Uitgave OEHEEL ten voordeele van de overstroomden y, te S z e g e d i n in Hongarije. '^•fiA
I
wzz: D.E
• '"''hi
GROOTE SCHOOTMANS.
.^UnSPEÏL ÏN ÉÉN BEDRÏJF
DOOR
a"OHA.nsr
oiiu^iv^
Prijs 50 ets.
'5 Gravenhage, •I O H. IJ K E M A. 1879.
Boekfii'ukkerij van \V. r.Aiu>F\TinR , Den Haag.
/
^;.y. .i:.
^,
I
V
5r, ï ^
i
' (
DE GROOTE SCHOOTMANS.
K"-
•.; y
I
V
t
DE GROOTE SCHOOTMANS Blijspel in één Bedrijf
DOOP,
JOH AN
GRAM.
's GRAVENHAGE
.JOH.
I J K E M I A .
1879.
PERSONEN: Mijnlioer VAN DOPPEN, rentenier. Mevrouw VAN DOPPEN, zijne vrouw. Dr. SCIIOOTMANS, letterkundige. Mijiiliecr LUGIITMANS, reiziger in wijnen. IIENRI VAN DOPPEN, 15 jaar. TRUI, dienstl)0(le hij Van Doppen.
-—Ofcse^s^e^^f^i-—
Het tooneel stelt voor: een net genieuljekl vei-lfei liij \A.N IJUIM'E.N ; pc-iidukop den schoorsteen; wijnflesch met glazen, schole! met gebakjes on eigaron op tcilel.
EERSTE
TOONEEL.
iMijnhccr en IVlevi*. van
Doppen.
[Mevrouw zU Ie borduren; mijnheer daal onrustig voor tic pendule met zijn horlogie in de hand.) V a II D o p p e ii. De trein is nu al een kwartier aan! Ik liad Scliüotniaitó maar zelf moeten halen, en 't niet aan Ilenri overlaten. M e V r o u w. Waarom heelt hij ook niet geschreven mei welken trein hij komt! Van D o p p e n , ongeduldig de schouders ophalende. Doet een groot man dat coit'? Kan een geest als Sehoolmans zich in 'n spoorweggids van Van Santen verdiejion'? Vrouw. vrouA\', verwar toch geen genie met een ge^^üon mensch. Zal je dal dan nooit leereu'? M e V r o u w, eenigszins gevoelig Je weet heel goed, dat er in vaders kruidenierswinkel geen geniën kwamen, dus M ij n h e e r, op elk woord drukkende. Je pa deed in comestibles en gros; denk daar nu alsjeblief toch aan, vooral als Schootmans er is. Hij zal zeker een trein later komen. Maar als wij hem in huis hebben, nis hij daar op den mooien leunstoel zit, dan mogen we van geluk spreken. Hoe dikwijls heeft de geheele stad al niet verlangend uitgeroepen: konden we Schootmans toch eens hoeren'? Mochten we zoo'n geniaal man, over wien de dagbladen zulke voortrelïelijke artikelen geschreven hebben , toch eens in ons midden zien ! Konden wc die verheven
6 M e V r o ii w , kent iii de rede vallende. Miuir Piet! M ij II h e e r, verbeterende. Pierre alsjeblief. M e V r o ü w , min of meer driftig. Pierre dan! Ik dacht altijd, dat het met die artikelen in de dagbladen zoo ongeveer ging als met vader's versche truffels. Dan betaalde hij ééns zooveel voor zijne advertentie, en de courant nam al 't moois op, dat vader over zijn truffels schreef, die eigenlijk niet versch waren. M ij n h e e r . Je kunt je pa's grossierderij toch niet vergelijken met iemand tlie M e v r o u w , den zin voltooiende. . . . . in genie doet. Neen, neen, dat is ook zoo. Och, Piet — Pierre Ijedoel ik - - ik ben er uitgelaten blij om. Wat eene onderscheiding, dat wij zulk een bekend man, zoo'n gevierd schrijver in ons huis logeeren. Wat trok de burgemeester een scheef gezicht toen je hem zei dat Schootmans bij ons zijn intrek zou nemen, en de dames Van Leeuwen bekenden ronduit, dat zij jaloers op ons waren. M ij n h e c r, fier. Ja, j a , had ik gelijk of niet, toen ik tot het bestuur van onzen letterkundigen kring zei: ik zal hem je leveren, of mijn naam is geen "Van Doppen ? Wat een triumf voor mij tegenover die trotsche familie Van Nuchtelen, dien bemoeial Van de Waart en dien aanmatigenden Dork ! Ik zal hem je leveren, heb ik gezegd, en binnen een uur is hij in ons huis! Dat is de schoonste dag van mijn leven! M e V r o u w. Wat zullen ze mij afgunstig aanzien, als ik van avond aan den arm van den grooten Schootmans — want hij zal mij toch zeker zijn arm aanbieden, niet waar? — de zaal binnenkom. Ik ziehen de hoofden al bij elkaar steken.
• /
M ij a h e e r , pedant. Ja, ja, het einde kroont het werk. Wij zullen van daag eens aan de Woudrechtenaars toonen, dat Van Doppen kan wat hij wil; dat mijne beschaving en relatiën, mijne letterkundige opvoeding, mijn
T W E E D E TO ON E EL. De v o r i g e n , T r u i . • T r u i , snel 't vertrek binnentoopende. Meneer, meneer, daar is mijnheer Luchtmans om u te spreken. M ij n h e e r , ontroerd. Dom schepsel! zelfs zoo'n grooten naam onthoudt zij niet. {Nog een blik over alles en ten slotte in den spiegel iverpende.) Laat mijnheer dadelijk binnen. {Trui af.) M e V r o u w. Daar is hij ! M i j n h e e r , tot zijne vrouw. lloud-je goed, vrouw! DERDE Mijnheer
TOONEEL.
en Mev.r. v a n D o p p e n , de heer L u c h t m a n s .
V an Do p p e n , den heer Luchtmans te gemoet gaande en zeer diep buigende. Wat een bijzonder voorrecht u liier te ontvangen, mijnheer Schootmans! Welkom hier, welkom hier! Mag ik de eer hebben u mijne vrouw voor te stellen? Me V r o u w , buigende. Het is ons eene groote eer, mijnheer in ons midden te zien. L u c h t m a n s , eveneens diep buigende. Ik ben verlegen, mijnheer en mevrouw, met al die beleefdheden. Waarlijk!
8 Van D o p p c n. Ga zitteii, ga zitten, mijnheer Scliootmans. Wees zoo goed mijn huis als 't uwe te beschouwen; maak het u hier zoo aangenaam mogelijk. M e V r o u w. Mag ik u een glas wijn inschenken'? V a n D o p p e n. U heeft toch geen koii geleden op reis'? Mag ik u een bonten voetzak geven'? Zal u ook rooken? Lichte of zware? M e V r o u w , met een schaal cjebakjes. Misschien zal u liever een gebakje nemen'? V an Do p p e n. Is u ook gewend om dezen tijd iets anders te gebruiken'? ]M e V r o u \\. Of mag ik ii wat eau-de-cologne geven om u te verfrisschen'? Ik heb heerlijken, duren , echten L u o h t m a n s, dien men lellerlijk met al dat opdringen geen lijd tot antwoorden heeft gelaten. Mijnheer en mevrouw zijn waarlijk al te beleefd. {Zeer vleiend rn gèa/fccleerd.) Ik wil heel graag een glas wijn accepteeren, mevromv. Ik "ben inderdaad verlegen met al uwe oplettendheden. Van Do p [) e n. Wij zijn er trotsch op u hiei- te hebben. M e V r o u w. Overgelukkig ! L u c h t m a n s , verbaasd opziende en daarop met een fijn lachje. Dat IjelooCt me veel goeds voor de toekomst. V a n D o p p e n. W^eet u wel, mijn beste heer, dat het voor dit stadje een zeldzaam voorrecht" is, zoo'n bekend persoon hier in ons midden te zien!
L u c h t 111 a us. Het is zeer streelend voor me, zoo'ii oiitvungst te gcuietcii. Diit voorspelt me een goeden uitslag van mijn ^Yerkell. M c V r o u w. Ilcei't LI weer nieuwe werken uitgegeven? L u c h t mans. Nieuwe merkend o j a , Mevrouw, uitmuntende. Van D o p p e n. 4T
Heeft u dezen winter al veel plaatsen met uwe komst verheugd ? L u c h t i n a n s , blu/feriy. Ja, een aantal! Geheel Friesland en Groningen, een gedeelte van Gelderland en Noordbrabant heb ik reeds bezocht.
4-
Mevr o uw. En overal met geestdrilt ontvangen .' L u c h t 111 a n s. Ongetwijfeld, mevrouw. Y a n D o p p e n. liii overal hetzellde onderwerp behandeld?
"*"
Luchtmans,
glimlachend.
Natuurlijk, mijnheer {op zijn qlas wijn wijzende.) ^o'ddi 6 •>
dmi\m-
stok! M e v r o u w , bewonderend. Een alleroorspronkelijkst denkbeeld! Van D o p p e n , buigend. Inderdaad! Luchtmans,
blulj'eri(j.
Aan bestellingen heeft h e t m e ten minste niet ontbroken, d a t kan ik u verzekeren.
^
/
10
.'_
Van D o p p e n , ongeloovig. Aan bestellingen? Neem ine niet kwalijk, maar neemt u leUerkundige bestellingen aan? L u c h t m a n s , verwonderd. Natuurlijk mijnheer, bestellingen voor de firma! M e v r o u w , verbaasd. Voor de firma?? Gaat dat dan met geniën precies als met vader, die ook een compagnon in zijn zaak had? Van D o p p e n , haar snel in de rede vallende. De vergelijking mijner vrouw is zeker allerorigineelst, maar toch beken ik dat het mij ook duister schijnt, 't Is misschien een eigenaardig geestige uitdrukking, waarvan wij, oningewijden, den zin niet beseffen..... L u c h t m a n s , vlug en overredend. Volstrekt niet, mijnheer. De firma, die ik de eer heb te vertegenwoordigen, De Kanter & Co., groothandelaars in wijnen te Amsterdam, is waarlijk bekend genoeg, en ik dank u voor de eer die u haar bewijst in mijn persoon, den nederigen vertegenwoordiger van dat huis. Ik verdien ongetwijfeld zulk eene onderscheiding niet. Van D o p p e n , v erschrikt. U, de vertegenwoordiger van een wijnkooper!.... Maar, u fopt ons toch! M e v r o u w , ongeloovig. Maar u is toch mijnheer Schootmans, de groote letterkundige? Luchtmans. Ik ben Karel Luchtmans, uit Amsterdam, reiziger voor de firma De Kanter & Co. {Mijnheer van Doffen üjne kaart aanbiedende.) Mag ik 't pleizier hebben? Toen ik uwe dienstbode mijn naam noemde en mijne kaart wilde geven, antwoordde zij dat ik genoeg bekend was. Van D o p p e n , boos en dreigen d. Maar mijnheer, dat is hoQgst onbetamelijk, dat is misbruik van
'H vertrouwen. Ik meen iti u den beroemden letterkundige Schootman^; te zien, dien ik alhier verwacht, en gij laat u die eerbewijzing welgevallen ! L u c h t m a n s , lijn. Die vergissing is streelend voor mij. Ik heb echter dat verschil vau naam niet opgemerkt: Luchtmans of Schootmans, 't klinkt ongeveer hetzelfde. Ik hield de beleefde ontvangst voor eene hulde, die u aan de bekende firma De Kanter bracht. M e v r o u w , verbaasd. Is 't mogelijk! Van Doppen, minachtend. Hulde aan een paar wijnkoopers! Luchtmans. Waarom niet, mijnheer! Is goode wijn zoo te versmaden'? Zou de letterkunde, die u zoo hoog schijnt te vereeren, zulke schitterende bladzijden hebbeu voortgebracht, zonder de medewerking of den invloed van het alvermogend druivensap? Een fijn criticus zou, de verzen van een dichter ontledende, kunnen aamvijzen of iiij Bourgogne of Bordeaux dronk. Kan men zich een gloeienden vcrheflenden toast met thee of koffie voorstellen ? En is het dan zoo te verwonderen, wanneer een zendeling van eene der grootste firma's een min of meer afgelegen stadje bezoekt en dan regelrecht zijne opwachting bij iemand maakt, die goeden wijn kan waardeeren, dat hem daar eene goede ontvangst bereid wordt? V a n D o p p e n , teleurgesteld en boos. 't Is schande, 't is ongeoorloofd L u c h t m a n s , steeds voorthollende. Geloof mij, mijnheer, het is uw belang dat ik hier bepleit. Ik ben overtuigd, dat u slechten en tevens duren wijn drinkt. Iemand als mijnheer Van Doppen, een man van fijne smaak, moet echt druivensap hebben, en de dienst die ik u bewijs, door u zulken wijn te bezorgen, wordt dubbel vergoed door de onderscheiding van uw naam in ons boek te zien prijken. U zal mij tegenwerpen dat u door eene andere firma goed bediend wordt en dat u er dus
12 eeiie »eweteuszaak van maakt om van wijiikooper te veranderen. Maar dat is in onzen tijd van vooi-nitgang geen ai-gument meei\ Koojjt men niet hij dezen kleermaker een jas, bij genen een vest en zoo al voort. Kan het dus niet even goctl gebeuren dat u b. v. bij ons den voortreflelijksten Medoc en elders een ander raei-k vindt'? Bij slot van rekening zijn wij er allen even goed mede gebaat. Het zou mij spijten als u mij nu geene kleine bestelling deed, want toekomende jaar wordt de wijn duurder, en zoo u dan reeds t)nze klant is, zal u naar dien verhoogden prijs niet betalen. Het is dus in uw welbegrepen belang om nu te bestellen V a n D o p p e n , verward. Maar mijnheer, ik
ik heb geen wijn noodig.
L u e h t m a n s , een )wliUehoekje uil den zak halende. Ma"- ik U een kistje met verschillende soorten , te samen een anker'', tot proef zenden'? een keurig fijn kistje! Voor de firma zal het eene eer zijn u , onder hare begunstigers te tellen, u die zoo bekend is, en' voor u mijnheer van Doppen, zal het een waar genot wezen. — Eén anker, of willen we er twee van maken'? (joetle wijn Van D o p p e n , uil hel veld
ijeskujen.
Maai-, mijnheer! L' neemt een vaart L u c h t m a n s, lol mevrouw. Niet waar, mevrouw, iemand als mijnheei-, die de beroemdste maiuien des lands bij zich ontvangt, moet ook den wijn van de beste firma gebruiken'? en wat mijnheer Schootmans in de letterkunde is, dat durf ik zeggen is de firma De Kanter in den wijn. Een paar proefankers dus, niet waar? ofschoon ik u, in i w eigen belang, een okshoofd zou aanraden ' Van D o p p e n , dritHrj. Neen, neen , dat gaat zóó maar niet. Zich eerst voor een beroemd letterkundige laten bewierooken, en dan bij overrompeling ankers Avijn verkoopcn, neen M e V r o u w. Maar Piet, als de wijn nu toch zoo goed en de prijs zoo voordeclig is.
u L u c h t m a n s , hmkkeM e.n lurhend. Allerkomlekst! V a n D o p p e n , fier. Ea dat spreekt vier talen, mijnheer, vlotweg! Algebra, natuurlijke historie, kortom 't heele programma van de Hoogere Burgerschool ! 't Is 'n baasje , hoor! L u c h t m a n s , lot Mevrouw, die Henri's kuif opstrijkl. JDat is zeker erfelijk in de familie, mevrouw. [Men hoort een rijtuig aankomen; mevrouw kijkt door het mam). V a n D o p p e n , verheufid. Daar zal de groote Schootraans zijn! M e v r o u w , verward. Ja , j a , dat is hij zeker. L u c h t m a n s, dadelijk opstaande. Dan heb ik de eer u mijn compliment te maken. De wijn zal u spoedig gezonden worden. Uw dienaar, mijnheer en mevrouw. V a n D o p p e n , hem schier wegduwende. Dag mijnheer, dag mijnheer '
V I J F D E TOO NE EL. Van D o p p e n
en M e v r o u w.
Van D o p p e n . Houd je goed , vrouw. Fiksch gebogen , hoor ! M e v r o u w , gevoelig. Laat dat maar aan mij over.
ZESDE
TOONEEL.
De V o r i g e n , S ch o o t m an s , I I e n r i. S c h o o t m a n s , deftig binnenstappende. Heb ik 't genoegen mijnheer en mevrouw van Doppen te zien ?
13 L u c 11 i m a n s , vleiend. Mevrouw, ik maak u mijn compliment.: u is een vrouw van verstand, 't Zou mij spijten voor mijnliecr van Doppen , indien zulk een voortreffelijk mon zich willens en wetens goeden wijn ontzegde, door niet naar den goeden raad zijner echtgeuoote te klisteren. Van
Doppen.
Nu, goed, we zullen ze eens proeven. Zend maar eens een anker. L u c 11 t m a n s, :.(//) boekje i'oor den dafi halende. Twee of drie ankers •? Van D o p p e n , mei nndnik. Eén anker. L u c h t m a n s, //) zijn hoekje acmleekenende. Uank u. Jk ben overtuigd dat u slechte en dnir Sherry drinkl : ik zal er dns een anker Gold Sherry l)ijvoegeii. M e V r o u w , Ier zijde. Hij zal nog een entrepot van ons hnis maken ! Van D o p p e ii. Hoor eens, mijnheer, geen woord meer over wijnen. L u c 11 t m n n s. Mag ik er wal Port a port en Lanl)enheiiner I)ijvoegen".' . . . .
V f E R DE T O O N E E L. De V o r i g e n , H e n r i ,
die hdastlicf hinnenloopl.
II en r i. (ieen doctor Schootmans aan 't station te vinden , pa ! Ik lidi tocJi goed overal rondgekeken , tot in de heestenwagens toe. Me v r o u w , lachend. Een o'ppstige jongen !
15 Van D o p p e n , rliep buifjende. Doctor Schootmans, de eer is te groot voor ons. Welkom in mijn huis! We hadden u met den trein verwacht, en mijn zoon was met een rijtuig naar 't station gereden om u af te halen ; van daar Mevrouw. Neem toch als je blief plaats , mijnheer ! S c l i o o t m a n s , slalig in den leunstoel plaats nemende. 't Was ook eerst mijn voornemen van die reisgelegenheid gebruik te maken. Maar onderweg ontmoette ik toevallig in den trein een mijner geleerde vrienden. Van den Blaak, die van avond te Arnhem leest. Deze wist mij over te halen , liever tot ginds meê te reizen en dan een rijtuig naar hier te nemen. De vriendschap is zoo zoet: ge kent toch Cicero's verhandeling ? M e v r o u w , tol haar man. Is dat 'n Amsterdamsche firma ? V a n D o p p e n , snel, zonder haar te antwoorden. Is u niet erg vermoeid, doctor Schootmans? Wat mag ik u aanbieden ? M e V r o u w. Wil mijnheer zich soms op zijn kamer verfrisschen ? Van
Doppen.
Misschien heeft de doctor de ge\yoonte des namiddags een klein dutje te doen? Mevrouw. Mag ik u den bonten voetzak geven? Van
Doppen.
Zou een kop koffie misschien welkom zijn? S c h o o t m a n s , ongeduldig alles afiverende. Dank n, dank u, niets daarvan ! Ik heb geenerlei behoefte.
'ir. Van
Doppen.
't Deed mij ontzaglijk veel genoegen dat n ons publiek eens wilde vergasten, [[et heeft behoefte aan iets goeds, iets degelijks. Toen ik n\v naam noemde, en voorstelde u te vragen om hier een lezing te honden, was men in de wolken. Maar u drinkt niet, doctor ! M e V r o u w. Neem toch een gebakje, mijnheer. Van
Doppen.
U houdt misschien van zwaardere cigaren. S c h o o t m a n s , oiuiedulcHf) 'I hoofd srhidflende. llnid^ u, dank u. Van D o p ]) e n. Toe llenri, lianl dat kistje eens uit mijn kamer. H e n r i , die steeds op den acJüergrond naar den gast, lieeft staan gluren. Waar staat het, pa ? S c h o o t m a n s , naar den jongen omziende. Is dat uw zoontje, mevrouw? lAI e v r o u vf. Om n te dienen, mijnheer. {Halfluid) Een baasje! V an D o p p e n. Kom eens wat nader, Henri. — Hier zie-je nu een groot man , llenri. Spiegel je aan doctor Schootmans, dan lezen we je lof ook nog in de couranten , en dan wordt-ge ook zoo gevierd. (Zich lol Srlhootmans wendende.) Zoo vier moderne talen , mijnheer! Algebra, algemeene en natuurlijke historie, alsof 't niets is. Er wordt tegenwoordig wat van de jongens gevergd! Maar 't zit dan ook boordevol bij hem, boordevol! M e V r o u w, Irolsch. En hij declameert ook.
n S c h o o t nti a n s. Zoo, zoo ! van
Doppen.
Ja , ja , hij is lid van de Rederijkerskamer Hierdoor lot Hooger. M e v r o u w , den jongen slreelemJe. Wil u eens een proefje hooren van zijn voordracht ? S c l i o o t m a n s , (jedwongen. Wel zeker, heel graag. van
Doppen.
Kom Ilenri, dat moest, je eens doen. II e n r i , verlegen. Och vader , ik . . . . M e v r o u w. Toe, van De Doodgraver; dat is zoo akelig mooi. Il e n r i, pruttelend. Och ma, dat kan ik nu niet doen. Van D o p p e n , aanmoedigend. Gerust; je doet het anders wel. Kom, Spandaw's Vogelnestje. H e n r i , kuchende en een paar stappen achteruit hopende. Met of zonder gebaren, pa? Van Doppen, even nadenkende. Ja
met gebaren, ter eere van mijnheer. H e n r i (declameerende). Ziel gij ginds den pronk der dalen , Dien verheven popelboom , Breed getakt, met fierheid pralen, En zich spieglen in den stroom ? Lentes adem heeft hem . . . .
18 T r u i , plotseling (Je kamer inrennemle. De Haarlemmer, mijnheer! Va 11 Doppen , boo<s. Houd toch je mond! T r u i. Wel mensch, wie kon ook denken dat de jonp;pheor verzen opzei. Wie doet dat op klaarlichten dap;? («/). H e n r i , zich bedenkende. En zich spieglen in den stroom En zich spieglen in den stroom Ha! daar heb ik hem 1 En zich spieglen in den stroom.... Lente's adem heeft hem leven. . . . {Er ivordt hard op de glazen getikt, en een jongemslem van buiten roept): Hein! Hein! kan je wel? V a n D o p p e n , woedend opspringende. Die weergnsche straathengels! M e V r o u w. Zoo'n brutale jongen! Henri. Dat zal ik hem betaald zetten {Loopt hard weg.) S c h o o t m a n s , glimlachend Die lente heeft wel een langen adem ! Van D o p p e n , hardop lachend. Ja, ja, inderdaad. Maar Henri had moeten voortgaan . . S c h o o t m a n s , zeer deftig. Laat uw zoon zich niet verder inspannen. Hij heeft inderdaad veel talent. Straks zal hij mij kunnen hooren. Van Doppen. Vermoeit u zulk een voordracht niet ?
19 S c h o o t m a 11 s. Och neen! men raakt daaraan gewoon, even als aan al dat liuldebetoon. De raensclien vieren mij wat veel, zoodat men zich soms aan al die eerbewijzen zou willen onttrekken. Verleden week was ik te Arnhem bij de familie Van der Malsen, waar een prachtig feestmaal voor mij aangelegd was en de barones Van Dorp letterlijk aan mijn lippen hing — in iiguurlijken zin natuurlijk. Eergisteren hield ik eene voordracht te Middelburg, waar men mij zoo toejuichte, dat de eigenaar der zaal voor zijn vloer beducht werd. Maar. .. . men gewent daaraan, men gewent daaraan. .. . Van D o p p e n , opgewonden. En wat zal Woudrecht van avond van u hooren 1 Zoo de vraag niet al te onbescheiden is ? S c h o o t m a n s. Laat dat maar rusten, dan is van avond de verrassing des te grooter. M e V r o u w, vleiend. En als ik 't nu eens vroeg? Van D o p p e n . Ik zou het zoo aardig vinden, wanneer ik van avond de zaal inkom en iedereen mij in den arra neemt om te vragen welk onderwerp u behandelt, dit hier of daar te kunnen noemen. S c h o o t m a n s , gewichtig. Nu, wil je 't weten? Ik zal spreken: over den oorsprong der geslachten. M e v r o u w , heel verbaasd. Oorsprong der geslachten? Daar komt dus van het paradijs in, van Adam, Eva en verdere familie? V a 11 D o p p e n , verwonderd. Zoo iets van Darwin en Voigt zeker? S c h o o t m a n s , zeer deftig. Mijn lieve mevrouw, het is alles op taal-en letterkunde gegrond : het is de oorsprong van de geslachten der zelfstandige naamwoorden , weet-u.
20 M e v r o u w , bewonderend. Zoo, zoo! D;it znl zeker heel geleerd zijn. Schootmans. Het zal doorwrocht zijn, maar diep geleerd niet; de zaak wordt daarin min of meer van humoristische zijde bekeken. V a n D o p p e n , opgeivonden. Ik ben er ontzaglijk verlangend naar! De oorsprong der geslachten , wel, wel! M e v r o u w , vervolgende. Met humor. Van D o p p e n , zeer ingenomen. Dat zal heerlijk zijn. — Maar u drinkt niet. M e V r o u w. U gebruikt geen enkel taartje. Van ü o ]•) p e n. 't Is u toch niet te warm'? S c h o o t m a n s. Dank, dank u. {Bij zich zelven.) Het kan ontzaglijk goed zijn; oorspronkelijk gevonden, heel oorspronkelijk, niet wnar ? Van D o p p e n , Ik smacht er naar. Wat zullen die Woudrechtenaren jaloersch op mij zijn ! M e V r o u w , bewonderend. Hoe komt liet in iemand's l)rein op, zoo iets te verzinnen! S c h o o t m a n s. Daarvoor moet men taalvorscher zijn, mevrouw. Wat is de taal? De taal is een te kennen geven. Alles wat wij te kennen geven , komt neer op twee onderscheiden soorten van dingen: onze onmiddellijke aandoeningen, of de voorwerpen buiten ons. M e v r o u w , hoofjst verbaasd. Dus als ik spreek, geef ik te kennen'?
21 S c h o o t 111 cl ü ü. Ontegenzeggelijk. V cl n D ü p p e n , verrukt. Wilt gaat die wetensehap toeli ver! S c h o o t UI a n s, del lig doorgaande. O, daar is zooveel te leei-en. Ik ben b. v. zeker dat u nooit het gewicht van de tong heeft nagegaan? V a 11 D o p p e n , spollend. Mijne vrouw wel, dat verzeker ik u. S c h o o t UI a u s. De tong wordt in zich zelve op tweederlei wijze bewogen: nadruklijkst en krachtigst, in een voortgaande trillende beweging die haar gespannen laat, waarmee zij de II maakt: R. R. R. lAl e V r o u w, R. R. R. inderdaad! Van
Doppen.
Ja waarlijk: R. R. R. ! S c h o o t UI a n s. Flauwer en kwijnender, in een slappen enkelen slag, waarna ze als krachteloos ligt, en waardoor zij de L. vormt. L. L. L. De eerste van deze bewegingen past ons verstand op den werker, de laatste op het werktuig toe. V a 11 D o p p e u. Wat is dat mooi gevonden. Een meusch geliruikt zijn tong wel, maar hij denkl nooit bij dat spannen en verslappen. L. L. L. M e V r o u w. Hoe aardig: L. L. L. S c h o o t m a 11 s. Zeker. Eveneens gaat het met de geslachten. Wen moet den oorsprong nagaan om het geslacht te kunnen bepalen. Zoo noem ik b. V. maaltijd vrouwelijk, en waarom ?
22 V an Do p p e n. Oiudat vrouwen die meestal gereed maken ? S c h o o l m a n s. Neon , neen ! omdat liet is een saaragesteldc van tijd in den zin van ti-ekking en van maal: bijeenkomst. Maaltijd is dus eigenlijk bij een trekking; middagmaal, middagvei'gadering, gastmaal, gastvergadering. M e v r o u w , in de handen klappende. Wat is dat aardig! Nu Pierre, zoodra we eens weer iemand ten eten vragen, dan zullen we 't letterkundig doen, hoor, en ze voor een middagvergadering noodigen. Van D o p p e n , half bij zich zelven. Aller vreemdst! {Tol Schoolmans) ilé doctor, ik ben wel verlangend naar uv>- ,,geslachten". S c h o o t m a n s , zeer voldaan. Nu, wil u de inleiding eens hooren? Van D o p p e n , verrukt. Als u zóó goed zou willen zijn. S c h o o t m a n s steekt de hand in den zak en haalt er het manuscript uit; mijnheer en mevrouw zijn in de grootste verivachting. Hij slaat de eerste bladzijde om. {Tol beiden) Dat is een zeldzaam voorrecht! {het papier inziende ontstelt hij hevig) Mijn hemel! Wat is dat?! Van D o p p e n en Mevr o uw , verschrikt, W^at is er, wat is er, mijnheer Schootmans? S c h o o t m a n s , tegen den rug van den stoel glijdende. IJet is mijn handschrift niet! Van D o p p e n , verbaasd. Uw handschrift niet ? Maar hoe bedoelt u dat ? Het is toch een handschrift. Drink eens, mijnheer, drink eens!
f'
-28 M e V r o u w. Drink ecus, doctor. S c h o o t, 111 a 11 s , ivunhophi. Hemel! hemel! hoc is 't mogelijk! Van D o p p e n . Maar doctor, zeg ons dan toch wat er aan scheelt. Ik hegrijp uw wanhoop niet. S c h o o t m a n s , builen üchzelven. Maar man, Ijegrijp je dat dan niet. Ik hen mijn stuk kwijt't Is MIJN handschrift niet, dat daar ligt. Ik begrijp op eens de gansche toedracht der zaak. Ja, ja, zoo is het gegaan. Ik sprak daar straks immers van Dr. Van den Blaak, met wien ik in den trein zat en die van avond te Arnhem zou lezen? Ik herinner mij dat hij in zijn handschrift heeft zitten bladeren, en ik in het mijne, en dat wij die toen op de bank van onzen waggon hebben neergelegd. Vermoedelijk hebben wij bij het uitstappen elkaiirs handschrift meegenomen! Wat een noodlottige vergissing! Hoe ellendig, hoe rampzalig! Van D o p p e n , verbijsterd. Dat is verschrikkelijk! M e V r o u w. Lieve hemel! wat zullen wij beginnen'? S c h o o t m a n s. Neen, wat zal ik beginnen'? Wat moet ik doen'? Mijn oorsprong der geslachten ! V a II D o p p e n. Maar! maar! u zal toch wel kunnen improviseeren over een of ander onderwerp ? U zal licht een stuk uit uw hoofd kennen'? S c h o o t m a n s , wanhopend. Niets, niemendal, mijnheer! Zonder mijn manuscript ben ik als een ruiter zonder paard , een luchtb allon zonder gas. . . .
-24
T
V a n D o p p e n , diep zuchtend. Een l)ankier zonder fondsen.
i
M e V r o u vv, nog dieper zuchtend. Een kruidenier zonder klein geld. Van D o p p e n , heel zenuwachtig. Maar er moet raad geschaft worden; 't publiek kunnen wij toch niet te vergeefs laten komen. Nu a eenmaal hier is, dient u ook te lezen. Mijn hemel, mijn goede naam is er mede gemoeid. Wat zouden de Van Leinse's en de Ilartman's niet juichen , als ik Dr. Schootmans niet leverde. Mevrouw, plotseling een inval krijgende. Zou u dit handschrift niet kunnen lezen ? V a n D o p p e n , opspringend. Ja , j a ! Dcït is een inval! Wel zeker! Waarom niet! S c h o o t m a n s , minachtend afiuijzend. * •
Maar mevrouw, kan ik de denkbeelden, het werk van een mijner collega's voor het mijne verklaren ? Is dat geen bedrog ? M e v r o u w , overredend. Mijn vader leende wel eens gember of revalenta bij een ander winkelier. . . . . V a n D o p p e n , verbeterend. Grossier M e V r o u w. Grossier, als hij het toevallig zelf niet had, V a n D o p p e n , ongeduldig. Gember en revalenta zijn heel wat anders dan 't gewrocht van een genie! {Tot Schootmans.) Maar doctor, inderdaad, het voorstel mijner vrouw is praktisch. Nood breekt wetten, en ik zou durven wedden dat uw mede-lotgenoot hetzelfde gebruik van uwe lezing maakt.
25 S c h o o t ni a n s. Ik met de lezing van een ander optreden? Ik, die met mijn studiën zooveel bijval heb ingeoogst! Dat kan een Schootmans niet doen! Dan liever met een rijtuig voort, voor altijd weg! Zonder mijn stuk kan ik niet optreden. Van D o p p e n , dreigend. Neen, mijnheer! Ik heb eenmaal gezegd, dat ik doctor Schootmans leveren zou; u is nu hier en u dient ook eene lezing te houden, of ten minste in de zaal te verschijnen! S c h o o t m a n s , verontwaardigd. Wat! Eene lezing met geweld! Eene uitlevering op letterkundig gebied! Dat kan u toch niet meenen. Zou een man in vliegenden draf Arnhem binnen één uur kunnen bereiken en onmiddellijk weer terugrijden ? Mevrouw. Onmogelijk mijnheer, onmogelijk! Van
Doppen.
Zelfs in geen drie uur. S c h o o t m a n s , diep zuchleiid. Dan blijft er mij geen hoop meer over. Laat me dat handschrift eens inzien {Hij bladert, het dooi'.) Mevrouw. Zoo u 't eens hardop voorlas'? Van
Doppen.
Wel zeker. S c h o o t m a n s , onderworpen. Een slachtoffer onderwerpt zich aan alles! Het ding is getiteld: DE OPKOMST EN BLOEI DER NATIONALE BALLADE.
Onder de groote zegeningen van dit leven, onder de voorrechten, die elk sprekend en hoorend wezen ten deel vallen, onder de vormen, waarin zich de mensch ten allen tijde heeft ontboezemd, en waarbij de dichter als het ware de tolk van een geheel volk is geworden,
26 onder de gecstvcrheffende ontspanningen van het menschdom , dat -steeds, hoe ook als slaven geketend aan den arbeid, welke volgens den apostel zalig is, terwijl anderen het nietsdoen voor heilig verklaren, toch altijd gepaste uitspanning, die de belooning van drukken arbeid mag heeten, gezocht heeft {met weerzin en afkeuring lol hel publiek) Wat een stijl! een eindelooze woordentrein! — onder dat, alles herhaal ik, bekleedt de ballade eene gansch niet onbelangrijke, geenszins verwerpelijke, hoogst benijdenswaardige, uw aller aandacht vorderende, mitsgaders vermeldenswaardige en bijgevolg zeer gewaardeerde plaats." —Een zin als een lintwurm ! — «Indien Adam niet de schrijver der eerste ballade is, ofschoon hij daarvoor al den tijd had in zijn paradijs, dan moeten wij daarvan de oorzaak zoeken in de geheel buitengewone omstandigheden waarin hij verkeerde " [Het handschrift op tafel iverpeiide.) Wat is dat voor een akelige poespas! Een stijl van een hofjesjuffrouw. Eer ik mijn naam aan 't voordragen van zoo'n prul waagde! ! Dat nooit! Dan liever gezwegen , voor altijd gezwegen!
ACHTSTE
TOOiNEEL.
De V o r i g e n ,
Trui.
T r u i. Mijnheer! compliment van burgemeester en mevrouw, of meneer Schootmans hun de eer wil aandoen, na de lezing met u beiden te komen soupeeren. S c h o o t m a n s , wanhopend. Waar moet dat heen'? M e V r o u w. Al onze triumf, al onze hoop en trots vervlogen! Dat zou de eerste maal gev^^eest zijn, dat wij bij den burgemeester over den drempel Y a n D o p p e n , haar snel in de rede vallende. Bedaar, vrouw, bedaar! {Tot Trui) zeg maar dat wij. . . . zeg maar, dat
27 NEGENDE
TOONEEL.
De Vo r i g e n , H e n r i . H e 1) r i. Pu, compliment van de Freule van Wensum , of ze ook zou mogen welen, waarover mijnheer Schootmans spreken zal ? S c h o o t m a n s. De Freule van Wensum ! Hoc kom ik er uit' T 1" u i, ongeduldig. Wat moet ik zeggen'? Henri. Welk antwoord moet ik geven , pa ? V a n D o p p e n , venvard tol heiden. Zeg maar
met genoegen! (Trui en Henri af.) Mevrouw
Van
Doppen.
Daar hebben we nu heel de stad meè bezig gehouden. De deitigsten hebben er ons om benijd en nu zal men ons op den koop toe nog uitlachen.
TIENDE
ÏOONEEL.
De v o r i g e n , T r u i . Trui. Meneer, compliment van de heeren , of u nog niet komt. 't Is kwart over zeven en de zaal is vol.
Zeg . . . .
Van Doppen. zeg . . . . dat we dadelijk komen. (Trui af.)
Mevrouw. Kan u dan niet uit een of ander boek wat lezen '? Dat zal 't publiek toch niet bespeuren. Mijn vader verkocht zoo menig pond chocolade, dat nooit cacao gezien had.
30 doublure zorg, en mijne vrouw tusschen mijn linnen altijd eene lezing voor 't verliezen pakt. Maar gij zijt misschien in groote verlegenheid. Daarom lieb ik mijn neef, die juist naar Woudrecht moest, het handschrift meegegeven. Moge het nog in tijds in uwe handen komen. Uw vriend , V.\N DEN P>L.\.\K.»
Van
Doppen.
Die mijnheer Van den Blaak heeft ons gered ! Kom Dr. Schootmans. Dr. S c h o o t m a n s , mevrouw zijn arm aanbiedende. Nu 7Adt gij den oorsprong der geslachten hooren.
k 4 r
fe>l
r
ispa'
'l
,••''•*
n.,^
•X.-.-
••
:
.'• " l -
!ist';
• •
' ,t •
l/,'"fe'.^'