling is dat het gemiddelde aantal partners per project steeds toeneemt. Dit jaar werkten gemiddeld negen landen mee aan de projecten en liep het grootste aantal partners onder de finalisten zelfs op tot 27. De projecten van vorige winnaars zijn het beste bewijs dat de Descartesprijs kan leiden tot grensverleggende doorbraken. Een van de winnaars uit 2001 was bijvoorbeeld een team van zes landen dat een gecentraliseerde Europese faciliteit voor HIV-virusbestrijdende geneesmiddelen had opgericht. Deze faciliteit ontdekte en ontwikkelde baanbrekende geneesmiddelen die een sleutelrol zullen spelen in de behandeling van duizenden aids- en Hepatitis B-patiënten. Het werk van andere winnaars heeft geleid tot grote doorbraken in de behandeling van huidkanker, leverde ons betere en milieuvriendelijkere katalysatoren voor de chemische industrie, droeg bij tot het begrip van de chemische reacties die opgewekt worden bij het ontstaan van sterren en planeten, en ontwikkelde kosten efficiënte processen voor de productidentificatie en -markering. Dit jaar zal de prijsuitreiking plaatsvinden op 5 december 2002 in het Europees Patentbureau in München. De Hoge Jury, die de winnaars zal aanduiden, is samengesteld uit gerenommeerde personen uit de academische, industriële en openbare sector. De jury wordt voorgezeten door Yves Michot, de voormalige voorzitter van Aerospatiale Matra. Andere leden zijn professor Helena Illnerová, voorzitster van de Wetenschappelijke Academie van de Tsjechische Republiek, Praag, die uitgebreid onderzoek verrichtte naar de biologische klok van zoogdieren; Sir John Maddox, wetenschappelijke auteur en voormalig uitgever van Nature; Dr. Ulf Merbold van de Europese Ruimtevaartorganisatie en de eerste Europeaan die een Space Shutttle-missie vloog; professor Nikolaï Platé, vice-voorzitter van de Wetenschappelijke Academie van Rusland, en een van de meest gerespecteerde chemici in Rusland; professor Anna Roosevelt, curator van het Field Museum in Chicago, die grote ontdekkingen deed over de eerste Amerikanen in Pedra Pintada (Brazilië), en Rudi Thomaes, voorzitter van Alcatel Bell. Dit jaar zijn er ook twee nieuwe leden in de Hoge Jury: professor Erne Ergma, Russische voorzitster van de Wetenschappelijke Academie van Estland, een specialiste in het domein van fysica en wiskunde en dr. Ion Siotis, ook een fysicus van opleiding en voorzitter van de Griekse Nationale Stichting voor Onderzoek.
********
Voor meer media-informatie over deze Descartesprijs en de projecten: Wilt u meer informatie over de Descartesprijs 2002 en over vroegere projecten of wenst u een interview met de betrokken projectcoördinatoren of verantwoordelijken van de Europese Commissie? Neem dan contact op met: Stéphane Hogan, Persvoorlichtingsofficier, DG Onderzoek, Europese Commissie Tel.: +32.2.296.29.65, Fax: +32.2.295.82.20 - E-mail:
[email protected] Georges Vlandas, DG Onderzoek, Directoraat C – Wetenschap en samenleving, Europese Commissie Tel.: +32.2.295.55.40, Fax: +32.2.296.70.24 - E-mail:
[email protected] De Descartesprijs maakt deel uit van het ‘Improving Human Research Potential Programme’ (Programma ter verbetering van het menselijke onderzoekspotentieel) van het Directoraat-Generaal voor Onderzoek (1998-2002): http://www.cordis.lu/improving/home.html De website van de Descartesprijs: http://www.cordis.lu/descartes Nota voor de redacteurs: achtergrondinformatie over de finalisten van 2002
De finalisten van de Descartesprijs 2002 Nieuwe ontdekkingen over het binnenste van de aarde werpen nieuw licht op de oorzaken van natuurrampen Onderzoeksdomein: aardwetenschappen Een gezamenlijk onderzoek door het Verenigd Koninkrijk en Duitsland heeft geleid tot belangrijke baanbrekende inzichten in de samenstelling van de aardmantel en de metalen kern, wat gedurende lange tijd een groot vraagteken was voor aardwetenschappers. De wetenschappers toonden aan dat de grootste seismische discontinuïteit, die zich voordoet op een diepte van 660 kilometer, veroorzaakt wordt door fasetransformaties van mineralen. Aan de hand van experimenteel onderzoek onder hoge druk en hoge temperaturen slaagden de onderzoekers erin een beeld te krijgen van de samenstelling van de metalen kern en vonden ze een verklaring voor de evolutie in de samenstelling van de aardmantel. Dankzij deze experimenten konden de wetenschappers de scheikundige stof 40K (kalium) identificeren, die deels verantwoordelijk is voor de aanmaak van de hitte die diep onder de aardkorst de ‘dynamo’ van de aarde aandrijft. De resultaten van dit project zullen het mogelijk maken de oorsprong van natuurrampen zoals aardbevingen en vulkaanuitbarstingen beter te begrijpen. De ontdekkingen kunnen ook van nut zijn bij toekomstige ruimtevaartmissies om de samenstelling en evolutie van andere planeten beter te begrijpen. Titel van het project: structuur en samenstelling van het binnenste van de aarde. Dit project wordt gecoördineerd door professor Bernard Wood van de University of Bristol (VK) in samenwerking met het onderzoeksteam van professor Dave Rubie van de universiteit van Bayreuth (Duitsland).
Pan-Europese samenwerking leidt tot de ontwikkeling van nieuwe communicatietechnologieën Onderzoeksdomein: informatiewetenschappen Het MEMSWAVE-project bracht een consortium bij elkaar van negen verschillende Europese onderzoeksteams met als voornaamste doelstelling nieuwe technologieën voor microsystemen (MEMS – Micro-ElektroMechanische Systemen) te ontwikkelen, die gebruikt worden bij de productie van micro- en millimetergolfschakelingen. Het is ontzettend moeilijk om op basis van klassieke technologieën communicatiesystemen te ontwikkelen die hoge prestaties leveren tegen een lage kostprijs. Het consortium vond echter een oplossing in het gebruik van de micromechanische capaciteiten van halfgeleidende materialen (siliconen en galliumarsenide) en zeer dunne (1-2 micrometer) niet-geleidende of halfgeleidende membranen. Het project resulteerde in de productie van hoogtechnologische micromechanische filters en ontvangstmodules. Deze zullen de weg bereiden voor een nieuwe generatie communicatietechnologieën die kunnen worden aangewend in satelliet- en mobieleradiocommunicatiesystemen, anti-botsingsradars, radar-alarmsystemen tegen inbrekers en vochtsensoren. Titel van het project: micromechanische schakelingen voor micro- en millimetergolftoepassingen – Acroniem MEMSWAVE (Micromachined circuits for microwave and millimeter wave applications). Dit project wordt gecoördineerd door dr. Alexandru Müller en prof. Dan Dascalu van IMT Boekarest (Roemenië) in samenwerking met onderzoeksteams van CNR Rome, Tor Vergata University Rome, IRST Trento (Italië), FORTH Heraklion (Griekenland), de universiteit van Uppsala (Zweden), HAS Boedapest (Hongarije) en ISP Kiev en Microsensor Kiev (Oekraïne).
Naar nieuwe medicijnen voor multiple-sclerosepatiënten Onderzoeksdomein: biowetenschappen Multiple sclerose (MS) is een chronische en degeneratieve ontstekingsziekte van het zenuwstelsel, waarvoor geen genezende behandeling bestaat. Dit onderzoek levert een grote bijdrage tot het begrijpen van deze ziekte. De transnationale teams ontwikkelden een transgene muis die de genetische defecten van menselijke MS-patiënten bevat. Dankzij hun experimenten slaagden ze erin om het immunologische proces van de ziekte te beschrijven. Zij identificeerden immune doelcellen in de hersenen van de MS-patiënten en verklaarden hoe immuuncellen die op MS reageren niet onderworpen zijn aan tolerantie-inductie. Zij toonden ook aan hoe een viraal antigeen een zelf-peptide van het zenuwstelsel kan nabootsen en hoe het de ziekte kan uitlokken. De voornaamste doelstelling van de onderzoekers is nieuwe geneesmiddelen en immunomodulaire therapieën te ontwikkelen, die dringend nodig zijn voor de behandeling van MS-patiënten. Samen met Europese industriële partners werken ze aan de ontwikkeling van deze nieuwe geneesmiddelen, waarvan er enkele reeds worden getest. Titel van het project: Autoreactiviteit bij multiple sclerose: structurele, functionele en pathologische studies. Dit project wordt gecoördineerd door prof. Lars Fugger van het Aarhus University Hospital, Aarhus (Denemarken), in samenwerking met onderzoeksteams uit het Copenhagen University Hospital en de Danish School of Pharmacy (Denemarken), Lund University (Zweden), Dundee University (Schotland), Oxford University (Engeland) en het Albert Einstein College of Medicine (USA).
Ontdekking van het eerste gen dat verantwoordelijk is voor de chronische ontsteking van de ingewanden Onderzoeksdomein: levenswetenschappen Een chronische ontsteking is een van de moeilijkste medische uitdagingen voor onderzoekers. Klaarblijkelijk spelen zowel genetische risico's als milieufactoren hierbij een rol. De voornaamste bijdrage van de onderzoeksteams bestaat in de identificatie van het eerste gen uit een waaier van minder bekende genetische ziektes, dat verantwoordelijk is voor de ziekte van Crohn (chronische ontsteking van de ingewanden). Zij bevestigden de betrokkenheid van chromosoom 16, waarop zij voor het eerst een gen (NOD2) identificeerden met drie mutaties die gerelateerd zijn aan de ziekte. De ziekte van Crohn treft steeds vaker geïndustrialiseerde samenlevingen. Het onderzoek toont aan dat er een zekere heterogeniteit bestaat tussen de bevolkingen, wat betekent dat moderne therapieën tot andere resultaten kunnen leiden in de verschillende Europese landen. Deze ontdekking vormt een grote doorbraak in de klinische geneeskunde, omdat de ziekte van Crohn gelijkenissen vertoont met andere ziektes zoals astma, atopische eczema, psoriasis en periodontitis. Verder onderzoek zal daarom uitwijzen of er overlappingen bestaan tussen de klinische voorstelling en de genetische make-up van de ziekte van Crohn en deze andere ontstekingsziekten. Titel van het project: de genetische basis van de ziekte van Crohn: etiologie en klinische impact Dit project wordt gecoördineerd door prof. Stephan Schreiber van het University Hospital Kiel (Duitsland) in samenwerking met onderzoeksteams uit Guy’s, King’s en St. Thomas’ School of Medicine in Londen (VK), Rikshospitalet in Oslo (Noorwegen), Yonsei University college of Medicine in Seoul (Zuid-Korea) en het Institute of Medical Biochemistry and Genetics in Kopenhagen (Denemarken).
Het mannelijke monopolie in het openbare leven opent zich voor vrouwen Onderzoeksdomein: socio-economische wetenschappen Onze hedendaagse maatschappij evolueert voortdurend. Deze unieke vergelijkende studie waarbij 27 landen betrokken werden, werpt een nieuw licht op enkele van deze veranderingen, bijvoorbeeld hoe het mannelijke monopolie op het openbare leven zich stilaan openstelt voor vrouwen, wat dit betekent voor hen en de democratische samenlevingen waarin zij leven. De onderzoekers spitsten hun aandacht toe op het kleine aantal vrouwen die de barrières hebben doorbroken, en topposities hebben bereikt in de zakenwereld en in de politieke arena. Deze vrouwen werden vervolgens vergeleken met hun mannelijke collega's in gelijkaardige leidinggevende posities. De studie onthulde enkele genderverschillen, maar ook vele gelijkenissen in de weg naar de top en de manier waarop zij met macht omgaan. Wat de activiteiten en houdingen in machtsposities van leiders betreft, zijn er minder verschillen tussen de geslachten merkbaar. Vrouwelijke leiders en hun mannelijke tegenpolen verschillen het meest op het vlak van hun sociale en opvoedkundige achtergrond en hun gezinsleven. Het onderzoek bevestigt tevens hoe de toegang voor vrouwen tot leidinggevende posities vergemakkelijkt wordt door een openbaar beleid dat de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bevordert - zoals in de Scandinavische landen. De resultaten van deze studie zullen een belangrijke impact hebben op onze perceptie van de maatschappij en zouden de basis kunnen vormen voor nieuwe concepten op het gebied van human resources. Titel van dit project: Genderverschillen bij politieke en zakelijke elites in geïndustrialiseerde landen Dit project wordt gecoördineerd door prof. Mino Vianello van de universiteit van Rome ’La Sapienza‘ (Italië) in samenwerking met onderzoeksteams uit 26 industrielanden (21 Europese en zes andere geïndustrialiseerde democratieën).
De grootste explosies in het universum sinds de Big Bang Onderzoeksdomein: basiswetenschappen Het onderzoek door wetenschappers uit zes verschillende Europese landen bevestigde de theoretische voorspellingen dat gamma-uitbarstingen (GRB – gamma-ray bursts) de krachtigste explosies zijn in het universum, op die van de Big Bang na. Zij zenden energierijke stralingen uit en ontstaan in veraf gelegen melkwegstelsels, waar sterren in een ontzettend hoog tempo worden gevormd. Deze ontdekkingen zijn te danken aan de unieke, multifunctionele Italiaans-Nederlandse satelliet BeppoSAX. Het operationele team van de satelliet verschafte de wetenschappelijke gemeenschap snel en accuraat locaties van GRB’s, waardoor wetenschappers precies de afstand van deze GRB’s konden bepalen. Nieuwe gegevens bevestigen wat ooit veronderstellingen waren, namelijk dat deze uitbarstingen de explosieve dood van massieve sterren betekende. De GRB’s zouden wel eens unieke detectoren kunnen worden voor extreme fysica en kosmologie, waardoor astronomen de geschiedenis van de vorming van sterren in de prille kosmos kunnen opsporen. Titel van het project: de oplossing van het raadsel van de gamma-uitbarstingen: de grootste explosies in het universum Dit project wordt gecoördineerd door dr. Edward van den Heuvel van de Universiteit van Amsterdam (Nederland) in samenwerking met onderzoeksteams van de Universiteit van Amsterdam, SRON en NASA/MSFC (Nederland), CNR/ IASF in Rome, INAF Trieste en de universiteit van Ferrara (Italië), de universiteit van Kopenhagen (Denemarken), LAEFF-INTA (Spanje), Cambridge University (Verenigd Koninkrijk) en IAP (Duitsland).
Zelfverdichtend beton bevordert de gezondheid en veiligheid van de arbeiders Onderzoeksdomein: engineering Beton mag dan wel het meest gebruikte materiaal ter wereld zijn, de betonsector is ook een van de sectoren die kampt met de zwaarste gezondheids- en veiligheidsproblemen, wat het gros van Europa's betonarbeiders ertoe dwingt hun job op te zeggen, soms zelfs al op de leeftijd van 35 jaar. Dit project heeft met de ontwikkeling van zelfverdichtend beton (SCC – self-compacting concrete) een ware revolutie teweeggebracht in de bouwsector. SCC heeft namelijk geen trillingen nodig om te verdichten, waardoor de gezondheid en veiligheid van de arbeiders aanzienlijk verbetert: ze worden behoed tegen rugklachten en ’witte vingers‘ die veroorzaakt worden door een slechte bloedsomloop. De kwaliteit van SCC is even goed als of nog beter dan het traditionele beton en is bovendien voordelig geprijsd. Het project bestond uit uitgebreid geavanceerd onderzoek, in combinatie met grootschalige tests op het vlak van burgerlijke bouwkunde en woningbouw. De teams vergaarden succesvol de nodige informatie en bevolen normen aan voor de eigenschappen en het gebruik van SCC. Het is reeds, tegen betaalbare prijzen, op de markt verkrijgbaar, waardoor Europa in het onderzoek en de exploitatie van SCC nu een lengte voorsprong heeft ten opzichte van Japan en de Verenigde Staten. Titel van het project: rationele productie en verbetering van de werkomstandigheden dankzij SCC (zelfverdichtend beton). Dit project wordt gecoördineerd door dr. Marianne Grauers van NCC, Solna (Zweden) in samenwerking met onderzoeksteams uit CBI Institute, Betongindustri en Luleà University of Technology (Zweden), LCPC en Vinci GTM (Frankrijk), de University of Paisley (Schotland), Sika (Spanje) en Bekaert (België).
Chemische reacties verschaffen meer inzicht in de patronen uit de natuur Onderzoeksdomein: basiswetenschappen Diffusie, een proces dat normaal elke heterogeniteit in een chemische concentratie doet verdwijnen, kan paradoxaal genoeg ook goed gestructureerde patronen doen ontstaan, zodra het aan de juiste chemische reacties gekoppeld wordt. Dergelijke mechanismen bieden mogelijk een verklaring voor bepaalde aspecten van patroonvorming in biologische systemen. In 1952 werd dit reactie-diffusiemechanisme in de chemie en de biologie voor het eerst voorgesteld door de Britse wiskundige Alan Turing. Zijn idee kreeg lange tijd weinig aandacht. Pas in de jaren zestig werd het belang en de onderliggende betekenis ervan echt duidelijk toen Ilya Prigogine en Paul Glansdorff de theorie rond dissipatieve structuren aanvoerden. Deze theorie zorgde voor het eerst voor een gegronde thermodynamische basis voor de algemene categorie van 'zelf-organiserende fenomenen', waartoe de Turing-patronen behoren. Aan de hand van eenvoudige modellen als de Brusselator, slaagde de Belgische partner erin systematische theoretische onderzoeken uit te voeren naar de mechanismen en eigenschappen van reactie-diffusiepatronen. Vele experimentalisten en theoretische chemici begonnen zich in deze gloednieuwe materie te verdiepen. De bewijzen dat zulke patronen ook in echte systemen voorkomen, bleven echter nog 40 jaar uit, tot het Frans-Belgische onderzoeksteam deze langverwachte chemische patronen reproduceerde in een dunne gel, die de kern vormde van een speciale open ruimtereactor, waarin voortdurend verse reagentia werden aangevoerd. Hun onderzoeksresultaten tonen voor het eerst duidelijk aan dat de hypothese van Turing niet zomaar een theoretische veronderstelling is, maar wel degelijk voorkomt in de natuur. Titel van het project: chemische morfogenese Dit project wordt gecoördineerd door dhr. Patrick de Kepper van het Centre de Recherche Paul Pascal, Pessac (Frankrijk) in samenwerking met onderzoeksteams van het CNRS (Frankrijk) en de ULB in Brussel (België).
Wetenschappers overwinnen kwantumruis voor verbeterde optische communicatie Onderzoeksdomein: informatiewetenschappen Kwantumeffecten worden veelal beschouwd als zeer kleinschalig en moeilijk op te sporen. Hoewel, door de indrukwekkende vooruitgang in de telecommunicatiesystemen veroorzaken kwantumeffecten nu beperkingen in de prestaties van transmissies. Het ACQUIRE-consortium introduceerde nieuwe systemen die het mogelijk maken kwantumruis te omzeilen, die anders de signalen verstoort en de snelheid van de gegevensoverdracht in een telecommunicatieverbinding beperkt. Het consortium ontwikkelde meer bepaald de eerste extreem geluidsarme elektro-optische toestellen ter wereld, zoals lichtbronnen, versterkers en koppelingen, met nooit eerder geziene eigenschappen. Voorts ontdekte ACQUIRE de processen die aan de basis liggen van kwantumruis bij halfgeleidende lasers en bij de basiselementen voor optische communicatie, wat heeft geleid tot praktische verbeteringen in de vervaardiging van toestellen. Deze resultaten openden de weg voor kwantumcommunicaties, nu een zeer actief onderzoeksdomein. Titel van het project: ACQUIRE: Advanced Quantum Information Research (Geavanceerd onderzoek naar kwantuminformatie) Dit project wordt gecoördineerd door dr. Elisabeth Giacobino van de universiteit Pierre et Marie Curie, Parijs (Frankrijk) in samenwerking met onderzoeksteams uit ENS/CNRS, CNET en IOTA/CNRS (Frankrijk), DERA (Verenigd Koninkrijk), FAU (Duitsland), Università degli Studi dell’ Insubria in Como, Pirelli Laboratoria in Milaan (Italië) en RUL (Nederland).
Nieuwe asynchrone schakelingen: naar meer rendabele en minder ingewikkelde ontwerpen Onderzoeksdomein: engineering De meeste elektronische schakelingen die vandaag gebruikt worden zijn synchroon, wat betekent dat zij werken als een marcherend leger waarbij een ’officier‘, de klok, het ritme aangeeft. Asynchrone schakelingen, waarvan de coördinatie bepaald wordt door lokale interactie tussen communicerende componenten, zijn potentieel efficiënter en verbruiken minder energie dan synchrone schakelingen. Zij kunnen worden gebruikt bij uiterst beveiligde toepassingen zoals smart cards, aangezien zij van nature ’elektrisch stiller‘ zijn. Ze werden traditioneel echter beschouwd als moeilijk en duur in ontwerp, omdat de coördinatie van de taken van de verschillende onderdelen zonder een ’geleider‘ het gebruik vereist van technieken voor gedistribueerde besturing die op school niet vaak worden aangeleerd aan designers. Het team van wetenschappers ontwikkelde de theorie en CAD-tools (computer aided design) om verschillende problemen op te lossen bij het ontwerpen van asynchrone schakelingen. Zij schreven de software ‘petrify’, die nu door meer dan twintig academische en industriële instellingen wordt aangewend voor verschillende doeleinden: onderzoek in CAD-tools, onderzoek naar het ontwerp van asynchrone schakelingen en het ontwerp van prototypes (microprocessoren, communicatietoestellen, smart cards, toestellen voor medische hulp, enz.). Titel van het project: Petrify: methodologie en instrumentatie voor de logische synthese van asynchrone schakelingen Dit project wordt gecoördineerd door prof. Jordi Cortadella van de Universitat Politècnica de Catalunya, Barcelona (Spanje) in samenwerking met onderzoeksteams uit het Politecnico di Torino (Italië), de University of Newcastle upon Tyne (VK), Intel Corporation en Cadence Design Systems (USA).