Collegevoorstel
Openbaar Onderwerp
Uitgangspunten aanbesteding Hulp bij het Huishouden WMO Programma
BW-nummer
Zorg & Welzijn Portefeuillehouder
B. Frings Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
In het kader van de Wmo verstrekken we Hulp bij het Huishouden. Per 1 juni 2016 dienen we nieuwe contracten te hebben afgesloten voor de zorg in natura. We stellen de volgende uitgangspunten voor de bestuurlijke aanbestedingsprocedure ter goedkeuring voor aan de raad: goede zorg, goed werkgeverschap, samenwerken en partnerschap, heldere communicatie, sturen op resultaat en oog voor de mantelzorger. Belangrijkste wijziging is dat we voortaan niet meer op details, zoals uren en minuten, willen indiceren, maar op basis van het beoogde resultaat (‘een schoon en net huis’). Daarnaast stellen we de raad voor om de uitgangspunten uit de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning te onderschrijven. In dit voorstel stellen we onze brieven aan de adviescommissies als reacties op hun gevraagde adviezen op dit onderwerp vast.
MO10, Jan Marten de Hoop, 9014 Datum ambtelijk voorstel
29 september 2015 Registratienummer
15.0009298
Ter besluitvorming door het college
1. De brief aan de adviescommissies JMG en Seniorenraad aangaande de uitgangspunten voor de aanbesteding van de Hulp bij het huishouden vast te stellen; 2. De brief aan de adviescommissie ACA aangaande de uitgangspunten voor de aanbesteding van de Hulp bij het huishouden vast te stellen; 3. De brief aan de adviescommissie LHBT aangaande de uitgangspunten voor de aanbesteding van de Hulp bij het huishouden vast te stellen
Paraaf akkoord
Datum
Paraaf akkoord
Datum
Steller Jan Marten de Hoop
Aan de Raad voor te stellen
1. De hulp bij het huishouden per 1 juni 2016 niet langer te indiceren op basis van uren, minuten en vierkante meters, maar op basis van resultaat (‘een schoon en net huis’). 2. De uitgangspunten voor de aanbesteding van de hulp bij het huishouden (goede zorg, goed werkgeverschap, partnerschap, heldere communicatie, sturen op resultaat, oog voor de mantelzorger en ruimte voor innovatie) vast te stellen. 3. De uitgangspunten uit de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning te onderschrijven. Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 6 oktober 2015
Conform advies Aanhouden Anders, nl.
nummer: 3.5
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Cvs uitgangspunten aanbesteding Hulp bij het Huishouden NIjmegen
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
In het kader van de Wmo verstrekken we Hulp bij het Huishouden. Per 1 juni 2016 dienen we nieuwe contracten te hebben afgesloten voor de zorg in natura. We stellen de volgende uitgangspunten voor de bestuurlijke aanbestedingsprocedure ter goedkeuring voor aan de raad: goede zorg, goed werkgeverschap, samenwerken en partnerschap, heldere communicatie, sturen op resultaat en oog voor de mantelzorger. Belangrijkste wijziging is dat we voortaan niet meer op details, zoals uren, minuten en vierkante meters, willen indiceren, maar op basis van het beoogde resultaat (‘een schoon en net huis’). In het voorstel aan de raad gaan we uitgebreid in op de concrete uitwerking van de systematiek van resultaatfinanciering: de juridische aspecten, de argumenten, de communicatie, de uitvoering, de financiën en de risico’s. Ook gaan we in het voorstel aan de raad verder in op de inhoud en de beoogde toepassing van de Code Verantwoordelijk Markgedrag Thuisondersteuning. In dit voorstel stellen we onze brieven aan de adviescommissies vast. Na een tweetal informele bijeenkomsten met de adviescommissies hebben zowel de adviescommissie JMG, de Seniorenraad, de ACA, als de LHBT een formeel advies gegeven. Adviescommissies JMG en Seniorenraad pleiten voor een ‘proefperiode’ van 3 maanden per cliënt, een minimum aantal uren ondersteuning per week, een onafhankelijk cliënttevredenheidsonderzoek, berekening van de eigen bijdrage op basis van feitelijk geleverde uren hulp en heldere communicatie. Adviescommissie ACA pleit voor een redelijke kans voor kleine lokale aanbieders en voor cultuursensitiviteit bij de zorgaanbieders. Adviescommissie LHBT pleit ten slotte voor duidelijke communicatie richting de cliënt over welke ondersteuning hij of zij ontvangt en voor sensitiviteit vanuit de zorgaanbieder ten aanzien van LHBT-ers. In de bijlagen zijn de adviezen en onze reacties daarop toegevoegd. 2
Juridische aspecten
Het vaststellen van de brieven aan de adviescommissies heeft geen juridische implicaties. 3
Doelstelling
De brieven aan de adviescommissies, als reactie op hun adviezen aangaande de uitgangspunten voor de aanbesteding van de hulp bij het huishouden, vast te stellen. 4
Argumenten
We waarderen de betrokkenheid van de adviescommissies op dit onderwerp. Dat is waarom we hen informeel van tevoren betrokken hebben bij dit onderwerp, we een groot deel van hun aanbevelingen overnemen en we bijgaande brieven als reacties vaststellen. 5
Financiën
Het vaststellen van de brieven aan de adviescommissies heeft geen financiële implicaties. 6
Participatie en Communicatie
We blijven de adviescommissies ook gedurende de aanbestedingsprocedure betrekken. 7
Uitvoering en evaluatie
De brieven aan de adviescommissies worden na besluitvorming verzonden. 8
Risico
Aan het vaststellen van de brieven aan de adviescommissies zijn geen risico’s verbonden. Bijlage(n):
-Brief aan de adviescommissies JMG en Seniorenraad over Hulp bij het huishouden -Brief aan de adviescommissie ACA over Hulp bij het huishouden -Brief aan de adviescommissie LHBT over Hulp bij het huishouden
Voorstel aan de Raad
Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel
21 oktober 2015
/ 132/2015
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Onderwerp
Vaststelling uitgangspunten bestuurlijke aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo Programma
Zorg & Welzijn Portefeuillehouder
B. Frings Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
6 oktober 2015 Samenvatting
In het kader van de Wmo verstrekken we Hulp bij het Huishouden (HH). Er is HH in natura en in de vorm van een Persoonsgebonden Budget (PGB). Voor de zorg in natura hebben we momenteel een contract met 5 aanbieders. Deze contracten lopen af per 1 juni 2016. Per oktober 2015 starten we daarom met de inkoopprocedure. Middels dit voorstel stellen we onze uitgangspunten vast voor de bestuurlijke aanbesteding. We besluiten de systematiek van de HH te veranderen van het sturen op uren, minuten en vierkante meters, naar het sturen op het te behalen resultaat (‘een schoon en net huis’). De cliënt en de zorgaanbieder bepalen samen hoe dat resultaat bereikt kan worden. Op basis daarvan wordt vervolgens maatwerk ingezet, conform onze Wmo-visie ‘gewoon doen wat nodig is’. Verder onderschrijven we de uitgangspunten van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning. Voorstel om te besluiten
1. De hulp bij het huishouden per 1 juni 2016 niet langer te indiceren op basis van uren, minuten en vierkante meters, maar op basis van resultaat (‘een schoon en net huis’). 2. De uitgangspunten voor de aanbesteding van de hulp bij het huishouden (goede zorg, goed werkgeverschap, partnerschap, heldere communicatie, sturen op resultaat, oog voor de mantelzorger en ruimte voor innovatie) vast te stellen. 3. De uitgangspunten uit de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning te onderschrijven.
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Jan Marten de Hoop, 9014,
[email protected] Rvs uitgangspunten bestuurlijke aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1
Inleiding
Wat is Hulp bij het Huishouden? Sinds 2007 bieden we als gemeente Hulp bij het Huishouden (HH) in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze ondersteuning varieert van lichte huishoudelijke werkzaamheden, zoals stofzuigen, bed opmaken, opruimen of ramen zemen, tot meer intensieve hulp, zoals het bereiden van maaltijden en het geven van adviezen over de organisatie van het huishouden. Wat is het belang van Hulp bij het Huishouden? We vinden het erg belangrijk dat mensen, die vanwege hun beperking of vanwege ouderdom niet meer zelfstandig hun huishouden kunnen organiseren, toch ‘een schoon en net huis’ hebben. Zeker voor de mensen met een laag inkomen is het zelfstandig inhuren van hulp bij het huishouden vaak geen mogelijkheid. Het hebben van een net, schoon en georganiseerd huishouden draagt bij aan het welzijn van mensen en het geeft rust in het hoofd. Daarnaast draagt een voorziening als de HH eraan bij dat mensen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Ten slotte heeft de HH ook een signalerende en sociale functie. Wie ontvangt Hulp bij het Huishouden? In Nijmegen ontvangen ongeveer 4.600 cliënten HH. Van deze cliënten ontvangt bijna 75% HH in natura, dat wil zeggen via een van de door ons gecontracteerde zorgaanbieders (Vérian, Tzorg, TSN, OBG of Huize Rosa). De overige 25% heeft gekozen voor een Persoonsgebonden budget (PGB). Zij bepalen zelf wie ze hun huis laten schoonmaken. Ongeveer 75% van de HH-cliënten is 65+. Waarom veranderen we de systematiek? Op dit moment wordt HH nog geïndiceerd op basis van uren, minuten en vierkante meters. Wat we eigenlijk belangrijker vinden is de vraag of het beoogde resultaat is bereikt, namelijk ‘een schoon en net huis’. We willen daarom dat de cliënt en de zorgaanbieder in gesprek gaan over de vraag hoe dit resultaat het beste behaald kan worden. Op deze manier wordt de zorgleverancier op basis van de wensen van de cliënt in staat gesteld om maatwerk te leveren. Met andere woorden: deze nieuwe systematiek helpt ons om gewoon te doen wat nodig is. Wat houdt de nieuwe systematiek concreet in? Wanneer de cliënt vanaf 1 juni 2016 bij het sociaal wijkteam te kennen geeft dat het hem niet meer lukt om het huis netjes te houden, dan voert het wijkteam alleen een lichte toets uit (wel of geen ondersteuning). Als de inschatting is dat iemand inderdaad HH nodig heeft, dan kan de cliënt één van de gecontracteerde aanbieders benaderen of kiezen voor een PGB. Kiest de cliënt voor zorg in natura, dan gaat de aanbieder vervolgens op huisbezoek bij de cliënt. In overleg bepalen ze wat ze verstaan onder een ‘schoon en net huis’ en dit wordt vastgelegd in een persoonlijk ondersteuningsplan, welke door zowel de aanbieder als de cliënt dient te worden ondertekend. De cliënt kan zich tijdens dit gesprek uiteraard door iemand laten bijstaan. We gaan er vanuit dat de kwaliteit van dienstverlening zich uiteindelijk vertaalt in de
Rvs uitgangspunten bestuurlijke aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
mate van cliënttevredenheid. Zodoende beperken we de administratieve rompslomp en controleren we alleen datgene wat we het meest belangrijk vinden: de tevredenheid van de cliënt. De eigen bijdrage wordt achteraf door het CAK bepaald op basis van feitelijk geleverde uren. Hierdoor kan het niet voor komen dat iemand een hogere bijdrage betaalt dan de kostprijs. Wat zijn de uitgangspunten bij de bestuurlijke aanbesteding? De volgende 7 uitgangspunten hanteren we bij de verdere uitwerking van de systematiek: Uitgangspunt Goede zorg
Goed werkgeverschap
Samenwerken en partnerschap
Heldere communicatie
Sturen op resultaat
Toelichting Het spreekt voor zich, maar toch: mensen moeten kwalitatief goede zorg blijven ontvangen. Dat betekent dat mensen die het echt nodig hebben ‘een schoon en net huis’ blijven houden. Aanbestedingen op prijs gaan vaak ten kosten van fatsoenlijk werkgeverschap. Je kunt je als gemeente rijk rekenen met een lage prijs, maar dat gaat op termijn altijd ten koste van de thuiszorgmedewerker. We hebben steeds minder laaggeschoolde arbeid in Nijmegen en we vinden dat de arbeid die er is goed moet zijn. Dat betekent: een redelijk salaris, toepassing van de cao VVT, geen 0-uren of payrollcontracten, een sobere overhead, een redelijk salaris voor de directie en daarnaast dienen de gebruikelijke afdrachten te worden gedaan: verzekeringen, belastingen en pensioenen. In het coalitieakkoord staat dat we meer willen sturen op samenwerking in plaats van concurrentie. Dit is ook conform de inhoud van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag. We gaan dus niet langer op traditionele wijze aanbesteden. Wij bieden aanbieders een minimaal volume, een meerjarencontract en een fatsoenlijk tarief en we verwachten dat zij daarvoor in ruil goed samenwerken, een goede werkgever zijn, goede kwaliteit leveren en open staan voor innovatie. Het voordeel van partnerschap is dat er geen tijd verloren gaat aan procedures en onderhandeling, maar dat we samen gewoon gaan doen wat nodig is. Dit biedt voor de cliënten tevens continuïteit en rust in een omgeving waarin toch al veel onrust is. Uit vrijwel alle cliënttevredenheidsonderzoeken blijkt dat klachten vaak niet gaan over de feitelijke kwaliteit van schoonmaak, maar dat mensen willen weten waar ze aan toe zijn. We verwachten daarom goede voorlichting, goede fysieke en online informatie, een duidelijk keukentafelgesprek, een concreet uitgewerkt ondersteuningsplan, een klachtenmeldpunt en duidelijke communicatie over verwachtingen. In het coalitieakkoord staat dat “we actief gaan sturen op het resultaat, namelijk een schoon en net huis. We vragen geen uitgebreide verantwoordingsinformatie, we spreken af met de zorgaanbieders dat zij garanderen dat het doel van hun dienstverlening wordt bereikt.” Dit betekent dat de HH niet langer
Rvs uitgangspunten bestuurlijke aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
Oog voor de mantelzorger
Ruimte voor vernieuwing
geïndiceerd wordt op details, zoals uren, minuten en vierkante meters, maar op het beoogde resultaat: ‘een schoon en net huis’. Betaling richting de zorgaanbieder vindt plaats op basis van een gemiddeld aantal uren per 4 weken maal het uurtarief. We zijn de laatste jaren druk met de doorvoering van de kantelingsgedachte. We kijken daarbij eerst naar wat iemand zelf kan, wat zijn of haar omgeving kan, welke vrijwilligersinitiatieven er zijn en daarna kijken we pas naar de eventuele inzet van maatwerkvoorzieningen. We zijn erg enthousiast over deze systematiek en gaan er daarom mee door, maar we moeten oog houden voor degenen die als gevolg van de kanteling extra worden belast, zoals de mantelzorgers. We kunnen bijvoorbeeld het mantelzorgcompliment, respijtzorg, de HHT (toelage) en lotgenotencontact extra onder de aandacht brengen. We willen de systematiek nu niet volledig op de kop zetten, maar we willen de deur nadrukkelijk wel open houden voor vernieuwende initiatieven teneinde de HH toekomstbestendig te houden. We willen daarom pilotruimte opnemen om te onderzoeken hoe we omgaan met bijvoorbeeld eventuele combinatiemogelijkheden met individuele begeleiding of met de organisatie van gemaksdiensten, zoals wassen, strijken en boodschappen doen.
Wat zijn de uitgangspunten van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag? Dit jaar heeft de Transitiecommissie Sociaal Domein samen met ‘de sector’ de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning opgesteld. De volgende uitgangspunten zijn in de code opgenomen: werken vanuit cliëntperspectief, lokaal wat lokaal kan, gezonde arbeidsmarkt, transparant inzicht in reële kosten, dialooggericht aanbesteden en duurzaam meerjarig partnerschap. Ten aanzien van de toepassing van de code: de inhoud van de code, inclusief de tariefbijlage, helpt ons om het goede gesprek te voeren met de zorgaanbieders. Het is dus geen bindende overeenkomst, maar een startpunt voor een gegronde dialoog. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader
Samenwerken met een beperkt aantal aanbieders In het coalitieakkoord staat dat we meer willen gaan sturen op samenwerking in de zorg in plaats van op concurrentie. We geven hier al op verschillende wijzen vorm aan. Bijvoorbeeld door de afspraken die we maken met de W4 of de Combinatie, maar ook bijvoorbeeld doordat we Beschermd Wonen bestuurlijk hebben aanbesteed. Bij HH willen we ook bestuurlijk aanbesteden. We willen namelijk werken op basis van partnerschap: samen in goed overleg de goede dingen doen. Telkens weer staat de afstemming tussen de driehoek cliënt, gemeente en zorgaanbieder centraal. We streven daarbij naar een beperkt aantal aanbieders, zodat we goede afspraken kunnen maken. Daarnaast leidt een groter volume ertoe dat er voldoende ruimte blijft voor het leveren van maatwerk en blijft er zoveel mogelijk continuïteit voor cliënten.
Rvs uitgangspunten bestuurlijke aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
4
Toelichting op de inkoopprocedure: bestuurlijk aanbesteden Maatschappelijke diensten, gezondheidszorg en onderwijsvoorziening (sociale domein) vertonen specifieke kenmerken waardoor zij minder geschikt zijn voor toepassing van de gewone procedures voor de gunning van overheidsopdrachten. De Europese Commissie heeft een voorstel voor een nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijn uitgebracht. Daarbij heeft de commissie erkend dat er bij dienstverlening op het sociale domein in principe geen sprake is van grensoverschrijdend belang en dat gemeenten een grote vrijheid moeten krijgen bij het organiseren van de keuze van dienstenaanbieders. Dit houdt in dat bij het inrichten van het opdrachtgeverschap binnen het sociale domein direct opdrachten met één of meerdere dienstverlener(s) aan te gaan zijn. Voorwaarden bestuurlijk aanbesteden Bestuurlijk aanbesteden moet aan een aantal voorwaarden voldoen: -de naleving van de aanbestedingsrechtelijke beginselen van transparantie, non-discriminatie en objectiviteit; -het opstellen van een objectieve (technische) specificatie; -de gunning van de opdracht moet achteraf medegedeeld worden aan de Europese Commissie, inclusief motivatie van de gevolgde procedure. Basistarief en gemiddeld aantal uren Om te voorkomen dat aanbieders een te laag of te hoog tarief bieden stellen we vooraf een minimum en een maximum uurtarief vast. Na een opstarttijd van 7 maanden verwachten we dat aanbieders per 1 januari 2017 dienstverlening bieden conform een vast tarief. Bij de totstandkoming van deze tarieven baseren we ons op de uitgangspunten van de cao VVT, de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning en het Berenschotrapport ‘De bodem bereikt’ (17 februari 2015). We financieren de zorgleverancier op basis van een gemiddeld aantal uren HH per 4-wekelijkse periode. 1.2 Relatie met programma
De uitvoering van de hulp bij het huishouden in het kader van de Wmo valt onder het programma Zorg & Welzijn. 2
Doelstelling
Uitgangspunten vast te stellen op basis waarvan we contracten met nieuwe leveranciers HH in natura overeenkomen, waarin goede zorg voor cliënten wordt gegarandeerd. 3
Argumenten
De argumenten voor een systematiek van resultaatfinanciering zijn in de probleemstelling al aan bod gekomen: we willen niet langer sturen op details, maar op resultaat. Dit resultaat moet behaald worden door maatwerk te leveren op basis van goede afspraken met de cliënt. Oftewel: ook ten aanzien van de HH willen we gewoon gaan doen wat nodig is. Argumenten waarom we goede zorg, goed werkgeverschap, goede samenwerking, goede communicatie en oog voor de mantelzorger belangrijk vinden spreken voor zich. 4
Risico’s
Open einde regeling
Rvs uitgangspunten bestuurlijke aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
5
De HH in het kader van de Wmo is een open einde regeling. Dat betekent dat wanneer iemand zich meldt bij het wijkteam en er wordt na een individueel onderzoek vastgesteld dat deze persoon niet in staat is om zelf of met ondersteuning van zijn sociale netwerk in staat is om zijn huishouden te organiseren we verplicht zijn om ondersteuning te bieden. We baseren ons dus op prognoses en we kunnen niet garanderen dat we de budgetten niet overschrijden. Dit risico hangt samen met enkele trends: we willen dat mensen langer zelfstandig blijven wonen, we zetten meer in op extramuralisering en we constateren dat er sprake is van vergrijzing. Vooralsnog zien we overigens, mogelijk als gevolg van de gekantelde keukentafelgesprekken, nog geen toename van de vraag naar HH. Faillissement zorgaanbieder Wij zijn voornemens redelijke tarieven te bieden die kostendekkend zijn, maar er zijn aanbieders waarbij de gemeente Nijmegen slechts één van hun vele afnemers is. Wanneer een zorgaanbieder in andere gemeenten wel te maken heeft met te lage tarieven, dan kan het alsnog voor komen dat een zorgaanbieder failliet gaat. We maken in dat geval met de resterende zorgaanbieders afspraken over de achtergebleven cliënten. 5
Financiën
Als gevolg van de Rijkskorting van bijna 32% op het budget HH hebben de meeste gemeenten al ingrijpende maatregelen doorgevoerd, met tal van juridische procedures als gevolg. Veel gemeenten kiezen voor de HH als algemene voorziening (geen individuele maatwerkvoorziening, maar een algemeen toegankelijke voorziening in de wijk met mogelijk een vergoeding achteraf via de bijzondere bijstand), de HH algemeen gebruikelijk verklaren (afschaffen), de invoering van alfacheques (mensen krijgen een cheque waarmee ze zelf op de vrije markt schoonmakers kunnen inhuren), het indicatieprotocol strenger maken (zo min mogelijk HH toekennen) of de eigen bijdragen verhogen (de maximale toegestane eigen bijdrage vragen). Ook Nijmegen heeft uiteraard te maken met de Rijkskorting, maar in het coalitieakkoord is afgesproken dat we de HH dermate belangrijk vinden dat we de Rijkskorting op HH zoveel mogelijk lokaal dempen in de begroting. Dat is de reden dat we bij onveranderd beleid niet op een tekort van € 4 miljoen, maar op een tekort van slechts € 0,5 miljoen aankoersen. En dat is dus ook de reden dat we op basis van inhoudelijke, in plaats van financiële gronden kiezen voor deze nieuwe systematiek. We houden de maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden dus overeind. Omdat zorgaanbieders bij resultaatfinanciering gefinancierd worden op basis van een gemiddeld aantal uren leidt dit tot de focus om efficiënt te werken en zich daarbij primair te baseren op de wensen van de cliënt in plaats van de gemeente. De ervaring in andere steden is dat als gevolg van het leveren van maatwerk het gemiddeld aantal uren per week daalt, zonder dat dit ten koste gaat van de cliënttevredenheid. 6
Participatie en Communicatie
Tijdens de voorbereidende brainstormsessies met de huidige zorgaanbieders is ook een vertegenwoordiging van de het SWON, de WIG en Pluryn aanwezig geweest. Ook hebben er een tweetal informele ambtelijke informatiebijeenkomsten plaatsgevonden in september met een vertegenwoordiging van de adviescommissies JMG, Seniorenraad en ACA. Daarnaast hebben deze commissies en de adviescommissie LHBT een formeel advies uitgebracht. Adviescommissies JMG en Seniorenraad pleiten voor een ‘proefperiode’ van 3 maanden per cliënt, een minimum aantal uren ondersteuning per week, een onafhankelijk
Rvs uitgangspunten bestuurlijke aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
6
cliënttevredenheidsonderzoek, berekening van de eigen bijdrage op basis van feitelijk geleverde uren hulp en heldere communicatie. Adviescommissie ACA pleit voor een redelijke kans voor kleine lokale aanbieders en voor cultuursensitiviteit bij de zorgaanbieders. Adviescommissie LHBT ten slotte pleit voor duidelijke communicatie richting de cliënt over welke ondersteuning hij of zij ontvangt en voor sensitiviteit vanuit de zorgaanbieder ten aanzien van LHBT-ers. Het communicatietraject start in het voorjaar van 2016, wanneer de systematiek concreet is uitgewerkt en wanneer bekend is met welke aanbieders we zorg in natura gaan aanbieden de komende jaren. Zoals reeds vermeld hechten we grote waarde aan een duidelijk, open en zorgvuldig communicatietraject. 7
Uitvoering en evaluatie
In de periode oktober 2015 tot mei 2016 vindt de bestuurlijke aanbestedingsprocedure plaats. Dit houdt in dat we gedurende die periode in nauw overleg met aanbieders op basis van de in dit voorstel vastgestelde uitgangspunten komen tot nieuwe overeenkomsten. Deze overeenkomsten zullen ingaan per 1 juni 2016. Vanaf die datum werken we middels de systematiek van sturen op resultaat, zoals hierboven reeds uitgebreid beschreven.
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n):
Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning
Rvs uitgangspunten bestuurlijke aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo
Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail
[email protected]
Adviescommissie Allochtonen T.a.v. mevr. A. Voeten Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Ons kenmerk
Contactpersoon
MO10/15.0009808
Jan Marten de Hoop
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Reactie op advies n.a.v. uitgangspunten aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo
23-09-2015
(024) 3299014
Geachte adviescommissie, Hartelijk dank voor uw advies naar aanleiding van de voorgenomen uitgangspunten voor de bestuurlijke aanbesteding hulp bij het huishouden in het kader van de Wmo vaststellen. We zijn blij dat u de gekozen oplossing ondersteunt. We zullen hieronder puntsgewijs reageren op uw vragen, adviezen en opmerkingen. 1. Wij adviseren actie te ondernemen op de lange wachttijden bij de wijkteams. Wij hebben extra formatie ingezet om de wachtlijsten bij de wijkteams terug te dringen en als dit niet het gewenste effect heeft, dan zullen we daarop extra inzet blijven plegen. Ook al heeft een goede en persoonlijke inschatting naar onze opvatting hogere prioriteit dan een snel besluit, delen we uw mening dat het in het belang van de cliënt is om zo snel mogelijk ondersteuning te krijgen. 2. Het is van belang dat ook kleine zorgaanbieders gericht op specifieke doelgroepen mee kunnen doen aan de aanbesteding. Bij de bestuurlijke aanbesteding zullen we ook kleine aanbieders de gelegenheid bieden om in te schrijven. 3. Het aanbod van hulp bij het huishouden kan prima gecombineerd worden met andere doeleinden. We delen dit standpunt. Eén van de redenen waarom we de hulp bij het huishouden in de vorm van een maatwerkvoorziening overeind willen houden, is dat het meerdere doelen dient: het helpt mensen niet alleen aan een schoon en net huis, maar het helpt bijvoorbeeld ook tegen eenzaamheid.
www.nijmegen.nl
Reactie op gevraagd advies uitgangspunten aanbesteding HH
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
1
4. We adviseren aantoonbare cultuursensitiviteit aan het programma van eisen toe te voegen. We onderschrijven het belang van cultuursensiviteit aan de kant van de zorgaanbieder. Tijdens de bestuurlijke aanbestedingsperiode zullen we aan dit onderwerp dan ook nadrukkelijk aandacht besteden. 5. We vragen ons af of er bij meerjarige partnerschappen voldoende ruimte overblijft voor kleine nieuwe aanbieders. Een gevolg van een bestuurlijke aanbesteding is dat nieuwe aanbieders ook tussentijds mogen toetreden. Dat betekent dat ieder jaar ook nieuwe kleine aanbieders, mits ze aan de voorwaarden voldoen, mogen toetreden. Daarnaast blijft als niet-gecontracteerde zorgaanbieder uiteraard altijd de mogelijkheid bestaan om zorg te leveren aan cliënten die kiezen voor een persoonsgebonden budget (PGB). Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
Reactie op gevraagd advie
Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail
[email protected]
Adviescommissie LHBT T.a.v. mevr. A. Voeten Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Ons kenmerk
Contactpersoon
MO10/15.0009810
Jan Marten de Hoop
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Reactie advies mbt uitgangspunten aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo
23-09-2015
(024) 3299014
Geachte adviescommissie, Hartelijk dank voor uw advies met betrekking tot de voorgenomen uitgangspunten voor de bestuurlijke aanbesteding van de hulp bij het huishouden in het kader van de Wmo vaststellen. We zijn het met u eens dat ‘gewoon doen wat nodig is’ niet als gevolg mag hebben dat cliënten niet weten waar ze aan toe zijn. Cliënt en zorgaanbieder gaan daarom met elkaar in gesprek om de specifieke omstandigheden en wensen te bespreken. Daaruit volgt een door beide partijen ondertekend persoonlijk ondersteuningsplan, waarin concreet wordt uitgewerkt waar de geleverde ondersteuning uit zal bestaan. We delen uw standpunt dat het bijzonder belangrijk is dat de zorgaanbieders sensitief zijn ten aanzien van LHBT-ers. U wijst terecht op ‘specifieke LHBT-kwetsbaarheden’, zoals bijvoorbeeld eenzaamheid, discriminatie, ouder worden met hiv, de gezondheid van oudere transgenders en vraagverlegenheid. We zullen dit onderwerp daarom tijdens de bestuurlijke aanbestedingsperiode expliciet bespreekbaar maken. Iedere partij die voldoet aan de voorwaarden kan inschrijven, dus ook zorgorganisaties die zich specifiek richten op LHBT-ers. We zullen hierin echter niet sturend optreden. We zullen overigens gedurende de contractperiode ook extra alert zijn als er meldingen of klachten zijn die specifiek op LHBT-ers van toepassing zijn. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
Reactie op gevraagd advies uitgangspunten aanbesteding HH
Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail
[email protected]
Adviescommissies JMG en Seniorenraad T.a.v. dhr. F.M. Eliëns Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Datum
Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Ons kenmerk
Contactpersoon
MO10/15.0009806
Jan Marten de Hoop
Onderwerp
Datum uw brief
Doorkiesnummer
Reactie op gevraagd advies uitgangspunten aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo
23-09-2015
(024) 3299014
Geachte commissies, Hartelijk dank voor uw uitgebreide advies met betrekking tot de voorgenomen uitgangspunten aanbesteding Hulp bij het Huishouden Wmo. We zijn blij dat u in uw inleiding aangeeft de algehele keuze voor instandhouding van de hulp bij het huishouden als maatwerkvoorziening, maar in de vorm van resultaatfinanciering, te ondersteunen. Wij zullen op uw vragen, adviezen en opmerkingen puntsgewijs reageren. 1. We adviseren u om als optie op te nemen dat cliënten eerst voor een proefperiode van drie maanden kunnen tekenen. Wij nemen dit advies over. 2. Welk gemiddeld aantal uren gaat u verstrekken, hoe verhoudt zich dat tot het gemiddelde in 2015, hoe lang ligt het gemiddeld aantal uren vast, hoe controleert u op nakoming van het aantal uren en wat is de duur van toekenning van huishoudelijke hulp? We verstrekken op dit moment per week gemiddeld ongeveer 2,7 uren hulp bij het huishouden per cliënt. De ervaring in andere steden die al werken met resultaatfinanciering is dat het gemiddeld aantal uren als gevolg van deze nieuwe systematiek in de praktijk omlaag zal gaan, overigens zonder dat dit van invloed is op de cliënttevredenheid. We hebben echter besloten om, in tegenstelling tot de meeste andere gemeenten, niet voorafgaand aan de bestuurlijke aanbestedingsprocedure op basis van de begroting een afnemend gemiddeld aantal uren hulp vast te leggen. Per jaar wordt bepaald wat het gemiddelde aantal uren is dat we vergoeden aan de zorgaanbieder. We controleren het feitelijk geleverde aantal uren en minuten niet. De zorgaanbieder dient te zorgen voor ‘een schoon en net huis’ en we controleren daarop op basis van cliënttevredenheidsonderzoeken. Daarnaast ziet de cliënt in de CAK-afrekening van de eigen bijdrage het aantal gedeclareerde zorguren. Als dit niet overeenkomt met het werkelijke aantal geleverde uren zorg, dan ontvangen wij dat signaal graag. De geldigheid van de indicatie verschilt per persoon.
www.nijmegen.nl
Reactie op gevraagd advies Hulp bij het Huishouden Wmo
Gemeente Nijmegen Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling
Vervolgvel
1 3. We adviseren grenzen te stellen aan het ‘minderen’ van de geleverde zorg en de contracten tijdig en regelmatig te evalueren. We nemen dit advies over. 4. We adviseren het cliënttevredenheidsonderzoek (‘klantervaringsonderzoek’) te laten uitvoeren door de gemeente of in elk geval niet door de zorgaanbieder zelf. We nemen dit advies over. 5. We onderschrijven de uitgangspunten van de Code Verantwoord Marktgedrag Thuisondersteuning en ook de gemeentelijke uitgangspunten bij de bestuurlijke aanbesteding. Ook vinden we het juist dat de eigen bijdrage achteraf door het CAK wordt bepaald op basis van feitelijk geleverde uren. We zijn blij dat u het eens bent met deze uitgangspunten. 6. We willen als commissies graag meedenken over de verdere uitwerking. We nemen dit aanbod aan. U ontvangt voor de jaarwisseling een uitnodiging van ons om een afvaardiging mee te laten denken over de concrete uitwerkingen op dit onderwerp. 7. Heldere communicatie, in dit geval over huishoudelijke hulp, kan helpen om stress te verminderen bij cliënten. We zijn het hiermee eens en dat is waarom we heldere communicatie expliciet opgenomen hebben als een van onze uitgangspunten voor de bestuurlijke aanbesteding. 8. We vinden het belangrijk dat de mogelijkheid tot het leveren van kookhulp blijft bestaan. In zijn algemeenheid kunnen we stellen dat we met deze nieuwe systematiek nog meer willen gaan werken conform het uitgangspunt ‘gewoon doen wat nodig is’. Dat kan dus in individuele gevallen ook betekenen dat iemand zwaardere ondersteuning krijgt, zoals bijvoorbeeld kookhulp. Wij hopen op deze manier voldoende te zijn ingegaan op uw vragen, adviezen en opmerkingen.
Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
Reactie op gevraagd advies Hulp bij het Huishouden Wmo
Aan T.a.v.
College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Nijmegen Wethouder Bert Frings
Datum Betreft:
23 september 2015 Hervorming Hulp aan het Huishouden
Geacht college, geachte heer Frings,
De Adviescommissie Allochtonen heeft kennis genomen van de wijze waarop u de Rijksbezuinigingen op de Hulp bij het Huishouden gaat opvangen. Wij spreken onze waardering uit voor de oplossing die u kiest. Maar we willen ook gebruik maken van deze gelegenheid om een aantal aandachtspunten naar voren te brengen.
1. Wij zien dat cliënten lang moeten wachten tot er daadwerkelijk hulp wordt geboden. Vanuit ons netwerk werd de commissie gewezen op twee oorzaken: gebrek aan deskundigheid aan de keukentafel en administratieve afwikkelingen. Wij adviezen u hierop actie te ondernemen. 2. Monopolie positie van grote zorgaanbieders is niet bevorderlijk voor een goede concurrentie op het terrein van zorg. Het is van belang dat ook kleine zorgaanbieders gericht op specifieke doelgroepen mee kunnen doen. Dat is nodig voor maatwerk in dienstverlening en voor de kwaliteit van het zorgaanbod, die beide in het voordeel van de cliënt werken. Wij vragen daarom de aanbestedingsprocedure zo in te richten dat er reële ruimte is voor de kleine aanbieders. 3. Er is een tweede reden om ruimte te maken voor kleine zorgaanbieders. De kleine zorgaanbieders die voornamelijk huishoudelijke hulp leveren aan allochtone cliënten, geven aan dat zorg in natura' beter is. Het scheelt de cliënt heel veel papierwerk en maakt het beheer van de gelden eenvoudiger. 4.
Aanbod van hulp bij het huishouden kan prima gecombineerd worden met andere doeleinden. We weten dat de personen die hulp bij het huishouden nodig hebben ook vaak in sociaal isolement verkeren en daarnaast vaak niet in staat zijn om de eigen regie te houden over hun leven. Met het combineren van dienstverleningen kunnen ‘twee vliegen in één klap worden gevangen’. Dat is goedkoper en efficiënter.
5. In de ‘Code Verantwoord Marktgedrag Thuisondersteuning’ wordt cultuursensitiviteit niet expliciet genoemd. Daarom adviseren wij u ´aantoonbare cultuursensitiviteit´ aan het programma van eisen toe te voegen.
1
6. In de ‘Code Verantwoord Marktgedrag Thuisondersteuning’ wordt gestreefd naar duurzame meerjarige partnerschappen. Dat heeft beslist grote voordelen, maar ook een nadeel. De commissie vraagt zich af of er voldoende ruimte overblijft voor kleine nieuwe aanbieders waar onze doelgroep gebruik van maakt. De commissie hoopt hiermee een bijdrage te leveren aan meer diversiteit in de zorg.
Met vriendelijke groet, namens de Adviescommissie Allochtonen
Cengiz Yildirim Voorzitter
Anneke Voeten Ambtelijk secretaris
2
Adviescommissie LHBT-beleid - gemeente nijmegen Lesbische vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuelenen Transgenders Aan: Burgemeester en wethouder gemeente Nijmegen T.a.v: wethouder dhr. B. Frings Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum: 23.09.2015 Onderwerp: Advies hervorming hulp bij het huishouden Geacht college, geachte heer Frings, Dank voor uw verzoek aan onze adviescommissie om een advies uit te brengen over uw plan de hulp bij het huishouden (HH) in het kader van de Wmo te hervormen. Ondanks de korte reactietermijn denken wij graag met u mee. In de eerste plaats doet het ons deugd dat u zoekt naar een manier om, ondanks uw bezuinigingsopgave, de hulp bij het huishouden als zodanig zo veel mogelijk intact te laten. Dit wilt u doen door voortaan te sturen op resultaat (een schoon en leefbaar huis). Wel wijzen wij u er op dat onze achterban, LHBT, doorgaans een klein netwerk heeft. Wij roepen uw college dan ook op om ook bij deze nieuwe werkwijze extra goed op te letten dat u ook bij deze groep kwetsbare mensen adequate ondersteuning blijft leveren. Onze zorg richt zich op de mensen bij wie een indicatie in uren en minuten een mate van objectieve zekerheid gaf over de omvang van de hulp bij het huishouden. Nu wilt u vooral de cliënttevredenheid hanteren als maatstaf en “gewoon doen wat nodig is”. Onze inschatting is dat kwetsbare burgers, zoals LHBT’ers, minder snel bespreekbaar durven te maken dat zij hun huis niet schoon en leefbaar vinden. Zij verkeren immers in een afhankelijke positie. Vanuit deze kwetsbare positie, in samenhang met de voorliggende bezuinigingsopgave, maken wij ons zorgen over de mate waarin u deze kwetsbare groep ondersteunt om –juist vanuit de beleving van de burger- gewoon te doen wat nodig is. Daarnaast leiden wij uit uw beschrijving af dat de aanbieders een grotere rol gaan vervullen bij het bepalen van de omvang van de hulp bij het huishouden. Als wij dit goed begrijpen betekent dit dat een deel van het keukentafelgesprek (opnieuw?) door de aanbieder wordt gevoerd. Vanuit die gedachte wijzen wij op het belang van aantoonbare kennis van LHBT bij de betrokken professionals, in dit geval de aanbieders. Specifieke LHBT-kwetsbaarheden zijn bijvoorbeeld eenzaamheid, discriminatie, ouder worden met hiv, de gezondheid van 1 oudere transgenders en vraagverlegenheid. Wij adviseren u dan ook om eisen omtrent kennis over onze doelgroep op te nemen in uw Programma van Eisen. Ten slotte wijzen wij u er op dat iedere cliënt een vorm van maatwerkondersteuning moet krijgen. Vanuit die gedachte is het wellicht mogelijk om zaken te doen met aanbieders die zich aantoonbaar (willen) richten op LHBT’ers. Zo wijzen wij u bijvoorbeeld op Gay-Care, een Amsterdamse thuiszorgorganisatie die onder andere HH aanbiedt (zie www.gay-care.nl). Wij geven u in overweging om uw Programma van eisen op een dusdanige manier op te stellen dat dit ruimte biedt voor specifiek op de LHBT-doelgroep gerichte aanbieders die zich uitgenodigd en uitgedaagd voelen om de best mogelijke dienstverlening aan Nijmeegse LHBT’ers te bieden.
1
Zie bijvoorbeeld: https://www.movisie.nl/sites/default/files/alfresco_files/Handreiking-LHBT-Informele-zorgroze-ouderen%20%5BMOV-4579271-1.0%5D.pdf
Rest ons af te sluiten met uw college veel wijsheid te wensen bij de te maken keuzes. Mocht u behoefte hebben aan nadere input vanuit onze commissie, dan zijn wij altijd bereid met u mee te denken. Met vriendelijke groet, Namens de Adviescommissie LHBT-beleid P.P. Leferink op Reinink, voorzitter
College van Burgemeester en Wethouders Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Onderwerp: gevraagd advies Huishoudelijke Hulp
Geacht college, We zijn blij met uw voornemen om huishoudelijke hulp als voorziening in zijn huidige vorm in tact te laten, inclusief de gemaksdiensten. Het enige wat u wijzigt is dat u overgaat op resultaatfinanciering. Door voor huidige en nieuwe cliënten de kantelingsgedachte toe te passen (wat kan de cliënt zelf en wat kan zijn sociale netwerk?), verwacht u een besparing van een half miljoen euro te realiseren. Daarmee zou de begroting dekkend zijn. Ten aanzien van de resultaatfinanciering vinden we het belangrijk, dat zowel de aanbieder als de cliënt het persoonlijk ondersteuningsplan ondertekenen. We adviseren u, conform de praktijk in de gemeente Den Bosch, om als optie op te nemen dat cliënten eerst voor een proefperiode van drie maanden kunnen tekenen. U schrijft dat u de zorgleverancier financiert op basis van een gemiddeld aantal uren per week HH per 4-wekelijkse periode (p.4). Onze vraag is om welk gemiddeld aantal uren dat gaat, hoe zich dat verhoudt tot het gemiddelde in 2015, voor hoelang dat gemiddeld aantal uren wordt vastgelegd en hoe u zicht houdt op het daadwerkelijk aantal uren hulp dat door de aanbieder wordt
geleverd? Een andere vraag is: wat is de duur van de toekenning van huishoudelijke hulp? De prikkel voor de aanbieders is nu niet meer om zo veel mogelijk hulp te leveren (volgens het principe van ‘uurtje factuurtje’), maar om minder hulp te leveren binnen een vaststaand budget. Dat zou ertoe kunnen leiden dat zorgaanbieders doorschieten in het ‘minderen’, omdat dit voor hen een grotere winstmarge oplevert. We adviseren u hier grenzen aan te stellen en de contracten tijdig en regelmatig te evalueren. Verder wijst u al op het belang van het meten van cliënttevredenheid. Wij spreken in dit kader onze voorkeur uit voor het houden van een klantervaringsonderzoek door de gemeente als opdrachtgever of een door de gemeente ingehuurde partij. In elk geval niet door de aanbieders zelf. We onderschrijven de uitgangspunten van de Code Verantwoord Marktgedrag Thuisondersteuning en ook de gemeentelijke uitgangspunten bij de bestuurlijke aanbesteding. We zijn van oordeel dat het goed is, dat er bestuurlijk wordt aanbesteed en dat er betaald gaat worden volgens de cao voor de thuiszorg , zodat de menselijke maat weer centraal komt te staan. We vinden het zeer juist dat de eigen bijdrage achteraf door het CAK wordt bepaald op basis van feitelijk geleverde uren en niet op basis van een gemiddeld aantal uren voor willekeurig welke cliënt. We stellen verder vast dat dit collegevoorstel de grote lijnen aangeeft. Wij zouden als commissies graag meedenken over de verdere uitwerking hiervan, zoals over de communicatie, het betrekken en ondersteunen van de mantelzorger en over vernieuwende initiatieven (zoals genoemd bij het laatste uitgangspunt van bestuurlijke aanbesteding op p. 3) . We merken op dat veel mensen stress ervaren wanneer zij een keukentafelgesprek gaan voeren. Heldere communicatie, in dit geval over huishoudelijke hulp, kan helpen om die stress te verminderen.
Tot slot willen we het belang van de kookhulp benadrukken. Het staat even genoemd in het conceptvoorstel onder de zwaardere huishoudelijke taken. Voor veel mensen die gebruik maken van de mogelijkheid om hulp te krijgen bij het koken is het op deze manier mogelijk om een gezonde, verse maaltijd op tafel te zetten. Dit draagt bij aan de gezondheid en het welzijn van mensen. Daarom vinden we het belangrijk dat deze mogelijkheid blijft bestaan.
Namens de Seniorenraad en adviescommissie JMG,
F.M. Eliëns secretaris adviescommissie JMG en Seniorenraad Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
[email protected]
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
Inhoudsopgave Ten geleide
4
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
6
Inleiding
7
De Code
8
1. Werken vanuit cliëntperspectief 2. Kansen door decentralisatie 3. Gezonde arbeidsmarkt 4. Transparant inzicht reële kosten 5. Dialooggericht aanbesteden 6. Duurzaam meerjarig partnerschap 7. Toepassen en implementeren Code
Bijlage 1
9 9 10 12 12 14 14
Handreiking kostenopbouw prijsmodel hulp bij het huishouden 2016 1. Opbouw bruto uurtarief functieschaal 10 2. Opslag voor niet-productieve uren 3. Reiskosten 4. Indirect en overige kosten 5. Indexatie bij meerjarige contracten 6. Resultaatgefinancierde arrangementen 7. Opbouw bruto uurtarief functieschaal 15 8. Opslag voor niet-productieve uren 9. Reiskosten 10. Indirect en overige kosten 11. Indexatie bij meerjarige contracten
21 21 23 23 24 25 26 27 29 30 31 34
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 3
Ten geleide De Transitiecommissie Sociaal Domein adviseert kabinet en gemeenten over ontwikkelingen bij de decentralisaties in het sociaal domein. De commissie heeft een onafhankelijke en signalerende functie. Vanuit de doelstelling van de decentralisaties wil de commissie gemeenten en kabinet verder helpen in het soms lastige transitie- en transformatieproces. De commissie heeft in haar tweede rapportage van 17 april 2015 een advies uitgebracht over duurzaam partnerschap als basis voor de transformatieopgave voor zorg en ondersteuning1. De commissie merkt op dat innovaties op de inkoop- en arbeidsmarkt cruciaal zijn voor het succes van de decentralisaties. Doel is immers te komen tot een (integraal) voorzieningenniveau op maat voor huishoudens, met inzet van het zelf oplossend vermogen van de samenleving én met professionals die dat kunnen uitvoeren. De commissie constateert dat het zorglandschap er over vijf tot tien jaar heel anders uit zal zien, met deels andere aanbieders en deels andere werkgelegenheid. Met name in de ondersteunende, niet zorggerelateerde functies voorziet de commissie nieuwe banen in de vorm van brede ondersteunende werkzaamheden; van huishoudelijke hulp tot administratieve ondersteuning. Publieke financiering neemt af, zelfredzaamheid staat centraal. De opdracht is om toe te werken naar die nieuwe toekomst en de herstructurering op een verantwoorde manier te begeleiden. Naar het oordeel van de commissie kan dit niet louter overgelaten worden aan het spel van de markt.
1 Tweede rapportage Transitiecommissie Sociaal Domein “Duurzaam partnerschap en standaarden: basis voor transformatie”, 17 april 2015.
4 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft namens het kabinet de commissie de opdracht gegeven om gemeenten en aanbieders te ondersteunen bij het opstellen van een ‘code verantwoordelijk marktgedrag’, naar het voorbeeld van de schoonmaaksector. Voor u ligt het resultaat van deze inspanningen, de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning. De komende periode zal de commissie toepassing en verdere verspreiding van de Code aanjagen en begeleiden. Inzet is om via het zwaan-kleef-aan-principe meer gemeenten en aanbieders te verbinden aan de Code. De staatssecretaris heeft de TSD ook gevraagd de sector te ondersteunen bij het formuleren van een toekomstgericht perspectief voor dienstverlening aan huis. Dit zal de komende periode worden opgepakt.
Doekle Terpstra Transitiecommissie Sociaal Domein
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 5
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning Augustus 2015 De ondertekenaars van de Code erkennen het belang van een duurzaam partnerschap als basis voor de transformatieopgave voor zorg en ondersteuning. De decentralisatie biedt kansen die het mogelijk maken de ondersteuning thuis voor mensen kwalitatief beter, tegen lagere kosten en met behoud van fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden te organiseren. De ondertekenaars werken op basis van dialoog tussen cliënten, aanbieders, werknemers en gemeenten. Het ondertekenen van de code is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. De ondertekenaars committeren zich aan de uitgangspunten in de dagelijkse praktijk en zetten zich in om goede, lokale praktijkvoorbeelden van koplopers in het sociaal domein actief te delen met anderen. De ondertekenaars vormen een duurzaam partnerschap als basis voor de transformatieopgave van zorg en ondersteuning. De centrale doelstelling van het partnerschap van gemeenten, aanbieders en werknemersvertegewoordiging is mensen in staat stellen zo lang als mogelijk thuis te blijven wonen tegen een adequaat pakket aan arbeidsvoorwaarden voor de medewerkers die hiervoor de zorg en ondersteuning verlenen.
6 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
Inleiding Sinds 1 januari 2015 hebben gemeenten op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) een brede verantwoordelijkheid voor het organiseren van passende ondersteuning voor mensen aan huis; bijvoorbeeld ouderen, chronisch zieken, gehandicapten en mensen met een psychische aandoening. Maatschappelijke ondersteuning is gericht op het versterken van de zelfredzaamheid en participatie van mensen, zodat zij in staat worden gesteld zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Gemeenten krijgen voor deze nieuwe verantwoordelijkheden minder budget van het Rijk dan voorheen beschikbaar was. Dat heeft gevolgen voor cliënten en medewerkers. De publiek gefinancierde werkgelegenheid voor thuishulpen zal afnemen. De komende jaren zal deze ontwikkeling zich naar verwachting doorzetten. Spanningen ontstaan tussen enerzijds de wens zo veel mogelijk zorg en ondersteuning te bieden en anderzijds de uitgangspunten van ‘decent work’. De decentralisatie biedt ook kansen om de kwaliteit van de ondersteuning in de thuissituatie te verbeteren én om te innoveren via het ontwikkelen van nieuwe ondersteuningsvormen voor een brede markt. De traditionele afbakening tussen de klassieke sectoren voor de langdurige zorg en ondersteuning vervaagt. Nieuwe organisaties treden toe tot de markt. De decentralisatie biedt een nieuw perspectief voor de langere termijn. De veranderingen die plaatsvinden hebben gevolgen voor de werkgelegenheid van huishoudelijke hulpen. De continuïteit van zorg en ondersteuning kan onder druk komen te staan. Medewerkers verliezen hun vaste baan terwijl de vergrijzing van de samenleving in toenemende mate zal vragen om hulp in de thuissituatie. Enkel het volgen van het spel van de markt leidt tot een sanering van werkgelegenheid en zet de continuïteit van de ondersteuning onder druk. Cliënten kunnen hun vertrouwde hulp in huis verliezen. Gemeenten, werkgevers en werknemersvertegewoordiging zoeken daarom samen met cliënten naar passende en toekomstbestendige oplossingen. Partijen beschouwen het als een gezamenlijke opgave om vanuit de eigenstandige verantwoordelijkheid binnen de keten een bijdrage te leveren aan het in goede banen leiden van de verandering. Partijen erkennen deze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de dienstverlening in de zorg en ondersteuning. Het belang van de cliënt is het gezamenlijke uitgangspunt.
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 7
De Code De ondertekenaars van deze code geven aan professioneel en verantwoord invulling te willen geven aan de benodigde veranderingen. De Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning biedt een kader om met elkaar het gesprek aan te gaan. Het biedt handvatten en uitgangspunten om de ondersteuning in de thuissituatie op een goede wijze voor cliënt en werknemer te organiseren. De code benoemt gespreksthema’s, toont praktijkvoorbeelden en biedt voorbeelden van een transparante kostprijsopbouw waardoor een kwalitatief aanbestedingsproces kan worden ingericht; transparant, volledig en in partnerschap gericht op meerjarige samenwerkingsrelaties. De code richt zich primair op de ondersteuning in natura binnen de Wmo 2015 waarover gemeenten en aanbieders afspraken maken. De ondertekenaars onderschrijven het belang om gezamenlijk invulling te geven aan de decentralisatiegedachte en te werken aan innovatie, zelfredzaamheid en participatie, informele zorg en om de personele en werkgelegenheidsconsequenties van de transitie in goede banen te leiden. Deze inspanningsverplichting vindt een concrete uitwerking in de toekomstige inkoopcontracten voor het verlenen van ondersteuning thuis in het kader van de Wmo 2015. De code is opgesteld door vertegenwoordigers van gemeenten, aanbieders en werknemers. De opstellers nodigen anderen uit om zich aan te sluiten en deze code mede te ondertekenen. Deze code hanteert zeven uitgangspunten voor verantwoordelijk marktgedrag:
8 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
1. Werken vanuit cliëntperspectief Partijen werken vanuit het perspectief van de cliënt. Het versterken van zijn zelfredzaamheid en participatie met als doel dat de cliënt zo lang mogelijk thuis kan blijven wonen. Verschillende activiteiten voor dezelfde cliënten worden gecombineerd tot nieuwe samenhangende ondersteuningsarrangementen. Gemeenten en aanbieders werken actief aan innovatie. Het slim combineren van verschillende activiteiten in nieuwe ondersteuningsarrangementen verbetert de kwaliteit en verlaagt de kosten. Bijvoorbeeld door nieuwe combinaties van begeleiding en hulp aan huis of aansluiting te vinden bij vormen van (persoonlijke) verzorging uit het domein van de zorgverzekeraars. Gemeenten en aanbieders willen optimaal bijdragen aan de continuïteit van thuisondersteuning en de hulp die de ondersteuning verleent en houden de relatie tussen cliënt en hulp zo veel als mogelijk in stand. Gemeenten en aanbieders bevorderen de keuzevrijheid van de cliënt met persoonsvolgende bekostiging en de mogelijkheden om zelf te kiezen voor een zorgverlener of hulp. Cliënten betalen een eigen bijdrage voor de kosten van de ondersteuning. Gemeenten hebben de mogelijkheid mensen financieel te compenseren voor deze kosten als cliënten het niet zelf kunnen betalen of organiseren. Bij relatief laag complexe activiteiten gericht op het zo lang en zelfstandig mogelijk thuis blijven wonen, spreken we niet over ‘zorg’ maar over ‘persoonlijke ondersteuning’.
2. Kansen door decentralisatie Gemeenten, aanbieders en werknemersvertegewoordiging onderschrijven de decentralisatiegedachte en het belang van ruimte voor lokale verschillen. De decentralisatie biedt mogelijkheden om de ondersteuning thuis kwalitatief beter en tegen lagere kosten te organiseren. Gemeenteraden stellen binnen de kaders van landelijke wetgeving het lokale beleid vast en besluiten nemen over de in te zetten voorzieningen binnen het sociaal domein.
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 9
3. Gezonde arbeidsmarkt Gemeenten, aanbieders en werknemersvertegewoordiging staan voor een gezonde arbeidsmarkt en zijn van opvatting dat medewerkers aanspraak moeten kunnen maken op een adequaat pakket van arbeidsvoorwaarden. Aanbieders zijn transparant over de kostenfactoren die zij meenemen om tot een reële kostprijsberekening te komen, waaronder de kosten van de arbeidsvoorwaarden voor de in te zetten medewerkers. Aanbieders zijn gehouden om de binnen hun werkterrein geldende cao’s toe te passen en medewerkers conform deze voorwaarden te belonen. Aanbieders bieden hun werknemers perspectief via scholing en doorstroming en via het tot ontwikkeling brengen van een nieuwe markt van persoonlijke dienstverlening met nieuwe ondersteuningsconcepten. Opdrachtgevers willen bevorderen dat medewerkers in deze sector toe kunnen groeien naar vaste dienstverbanden en houden derhalve in hun kostprijscalculatie rekening met een realistische verdeling tussen medewerkers met korte en lange termijn dienstverbanden. In de bijlage van deze code zijn hiervan enkele rekenvoorbeelden opgenomen. Aanbieders en werknemersvertegewoordiging investeren in de ontwikkeling van werknemers en in duurzame inzetbaarheid. Een prettige werkomgeving en de mogelijkheden voor regie bij de werknemer en cliënt zijn basisvoorwaarden voor thuisondersteuning van goede kwaliteit. Werknemers en werkgevers richten zich op het behalen van resultaten en dragen bij aan het vastleggen van deze resultaten. Voorbeelden zijn het vergroten van de zelfredzaamheid van de cliënt en de mogelijkheden van informele zorg en vrijwilligers. De te verrichten werkzaamheden worden met de cliënt afgestemd. Werknemers en werkgevers houden zich aan de kwaliteitseisen, veiligheidsregels en nemen ARBO-regels in acht.
10 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
Aanbieders zijn primair verantwoordelijk voor hun eigen personeelsbeleid. Gemeenten en werknemersvertegewoordiging en aanbieders helpen elkaar daarbij waar mogelijk met het oog op een gezonde arbeidsmarkt. Aanbieders wisselen vacatures uit voordat nieuw extern personeel wordt geworven om zo de doorstroming van medewerkers te bevorderen, waarbij blijvende aandacht is voor de vernieuwing van de sector. Met het oog op deze vernieuwing van de ondersteuning in de thuissituatie en daaraan gerelateerde ontwikkeling van medewerkers brengen aanbieders, werknemersvertegewoordiging en gemeenten op regionaal/ lokaal niveau de mogelijkheden voor een sociaal domeinbrede mobiliteitspool in kaart. Een dergelijke mobiliteitspool bevordert de doorstroming van medewerkers binnen het sociaal domein. Daarbij is aandacht voor om- en bijscholing van medewerkers en de mogelijkheden voor het vinden van een ander werkperspectief buiten het sociaal domein. Gemeenten en aanbieders maken werk van de mogelijkheden om nieuwe (aanvullende) diensten aan te bieden op de private markt. Gelet op de groeiende groep draagkrachtige ouderen is de verwachting gerechtvaardigd dat hier vraag naar zal zijn. Vervangende werkgelegenheid kan op deze wijze ontstaan. Principes als gelijk loon voor gelijk werk en ketenaansprakelijkheid uit de Wet Aanpak Schijnconstructies maken onderdeel uit van de gesprekken. Net als de positie van flexwerkers op basis van de Wet Werk en Zekerheid.
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 11
4. Transparant inzicht reële kosten Gemeenten en aanbieders maken aan de hand van kwaliteitseisen en het vereiste deskundigheidsniveau een inschatting van een reële kostprijs van de te verstrekken voorziening. Gemeenten houden daarbij rekening met de loonkosten van de in te zetten beroepskrachten volgens de geldende cao. Gemeenten zijn transparant over de kostenfactoren die zij meenemen om tot een reële vergoeding te komen voor de dienstverlening die zij inkopen en de wijze waarop tijdens de looptijd van de overeenkomst indexatie plaatsvindt. Voor de arbeidskosten is de vigerende CAO ten tijde van de inkoop van de dienstverlening het uitgangspunt, zodat aanbieders ook medewerkers kunnen inzetten die een vast dienstverband hebben. Voor de vaststelling van de budgetten wordt onder andere gekeken naar de van toepassing zijnde cao, de functiewaarderinginschaling en zaken als werkgeverslasten, vakantiegeld, ziekteverzuim, productiviteit en overhead. In de bijlage van deze code zijn enkele rekenvoorbeelden opgenomen. Gemeenten baseren de keuze voor een aanbieder op kwaliteit en prijs. Waarbij de aanbieders verantwoordelijk zijn voor het op orde hebben en houden van de bedrijfsvoering. Aanbieders geven inzicht in de kosten en gemeenten stellen een tarief vast. Dit tarief kan een bandbreedte bevatten, omdat de opbouw van het personeelsbestand verschilt per aanbieder.
5. Dialooggericht aanbesteden De inkoop van thuisondersteuning vindt plaats op basis van een transparant en op dialoog gericht (aanbestedings)proces om gezamenlijk tot afspraken te komen tussen vertegenwoordigers van cliënten, aanbieders en de gemeente. De (voorbereiding van de) inkoop bestaat uit een aantal gespreksronden waarin partijen met elkaar in dialoog gaan. De procesafspraken zijn voor alle partijen duidelijk en volledig transparant. Overleg vindt frequent plaats met voor iedere deelnemer de mogelijkheid om een inhoudelijke bijdrage te leveren via een fysieke dan wel digitale tafel2.
2 Uit het oogpunt van een praktische uitvoerbaarheid, is het veelal niet mogelijk om ‘letterlijk’ met iedereen om tafel te gaan. Een vorm van representatie door aanbieders en cliëntenorganisaties biedt veelal uitkomst. In het land zijn hiervan goede voorbeelden voorhanden.
12 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
In deze dialoog komen ten minste de volgende kwaliteitswaarborgen als gespreksonderwerpen aan de orde: a. Kwaliteit van ondersteuning vanuit het cliëntperspectief. b. Verbindingen met aanpalende beleidsterrein binnen het sociaal domein zoals werk en inkomen, jeugdhulp, passend onderwijs, welzijn, wonen en wijkverpleging. c. Goed werkgeverschap (om- en bijscholing van medewerkers en arbeidsmobiliteit maken hier onderdeel van uit). d. Professionaliteit van medewerkers. e. Transparantie in kostprijs en tariefstelling3. f. Goed opdrachtgeverschap. g. Werkgelegenheidseffecten en het belang van werk voor lager opgeleiden. h. Inzicht in de verwachte volumeontwikkeling van ondersteuning en de termijn waarop veranderingen in het volume zich voordoen. i. Transparantie in resultaatafspraken. j. Innovatie Gemeenten leggen voorafgaand of na afloop van het (aanbestedings)proces in openbare informatie verantwoording af over de wijze waarop de waarborgen voor het kwaliteitsproces zijn gevolgd4.
3 Hiermee wordt bedoeld dat gemeenten en aanbieders transparant zijn over de hoogte van het tarief en/of budget en welke kostenelementen onderdeel uitmaken van de berekening. 4 Met het oog op het voorkomen van (nieuwe) administratieve lasten, wordt voor de verantwoording zoveel als mogelijk aangesloten bij de reguliere verantwoordingsmomenten en of documenten, bijvoorbeeld de informatie aan de gemeenteraad of het burgerjaarverslag van de gemeente.
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 13
6. Duurzaam meerjarig partnerschap Gemeenten en aanbieders erkennen het belang van een duurzaam partnerschap als basis voor de transformatieopgave voor zorg en ondersteuning. Inkoopcontracten zijn zoveel als mogelijk meerjarig, resultaatgericht en toekomstbestendig. Dat wil zeggen, niet een volledig in beton gegoten contract. Overeenkomsten zijn voldoende flexibel en kunnen met nieuwe ontwikkelingen in de tijd meebewegen. Gemeenten en aanbieders zijn hierbij afhankelijk van mogelijke wijzigingen in het beleid van de rijksoverheid. Uitgangspunten voor de financiering zijn betalen naar kwalitatieve resultaten zoals de verbetering van de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt, effectiviteit van de inzet van ondersteuning en slimmer werken tegen lagere kosten. Gemeenten en aanbieders voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor een effectieve besteding van middelen binnen de gehele keten. Een effectieve besteding kan onder andere worden bereikt door deregulering en het terugdringen van bureaucratie. Administratieve lasten worden zoveel mogelijk tot een minimum teruggebracht. Gemeenten en aanbieders investeren in de bekendheid met elkaars expertise. Door met elkaar in gesprek te gaan, weten organisaties elkaar in de uitvoering beter te vinden. Versterking van de netwerkbenadering zorgt ervoor dat werkprocessen beter op elkaar aansluiten. Na het overeenkomen van een contract wordt de dialoog voortgezet, bijvoorbeeld via innovatietafels. Gemeentenen aanbieders kunnen op deze wijze partners naar de toekomst blijven optrekken
7. Toepassen en implementeren Code Partijen onderschrijven de uitgangspunten van de code en passen deze toe in de praktijk. Bij afwijking dienen partijen dit goed onderbouwd uit te leggen, het principe van pas toe of leg uit. Partijen nemen zelf de verantwoordelijkheid voor de implementatie van de code binnen hun organisatie en bij nieuwe inkoopopdrachten die na ondertekening van de code in de markt worden gezet. Deze code gaat in op de datum van ondertekening.
14 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
Praktijkvoorbeeld Amsterdam, Inkoop Hulp bij het huishouden 2016 Werken vanuit cliëntperspectief • De cliënt kiest een leverancier en doet dat op basis van openbare informatie • Cliënt en leverancier komen samen tot prestatieafspraken voor maatgerichte ondersteuning; afhankelijk van behoefte en mogelijkheden wordt maatwerk geleverd. • De ervaringen van cliënten zijn bepalend voor de eisen die de gemeente stelt aan het personeel. Kansen door decentralisatie • De huidige leveranciers spelen een cruciale rol in de transformatie. In het toekomstig inkoopbeleid worden leveranciers uitgedaagd om de samenwerking te zoeken met cliënten, maatschappelijke initiatieven en commerciële serviceverleners. Doel is dat het individuele aanbod beter wordt afgestemd op de bestaande basisvoorzieningen in de wijk, het persoonlijke netwerk en de zelfredzaamheid van bewoners. Leveranciers worden gevraagd de eigen ontwikkelopgave uit te werken voor 2015 en 2016. Gezonde arbeidsmarkt • Een leverancier die overeenkomst aangaat voor het leveren van hulp bij het huishouden in Amsterdam is verplicht een voor zijn branche geldende CAO te hanteren. Transparant inzicht reële kosten • Het Hulp bij het huishouden Regulier Tarief voor 2016 is: 197,22 per cliënt waarvoor in de zorgperiode van vier weken zorg is geleverd. • Voor leveranciers die aantoonbaar een cliëntenpopulatie hebben met meer dan 30% complexe cliënten hanteert de gemeente Amsterdam een hoger tarief, het Hulp bij het huishouden Plus-tarief. De motivatie hiervoor is dat organisaties die een zwaardere cliëntenpopulatie hebben ook meer ervaren zijn en daardoor hoger ingeschaalde medewerkers in dienst hebben. Het Hulp bij het huishouden Plus-tarief voor 2016 is: 210,27. • De indexering is maximaal gelijk aan de stijging van de lonen volgens de geldende CAO VVT in het voorgaande jaar.
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 15
vervolg Praktijkvoorbeeld Amsterdam, Inkoop Hulp bij het huishouden 2016 Dialooggericht aanbesteden / Duurzaam meerjarig partnerschap • De gemeente sluit een raamovereenkomst over 2016 met huidige leveranciers en (eventueel) onderaannemers. Dit met het oog op het transformatiejaar 2016; de gemeente kiest er voor om met partners in de stad in 2015 en 2016 gezamenlijk te sturen op de verandering en afstemming van aanbod op wijkniveau. • De extra middelen die de gemeente beschikbaar heeft gesteld bieden de mogelijkheid om de taakstelling geleidelijk te realiseren. Hiermee is een zachte landing voor bestaande cliënten geborgd. • Planning en procedure zijn helder en gecommuniceerd. • De Gemeente Amsterdam is afgestapt van het indiceren in uren. In plaats daarvan wordt resultaatgericht geïndiceerd, gewerkt en afgerekend. Op deze manier staat niet het aantal uren Hulp bij het huishouden centraal, maar het te behalen resultaat. Leveranciers worden zo in staat gesteld om op een innovatieve manier het gewenste resultaat te behalen. Cliënten krijgen de mogelijkheid om afspraken met de leverancier te maken over de manier waarop het resultaat wordt bereikt. Dit zorgt voor meer efficiency en maatwerk. • De kwaliteit van het personeel en het vertrouwde gezicht worden door clienten als zeer belangrijk ervaren. De gemeente Amsterdam stelt daarom eisen aan het personeel dat wordt ingezet. Ook is er een opdracht aan leveranciers om zo veel als mogelijk een vaste medewerker in te zetten bij clienten. • De gemeente bewaakt de kwaliteit van de Hulp bij het huishouden op een actieve manier. Op de website worden de volgende gegevens gepubliceerd: • De gemeente bewaakt de kwaliteit van de Hulp bij het huishouden op een actieve manier. Op de website worden de volgende gegevens gepubliceerd: • Resultaten van het Cliënttevredenheidsonderzoek (Tot het moment dat het klantwaarderingsonderzoek volledig is ingevoerd.) • Resultaten Klantwaarderingsonderzoek en Klachtenmonitoring
16 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
Praktijkvoorbeeld Twente, marktconsultatie • Twentse gemeenten hebben via een gezamenlijke marktconsultatie de inkoop zo ingericht dat er voor zo veel mogelijk marktpartijen mogelijkheden zijn om mee te doen met de aanbesteding, zonder onmogelijke eisen, zodat burgers optimale keuzevrijheid hebben. • Het inkoopproces en de voorwaarden werden vooraf gezamenlijk vorm gegeven door met een representatieve doorsnee van het aanbiedersveld op basis van de volgende leidraad het gesprek aan te gaan: • Hoe kan monitoring en sturing op basis van resultaatfinanciering het best worden vorm gegeven? • Wat is een reëel periodebedrag per cliënt? • Welke contractduur wenst u en waarom? • Hoe ziet u de toekomst van de huishoudelijke ondersteuning? • Welke aanvullende gemaks- en comfortdiensten kunt u naast de maatwerkvoorziening huishoudondersteuning bieden? • Heeft u adviezen voor ons die wij mee kunnen nemen in het bestek? • Op basis van de consultatie kwam het volgende beeld naar voren • Een ruime beschrijving van het resultaat in het bestek en contract, met alle ruimte voor concretisering op individueel niveau in het ondersteuningsplan • Gekozen is voor een vast tarief per 4 weken voor het basispakket en een vast tarief per 4 weken voorhet basisplus pakket.
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 17
Praktijkvoorbeeld Breda met bestuurlijk aanbesteden van uren naar resultaten 1. Breda heeft gekozen voor bestuurlijk aanbesteden met daarbij de volgende succesfactoren: • Grote dynamiek in het werkveld; er verandert veel. Alleen door voortdurend in gesprek te blijven, kun je hier het hoofd aan bieden. • Toekomstbestendig. Niet met één in beton gegoten contract: overeenkomsten zijn flexibel en kunnen met de tijd meebewegen. • Samen: Gemeente, zorgaanbieders en cliëntvertegenwoordiging. • Met respect voor elkaars belangen en gebruik makend van elkaars expertise. • Met aandacht voor kwaliteit. • Frequent overleg met voor iedere organisatie de mogelijkheid om input te leveren via fysieke en digitale Inspiratietafel al dan niet ondersteund met werkgroepen. • Procesafspraken zijn duidelijk en het verloop is 100% transparant. • Gezamenlijke agenda voor de toekomst. • Verbinding aanpalende beleidsterreinen (Zorg en Welzijn hand in hand met elkaar; ook in de gesprekken over afspraken). • Bekendheid met elkaars expertise. Door met elkaar in gesprek te zijn en blijven weten organisaties elkaar ook in de uitvoering beter te vinden. Versterking van de netwerkbenadering waardoor processen beter op elkaar aansluiten.
18 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
vervolg Praktijkvoorbeeld Breda met bestuurlijk aanbesteden van uren naar resultaten 2. Breda heeft gekozen voor resultaatgerichte bekostiging i.p.v. bekostiging op uren.
Breda kent vanaf 1 januari 2015 geen uurtarieven meer voor huishoudelijke verzorging (HV) in natura. De gemeente gaat uit van een all-in tarief per cliënt. Bij de contractering van de HV zijn er vanaf 1 januari 2015 nieuwe afspraken gemaakt met de partijen die reeds huishoudelijke verzorging leverden Breda. In overleg met deze partijen is besloten de indicering in uren los te laten en in het vervolg uit te gaan van het resultaat ‘schoon en leefbaar huis’. Dit is vastgelegd in het beleidsplan en de Verordening Wmo. Dus geen uurtje factuurtje meer, maar werken volgens een resultaatgerichte aanpak. Dit geeft ruimte aan de professionals. 2015 wordt gezien als een overgangsjaar/ pilotjaar waarin de zorg samen met zorgaanbieders in de stad verder wordt vormgegeven. Op basis van de persoonlijke plannen van de cliënt, waarbij vanuit het wijkteam op maat resultaatafspraken worden gemaakt met de cliënt, wordt een vertaling gemaakt naar de contractuele afspraken met de zorgaanbieders. De afspraken over het resultaat “schoon en leefbaar huis” zijn vastgelegd in de contractafspraken met de zorgaanbieders. De aanbieder vult in overleg met de cliënt het persoonlijk plan aan en geeft aan wat ze gaat doen om het resultaat te bereiken. De gemeente monitort de kwaliteit en volgt of de resultaten worden behaald en gaat hierover indien nodig in gesprek met de zorgaanbieders. De contractafspraken en daarmee ook het tarief is in overleg met de zorgaanbieders tot stand gekomen. Uitgangspunt is een reële kostprijs met aandacht voor kwaliteit. Hierbij is in 2015 uitgekomen op een tarief van € 185,- per cliënt per vier weken voor HV1 en € 243,- per cliënt per vier weken voor HV25. Alle aanbieders bieden zowel HV1 als HV2.
5 Verschil HV1 en HV2: HV1: ‘Eenvoudige’ huishoudelijke werkzaamheden/ schoonmaakwerkzaamheden, waarbij de cliënt in staat is om de hulp aan te sturen. HV2: Huishoudelijke werkzaamheden met ondersteuning in de huishouding. De cliënt kan geen regie voeren, er wordt aanvullende hulp geboden bij het organiseren van het huishouden.
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 19
vervolg Praktijkvoorbeeld Breda met bestuurlijk aanbesteden van uren naar resultaten 3. Hieruit zijn de volgende belangrijke lessen te trekken:
• Zorg voor de concreetheid in de overlegstructuur. De gemeente kan hier een rol in pakken. Hierdoor blijft de energie van partijen om mee te denken bestaan. • Zorg er in de uitwerking voor dat je als gemeente geen dingen over gaat nemen en maak partijen mede verantwoordelijk voor het uitwerken van thema’s zodat ze in de meedenkstand komen. • Ga er niet vanuit dat iedereen het met alle afspraken altijd eens wordt. Bij discussies waar je er met elkaar niet uitkomt zal de gemeente een beslissing moeten nemen om de voortgang te bewaken. • Flexibiliteit en zoek elkaar tijdig op.
20 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
Bijlage 1 Handreiking voorbeeld kostenopbouw prijsmodel hulp bij het huishouden 2016 Deze bijlage geeft aan gemeenten en aanbieders handvatten om tot een onderbouwd tarief of budget te komen voor thuisondersteuning. Het biedt inzicht in de kostenopbouw van hulp bij het huishouden conform de cao vvt voor het jaar 2016. Onderstaand stappenplan bevat vaste onderdelen met deels vaste kostencomponenten die voor gemeenten en aanbieders een gegeven zijn en onderdelen waar gemeenten en aanbieders een percentage kunnen invullen. Bij de bepaling van de te hanteren percentages kan zowel worden uitgegaan van normatieve (branche)gemiddelden als daadwerkelijke kosten van aanbieders. Door onderstaande stappen te doorlopen kunnen de consequenties en kosten van keuzes inzichtelijk worden gemaakt. Het stappenplan is toepasbaar voor zowel modellen van resultaatsturing als modellen waarbij bekostiging plaatsvindt op urenbasis.
1. Opbouw bruto uurtarief functieschaal 10 Het bruto uurtarief is bepaald in de cao en vormt het startpunt voor de kostenopbouw. In dit rekenvoorbeeld vormen de bruto uurtarieven van de cao vvt voor het jaar 2016 het startpunt voor de kostenopbouw. Een medewerker heeft recht op vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Voor medewerkers van 22 jaar en ouder gelden hiervoor minimumbedragen. Dit leidt ertoe dat deze uitkeringen bij FWG 10 en FWG 15 hoger zullen uitvallen dan bij de algemeen geldende percentages.
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 21
De werkgever betaalt daarnaast wettelijke verplichte premies WAO (5,25%), WGA (0,40%), WW (4,12%) en Zvw (6,95%) en pensioenafdracht (gemiddeld 6,78%). De totale werkgeverslasten bedragen gemiddeld genomen ongeveer 23,50%. Alle bovengenoemde kostencomponenten zullen in de prijsberekening meegenomen moeten worden. De berekening van de werkgeverslasten vindt plaats over het bruto uurtarief inclusief vakantiegeld en eindejaaruitkering. Tabel 1. Kostenopbouw bruto uurtarief inclusief werkgeverslasten Bruto uurtarief
FWG 10-3
FWG 10-4
€ 10,00
€ 10,36
Vakantiegeld (minimaal € 0,97)
8,00%
€ 0,97
€ 0,97
Eindejaarsuitkering (minimaal € 0,77)
5,70%
€ 0,77
€ 0,77
€ 11,74
€ 12,10
23,50%
€ 2,76
€ 2,84
€ 14,50
€ 14,94
Bruto uurtarief incl. toeslagen Werkgeverslasten * Uurtarief + werkgeverslasten
Aandachtpunten: • De gehanteerde premiepercentages zijn een momentopname (peildatum augustus 2015). • Het rekenvoorbeeld gaat uit van functieschaal 10. De treden tot en met 10-2 van deze schaal liggen onder het minimumloon voor volwassenen en zijn daarom niet van toepassing voor deze groep. Hogere tarieven en lasten komen vanzelfsprekend ook voor, afhankelijk van de historische opbouw. • In verband met de franchise is het premiepercentage voor de pensioenafdracht afhankelijk van de inschaling: hoe hoger de inschaling hoe hoger het premiepercentage. • De aangehouden inschaling dient in verhouding te staan tot het product dat geleverd wordt. • De kostprijsopbouw van een aanbieder wordt mede bepaald door de verdeling van medewerkers over de schalen en treden. • Op basis van bovenstaande factoren kan een keuze gemaakt worden van welke inschaling en trede(n) bij de totstandkoming van een tarief wordt uitgegaan. Bijvoorbeeld dat het grootste deel van de medewerkers aan het einde van de schaal zit of van een combinatie van treden en schalen.
22 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
2. Opslag voor niet-productieve uren Voor de berekening van een tarief of budget dient ook rekening te worden gehouden met een redelijke mate van non-productiviteit van medewerkers. De inzetbaarheid van medewerkers wordt beïnvloed door zaken als ziekteverzuim, vakantie en verlof, studie, overlegtijd, reistijd enzovoort. Voor het vaststellen van een redelijke opslag voor non-productiviteit kan gebruik worden gemaakt van referentiebronnen zoals onderzoek naar branchegemiddelden. Een percentage van circa 20% is veelvoorkomend gemiddelde. Het rekenvoorbeeld hanteert een opslag van 19,80%.6 Tabel 2. Kostenopbouw bruto uurtarief inclusief werkgeverslasten en een opslag voor non-productiviteit Uurtarief + werkgeverslasten
FWG 10-3
FWG 10-4
€ 14,50
€ 14,94
13,80%
0,50%
Verlof Indirecte uren Ziekteverzuim Opslag voor niet-productieve uren Directe kostprijs exclusief reiskosten
5,50%
19,80%
€ 3,58
€ 3,69
€ 18,08
€ 18,63
3. Reiskosten Gemeenten en aanbieders kunnen afspraken maken voor een vergoeding van de reiskosten die hulpen maken tijden de werkzaamheden. Het rekenvoorbeeld rekent met € 0,35 per uur. Tabel 3. Directe kostprijs inclusief een vergoeding voor reiskosten Directe kostprijs exclusief reiskosten Reiskosten per uur Directe kostprijs per uur
FWG 10-3
FWG 10-4
€ 18,08
€ 18,63
€ 0,35
€ 0,35
€ 0,35
€ 18,43
€ 18,98
6 De bodem bereikt; feitenrelaas over de ontwikkelingen in de hulp bij huishouden, Berenschot, 2015.
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 23
4. Indirect en overige kosten Naast directe kosten wordt de totale kostprijs beïnvloed door indirecte en overige kosten die verbonden zijn aan de inzet van de medewerkers. Voorbeelden zijn overheadkosten van de organisatie, een bijdrage in de opleidingskosten van medewerkers met het oog op de vernieuwingsopgave van thuisondersteuning en een opslag voor specifieke administratieve handelingen. Daarnaast kunnen gemeenten en aanbieders ook specifieke afspraken maken om bepaalde activiteiten niet meer te doen of de administratieve lasten terug te brengen. Dergelijke specifieke afspraken kunnen de kostprijs verlagen. Het rekenvoorbeeld rekent met een opslag van indirecte kosten van 16,5% en opleidingskosten van 2%. Tabel 4. Integrale kostprijs Directe kostprijs per uur Opslag indirecte kosten Bijdrage opleidingskosten
FWG 10-3
FWG 10-4
€ 18,43
€ 18,98
16,50%
€ 3,04
€ 3,13
2,00%
€ 0,37
€ 0,38
0,00%
€ 0,00
€ 0,00
0,00%
€ 0,00
€ 0,00
€ 21,84
€ 22,49
Opslag voor extra administratieve lasten ** Specifieke afspraken over vermindering kosten Integrale kostprijs
Op basis van de opbouw van de kostenelementen resulteert het rekenvoorbeeld in een integrale kostprijs voor functieschaal 10 van € 21,84 voor trede 3 en € 22,49 voor een ervaren medewerker met een vast dienstverband (eindschaal). Voor het maken van contractafspraken is het uitgaan van de kostprijs van één trede in een functieschaal niet voldoende. Inzicht in de verdeling tussen de treden is relevant. Bij een organisatie met ervaren medewerkers in vaste dienst heeft ongeveer 95% van de medewerkers een dienstverband in FWG 10-4. Op basis van een gewogen gemiddelde van deze 95% - 5% kan een integrale kostprijs worden berekend voor functieschaal 10, in dit rekenvoorbeeld € 22,46.
24 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
Tabel 5. Integrale gewogen kostprijs Inschaling medewerkers
FWG 10-3
FWG 10-4
Medewerkers niet-eindschaal
5%
95%
€ 21,84
€ 22,49
Medewerkers vast dienstverband eindschaal Integrale kostprijs op basis van contracten Integrale gewogen kostprijs op basis van dienstverbanden
€ 22,46
Deze integrale kostprijzen kunnen niet beschouwd worden als een minimum tarieven. Het rekenvoorbeeld is bedoeld als illustratie hoe op basis van de keuzes die worden gemaakt een tarief of budget tot stand kan komen. Het rekenvoorbeeld berekent hierna de kostprijs voor functieschaal 15. Op basis van de functieinschaling van de medewerkers in de schalen 10 en 15 kan vervolgens een gewogen kostprijs worden berekend voor beide groepen medewerkers.
5. Indexatie bij meerjarige contracten Een belangrijk aandachtspunt is het maken van afspraken over indexatie bij meerjarige contracten. Op welke wijze wordt omgegaan met prijsontwikkelingen en zo niet, is bij het vaststellen van het tarief de te verwachten kostenontwikkeling meegenomen.
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 25
6. Resultaatgefinancierde arrangementen Zoals eerder aangegeven kan bovengenoemd stappenplan ook gebruikt worden om tot budgetten te komen voor resultaat gefinancierde arrangementen. Onderstaand is een voorbeeld van Rotterdam opgenomen. Rotterdam werkt met integrale Wmo-arrangementen, resultaatgebieden en intensiteitstreden. Op basis van de individuele situatie van cliënt stelt de gemeente vast waar (aanvullend) ondersteuning nodig is en welke intensiteitstrede daarbij past. De opgetelde budgetten van de resultaatgebieden vormen het ontschot budget dat aan aanbieder ter beschikking wordt gesteld om de gevraagde resultaten bij een cliënt te realiseren. In onderstaande tabel zijn de budgetten voor de cliëntgroep ouderen opgenomen.
Praktijkvoorbeeld Rotterdam Tabel 6. Budgetten integrale Wmo-arrangementen gemeente Rotterdam per 1 augustus 2015 (cliëntgroep ouderen) Resultaatgebied
Intensiteitstreden, in euro’s (€) 23,50
70,50
117,50
211,50
305,50
25,00
30,00
36,00
45,00
56,00
3. Financiën
23,50
47,00
188,00
4. Dagbesteding
50,68
126,70
228,06
5. Zelfzorg en gezondheid
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
6. Huisvesting
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
68,64
137,28
205,92
zonder individuele begeleiding
257,48
514,96
722,44
met individuele begeleiding
1. Sociaal en persoonlijk functioneren* 2. Ondersteuning en regie bij
66,00
80,00
het voeren van een huishouden
7. Mantelzorgondersteuning zodat de cliënt langer thuis kan blijven wonen
26 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
7. Opbouw bruto uurtarief functieschaal 15 Het bruto uurtarief is bepaald in de cao en vormt het startpunt voor de kostenopbouw. In dit rekenvoorbeeld vormen de bruto uurtarieven van de cao vvt voor het jaar 2016 het startpunt voor de kostenopbouw. Een medewerker heeft recht op vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Voor medewerkers van 22 jaar en ouder gelden hiervoor minimumbedragen. Dit leidt ertoe dat deze uitkeringen bij FWG 10 en FWG 15 hoger zullen uitvallen dan bij de algemeen geldende percentages. De werkgever betaalt daarnaast wettelijke verplichte premies WAO (5,25%), WGA (0,40%), WW (4,12%) en Zvw (6,95%) en pensioenafdracht (gemiddeld 6,78%). De totale werkgeverslasten bedragen gemiddeld genomen ongeveer 23,50%. Alle bovengenoemde kostencomponenten zullen in de prijsberekening meegenomen moeten worden. De berekening van de werkgeverslasten vindt plaats over het bruto uurtarief inclusief vakantiegeld en eindejaaruitkering. Tabel 7. Kostenopbouw bruto uurtarief inclusief werkgeverslasten FWG
FWG
FWG
FWG
FWG
15-0
15-1
15-2
15-3
15-4
€ 10,36
€ 10,56
€ 10,84
€ 11,11
€ 11,41
Vakantiegeld (minimaal € 0,97)
8,00%
€ 0,97
€ 0,97
€ 0,97
€ 0,97
€ 0,97
Eindejaarsuitkering (minimaal € 0,77)
5,70%
€ 0,77
€ 0,77
€ 0,77
€ 0,77
€ 0,77
Bruto uurtarief
Bruto uurtarief incl. toeslagen Werkgeverslasten * Uurtarief + werkgeverslasten
€ 12,10
€ 12,30
€ 12,58
€ 12,85
€ 13,15
23,50%
€ 2,84
€ 2,89
€ 2,96
€ 3,02
€ 3,09
€ 14,94
€ 15,19
€ 15,54
€ 15,87
€ 16,24
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 27
vervolg Tabel 7. Kostenopbouw bruto uurtarief inclusief werkgeverslasten Bruto uurtarief
FWG
FWG
FWG
FWG
15-5
15-6
15-7
15-8
€ 11,73
€ 12,08
€ 12,46
€ 12,88
Vakantiegeld (minimaal € 0,97)
8,00%
€ 0,97
€ 0,97
€ 1,00
€ 1,03
Eindejaarsuitkering (minimaal € 0,77)
5,70%
€ 0,77
€ 0,77
€ 0,77
€ 0,79
€ 13,47
€ 13,82
€ 14,23
€ 14,70
Bruto uurtarief incl. toeslagen Werkgeverslasten * Uurtarief + werkgeverslasten
23,50%
€ 3,16
€ 3,25
€ 3,34
€ 3,45
€ 16,63
€ 17,07
€ 17,57
€ 18,16
Aandachtpunten: • De gehanteerde premiepercentages zijn een momentopname (peildatum augustus 2015). • In verband met de franchise is het premiepercentage voor de pensioenafdracht afhankelijk van de inschaling: hoe hoger de inschaling hoe hoger het premiepercentage. • De aangehouden inschaling dient in verhouding te staan tot het product dat geleverd wordt. • De kostprijsopbouw van een aanbieder wordt mede bepaald door de verdeling van medewerkers over de schalen en treden. • Op basis van bovenstaande factoren kan een keuze gemaakt worden van welke inschaling en trede(n) bij de totstandkoming van een tarief wordt uitgegaan. Bijvoorbeeld dat het grootste deel van de medewerkers aan het einde van de schaal zit of van een combinatie van treden en schalen.
28 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
8. Opslag voor niet-productieve uren Voor de berekening van een tarief of budget dient ook rekening te worden gehouden met een redelijke mate van non-productiviteit van medewerkers. De inzetbaarheid van medewerkers wordt beïnvloed door zaken als ziekteverzuim, vakantie en verlof, studie, overlegtijd, reistijd enzovoort. Voor het vaststellen van een redelijke opslag voor non-productiviteit kan gebruik worden gemaakt van referentiebronnen zoals onderzoek naar branchegemiddelden. Een percentage van circa 20% is veelvoorkomend gemiddelde. Het rekenvoorbeeld hanteert een opslag van 19,80%. Tabel 8. Kostenopbouw bruto uurtarief inclusief werkgeverslasten en een opslag voor non-productiviteit FWG
FWG
FWG
FWG
FWG
15-0
15-1
15-2
15-3
15-4
€ 14,94
€ 15,19
€ 15,54
€ 15,87
€ 16,24
19,80%
€ 3,69
€ 3,75
€ 3,84
€ 3,92
€ 4,01
€ 18,63
€ 18,94
€ 19,37
€ 19,79
€ 20,25
Uurtarief + werkgeverslasten
Verlof Indirecte uren Ziekteverzuim Opslag voor niet-productieve uren Directe kostprijs excl reiskosten
13,80% 0,50% 5,50%
vervolg Tabel 8. Kostenopbouw bruto uurtarief inclusief werkgeverslasten en een opslag voor non-productiviteit
Uurtarief + werkgeverslasten
Verlof Indirecte uren Ziekteverzuim Opslag voor niet-productieve uren Directe kostprijs excl reiskosten
FWG
FWG
FWG
FWG
15-5
15-6
15-7
15-8
€ 16,63
€ 17,07
€ 17,57
€ 18,16
€ 4,11
€ 4,21
€ 4,34
€ 4,48
€ 20,74
€ 21,28
€ 21,91
€ 22,64
13,80% 0,50% 5,50% 19,80%
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 29
9. Reiskosten Gemeenten en aanbieders kunnen afspraken maken voor een vergoeding van de reiskosten die hulpen maken tijden de werkzaamheden. Het rekenvoorbeeld rekent met € 0,35 per uur. Tabel 9. Directe kostprijs inclusief een vergoeding voor reiskosten Directe kostprijs excl reiskosten Reiskosten per uur Directe kostprijs per uur
FWG
FWG
FWG
FWG
FWG
15-0
15-1
15-2
15-3
15-4
€ 18,63
€ 18,94
€ 19,37
€ 19,79
€ 20,25
€ 0,35
€ 0,35
€ 0,35
€ 0,35
€ 0,35
€ 0,35
€ 18,98
€ 19,29
€ 19,72
€ 20,14 € 20,60
vervolg Tabel 9. Directe kostprijs inclusief een vergoeding voor reiskosten Directe kostprijs excl reiskosten Reiskosten per uur Directe kostprijs per uur
FWG
FWG
FWG
FWG
15-5
15-6
15-7
15-8
€ 20,74
€ 21,28
€ 21,91
€ 22,64
€ 0,35
€ 0,35
€ 0,35
€ 0,35
€ 0,35
€ 21,09
€ 21,63
€ 22,26
€ 22,99
30 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
10. Indirect en overige kosten Naast directe kosten wordt de totale kostprijs beïnvloed door indirecte en overige kosten die verbonden zijn aan de inzet van de medewerkers. Voorbeelden zijn overheadkosten van de organisatie, een bijdrage in de opleidingskosten van medewerkers met het oog op de vernieuwingsopgave van thuisondersteuning en een opslag voor specifieke administratieve handelingen. Daarnaast kunnen gemeenten en aanbieders ook specifieke afspraken maken om bepaalde activiteiten niet meer te doen of de administratieve lasten terug te brengen. Dergelijke specifieke afspraken kunnen de kostprijs verlagen. Het rekenvoorbeeld rekent met een opslag van indirecte kosten van 16,5% en opleidingskosten van 2%. Tabel 10. Integrale kostprijs
Directe kostprijs per uur
FWG
FWG
FWG
FWG
FWG
15-0
15-1
15-2
15-3
15-4
€ 18,98
€ 19,29
€ 19,72
€ 20,14
€ 20,60
16,50%
€ 3,13
€ 3,18
€ 3,25
€ 3,32
€ 3,40
2,00%
€ 0,38
€ 0,39
€ 0,39
€ 0,40
€ 0,41
lasten **
0,00%
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
Specifieke afspraken over vermindering kosten
0,00%
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 22,49
€ 22,86
€ 23,37
€ 23,86
€ 24,41
Opslag indirecte kosten Bijdrage opleidingskosten Opslag voor extra administratieve
Integrale kostprijs
Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning | 31
vervolg Tabel 10. Integrale kostprijs
Directe kostprijs per uur
Opslag indirecte kosten Bijdrage opleidingskosten
FWG
FWG
FWG
FWG
15-5
15-6
15-7
15-8
€ 21,09
€ 21,63
€ 22,26
€ 22,99
16,50%
€ 3,48
€ 3,57
€ 3,67
€ 3,79
2,00%
€ 0,42
€ 0,43
€ 0,45
€ 0,46
0,00%
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
0,00%
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 24,99
€ 25,63
€ 26,37
€ 27,24
Opslag voor extra administratieve lasten ** Specifieke afspraken over vermindering kosten Integrale kostprijs
Op basis van de opbouw van de kostenelementen resulteert het rekenvoorbeeld in een integrale kostprijs voor functieschaal 15 van € 27,24 voor een ervaren medewerker met een vast dienstverband (eindschaal). Voor het maken van contractafspraken is het uitgaan van de kostprijs van één trede in een functieschaal niet voldoende. Inzicht in de verdeling tussen de treden is relevant. Bij een organisatie met ervaren medewerkers in vaste dienst heeft ongeveer 95% van de medewerkers een dienstverband in FWG 15-8. Op basis van een gewogen gemiddelde van alle medewerkers kan een integrale kostprijs worden berekend voor functieschaal 15, in dit rekenvoorbeeld € 27,00.
32 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
Tabel 11. Integrale gewogen kostprijs FWG
FWG
FWG
FWG
FWG
15-0
15-1
15-2
15-3
15-4
0,5%
0,5%
1%
1%
1%
€ 22,49
€ 22,86
€ 23,37
€ 23,86
€ 24,41
Inschaling medewerkers Medewerkers niet-eindschaal Medewerkers vast dienstverband eindschaal Integrale kostprijs op basis van contracten Integrale gewogen kostprijs op basis van dienstverbanden vervolg Tabel 11. Integrale gewogen kostprijs Inschaling medewerkers
FWG 15-5
FWG
FWG
FWG
15-6
15-7
15-8
2%
2%
Medewerkers niet-eindschaal
2%
Medewerkers vast dienstverband eindschaal
90%
Integrale kostprijs op basis van contracten
€ 24,99
€ 25,63
€ 26,37
€ 27,24
Integrale gewogen kostprijs op basis van dienstverbanden
€ 27,00
Deze integrale kostprijzen kunnen niet beschouwd worden als een minimum tarieven. Het rekenvoorbeeld is bedoeld als illustratie hoe op basis van de keuzes die worden gemaakt een tarief of budget tot stand kan komen. Op basis van de functie-inschaling van de medewerkers in de schalen 10 en 15 kan vervolgens een gewogen kostprijs worden berekend voor beide groepen medewerkers.
11. Indexatie bij meerjarige contracten Een belangrijk aandachtspunt is het maken van afspraken over indexatie bij meerjarige contracten. Op welke wijze wordt omgegaan met prijsontwikkelingen en zo niet, is bij het vaststellen van het tarief de te verwachten kostenontwikkeling meegenomen.
34 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
Dit is een uitgave van Transitiecommissie Sociaal Domein p/a Turfmarkt 147, 2511 DP Den Haag Postbus 20011, 2500 EA Den Haag www.transitiecommissiesociaaldomein.nl Contact via
[email protected] Informatie Voor informatie of opmerkingen over de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning kunt u www.transitiecommissiesociaaldomein.nl raadplegen Augustus 2015
36 | Code verantwoordelijk marktgedrag Thuisondersteuning
Communicatie en Representatie
PERSBERICHT
Datum
Nummer persbericht
6 oktober 2015
151006R
Nijmegen stuurt op resultaat huishoudelijke hulp: een schoon en net huis De contracten van de gemeente Nijmegen met aanbieders voor huishoudelijke hulp lopen af op 1 juni. Het college van burgemeester en wethouders wil dat Nijmegenaren die dat nodig hebben, kunnen blijven rekenen op hulp bij het huishouden. In de nieuwe aanbesteding wil het college anders gaan sturen op resultaat. Niet op minuten en vierkante meters, maar op een schoon en net huis. Nijmegenaren houden huishoudelijke hulp. Zij krijgen een gesprek met de aanbieder over de huishoudelijke klussen die zij belangrijk vinden voor een ‘schoon en net huis’. Dat wordt vastgelegd in een persoonlijk ondersteuningsplan. Meer informatie hierover horen zij per brief in de loop van het voorjaar (2016). Er wordt niet meer geïndiceerd in uren en minuten, op basis van standaarden en vierkante meters. De gemeente betaalt de zorgaanbieder op basis van een vast gemiddeld aantal uren. Het CAK berekent de eigen bijdrage van de klant achteraf, op basis van het feitelijk aantal geleverde uren. Zo betaalt iemand nooit een hogere eigen bijdrage dan de kostprijs. Het Rijk heeft gemeenten fors gekort op de budgetten voor huishoudelijke hulp (ongeveer een derde). Veel gemeenten bezuinigen daarom fors op de hulp of schaffen deze zelfs af. Nijmegen wil de huishoudelijke hulp als maatwerkvoorziening overeind houden. Deze hulp heeft een signalerende en sociale functie en helpt mensen langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. Op 1 juni lopen de contracten van de gemeente Nijmegen met Vérian, TSN en Tzorg. De komende maanden vindt de nieuwe aanbestedingsprocedure plaats. Belangrijk voor het college in de aanbesteding is de positie van huishoudelijke hulpen. Nijmegen wil voorkomen dat een te lage prijs leidt tot slechte werkomstandigheden of ontslag, en onderschrijft het belang van de Code Verantwoordelijk Marktgedrag Thuisondersteuning. Ouderen of mensen met een beperking die niet in staat zijn om het huis schoon te maken, komen in aanmerking voor hulp bij het huishouden. De eerste stap is een keukentafelgesprek met het Sociaal Wijkteam. Mensen kunnen dan kiezen tussen hulp van een zorgaanbieder waarmee de gemeente een contract heeft afgesloten, en een persoonsgebonden budget (PGB), waarmee zij zelf zorg kunnen inkopen. Noot voor de pers (niet voor publicatie):
Gemeente Nijmegen Communicatie en Representatie
Vervolgvel
1
Voor meer informatie kunt u terecht bij de woordvoerder van wethouder Bert Frings, Suzanne Baks: tel. 06-11360084 of
[email protected]