2ème Ecsedi UE E2.3 Néerlandais (LE2) AA : Communication professionnelle orale et écrite Niveau 2 [E207.2015.16]
Année académique 2015-2016 ECSEDI-ISALT Enseignement supérieur économique Bacheliers Assistant de Direction - Tourisme Avenue d’Auderghem, 77 –1040 Bruxelles - www.ecsedi-isalt.be
INHOUD
HOOFDSTUK 1 - OP KANTOOR ................................................................................................... 1 HOOFDSTUK 2 - VERVOER EN TRANSPORT .............................................................................. 28 HOOFDSTUK 3 - BANKEN EN GELDZAKEN ................................................................................ 63 HOOFDSTUK 4 - EEN ZAKENREIS ORGANISEREN...................................................................... 96 HOOFDSTUK 5 - HET BEDRIJFSLEVEN ..................................................................................... 132 HOOFDSTUK 6 - RECLAME EN KOOPGEDRAG ........................................................................ 180
GRAMMATICA ........................................................................................................................ 202 De woordvolgorde (l'ordre des mots) .................................................................................... 203 Het passief .............................................................................................................................. 207 Verbuiging van het adjectief .................................................................................................. 212
HOOFDSTUK 2 - VERVOER EN TRANSPORT 1. VERVOERMIDDELEN 1.1. OPWARMING Hieronder staan foto’s van bestemmingen die vaak gekozen worden voor zakenreizen. Noem de bestemmingen (stad + land). Welke vervoermiddelen worden meestal door de zakenman gebruikt om er naartoe te gaan ? Waarom ?
(1)
(2)
bestemming :
bestemming :
vervoermiddel(en) :
vervoermiddel(en) :
(3)
(4)
bestemming :
bestemming :
vervoermiddel(en) :
vervoermiddel(en) :
(5)
(6)
bestemming :
bestemming :
vervoermiddel(en) :
vervoermiddel(en) :
28
1.2. WOORDENSCHAT Vervoermiddel
Boordpersoneel
Waar?
...................................
...................................
...................................
...................................
...................................
...................................
...................................
...................................
...................................
...............................................................................
...................................
...................................
...............................................................................
...................................
Kent u nog andere vervoermiddelen ?
29
1.3. VOOR-EN NADELEN VAN VERSCHILLENDE VERVOERMIDDELEN Uw baas moet op zakenreis naar Madrid. In totaal duurt de reis vijf dagen. Hij weet nog niet welk vervoermiddel hij verkiest. Zet de voor- en nadelen van de volgende vervoermiddelen op een rijtje om hem bij zijn beslissing te helpen. voordelen
nadelen
vliegtuig
autobus
auto
trein
Lees de tekstjes op het volgende blad en vul uw lijst voor- en nadelen aan. Wat zou volgens u het beste vervoermiddel zijn voor een 5-daagse zakenreis naar Madrid ?
30
Het is een bekend feit dat reizen per vliegtuig negatieve consequenties heeft voor het milieu. Niet alleen is het vliegverkeer verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen, het kost verder wat vogels het leven. Een ander nadeel van het vliegtuig heeft te maken met geluidshinder. Ondanks de nadelige gevolgen voor het milieu is het vliegverkeer in de voorbije jaren toegenomen. Dit komt doordat het vliegtuig een aantal voordelen biedt. Zo is het sneller dan andere vervoermiddelen. Verder is een vliegreis minder inspannend en dus minder vermoeiend dan en autoreis. Vaak is het vliegtuig trouwens goedkoper dan de auto of de trein. [naar: http://www.leerwiki.nl/Voor-_en_nadelen_van_vervoer_per_vliegtuig, laatst geraadpleegd op 02/11/2011]
Het is zeer makkelijk om met de autobus te reizen: je stapt in op een afgesproken locatie bij jou in de buurt. Vervolgens word je direct naar de plaats van bestemming gebracht. De autobus is voor kleine groepen of alleenreizigers voordeliger dan de auto. Met z'n tweeën benzine betalen voor een lange reis naar Spanje is tegenwoordig niet rendabel meer. Een busreis is meestal ook goedkoper dan een vliegreis, omdat je voor een vliegreis luchthavenbelastingen moet betalen. Natuurlijk heeft een busreis ook nadelen. Het duurt langer dan een vliegreis en het is minder comfortabel. En met een auto kan je zelf kiezen wanneer je stopt. Een busreis kan best zwaar zijn. De beenruimte is acceptabel, maar zeker niet luxe. [naar: http://www.vakantiewegwijzer.com/busreizen.html, laatst geraadpleegd op 02/11/2011]
De grootste voordelen van autoreizen zijn de mobiliteit op de plek van bestemming, de kosten en de vrijheid. Eenvoudig gezegd: je kan met de auto overal naartoe. Dat is niet alleen handig als je even de omgeving wil verkennen, maar ook voor het bezoeken van verder gelegen plaatsen. Van alle vervoermiddelen biedt de auto dus de grootste vrijheid. Natuurlijk heeft autoreizen ook nadelen. Zo kun je onderweg pech krijgen. Verder is het voor alleenreizigers duurder dan een bus- of vliegreis, omdat de benzine dan verhoudingsgewijs erg duur wordt. Verder moet er de hele tijd iemand rijden, wat vermoeiend kan zijn. [naar: http://www.vakantiewegwijzer.com/autovakanties.html, laatst geraadpleegd op 02/11/2011]
Met de trein reizen is niet altijd een positieve ervaring. Het openbaar vervoer heeft regelmatig last van vertragingen, waardoor je te laat op je bestemming komt. Verder zit je in de trein met veel andere mensen. Dit kan natuurlijk een positief punt zijn maar er zitten ook nadelen aan. Enerzijds zorgt dat voor lawaai. Anderzijds kan het in de zomer in volle treinen snel benauwd en zweterig worden. Toch kan het in bepaalde gevallen een goede keus zijn om met de trein op stap te gaan. In de trein heb je namelijk de tijd om rustig je krant te lezen of een kopje koffie te drinken. Na een kort nachtje kan je tijdens de treinreis wat slaap inhalen. Als je met de trein reist, hoef je bij aankomst geen parkeerplek te zoeken en zit je nooit in de file. Een treinreis bespaart je dus tijd. Vergeleken met de auto is de trein milieuvriendelijker. Verder is de trein veiliger dan de auto: ongelukken met treinen komen veel minder voor dan ongevallen waarbij auto’s betrokken zijn. [naar: http://www.leerwiki.nl/De_voor-_en_nadelen_van_het_openbaar_vervoer, laatst geraadpleegd op 02/11/2011]
31
2. GRAMMATICA : DE TRAPPEN VAN VERGELIJKING Lees de tekst hieronder en bekijk de onderstreepte woorden. Herken je die vormen?
BELGIË: DRUK OP DE WEG
[BRON: WABLIEFT 24/03/2010]
Het wordt steeds drukker op de Vlaamse wegen. Hebben we nieuwe wegen nodig? Of moeten we minder met de auto rijden? Alle Vlamingen samen rijden elke dag 252 miljoen kilometer met de auto. Dat is 60 miljoen kilometer meer dan in 2001. Mensen gebruiken de auto niet alleen om naar het werk te rijden. Ze gaan meer winkelen met de auto. Ze nemen de auto vaker voor een uitstapje of een bezoek. Het verkeer in het weekend werd de laatste jaren drukker. Het verkeer op de Ring rond Brussel is nu het grootste probleem. Elke dag staan er files. De Vlaamse regering kijkt naar mogelijke oplossingen. De regering kan de Ring enkele rijstroken breder maken. Er kan een tunnel komen onder Brussel. Die stuurt het verkeer onder de grond van Groot-Bijgaarden naar Sint-Stevens-Woluwe. De tunnel zou 15 kilometer lang zijn. Er kunnen ook bussen en treinen komen. "Want als we zoveel met de auto rijden, blijven er problemen", vinden sommige mensen. druk (drukker, drukst) het uitstapje = de uitstap, de excursie de Vlaamse regering naar oplossingen kijken/zoeken breed (breder, breedst) de rijstrook
chargé, rempli (plus chargé, le plus chargé) l’excursion le gouvernement flamand chercher des solutions large (plus large, le plus large) la voie, la bande (de circulation)
VORMING VAN COMPARATIEVEN EN SUPERLATIEVEN 1. Algemene regel 2. Adjectief eindigt op -r 3. Adjectief eindigt op -s 4. Adjectief eindigt op -isch of -st
Comparatief Adj + er (dan…) Adj + d + er (dan…) Adj + er (dan…)
Superlatief Adj + st Adj + t meest + adj
Oefening : Verbind de voorbeelden hieronder met een categorie uit de bovenstaande tabel. ver > verder klein > kleiner fris > het frist oud > het oudst
comp/sup, cat …. comp/sup, cat …. comp/sup, cat …. comp/sup, cat ….
belangrijk > belangrijker praktisch > het meest praktisch lekker > lekkerder gepast > het meest gepast
comp/sup, cat …. comp/sup, cat …. comp/sup, cat …. comp/sup, cat ….
!!! DENK AAN DE SPELLINGREGELS Beklemtoonde korte klinker in gesloten syllabe verdubbeling van de slotmedeklinker bv. snel > sneller, druk > drukker, fris > frisser ... Lange klinker: 2 lettertekens in een gesloten syllabe, 1 letterteken in een open syllabe bv. groot > groter, vaak > vaker, breed > breder … f/s worden v/z na een open syllabe bv. boos > bozer, braaf > braver … 32
ONREGELMATIGE ADJECTIEVEN adjectief goed graag veel weinig dikwijls (=……………………...)
comparatief ……………………..…………. ……………………..…………. ……………………..…………. ……………………..…………. ……………………..………….
superlatief ……………………..…………. ……………………..…………. ……………………..…………. ……………………..…………. ……………………..………….
OPMERKING Bij lange adjectieven van meer dan 3 syllaben worden comparatief en superlatief vaak gevormd door de combinatie van meer/meest + het adjectief. Bv. Dat is een meer genuanceerde boodschap dan die van Jan Jansen. Die ruzie was het meest betreurenswaardige incident op de vergadering.
OEFENINGEN 1. Maak de comparatief en superlatief van de volgende adjectieven.
adjectief stevig traag luid mooi wijs dik boeiend raar
comparatief
superlatief
2. Vul in met de comparatief van een adjectief uit de lijst.
dikwijls, doof, goed, graag, weinig, haalbaar, zwaar, koud, veel, snel a. Mijn boekentas is ………………………………………….. dan die van jou. b. Onze baas is de laatste tijd …………………………………….. aanwezig dan vroeger. c. 8% van de vrachtwagens rijdt …………………………………….. dan de maximumsnelheid. d. Vrouwen hebben vier keer …………………………….. kans dan mannen om kaderlid te worden. e. Ik heb ……………………………………………. boterhammen gegeten dan jij. f.
Ik ga …………………………………………. naar het toneel dan naar de film.
g. Het is vandaag …………………………………….. dan gisteren. h. Niemand is …………………………………………….. dan degene die niets wil horen. i.
Zonder muziek kan ik me veel ………………………………………… concentreren.
j.
Deze oplossing is economisch ………………………………………. dan de andere oplossingen.
33
3. Vul in met de goede vorm van het adjectief tussen haakjes.
1. Vroeger woonde ik in Amerika, in een (modern) ……………………… huis en in een (stil) ………………………… straat. 2. Dat huis was (klein) ……………………………… dan mijn (nieuw) ………………………………… huis in Gent. 3. Ken je de (nieuw) ……………………………………….. creaties van die grote Franse couturier? 4. Mijn ouders wonen in een (klein) ………………………………….. dorp. Hun huis staat in een (rustig) ………………………………………….. straat dan het mijne. 5. Hoofdstuk 10 is het (lang) ……………………………. maar ook het (moeilijk) ………………………... 6. Andrea heeft (veel) …………………………. geld, Sara heeft (veel) ……………………………… geld dan Andrea en Marco heeft (veel) ………………………………… geld van allemaal. 7. Zij heeft veel (helder) ……………………………………………. gezongen dan haar zus. 8. Van alle meisjes in de klas draagt Kristel de (kort) ………………………………………. rokken. 9. Die (nieuw) …………………………… stenen vloer is van (recent) ……………………………….. datum dan die houten trap. 10. Karla heeft het (gepast) ………………………………………………………… antwoord gegeven. 11. Mijn (oud) ……………………………………. zoon is getrouwd met het (lief) ………………………… meisje van Vlaams-Brabant. 12. Ze zegt dat de (goed) ……………………………………… studenten maar (weinig) ………………………………… studie nodig hebben. 13. Die aanslag is echt wel de (verontrustend) ………………………………………………………………. gebeurtenis van de laatste jaren. 14. Van alle wijnen vind ik deze (lekker) ………………………………………………………. 15. Het stond op een papier te lezen in (groot) ………………………………… gouden letters. 16. Zij voetbalt (goed) …………………………………………… dan hij. 17. Karel is de (optimistisch) …………………………………………………... student van de hele groep. 18. In Barcelona sneeuwt het bijna nooit en is 5 graden de (fris) ………………………….. temperatuur. 19. Ik vind mijn werkkamer (aangenaam) ……………………………………………. dan die van Karl, maar van alle werkkamers is natuurlijk die van de directeur (gezellig) ………………………………... 20. Ik vind de werksfeer in dit kantoor onplezant: de werknemers zijn altijd in competitie met elkaar en ze willen er altijd (intelligent) ……………………………………….. uitzien dan hun collega’s.
34
4. Vergelijk de plaatjes. Maak telkens een zin met een comparatief (1) en een andere met een superlatief (2) .
Dossier A
Dossier B
Dossier C
(1) …………………………………………………………………………………………………………………. (2) ………………………………………………………………………………………………………………….
Anke
Els
Jolien
(1) …………………………………………………………………………………………………………………. (2) ………………………………………………………………………………………………………………….
Bureau A
Bureau B
Bureau C
(1) …………………………………………………………………………………………………………………. (2) ………………………………………………………………………………………………………………….
35
3. DE TREIN 3.1. LEESOEFENING: SPECIALE REISFORMULES VOOR ZAKENMENSEN Lees de tekst op de volgende bladen. Welke reisformule is het meest geschikt voor elke situatie hieronder ? Leg telkens uit hoe de gekozen formule werkt en wat de voordelen ervan zijn. Situatie 1 : Elke maand organiseert uw baas een vergadering met de zakenpartners van de subfilialen van de onderneming. De treinkosten neemt hij altijd voor zijn rekening en hij regelt liever alles op voorhand om na de vergaderingen zo weinig mogelijk administratief werk te hebben. Soms gebeurt het dat een zakenpartner om persoonlijke redenen niet kan komen opdagen. Uw baas zoekt een reisformule waarbij alles op voorhand geregeld kan worden en waarbij hij in geval van afzegging terugbetaald wordt.
Situatie 2 : In uw bedrijf nemen de werknemers vaak de trein om op bezoek te gaan bij zakenpartners. Telkens betalen ze zelf voor hun treinticket en dienen ze daarna een onkostennota in om de reiskosten terugbetaald te krijgen. Uw baas is op zoek naar een systeem dat voor minder paperassen en tijdverlies zou zorgen. Idealiter wil hij alles vanuit het kantoor kunnen regelen, zonder naar het station te moeten gaan om tickets te kopen.
Situatie 3 : In uw bedrijf moeten een paar werknemers regelmatig klanten bezoeken die in verschillende streken van België wonen. Het is echter niet zo dat elke maand dezelfde werknemer naar dezelfde klanten op bezoek gaat. Natuurlijk verandert ook de bestemming naargelang de klant met wie er wordt afgesproken. Uw baas is op zoek naar een reisformule voor afwisselende trajecten waarvan om het even welke bediende van het bedrijf gebruik zou kunnen maken.
36
Met de NMBS reizen: speciale formules voor zakenmensen1 Uw werknemers of uzelf gaan vaak op klantenbezoek, naar een seminarie of naar een bijscholing? Ook daarvoor hebben wij de ideale oplossing. Dankzij onze nieuwe internetdienst "Contractual Ticket on line" kunt u zelf uw biljetten online aankopen voor uw klanten of werknemers. Of misschien kiest u beter voor een Nettreinkaart voor bedrijven? Dit abonnement is geldig op het volledige NMBS-net en staat niet op naam. Als u echt veel biljetten nodig heeft voor een specifiek evenement of een specifieke datum, dan kunt u een grote hoeveelheid treinbiljetten bestellen (bulkbiljetten) tegen een vaste eenheidsprijs.
Contractual Ticket on line “Contractual Ticket on line” is een Internetdienst waarmee u zelf biljetten kunt kopen voor uw werknemers of klanten. Met “Contractual Ticket on line” biedt u uw werknemers/klanten een extra service: ze dienen zich immers niet meer zelf te bekommeren om de aankoop van hun vervoerbewijs. Wanneer u een biljet bestelt, kiest u uit de volgende opties: -
verzending van het biljet via e-mail in PDF-formaat naar uw mailbox. U drukt het dan af en overhandigt het aan de reiziger; rechtstreekse verzending van het biljet naar het e-mailadres van de reiziger die het dan zelf afdrukt. In dat geval ontvangt de koper een bevestigingsmail; om haar klanten het leven te vergemakkelijken, biedt de NMBS de mogelijkheid om "ticketless" te reizen. Het bestelde biljet wordt gekoppeld aan het identificatienummer van het Rijksregister van de elektronische identiteitskaart van de reiziger. Die hoeft dan bij controle alleen zijn kaart over te leggen.
Dankzij deze service verlaagt u de administratiedruk van uw onderneming. U kunt verder controle uitoefenen op het gebruik van de vervoerbewijzen.
Nettreinkaart voor bedrijven Je werknemers moeten regelmatig op pad? Zowel jezelf als je werknemers kunnen met een Nettreinkaart voor bedrijven voordeel halen uit de trein. Al je werknemers kunnen gebruik maken van deze abonnementsformule, ongeacht de afstand die zij wensen af te leggen. De nettreinkaart voor bedrijven is immers niet verbonden aan een vast traject, maar is geldig op het volledige Belgische net. Het is een abonnement op naam van uw bedrijf. Ze is niet op naam en kan dus door elk personeelslid van het bedrijf gebruikt worden om op het Belgisch spoorwegnet te reizen. De Nettreinkaart voor bedrijven wordt afgeleverd voor een geldigheidsduur van 1, 3 of 12 maanden.
1
naar: http://www.b-rail.be/nat/N/enterprises/, laatst geraadpleegd op 04/11/2012.
37
Bulkbiljetten U organiseert een congres, dienstreizen, opleidingen of een ander evenement voor uw personeelsleden of klanten? U wenst een treinreis aan te bieden aan uw klanten, partners of werknemers? Bij de NMBS kan u een grote hoeveelheid treinbiljetten tegen een vaste eenheidsprijs bestellen. Hiertoe dient u een bulkcontract af te sluiten. U ontvangt dan bulkbiljetten en kan zelf instaan voor de verdeling ervan naar de eindgebruikers. Wat zijn de kenmerken van bulkbiljetten?
Bulkbiljetten worden gepersonaliseerd in functie van uw bedrijf (vermelding op het biljet van de naam van uw firma, organisatie of van het evenement).
Ze worden opgemaakt voor voorgedrukte (vaste) trajecten of trajecten naar keuze (vrij in te vullen door de reiziger) tussen twee Belgische stations (grenspunten uitgezonderd).
De biljetten zijn geldig op een vaste (voorgedrukte) of open (reisdag en -datum dienen door de reiziger ingevuld te worden) datum. Op deze met een open reisdatum staat een uiterste gebruiksdatum vermeld.
Bestellingen zijn mogelijk vanaf 100 biljetten als deze geldig zijn op een vaste reisdatum en vanaf 500 stuks voor biljetten met een open reisdatum, geldig voor een langere periode.
Er staat geen prijs vermeld op de biljetten.
Onder bepaalde voorwaarden kunnen niet-ingevulde of niet-gebruikte biljetten worden terugbetaald.
Bulkbiljetten mag u niet doorverkopen aan derden.
3.2. WOORDENSCHATOEFENING Vul in met een geschikt woord uit de voorgaande tekst. 1. In dit bedrijf krijgen alle w…………………………………… een contract van onbepaalde duur. 2. De Stichting Marketing organiseert een c…………………………………………… communicatiemiddelen en hoe bedrijven daarmee omgaan.
over
nieuwe
3. Carpoolen biedt naast het Openbaar Vervoer een o……………………………….. voor het verminderen van de verkeersstromen. 4. De « Safer Internet Day » is een belangrijk e………………………………………. voor iedereen wie te maken heeft met internet- en mediaopvoeding 5. Dit ticket is g…………………………………………….. tot het einde van het jaar. 6. American Airlines biedt sinds kort een nieuwe d………………………. aan: mits bijbetaling kunnen passagiers hun favoriete zitje krijgen. 7. Groepen vanaf 10 personen kunnen hun tickets op voorhand b……………………………. 8. We zijn geen collega’s meer, maar we zien elkaar nog r……………………………………. 9. In ons restaurant kunt u onbeperkt eten en drinken tegen een v………………………… prijs.
38
10. De directeur heeft vandaag een afspraak met een van de grootste p………………………… van het bedrijf. 11. Aan het hoofd van onze f…………………………………. staat de heer Debruine. 12. Wie verzekerd is, krijgt het ticket t………………………………………… wanneer hij of zij het evenement niet kan bijwonen 13. Wij ondersteunen diverse toneelactiviteiten en o…………………………………… jaarlijks een theaterweekend voor jongeren. 14. D……………………………… zijn professionalisme en teamspirit belichaamt elke werknemer de succesvolle ontwikkeling van het bedrijf. 15. De bevestiging van de bestelling wordt naar uw m………………………………… gestuurd.
3.3. SPREEKOEFENINGEN Bekijk de Franstalige documenten hieronder. Selecteer de essentiële informatie en gebruik deze in de volgende gesprekken : 1. Binnenkort moet de verkoopdirecteur van uw onderneming op zakenreis naar Frankfurt. U hebt onlangs een publiciteit gelezen voor de ICE-treinen met bestemming Frankfurt. Leg de nadruk op de belangrijkste troeven van deze dienst. ICE (Intercity Express) Bruxelles-Francfort à grande vitesse, 4 fois par jour. Chaque jour, quatre trains ICE relient Bruxelles à Francfort. Grâce à la vitesse de 300 km par heure, vous êtes à Francfort en 3h05. A bord, tout est fait pour que votre voyage soit confortable et agréable. Chaque train ICE vous offre, en 1
ère
ème
et en 2
classe les équipements et services suivants :
espaces calmes où vous pourrez vous détendre et espaces business pour travailler ; radio qui vous propose de nombreux programmes ; prise de courant (stopcontact) 220V, idéal pour utiliser un ordinateur portable ; écrans TV pour voir les nouvelles et reportages.
Si vous avez envie d’une boisson ou d’un repas léger, la voiture Bistro est à votre disposition 24 heures sur 24. ère En 1 classe, le personnel de bord vous servira à votre place. Informations pratiques Vous pouvez réserver vos billets ICE en ligne, par téléphone ou en gare. Pour obtenir plus d’informations concernant les horaires et les prix, nous vous conseillons de consulter notre rubrique « Services ».
39
2. Als management assistent(e) raadt u uw directeur die op zakenreis naar het buitenland gaat één van de volgende treinen aan : Eurostar-Business/Corporate om op zakenreis naar Londen te gaan ; Thalys. Eurostar – Business / Corporate : Le meilleur moyen pour se rendre de Bruxelles à Londres. A la demande des entreprises, Eurostar a développé un Programme Corporate qui offre un certain nombre d’atouts particulièrement appréciés par les hommes d’affaires :
en moins de 2h, vous vous rendez de Bruxelles au centre de Londres sans stress ;
9 trains par jour en semaine ;
possibilité pour les hommes d’affaires de voyager et de travailler. Dorénavant, ils pourront utiliser leur ordinateur grâce aux prises électriques individuelles (stopcontact) ;
plus de 90 % de nos trains sont ponctuels grâce à la nouvelle ligne ;
check-in très rapide : si vous voyagez en Business First Class, vous effectuez votre check-in en 10 minutes et, si nécessaire, vous pouvez échanger (omruilen) votre billet très facilement ;
parking gratuit : les voyageurs Business First Class garent leur voiture gratuitement dans le Q-Parking à Bruxelles-Midi pendant 2 jours ;
des prix très intéressants : à partir de 300 euros pour un billet aller-retour en Business First Class ;
petit déjeuner ou savoureux menu 3 services en Business First Class ;
profitez des nombreux avantages de notre carte Eurostar Frequent Traveller.
Thalys : le train à grande vitesse qui relie la Belgique à la France, aux PaysBas et à l’Allemagne. Grâce à Thalys, vous pouvez voyager de Bruxelles à Paris jusqu’à 27 fois par jour et ceci en 1h 25 à peine ! En direction des Pays-Bas les Thalys circulent jusqu’à 8 fois par jour et jusqu’à 7 fois par jour en direction de l’Allemagne. Thalys est un moyen de transport international qui offre un service de qualité, des prix compétitifs et des liaisons régulières. En tant qu’homme d’affaires, vous serez étonné par le confort que vous offre ce train : vous voyagez à bord de voitures confortables, tandis que le personnel de bord est à votre disposition afin de satisfaire vos souhaits ; vous avez la possibilité de modifier facilement votre réservation par téléphone ; vous pouvez utiliser à tout moment votre ordinateur portable et votre GSM pendant le voyage ; une restauration est servie à bord de tous les trains : le petit déjeuner est servi de 6h à 9h et le souper de 18 à 21h ; réservation de taxi à bord : en semaine, vous avez la possibilité de réserver un taxi à l’arrivée à Bruxelles ou Paris auprès du personnel de bord ; vous bénéficiez aussi des avantages de la carte Cybelys. Si vous souhaitez plus de renseignements concernant l’achat des billets et nos services, nous vous conseillons de consulter notre rubrique « services ».
40
4. DE AUTO - MOBILITEIT 4.1. OPWARMING Welk probleem wordt er in de onderstaande foto geïllustreerd ? In welke stad zou dat kunnen zijn ?
4.2. LUISTEROEFENING2 Luister naar het fragment en beantwoord de vragen. 1. Welke steden staan er in de Europese top 3 wat betreft het fileprobleem ? Nummer 1 = …………………………………………………………………… Nummer 2 = …………………………………………………………………… Nummer 3 = …………………………………………………………………… 2. Hoeveel tijd verliezen automobilisten per jaar in de file ? in Brussel :
……………………………………………………………………
in heel België : …………………………………………………………………… 3. Wat is het gevolg van de economische crisis op het fileprobleem in België ?
4.3. SPREEKOEFENING Bespreek samen met uw buur mogelijke oplossingen voor het fileprobleem in Brussel. Doe minstens 4 concrete suggesties.
2
Brussel filehoofdstad, TV Brussel, 21/06/2012.
41
4.4. LUISTEROEFENING3 1. Vul de tabel in. Vera
Luk
Vic
woonplaats werkplaats vervoermiddel
2. Voor Vera is de auto het meest gepaste vervoermiddel. Waarom ?
3. Vul de tabel in. Luk
vroeger
nu
vervoermiddel duur van het traject voor- en/of nadelen?
4. Volgens Vic zijn werkgevers fietservriendelijker geworden. Leg uit.
5. Wat vindt Vera van het gedrag van voetgangers en fietsers in het stadsverkeer ?
6. Volgens Vic lopen motorfietsers dagelijks grote gevaren. a. Waarom ?
b. Gaat Vera met hem akkoord ?
3
naar: Bonnet, F. & M. Guilmin (2006), Op naar de top 2, Brussel: De Boeck, CD track 4.
42
4.5. SPREEKBEURT SITUATIE Uw baas wil zijn werknemers gevoelig maken voor het probleem van de mobiliteit in Brussel. Hij wil ze ertoe aanzetten de auto thuis te laten en anders naar het werk te komen. U moet hem door middel van een PowerPoint presentatie concrete voorstellen presenteren die hij dan aan de werknemers van het bedrijf zou kunnen voorleggen.
Vorm een groep van vier studenten.
Kies één mogelijke manier om de mobiliteit in Brussel te verbeteren. Zowel de groep als het onderwerp moeten door de docent goedgekeurd worden!
Zoek informatie op het internet op.
U beschikt over 15-20 minuten om je oplossing aan de klas voor te stellen. Gebruik PowerPoint en wees zo concreet mogelijk ! Wat precies ? Waarom is dat een goede oplossing ? Welk publiek ? Voor- en nadelen ? Doe concrete suggesties om je project bij Brusselse werknemers te promoten.
Tijdens de presentatie mag u alleen over een fiche met sleutelwoorden beschikken.
TAAK VOOR DE STUDENTEN DIE NIET PRESENTEREN Als management assistent(e) moet u een verslag maken van de verschillende presentaties. Luister goed naar de voorgestelde projecten en vul de tabel op het volgende blad met sleutelwoorden in. Na alle presentaties beslist u samen met uw buur welk voorstel het beste is. Geef minstens drie argumenten om uw standpunt te verdedigen.
43
Voordelen
Nadelen
Promotie van het project
Project 1 : ………………………….
Project 2 : ………………………….
Project 3 : ………………………….
Project 4 : ………………………….
Project 5 : ………………………….
Het beste project is volgens mij project …….......................................................…, omdat ... (1) (2) (3)
44
4.6. LUISTEROEFENING : LAAT JE AUTO IN DE GARAGE4 1. Vul in Bijna zeven op tien ………………………………….. rijden in hun ………………………………… met hun auto naar het werk. Dat is slecht voor het …………………………………. en dus probeert de Bond Beter Leefmilieu zoveel mogelijk mensen te …………………………………………… om op een andere manier te ………………………………………. tussen thuis en werk. Je kunt de trein nemen, of je kunt fietsen ……………………………………………………. Wij belden met Henry Coninckx en Anke Tilley, twee pendelaars die al ………………………………………… elke dag met de fiets naar het werk rijden. 2. Vul de tabel in
Henry
Anke
Beroep
Afstand huis - werkplaats
Duur van het traject
1ste bezigheid op kantoor
3. Juist of verkeerd ?
J/V
Leg uit.
a. Het werk van Henry heeft iets te maken met mobiliteit. b. De weg waarlangs Henry elke dag rijdt, is in slechte staat. c. Meestal heeft Anke voldoende tijd om zich te verfrissen voordat ze begint te werken. d. Anke is dit jaar verhuisd om dichter bij haar werkplaats te wonen. e. Anke fietst vooral om fit en slank te blijven.
4. Hoe laat vertrekt Anke van haar woonplaats en hoe laat bereikt ze haar werkplaats ?
4
Luisterfragment uit: Radio Taalblad, 30/04/2009.
45
5. HET OPENBAAR VERVOER 5.1. OPWARMING Kent u de werkwoorden hieronder ? Gebruik ze in een zin.
-
instappen / opstappen
-
uitstappen / afstappen
-
overstappen
5.2. ROLLENSPEL (Voor deze oefening hebt u het netplan van de MIVB nodig, cf. op het volgende blad.) Student A : U staat op de metro te wachten en wordt aangesproken door een andere reiziger die niet weet welke metro hij moet nemen om zijn bestemming te bereiken. Bekijk het netplan van de MIVB en geef hem/haar instructies. Gebruik de bovenstaande werkwoorden gepast. Student B : U neemt voor de eerste keer de metro en zit een beetje in de war. U weet niet welke metro u moet nemen om uw bestemming te bereiken. U vraagt een andere reiziger om informatie. Situatie 1 : U gaat op bezoek bij een vriend die niet ver van metrostation Tomberg woont. U vertrekt vanuit het Noordstation. Situatie 2 : U hebt vandaag geen les meer en hebt een afspraak met de directeur van het bedrijf waar u stage loopt. Het bedrijf bevindt zich in de omgeving van de Naamsepoort. (Nu worden de rollen gewisseld) Situatie 3 : Na de les Nederlands moet u naar het UMC St-Pieter (Hallepoort) omdat u daar een medische afspraak hebt. Situatie 4 : U bezoekt vandaag met een groep vrienden een tentoonstelling in Tour & Taxis. Uw vrienden wachten op u bij de uitgang van metrostation Ribaucourt om samen naar Tour & Taxis te lopen. U vertrekt vanuit het Zuidstation.
5.3. WOORDENSCHAT : VUL EEN PREPOSITIE IN. 1. Er zijn steeds meer ongevallen ………………. de Belgische wegen. 2. ……….. een onderzoek is gebleken dat je stress kunt bestrijden door ………….. het werk te fietsen. 3. Meestal kom ik ………….. het werk rond 8u aan. 4. Wetenschappers zoeken ………………… oplossingen ………………. milieuproblemen. 5. Nog een beetje moed: de examenperiode is bijna ……………….. de rug. 6. Die muziek werkt echt ………………. mijn zenuwen. 7. Het voordeel ……………. carpooling is dat het aantal wagens ………….. het verkeer wordt beperkt. 8. De enquête toont aan dat 6 …………… 10 studenten niet klaar zijn …………………… de arbeidsmarkt. 9. Er worden maatregelen genomen om de wegen ………………. goede staat te brengen. 10. Onze klas heeft deelgenomen ………………. een wedstrijd om een digitaal schoolbord te winnen. 46
47
6. HET VLIEGTUIG 6.1. VERTAAL DE ZINNEN A. Lees het stripverhaal op het volgende blad en vertaal de volgende zinnen. 1. Dernier appel pour les passagers du vol BA 678 à destination de Madrid.
2. Les passagers du vol BA 526 pour Rome sont priés de se diriger vers la porte 3.
3. Le vol SN 152 à destination de Dakar partira avec 1h30 de retard.
4. Le commandant et son équipage vous souhaitent la bienvenue à bord de ce Boeing 747.
5. Nous allons décoller dans un instant et atteindrons notre destination après un vol de 2 heures.
6. Il est interdit de fumer à bord.
7. Mesdames et messieurs, nous allons bientôt atterrir. Veuillez attacher vos ceintures.
48
© Natasja (Walthéry, uitgeverij Marsu Productions)
49
6.2. LEES- EN SPREEKOEFENING Situatie : Uw baas gaat volgende week per vliegtuig op zakenreis naar Barcelona. Lees de teksten op de volgende bladen en maak voor hem een samenvatting van de belangrijkste richtlijnen die hij op de luchthaven moet volgen.
Gewone bagage
Handbagage
Inchecken
Instappen
Parkeermogelijkheden
50
De vertrekhal, het inchecken en de bagage Je bent nog niet in het bezit van je vliegticket? Dan kan je dit afhalen aan de balies van de touroperators of van de luchtvaartmaatschappijen. Soms dien je ook nog informatie of cadeautjes af te halen bij de touroperator. Dan kijk je op je ticket welk vluchtnummer je hebt, bestemming en vertrekuur. A.h.v. deze gegevens zoek je je vlucht op het grote zwarte bord en zie je in welke Row (rij) je moet inchecken. Je moet minstens anderhalf uur voor vertrek inchecken, wil je dat ook je bagage meereist. Met je bagage, je vliegticket en je paspoort of identiteitskaart begeef je zich naar de geschikte Row en balie (zie televisieschermen). Je geeft je bagage af en deze wordt gewogen. Hoeveel bagage je mee mag hebben, hangt af van de luchtvaartmaatschappij, de soort vlucht, de klasse in welke je vliegt, enz. Overschrijding van het toegestane gewicht is te betalen. Ben je met een aantal personen samen dan kan je ook je bagage 'en bloc' inchecken, dan wordt het totale gewicht gedeeld door het aantal personen. Kostbare bagage gaat in de speciale bakken. Bepaalde producten zijn verboden in de bagage: gevaarlijke producten zijn niet toegelaten (ontvlambare stoffen, gassen onder druk, bijtende stoffen, enz…). Voor dieren is er toelating vereist van de piloot en van het land van bestemming. Iedere koffer krijgt een label en de passagier krijgt een bewijs van aflevering. De barcode op het label wordt beneden door een lasersysteem afgelezen. Dit laat de computer toe de bagage te sorteren. Het sorteren gebeurt volledig automatisch, en daarmee is Brussel een van de modernste luchthavens ter wereld. Eénmaal je bagage afgegeven krijg je een instapkaart of boarding-pass, al dan niet met gereserveerde zitplaats. Hiermee kan je nu in combinatie met je paspoort of identiteitskaart voorbij de politiecontrole. De douane passeer je pas later: deze is te herkennen aan de detectoren waar je moet doorstappen. Ook je handbagage wordt gescreend. Daarna kom je in de Airside, waar alleen vliegtuigpassagiers mogen komen en eventueel personeel. Op je boarding-pass staat de 'gate' of poort waar je zich naartoe moet begeven. Je dient minstens 20 minuten voor het opstijgen daar aanwezig te zijn. [bron: http://www.euroreizen.be/infopagina/zaventem.htm, laatst geraadpleegd op 04/11/2011]
Aan de luchthaven parkeren Kort parkeren om passagiers op te halen doe je best op de Express Parking (max. 4 uur). Lang parkeren kan in meerdere parkeergebouwen: Interparking aan de luchthaven zelf bied je verschillende (dure) mogelijkheden. Let goed op de prijzen en volg daarna de juiste pijlen opdat je in het juiste deel zou parkeren: www.interparking.com. Quick Parking Zaventem ligt slechts op 6 minuten rijden van de luchthaven. Je krijgt er een gratis shuttle die je naar de ingang van de luchthaven brengt en die shuttle rijdt voor je alleen. Dus geen wachttijden tot het shuttlebusje vol zit. De prijzen zijn ook veel lager dan parkeren op Brussels Airport zelf. Lang Parkeren - Holiday Inn Brussels Airport - €15,00 per dag. Er rijdt een gratis Shuttle Service van en naar het vliegveld op vaste tijden, een ritje van circa 10 minuten. Info: +32 (0)2 720 58 65 of via de hotelwebsite. [bron: http://www.euroreizen.be/infopagina/zaventem.htm, laatst geraadpleegd op 04/11/2011]
51
Regels voor de handbagage Sinds 6 november 2006 gelden er specifieke regels voor alle vliegtuigpassagiers die binnen de EU vliegen. Het maakt niet uit met welke maatschappij. Dagelijks worden er nog een massa goederen en dranken in beslag genomen. Een goede kennis van de regels is dus uiterst belangrijk. Wat met de gewone bagage? Die nieuwe regels hebben geen enkele invloed op de koffers die in het vrachtruim meevliegen. Je kan er dus alles in stoppen wat in de handbagage niet mag. Wat met de aankopen in de tax-free? Die aankopen kunnen nog steeds mee als handbagage, MAAR: vloeistoffen, spuitbussen en gels worden in een aparte tas verpakt en verzegeld. Dit zegel mag niet verbroken worden tot je eindbestemming (dus ook niet bij een tussenstop openmaken). Op welke producten zijn de nieuwe regels van toepassing? De nieuwe regels gelden voor vloeistoffen zoals water en andere drankjes voor consumptie. Ook geldt het voor gels, pasta’s, lotions en de inhoud van spuitbussen. Ook toiletartikelen zoals tandpasta, scheerschuim, haargel, lipgloss en crèmes vallen hieronder. Wat verandert er voor deze producten? Deze regels hebben alleen betrekking op vloeistoffen, spuitbussen en gels. 1. max. 100 ml. per vloeistof 2. verpakt in een doorzichtige en hersluitbare plastic zak 3. afmeting plasticzak: 20 x 15 cm of max. 1 liter 4. max. 1 plastic zak per persoon Uitzondering hierop zijn babyvoeding en medicijnen die je nodig hebt tijdens de vlucht. Alleen strengere regels voor vloeistoffen? Neen, het tijdperk dat alle tassen en koffers mee konden als handbagage is definitief voorbij. De maximum afmetingen zijn 56Bx45Hx25D. Laptops, mp3-spelers en gsm's mogen nog mee maar dienen apart aangeboden te worden bij de bagagecontrole. Is dat voor elke maatschappij zo? Elke maatschappij past deze strenge regels toe voor de vloeistoffen, maar sommigen hanteren nog kleinere afmetingen voor handbagage (55Bx40Hx20D) en beperken ook strikt het maximum gewicht (6 kg). [bron: http://www.euroreizen.be/vliegtuigtickets/handbagage.htm, laatst geraadpleegd op 04/11/2011]
52
WOORDENSCHAT SUBSTANTIEVEN aankomstuur (het) ↔ het vertrekuur
l’heure d’arrivée ↔ l’heure de départ
aankondiging (de)
l’annonce
afmetingen (de)
les dimensions
babyvoeding (de)
la nourriture pour bébé
bagage (de) (!!! altijd enkelvoud)
les bagages
bagageband (de)
le tapis à bagages
bagageruim, vrachtruim (het), bagageruimte (de)
la soute à bagages
bagagewagentje (het)
le chariot à bagages
balie (de) > de incheckbalie
le comptoir > le comptoir d’enregistrement
bestemming (de)
la destination
bewijs (het) van aflevering
l’attestation, la preuve de livraison
dienstregeling (de)
l’horaire (pour les transports)
gate (de) = poort (de)
la porte d’embarquement
gewicht (het)
le poids
goederen (de)
les marchandises
ingang (de) ↔ uitgang (de)
l’entrée ↔ la sortie
instapkaart (de) = inschepingskaart (de)
la carte d’embarquement
koffer (de)
la valise
kostbare bagage
bagages précieux, de valeur
label (het/de)
le label, l’étiquette
luchthaven (de)
l’aéroport
luchtvaartmaatschappij (de)
la compagnie aérienne
medicijn (de) = medicament (het)
le médicament
op vaste tijden
à heures fixes
oproep (de)
l’appel
overschrijding (de) van het toegestane gewicht
le dépassement du poids autorisé
passagier (de)
le passager
reis (de)
le voyage
reiziger (de)
le voyageur
roker ↔ niet-roker
fumeur ↔ non-fumeur
roltrap (de)
l’escalator
scherm (het)
l’écran
toelating (de) ↔ verbod (het)
l’autorisation ↔ l’interdiction
toeslag (de) = supplement (het)
le supplément
touroperator (de)
le tour-opérateur
53
vertraging (de)
le retard
vliegticket (het)
le billet d’avion
vliegveld (het)
le terrain d’atterrissage et de décollage
vloeistof (de)
la substance liquide
vlucht (de)
le vol
wachttijd (de)
le temps d’attente
zegel (het)
le sceau
zitplaats (de)
la place assise
WERKWOORDEN EN WERKWOORDELIJKE UITDRUKKINGEN aan boord zijn
être à bord
aan/komen ↔ vertrekken
arriver ↔ partir
beperken
limiter
gelden = van toepassing zijn
être en vigueur, d’application
> Er gelden nieuwe regels.
> De nouvelles règles sont en vigueur.
> Dat geldt voor alle passagiers.
> Cela vaut pour tous les passagers.
iemand op/halen
aller chercher qun
iets in beslag nemen
saisir, confisquer qch
in/checken
(se) faire enregistrer
in/stappen, in/schepen
embarquer
invloed hebben op = beïnvloeden
avoir une influence sur
zijn bagage af/geven
remettre ses bagages
op/stijgen ↔ landen
décoller ↔ atterrir
(de douane) passeren = voorbij/gaan
passer (la douane)
sorteren
trier
toe/laten = toe/staan ↔ verbieden
autoriser ↔ interdire
uit/maken
faire (être important)
> Het maakt niet uit met wie je komt.
> Peu importe avec qui tu viens
uit/stappen
débarquer
verpakken
emballer
verzegelen
sceller, cacheter
voorbij zijn = achter de rug zijn
être révolu, être terminé
wegen (woog, gewogen)
peser
zich begeven (naar)
se rendre à
54
6.3. SPREEKOEFENING : AAN DE INFOBALIE OP DE LUCHTHAVEN Groep 1 : U werkt als management assistent(e) in een KMO. Gewoonlijk neemt uw baas de trein voor zijn zakenreizen. Maar deze keer heeft hij beslist het vliegtuig te nemen. Aangezien u naar de luchthaven moet gaan om een belangrijke klant te verwelkomen, heeft hij u gevraagd inlichtingen over één en ander in te winnen aan de infobalie.
1.
Possibilité d’emporter autant de bagages qu’on le souhaite ? Peut-on garder des bagages à main dans l’avion ou doivent-ils aussi aller dans la soute ? Où doit-on mettre les objets précieux ?
2.
Possibilité de louer des chariots à bagages ? Où ?
3.
Service de porteurs à l’aéroport ? Tarifs ?
4.
Que faire en cas d’objets perdus dans l’avion ? Même procédure pour les objets perdus à l’aéroport ?
5.
Vous êtes diabétique. Est-il possible de recevoir des repas spéciaux pendant le vol ?
6.
Où se trouvent les comptoirs d’enregistrement ? Possibilité de prendre n’importe lequel ?
7.
Comment retrouver ses bagages à l’arrivée ? Est-on informé des délais pour l’arrivée de ceux-ci ?
8.
Est-il possible de réserver une chambre d’hôtel à proximité de l’aéroport ? Ces hôtels sont-ils facilement accessibles avec les transports en commun ?
55
Groep 2 : U werkt als receptionist(e) op de luchthaven van Zaventem. Gebruik de informatie hieronder om de vragen van een bezoeker te antwoorden. 1.
La compagnie aérienne limite la quantité de bagages (nombre de valises, poids et dimensions). Si limites dépassées, supplément à payer. Possibilité d’emporter un seul bagage à main dans l’avion. Plus prudent de mettre les objets précieux dans le sac à main.
2.
Chariots gratuits disponibles dans le terminal. Après utilisation, ceux-ci doivent être ramenés à l’endroit indiqué.
3.
Les porteurs prennent en charge les bagages de la voiture à l’enregistrement et de la zone bagages à la voiture. Tarifs : € 2,50 par bagage par passager.
4.
Pour les objets perdus dans l’avion, prendre contact avec la compagnie de handling de votre compagnie aérienne. Pour les objets perdus à l’aéroport, prendre contact avec le service « des objets trouvés » dans le hall des arrivées au 2ème étage.
5.
Possibilité d’obtenir des repas spéciaux pendant le vol. Mais il faut le mentionner dès la réservation du ticket d’avion.
6.
Les comptoirs d’enregistrement se trouvent dans le hall des départs. Sur le ticket se trouvent le numéro de vol, l’heure de départ et la destination. Les grands panneaux noirs dans le hall des départs indiquent le numéro du comptoir d’enregistrement pour chaque vol.
7.
Les bagages de tous les vols sont dirigés vers la zone d’enlèvement. Là, des écrans d’information indiquent le carrousel à bagages correct pour chaque vol rentré. Les écrans de télévision situés au-dessus de ces carrousels vous informent des délais pour l’arrivée de vos bagages.
8.
Il y a 17 hôtels à et autour de l’aéroport facilement accessibles avec les transports en commun. L’hôtel le plus proche est le Sheraton juste en face du terminal de l’aéroport.
56
6.4. WOORDENSCHATOEFENING Vul de woorden in waar ze horen. [1] bagagewagentjes - overgewicht - economy - inschepingsbiljet - handbagage - bagageband incheckbalies [2] veiligheidscontrole - taksvrije - immigratieofficier - vertrekhal [3] inschepen - aankondiging - luchthavensteward - vertrekborden - stewardess - gate [4] groene zone - immigratiecontrole - invoertaksen - bagageband - roltrappen - douane Welkom op Mackensie Luchthaven voor uw eerste vlucht ! 1 Welkom op Mackensie Luchthaven die ervoor zorgt dat uw reis een succes wordt. Of u nu in eerste klas, business of ………………………………… vliegt, wij bieden u efficiëntie en comfort. Naast de ingang vindt u heel wat …………………………............ voor uw koffers. Eens in de ruime vertrekhal zijn er meer dan vijftig …………………………….. waar uw ticket gecontroleerd wordt en waar u een ………………………………………..ontvangt. Uw bagage wordt gewogen, vervolgens op een …………………………………… gelegd en zo naar het vliegtuig gebracht.. Hou er rekening mee dat er een maximaal gewicht is en dat u voor al het ………………………………………… betaalt. U kunt een kleine tas meenemen in het vliegtuig als ……………………………………. 2 U stapt vervolgens door de immigratiecontrole waar een ………………………………. uw pas controleert en een ……………………………………….uitvoert om te checken dat u geen gevaarlijke of illegale voorwerpen mee heeft. Nu bevindt u zich in onze gezellige en air-conditioned ………………………………………………. Terwijl u wacht tot uw vlucht aangekondigd wordt, kunt u wat goedkope, ………………………. artikelen kopen als alcoholische dranken, sigaretten, parfum of souvenirs. 3 Heel vlug zult u een ………………………………horen of op de ……………………………...zien dat u op uw vlucht kan ………..……………………………………… Er wordt ook vermeld naar welke ……………………………………. u zich moet begeven. Hier wordt u geholpen door een ………………………………………………… en in het vliegtuig toont de ……………………………… waar u moet gaan zitten. Goede reis! 4 Bij de terugkeer proberen we dezelfde doeltreffende service te bieden. Nadat u door de ……………………………………… bent, wacht uw bagage u op de ……………………………….. op. U loopt door de …………………………………… waar u de ……………………………………….. neemt indien u niets aan te geven hebt en de rode indien u ……………………………………………. moet betalen. Eens in de aankomsthal brengen liften en ……………………………………. u naar de belangrijkste vervoerdiensten. Namens iedereen die op deze luchthaven werkt, wens ik u een aangename reis.
57
6.5. SCHRIJFOEFENING Situatie : Uw baas vertrekt volgende week naar New York. Maak voor hem een memo met een aantal praktische tips zodat zijn vliegreis zo goed mogelijk gebeurt. Gebruik daarbij de informatie hieronder.
Soyez à temps Prévoyez suffisamment de temps pour l'accomplissement des procédures d'embarquement. L'heure indiquée sur votre billet est l'heure de décollage et non l'heure à laquelle vous vous enregistrez. Le délai minimum pour l'enregistrement est précisé lors de la réservation du billet d’avion. Il peut varier en fonction des compagnies et des destinations. Nous vous recommandons d’arriver bien à temps à l'aéroport, car un enregistrement tardif peut vous faire rater l'avion.
Règles bagages à main Les nouvelles règles sont d'application depuis le 6 novembre 2006, dans tous les aéroports de l'UE, ainsi qu'en Norvège, en Islande et en Suisse, et ce jusqu'à nouvel ordre. Tous les produits hors taxe vendus à Brussels Airport peuvent être pris à bord de tous les vols. Ceci inclut les boissons, parfums, cosmétiques et autres gels et liquides.
Nouvelles règles de sûreté UE Afin de vous protéger contre les menaces liées aux explosifs liquides, l'Union européenne (UE) a adopté de nouvelles règles de sûreté limitant la quantité de liquides que vous êtes autorisé à emporter au-delà des postes de contrôle. Ces règles sont d’application dans tous les aéroports européens, quelle que soit la destination. Il n’y a cependant pas de limite concernant les liquides achetés dans la zone hors taxe de l’aéroport.
58
WOORDENSCHAT SUBSTANTIEVEN aankomst (de) >< vertrek (het)
l’arrivée >< le départ
aankomststation (het) >< vertrekstation (het)
la gare de destination >< la gare de départ
aankondiging (de)
l’annonce
aansluiting (de)
la correspondance
afhaalzone (de)
la zone de récupération des bagages
afhandelingsbedrijf (het)
la firme de handling
afmeting (de)
la dimension
airconditioning (de)
l’air conditionné
bagage (de) (altijd enkelvoud)
les bagages
-
de handbagage
-
le bagage à main
bagageband (de)
le tapis roulant à bagages
bagagecarrousel (de)
le carrousel à bagages
bagageruimte (de)
la soute à bagages
bagagewagentje/karretje (het)
le chariot à bagages
balie (de)
le comptoir, le guichet
-
de incheckbalie
-
le comptoir d’enregistrement
bemanning (de)
l’équipage
bestemming (de)
la destination
buffet (het)
le buffet
centrale hal (de)
la salle des pas perdus
compartiment (het)
le compartiment
dienstregeling (de)
l’horaire (pour les transports)
gang (de)
le corridor
hoofdingang (de)
l’entrée principale
HST (de)
le TGV
= hogesnelheidstrein infoscherm (het)
l’écran d’information
inscheping (de) >< ontscheping (de)
l’embarquement >< le débarquement
inschepingsbiljet (het)
la carte d’embarquement
klas (de) - reis in eerste klas, tweede klas...
Voyage en 1ère, 2ème classe
kruier (de)
le porteur
loket (het)
le guichet
luchthaven (de)
l’aéroport
luchtvaartmaatschappij (de)
la compagnie aérienne
net (het)
le réseau
- het NMBS-net
- le réseau SNCB 59
onthaalsalon (het) = onthaalruimte (de)
la salle d’accueil
oproep (de)
l’appel
passagier (de)
le passager
perron (het) (voor de trein)
le quai
piekdagen (de)
les jours de pointe
piekuren (de)
les heures de pointe
rechtstreekse verbinding (de)
la liaison directe
reis (de)
le voyage
-
enkele reis
-
le voyage simple
-
heenreis
-
le voyage à l’aller
-
retour (de) = de heen- en terugreis
-
l’aller-retour
reiziger (de) -
reiziger met beperkte mobiliteit
le voyageur -
le voyageur à mobilité réduite
restaurant (het)
le restaurant
rijtuig (het)
wagon/voiture (d'un train)
- restaurantrijtuig (het)
- le wagon restaurant
- slaaprijtuig (het)
- le wagon-lit
rit (de)
le voyage
roker (de) >< niet-roker (de)
le fumeur >< non-fumeur
roltrap (de)
l’escalator
-
de trap
-
l’escalier
schip (het) (mv. de schepen)
le bateau
shuttle (de)
le shuttle
spoor (het)
le rail / voie
spoorwegen (de)
les chemins de fer
station (het)
la gare
- station Brussel-Zuid/Centraal/Noord
- la gare du Midi/Centrale/du Nord
- het aankomststation
- gare d'arrivée
- het vertrekstation
- gare de départ
taksvrije winkels (de)
les magasins hors taxe
terminal (de)
le terminal
ticket (het) = biljet (het)
le ticket/billet
- treinticket (het)
- billet de train
- vliegticket (het)
- billet d'avion
- busticket (het)
- ticket de bus
toestel (het)
l’appareil
traject (het)
le trajet
treinticket (het)/ biljet (het)/ kaart (de)
le billet, ticket de train
uitgang (de)
la sortie
verbinding (de)
la correspondance
- metroverbinding (de)
la correspondance métro 60
- busverbinding (de)
la correspondance bus
verloren voorwerpen (de)
les objets trouvés
vertraging (de)
le retard
vertrekbord (het)
le tableau des départs
vertrekhal (de)
le hall des départs
vertrekpier (de) = gate (de)
la porte de départ
vervoer (het) = transport (het)
le transport
- vervoerbewijs (het)
- le titre de transport
voorwaarde (de)
la condition
- onder bepaalde voorwaarden
- sous certaines conditions
vlucht (de)
le vol
waardevolle voorwerpen (de)
les objets précieux
wachtzaal (de)
la salle d’attente
wagon (de) (mv. wagons)
le wagon(-s)
weekdag (de)
le jour de semaine
>< zon- en feestdagen (de) zitplaats (de)
>< dimanches et jours fériés la place assise
WERKWOORDEN aan boord zijn (hoeveel reizigers waren aan boord van de Eurostar ?)
être à bord
aan/kondigen (het vertrek van uw trein wordt aangekondigd)
annoncer
af/halen (u kan uw biljet afhalen in een Belgisch station)
aller chercher
Beperken limiter (luchtvaartmaatschappijen beperken de hoeveelheid bagage per passagier) binnen/rijden (de trein aangekondigd op spoor 4 rijdt het station binnen)
entrer en gare
in/checken (bij het inchecken krijgt u een inschepingskaart)
enregistrer
in/stappen = op/stappen (reizigers naar Aken stappen op in de 3 eerste rijtuigen/wagons)
monter (dans le train, le bus, l’avion)
landen (het vliegtuig uit Parijs is pas geland)
atterrir
op/stijgen (vlucht BA 678 zal met vertraging opstijgen)
décoller
61
over/stappen prendre une correspondance (om vanuit Halle naar Oostende te reizen, moet u overstappen in Brussel-Zuid) overschrijden (overschreed – overschreden) dépasser (une limite) (er worden toeslagen gevraagd indien de beperkingen overschreden worden) rijden (deze trein rijdt niet op zaterdag)
rouler
sporen voyager en train (met de TGV spoort u dagelijks vanuit Brussel naar 30 Franse steden) uit/stappen = af/stappen (in het volgende station moeten we afstappen)
descendre du train
vast/maken (gelieve uw gordels vast te maken)
attacher
verbinden (de HST verbindt Brussel en Rijsel)
relier
verzoeken (de passagiers worden verzocht niet meer te roken)
prier
wegen (woog- gewogen) (bij het inchecken wordt de bagage gewogen)
peser
zich begeven se diriger, se rendre (de passagiers van vlucht BA 678 worden gevraagd zich naar gate 2 te begeven)
62
HOOFDSTUK 3 - BANKEN EN GELDZAKEN 1. PLASTIC BETAALMIDDELEN 1.1. OPWARMING
Welke betaalmiddelen herkent u hieronder ?
In welke situaties worden die meestal gebruikt (door particulieren en door bedrijven)?
Kent u nog andere betaalmiddelen ?
Welke betaalmiddelen gebruikt u het vaakst? En welke gebruikt u dan nooit ?
1.2. LEESOEFENING Lees de tekst op het volgende blad en beantwoord de vragen. A. Er bestaan twee belangrijke soorten kaarten : de debetkaart en de kredietkaart. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen beide ? Vul de tabel met sleutelwoorden aan. Debetkaart en kredietkaart : Verschillen en overeenkomsten ≠
//
63
B. Woordenschat: Vul in met een gepast woord uit de tekst. 1.
direct, onmiddellijk
= ……………………………….……...
2.
tot later verschuiven
= ……….…………………….………..
3.
behalve
= ………………………………………
4.
geld afhalen aan de automaat
= ……………………………..………..
5.
de dag waarop de kaart niet meer geldig is
= ……………………………..………..
De debetkaart (Bancontact/Mister Cash)5 Met een debetkaart of Bancontact/MisterCash doe je verrichtingen die rechtstreeks van je zichtrekening gedebiteerd worden, zoals : betaling bij handelaars die over een geschikt toestel beschikken ; opvraging van geld aan bankautomaten. Die verrichtingen zijn mogelijk daar waar u het Bancontact/Mister Cash-logo ziet. De operaties zijn beveiligd via een pincode (persoonlijk identificatienummer). Deze code van vier cijfers is persoonlijk en geheim. Dit systeem is vervangen door de Maestro-functie van MasterCard en V-Pay van Visa. Het voordeel van deze 2 nieuwe functies is dat ze overal in Europa worden gebruikt.
De kredietkaart Een kredietkaart is eveneens een betaalkaart, maar in dit geval wordt de betaling uitgesteld. Die kaarten worden uitgegeven door grote bedrijven, zoals Visa, MasterCard, American Express, Diners Club enz. Verrichtingen met een kredietkaart worden pas van de zichtrekening gedebiteerd op het einde van de maand of aan het begin van de volgende maand, met uitzondering van opvragingen aan automatische loketten die snel van de rekening worden gedebiteerd. De creditcard is een ruim verspreid en vlot aanvaard betaalmiddel op alle toeristische plaatsen. Ziet u het logo van uw kaart (Visa, Master Card enz.) bij een handelaar, dan kunt u daar met die kaart betalen. Soms kunt u ook uw debetkaart in het buitenland gebruiken dankzij de Maestrofunctie. Ziet u dat logo staan, dan kunt u dankzij die functie geld opvragen aan bankautomaten of betalen bij handelaars. Controleer of uw kaart over die functie beschikt. Vóór u vertrekt, controleert u de vervaldatum van uw kaart, net als het toegestane plafondbedrag voor uw uitgaven. Vergeet ook niet om het telefoonnummer mee te nemen dat u kunt bellen om uw kaart te blokkeren bij verlies of diefstal. Ter plaatse controleert u de sommen op het ticket dat de handelaar u geeft bij de betaling. 5
tekst uit: http://dolceta.eu/belgie/Mod2/-Welke-kaarten-bestaan-er-Waarvoor-.html, laatst geraadpleegd op 02/10/2011.
64
1.3. SCHRIJFOEFENING SITUATIE Als management assistent(e) bij BNP Paribas Fortis moet u voor de website van de onderneming een tekst opstellen over de stopzetting van Proton. Baseer u daarvoor op de volgende tekst, maar maak er geen letterlijke vertaling van.
Utilisiez-vous encore souvent votre carte Proton ? Son objectif était de rendre les petits achats plus simples et rapides. Mais comme de moins en moins de consommateurs y recouraient, Bancontact/Mister Cash a décidé d'arrêter ce système de paiement en 2015. Heureusement, il existe de nombreuses solutions alternatives. Quelles sont les alternatives pour effectuer de petits paiements ?
Aujourd'hui, vous pouvez facilement régler vos petits achats chez de nombreux commerçants avec votre code PIN.
Désormais, vous pouvez payer avec votre carte de banque actuelle aux terminaux de paiement sans clavier numérique (= numeriek klavier) (distributeurs de boissons, de friandises ou horodateurs) sans introduire votre code PIN, et ce pour des montants inférieurs à 25 euros.
Les nouvelles alternatives sont-elles sûres ? Que faut-il faire en cas de perte de sa carte ?
Vous appelez Card Stop au 070/344 344. Votre carte est alors immédiatement bloquée. Vous ne courez donc aucun risque.
En outre, les paiements sans code PIN sont limités. Vous pouvez payer maximum 25 euros par paiement sans code PIN. Si vos différentes transactions sans code PIN atteignent un montant de 50 euros, vous devrez d'abord effectuer un paiement avec code PIN.
Plus d'informations ? Vous souhaitez plus d'informations ? Ou vous avez des questions concernant ce service ?
Appelez-nous au 02/762 20 00 ; Passez dans l'agence BNP Paribas Fortis la plus proche.
65
1.4. SPREEKOEFENING : DE MULTIFUNCTIONELE KAART Uw baas heeft u gevraagd nieuwe stagiairs uit het technisch onderwijs secretariaat te informeren over het nut en de voordelen van de multifunctionele kaart. Maak daarvoor gebruik van de volgende gegevens. Cette carte multifonctionnelle permet de:
consulter le solde de votre compte
imprimer vos extraits
exécuter un virement
retirer de l’argent aux automates
payer vos achats en toute sécurité en Belgique, à l'étranger et sur internet.
Nouveauté Payer le parking ou une boisson au distributeur automatique ? Toutes ces petites dépenses inférieures à 25 euros peuvent désormais être réglées par carte sans introduire votre code secret via un automate sans clavier. UTILISEZ UNE CARTE BANCAIRE SI ...
vous souhaitez gérer votre compte au moment qui vous convient le mieux : en ligne ou en agence vous souhaitez retirer de l’argent à un appareil automatique (24h sur 24 et 365 jours sur 365) vous souhaitez payer en toute sécurité en Belgique, à l’étranger et sur internet
OPTEZ AUSSI POUR UNE MASTERCARD SI ...
vous souhaitez pouvoir payer sur internet et chez plus de 33 millions de commerçants vous souhaitez entrer en considération pour des assurances et des avantages exclusifs
Vous avez le choix entre :
une carte de crédit : o si vous souhaitez pouvoir bénéficier d’une réserve financière une carte prépayée (= prepaidkaart) : o si vous souhaitez pouvoir déterminer vous-même votre budget et avoir la possibilité de gérer vos dépenses à tout moment
66
1.5. LEESOEFENING : BANCONTACTKAART BUITEN EUROPA? Lees de tekst en vul de tabel aan. Opgelet ! Herfomuleer de ideeën in uw eigen woorden ! Bancontactkaart buiten Europa, niet meer zo eenvoudig !6 Wie vroeger onbezorgd geld ging afhalen in het buitenland met zijn Bancontactkaart moet nu toch even opletten. Sinds 15 januari 2011 is er wel het één en ander veranderd en kan men niet meer overal in de wereld terecht met de Bancontactkaart. Bankkaart versus kredietkaart De Bancontactkaart is een bankkaart, dit in tegenstelling tot Visa of MasterCard, wat kredietkaarten zijn. Voor Visa en MasterCard verandert er niets, daar kan u nog overal in de wereld mee terecht, net als vroeger. Maar omdat geld afhalen met een kredietkaart vaak duurder is dan geld afhalen met een bankkaart, verkiezen vele mensen hun Bancontactkaart om in het buitenland verrichtingen mee te doen. Nu is het dus even oppassen wanneer men buiten Europa gaat. De Bancontactkaart wordt sinds 15 januari 2011 in tal van landen niet meer aanvaard ! Bancontact in Europa Binnen Europa verandert er niets, daar kan men nog rustig pinnen met de Bancontactkaart, net als vroeger. Bancontact buiten Europa Eens buiten Europa moet men opletten ! Vele landen aanvaarden de Bancontactkaart niet meer. Dit om het plegen van fraude beter te kunnen bestrijden. In vele landen buiten Europa werden de bankkaarten gewoon gekopieerd, omdat ze buiten Europa vaak de magneetstrip aflezen en niet de computerchip. De computerchip kan niet worden gekopieerd, de magneetstrip wel. Daarna is het een koud kunstje om rustig de bankrekening van de eigenaar van de bankkaart leeg te plunderen. Wil je toch per se je bankkaart buiten Europa gebruiken, dan moet je eerst toestemming vragen aan je bank, die je kaart dan even activeert, enkel voor die bepaalde reisperiode. Zo kan je dan terug betalingen doen of geld gaan afhalen. Veranderingen ?
Bankkaarten (Bancontact)
Kredietkaarten
6
http://financieel.infonu.nl/geld/66775-bancontactkaart-buiten-europa-niet-meer-zo-eenvoudig.html, geraadpleegd op 29/11/2011.
67
2. DE BANKVERRICHTINGEN 2.1. LEESOEFENING : DE ZICHTREKENING Beantwoord de vragen in het Nederlands. 1.
Vul de volgende tabel in. De zichtrekening
is veilig
Kenmerken :
is rendabel
Kenmerken :
is gemakkelijk
Kenmerken :
2.
Wat is het verschil tussen een storting en een overschrijving ? De storting
De overschrijving
3.
Hoe kunt u thuis uw bankzaken regelen ?
4.
Wat is het verschil tussen de domiciliëringsopdracht en de periodieke opdracht ? De domiciliëring
De periodieke opdracht
68
De zichtrekening7 Je geld beheren via een zichtrekening doe je vooral om drie redenen : het is veilig, het brengt op en het is gemakkelijk. Veiligheid is misschien de meest voor de hand liggende reden. Geld dat op je zichtrekening staat, kan nu eenmaal niet gestolen worden. Rendabel is een zichtrekening ook. In tegenstelling tot geld dat bewaard wordt in een kous of onder een matras, brengt geld op een zichtrekening op. Comfort is zonder meer de interessantste kant van een zichtrekening. Je kan er al je inkomsten (loon, zakgeld, enz.) op laten overschrijven, je kan ermee betalen via bankkaarten, overschrijvingen en dankzij de rekeningafschriften wordt je persoonlijke boekhouding een fluitje van een cent. Het rekeningafschrift geeft je een compleet overzicht van alle verrichtingen die via je zichtrekening zijn gebeurd. Daarop zie je ook hoeveel er nog op de zichtrekening staat, het saldo. Je rekeningafschriften kan je altijd en helemaal gratis laten afdrukken door automaten. Je kan ze ook thuis laten bezorgen. Dat kan dagelijks, wekelijks, veertiendaags of maandelijks. Met je telefoon of je pc kan je trouwens ook de stand van je rekening nakijken. Je kan op verschillende manieren geld op je zichtrekening krijgen. Cash geld kan je gewoon aan het loket van een bankkantoor op je zichtrekening storten. Geregelde inkomsten zoals een loon, een werkloosheidsuitkering, zakgeld en later ook je pensioen kan je automatisch op je zichtrekening laten overschrijven. Moet iemand (in België of in het buitenland) je iets betalen, dan kan je hem vragen dat door middel van een overschrijving te doen. Je deelt dan gewoon je rekeningnummer mee en even later verschijnt het bedrag op je zichtrekening. Betalen via je zichtrekening of geld opnemen, kan op vele manieren. We hebben ervoor gezorgd dat je de belangrijkste bank- en verzekeringszaken ook thuis op het gemak kan regelen. Als je een computer met internetaansluiting hebt, kan je 24 uur per dag, 7 dagen per week internetbankieren. Je krijgt een persoonlijk wachtwoord en sleutel zodat alleen jij je gegevens kan raadplegen. Moet je een factuur of een andere rekening betalen en ken je het rekeningnummer van de begunstigde, dan kan je heel gemakkelijk betalen door middel van een overschrijving. Op het overschrijvingsformulier staan jouw gegevens al. Het enige dat je moet doen is het bedrag en de gegevens van de begunstigde invullen. Onderaan is er ook plaats voor een mededeling. Rekeningen die geregeld terugkomen (water, gas, elektriciteit, telefoon enz.) kan je betalen door middel van een domiciliëringsopdracht. De bank maakt daarvoor afspraken met de schuldeiser. Nadien regelt de schuldeiser alles rechtstreeks met de bank. Je facturen worden dan automatisch betaald. Ook de periodieke opdracht is een speciale vorm van overschrijven. Die gebruik je vooral om steeds weerkerende betalingen van hetzelfde bedrag automatisch te doen, de betaling van je huishuur of de afbetaling van een lening bijvoorbeeld. Daarvoor geef je een eenmalige opdracht aan de bank, waardoor automatisch en telkens op een door jou opgegeven vervaldag een vast bedrag wordt overgeschreven op de rekening van de begunstigde.
7
Naar : L.Eechaudt, B. Brooijmans & N. Engelen (2006), Tien op Tien, 2de ed., Namur: Erasme, pp.213-215.
69
WOORDENSCHAT SUBSTANTIEVEN afbetaling (de) van een lening
le remboursement d’un prêt
bedrag (het)
le montant
begunstigde (de)
le bénéficiaire
belegging (de)
le placement, l’investissement
betalingsopdracht (de)
l’ordre de paiement
geheime code (de)
le code secret
inkomsten (de)
les revenus
lening (de)
le prêt
loket (het)
le guichet
loon (het) = salaris (het)
le salaire
opdrachtgever (de)
le donneur d’ordre
overschrijving (de)
le virement
rekeningafschrift (het) = rekeninguittreksel (het)
l’extrait de compte
schuldeiser (de)
le créancier
uitkering (de) > werkloosheidsuitkering (de)
l’allocation > l’allocation de chômage
veiligheid (de)
la sécurité
vervaldag (de) = vervaldatum (de)
la date d’échéance
wachtwoord (het)
le mot de passe
zichtrekening (de)
le compte à vue
WERKWOORDEN EN UITDRUKKINGEN aan/sluiten (sloot aan - aangesloten)
relier, rattacher, connecter à
af/geven
délivrer, remettre
bedragen > de prijs bedraagt 30 euro
s’élever à
bestaan uit
se composer de
een overzicht geven van
donner un aperçu de
geld op je rekening storten
verser de l’argent sur ton compte
geld op/nemen
retirer de l’argent
in/voeren
introduire
in/vullen
compléter
laten bezorgen
faire parvenir
mee/delen
communiquer
na/kijken = controleren
contrôler
ontbreken (ontbrak - ontbroken)
manquer
> Er ontbreekt een cijfer in het rekeningnummer over/schrijven
virer
overeen/komen
convenir de , s’accorder sur
70
raadplegen (raadpleegde - geraadpleegd)
consulter
verschijnen (verscheen - verschenen)
apparaître
voor de hand liggen > dat ligt voor de hand
aller de soi > cela va de soi
zorgen voor
veiller à
ADJECTIEVEN EN ADVERBIA eenmalig
unique, une seule fois
rechtstreeks = direct
direct(ement)
veilig
sur
wereldwijd
mondial
UITDRUKKINGEN een fluitje van een cent
simple comme bonjour
door middel van
au moyen de
in tegenstelling tot
contrairement à
2.3. WOORDENSCHATOEFENINGEN A. Vertaal de zinnen.
1.
Nous pouvons utiliser cette carte à l'étranger
2.
Tu ne recevras la facture qu’à la fin du mois.
3.
Connaissez-vous d'autres moyens de paiement ?
4.
Dans ce restaurant, on paie le plus souvent avec une carte de crédit.
5.
Je devrai bientôt recharger ma carte GSM.
6.
Quelle est la situation de votre compte bancaire ?
7.
Avec la carte Fortis, vous payez en toute sécurité dans le monde entier.
71
8.
Avec ces distributeurs automatiques, vous pouvez retirer de l’argent à tout moment de votre compte.
9.
L’employé de la banque nous a fourni tous les renseignements nécessaires.
10. Je te conseille de vérifier chaque mois la situation de ton compte à vue.
11. J'utilise toujours ma carte proton pour les petites dépenses.
12. La carte visa est acceptée dans le monde entier.
13. Il paie ses factures de téléphone par domiciliation et son loyer au moyen d'un ordre permanent.
B. Welk betaalmiddel gebruikt u in de situaties hieronder ? Kies uit de lijst. opvragen - kredietkaart - doorlopende opdracht - bankkaart - geldstorting - overschrijving domiciliëring. 1.
U gaat met uw vrienden shoppen. U hebt een mooie trui gevonden, maar hebt geen geld op zak. U betaalt met …
2.
Uw moeder is jarig. Uw zus heeft namens de hele familie een cadeau gekocht. U moet haar 15 euro terugbetalen, maar hebt geen geld op zak. Het ideale betaalmiddel is …
3.
Voor uw verjaardag hebt u 100 euro van uw ouders gekregen. Dat geld wil u niet direct uitgeven. U spaart het liever voor later. U doet een … op uw spaarrekening.
4.
U bent voor de zoveelste keer vergeten de factuur van uw gsm-abonnement te betalen en hebt extrakosten gehad. Dat kan u in de toekomst vermijden dankzij …
5.
U zit op kot en moet telkens vóór de 10de van de maand de huurprijs van 250€ betalen. U wil er niet elke maand aan hoeven te denken. … kan goed van pas komen.
6.
De allernieuwste dvd-box van uw favoriete tv-serie is te koop op het internet, maar is nog niet te vinden in gewone winkels. U koopt hem dus online en betaalt met een …
7.
Vanavond gaat u met uw vrienden uit, maar u hebt geen geld meer op zak. Met uw bankkaart kunt u geld … aan een bankautomaat.
72
2.4. LUISTEROEFENING8 Patricia zit op café met haar vriend André, die in een bank werkt. Ze praten over hun werkdag. Luister naar het gesprek en beantwoord de volgende vragen in het Frans. 1.
Waarom heeft André overuren gedaan ?
2.
Wat moet u doen om een zichtrekening te openen ?
3.
Noem één basisprincipe dat André aan de klant heeft uitgelegd.
4.
Brengt een zichtrekening veel op ? Verklaar.
5.
Wat doet u het best als u wat geld over hebt ?
6.
Er zijn verschillende basisdiensten in forfaitaire formules begrepen. Noem er 2.
7.
Noem 2 verrichtingen die u aan het automatische loket van de bank kan doen.
2.5. WOORDENSCHAT Vul de zinnen met een gepast woord aan. 1.
Elke maand schrijf ik bijna de helft van mijn loon van mijn z…..................................... naar mijn s…………………………………………………. over.
2.
Dankzij de pc-banking kunt u van thuis uit bankv…………………………………………. uitvoeren en de s…………………………………….. van uw rekening checken.
3.
Het r…………………………………………………………… dient als bewijs van betaling. U kunt het aan het automatische l……………………….. van de bank uitprinten.
4.
Met de gratis bankkaart die aan de zichtrekening is gekoppeld, kunt u geld o……………………… en betalingen doen in België en in het b………………………..
5.
De directeur heeft onbetaalde facturen op mijn werktafel gelegd. Ik moet dus nog een paar o………………………………………………………….. doen voordat ik vertrek.
8
naar: Loriaux, Ch. (2004), Bulletproof 2, Brussel: De Boeck, fragmenten tracks 2-3.
73
2.6. SCHRIJFOEFENING SITUATIE : Als medewerker (-ster) van BNP Paribas-Fortis moet u de vaakst gestelde vragen van klanten over het dagelijks geldbeheer beantwoorden. Vanmorgen hebt u een e-mail ontvangen van de heer Heynen (
[email protected]) waarin hij u drie vragen stelt (te kiezen uit de lijst hieronder). Antwoord erop aan de hand van de gegevens die in het Frans vermeld staan. Geen telegramstijl maar een doorlopend tekstje voor elk antwoord. 1. Kan ik nog betalen met cheques ? Oui / possibilité d’émettre des chèques mais sans garantie de paiement pour le bénéficiaire / actuellement, alternatives plus pratiques pour payer des achats et retirer de l’argent : cartes de banque avec fonctions Bancontact/Mister Cash /Maestro et cartes de crédit. 2. Wat doe ik bij verlies of diefstal van één of meer van mijn bankkaarten ? Avertir immédiatement Card Stop (070 344 344) / faire dresser un procès-verbal par la police locale / demander une copie de ce procès-verbal. 3. Hoe kan ik de uitgaven met mijn kredietkaart gemakkelijk opvolgen ? Avec PC banking possibilité de consulter l’état de vos dépenses Visa et MasterCard à n’importe quel moment / dépenses faites avec carte American Express consultables sur leur site. 4. Hoe zorg ik ervoor dat mijn betalingen steeds stipt uitgevoerd worden ? Domiciliation : solution idéale pour les montants variables / ordre permanent très pratique si montants fixes à payer à date fixe / possibilité d’exécuter vos virements avec ‘date mémo’ : virement exécuté à la date. 5. Sommige geldautomaten in het buitenland vereisen het gebruik van een geheime code in 5 cijfers ; mijn geheime code telt er maar 4. Gaat de verrichting door ? Oui / vous formez votre code secret habituel en 4 chiffres et le confirmez / transaction se déroulera sans aucun problème. 6. Kan ik in het buitenland verrichtingen doen op mijn rekening ? Oui / dans le monde entier accès à vos comptes pour des consultations ou opérations via PC banking ou Phone banking.
74
3. WELKE TOEKOMST VOOR DE PAPIEREN FACTUUR ?9 3.1. LUISTEROEFENING Situatie : U zal een advertentie zien voor een alternatief aan de papieren factuur. A.
Lees eerst de tekst en probeer te raden welke woorden missen.
B.
Daarna krijgt u de tekst te horen. Ga na of uw antwoorden kloppen.
Iedereen heeft wat wel beters te doen dan tijd v…………………………………………. met paperassen en betalingen. Met Zoomit kan het een pak e………………………..………………. en milieuvriendelijker. Zoomit is namelijk een online dienst, waarmee ik al mijn f…………………………………………….. documenten kan bekijken, beheren en betalen via internetbankieren. Zoomit is g…………………………………. en populair. Steeds meer leveranciers bieden hun f……………………………………………….. en loonbrieven via Zoomit aan. Zoomit geeft me een o……………………………………………. van al mijn facturen. Ik kan iedere factuur bekijken wanneer ik wil. Ze ziet er net zo uit als de p…………………………….. versie. Om facturen te betalen, hoef ik geen r……………………………………..…………………., bedrag of mededeling meer over te typen. Die worden a……………………..…………………… ingevuld. Eén klik volstaat om een Belgische en E………………………………….… IBAN-factuur te betalen. Gemakkelijk, snel en ik betaal wanneer ik wil. Telkens een nieuwe factuur in Zoomit b…………………………………………….. is, krijg ik een verwittiging via e-mail. Snuffelen in paperassen is niet meer n…………………………………. want met één klik vind ik mijn factuur terug. Zo vermijd ik b………………………………………… of zelfs een onderbreking van de d………………………………………………………..… wegens late betaling. Alleen ik kan de inhoud van mijn facturen en loonbrieven lezen. Ik bewaar elk d……………………………………………. op mijn PC. Zo heb ik een handig klassement zonder m……………………………………………………. en kasten. Dat Zoomit razendsnel aan p……………………………………… wint, zal niemand verbazen. Zoomit is beter voor iedereen en ook voor het m……………………………... Minder papier betekent minder gevelde b………………………………...… en een daling van de CO2-u……………………………………. Aan jou de beslissing om het milieu te helpen door met Zoomit te starten.
C. Antwoord op de vragen : a. Wat zijn de voordelen van het systeem ? b. Leg bondig uit hoe het in elkaar zit. c. Wat moet u doen om een factuur te betalen ? d. Hoe komt u te weten dat u een nieuwe factuur moet betalen ? e. Wat is de slogan van Zoomit ? 9
http://www.zoomit.be/nl-BE/videos/index.php, laatst geraadpleegd op 06/08/2012.
75
3.2. ROLLENSPEL Student A : Vous êtes étudiant et partez en Erasmus pour six mois aux Etats-Unis. Vous vous rendez à la banque pour demander à l’employé comment vous pouvez continuer à payer vos factures en Belgique notamment votre kot et les charges durant votre absence. Vous lui demandez également quels moyens de paiement privilégier aux USA. Student B : Vous travaillez dans une banque. Un client se présente et vous lui fournissez les renseignements demandés. Pour effectuer le paiement de factures récurrentes, rien de plus facile que la domiciliation et l’ordre permanent (expliquez ce que c’est et dans quels cas on les utilise). Avantages : - vie plus confortable et facile car plus besoin de régler chaque mois ses paiements fixes - la banque exécute automatiquement les ordres aux dates choisies - plus d’oubli de paiement - plus aucun retard de paiement et donc pas de frais supplémentaires Moyens de paiement à privilégier : - carte de crédit Avantages : o sécurité : carte liée à un code secret personnel o acceptée dans le monde entier o possibilité de retirer de l’argent aux distributeurs ou dans les agences bancaires, même à l’étranger o très utile en voyage car donne droit à une assurance gratuite couvrant les accidents de voyage - argent comptant (pour les petites dépenses) - chèques de voyage Avantages : o plus sûrs que l’argent liquide o pratiques pour toutes les destinations o pas de limite de validité
76
4. AAN HET BANKLOKET 4.1. NUTTIGE WOORDENSCHAT INFORMATIE INWINNEN
INFORMATIE VERSTREKKEN
Groeten
Groeten (altijd met de glimlach) Zich ten dienste stellen - Waarmee kan ik u helpen ? - Waarmee kan ik u van dienst zijn ? - Kan ik u helpen ? - Wat kan ik voor u doen ?
Om informatie te vragen - Kan u mij inlichtingen geven over… - Ik heb belangstelling voor… - Ik had graag meer informatie over… - Kan ik u iets vragen ? Ik ben op zoek naar …
Als de vraag niet duidelijk is - Excuseer, maar kan u even herhalen ? Als u de informatie niet dadelijk kan geven - Wilt u even wachten, ik raadpleeg… Als iemand anders over de informatie beschikt - Jammer genoeg beschik ik niet over die informatie. Maar mijn collega zal u wel kunnen helpen. Gaat u even zitten, ik verwittig hem.
Met iemand willen spreken - Kan ik met dhr./mevr. X spreken ? - Ik heb een afspraak met… - Mevr. X verwacht me om 10u.
Nagaan of de persoon vrij is of niet - Een ogenblik, ik neem contact op met hem. Als de persoon vrij is - Dhr. X is er. Hij verwacht u. Als de persoon niet vrij is - Dhr. X is jammer genoeg op reis/in vergadering. Wilt u een boodschap laten ?
Om raad te vragen - Wat raadt u mij aan ? - Wat moet ik doen ?
Raad geven - Ik raad u aan …te + inf.
Afsluiten - Dank u voor de informatie en tot ziens
Afsluiten - Geen dank /Graag gedaan en tot ziens - Steeds tot uw dienst en tot ziens
77
4.2. SPREEKOEFENINGEN A.
Internetbankieren
Student A Vous vous rendez dans votre agence bancaire avec plusieurs virements. Vous n’avez pas pu les exécuter car vous étiez malade et n’avez pu venir à la banque. Vous demandez aussi un ordre permanent de € 715 par mois tous les 10 du mois vers le compte suivant : 196-1332793-01. Cet ordre permanent devrait débuter le mois prochain. L’employé de banque vous donne des renseignements sur la possibilité de réaliser ces opérations bancaires par internet. Finalement, vous dites que vous allez réfléchir à cette solution. Student B Vous êtes employé(e) de banque et vous recevez un client avec de nombreux virements. Vous lui demandez s'il a une connexion internet à la maison. Si c’est le cas, vous lui conseillez d’effectuer ses opérations bancaires par internet. Vous lui expliquez qu’il peut gérer ses finances (zijn financiën) quand et où il veut ; que c’est gratuit et qu’il peut demander des informations sur ses comptes, qu’il peut effectuer des virements sur son compte et sur d’autres comptes. S’il est intéressé, il doit remplir un formulaire et reçoit dix jours plus tard par la poste une clé personnelle ainsi qu’un mot de passe (het paswoord).
B.
Een bankproduct aanbevelen
Opwarming Welke zinswendingen kunnen we in het Nederlands gebruiken om advies te geven ? -
………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
Rollenspel Gebruik de gegevens op het volgende blad om de volgende situaties met uw buur te spelen. Telkens worden de rollen gewisseld. Student A werkt bij Rabobank en wordt opgebeld door een klant die een bankrekening wil openen. Student B is een klant die een bankrekening bij Rabobank wil openen. -
Profiel 1 : werknemer - 25 jaar - op zoek naar de beste spaarformule voor zijn loongeld Profiel 2 : Spaanse vrouw - 30 jaar - net aangekomen in België - wil een bankkaart verkrijgen Profiel 3 : jonge vader - 28 jaar - wil een spaarrekening openen voor zijn zoontje. Profiel 4 : directeur KMO - 40 jaar - op zoek naar de beste formule voor zijn bedrijf Profiel 5 : student - 17 jaar - heeft 1000 euro van zijn opa gekregen - heeft het geld nu niet nodig - na zijn studie (over 5 jaar) wil hij een auto kopen. Profiel 6 : man - 30 jaar - wil een spaarekening openen - aarzelt nog met 2 andere banken
78
www. rabobank.be, geraadpleegd op 27/07/2015.
79
5. ONLINE BETALINGEN 5.1. LEESOEFENING : BETALEN VIA INTERNET10 Iedereen kent het wel tegenwoordig : waarom nog naar de winkel gaan als het ook via internet kan? Het is goedkoper en je krijgt het thuis gestuurd. Wat wil je nog meer? Dit zijn inlichtingen over de voor- en nadelen van betalen op het internet. Manieren van betalen op het internet Op het internet kun je op verschillende manieren online betalen. Je kunt gebruik maken van een creditcard en je kan ook de bankmethode iDeal of PayPal gebruiken. Creditcard methode Een creditcard wordt online veel gebruikt op internationale schaal. Verder is de creditcard ook simpel te gebruiken met de pincode. Het is vaak duurder wanneer je online gebruik maakt van een creditcard, hiervoor kunnen extra kosten worden gerekend. Verder moet je nooit je gegevens zomaar weggeven in verband met creditcardfraude. Enkele creditcard providers zijn MasterCard, VISA, Diners Club, American Express en Cirrus. Bankmethodes iDeal - De bankmethode is het meest populair. Deze methode is goedkoper en veiliger en er wordt via de eigen bank betaald. Het is veiliger omdat de gegevens en de betaling van de koper al ingevoerd zijn. Het overmaken van het geld is zo gedaan, na het inloggen en een paar muisklikken ben je klaar. De koper krijgt na de betaling gelijk een bevestiging en de bestelling kan direct afgehandeld worden. Helaas heeft iDeal ook nadelen. Een van de nadelen is dat iDeal niet te gebruiken is als de klant niet aangesloten is bij een van de deelnemende banken. Ook een van de nadelen is nadat jij iets gekocht hebt met iDeal het niet zomaar terug te draaien is. Het initiatief van terugboekingen van iDeal ligt bij de winkelier zelf. PayPal - PayPal is eigenlijk een soort digitale bank. Als jij iets koopt, dan gaat het geld eerst naar PayPal en dan naar het bedrijf waar je het product koopt. Het voordeel van PayPal is dat ze geen persoonlijke gegevens aan het bedrijf geven. En ze hebben een heel goede garantie, als er iets gestolen wordt, betalen zij het terug. Het wordt internationaal heel veel gebruikt. Het is een soort internationale iDeal. Ook kan je betalingen via PayPal ontvangen. Een ander leuk voordeel van PayPal is dat het automatisch de wisselkoers berekent. Dit betekent dat er altijd eerlijk gehandeld wordt.
WOORDENSCHAT UIT DE TEKST aan/sluiten (sloot aan - aangesloten) bij af/handelen gebruik maken van in/voeren over/maken schaal (de) tegenwoordig terug/draaien terugboeking (de) wisselkoers (de)
adhérer à, affilier à traîter faire usage de introduire virer, transférer l’échelle actuellement annuler le remboursement le taux de change
10
www.jonginzutphen.nl/showarticle.asp?xtitle=Betalen+over+het+internet&web_id=143&cat_id=156&art_id=2574&map_id=14718, laatst geraadpleegd op 02/12/2011.
80
Beantwoord deze vragen in het Nederlands. 1.
Hoe kunt u online betalen ?
2.
Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende methodes ? Methode
Voordelen
Nadelen
5.2. SCHRIJFOEFENING Situatie : In de eindejaarsperiode kopen mensen steeds meer cadeautjes via Internet. U werkt als management assistent(e) bij een grote bank en moet een artikel van +/- 120 woorden schrijven over de voor- en nadelen van online betaalmethodes. Dat artikel zal op de website van de bank worden gepubliceerd. Structuur van het artikel : Inleiding : context Midden : 3 methodes + voor- en nadelen Conclusie : slotzin, algemene raad + prettige kerstdagen wensen !!! Gebruik de volgende verbindingswoorden gepast en onderstreep ze : Ten eerste … ten tweede … ten slotte / Enerzijds … Anderzijds … / Bovendien
81
5.3. SPREEKOEFENING Bespreek de volgende vragen met uw buur. 1.
Gebruikt u graag het internet om betalingen te doen? en/of om producten te kopen ? a. Zo ja, wat voor bankverrichtingen doet u online ? b. Zo niet, waarom maakt u geen gebruik van het internetbankieren ?
2.
Koopt u soms producten online ? a. Zo ja, wat voor producten en op welke websites ? b. Zo niet, waarom ?
3.
Hebt u al problemen gehad met het internetbankieren of bij het online (ver)kopen van producten ? a. Wat voor problemen ? b. Hoe hebt u gereageerd ?
4.
Denkt u dat online betalingen gevaarlijk kunnen zijn ? Illustreer uw antwoord.
5.
Weet u wat spam is ? a. Wat voor spam hebt u al in uw mailbox gekregen ? b. Hoe reageert u als u spam krijgt ?
5.4. LUISTEROEFENING : COMPUTERCRIMINALITEIT11 Luister naar het nieuwsbericht en beantwoord de vragen in het Frans. 1.
Hoeveel computermisdrijven zijn er vorig jaar geregistreerd ?
2.
Hoeveel geld is door computercriminelen gestolen ?
3.
Wie zijn de slachtoffers van hackers ? (3) ♦ ♦ ♦
4. Luc Beirens, specialist op het gebied van computercriminaliteit, vermeldt drie manieren waarop een bedrijf daardoor verlies kan lijden. Noem er minstens één.
11
één, het journaal, 07/06/2012. 82
5.5. SPREEKOEFENING : OPLICHTINGEN (ARNAQUES) OP INTERNET Situatie : Uw baas heeft u gevraagd voor de werknemers van het bedrijf een infosessie te organiseren over oplichting op Internet. De infosessie vindt volgende week plaats en u hebt vandaag een vergadering met de organisatoren om het programma van de infosessie te bepalen. Iedereen moest informatie opzoeken over verschillende types fraudes op Internet. Opdracht : 1.
Ga samen met uw groep zitten. Iedereen krijgt informatie over een bepaald fraudetype en vult de onderstaande tabel met sleutelwoorden in.
Fraudetype Beschrijving en werkwijze
Wat te doen ?
Belangrijk voor infosessie ?
2.
Gebruik de tabel om het type fraude in kwestie aan de anderen te presenteren. Geef ook argumenten waarom het belangrijk is dat onderwerp tijdens de infosessie te behandelen.
3.
Op het einde van de vergadering wordt het programma van de infosessie bepaald.
83
Oplichting (= arnaque) op het Internet : Bekende praktijken Sinds de komst van het internet hebben oplichters nieuwe manieren gevonden om op een makkelijke en snelle manier veel mensen geld afhandig te maken (= dépouiller). Oplichters zijn erg creatief en zoeken steeds nieuwe manieren om mensen geld af te troggelen (= extorquer). Toch zien we steeds dezelfde basisvormen terugkomen ; hieronder vind je enkele van de meest voorkomende. De beste raad : deze mails negeren en ze meteen wissen (= effacer) ! Reageer er vooral nooit op, je riskeert veel geld kwijt te raken! [bron : http://www.polfed-fedpol.be/crim/crim_fccu_internet01_nl.php, laatst geraadpleegd op 18/02/2012]
1. Valse loterijen In deze vorm van oplichting krijgt het slachtoffer een bericht via mail, de post of fax, dat hij enkele miljoenen dollars of euro's heeft gewonnen, en dat terwijl hij nooit heeft deelgenomen. De oplichter maakt geregeld gebruik van de naam van gereputeerde bedrijven of mensen om vertrouwen op te wekken (Euromillions, Microsoft Lottery, el Gordo, enz.). Om het geld te ontvangen moet het slachtoffer eerst allerlei kosten betalen : administratiekosten, notariskosten, bankkosten, etc. Deze dienen meestal betaald te worden via een geldtransfersysteem als Western Union, MoneyGram, enz. De "winnaar" betaalt, maar krijgt zijn winst nooit in handen... Wij raden u aan nooit op dergelijke mails te antwoorden en ze van uw computer te verwijderen (= enlever).
2. Nigeriaanse oplichting In dit geval wordt het slachtoffer gecontacteerd door iemand uit het buitenland : de erfgenaam (= héritier) van een bekende persoon of een bedrijfsleider ; een "zieke" persoon die zich over zijn verleden beklaagt en/of geen erfgenaam heeft ; een bankbediende die een verloren som geld heeft ontdekt ; enz. Allen beschikken ze over een grote som geld die ze stiekem (= en secret) het land willen uitkrijgen. De oplichter belooft aan het slachtoffer een percentage van het totaalbedrag als dank voor de hulp. Die hulp bestaat uit het voorschieten van allerlei kosten (advocaatkosten, notariskosten, douanekosten, kosten om de autoriteiten om te kopen, enz.). Telkens het slachtoffer betaalt, duiken er nieuwe kosten op (= apparaître). Uiteraard wordt de beloofde som geld nooit uitbetaald. Wij raden u aan nooit op dergelijke mails te antwoorden en ze van uw computer te verwijderen.
84
3. Fraude bij online kopen of verkopen In deze vorm van oplichting komt het slachtoffer in contact met de oplichter via een valse advertentie op een legitieme veilingsite ( bv. Autoscout, Immoweb, enz.). Vermijd aan de oplichters persoonlijke informatie te geven, zoals identiteitsdocumenten of bankgegevens. De oplichters kunnen ze gebruiken voor het plegen (= commettre) van andere criminele feiten. We raden ook aan om alle contact te verbreken met de oplichters en vooral niks te betalen.
Online kopen De oplichter, die zich voordoet als verkoper, biedt één of meerdere objecten te koop aan (een auto, gsm, kleine elektronica, enz. ) tegen een abnormaal lage prijs. De valse verkoper vraagt over het algemeen om het afgesproken bedrag over te maken via een geldtransfersysteem van het type Western Union of MoneyGram. Zodra de betaling is verricht, verdwijnt de oplichter en is hij niet meer te contacteren.
Online verkopen De oplichter, die zich voordoet als koper, zal zelden discussiëren over de prijs. Hij bevestigt dat hij het gevraagde bedrag zal betalen of vraagt aan de verkoper om zelf een bedrag voor te schieten (= avancer), bijvoorbeeld om de vrachtkosten te betalen om een wagen naar het buitenland te laten brengen. Wanneer de valse koper de verkoper betaalt, doet hij dat vaak met valse of vervalste (= falsifié) cheques van buitenlandse banken. De bank stort het bedrag onder voorbehoud (= sous réserve) op de rekening van de verkoper, in afwachting dat de echtheid van de cheque bewezen wordt. Het kan enkele weken duren vooraleer de bank te weten komt dat het een valse cheque is. De verkoper heeft tegen dat ogenblik meestal het "verkochte" artikel opgestuurd naar de koper. Vaak sturen de oplichters een cheque ter waarde van een hoger bedrag dan de verkoper heeft gevraagd. De oplichter beweert dat het om een vergissing gaat, en vraagt de verkoper om het verschil zo snel mogelijk terug te storten. Dit gebeurt opnieuw voordat de bank de echtheid (= authenticité) van de cheque heeft kunnen verifiëren. In dit geval is de verkoper niet enkel zijn artikel kwijt, maar ook een deel van zijn geld.
85
4. Emotiefraude We stellen vast dat oplichters steeds vaker op de gevoelens van hun slachtoffers spelen om hen geld te ontfutselen (= subtiliser).
Vriendschapsfraude
In deze vorm van oplichting komt het slachtoffer in contact met de oplichter via diverse manieren : via een spam mail, via een datingsite, via een netwerksite, via de chatbox, enz. Nadat gedurende enkele weken een vertrouwensband (= lien de confiance) werd opgebouwd, vraagt de geliefde/vriend/... om geld : voor de reis naar België, om kleren te kopen, om voor de familie te zorgen, om de hospitaalkosten van het dochtertje te betalen, om schoolgeld te betalen, enz. Na het incasseren (= encaissement) van verschillende bedragen wordt het plots stil aan de andere kant. In werkelijkheid heeft de geliefde/vriend/... nooit bestaan (= exister). Indien een kennis u om geld vraagt op de manier hierboven beschreven, weiger en verbreek elk contact met de oplichter.
SOS-mail
Wees voorzichtig indien u een mail krijgt van een kennis of vriend in nood, die vraagt om hem te helpen en zo snel mogelijk geld over te maken. Het is zeer goed mogelijk dat de mailbox van uw kennis gehackt werd en dat een oplichter dit bericht heeft rondgestuurd met als enig doel u geld te stelen. Antwoord nooit op zo’n mail en probeer de rechtmatige (= légitime) eigenaar te bereiken om hem te verwittigen dat zijn mail account gehackt werd.
Valse liefdadigheid
U ontvangt hartverscheurende (=déchirant) berichten over natuurrampen of ernstig zieke kinderen, waarbij gevraagd wordt een bijdrage te storten aan een onbekende organisatie. Oplichters maken handig gebruik van het medeleven (= compassion) van mensen, en spelen hierbij vaak slim in op de actualiteit. Wij raden u aan om enkel geld over te maken aan organisaties waarmee u vertrouwd bent. Verifieer altijd de bankgegevens om er zeker van te zijn dat u effectief naar de juiste organisatie geld overmaakt.
86
5. Phishing De term "phishing" is afgeleid van (= dérivé de) "password harvesting fishing" en dekt alle activiteiten waarbij < gevist > wordt naar persoonlijke gegevens. Oplichters proberen uw gegevens te stelen om ze nadien te misbruiken voor criminele doeleinden.
Bankgegevens, kredietkaartgegevens
Heel frequent zijn de mails waarin je bank je zogenaamd (= soi-disant) contacteert omdat er problemen zijn met het internetbankingsysteem, of omdat je gegevens aangepast dienen te worden. Daarvoor moet je op een link in de mail klikken, en die lijkt je op een pagina van de bank te brengen waar men je vraagt om je logingegevens en paswoord in te geven, en soms nog meer persoonlijke gegevens als adres, telefoonnummer en geboortedatum. In werkelijkheid hebben criminelen echter de webpagina's van je bank nagemaakt (= contrefait), en stelen ze op die manier je persoonlijke gegevens. Uw bank zal nooit via mail om uw persoonlijke gegevens vragen. Antwoord dus nooit op dit soort van mails.
Inloggegevens van internetaccounts (mailboxen en profielen op sociale netwerksites)
Om de toeganggegevens tot allerlei soorten internetaccounts zoals facebook, hotmail, gmail, yahoo, netlog, enz. te stelen, sturen de oplichters uit naam van deze bedrijven een spam mail rond die zogenaamd van de klantendienst komt en waarin, om verschillende redenen, gevraagd wordt om een aantal gegevens te verstrekken : naam, voornaam, adres, mailadres, nickname, paswoord, enz. De internaut moet snel reageren want er wordt gedreigd (= menacé) met het afsluiten van zijn account. Reageer nooit op dit soort mails : uw gegevens worden door de oplichters gebruikt om toegang tot uw account te krijgen (te "hacken") en andere mensen op te lichten.
87
6. Hacking
Hacking van mail accounts, profielen van sociale netwerksites, enz.
Indien uw paswoord onvoldoende sterk is, lukt het de criminelen (= réussissent) soms om het te "kraken" met speciale software. Indien u een paswoord gebruikt dat te zeer voor de hand ligt (= être trop évident) – bijvoorbeeld uw geboortedatum, de naam van uw hond, van uw kinderen, enz. – en dat kan teruggevonden worden in publieke bronnen op het internet, dan vinden ook de criminelen dit en gebruiken het om toegang te nemen tot uw account. Ongeveer 80% van alle computers ter wereld zijn besmet (= infecté) met malware (kwaadwillige software), zonder dat de gebruiker zich daarvan bewust (= conscient) is. Deze malware kan alle gegevens registreren die u intikt op het klavier, of kan de bestanden kiezen waarin u uw paswoorden opslaat. Op die manier worden ze ongemerkt gestolen en wordt uw account gehackt. Na de hacking gebruiken de criminelen uw account om spam te versturen, SOS-mails naar uw contacten te zenden, mensen op te lichten, en andere criminele feiten te plegen (= commettre).
Hacking van een informaticasysteem (website, private server of bedrijfsserver, telefooncentrale, enz.)
Dit type van hacking kunnen we in 2 categorieën verdelen :
Interne hacking : wanneer een persoon die een rechtmatige (= légitime) toegang tot een systeem heeft, deze toegangsrechten (= droits d’accès) overschrijdt (= transgresse) en gegevens steelt, verandert, saboteert enz. Externe hacking : wanneer de persoon die de aanval (= attaque) op het systeem uitvoert, van buitenaf komt.
In beide gevallen raden we aan om uw lokale politie te contacteren. In afwachting van de politieinterventie kunt u zelf al zoveel mogelijk maatregelen nemen om het bewijsmateriaal (= pièces à conviction) veilig te stellen, en het gehackte systeem loskoppelen (=déconnecter) van internet of andere telecommunicatiesystemen.
88
6. GRAMMATICA : DE INDIRECTE REDE Alle vragen of bevestigingen kunnen ook indirect geformuleerd worden. ’Het is heel koud in het kantoor’. Wat zegt u ? Ik zeg dat het in het kantoor heel koud is. ‘Wanneer komt de baas terug ?’ Wat vraagt u ? Ik vraag wanneer de baas terugkomt.
VERGELIJK IN EEN STELLING –WERKWOORD HOOFDZIN = OTT Directe rede
Indirecte rede
‘De map ligt daar’ ‘De map lag daar’ ‘De map heeft daar gelegen’ ‘De map zal daar liggen’ ‘De map zou daar liggen’
De secretaresse beweert dat de map daar ligt. De secretaresse beweert dat de map daar lag. De secretaresse beweert dat de map daar heeft gelegen. De secretaresse beweert dat de map daar zal liggen. De secretaresse beweert dat de map daar zou liggen.
Meestal begint de indirecte rede met het woord ‘dat’ . Het zijn bijzinnen => werkwoord op het einde van de zin
IN EEN STELLING –WERKWOORD HOOFDZIN = OVT OF VTT Directe rede
Indirecte rede
‘De map ligt daar’ ‘De map lag daar’ ‘De map heeft daar gelegen’ ‘De map zal daar liggen’ ‘De map zou daar liggen’
De secretaresse beweerde dat de map daar lag. De secretaresse beweerde dat de map daar had gelegen. De secretaresse beweerde dat de map daar had gelegen. De secretaresse beweerde dat de map daar zou liggen. De secretaresse beweerde dat de map daar zou liggen.
!!! Veranderingen in tijden
!!! Andere veranderingen
OTT OVT OVT VVT VTT VVT OTkT OVTkT
deze die dit dat hier daar vandaag die dag gisteren de vorige dag eergisteren twee dagen daarvoor morgen de volgende dag overmorgen twee dagen daarna verleden week de week daarvoor volgende week de week daarna een maand geleden een maand daarvoor
89
IN EEN VRAAG Directe rede
Indirecte rede
‘Ligt de map daar ?’ De secretaresse vraagt of de map daar ligt. ‘Waar ligt de map?’ De secretaresse vraagt waar de map ligt. ‘Wie heeft de map daar gelegd ?’ De secretaresse vraagt wie de map daar heeft gelegd. ‘Waarom ligt de map daar ?’ De secretaresse vraagt waarom de map daar ligt. De indirecte rede kan ook met het vraagwoord van de directe vraag beginnen. Geen vraagwoord in de directe vraag ? Gebruik dan of Het zijn bijzinnen => werkwoord op het einde van de zin. Pas op : het zijn geen vragen meer !
OEFENINGEN A. 1.
MAAK DE ZINNEN AF MET DE ELEMENTEN TUSSEN HAAKJES. Mijn collega denkt dat… a. (De baas gaat naar een vergadering in Amsterdam.) ………………………………………………………………………………………… b. (De directeur zal zich morgen op de gastenlijst inschrijven.) ………………………………………………………………………………………… c. (Het is noodzakelijk, het probleem van de mobiliteit in Brussel aan te pakken.) …………………………………………………………………………………………
2.
De zakenpartner beweerde dat… a. (In de rechterlade liggen de dossiers van de klanten.) ………………………………………………………………………………………… b. (De belangrijkste documenten stonden niet in het geheugen opgeslagen.) ………………………………………………………………………………………… c. (De directiesecretaresse zal zich morgen met de verzending bezighouden.) …………………………………………………………………………………………
3.
De klant vraagt … a. (Kan ik een bankrekening openen voor mijn onderneming ?) ………………………………………………………………………………………… b. (Hoe geef ik een adreswijziging door ?) ………………………………………………………………………………………… c. (Waar vind ik meer informatie over veiligheid voor bankieren ?) …………………………………………………………………………………………
90
B.
VUL IN MET ALS OF OF.
1.
Ik vraag me af … hij morgen zal komen.
2.
Ik weet niet … het werk overmorgen klaar zal zijn.
3.
… het morgen mooi weer is, zullen we zeker komen.
4.
Weet je …. de banken morgen open zijn ?
5.
… het bedrijf niet toegankelijk is, zullen we een omweg moeten maken.
6.
… de zakenpartners naar Oostende rijden, nemen ze altijd de autosnelweg.
7.
Vraag haar … ze morgen aanwezig zal zijn.
8.
Ga na… de taxi nog niet is aangekomen.
9.
Ik betwijfel … de vergaderingen morgen gelegd worden.
10. De secretaresse zal zien … de postbode reeds geweest is.
WOORDENSCHAT SUBSTANTIEVEN aankoop (de) aanvraagformulier (het) aanzuivering (de) automatisch krediet (het) baar geld (het) = cash (de) bankbriefje (het) bankkaart (de) bedrag (het) = som (de) begunstigde (de) behandeling (de) beheer (het) betaalkaart (de) betaalmiddel (het) betaalterminal (de) bijdrage (de) cheque (de) chip (de) codenummer (het) consument (de) = verbruiker (de) creditsaldo (het) >< debetsaldo (het) debet (het) >< credit (het) - ≠ krediet (het) debetkaart (de)
l’achat le formulaire de demande l’apurement le crédit automatique l’argent comptant, liquide le billet (de banque) la carte bancaire le montant le bénéficiaire le traitement la gestion la carte de paiement le moyen de paiement le terminal de paiements la cotisation le chèque la puce (électronique) le numéro de code le consommateur le solde créditeur >< le solde débiteur le débit d’un compte >< crédit d’un compte - ≠ le crédit (que l’on reçoit) la carte de débit
91
devies (het) diefstal (de) domiciliëring (de) doorlopende opdracht (de) gebruik (het) geldautomaat (de) = biljettenverdeler (de) gevoel (het) mv. gevoelens handelszaak (de) handleiding (de) handtekening (de) int(e)rest (de) >< interesse (de) = belangstelling (de) kaarthouder (de) keerzijde (de) >< voorzijde (de) klantenkaart (de) kleingeld (het) korting (de) kredietkaart (de) lening (de) liefdadigheid (de) loket (het) mededeling (de) munteenheid (de) muntstuk (het) nood (de) aan opbrengst (de) oplichting (de) opneming (de) = opvraging (de) overschrijving (de) overuur (het) paswoord (het) portemonnee (de) redenering (de) reischeque (de) rekening (de) rente (de) saldo (het) slachtoffer (het) sluitingsuur (het) stand (de) van de rekening storting (de)
la devise le vol la domiciliation l’ordre permanent l’utilisation le distributeur de billets le sentiment le commerce, le magasin le mode d’emploi la signature l’intérêt (sur un compte) - >< l’intérêt pour qqn/qqch le titulaire de la carte le verso >< le recto la carte de fidélisation la monnaie, les petites coupures la réduction la carte de crédit l’emprunt la charité le guichet la communication l’unité monétaire la pièce de monnaie le besoin de le rapport (argent, bénéfices) l’arnaque le retrait d’argent d’un compte le virement l’heure supplémentaire le mot de passe le porte-monnaie le raisonnement le chèque de voyage le compte (aussi la facture) l’intérêt le solde la victime l’heure de fermeture la situation du compte le versement
92
toename (de) trend (de) uitgave (de) - uitgaven doen uitleg (de) (enk.) uittreksel (het) vereffening (de) vergissing (de) verlies (het) vernieuwing (de) verrichting (de) versnelling (de) vervaldatum (de) voorschot (het) vrachtkosten (de) (altijd mv.) warenhuis (het) winkelketen (de) wisselkoers (de) zichtrekening (de) - depositorekening = spaarrekening - termijnrekening
l’augmentation la tendance la dépense - faire des dépenses les explications l’extrait le paiement l’erreur la perte l’innovation l’opération l’accélération la date d’expiration l’acompte les frais de transport le grand magasin la chaîne de magasins le cours du change le compte à vue - le compte de dépôts, d’épargne - le compte à terme
WERKWOORDEN EN WERKWOORDELIJKE UITDRUKKINGEN aan/rekenen aan/tonen aanvaarden (aanvaardde – aanvaard) af/hangen (van) af/trekken bedoelen behandelen beheren behoren tot benutten = gebruiken beperken beschikken (over) beschouwen als bestempelen beweren bewijzen (bewees - bewezen) bezorgen debiteren
porter en compte, facturer démontrer accepter dépendre de déduire signifier traiter gérer appartenir à utiliser limiter disposer de considérer comme qualifier prétendre prouver fournir débiter 93
een beroep doen op er alle belang bij hebben gebruik maken van het eens raken = akkoord gaan iets in je hoofd halen = denken incasseren negatief staan = in het rood staan op/brengen op/laden (laadde op - opgeladen) (een kaart) overeen/stemmen (met) overschrijden (overschreed – overschreden) stelen (stal - gestolen) ter beschikking stellen toe/nemen (nam toe, is toegenomen) uit het hoofd leren = van buiten leren uit/breiden uit/brengen (bracht uit, uitgebracht) uit/geven (gaf uit, uitgegeven) uit/leggen = verklaren verenigen vermijden verstrijken (verstreek – verstreken) vertrouwd zijn (met) vervangen (verving, vervangen) verwijderen volstaan (volstond – volstaan) - vb. een telefoontje volstaat voor/schieten (geld) weigeren wissen zich voor/doen als
faire appel à avoir tout intérêt à faire usage de être d’accord s’aviser de encaisser être en négatif rapporter (argent, bénéfices) charger (une carte) correspondre à dépasser (une limite) voler mettre qch à la disposition augmenter apprendre par coeur étendre émettre dépenser expliquer réunir éviter expirer, venir à échéance être familiarisé à remplacer enlever suffire - un coup de fil suffit avancer (de l’argent) refuser effacer se faire passer pour
94
af/halen - geld bij de bank af/halen betalen - in speciën betalen bevoorraden - een rekening bevoorraden deponeren - een document/geld deponeren doen - een overschrijving doen drukken - op een toets drukken genieten - een krediet genieten halen - geld uit de muur halen in/toetsen - een nummer in/toetsen in/vullen - een formulier in/vullen ondertekenen - een document ondertekenen op zak hebben - geld op zak hebben = geld bij zich hebben op/maken - een rekeninguittreksel op/maken op/vragen - geld van een rekening op/vragen = geld van een rekening op/nemen over/schrijven - geld over/schrijven = gireren storten - geld storten vereffenen - zijn schulden vereffenen wisselen - geld wisselen
-
aller chercher de l’argent à la banque
-
payer en espèces
-
approvisionner un compte
-
déposer un document/de l’argent
-
faire un virement
-
appuyer sur une touche
-
bénéficier d’un crédit
-
prendre de l’argent au distributeur
-
encoder un numéro
-
remplir un formulaire
-
signer un document
-
avoir de l’argent sur soi
-
établir un extrait de compte
-
retirer de l’argent d’un compte
-
virer de l’argent
-
verser de l’argent
-
s’acquitter de ses dettes
-
changer de l’argent
95
HOOFDSTUK 4 - EEN ZAKENREIS ORGANISEREN 1. ENKELE PRAKTISCHE TIPS 1.1. OPWARMING Waar moet u allemaal aan denken als u een zakenreis organiseert ? Bespreek deze vraag met uw buur en maak een lijst “to do’s” op.
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………
1.2. LEES- EN SCHRIJFOEFENING Situatie : Uw baas vertrekt binnenkort op zakenreis naar de Verenigde Staten. Uw collega Jeroen moet alles voor hem organiseren, maar heeft geen ervaring op dat gebied. U maakt een memo met een aantal tips om hem te helpen. Maak de zinnen hieronder af met elementen uit de tekst “Organisatie van een zakenreis”. Gebruik daarbij uw eigen woorden !
Organisatie van een zakenreis naar de VS (ter attentie van Jeroen) Over het algemeen raad ik je aan ......................................................................................... Voor het vertrek moet je .................................................................................................... Het is ook belangrijk .......................................................................................................... Vergeet verder niet ........................................................................................................... Een paar dagen voor het vertrek ......................................................................................... Ten slotte ........................................................................................................................
96
Organisatie van een zakenreis12 Zakenreizen zijn kostbaar. Vaak kost een zakenreis meer geld dan was voorzien. Met een grondige voorbereiding is dat niet meer nodig. Interne richtlijnen Voor er überhaupt een zakenreis georganiseerd wordt, verdient het de aanbeveling interne richtlijnen op te stellen. Interne richtlijnen zorgen voor duidelijkheid, zowel bij de zakenreiziger als bij de organisator. Zo weet iedereen waar hij aan toe is. Te denken valt aan richtlijnen over de categorie van het hotel en de huurauto, maar ook over welke klasse er gereisd mag worden. Een creditcard van de zaak werkt goed als er duidelijke afspraken over worden gemaakt. Hetzelfde geldt voor het declareren van onkosten als maaltijden en aanvullend vervoer. Zelf doen Zelf een zakenreis organiseren betekent goed en op tijd plannen. Zorg voor een duidelijk werkschema dat houvast biedt en leg checklists aan. Vliegtickets Tegenwoordig is het goed mogelijk online zelf vliegtickets te regelen. Informeer altijd goed naar de mogelijkheden, want er zijn veel verschillende soorten tickets. Sommige zijn aan restricties gebonden, maar leveren ook een hoop voordeel op. Voor regelmatige reizigers hebben luchtvaartmaatschappijen speciale aanbiedingen. Denk eraan dat het veel tijd kan kosten de beste en goedkoopste optie te vinden. Een reisagent inschakelen kan een uitkomst zijn. Hotelkamer Ook een hotelkamer is tegenwoordig makkelijk online geboekt. Een hotelkamer moet voldoen aan de wensen van de zakenreiziger en eventueel aan de eisen van zijn bezoek. Wordt er op de kamer gewerkt of worden er zakenrelaties ontvangen, dan moet de kamer daarop ingericht zijn. Let bij de keuze voor een hotel op de classificering, maar bedenk dat die niet wereldwijd dezelfde is. Zorg bij een late aankomst voor een bevestiging van het hotel. Reisdocumenten De reiziger is zelf verantwoordelijk voor een aantal belangrijke documenten. Hieronder een geheugensteuntje voor de meest voorkomende. - Paspoort: als iemand veel visumplichtige landen bezoekt, kan het handig zijn een zakenpaspoort aan te vragen. - Visum : vraag een visum op tijd aan en kijk zorgvuldig welke documenten gevraagd worden bij de procedure. - Rijbewijs : een internationaal rijbewijs kan handig zijn. - Verzekeringspolis : check of zakenreizen gedekt zijn in de huidige polis en zorg voor nota’s als er iets gebeurt. - Vaccinatieboekje : vaccinaties zijn soms verplicht en worden soms aangeraden. Denk er altijd over na. Reisschema Stel een haalbaar reisschema op. Plan om de zakelijke afspraken heen en houd rekening met uitloop van afspraken, (inter)nationale feestdagen, verwerking van de jetlag, vertragingen bij de luchtvaartmaatschappijen enz. Zorg voor overzicht met daarin alle benodigde (contact)informatie en stop dat in een mapje met de reisdocumenten. Als extraatje kan er informatie over de cultuur en het klimaat toegevoegd worden. Tot slot, een relatiegeschenk kan leuk zijn. Denk aan iets typisch Hollands, maar pas op met etenswaren en alcoholische dranken. 12
http://www.secrepedia.nl/start/Zakenreizen, laatst geraadpleegd op 03/09/2011
97
Na afloop Rond de zakenreis na afloop netjes af. Maak een overzicht van de goede en slechte ervaringen en pas indien nodig het werkschema aan voor een volgende keer. Maak ook een definitief kostenoverzicht. Als er zaken zijn misgelopen, handel deze dan zo snel mogelijk af. Denk hierbij aan het indienen van klachten en het aanvragen van restitutie van ongebruikte tickets. Hulp inschakelen Het goed organiseren van een zakenreis kost veel tijd. Het kan daarom handig zijn voor (onderdelen van) de organisatie een reisagent in te schakelen. Reisagenten zijn gespecialiseerd en kunnen dus gericht helpen. Denk hierbij aan de volgende zaken : - plaatsen in vliegtuig reserveren ; - tickets printen en op kantoor laten bezorgen ; - informatie over tarieven verstrekken ; - huurauto en hotelkamer reserveren; - informatie over visa en vaccinaties ; - reserveringen maken voor internationale treinen, ferry’s, parkeerplaatsen bij luchthavens.
WOORDENSCHAT UIT DE TEKST SUBSTANTIEVEN aanbeveling (de) aanbieding (de) bevestiging (de) classificering (de) duidelijkheid (de) geheugensteuntje (het) huurauto (de) inrichting (de) jetlag (de) kost(en) (de) luchtvaartmaatschappij (de) onkostennota (de) overzicht (het) (hier : de samenvatting) rijbewijs (het) vertraging (de) vervoer (het) verzekeringspolis (de) voordeel (het) >< nadeel (het)
la recommandation l’offre la confirmation la classification la clarté l’aide-mémoire (het geheugen = la mémoire) la voiture de location l’aménagement les troubles dus au décalage horaire le(s) coût(s) la compagnie aériennne la note de frais l’aperçu (ici : le résumé) le permis de conduire le retard le transport la police d’assurance l’avantage >< le désavantage
WERKWOORDEN EN WERKWOORDELIJKE UITDRUKKINGEN aan/bevelen aan/bieden bevestigen checklists aan/leggen classificeren een hotelkamer boeken = reserveren
recommander offrir confirmer dresser des checklistes classifier réserver une chambre d’hôtel 98
een klacht in/dienen een reisagent in/schakelen = een beroep doen op een reisagent houvast bieden huren in/richten informatie verstrekken over mis/lopen = mis/gaan na/denken over naar de mogelijkheden informeren onkosten declareren richtlijnen op/stellen verantwoordelijk zijn voor voldoen aan voorzien
déposer une plainte faire appel à un agent de voyage offrir un appui, un soutien louer aménager fournir des informations sur mal tourner réfléchir à s’informer des possibilités déclarer les frais, les dépenses établir des directives être responsable de satisfaire à prévoir
ADJECTIEVEN EN ADVERBIA duidelijk goedkoop >< duur kostbaar tegenwoordig = vandaag de dag überhaupt wereldwijd
clair bon marché >< cher coûteux de nos jours, actuellement absolument partout dans le monde
1.4. WOORDENSCHATOEFENING Vul de zinnen aan met een woord uit de lijst. verstrekken - voldoen - voorzien - rijbewijs - indienen - bevestigen - beroep - vertraging - overzicht verantwoordelijk - aanbevelen 1.
Terugbetalingen van reiskosten zijn niet ………………………………… in het contract.
2.
Uiteraard kunt u steeds een ……..………………… doen op onze medewerkers als u vragen hebt.
3.
Hij mocht niet verder rijden van de agent omdat hij zijn …………………………….. niet bij zich had.
4.
De receptionist zal u aanvullende inlichtingen ……………………………………………. over de openingstijden van het restaurant.
5.
Het hotel is niet ………………………………….. voor verloren of vergeten voorwerpen.
6.
Dit 5-sterrenhotel …………………. aan de hoogste eisen wat betreft comfort en service.
7.
Zodra u betaald heeft, zullen wij de vlucht ………………………………………...
8.
Bij lange ……………..………….. of annuleringen van vluchten heeft u recht op een vergoeding of de terugbetaling van uw ticket. Daarvoor moet u een klacht …………..…………. bij uw reisorganisatie.
9.
Deze website geeft een compleet …………………………………… van zakenhotels in Amsterdam.
10. Kunt u mij een leuk hotel in Brussel ……………………………………………. ?
99
1.5. SCHRIJFOEFENING Situatie : Als management assistent(e) moet u voor stagiairs een infosessie organiseren over het thema zakenreizen. Stel op basis van de informatie hieronder een tekst op om die studenten te helpen bij de voorbereiding van professionele verplaatsingen. Maak volledige zinnen en let op uw taalgebruik (grammatica, woordenschat, spelling, stijl, cohesie).
Les voyages d’affaires Le voyage d’affaires est considéré aujourd’hui comme l’un des moyens les plus efficaces pour trouver des nouveaux partenaires commerciaux et conclure des contrats avec des entreprises étrangères. Cependant, comme il est coûteux, il faut donc préparer les déplacements afin d’éviter les frais inutiles. L’organisation d’un voyage professionnel comporte trois phases : la préparation du voyage, l’organisation sur place, le suivi des dossiers. 1. Préparer son départ La réservation du billet d’avion doit se faire le plus rapidement possible. Cela permet en effet de comparer les prix et de trouver le meilleur rapport qualité/prix. Le logement est aussi important que le voyage. Par conséquent, la réservation de l’hôtel doit aussi s’effectuer à l’avance. De plus, il faut vérifier s’il y a une possibilité d’organiser des réunions, de faxer des documents etc. Il faut également préparer les documents nécessaires tels que catalogues, listes de prix. Enfin, le voyageur doit vérifier la validité de son passeport, de sa carte de crédit et avoir un peu d’argent de change afin de payer les taxis à son arrivée. 2. Une fois sur place Sur place, la majeure partie du temps est consacrée aux différents rendez-vous. Ceux-ci auront été confirmés au préalable. 3. Assurer le suivi des dossiers Dès son retour, l’homme d’affaires doit toujours remercier ses contacts à l’étranger et leur envoyer la documentation et les informations souhaitées. Sinon il risquerait de perdre des clients potentiels et par conséquent de l’argent.
100
2. EEN ZAKENREIS BESPREKEN EN RESERVEREN 2.1. LUISTEROEFENING13 Situatie : De heer Verdikt gaat volgende week naar Amsterdam op zakenreis. Hij vraagt zijn secretaresse zijn reis voor te bereiden. 1.
2.
Wat moet de secretaresse allemaal regelen ? -
…………………………………………………………………………………
-
…………………………………………………………………………………
-
…………………………………………………………………………………
-
…………………………………………………………………………………
Vul de onderstaande tabel in. Vermeld telkens het tijdstip en wat er precies op de agenda staat. maandag
dinsdag
woensdag
voormiddag
namiddag
3.
13
Waar zou de heer Verdikt willen logeren ? Welk type kamer verkiest hij ? -
…………………………………………………………………………………
-
…………………………………………………………………………………
Van Reijen, H. (1990), Nederlands voor bedrijf en kantoor 2, Brussel: Van In.
101
2.2. GRAMMATICA : TE + INFINITIEF14 Werkwoord + infinitief (zonder TE) mogen
……………………………...
Je mag hier niet roken.
moeten
……………………………...
Ik moet om 9u op kantoor zijn.
kunnen
……………………………...
We kunnen met de trein gaan.
willen
……………………………...
Hij wil niet naar de vergadering gaan.
doen
……………………………...
Hij doet me denken aan mijn vader.
laten
……………………………...
Hij laat me alles regelen.
komen
……………………………...
Ze komen ons helpen.
gaan
……………………………...
Ze gaan samen lunchen.
zien
……………………………...
Ik zag hem niet binnenkomen.
horen
……………………………...
Ik hoor iemand roepen.
voelen
……………………………...
Ik voel mijn hart kloppen.
blijven
…………………………......
Hij blijft vaak tot 10u ‘s avonds werken.
Werkwoord + TE + infinitief staan te
……………………………..
Hij staat op de trein te wachten.
zitten te
……………………………..
Ze zitten te babbelen.
liggen te
……………………………..
Hij ligt te dutten.
lopen te
……………………………..
De poetsvrouw loopt te zingen.
lijken te
……………………………..
Ze lijken elkaar te kennen.
blijken te
……………………………..
De baas blijkt afwezig te zijn.
hoeven te
……………………………..
Je hoeft het verslag niet te typen.
vergeten te
……………………………..
Ik ben vergeten hem op te bellen.
proberen te
……………………………..
Ik probeer hem al lang te bereiken.
Werkwoord + (TE) + infinitief durven (te)
……………………………..
Ik durf niet kijken. Ik durf niet te kijken.
14
Godin, P., Ostyn, P. & F. Degreef (1993), La pratique du néerlandais avec ou sans maître, Louvain-la-Neuve : Peeters, 125-126.
102
Andere constructies met TE + infinitief om te
……………………………..
Ik gebruik een pen om te schrijven. Ik ga naar de bakker om brood te kopen.
zin hebben (om) te
……………………………..
Ik heb geen zin om vroeg op te staan. Ik heb zin een boek te lezen.
van plan zijn (om) te
……………………………..
Ik ben van plan om naar de bibliotheek te gaan. Hij is van plan een nieuwe baan te zoeken.
adj + (om) te
……………………………..
Het is moeilijk om rustig met hem te praten. Is het mogelijk dit pakje vandaag te versturen ?
prepo + te
……………………………..
Neem een beslissing in plaats van te twijfelen. Hij liep zonder op te letten. Na te hebben gegeten, ging ik op weg naar huis.
De infinitiefzin Hoofdzin
Bijzin : infinitiefzin
Ze is vergeten
een aantal collega’s
uit
te
nodigen
Ik probeer al twee dagen
de heer Taeldeman
op
te
bellen
De klant weigert
het contract
te
ondertekenen
Ik heb geen zin
naar de vergadering
te
komen
De baas is van plan
op zakenreis naar de VS
te
gaan
Hij heeft mij gevraagd
het nieuws niet
te
vertellen
De baas wenst
een kamer met douche
te
reserveren
Oefening : Vul indien nodig “te” in. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Hij staat hier op zijn vrienden ........... wachten. De heer Veldeman probeert Engels ............. spreken. Hij wil in de vakantie geld ............ verdienen. De secretaresse moet bij de directeur .............. komen. De directeur is van plan naar Zwitserland ............ gaan. Hij heeft me gevraagd hem ............ helpen. Het is tijd om koffie ............. zetten. Zij heeft me gezegd een kwartiertje ......... wachten. De vertegenwoordiger wenst een voorstel ............. doen. Wil je me die factuur ............ geven ? Bij Interspeak leert u Nederlands .................. spreken. We mogen niet ................ vergeten het boek ............... bestellen. Hij bleef daar niet lang ........... werken. Het is goed tweetalig ............... zijn. De hostess bleef voor het gebouw ................ staan.
103
2.3. LUISTEROEFENING15 Situatie : De secretaresse van de heer Verdikt belt een reisbureau op om de zakenreis van haar baas af te spreken. 1.
Vul de volgende tabel met het besproken reisschema in. dag
vertrekstation
vertrekuur
aankomststation
aankomstuur
Heenreis Terugreis 2.
Welk soort kamer wordt gereserveerd ? (type, maaltijden en 2 faciliteiten)
3.
Waarom moet het reisbureau op de dag nog terugbellen ?
4.
Wat is het volledige telefoonnummer van de klant ?
2.4. WOORDENSCHAT : HET UITDRUKKEN VAN TIJD Vul de juiste prepositie in : -
…………… maandag …………… november …………… 2u
-
…………… de lente …………… woensdagmiddag …………… de voormiddag
Wat is het verschil tussen : -
’s ochtends vanochtend
’s Ochtends komt de directeur meestal rond 9u aan. Vanochtend is de directeur pas om 10u aangekomen.
Hoe laat is het ? -
Het is precies 9u16. ………………………………………….. Het is bijna 10u30. .…………………………………………. Het is ongeveer 14u45. …….……………………………………. Het is 11u50. .…………………………………………. Het is nu 8u25. .…………………………………………. (In het station, op de luchthaven, op de radio) : De trein met bestemming Kortrijk vertrekt om 16u33 van perron 4. .………………………………………….
Wat is het verschil tussen : -
15
Ik moet om 9u op kantoor zijn. Ik moet voor 9u op kantoor zijn. Ik moet rond 9u op kantoor zijn. Ik moet tegen 9u op kantoor zijn.
Van Reijen, H. (1990), Nederlands voor bedrijf en kantoor 2, Brussel: Van In
104
2.5. ROLLENSPEL Student A : U bent de directieassistent(e) van de heer Kalkens. U krijgt een telefoontje van een klant die een afspraak wil maken met uw baas. Probeer een tijdstip te vinden dat zowel voor de klant als voor de heer Kalkens goed uitkomt. Hou er rekening mee dat het bedrijf in Anderlecht is gevestigd. maandag 9u-12u vergadering
dinsdag zakenreis Amsterdam
woensdag zakenreis Amsterdam
14u-16u afspraak met A. Sanders
donderdag vrijdag 11u-13u 9u-12u bezoek firma Buls Seminarie (Antwerpen) hogeschool Brussel
Student B : U wil een afspraak maken met de heer Kalkens en belt zijn secretaresse op. Hieronder staat uw agenda. Hou er rekening mee dat u ongeveer 20 minuten met de auto moet rijden om naar de afspraak te gaan. maandag 13u-17u Afspraak met G. Bosmans
dinsdag 14u-15u Bezoek firma Koremans (Gent)
woensdag 9u-10u Afspraak met de nieuwe verkoopdirecteur
donderdag 9u-11u Ledenvergadering
vrijdag 12u-14u lunch directeur
met
14u-15u Afspraak J. Bos
2.6. WOORDENSCHAT Vul een woord uit de volgende lijst in : afhalen – luchthaven – aankomst – bestemming – halfpension – overnachten – uitstap – reisagentschap – volgeboekt – boeking – rondleiding – toeslag – verontschuldigen 1. 2. 3.
Tussen 15 juli en 15 augustus is ons hotel al …………………………………………… De chauffeur zal u opwachten in de aankomsthal van de ……………………………….. De trein met …………………………………… Gent heeft een vertraging van 10 minuten. Gelieve ons hiervoor te ……………………………………. 4. Het treinpersoneel reserveert uw taxi en u wordt vanaf de ………………………………. van de trein begeleid door een ontvangstmedewerker. 5. Onze kamers kunt u met ontbijt of ook met ………………………………….. boeken. 6. Per extra stuk bagage moet u een …………………………………. van 20 euro betalen. 7. In ons hotel kunt u goedkoop ………………………….. : we bieden kamers vanaf 50 euro per nacht. 8. Ga mee op een …………………………….. door Londen en ontdek meer van de stad. 9. Elk jaar organiseert de school een ……………………………………. naar Brugge. 10. Je kan de tickets online bestellen en dan op het station……………………………………. 11. Bij georganiseerde reizen zorgt het ………………… meestal voor de visumformaliteiten. 12. Omwille van privéomstandigheden kan ik volgende week niet op reis. Is het nog mogelijk om mijn …………………………… te annuleren ?
105
WOORDENSCHAT SUBSTANTIEVEN aankomst (de) annulatieverzekering (de) bestemming (de) brochure (de) catalogus (de) mv. catalogussen/catalogi éénpersoonskamer (de) halfpension (het) >< volpension (het) jeugdherberg (de) lid (het) mv. leden luchthaventaks (de) ontbijt (het) overnachting (de) raad (de) van bestuur reisagent (de) reisagentschap (het) = reisbureau (het) reisorganisator (de) = tour operator (de) reservering = boeking = bespreking (de) rondleiding (de) = geleid bezoek (het) rondreis (de) toerist (de) toeslag (de) = supplement (het) tweepersoonskamer (de) uitstapje (het) = excursie (de) vliegtijd (de) zakenman (de) mv. zakenlui zakenreis (de) zakenrelatie (de) zicht (het) op
l’arrivée l’assurance annulation la destination la brochure le catalogue la chambre d’une personne la demi-pension >< la pension complète l’auberge de jeunesse le membre la taxe d’aéroport le petit déjeuner la nuitée le conseil d’administration l’agent de voyage l’agence de voyages le touropérateur la réservation la visite guidée le circuit le touriste le supplément chambre de deux personnes l’excursion le temps de vol l’homme d’affaires le voyage d’affaires la relation d’affaires la vue sur
WERKWOORDEN EN WERKWOORDELIJKE UITDRUKKINGEN bespreken 2 betekenissen contact op/nemen met gebruik maken (van) iem. op de luchthaven komen afhalen in/richten op/dienen = serveren op/stijgen >< landen plaats/vinden regelen reserveren = boeken ter beschikking stellen van
1. parler de 2. réserver prendre contact avec faire usage de venir chercher qqun à l’aéroport aménager servir décoller >< atterrir avoir lieu régler réserver mettre à la disposition de
106
toe/voegen aan uit/kijken (op) uit/typen uitgerust zijn (met) van plan zijn + te + inf. veronderstellen = aan/nemen (dat) voorbehouden zijn (voor) voorzien van zorgen (voor)
ajouter à donner sur taper être équipé de avoir l’intention de supposer (que) être réservé pour pourvoir de veiller à
ADJECTIEVEN EN ADVERBIA alles inbegrepen = alles inclusief even gewoonlijk onmiddellijk (= direct, dadelijk) ruim verfijnd verzorgd volgeboekt
tout compris un instant habituellement immédiatement spacieux raffiné soigné complet
PREPOSITIES met ontbijt met (uit)zicht op zee op naam van per auto = met de auto per trein = met de trein per vliegtuig = met het vliegtuig te voet te paard
avec petit déjeuner avec vue sur mer au nom de en voiture en train en avion à pied à cheval
107
3. HET VERVOER 3.1. LUISTEROEFENING : NIEUWE TRENDS IN ZAKENREIZEN16 1.
Vul in :
Ondanks de dreigende economische situatie zijn zakenreizen nog steeds ……………………. Als we denken aan een zakenreis, passeert het woord …………………………….. wel eens de gedachtegang. Maar dat beeld …………………………… niet meer : er is een groot verschil tussen de …………………………………… van vroeger en nu. 2.
Wat is het grote verschil tussen de zakenreizen – vliegreizen in het bijzonder – van vroeger en nu?
3.
Hoeveel zakenreizigers raken er jaarlijks op de luchthaven ?
4.
Wat wordt er op de luchthaven gedaan zodat zakenpassagiers geen tijd verliezen ? Geef 2 elementen. ♦ ………………………………………………………………………………………….. ♦ …………………………………………………………………………………………..
5.
Ook zakenhotels houden rekening met de wensen van de zakenreizigers. Geef 3 voorbeelden. ♦ ………………………………………………………………………………………….. ♦ ………………………………………………………………………………………….. ♦ …………………………………………………………………………………………..
3.2. SPREEKOEFENING : EEN VERVOERMIDDEL KIEZEN Situatie : U werkt als management assistent(e) bij SECURITAS NV. Uw baas moet van 25 tot 27 februari naar Amsterdam om een vakbeurs bij te wonen. Op de 25ste moet hij om 10u30 ter plaatse zijn en op de 27ste wil hij op z’n laatst om 23u terug in Brussel zijn. U moet voor hem het beste vervoermiddel kiezen. Belangrijke aspecten zijn onder andere : de prijs, de duur van de reis, het tijdschema, het comfort aan boord. (1) Op de volgende bladen vindt u informatie over verschillende vervoermiddelen. (2) Denk samen met uw groep aan de voor- en nadelen van elk vervoermiddel. (2) Beslis daarna welk vervoermiddel het meest geschikt is voor de reis van uw baas.
16
VacatureTV, 01/12/2008, http://www.youtube.com/watch?v=EGEKwfDHOEY, laatst geraadpleegd 07/09/2011
108
1 – THALYS Praktische info jusqu’à 10 trains par jour Wi-Fi à bord Voiture Bar En 1ère classe: encore plus d'espace, repas léger servi à votre place, journaux ...
voordelen
nadelen
109
2 – trein: NMBS / NS Praktische info
voordelen
nadelen
110
3 – vliegtuig – KLM – economy class Praktische info
sièges au design ergonomique Selon la durée de votre vol, nous vous servons un en-cas ou le sandwich du jour Une boisson chaude ou froide offerte Journal à disposition
voordelen
nadelen
111
4 – vliegtuig – KLM business class Praktische info
plus d’espace pour vos jambes sièges du milieu inoccupés Journaux et magazines à disposition Selon l’heure de la journée et la durée de votre vol, nous vous servirons un plat chaud, un sandwich, une salade ou une assiette de tapas ainsi que des en-cas variés.
voordelen
nadelen
112
4. DE ACCOMMODATIE : EEN HOTEL SELECTEREN 4.1. OPWARMING Wat zijn volgens u de kenmerken van een goed zakenhotel ? Maak samen met uw buur een lijst van criteria die belangrijk zijn bij de selectie van een zakenhotel.
4.2. LEESOEFENING : EEN HOTEL BESCHRIJVEN Lees de tekst op het volgende blad en beantwoord de vragen in het Nederlands. 1.
Waar is hotel “Le Plaza” gelegen ?
2.
Beschrijf de infrastructuur van dit hotel.
3.
Wat is er in dit hotel voorzien om te vergaderen ?
4.
Wat is er op de eerste verdieping voorzien voor de conferenties, lunches of privédiners ?
5.
Waar kunnen banketten, recepties, spektakels georganiseerd worden ?
6.
Wat biedt het hotel op gastronomisch gebied ?
7.
Welke parkeermogelijkheden zijn er voorzien ?
113
Hotel Le Plaza verbergt een schat Luxe en traditie gaan hand in hand in hotel Le Plaza te Brussel. Het hotel opende zijn deuren in 1930 en werd in 1995 volledig gerenoveerd. Het is gelegen in het stadscentrum, op minder dan een kilometer van de Grote Markt en dicht bij het Noord- en het Centraal Station. Met zijn 193 kamers en suites, verspreid over zeven verdiepingen, biedt Hotel Le Plaza alle comfort aan zijn gasten : 137 traditionele kamers, 39 luxekamers, 11 ‘Prestigekamers’, zes ‘Executive Suites’ en één ‘Plaza Suite’. De reiziger beschikt over alle mogelijke voorzieningen zoals fax, airconditioning, internetaansluiting, rechtstreekse telefoon, kabeltelevisie, minibar,... Verder zijn er ook kamers voor niet-rokers. Vergaderen in Le Plaza Om beter op maat van de klant te werken, is het aanbod aan zalen uitgebreid. Er werden tien salons ingericht voor een publiek van 6 tot 800 personen. Deze salons kunnen ook dienst doen als vergaderruimte. Op het gelijkvloers bevinden zich de drie grootste : Salon Adolphe Max, Salon Versailles en Salon l’Esterel. Deze laatste fungeert als bar en restaurant voor 48 gasten. De azuurblauwe koepel, die het vroegere glazen dak vervangt (verwoest tijdens de tweede wereldoorlog), zorgt hier voor een aangename sfeer. Op de eerste verdieping zijn zes salons met de namen van de Belgische vorstinnen, die alle genieten van natuurlijk daglicht en airconditioning. Deze salons stellen een moduleerbare ruimte ter beschikking van de klant, zowel voor conferenties als lunches of privé-diners. De verborgen schat Ondergronds ontdekken wij de schat van Hotel Le Plaza, het Salon Memling of ook het Theater genoemd. Deze theaterzaal, die bij Koninklijk Decreet tot historisch monument werd uitgeroepen, maakt van elke manifestatie een groot evenement. Ze werd gebouwd in Spaans-Arabische-Moorse stijl, die tot op heden behouden blijft en minitieus werd gerestaureerd. Oorspronkelijk was het een bioscoopzaal met een oppervlakte van 460 m2. Het beschikt over een onafhankelijke infrastructuur (keuken, vestiaire, sanitair). Deze zaal is ideaal voor de organisatie van conferenties, workshops, banketten, recepties, spektakels... Gastronomie Het hotel biedt een verfijnde en klassieke keuken met dagelijkse suggesties van de chef. Versheid en kwaliteit van de producten, het gebruik van geuren en kruiden staan hier centraal. De gasten kunnen ook gebruik maken van verschillende diensten zoals room service, Amerikaans ontbijtbuffet, stomerij, pressing, baby sitting, limousines, taxi, autoverhuur en fitnesscenter. Op de eerste verdieping bieden het Business Centre en de secretariaatsdiensten steun aan de zakenlui. Er is mogelijkheid tot parkeren op de overdekte privé-parking en er zijn ook 300 parkeerplaatsen op twee minuten van het hotel. Hotel Le Plaza ***** Adolphe Maxlaan 118-126 1000 Brussel tel. 02/227 67 40 fax 02/232 79 29 http://www.leplaza-brussels.be
[email protected]
114
4.3. VERTAAL DE ZINNEN 1.
Je vous conseille de vous rendre à Amsterdam en Thalys : c’est presque aussi rapide que l’avion et beaucoup moins cher.
2.
La secrétaire a réservé une chambre simple dans un hôtel quatre étoiles au centre de Berlin.
3.
Notre hôtel est situé au centre de Bruxelles, tout près du Parlement Européen et du quartier des affaires.
4.
Cet hôtel trois étoiles est situé à cinq minutes de marche de la Grand Place de Berlin et offre de nombreuses facilités pour les voyageurs d’affaires, entre autre une grande salle de conférence et un accès illimité à internet.
5.
Cet homme d’affaires part en voyage d’affaires deux fois par mois. Il séjourne généralement dans un hôtel tranquille tout près du quartier des affaires.
6.
Cet hôtel est idéal pour votre voyage d’affaires à Londres : il est proche du centre-ville et il y a de nombreux restaurants dans les environs.
115
4.4. SCHRIJFOEFENING Situatie : Een Nederlandse zakenpartner van uw baas komt binnenkort op zakenreis naar Brussel en is dus op zoek naar een hotel. Uw baas heeft u gevraagd hem een hotel aan te raden. U stuurt hem een e-mail om het Sheraton Brussels Hotel voor te stellen (zie informatie hieronder). Gebruik in uw mailtje de volgende woorden en onderstreep ze : beschikken over - loopafstand uitzicht op - genieten van - bezienswaardigheden
Le Sheraton Brussels Hotel bénéficie d'une situation idéale en centreville, c'est un des hôtels les plus élégants de Bruxelles. Situé dans l'un des quartiers d'affaires les plus modernes de Bruxelles, l'hôtel se trouve à courte distance à pied de la célèbre « Grand Place ». La piscine sur le toit unique vous offre une vue spectaculaire de la capitale européenne. Chambres & équipements : Chambres non fumeur • très spacieuses • connexion internet • tv Services de l’hôtel : réception ouverte 24h/24 • piscine chauffée • service d’étage 24h/24 • salle de fitness Installations pour réunions et événements : 15 salles de réunions (plus petite = 10 personnes, plus grande = 1000 personnes) • café ou thé servi pendant les pauses Restauration : Bar 24h/24 • Restaurant “Cresendo” • Bar Espresso A voir dans les environs : Grand Place • Ville de Bruges • Sablon (quartier historique) • Complexe d'attractions Bruparck (cinémas, mini-Europe avec reconstruction de monuments, etc.)
4.5. AAN DE TELEFOON : INFORMATIE INWINNEN OVER EEN HOTEL Nuttige zinswendingen bij telefoongesprekken Zich voorstellen -
Bonjour, Jan Somers à l’appareil
…………………………………………..………..
-
Hotel Leland, bonjour
…………………………………………….……..
-
C’est lui-même/elle-même
……………………………………………….…..
Informeren naar de identiteit -
A qui ai-je l’honneur ?
…………………………………………………...
-
Qui est au bout du fil ?
…………………………………………..……….
-
Qui puis-je annoncer ?
………………………………………..………….
Informeren naar het doel van de oproep. -
Que puis-je faire pour vous ?
..…….………………………………..…………..
-
En quoi puis-je vous aider ?
..……………………………………..….………..
-
A qui souhaitez-vous parler ?
..……………………………………..….………..
116
Inleiding van het gesprek -
Je vous appelle au sujet de
….……………………………..…..……………..
-
Je voudrais avoir des informations au sujet de…
……………………………….….……..………..
Problemen aan de lijn -
Que dites-vous?
……………………………….….……..………..
-
Je ne vous entends pas bien.
……………………….……….……..…………..
-
Pouvez-vous répéter, svp ?
………………….…………….…..……………..
-
Pouvez-vous épeler votre nom, svp ?
……………………………….….……..………..
-
Pouvez-vous parler un peu plus fort ?
……………………………….….……..………..
-
Excusez-moi, mais la liaison est mauvaise.
……………………………….….……..………..
-
Voudriez-vous raccrocher? je vous rappelle.
……………………………….….……..………..
Naar iemand vragen -
Pouvez-vous me passer …?
……………………………….….……..………..
-
Puis-je parler à …?
……………………………….….……..………..
Om geduld vragen -
un instant, svp, je vous le passe.
……………………………….….……..………..
-
Ne quittez pas.
……………………………….….……..………..
-
Pouvez vous attendre un instant ?
……………………………….….……..………..
Een vergissing -
Vous n’êtes pas au bon numéro.
……………………………….….……..………..
-
Pardon, je me suis trompé de numéro.
……………………………….….……..………..
Bedanken en afscheid nemen -
Merci… Il n’y a pas de quoi.
……………………………….….……..………..
-
A bientôt, monsieur
……………………………….….……..………..
-
Au plaisir
……………………………….….……..………..
-
A plus tard
……………………………….….……..………..
Het antwoordapparaat “Dit is het automatisch antwoordapparaat van de firma Jansen. Onze openingstijden zijn van 8u30 tot 17u30, van maandag tot vrijdag. Laat u alstublieft uw naam en telefoonnummer achter na de pieptoon, dan bellen wij u zo spoedig mogelijk terug.”
117
Voorbereiding van de spreekoefening Op de volgende bladen vindt u informatie over zakenhotels. Kies één hotel en vul de onderstaande tabel in. U kunt eventueel ook zelf een ander Amsterdams hotel op internet opzoeken.
Naam van het hotel
Ligging
Faciliteiten
Prijsklasse
Kamertypes
Kamerinrichting
Rollenspel : een telefoongesprek Student A : U werkt aan de receptie van hotel …………………. en wordt opgebeld door een klant die meer informatie wil over het hotel. Antwoord op zijn vragen (cf. tabel hierboven). Student B : U bent de secretaris(-esse) van de heer Vanderlinden. Uw baas vertrekt binnenkort op zakenreis en u moet voor hem een hotel boeken. U belt hotel …………………. op om meer informatie te verkrijgen over de ligging van het hotel, de faciliteiten, de prijsklasse, de verschillende kamertypes en de kamerinrichting. 118
HOTEL OKURA AMSTERDAM***** LOCATIE Hotel Okura is gesitueerd aan het Amstel Kanaal, dichtbij het financiële-, culturele-, en uitgaansdistrict van Amsterdam. Het grootste beurs- en congrescentrum, Amsterdam Rai, ligt op loopafstand. De ringweg rond de stad is nabij en vanaf Luchthaven Schiphol is het slechts vijftien minuten rijden naar de ruime parkeergelegenheid van het hotel.
KAMERS Alle kamers van Hotel Okura Amsterdam beschikken over:
airconditioning video on-demand badjas en slippers broekenpers strijkplank en strijkijzer rijkelijk gevulde minibar luxe badkamerproducten
110/220v-stopcontacten 24-uur roomservice stomerij- en wasserijservice telefoon in de badkamer losse haardroger kluis met interne oplaadmogelijkheid voor uw laptop draadloze internetverbinding en een vaste ADSL-verbinding
De Standaard room: heerlijk ontspannen in een stijlvolle ambiance Oppervlakte: 26m2, nachtprijs: 200 € Onze Standard Rooms zijn comfortabel, rustig gelegen en voorzien van alle moderne faciliteiten. Zoals toegang tot internet, een badkamer met airconditioning. De meeste kamers hebben zelfs prachtig uitzicht op Amsterdam. Al met al een stijlvolle ambiance met 5-sterrenservice waar u zich meteen op uw gemak voelt, of u nu voor zaken of vakantie in Amsterdam verblijft.
De Superior room: prachtig uitzicht op Amsterdam Oppervlakte: 28m2, nachtprijs: 235 € Het design van deze ruime, gerenoveerde kamers maakt een perfecte mix tussen zakelijke bezigheden en vrije tijd mogelijk. Geniet van de douche terwijl u muziek beluistert en ontspan in uw ligbad. Pas de verlichting aan uw stemming aan en bewonder het prachtige uitzicht op het levendige Amsterdam. Breng uw vrije tijd door in een comfortabel bed en bestel uw favoriete gerecht van onze uitgebreide room service kaart. Voordat u van de stad gaat genieten, kunt u uw e-mail checken in de comfortabele omgeving van uw eigen kamer.
De Deluxe Room: een ruime hotelkamer van alle gemakken voorzien Oppervlakte: 39m2, nachtprijs: 270 € Van een uitstekend bed tot de modernste technische faciliteiten, het ontbreekt u aan niets in deze ruime hotelkamer. Zo beschikt u over een flatscreen-tv in zowel de slaap- als de badkamer. Geniet u van een goede nachtrust in uw Eastborn-bed. En regelt u met een druk op de knop de gordijnen, de temperatuur, sfeerverlichting en wekker. Zelfs de spiegels in uw badkamer zijn verwarmd. Allemaal om uw luxe vakantie of zakelijk verblijf in Amsterdam zo comfortabel mogelijk te maken.
De Executive Room: voor een comfortabel verblijf in Amsterdam Oppervlakte: 39m2, nachtprijs: 305 € Bezoekt u Amsterdam voor zaken, dan wilt u meer dan een ruime kamer. U wenst comfort en sublieme service die uw verblijf extra comfortabel maken. Daarom beschikt u in de Executive Room niet alleen over de allermodernste technologische faciliteiten, zoals een flatscreen-tv in de slaap- en badkamer en verwarmde spiegels. Ook heeft u onbeperkt toegang tot onze Health Club en de Executive Lounge met vergaderruimte, waar u in alle privacy zakelijke gasten ontvangt. En vanuit zowel uw kamer als de lounge geniet u van een overweldigend uitzicht op de stad. Kunnen we u verder nog van dienst zijn? Het Okura team staat 24 uur per dag voor u klaar. http://www.okura.nl/
119
EDEN HOTEL AMSTERDAM***** LIGGING Het Eden Hotel Amsterdam is het perfecte startpunt om de hoofdstad van Nederland te ontdekken. Het hotel ligt midden in het bruisende centrum van Amsterdam om de hoek van het beroemde Rembrandtplein. Het hotel ligt aan de rivier de Amstel wat sommige kamers een fantastisch uitzicht geeft op de historische bruggen en langsvarende boten. In de directe omgeving van Eden Hotel Amsterdam vind je allerlei cafés, bars en nachtclubs en de grootste winkelstraat van Amsterdam, de Kalverstraat. Eden Hotel Amsterdam telt 218 moderne hotelkamers en beschikken over airconditioning, flatscreen tv, bureau met werklamp en telefoon en een compacte badkamer met bad-douchecombinatie met luxe badproducten van Rituals. Onze Superior en Executive kamers bieden gratis Internet aan even als koffie- en theefaciliteiten. In de lobby vind je ook gratis Internetfaciliteiten.
KAMERS EN SUITES EDEN HOTEL AMSTERDAM BESCHIKT OVER 218 MODERNE HOTELKAMERS. ALLE KAMERS ZIJN VOORZIEN VAN: - MODERNE BADKAMERS MET DOUCHE EN/OF - Flatscreen TV met on demand-movies. BAD - Internettoegang - Airconditioning - Kluis - Bedden met een heerlijk matras.
Standaard kamers (250€) De standaard kamers zijn voorzien van heerlijke hoge bedden, flatscreen TV, Internet tegen betaling en een mooie luxe badkamer met bad of douche. Deze kamer biedt alles wat je nodig hebt voor een aangenaam verblijf!
Superior kamers (280€) Heeft u behoefte aan wat meer ruimte? Boek dan een Superior kamer. De Superior kamers zijn voorzien van ruime bedden met twee extra kussens en koffie- en theefaciliteiten.
Executive kamers (310€) Indien je een luxer verblijf in het Eden Hotel Amsterdam verkiest, raden wij je aan een Executive kamer te reserveren. De Executive kamers zijn qua oppervlakte weer groter dan de superior kamers en hebben een fantastisch uitzicht op de rivier de Amstel. Deze kamers zijn voorzien van een heerlijk hoog bed, koffie- en theefaciliteiten, Internet en extra kussens.
ETEN EN DRINKEN Bar Pipa's Na een dag in de stad, kun je in bar Pipa's heerlijk bijkomen met een koud biertje, een longdrink of een goed glas wijn. De kaart biedt een ruim assortiment aan hapjes en lekkere drankjes. Hier kun je genieten van het prachtige uitzicht op de Amstel en even helemaal tot rust komen.
Brasserie FLO Amsterdam In Brasserie FLO Amsterdam kun je heerlijk genieten van de klassieke Franse keuken. Het grote buffet van schaal- en schelpdieren wordt dagelijks voorzien van verse producten. Uiteraard kun je ook kiezen voor à la carte gerechten bereid met seizoensproducten.
Ontbijt Word rustig wakker en geniet van een uitgebreid ontbijtbuffet. Het buffet biedt broodjes, warme croissants, verse vleeswaren, diverse kaassoorten en nog veel meer. http://www.edenhotelamsterdam.com
120
HOTEL CENTRUM AMSTERDAM **** LOCATIE Hotel Amsterdam is gelegen in het historische hart van Amsterdam, op twee passen van De Dam. De belangrijkste toeristische attracties en het winkelgebied liggen op loopafstand. Het Centraal Station is te voet te bereiken en ligt op slechts 700 meter afstand van het hotel. Op de Dam vindt u Het Koninklijk Paleis, de Nieuwe Kerk en het wassenbeeldenmuseum van Madame Tussauds. Uitgaanscentra zoals het Rembrandtsplein en het Leidseplein zijn binnen enkele minuten te bereiken. Het financiële hart van Amsterdam, de Beurs, ligt tegenover het hotel, vlak naast het befaamde warenhuis De Bijenkorf.
ONZE KAMERS Met een geschiedenis die tot in de 15e eeuw teruggaat en geopend op de huidige locatie in 1911 is Hotel Amsterdam een van de oudste hotels van Amsterdam. Het hotel is sinds de opening nog steeds in privé-bezit. De 79 kamers op 4-sterren niveau zijn elegant uitgerust en bieden alle moderne faciliteiten.
BUDGET EENPERSOONSKAMERS (VANAF 85€) Hoewel Budget singles dezelfde faciliteiten hebben als onze andere kamertypes (zie hierboven) zijn ze iets minder ruim en lager geprijsd en daardoor zeer geschikt voor de prijsbewuste zakenreiziger. Alle Budget Single kamers zijn non smoking. Gratis WiFI & vast internet.
COMFORT KAMERS (VANAF 110 €) Onze non smoking Comfort kamers bieden alle faciliteiten om uw verblijf te veraangenamen. Net als onze andere kamers zijn deze kamers uitgerust met de laatste apparatuur op het gebied van klimaatbeheersing en zijn ze geluidsarm door de toepassing van dubbel glas. Gratis WiFI & vast internet.
ROKEN COMFORT KAMERS (VANAF 110 €) Onmogelijk om nog een roken kamer te vinden in Amsterdam? Zoek niet verder, want wij hebben nog een beperkt aantal van deze kamers. Uiteraard hebben deze kamers dezelfde faciliteiten als onze gewone Comfort kamers met het grote verschil dat u tegen een geringe bijbetaling in deze kamers mag roken. Dit geldt alleen voor tabaksproducten. Het roken van drugs is in het gehele hotel verboden. Gratis WiFI & vast internet.
SUPERIOR KAMERS (VANAF 135€) Non smoking Superior kamers zijn groter dan onze Comfort kamers zodat u na een zware werkdag of een dag genieten van Amsterdam meer ruimte heeft om te ontspannen. Deze kamers hebben een kleine zithoek. De badkamers zijn uitgerust met bad. Deze kamers hebben een groot bed of 2 aparte bedden. In deze categorie hebben wij ook enkele kamers met bedden van 210 cm. speciaal voor onze langere gasten. Gratis WiFI & vast internet. http://www.hotelamsterdam.nl
121
4.6. NUTTIGE WOORDENSCHAT OVER ZAKENHOTELS Ligging/locatie (de) het centrum is binnen enkele minuten te bereiken het gebouw ligt tegenover… het hotel ligt aan de rivier Amstel het hotel ligt in het stadscentrum het station ligt op 500 meter afstand van het hotel het station ligt vlakbij het hotel in de directe omgeving van het hotel om de hoek van het Rembrandtplein op de hoek van de straat op loopafstand van op twee passen van… parkeergelegenheid (de) (mv. -heden) winkelstraat (de)
on atteint le centre en qq minutes le bâtiment se situe en face de… l’hôtel se situe le long du fleuve A. l’hôtel se situe dans le centre-ville la gare est à 500 mètres de l’hôtel la gare se trouve près de l’hôtel dans les environs directs de l’hôtel à deux pas de la place Rembrandt au coin de la rue à petite distance de à deux pas de… possibilité de parking la rue commerçante
Hotel (het) accommodatie (de) comfort (het) eersteklashotel (het) >< middenklassehotel (het) gelijkvloers (het) = benedenverdieping (de) halfpension (het) >< volpension (het) hotelketen (de) (mv. hotelketens) oppervlakte (de) toegang (de) tot uitzicht (het) op… verdieping (de) verlichting (de) voorzieningen (de)
le logement, l’équipement le confort l'hôtel de luxe l’hôtel de catégorie moyenne le rez-de-chaussée la demi-pension la pension complète la chaîne d’hôtel la superficie l’accès à la vue sur l’étage l’éclairage les équipements
Kamertype (het) en infrastructuur (de) balkon (het) conferentiezaal (de) éénpersoonskamer (de) >< tweepersoonskamer (de) inkomhal (de) kamer voor niet-rokers (de) keuken (de) luxekamer (de) receptie (de) toilet (het) / wc (de)
le balcon la salle de conférence la chambre de une personne la chambre de deux personnes le hall d'entrée la chambre pour non-fumeurs la cuisine la chambre de luxe la réception les toilettes
122
suite (de) terras (het) vergaderruimte (de) vestiaire (de) zithoek (de)
la suite la terrasse la salle de réunion le vestiaire le coin salon
Faciliteiten airconditioning (de) = klimaatregeling (de) badjas (de) brandkast (de) = kluis (de) = safe (de) broekenpers (de) bubbelbad (het) douche (de) draadloze internetverbinding extra hoofdkussens gordijn (het) haardroger (de) handdoek (de) internetaansluiting (de) kabeltelevisie (de) koffie- en theezetfaciliteiten (de) lift (de) ligbad (het) minibar (de) satelliet-tv (de) slippers (de) strijkijzer (het) strijkplank (de) verwarming (de)
la climatisation la sortie de bain, peignoir le coffre-fort le presse-pantalon le bain bouillonnant la douche connexion internet sans fil des oreillers supplémentaires le rideau le sèche-cheveux l’essuie-mains, la serviette la connexion internet la tv par cable l'ascenseur la baignoire le mini-bar la tv par satellite les pantoufles le fer à repasser la planche à repasser le chauffage
Diensten autoverhuur (de) bediening (de) op de kamer = roomservice (de) schoonmaak (de) stomerij (de) = pressing (de) wasserijservice (de)
le bureau de location de voitures le service en chambre le nettoyage le nettoyage à sec le service de blanchisserie
Restaurant (het) en bar (de) à la carte restaurant (het) cafetaria (de) dieetkeuken (de) drank (de) driegangendiner (het) frisdrank (de)
la cafétéria la cuisine diététique la boisson le dîner 3 services la boisson rafraîchissante 123
gastronomische menu (het) gerecht (het) ontbijtbuffet (het) zakenlunch (de)
le menu gastronomique le plat le buffet petit déjeuner le déjeuner d'affaires
Varia aan de achterzijde >< aan de voorzijde aan de straatzijde alle kamers beschikken over… alle kamers zijn voorzien van… beschikbaar tegen bijbetaling de kamers zijn uitgerust met… gast (de) zich op zijn gemak voelen zijn e-mails checken
à l’arrière >< à l’avant du côté rue toutes les chambres disposent de.. toutes les chambres sont pourvues de.. disponible moyennant supplément les chambres sont équipées de… l’hôte se sentir à l’aise vérifier ses mails
4.7. WOORDENSCHATOEFENINGEN A.
Vul de juiste prepositie in.
1.
Het Wereldmuseum ligt …… de Maas, ….. de hoek van de Veerkade en de Willemskade.
2.
De reis duurt ongeveer een uur en biedt een fantastisch uitzicht ….. het kanaal en de natuur.
3.
De vergaderzalen zijn voorzien ……… airconditioning.
4.
Op vertoon van deze kaart heeft u gratis toegang ……… de meeste musea.
5.
Alle kamers beschikken ……… een tv met meer dan 300 satelliet kanalen.
6.
De vergaderruimte is uitgerust ……… een gratis WIFI internetverbinding.
7.
Het restaurant ligt ……… het historische centrum van Maastricht en beschikt ……… een aparte aperitiefruimte.
8.
……… bijbetaling krijgt u een opname van uw vlucht op DVD.
9.
We vinden het belangrijk dat de klanten zich in ons hotel ……… hun gemak voelen.
10. Het hotel ligt ……… loopafstand van het financiële stadscentrum. 11. We zijn ……… zoek ………………….. nieuwe personeelsleden. 12. U zult verantwoordelijk zijn ……………. de kwaliteit van de stoffen die we kopen. 13. Onze boekhouder is belast ………………….. de loonadministratie. 14. ……………….. de laatste vergadering was hij niet aanwezig. 15. Steeds meer zakenlui reizen …………….. vliegtuig.
124
B.
Vul in met een gepast woord.
1. 2. 3.
We hadden voor morgen een vergadering ……………………….. maar we zullen ze moeten uitstellen. Ik heb een tweepersoonskamer met bad …………………………………. Voor sommige Oost-Europese landen volstaat uw identiteitskaart niet. U moet een ……………………………. hebben met een geldig …………………………... Er is geen directe trein naar Hoei. U moet in Namen …………………………………..;.
4. 5.
De management assistente heeft de klanten opgebeld om hun afspraken met haar baas te ………………………………..
4.8. LUISTEROEFENING17 Luister naar het nieuwsbericht en beantwoord de volgende vragen in het Nederlands 1.
Waar ligt het nieuwe hotel ?
2.
Waarom is die locatie een pluspunt ?
3.
Welke andere faciliteiten zijn er voor zakenmensen ? Geef zoveel details mogelijk.
4.
Juist of verkeerd ? Staaf uw antwoord.
Er is al een commercieel directeur aangenomen.
5.
17
Hoeveel personen gaat de eigenaar van het hotel in dienst nemen ?
TV Brussel – het journaal 12/10/2011
125
4.9. ROLLENSPEL : AAN DE HOTELRECEPTIE Groep 1 : U bent een Nederlandse zakenman/-vrouw en logeert in het Brusselse hotel DE WITTE RAAF. U gaat naar de receptie om een aantal dingen te regelen en informatie te verkrijgen over een aantal punten (zie hieronder). 1.
Vous voulez réserver un taxi. Quand : demain matin à 8 heures. But : visiter la filiale belge de votre firme à Bruxelles.
2.
Heure du petit déjeuner ? Où ?
3.
Vous devez aller à l'aéroport. Comment ? Différents moyens de transport ? Durée du trajet ?
4.
Vous devez rencontrer 8 délégués de filiales belges de votre firme. Endroit disponible dans votre hôtel pour de telles réunions ? Possibilité de servir du café et des boissons rafraîchissantes durant les pauses ? Prix ?
5.
Heure du souper ? Où ? Nécessité de réserver ?
6.
Vous n'êtes pas satisfait de votre chambre. Vous voulez une chambre plus calme. Vous êtes disposé à payer un supplément.
7.
Votre avion pour Londres part ce soir à 20h15. Quand devez-vous libérer votre chambre ? Où pouvez-vous laisser vos bagages ?
8.
Vous voulez réserver dès à présent une chambre pour votre visite le mois prochain (12 au 15 février). Vous désirez une chambre double avec salle de bains, téléphone et connexion internet.
9.
Vous devez vous rendre à Paris. Vous avez rendez-vous demain à 9h30 dans une firme située au centre de Paris. Quels moyens de transport choisir pour y arriver à temps ?
126
Groep 2 : U bent de receptionist(e) van het hotel DE WITTE RAAF en verstrekt inlichtingen aan de klant op basis van de volgende gegevens. 1.
Il y a des taxis en permanence devant l’hôtel. Il est impossible de les réserver à l’avance.
2.
Petit déjeuner : de 6h30 à 9h30. Restaurant : Avenue, 2e étage de l’hôtel.
3.
Moyen de transport pour se rendre à l’aéroport de Zaventem : - train : toutes les ½ heures ; durée du trajet : 15 min. à partir de Bruxelles-Nord - taxi : +/-20 min., dépend de la circulation.
4.
Endroit disponible dans l’hôtel pour les réunions : - salle A : 30 personnes, prix/heure : EUR 112 - salle B : 10 personnes, prix/heure : EUR 50 - salle C : 50 personnes, prix/heure : EUR 145 Café et boissons rafraîchissantes durant les pauses : aucun problème, supplément de EUR 7,50 par personne.
5.
Heure du souper : 18h30 à 22h Où : restaurant Avenue, au 2e étage de l’hôtel ou au « Brussels Grill » au rez-de-chaussée Nécessité de réserver : uniquement pour groupe.
6.
Chambres donnant sur la rue : EUR 65/nuit Chambre avec vue sur le parc : EUR 75/nuit Il y a encore une chambre avec vue sur parc disponible. Supplément si changement de chambre : EUR 15.
7.
Les chambres doivent être disponibles à 11h. Les bagages peuvent être déposés dans un espace spécial sous surveillance.
8.
Aucun problème pour réserver pour le mois prochain. Demandez les dates et le type de chambre désirée. Prenez note. Un acompte de 25% doit être payé.
9.
Prendre le Thalys de 7h10 à Bruxelles-Midi ; arrivée à 8h35 à Paris-Nord. Là, il est conseillé de prendre le métro plutôt qu’un taxi pour se rendre dans le centre car nombreux embouteillages aux heures de pointe.
127
5. OP ZAKENREIS NAAR NEDERLAND : OVER CULTUURVERSCHILLEN 5.1. OPWARMING Cultuurverschillen spelen een belangrijke rol in zakenrelaties. U hoeft niet ver te gaan om cultuurverschillen te merken. Zo kunnen Belgische en Nederlandse zakenmensen in een gegeven situatie verschillend handelen of reageren. Welke kenmerken hieronder zijn volgens u kenmerkend voor Belgische en Nederlandse zakenmensen ? arrogant – conservatief – gierig (= avare) – openhartig (= franc) – vriendelijk – bescheiden (= modeste) – direct – kalm – gestrest – goed georganiseerd – gereserveerd – progressief – mooie praters – optimistisch – verlegen (= timide) – creatief – grappig. Belgen
Nederlanders
Geen van beide
Denkt u misschien nog aan andere kenmerken die de bovenstaande lijst kunnen aanvullen ?
5.2. LEESOEFENING 1.
Vat het onderwerp van het artikel in één zin samen :Het artikel gaat over …
2.
Juist of verkeerd ? Leg uit. “Taal maakt deel uit van cultuur. Mensen die dezelfde taal spreken – bijvoorbeeld Vlamingen en Nederlanders – hebben dus geen problemen om met elkaar zaken te doen.
3.
Lees de tekst op het volgende blad en vul de tabel hieronder in het Frans aan.
Différences
Flamands
Néerlandais
Conseils si vous faites des affaires avec les Néerlandais
1 2 3
5.3. SCHRIJFOEFENING Uw baas wil zakenrelaties met Nederland ontwikkelen. Schrijf een mail waarin u hem 5 tips geeft voor geslaagde contacten met Nederlandse zakenpartners.
128
Zoek de verschillen18 De Nederlander Evert van Wijk geeft communicatieadvies in Nederland en Vlaanderen, en schreef onlangs het boek 'Waarom Belgen niet kunnen voetballen en Nederlanders nooit wereldkampioen worden.' Bedoeling : Nederlanders en Vlamingen helpen die zaken doen met elkaar. Evert vertelt : “We denken dat we gelijk zijn omdat we dezelfde taal spreken, maar dat is een grote misvatting. We zijn compleet anders en moeten hier rekening mee houden.” Contactland versus contractland Over welke verschillen heeft Evert het precies ? Evert : “Om te beginnen is Nederland een contractland en België een contactland. Bij ons, Nederlanders, is het simpel : business is business : we sluiten een deal, schudden elkaar de hand en dan volgt er een eenvoudige lunch. Bij Vlamingen is dit ondenkbaar : jullie willen je zakenpartner eerst leren kennen en een persoonlijke relatie opbouwen. Dit heeft met vertrouwen te maken : jullie wantrouwen de andere partij tot het tegendeel is bewezen, terwijl wij de ander vertrouwen tot het tegendeel bewezen is. Er is een Vlaams gezegde : “Als een Nederlander je niet bedondert, is hij het vergeten.” Maar anderzijds is het ook zo : eens jullie je partner vertrouwen, verliest hij dit vertrouwen niet meer zomaar. Wij verbreken een zakenrelatie veel sneller als er iets fout loopt.” Hoe gaan we best om met dit verschil ? Evert : “Mijn advies voor de Nederlanders : respecteer dat je eerst het vertrouwen moet winnen van Vlamingen, heb geduld ook al gaat het traag en begin niet te pushen. Haal bijvoorbeeld nooit je papieren boven tijdens een zakenlunch. In Vlaanderen is zo’n etentje er om te zien of er een klik is. En mijn advies voor de Vlamingen : sta open voor andere culturen. Jullie moeten dringend vanonder jullie kerktoren vandaan komen en durven samenwerken met anderen. Verlaat eindelijk eens jullie eiland !” Een tweede verschil is dat Nederland een debatcultuur heeft en België niet. Evert : “Wij zijn direct en confronterend. Mijn kinderen hebben zowel in Nederland als Vlaanderen op school gezeten. Wel, dat was een cultuurshock. Als ze in de Vlaamse klas te horen kregen ‘dat mag niet’, dan vroegen ze ‘waarom niet’? Maar dat is bij jullie ongehoord : als het niet mag, mag het niet en daarmee uit. Ik wil Vlamingen duidelijk maken : die grote bek die wij opzetten, is niet bedoeld om jullie af te schrikken of te intimideren. Dat is gewoon de manier waarop wij met elkaar omgaan. Neem dit dus niet persoonlijk op. Verder zou ik adviseren : trek ook eens jullie bek open ! Discussies kunnen verrijkend zijn, niet ?” Duvel lekkerder dan Heineken Dat we van elkaar verschillen is positief, aldus Evert. Hierdoor vullen we elkaar perfect aan en zijn we de ideale zakenpartners. Hij legt uit : “België heeft een sterke industriële traditie. Goede producten maken zit in jullie genen. Wij leveren makkelijker knoeiwerk af. Ik heb huizen zien bouwen langs beide kanten van de grens. Wel, jullie werken doorgaans harder, en hebben meer gevoel voor kwaliteit. Kartonnen deurtjes zie je niet in België. Alleen zijn jullie zwak in het verkopen van jullie producten. Iedereen weet dat België het beste bier heeft, maar toch is Heineken veel bekender in het buitenland. En dát is iets waar wij wel in uitblinken : wij kunnen een verhaal verpakken en verkopen, en we hebben lef. Tot slot beantwoordt Evert de titel van zijn boek : “Simpel : wij worden geen kampioen omdat we ons overschatten en jullie kiezen altijd voor veiligheid, waardoor het sowieso niks wordt.” 18
Peirs, B. (2010), “Zoek de verschillen”, in: VDAB Magezine, december 2010, online beschikbaar [http://vdab.be/magezine/dec10/verschillen.shtml].
129
WOORDENSCHAT UIT DE TEKST SUBSTANTIEVEN advies (het) bedoeling (de) eiland (het) geduld (het) gezegde (het) grote bek (de) klik (de) knoeiwerk (het) lef (het) misvatting (de) = misverstand (het) samenwerking (de) - in samenwerking met tegendeel (het) veiligheid (de) verschil (het) vertrouwen (het) >< wantrouwen (het)
le conseil l’intention l’île la patience le proverbe la grande gueule le déclic le travail d’amateur, le bâclage l’audace l’erreur, la méprise la collaboration - en collaboration avec le contraire la sécurité la différence la confiance >< la méfiance
WERKWOORDEN EN WERKWOORDELIJKE UITDRUKKINGEN af/schrikken (schrok af - afgeschrokken) bedonderen (iem.) = iem. bedriegen bewijzen (bewees - bewezen) een deal sluiten (sloot - gesloten) een relatie op/bouwen >< verbreken elkaar aan/vullen elkaar de hand schudden het hebben over met iem. om/gaan pushen rekening houden met samen/werken met uit/blinken in verlaten vertrouwen (iem.) >< (iem.) wantrouwen - ik vertrouw je niet zich overschatten >< zich onderschatten
effrayer, intimider rouler, tromper qqn prouver, démontrer faire un deal construire >< briser une relation se compléter mutuellement se serrer la main parler de fréquenter qqn aiguillonner, pousser, stimuler tenir compte de collaborer avec exceller dans quitter avoir confiance en qqn >< se méfier de qqn - je ne te fais pas confiance se surestimer >< se sous-estimer
ADJECTIEVEN EN ADVERBIA doorgaans = gewoonlijk, meestal gelijk >< ongelijk, verschillend integendeel ondenkbaar = heel onwaarschijnlijk
généralement, habituellement semblable >< différent au contraire impensable, inconcevable 130
ongehoord = schandelijk onlangs = recent sowieso traag, langzaam >< snel, spoedig veilig verrijkend zwak >< sterk
révoltant, scandaleux récemment de toute façon lent >< rapide sûr enrichissant faible >< fort
6. SPREEKBEURT Situatie : U werkt bij een jonge KMO die hetzij in Vlaanderen hetzij in Nederland gelegen is. Dit jaar wil de onderneming nieuwe contracten sluiten met één van haar buurlanden (België of Nederland). Daarom zal uw baas in de komende maanden vaak op zakenreis moeten gaan om contracten voor te stellen aan nieuwe zakenpartners. Als management assistent(e) moet u alles voor hem organiseren. Opdracht
Per groep van 2 studenten
Voorbereiding van een zakenreis van 2 dagen van een Vlaamse zakenman op zakenreis naar Nederland of een Nederlandse zakenman op reis naar België.
Voor te stellen punten :
Voorstelling van de contactfirma gelegen in Vlaanderen of in Nederland. - Deze firma dient op Internet opgezocht te worden. - U spreekt over de ligging, de werkzaamheden en/of de producten, het personeel, … van dit bedrijf.
Voorstelling van de zakenreis : - vervoermiddelen + dienstregelingen + prijs ; - reserveringen van hotelkamers + beschrijving van het (de) gekozen hotel(s), gekozen formule wat de maaltijden betreft + prijs ; - voorstelling van het volledige reisschema (beroeps- en vrijetijdsactiviteiten)
Voorstelling van de stad of van de omgeving waar de contactfirma gelegen is : historisch en toeristisch overzicht (voornaamste bezienswaardigheden, musea, theaters, concerten, …)
U bent de management assistent(e) van deze zakenman en bij een infovergadering stelt u deze zakenreis aan de andere leden van de dienst voor aan de hand van PowerPoint (sleutelwoorden, tabellen, foto’s maar geen volledige zinnen !) ; deze voorstelling duurt ongeveer 10 minuten per groep.
Nuttige websites : http://www.toerismevlaanderen.be http://www.bookings.org (beste hotels per land) http://www.bit.be (business travel van Belgium International Travel) http://www.Holland.com http://www.nbt.nl (Nederlands bureau voor toerisme) 131
HOOFDSTUK 5 - HET BEDRIJFSLEVEN 1. EEN BEDRIJF VOORSTELLEN 1.1. LEESOEFENING : "COCA COLA ENTERPRISES"19 Op de volgende bladen vindt u informatie over het bedrijf “Coca Cola Entreprises”. Neem alle documenten door en vul de identiteitskaart van het bedrijf in het Frans aan. Filiales belges & activités 1. 2. Chiffre d’affaires Politique environnementale & objectifs visés 1. 2. 3. Produits & court descriptif 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Politique de marketing
19
www.cocacolabelgium.be, laast geraadpleegd op 24/01/2012
132
Coca-Cola Enterprises in België en Luxemburg Coca-Cola Enterprises Belgium (CCEB) en Coca-Cola Enterprises Luxembourg (CCEL) zijn dochtermaatschappijen van Coca-Cola Enterprises, Inc. Dit is een van de grootste bottelaars van de merken van The Coca-Cola Company wereldwijd. CCEB en CCEL produceren, verdelen en verkopen de dranken via verschillende kanalen, zowel rechtstreeks, als onrechtstreeks via tussenhandelaars, de leverancier van 18.046 klanten met meer dan 85.904 verkooppunten: grootwarenhuizen, kruideniers, horecazaken, ondernemingen, ziekenhuizen, bioscopen, tankstations, sportcentra, pretparken, enz.
Coca-Cola Services CCS is het filiaal van ‘The Coca-Cola Company’ in België. Het bedrijf verzorgt de consumentenmarketing, staat in voor de communicatie met het grote publiek voor Coca-Cola en beschikt in Anderlecht over laboratoria voor onderzoek en innovatie, productontwikkeling en kwaliteitscontrole. CCS telde eind 2010, 31 werknemers en is gevestigd in Anderlecht. Daarnaast telt CCS in Brussel nog 262 medewerkers die vanuit België werken voor internationale structuren van The Coca-Cola Company. Deze medewerkers houden zich bezig met onderzoek en innovatie op het gebied van product, verpakking en koelapparatuur, en met kwaliteitscontrole.
Innovatiecentrum In Anderlecht bevindt zich het tweede grootste innovatiecentrum van Coca-Cola wereldwijd. Hier ontwikkelen we jaarlijks meer dan 500 producten voor 108 landen. Naast het hoofdkantoor van Coca-Cola eindigde in 2010 de bouw van een proefbottelarij die jaarlijks 250.000 dranken voor consumententesten zal produceren. Door deze investering verdrievoudigt de capaciteit van de bestaande installatie. Een state-of-the-art aseptische productielijn biedt er nieuwe mogelijkheden voor het innoveren en produceren van koolzuurvrije dranken. Het innovatiecentrum van Coca-Cola groeide sinds de oprichting in 2000 gestaag. Tussen 2000 en 2009 vervijfvoudigde de personeelsbezetting van 30 tot 165 gespecialiseerde medewerkers, actief in productontwikkeling, ontwikkeling van verkoopapparatuur, milieu- en kwaliteitscontrole.
Kerncijfers
10 miljoen consumpties per dag
2.866 medewerkers met 27 verschillende nationaliteiten
29.000 indirecte arbeidsplaatsen
18.046 klanten met 85.904 verkooppunten
8.000 leveranciers
17 merken
151,5 miljoen euro investeringen in infrastructuur sinds 2008
Omzet 2010: 1,1 miljard euro
Tweede grootste Coca-Cola Innovatiecentrum ter wereld in Anderlecht
De eerste Coca-Cola werd verkocht in België in 1927 en in Luxemburg in 1937
133
Milieu Als toonaangevende speler in de drankensector wil Coca-Cola ook het voortouw nemen in acties die de impact van onze activiteiten op het milieu beperken.We definieerden langetermijndoelstellingen die we tegen 2020 willen realiseren.We spitsen ons hierin toe op de drie domeinen waarin onze invloed het grootst is:
Energie en klimaatbescherming - Tegen 2020 de totale CO2-voetafdruk van onze activiteiten verminderen met 15% tegenover 2007.
Duurzame verpakking en recyclage - De impact van onze verpakking beperken, het gebruik van hernieuwbare, herbruikbare en recycleerbare grondstoffen maximaliseren en het equivalent van 100% van onze verkochte verpakkingen terug inzamelen.
Waterbeleid - Een duurzaam waterbeleid gebaseerd op de bescherming van onze waterbronnen, het verminderen van ons watergebruik en het veilig teruggeven van het water dat we gebruiken in onze dranken.
Productie Vooraleer onze dranken bij de consument terechtkomen, hebben ze een lange weg af te leggen. Alles begint in onze productiecentra. Het productieproces is in grote mate geautomatiseerd en verloopt extreem snel. Het afgewerkte product moet beantwoorden aan de verwachtingen van de consument en aan zeer strikte normen, ondermeer inzake veiligheid en gezondheid. Er wordt dus permanent gecontroleerd of die normen worden nageleefd en waar nodig wordt er systematisch gecorrigeerd.
134
Een breed, gevarieerd aanbod Coca-Cola is wereldwijd actief in de sector van de niet-alcoholische dranken: frisdranken, waters, fruitsappen, sportdranken, energiedranken, ijsthees, koffies, melk, melkdranken en warme dranken. In 2010 werd in België en Luxemburg 5.118 miljoen liter niet-alcoholische dranken geconsumeerd. 17,8% daarvan werd geproduceerd door Coca-Cola. In België en Luxemburg bieden we je de keuze uit 17 merken, met verschillende caloriegehaltes en in uiteenlopende verpakkingsgroottes.
Frisdranken (Coca Cola, Fanta, Sprite): Elke frisdrank heeft een bijzondere smaak. Maar ze bevatten allemaal deze ingrediënten (water, suiker of andere zoetstof, vruchten- of plantenextracten, aroma's). Het verschil tussen de ene frisdrank en de andere? De dosering. Die bepaalt het karakter, en dus de smaak van de drank.
Sportdranken (Aquarius): Aquarius is oorspronkelijk een drankje uit de sportwereld en is zo samengesteld om je lichaam de stoffen te leveren die je nodig hebt tijdens het bewegen.
Ijsthees (Nestea) : Het "Nestea" gamma biedt de heerlijke frisheid van ijsthee, de geweldige smaak van fruit en de pittigheid van thee-extracten. De "Nestea" dranken bevatten minstens 16% minder suikers dan de meeste verfrissende suikerhoudende dranken.
Fruitsappen (Minute Maid): 100% puur sap en nectar
Waters (Chaudfontaine): Water is leven. Het is trouwens de enige drank die onmisbaar is voor de mens. De soorten water die op de markt worden verkocht zijn niet allemaal dezelfde. Hoewel sommige mensen absoluut geen verschil proeven, is het nuttig te weten dat hun samenstelling aanzienlijk kan verschillen.
Verrijkte waters (Glacéau vitaminwater): voor een dagelijkse ontspanning, biedt elke van onze 6 smaken een aangename en unieke mengeling van voedingsstoffen en bronwater aan om u te helpen schitteren de dag waarop de goden u in de steek laten, tijdens moeilijke vergaderingen, of de dag die volgt op een avond vol festiviteiten.
Energiedranken (Burn, Nalu, Monster): Dit zijn dranken die een belangrijke hoeveelheid cafeïne bevatten en een bijkomende energiebron zoals suiker. Deze dranken ondersteunen de fysieke en mentale activiteit bij krachtinspanningen.
Verwante marketing Geen reclame gericht op kinderen We waken over de impact van onze reclameboodschappen op kinderen. Voor Coca-Cola staan de ouders of de begeleiders centraal in het aankoopproces. De regels:
We adverteren niet op tv-zenders die zich specifiek richten op een publiek van kinderen jonger dan 12 jaar.
We adverteren niet voor, tijdens of na kinderprogramma’s of in jeugdbladen die een publiek hebben dat voor meer dan 50 % bestaat uit kinderen jonger dan 12.
135
1.2. SCHRIJFOEFENING Schrijf een korte beschrijving van het bedrijf Coca Cola Belgium. Gebruik de onderstaande informatie zonder die letterlijk te vertalen.
Coca-Cola est une entreprise multinationale présente dans plus de 200 pays dans le monde. Elle occupe environ 49 000 travailleurs dans son siège principal et dans ses filiales. Cette entreprise produit plus de 400 marques différentes et veut offrir à ses consommateurs des produits de qualité. En Belgique, l’entreprise est responsable de la production de boissons rafraîchissantes entre autres dans plusieurs sites de production, de la distribution et de la vente dans de nombreux points de vente comme les supermarchés, les épiceries, les hôpitaux, les entreprises, etc. En 2010, la filiale belge a réalisé un chiffre d’affaires de 998 millions d’euros et a produit plus de 881 millions de litres. Le siège de l’entreprise est établi à Anderlecht et le bâtiment dispose de nombreuses facilités pour son personnel : un restaurant d’entreprise, une agence bancaire, un centre de fitness… Pour plus de renseignements sur l’entreprise ou pour poser votre candidature, vous pouvez consulter le site internet www.cocacolabelgium.be.
1.3.SPREEKOEFENING Bespreek de volgende vragen met uw buur. 1.
Wat is volgens u een succesvol bedrijf ? Welke factoren beïnvloeden het succes van een bedrijf ?
2.
Kent u de naam van succesvolle bedrijven :
3.
op internationaal niveau ?
op Europees niveau ?
op Belgisch niveau ?
Kent u de bedrijven hieronder ? a. Wat voor producten verkopen ze ? b. Wat is het gemeenschappelijke punt tussen die bedrijven ?
136
1.4. LUISTEROEFENING20 Bekijk de video en beantwoord de vragen in het Nederlands. 1.
Telenet is een ………………………………………… onderneming, terwijl LibertyGlobal een ………………………………………… bedrijf is.
2.
Wat is het verband tussen beide bedrijven ?
3.
Wanneer werd Telenet gesticht ?
4.
Juist of verkeerd ? Staaf uw antwoord. Een aandeel van Telenet is 45 euro waard.
1.5.WOORDENSCHAT SUBSTANTIEVEN afdeling (de) afval (het/de) (steeds enk.) alcoholvrije drank (de) arbeidsmarkt (de) assortiment (het) bedrijfsleven (het) bedrijfsrestaurant (het) behoefte (de) beleid (het) benadering (de) beroepsbevolking (de) beschikbaarheid (de) beslissing (de) bestanddeel (het) bevoegdheid (de) bouw (de) broeikasgas (het) concern (het) consument (de) consumptieartikel (het) departement (het) dienstverlening (de) dochterbedrijf (het) = filiaal (het) geest (de) 20
le département les déchets la boisson non alcolisée le marché du travail l’assortiment le monde des entreprises le restaurant d’entreprise le besoin la politique l’approche la population active la disponibilité la décision le composant la compétence la construction le gaz à effet de serre la multinationale le consommateur l’article de consommation le département la prestation de services la filiale l’esprit
Eén, het journaal 20/09/2012
137
grondgebied (het) groothandel (de) grootwarenhuis (het) = supermarkt (de) handel (de) hiërarchie (de) hoeveelheid (de) hoofdactiviteit (de) horecazaak (de) imago (het) jobinhoud (de) keten (de) kleinhandel (de) KMO (de) landbouwsector (de) medewerker (de) merk (het) mijnbouw (de) milieu (het) moedermaatschappij (de) multinational (de) nadeel (het) nauwkeurigheid (de) netwerk (het) non-profitsector (de) omzet (de) onderhoud (het) onderwijs (het) onderzoek (het) en ontwikkeling (de) organisatieschema (het) overheid (de) prioriteit (de) proces (het) producent (de) product (het) productgroep (de) stap (de) tewerkstelling (de) troef (de) tussenhandelaar (de) uitstoot (de) veiligheid (de) vennootschap (de) verkooppunt (het) verschil (het) vertrouwen (het)
le territoire le commerce de gros le supermarché le commerce la hiérarchie la quantité l’activité principale l’entreprise du secteur horeca l’image le contenu du travail la chaîne (de magasins) le commerce au détail la PME le secteur agricole le collaborateur la marque le secteur minier l’environnement la société mère la multinationale le désavantage la précision le réseau le secteur non marchand le chiffre d’affaires l’entretien, conversation l’enseignement la recherche et développement l’organigramme les pouvoirs publics la priorité le processus le producteur le produit le groupe de produits l’étape l’emploi l’atout l’intermédiaire l’émission (de gaz) la sécurité la société le point de Vente la différence la confiance
138
visserij (de) voldoening (de) voordeel (het) vooruitgang (de) waarde (de) werkgever (de) werknemer (de) winst (de) zakencijfer (het)
la pêche la satisfaction l’avantage le progrès la valeur l’employeur le travailleur les bénéfices le chiffre d’affaires
WERKWOORDEN aan iets voldoen behalen behoren tot besluiten, (besloot - besloten) bestaan (bestond - bestaan) bestaan uit communiceren gevestigd zijn terug/brengen tot omschrijven (omschreef - omschreven) omvatten ontstaan (ontstond - ontstaan) op/richten proberen iets te doen produceren samen/werken stijgen (steeg-gestegen) terug/dringen (drong terug - teruggedrongen) tewerk/stellen toe/nemen (nam toe-toegenomen) toe/passen uit/groeien tot uit/werken vermelden verpakken vertegenwoordigen waarborgen zich ontwikkelen
satisfaire à obtenir appartenir à décider exister se composer de communiquer être établi ramener qqchose à décrire avec précision comprendre naître, voir le jour créer, fonder essayer de produire collaborer augmenter limiter, réduire employer augmenter appliquer se développer en mettre au point mentionner emballer représenter garantir se développer
ADJECTIEVEN EN ADVERBIA circa duurzaam eigenlijk
environ durable en fait
139
gedeeltelijk gespecialiseerd hiërarchisch onafhankelijk = zelfstandig, autonoom onontbeerlijk slechts = enkel = alleen tegenwoordig = nu uiteenlopend uitstekend volledig >< onvolledig voortdurend = onophoudelijk wereldwijd = in de hele wereld
partiellement spécialisé hiérarchique indépendant, autonome indispensable seulement actuellement divers, varié excellent complet >< incomplet en permanence, continuellement dans le monde entier
PREPOSITIES dankzij ondanks
grâce à malgré
UITDRUKKINGEN aan de gang zijn belanstelling tonen voor betrokken zijn bij iets bij iem. terecht/kunnen een beleid voeren een functie in/vullen eigendom zijn van ervaring op/doen in dienst hebben in iets slagen in/staan voor iets met als doel met pensioen gaan naar beneden komen op het vlak van op iets steunen rekening houden met ter wereld tot iets bij/dragen verantwoordelijk zijn voor verdeeld zijn over voor zijn rekening nemen wat bedoelt u daarmee ? wergelegenheid scheppen zijn stem laten horen zonder enige twijfel
être en cours montrer de l’intérêt pour être impliqué dans qqchose s’adresser à qqun mener une politique remplir une fonction être la propriété de acquérir de l’expérience avoir à son service réussir dans qqchose s’occuper de avec pour but partir à la retraite descendre sur le plan de se baser sur tenir compte de au monde contribuer être responsable de être réparti sur prendre à son compte, représenter qu’entendez-vous par là ? créer de l’emploi faire entendre sa voix sans aucun doute
140
2. BEDRIJVEN EN FAIRTRADE 2.1. SPREEKOEFENING Bespreek de volgende vragen met uw buur. 1.
Kent u de bedrijven hieronder ? a. Wat hebben ze gemeen ? b. Wat voor producten verkopen ze ?
2.
Wat is volgens u het basisprincipe van eerlijke handel ?
3.
Koopt u soms producten uit de eerlijke handel ? Zo ja, welke ? Zo niet, waarom ?
4.
Wat is volgens u het belangrijkste : de oorsprong van een product of zijn prijs ? Leg uit.
5.
Zouden bedrijven fair trade moeten bevorderen ? Wat zouden ze bijvoorbeeld kunnen doen ?
6.
Zou u graag in een “eerlijk” bedrijf willen werken ? Waarom wel, waarom niet ?
141
2.2. LEESOEFENING : "GROTE BEDRIJVEN GAAN VOOR FAIR TRADE" A.
Juist of verkeerd ? Staaf uw antwoord met een fragment uit de tekst. 1. Fair trade heeft eerst succes geboekt in kleine bedrijven en pas daarna in grote bedrijven.
2. De Belgische Starbuckswinkels gaan binnenkort uitsluitend fairtradekoffie aanbieden.
B.
Beantwoord de vragen in het Frans 1. Welk soort product verkoopt het bedrijf Candico ?
2. In welke zin past het verkopen van fairtradeproducten in het bedrijfsbeleid van Verkade ?
3. Welke factoren kwamen er in aanmerking voor het uitroepen van Verkade als “Merk van het Jaar” ?
C.
Vul de zinnen aan met een woord uit de tekst 1. Steeds meer landbouwers maken de o…………………………………….. naar de biolandbouw. 2. Na de wedstrijd werd de overwinnaar t…………………………………………… 3. De directeur k………………………………… gisteren aan dat de fabriek moest sluiten. 4. D……………………………………………….. ondernemen staat hoog op de agenda van de textiel-, hout- en meubelbedrijven in Vlaanderen. 5. De dokter wil weten of de patiënt goed r……………………………………… op de medicijnen. 6. Mag ik u een kopje koffie a………………………………………………. ? 7. Hij heeft zijn b……………………………….. niet gehouden. Ik geloof hem niet meer. 8. Goed onderwijs d……………………………….. bij aan de ontwikkeling van kinderen. 9. Hij werd u…………………………………………………. tot voetballer van het jaar. 10. Wil je even op mijn tas l………………………………… ? Ik kom zo terug.
142
Grote bedrijven gaan voor fair trade21 Steeds meer grote bedrijven kiezen voor fair trade. Het Belgische rietsuikerbedrijf Candico liet eind september weten dat zij voortaan 100% fair trade zouden gaan. Starbucks verdubbelt dan weer zijn aankoop fairtradekoffie en gaat voor 100% fairtrade-espresso in Groot-Brittannië. Het Nederlandse chocolade- en koekjesbedrijf Verkade maakte eerder dit jaar al de overstap. Fairtradeproducten vonden in het verleden hun weg al naar kleinere bedrijven. Nu bewijzen steeds meer grote bedrijven dat Fair Trade ook op grote schaal mogelijk is. Een tendens die OxfamWereldwinkels en heel wat producenten in het zuiden toejuichen. Candico 100% fair trade Candico kondigt eind september aan om 100% fair trade te gaan. Hiermee is Candico het eerste Belgische merk dat zijn bestaande productenprogramma volledig overschakelt naar fair trade. Het bedrijf trekt dus resoluut de kaart van duurzaam ondernemen. De Candico rietsuikerklontjes krijgen een nieuwe verpakking en zullen het Max Havelaarkeurmerk dragen, als garantie voor de consument. Op jaarbasis gaat het om meer dan 2000 ton. Hierdoor stijgt de verkoop van fairtradesuiker wereldwijd met 14% ! Starbucks reageert op sterke vraag naar fair trade De sterke vraag naar duurzamere koffie valt ook bij Starbucks niet in dovemansoren. De koffiegigant lanceerde zijn eigen duurzame standaard en bood ook een bescheiden gamma fairtradeproducten aan. De koffieketen heeft nu beslist om haar aankoop fair trade wereldwijd te verdubbelen. Deze beslissing zal vooral voelbaar zijn in Groot-Brittannië, waar de Starbuckswinkels voortaan enkel fairtrade-espresso’s zullen aanbieden. De belofte van Starbucks om 100% fairtradekoffie aan te bieden in hun UK-winkels is zeker een stap in de goede richting. Hopelijk kan het ook de Belgische Starbuckswinkels inspireren om de overstap te maken. Omschakeling Verkade naar fair trade wordt beloond Het Nederlandse chocolade- en koekjesbedrijf Verkade kondigde eerder dit jaar aan om zijn aanbod volledig om te schakelen naar fair trade. Bart Merkus, directeur van Verkade argumenteert : “Het past in onze visie en de wijze waarop wij als bedrijf willen acteren : mensgericht, beter voor het milieu en verstandig economisch ondernemen. Het mooie is overigens dat onze overstap naar Fair Trade ook intern het nodige in beweging heeft gezet. Iedereen die hier werkt, is trots op Verkade en het feit dat we nu nog meer bijdragen aan een betere wereld.” Intussen heeft de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) Verkade uitgeroepen tot Merk van het Jaar. Voor deze prijs werd speciaal gelet op de kwaliteit, het innovatievermogen en de expressiviteit van de producten. De overstap naar fair trade heeft zeker meegespeeld in het behalen van de titel. Verkade laat hiermee bedrijven als Douwe Egberts en Pickwick achter zich.
21
Oxfam Wereldwinkels, http://www.publicaffairs.be/pageview.aspx?pv_mid=6877, laatst geraadpleegd op 25/01/2012
143
WOORDENSCHAT UIT DE TEKST behalen bij/dragen aan duurzaam in dovemansoren vallen keten (de) keurmerk (het) letten op mensgericht merk (het) om/schakelen naar omschakeling (de) op grote schaal over/schakelen naar overstap (de) >>> de overstap maken rietsuikerbedrijf (het) rietsuikerklontje (het) stijgen met toe/juichen trots zijn op uit/roepen tot verpakking (de) voelbaar voortaan
obtenir contribuer à durable tomber dans l’oreille d’un sourd la chaîne le label, la marque faire attention à à vocation sociale la marque réorienter vers la réorientation à grande échelle passer à le passage >>> franchir le pas l’entreprise de sucre de canne le morceau de sucre de canne augmenter de applaudir, acclamer être fier de proclamer l’emballage perceptible, sensible désormais
2.3. SCHRIJFOEFENING Denkt u dat fair trade in de toekomst steeds populairder zal worden ? Hoe kan fair trade in bedrijven bevorderd worden ? Geef uw mening in een korte tekst van ongeveer 100 woorden. Gebruik in uw tekst de volgende woorden gepast en onderstreep ze : Enerzijds… anderzijds… – volgens mij – bovendien – ten slotte.
144
2.4. ROLLENSPEL Situatie : U vertegenwoordigt een Belgisch bedrijf dat eerlijke producten verkoopt. Uw bedrijf doet mee aan een wedstrijd en is in concurrentie met andere Belgische bedrijven voor de Fairtradeprijs. Als u de prijs wint, zal het geld naar arbeiders van de Derde Wereld gaan. Zoiets zou natuurlijk goede reclame maken voor uw onderneming. De klas wordt in drie groepen verdeeld. Alle studenten van eenzelfde groep vertegenwoordigen één van de bedrijven hieronder. Ze maken een lijst van argumenten op waarom hun bedrijf de Fairtradeprijs verdient. Daarna worden de groepen gesplitst en worden er nieuwe groepen gevormd met telkens één vertegenwoordiger van elk bedrijf. Elke student komt op voor zijn eigen onderneming en stelt zijn argumenten voor. Op het einde wordt er gestemd om de winnaar te bepalen. Hierbij mogen studenten niet voor hun eigen onderneming stemmen.
KANDIDAAT 1: UBUNTU COLA
[www.brusselnieuws.be, 03/03/2011]
Met Ubuntu Cola ligt er sinds kort een nieuwe frisdrank in sommige winkelrekken. Het drankje is door het Molenbeeks bedrijf Smile Factory op de Belgische markt gebracht. Het is een product uit eerlijke handel, gemaakt met rietsuiker van boeren uit Malawi en Zambia. Een blikje Ubuntu Cola Ubuntu Cola is in Engeland opgericht en wordt sinds kort ook verdeeld in ons land door Smile Factory. Het is de eerste fairtrade cola ter wereld. "De arbeiders op de plantages worden zes keer meer betaald dan anderen," zegt Kevin Deryckere van Smile Factory. "Per geleverde ton suiker krijgen ze een premie van 480 dollar." Daarnaast gaat 15 procent van de winst ook nog eens terug naar de arbeiders in Afrika. Net als het gelijknamige besturingssysteem voor PC's, verwijst de naam van de nieuwe frisdrank naar de Afrikaanse Ubuntu-filosofie. Die legt de nadruk op intermenselijke relaties en de verbondenheid van het individu met de gehele mensheid.
145
KANDIDAAT 2: SJAMMA
[Wablieft 08/09/2010]
Fair trade of eerlijke handel? Dan denk ik aan chocolade in de winkels van Oxfam. Of aan bananen van het merk Max Havelaar. Weet je dat ook stoffen en kleding 'fair trade' kunnen zijn? Vorige week ontdekte ik de winkel Sjamma in Gent. Het is rustig als ik de winkel binnenstap. Ik zie meteen een mooie trui hangen. Even later vind ik leuke oorbellen, een sjaal en een tas. "Kan ik je helpen?", vraagt een vrouw me. Ze heet Bea Deboeck. Zij is de eigenares van Sjamma. 'Fair trade' Spullen die 'fair trade' zijn, komen meestal uit Zuid-Amerika, Azië en Afrika. De arbeiders en boeren uit die gebieden krijgen een goede prijs voor de spullen die ze maken. De mensen kunnen dus goed leven van hun werk. Ze hebben ook geld genoeg om hun kinderen naar school te sturen. Katoen en zijde "Grote bedrijven willen vaak enkel geld verdienen", zegt Bea. "Daarom laten ze hun arbeiders gevaarlijk en ongezond werk doen, tegen een heel laag loon. Dat vinden we niet kunnen." Sjamma koopt 'fairtrade' katoen en zijde uit het zuiden. "We betalen een eerlijke prijs voor de stoffen", zegt Bea.
KANDIDAAT 3: FAIREBEL
[http://befair.be/nl/content/eerlijke-handel-ook-het-noorden]
Flashback: 2009, melkcrisis in Europa bereikt hoogtepunt. Schokkende beelden gaan de wereld rond: boze Belgische boeren op de rand van het failliet lozen miljoenen liters melk in een wei. Ook zij eisen een eerlijke prijs, een eerlijke handel. Ook bij ons worden landbouwproducenten gepusht om meer te produceren voor een steeds lagere eenheidsprijs. De fairtradebenadering zou voortaan dus ook gebruikt kunnen worden voor verschillende Europese producenten die oude kennis met moderne technieken willen combineren om zo een duurzaam landbouwmodel te bekomen dat het sociale weefsel stimuleert; producenten die hun boerderij als een levend ecosysteem zien en kwalitatieve, gezonde en voedzame producten aanbieden met respect voor de gebruikte natuurlijke grondstoffen en dus respectvol voor de consument. FAIREBEL, hippe eerlijke melk van bij ons! Ten gevolge van de nooit eerder geziene crisis in de landbouwsector, lanceren de Belgische boeren hun eigen solidaire merk FAIREBEL. De melk wordt door de coöperatie FAIRCOOP aan de supermarkten verkocht en het label garandeert een fatsoenlijk inkomen voor alle actoren in de Belgische melkproductieketen.
146
WOORDENSCHAT Tekst 1 besturingssysteem (het) de nadruk leggen op een bedrijf op/richten eerlijke handel (de) gelijknamig = met dezelfde naam in de winkelrekken premie (de) rek (het) rietsuiker (de) verbondenheid (de) verdelen verwijzen naar winst (de) >< verlies (het)
le système d’exploitation mettre l’accent sur fonder, créer une entreprise le commerce équitable du même nom dans les rayons des magasins la prime l’étagère le sucre de canne la solidarité distribuer référer à le bénéfice, gain >< la perte
Tekst 2 binnen/stappen (een winkel) - ik stap de winkel binnen eigenaar (de), eigenares (de) gebied (het) > op het gebied van geld verdienen katoen (het/de) merk (het) meteen = onmiddellijk, direct ontdekken oorbel (de) sjaal (de) spul (het) stof (de) (≠ het stof) tegen een laag/hoog loon trui (de) zijde (de)
entrer dans un magasin le propriétaire, la propriétaire la région, le domaine > dans le domaine de gagner de l’argent le coton la marque directement, tout de suite découvrir la boucle d’oreille le fichu, foulard la marchandise la matière (≠ la poussière) pour un bas/haut salaire le pull la soie
Tekst 3 bekomen = krijgen (zijn) hoogtepunt bereiken duurzaam eenheidsprijs (de) fatsoenlijk gevolg (het) > ten gevolge van grondstof (de) hoogtepunt (het) inkomen (het) = het loon, het salaris keten (de) > melkproductieketen landbouw (de) lozen op de rand van het failliet pushen (iem.) tot voeden > voedzaam voortaan weefsel (het) wei (de)
recevoir, obtenir atteindre son apogée durable le prix à l’unité correct, convenable la conséquence > en conséquence de la matière première le point culminant, l’apogée le salaire, le revenu la chaîne > chaîne de production laitière l’agriculture déverser au bord de la faillite pousser qqn à nourrir > nourrissant désormais le tissu, la toile la prairie
147
3. GRAMMATICA : DE VOORNAAMWOORDELIJKE BIJWOORDEN 3.1. LES DIFFÉRENTS TYPES D’ADVERBES PRONOMINAUX
adverbe pronominal personnel :
er + préposition (erop, ervan, erover...)
adverbe pronominal démonstratif :
hier /daar + préposition (hiervan, daarover...)
adverbe pronominal interrogatif :
waar + préposition (waarvan, waarmee...)
adverbe pronominal relatif :
waar + préposition (waarvan, waarmee...)
3.2. A QUOI SERVENT-ILS ? à remplacer un complément prépositionnel (c-à-d. introduit par une préposition) ex. : Hij speelt met de bal Hij speelt ermee. Hij speelt met die bal. Hij speelt daarmee. / Daarmee speelt hij. / Daar speelt hij mee. Hij speelt met deze bal. Hij speelt hiermeer. / Hiermee speelt hij. / Hier speelt hij mee.
3.3. DANS QUEL CAS DOIT-ON UTILISER UN ADVERBE PRONOMINAL ? Lorsqu’on veut remplacer un complément prépositionnel dont le centre est un nom de chose ou un nom désignant des animaux. ex. :
- Wacht je op het antwoord ?
Ja, ik wacht erop.
- Ik heb het moeilijk met deze oefening. - Ik heb het moilijk met die oefening.
Ik heb het moeilijk hiermee. Ik heb het moelijk daarmee.
- Ik wacht op uw vraag.
Waarop wacht u ?
- De tekst is heel lang. - Ik praat over de tekst.
De tekst waarover ik praat, is heel lang.
S’il s’agit de personnes, on n’utilise pas d’adverbes pronominaux, mais : ex. :
préposition + pronom personnel préposition + pronom démonstratif préposition + pronom interrogatif préposition + pronom relatif
- Ik wacht niet op mijn ouders. - Ik hou niet van die man. - Ik hou wel van deze jongen. - Ik wacht op de bakker. - Jan werkt bij de bakker. - De bakker is jong.
hem / haar / me ……….. deze / die / dit/ dat wie wie
Ik wacht niet op hen. Ik hou niet van die. Ik hou wel van deze. Op wie wacht je ? De bakker bij wie Jan werkt, is jong.
148
3.4. TRANSFORMATION DE CERTAINES PRÉPOSITIONS DANS UN ADVERBE PRONOMINAL
met mee
ex. : Waarmee kan ik u helpen ?
tot toe
ex. : Waartoe dient dat ?
naar
1) heen of naartoe (mouvement) ex. : Ben je al naar de winkel geweest? Nee, ik ga er nu naartoe. 2) naar
van
(dans les autres cas) ex. : Luister je vaak naar het nieuws? Ja, ik luister er elke dag naar.
1) vandaan origine
ex. :
Ik kom van Brussel. Waar kom je vandaan ?
3) af
ex. :
Hij is van die ladder gevallen. Hij is daaraf gevallen.
chute
3.5. TMÈSE (= SÉPARATION) DES ADVERBES PRONOMINAUX
Les adverbes pronominaux démonstratifs interrogatifs relatifs ex. :
peuvent toujours s'écrire en un mot.
Waarmee speelt hij ? Daarmee speelt hij. Ik werk graag hiermee. De tekst waarover ik praat, ……
Les adverbes pronominaux personnels doivent être scindés (lorsqu'un constituant autre que le sujet se trouve entre le verbe conjugué et le reste verbal). Certains éléments de la phrase se placent donc entre er et la préposition. Place de ER
après le groupe SUJET/VERBE (et après le pronom personnel, le cas échéant) ex. :
Place de la PREPOSITION
Ik heb nog niet nagedacht over de toekomst. Ik heb er nog niet over nagedacht. Hij heeft me soms over zijn problemen verteld. Hij heeft me er soms over verteld. devant le reste verbal (càd. la particule séparable, le participe passé, l'infinitif) devant 1) klaar (prêt) (met) 2) bezig (occupé) (met) 3) nodig (nécessaire) (voor)
149
Exemples : 1) Komt hij nog met zijn rapport terug ? Nee, hij komt er niet meer mee terug. 2) Heb je gisteren met hem met de bal gespeeld ? Nee, ik heb er gisteren met hem niet mee gespeeld. 3) Zult u het boek op de kast leggen ? Nee, ik zal er het boek niet op leggen. 4) Ben je klaar met je werk ? Nee, ik ben er nog niet mee klaar. 5) Ben je nog bezig met je werk ? Ja, ik ben er nog mee bezig. 6) Heb je nog 25 euro nodig voor de reis ? Ja, ik heb er nog 25 euro voor nodig. NB En subordonnée, "er" se place après le sujet, et la préposition se place devant le groupe verbal. Ex.: Hij zegt dat hij er altijd van gedroomd heeft.
3.6. ADVERBE PRONOMINAL PERSONNEL (ER + PREP.) COMPLEMENT PROVISOIRE Quand un verbe ou un adjectif à préposition fixe (cf. liste sur les pages suivantes) ont pour complément une proposition infinitive ou subordonnée, on annonce cette dernière dans la phrase principale par er + préposition (cf. préposition fixe exigée par le verbe ou l'adjectif en question). Exemples : o
Ze droomt van een modecarrière. Hij droomt ervan piloot te worden.
o
De secretaresse zorgt voor de post. De secretaresse zorgt ervoor dat de brief op tijd wordt gepost.
o
Ik ben zeker van mijn antwoord. Ben je er zeker van dat we op de goede weg zitten ?
o
Ze is trots op haar kinderen. Ze is er trots op dat haar zoon afgestudeerd is.
150
3.7. LIJST VAN DE FREQUENTSTE WERKWOORDEN EN UITDRUKKINGEN MET VASTE PREPOSITIES Aan/passen aan iets
Adapter à…
Akkoord gaan met iets
Être d’accord avec…
Zich abonneren op iets
S’abonner à…
Afhankelijk zijn van iemand (iets)
Être dépendant de…
Bang zijn voor iemand
Avoir peur de…
Beginnen aan iets
Commence à…
Beginnen met iets
Commencer par…
Behoren tot iets
Appartenir à…
Zich beperken tot iets
Se limiter à …
Beschikken over iets
Disposer de…
Bestaan uit iets
Se composer de…
Boos worden op iemand
Se fâcher sur qqn
Deel/nemen aan iets
Participer à…
Denken aan iemand
Penser à qqn
Denken over een probleem
Penser à un problème
Dienen tot iets
Servir à…
Dromen van iets
Rêver de…
Het eens zijn met
Être d’accord avec…
Iemand feliciteren met iets
Féliciter qqn pour…
Gebruik maken van iets
Utiliser qch
Geloven in iemand
Croire en qqn
Gelukkig zijn met iets
Être heureux de…
Genieten van iets
Profiter de …
Op de hoogte zijn van iets
Être au courant de…
Interesse hebben voor iets
Avoir de l’intérêt pour…
Geïnteresseerd zijn in iets
S’intéresser à…
Invloed hebben op iemand
Avoir une influence sur…
Klagen over iets
Se plaindre de …
Lachen om iemand
Rire de qqn
Letten op iets
Faire attention à…
Lijden aan iets
Souffrir de …
Lijken op iemand
Ressembler à…
151
Luisteren naar iets
Écouter…
Mee/doen aan iets
Participer à…
Na/denken over iets
Réfléchir à…
Nieuwsgierig zijn naar iets
Être curieux de…
Op/houden met iets
Arrêter de …
Overtuigd zijn van iets
Être convaincu de…
Protesteren tegen iets
Protester contre…
Reageren op iets
Réagir à…
Recht hebben op iets
Avoir droit à…
Rekenen op iets
Compter sur…
Rekening houden met iets
Tenir compte de…
Slagen in iets
Réussir à…
Slagen voor een examen
Réussir un examen
Slecht zijn in iets
Être mauvais en…
In staat zijn tot iets
Être capable de …
Stoppen met iets
Arrêter de…
Strijden tegen iets
Se battre contre…
Tevreden zijn over iemand
Être satisfait/content de…
Trots zijn op iets / iemand
Être fier de…
Twijfelen aan iets / iemand
Douter de…
Verantwoordelijk zijn voor iets
Être responsable de…
Zich verheugen op iets
Se réjouir de…
Vertrouwen hebben in iemand
Avoir confiance en qqn
Voldoen aan een wens
Satisfaire à, répondre à un souhait
Zich voor/bereiden op iets
Se préparer à…
Zeker zijn van iets
Être sûr de…
Zoeken naar iets
Chercher qch
Zorgen voor iemand / iets
S’occuper de, veiller à…
Zich zorgen maken over iets / iemand
Se faire du souci pour…
Zwijgen over iets
Se taire au sujet de…
152
3.8. OEFENINGEN A.
Vervang het onderstreepte door een voornaamwoordelijk bijwoord of door een prepositie + persoonlijk voornaamwoord.
1.
Ze beschikken al over een nieuw boek.
2.
Ik heb mijn boeken op die nieuwe tafel gelegd.
3.
Ik ben nog niet met mijn werk begonnen.
4.
Sorry, ik heb niet naar het nieuws geluisterd.
5.
Is hij al klaar met zijn huiswerk ?
6.
In de vakantie logeer ik vaak bij mijn tante.
7.
Ik kijk zelden naar de televisie.
8.
Ze beschikken nog niet over warm water.
9.
De koffer ligt zeker onder het bed.
10. Ik ga met mijn grootvader naar het ziekenhuis. 11. Ik hou niet van spinazie. 12. Hij sprong plots van de bank en brak zijn been. 13. Hij steekt het geld in zijn broekzak. 14. De heer Jansens is boos op juffrouw Dalemans omdat ze de brief niet op tijd heeft gepost. 15. Hij was echt verbaasd over zijn resultaten. 16. Ik heb bloemen voor mijn zus gekocht. 17. De man stapte moeilijk uit de auto. 18. Mijn zus is allergisch voor gluten. 19. Ze liepen zo snel mogelijk naar het station. 20. Ik wachtte een half uur op de studenten. Blijkbaar stond ik in een verkeerd lokaal. 153
B.
Vul het tweede deel van het voornaamwoordelijk bijwoord in.
1.
Je moet me alles weer uitleggen, want ik heb er niet veel …….. begrepen.
2.
De hond van de buren ? Ik ben er zeker niet bang ……..
3.
Waar ga je nu weer ………. ? Je hebt je huiswerk nog niet gemaakt.
4.
Roken is slecht voor de gezondheid, maar ik kan er helaas niet ……… stoppen.
5.
Onze bus is blijkbaar niet op tijd, maar ik kan er niet langer …….. wachten.
6.
De situatie is veranderd, we moeten er ons dan ook ……….. aanpassen.
7.
Drie dagen vakantie ? Daar heb je zeker geen recht ………….. !
8.
Ik vraag me echt af waar dit apparaat …………. dient.
9.
Het reglement ? Hij heeft er opnieuw geen rekening …………… gehouden.
10. Ik weet echt niet waar ze …………… komt. Vroeger leefde ze in Congo. 11. Dat moet geheim blijven. Met andere woorden, jullie moeten er…………….. zwijgen. 12. Daar zijn we zeker niet verantwoordelijk …………….. ! 13. Piet is niet tevreden: hij had er………… gerekend dat jullie allemaal mee zouden komen. 14. Mijn ouders zijn naar een concert geweest. Ze komen er net ………………. 15. Waar…………. kan ik u van dienst zijn ? C.
Vertaal in het Nederlands.
1.
Tu dois y réfléchir.
2.
Nous en sommes certains.
3.
Le nouveau cinéma ? Je n’y suis pas encore allé.
4.
J’y ai participé l’an dernier.
5.
Nous devons absolument en tenir compte.
6.
Elle a toujours rêvé de devenir actrice.
7.
Je doute que les prix diminuent.
8.
Veillez à arriver bien à temps à l’aéroport.
9.
Je suis fier que tu aies réussi ton examen.
10. Je ne suis pas sûre que ces informations soient fiables. 154
4. STRESS OP HET WERK 4.1. TIPS TEGEN STRESS SITUATIE Uw collega heeft last van stress en heeft u om hulp gevraagd. U hebt informatie op het internet opgezocht om hem/haar een paar tips te kunnen geven.
WOORDENSCHAT Le conseil > les conseils Demander conseil à quelqu’un Conseiller quelqu’un Suivre le conseil de quelqu’un Sur conseil du médecin
= ……………………………………………….. = ……………………………………………….. = ……………………………………………….. = ……………………………………………….. = ………………………………………………..
SCHRIJFOEFENING Formuleer op basis van de tekst op het volgende blad een aantal nuttige raadgevingen voor uw collega. Maak de onderstaande zinnen compleet. 1.
Ik raad je aan ....................................................................................................................................
2.
Het is een goed idee ........................................................................................................................
3.
Het is aangeraden .............................................................................................................................
4.
Als ik jou was, ..................................................................................................................................
5.
Misschien zou je ...............................................................................................................................
6.
Volgens mij ......................................................................................................................................
7.
Wat vind je van ................................................................................................................................
8.
Ik raad je af .......................................................................................................................................
9.
..............................................................................................................................zou je goed doen.
10. Besteed misschien meer tijd aan ....................................................................................................
WOORDENSCHATOEFENING : VUL EEN PREPOSITIE IN. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Muntthee is een goede remedie …………………….. maagpijn. Er zijn sociale ongelijkheden ……………… het vlak van gezondheid. Veel verkeersongevallen zijn te wijten ……………… overdreven snelheid. De overheid heeft maatregelen genomen ter preventie …….. georganiseerde criminaliteit. Dit boek is ……………. stand gekomen door samenwerking tussen twee auteurs. InBev ontstond …….. de fusie van het Belgische Interbrew met het Braziliaanse AmBev. Er worden affiches verdeeld om te wijzen …….. het belang ……… de veiligheidsgordel. De nieuwe regels zijn vanaf volgende maand …………… toepassing. Ik probeer meer tijd vrij te maken ……………… mijn kinderen. Mijn broer ondergaat veel stress op zijn werk. Hij is ……… zoek …….. een andere job.
155
6 tips tegen stress22 Hoe kan stress bestreden worden ? En dat zowel op het vlak van de onderneming als op het vlak van de werknemer. Wij geven u 6 tips om stress succesvol af te weren 1. Doe aan sport Sporten en fysieke inspanningen leveren, blijft een efficiënte (en gezonde) remedie tegen stress. 2. Neem uzelf onder handen Heel wat frustraties die verantwoordelijk zijn voor onze stress zijn te wijten aan het feit dat we onszelf niet durven profileren. Durf te zeggen wat u denkt, tracht assertief te zijn en beter te communiceren met uw collega’s en hiërarchische oversten. Leer ook uw tijd beheren : rangschik, maak prioriteitenlijsten op, leer bepaalde taken te delegeren. Zorg er ook voor dat u rustpauzes en tijd voor uzelf in uw programma inlast. 3. Invoeren van een beleid ter preventie en beheersing van stress Dat is de taak van de werkgever. Hij moet in zijn bedrijf een beheersbeleid inzake stress invoeren. Of gewoon zorgen dat er een goede communicatie tot stand wordt gebracht wat betreft de belangrijke beslissingen en de strategie van de onderneming. Stress kan namelijk ook ontstaan uit dat wat niet gezegd wordt en uit geruchten die de ronde doen over de toekomst van de onderneming. 4. Geneesmiddelen Bij occasionele stress waarvan de oorzaak wel bekend is (belangrijke voorstelling, resultaten, evaluatiegesprekken enz.) kunnen geneesmiddelen een tijdelijke oplossing bieden. Maar we benadrukken wel het belang van de vermelding ‘geen langdurig gebruik zonder medisch advies’. Dat blijft hier meer dan ooit van toepassing ! 5. Oplossingen niet op basis van geneesmiddelen Er zijn tal van oplossingen. Denk maar aan ontspanningstherapie en yoga. Ook sofrologie, meditatie, ademhalingstechnieken, reflexologie, luminotherapie, massages en balneotherapie kunnen wonderen doen. 6. Hobby’s Regelmatig sporten is goed, maar als u niet sportief bent, heeft het geen zin u ertoe te dwingen. Tijd vrijmaken voor vrije tijd en hobby’s is even heilzaam als sport om stress te bannen. Ook hier zijn de mogelijkheden onbeperkt: een goed boek lezen, computerspelletjes spelen om uw concentratie te verbeteren, knutselen, fotografie,... Tot slot is het ook erg belangrijk dat u gezond en evenwichtig eet en voldoende uren slaapt. Dat is al een goed begin als u op zoek bent naar een remedie tegen stress.
22
naar: http://netto.tijd.be/dossier/wintertips/6_tips_tegen_stress.8232667-2187.art?ckc=1, laatst geraadpleegd op 09/02/2012.
156
WOORDENSCHAT SUBSTANTIEVEN ademhaling (de) beheersing (de) beleid (het) geneesmiddel (het) = medicijn (de) gerucht (het) oorzaak (de) >< gevolg (het) overste (de) = chef (de) wonder (het) >> wonderen doen
la respiration la maîtrise la politique le médicament la rumeur la cause >< la conséquence le supérieur le miracle >> faire des miracles
WERKWOORDEN EN WERKWOORDELIJKE UITDRUKKINGEN af/weren (iets) bannen benadrukken bestrijden (iets) (bestreed - bestreden) de ronde doen durven dwingen tot in/lassen in/voeren inspanningen leveren knutselen ontstaan (ontstond - ontstaan) te wijten zijn aan tijd vrij/maken voor tot stand brengen trachten = proberen + te+ inf. van toepassing zijn zich vrij/maken zijn tijd beheren
écarter qch, parer à bannir accentuer combattre qch circuler oser forcer à insérer introduire, lancer fournir des efforts bricoler apparaître être dû à (qch de négatif) libérer du temps pour réaliser essayer être d’application se libérer gérer son temps
ADJECTIEVEN EN ADVERBIA beperkt >< onbeperkt evenwichtig gezond heilzaam namelijk = immers tal van = talrijk
limité >< illimité équilibré sain salutaire, bénéfique en effet nombreux
VOORZETSELS inzake - inzake preventie (zonder artikel) op het vlak van wat … betreft = betreffende
en matière de - en matière de prévention au niveau de en ce qui concerne 157
4.2. SPREEKOEFENING Bepaalde factoren veroorzaken stress, terwijl andere stress helpen tegen te gaan. Op het volgende blad staan verschillende stellingen met betrekking tot assertiviteit, ontspanning, leefgewoontes, denkgewoontes en timemanagement 23. A.
Beslis samen met uw buur welke factoren stress bevorderen of tegengaan en vul de onderstaande tabel in.
B.
Herkent u zich in bepaalde stellingen ? Welke ? Leg uit.
C.
Denkt u dat u een gestrest iemand bent ? Waarom wel, waarom niet ?
D.
Wat zijn voor u stresserende situaties ? Geef concrete voorbeelden.
bevordert stress
gaat stress tegen
assertiviteit
ontspanning
leefgewoontes
denkgewoontes
timemanagement
23
naar: http://www.psychischegezondheid.nl/page/713/stress-o-meter.html, laatst geraadpleegd op 12/02/2012
158
Assertiviteit 1. Ik word snel boos als ik kritiek krijg. 2. Ik vraag gemakkelijk hulp of steun aan vrienden of familieleden als ik dat nodig heb. 3. Ik zeg (te) snel ‘ja’ als iemand een verzoek heeft. 4. Ik laat beslissingen liever aan anderen over. 5. In vergaderingen durf ik meestal mijn mening te uiten. Ontspanning 6. ’s Ochtends neem ik rustig de tijd om op te staan. 7. Aan het eind van de dag ben ik regelmatig uitgeput. 8. Thuis kan ik gemakkelijk ontspannen. 9. Ik kom regelmatig moeilijk in slaap en ik word regelmatig moe wakker. 10. Ik kan ervan genieten even niets te doen. Leefgewoontes 11. Ik doe minstens één keer per week aan sport. 12. Ik drink meer dan 5 koppen koffie of glazen cola per dag. 13. Ik eet gezond: gevarieerd, weinig vet, 2 stukken fruit en 200 gram groenten per dag. 14. Elke dag neem ik minimaal een halfuur lunchpauze. 15. Ik doe vaak twee dingen tegelijk. Denkgewoontes 16. Ik voel me vaak verantwoordelijk voor alles en iedereen. 17. Ik vind het erg belangrijk dat anderen mij aardig vinden. 18. Ik ben iemand die de dingen van de zonnige kant bekijkt. 19. Ik denk regelmatig: ik ‘moet’ dit nog even, ik ‘moet’ dat nog even. 20. Ik vind dat ik goed kan relativeren. Omgaan met tijd 21. Ik reserveer regelmatig tijd om een planning te maken. 22. Ik kan zaken aan anderen overlaten. 23. Ik kom regelmatig tijd te kort en ik kom vaak te laat bij afspraken en vergaderingen. 24. Ik berg dingen goed op, zodat ik ze gemakkelijk kan terugvinden. 25. Ik stel moeilijke klussen of vervelende werkjes zo lang mogelijk uit.
159
4.3. WOORDENSCHATOEFENINGEN A.
Vul de ontbrekende woorden in.
1.
Tijdens de vergadering was er veel k……….………………. op het nieuwe reglement.
2.
We kregen het v………………………………. om op zaterdag te werken.
3.
De baas heeft de b…………………………………. genomen een nieuwe medewerker aan te werven.
4.
Iedereen heeft het recht zijn mening te u……………………………………..
5.
De man was u…………………………………………. nadat hij 14 uur had gewerkt.
6.
Hij nam een bad om zich te o………………………………………………
7.
We zijn geen collega’s meer, maar we zien elkaar nog r………………………………..
8.
Ik heb echt g……………………………………. van de match. Het was spannend.
9.
Elke dag moet je m……………………………. twee stukken fruit eten.
10. Ik vind het moeilijk twee dingen t…………………………………… te doen. 11. Ik bekijk dingen meestal van de z…………………………………….. kant. 12. Ouders zijn v………………………………………. voor het gedrag van hun kinderen. 13. Wat v………………………….. dat je ziek bent ! Ik wou je naar het theater uitnodigen. 14. Wie goed georganiseerd is, maakt vaak een p…………………………………….. 15. Het oordeel over deze zaak moeten we aan de rechter o………………………………… 16. Waar heb ik die brief nou o……………………………… ? Ik vind hem nergens terug. 17. De vergadering werd u…………………………………….. omdat er veel zieken waren. 18. Het is g……………………………………… veel fruit en groenten te eten. 19. Het was een hele k…………………………………. om het huis schoon te maken ! 20. Ze r……………………………………… haar probleem door te zeggen dat haar gezondheid het belangrijkste is. B.
Wat is het antoniem van de volgende woorden ?
1.
moeilijk
↔ g………………………………………………………………
2.
gezond
↔ o………………………………………………………………
3.
maximaal
↔ m…………………………………………………………...…
4.
aangenaam
↔ v………………………………………………………………
5.
druk
↔ r……………………………………………………….………
6.
langzaam
↔ s……………………………………………………….………
160
4.4. LUISTEROEFENING24 1.
Het nieuwsbericht gaat over de resultaten van een wetenschappelijk onderzoek. Wat is de conclusie van dit onderzoek ?
2.
Hoeveel mensen hebben deelgenomen aan het onderzoek ?
3.
Welk percentage werknemers krijgt stress bij een probleem op het werk ? in Vlaanderen : ……………. %
in Wallonië : ……………. %
4.
Wat kan stress op het werk als gevolg hebben ?
5.
Noem 2 factoren die stress op het werk helpen te voorkomen.
………………………………………………....
………………………………………………....
4.5. SPREEKOEFENINGEN A.
Wat raadt u hem aan ?
Dhr. Wuyts is zakenman. Hij heeft net een hartinfarct gehad en ligt nu in het ziekenhuis. Hij is een kettingroker en drinkt heel veel. Overdag werkt hij in zijn bedrijf en ’s avonds neemt hij regelmatig dossiers mee naar huis. Hij leeft voortdurend onder stress. Hij gaat met de wagen naar zijn werk, heeft uitgebreide zakendiners en heeft weinig tijd voor lichamelijke oefeningen. Hij is getrouwd en heeft twee kinderen die hij weliswaar niet vaak ziet. Zijn laatste vakantie : drie jaar geleden. 1.
……………………………………………………………………………………………….
2.
……………………………………………………………………………………………….
3.
……………………………………………………………………………………………….
4.
……………………………………………………………………………………………….
5.
……………………………………………………………………………………………….
24
Eén, het journaal, 01/02/2012, online beschikbaar op www.deredactie.be
161
B.
Kunt u hem/haar raad geven ?
1.
Ze is verkouden en heeft koorts.
2.
Hij wil vermageren.
3.
Ze wil Nederlands leren.
4.
Een toerist wil uw streek bezoeken.
5.
Hij wil op vakantie gaan naar het Zuiden, maar weet niet naar welk land.
6.
Hij wil in Brussel wonen, maar weet niet in welke buurt.
7.
Ze komt altijd te laat in de les.
8.
Ze is zeer moe, maar kan niet slapen.
9.
Ze heeft de eerste prijs van een wedstrijd gewonnen. Ze wil op reis, maar weet niet welke formule ze moet kiezen.
10. Hij heeft zijn portefeuille verloren met zijn identiteitskaart en zijn bankkaart. 11. Ze is zwanger en bevalt waarschijnlijk volgende maand. 12. Ze is afgestudeerd en is op zoek naar een job. 13. Ze houdt niet van haar studies en zit in het voorlaatste jaar. 14. Ze wil graag naar de bioscoop gaan, maar weet niet welke film ze moet kiezen. 15. Ze komt altijd te laat in de les.
162
5. DE NIEUWE MEDIA 5.1. SPREEKOEFENING Bespreek de volgende vragen met uw buur. 1.
Schrijft u vaak e-mails ? In welke context ?
2.
Denkt u dat de e-mail een goed communicatiemiddel is in bedrijven ?
3.
In welke concrete situaties is de e-mail een beter middel dan bijvoorbeeld de telefoon ?
4.
Lees het tekstje hieronder. a. Wat is het standpunt van William Rice ? b. Gaat u met hem akkoord ? Waarom wel, waarom niet ?
E-mail vliegt de deur uit25 ‘E-mail is een ouderwets medium. Het bestaat al 45 jaar en sindsdien is het vrijwel niet verder ontwikkeld.’ Als het van William Rice van Atos Origin afhangt, vliegt email binnen dit en drie jaar de deur uit bij het IT-bedrijf. Te veel mailverkeer is volgens Rice een van de redenen. ‘Er is een overvloed aan data. Onze managers krijgen gemiddeld 200 mails per dag. Tien mails per uur bekijken, betekent een kwartier niet werken.’
Facebook & co E-mail wordt volgens Rice ook (te) vaak gebruikt om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven. ‘Zeker als je iedereen cc’t.’ Keren we dan met zijn allen terug naar de telefonie? Ook niet. ‘Die telefoon blijft wel bestaan, maar het uiteindelijke alternatief zal sterk gelijken op netwerken als Twitter, Facebook en LinkedIn, aangevuld met toepassingen voor de werkvloer.’ * ouderwets = niet meer van deze tijd = démodé, obsolète * een overvloed aan iets = une abondance de qch * af/schuiven = van zich af/zetten = écarter
5.
Welke rol spelen de sociale media tegenwoordig in bedrijven ? Denkt u dat deze rol in de toekomst zal evolueren ? Waarom ?
6.
Hoe ziet u de toekomst van de volgende communicatiemiddelen in bedrijven ? a. de telefoon b. de fax c. de e-mail d. de gewone brief e. sociale netwerken als Twitter, LinkedIn, Facebook …
7.
Is het effect van de sociale media op het imago van een bedrijf eerder positief of negatief ? Illustreer uw antwoord met een concreet voorbeeld.
25
http://www.jobat.be/nl/artikels/e-mail-vliegt-de-deur-uit/, laatst geraadpleegd op 10/02/2012
163
5.2. SOCIALE NETWERKEN : OOK OP HET WERK ? A. Lees de tekst op het volgende blad en maak de onderstaande zinnen af. Aan de ene kant kan het gebruik van sociale netwerken op het werk negatieve gevolgen hebben. Ten eerste ……………………………………………………………………………………………………………………………………. Ten tweede ………………………………………………………………………………………………………………………………….. Maar aan de andere kant …………………………………………………………………………………………………………….. Zo blijkt dat …………………………………………………………………………………………………………………………………..
B. Wat betekent de zin “Je zit te twitteren” (zie regel 1 van de tekst) ? Kan dat anders geformuleerd worden ? Wanneer gebruikt men:
zitten + te + inf ?
staan + te + inf ?
liggen + te + inf ?
Schrijf voor elke structuur hierboven een voorbeeldzin.
164
Doet Facebook minder hard werken? Geef toe, ook jij zit regelmatig stiekem op het werk te twitteren of facebooken. Toch? Maar is dat dan ten koste van jouw productiviteit? Facebook en Twitter zijn altijd maar één click verwijderd. De verleiding om je virtuele contacten te onderhouden kan daarom ook tijdens de kantooruren groot zijn. Dan verlies je kostbare werktijd. Ook informatielekken kunnen via sociale netwerksites gemakkelijk verspreid raken. Is een beleid rond sociale netwerken daarom noodzakelijk om productief te blijven? 1 op 5 heeft regels Wereldwijd heeft amper één op vijf bedrijven regels opgesteld voor het gebruik van sociale netwerksites op het werk. Dat blijkt uit een internationaal onderzoek van het rekruteringsbedrijf Manpower. Wat blijkt bovendien? In slechts amper 4 procent van de bevraagde bedrijven worden negatieve gevolgen vastgesteld als gevolg van het gebruik van sociale netwerksites op het werk. In de Verenigde Staten loopt dit op tot 9 procent. Een grote bedreiging voor de productiviteit blijft dus uit. Is er dan nood aan regeltjes? Niet echt. Volgens Manpower zijn er trouwens ook voordelen verbonden aan Facebook en Twitter op kantoor. bedrijf kan sociale netwerken gemakkelijk inschakelen om zakenrelaties te onderhouden, de samenwerking tussen medewerkers te verhogen of nieuwe mensen te rekruteren. Wetend dat de microblogsite Twitter 50 miljoen gebruikers heeft, zouden bedrijven moeten inzien dat zo’n kanaal veel zakelijke voordelen biedt.
5.3. SCHRIJFOEFENING Situatie : Uw baas wil vermijden dat zijn werknemers sociale netwerken tijdens de werkuren bezoeken. Hij heeft besloten de toegang tot Internet te beperken tot de webmail van het bedrijf. Net als andere collega’s vindt u dat een te strenge maatregel. Zoek goede argumenten op het internet op en stuur hem een overtuigende e-mail op namens het personeel van het bedrijf. Structureer uw tekst met gepaste verbindingswoorden en onderstreep ze.
165
5.4. LUISTEROEFENING : DE OPMARS VAN SOCIALE NETWERKEN26 1.
Vul aan :
Netwerken, ’t is heus niet alleen ………….…………………………… om privé en partner aan de haak te slaan. Ook wie vandaag ……………………………………... goed in de markt wil liggen, moet stevig genetwerkt zijn. Maar ……………………….………… al dat internet geflikflooi ook iets op ? In Diest woont Geert Conard. Hij noemt zichzelf met zijn …………………………. contacten de meest genetwerkte ………………………………………..….. van België. * de haak: le crochet iemand/iets aan de haak slaan : mettre le grappin sur qqn/qch * het geflikflooi : les flatteries
2.
Wat is een netwerk ?
3.
Wat is de activiteit van WFCC, het bedrijf dat Wim Focquet leidt ?
4.
Hoe bereidt Wim Focquet zich voor als hij met iemand een afspraak heeft ?
5.
Kunnen sociale netwerken echte menselijke contacten vervangen ? Wat zegt Geert Conard daarover ?
6.
Sociale netwerken kunnen een gevaar vormen voor bedrijven. Leg uit.
26
Jobat TV, 11/06/2008, http://www.youtube.com/watch?v=KpwMnmunlnY, laatst geraadpleegd op 10/08/2012
166
5.5. SPREEKOEFENING Situatie : U bent management assistent(e) in een kleine onderneming. Uw baas denkt eraan zijn bedrijf op sociale netwerken te zetten. Hij vraagt u eerst informatie in te winnen over de voor- en nadelen van sociale media voor bedrijven en ze vervolgens met elkaar te overwegen om tot de conclusie te komen of het de moeite waard is of niet tijd en geld te steken in deze nieuwe toepassing. (1) Vorm groepjes van 3 à 4 studenten. (2) Denk samen met uw groep aan de voor- en nadelen van sociale media voor ondernemingen en vul eventueel uw lijst aan met een opzoeking op internet. (3) Op het einde beslist u samen of het een geschikt communicatiemiddel is en brengt u verslag uit aan uw baas. Voordelen
Nadelen
Conclusie
167
WOORDENSCHAT SUBSTANTIEVEN betrokkenheid (de) eerlijke handel (de) geflikflooi (het) gevoelsleven (het) houding (de) huishouden (het) keerzijde (de) van de medaille kenmerk (het) kwetsbaarheid (de) lezing (de) loonkloof (de) oorsprong (de) opbouw (de) van zijn loopbaan (de) opgave (de) opslag (de) rolpatroon (het) stelling (de) taakverdeling (de) toevloed (de) uiterlijk (het) vooroordeel (het) waarde (de) was (de) zelfzekerheid (de)
l’implication le commerce équitable les flatteries la vie sentimentale l’attitude le ménage le revers de la médaille la caractéristique la vulnérabilité la conférence le fossé salarial l’origine la construction de sa carrière l’épreuve, la tâche l’augmentation (mbt geldsom) le schéma de comportement dicté par le rôle social la proposition, la thèse la répartition des tâches l’afflux l’aspect extérieur le préjugé la valeur la lessive la confiance en soi, l’assurance
WERKWOORDEN bevorderen grasmaaien halen uit leiden tot onderhandelen op/draaien voor tegen/gaan (iets) tuinieren twijfelen uit/stellen veroorzaken verzoenen voor/behouden weg/werken
promouvoir tondre la pelouse retirer de mener à négocier faire les frais de qqch, écoper combattre jardiner douter reporter, différer causer, provoquer concilier réserver faire disparaître
168
weg/wuiven zakken zich toe/eigenen
faire peu de cas de baisser, diminuer s’approprier
UITDRUKKINGEN aan de haak slaan de dingen van de zonnige kant bekijken de haag snoeien een plaats in/nemen het ijs breken informatie delen last hebben van naar elkaar toe/groeien onkruid (het) uit/halen op stap gaan voor zichzelf op/komen zich anders op/stellen zijn mening uiten
mettre le grappin sur regarder les choses de façon optimiste tailler la haie prendre une place rompre la glace partager des informations souffrir de (ici) se rapprocher arracher les mauvaises herbes sortir se défendre adopter un autre point de vue exprimer son avis
ADJECTIEVEN EN ADVERBIA aardig doorslaggevend gemiddeld loontrekkend onherroepelijk stresserend tegelijk = tegelijkertijd uitgeput vergelijkbaar verwaarloosbaar
gentil décisif moyen salarié immanquablement stressant en même temps épuisé comparable négligeable
169
27
5.6. LEESOEFENING : HOE SOCIALE MEDIA EEN BEDRIJF KUNNEN SCHADEN
Over sociale media is al veel inkt gevloeid. Maar “the proof of the pudding is in the eating”. En voor sommige bedrijven smaakt die pudding wel heel zuur, blijkt uit drie concrete voorbeelden. Want vergis je niet: sociale media zijn machtige wapens voor de kritische en mondige klant.
1. United Airlines De Canadese zanger Dave Carroll is het schoolvoorbeeld van de impact van sociale media. De man vliegt met zijn band “The Sons of Maxwell” naar Nebraska. Tijdens de overstap laadt het grondpersoneel zijn bagage over, maar echt voorzichtig zijn ze niet. Een dame zou hebben opgemerkt dat er met gitaren werd gegooid. Bij aankomst merkt de zanger dat zijn gitaar (prijs: 3.500 dollar) de vlucht niet overleefde. Vergeefs probeert Carroll de kosten van de reparatie (1.200 dollar) te verhalen op United Airlines. Maar het bedrijf geeft geen gehoor. Dus beslist de zanger dan maar om er een liedje over te schrijven. Enkele maanden later verschijnt zijn videoclip op YouTube: “United breaks guitars”. De video slaat aan. In een week tijd wordt hij een miljoen keer bekeken, intussen al meer dan tien miljoen keer. Carroll wordt gevraagd door media als CNN en BBC. Zij brengen gretig zijn versie van David versus Goliath. United Airlines komt dan alsnog met het aanbod de reparatie te vergoeden, maar Carroll weigert hun ultieme knieval. Niet veel later krijgt United het deksel op de neus. Het bedrijf en de stukke gitaar worden symbool voor de ellendige klantenservice in de luchtvaartindustrie. United Airlines’ beurskoers krijgt een opdoffer van tien procent, goed voor een verlies van 180 miljoen dollar.
2. Bank of America Een andere volksheld (of beter: heldin) is Molly Katchpole, een 22-jarige vrouw. Molly kon het niet verkroppen dat Bank of America, haar bank, voortaan 5 dollar per maand zou aanrekenen voor verrichtingen met een betaalkaart. Ze liet het er niet bij en schreef een open brief en plaatste die op de petitiewebsite Change.org. Ze veranderde van bank en zette ook een filmpje online waarin te zien is hoe ze haar bankkaart kapot knipt. Haar verontwaardigde brief verspreidde zich als een lopend vuurtje over het web. Meer dan een kwart miljoen Amerikanen gaven hun steun. Met resultaat, want enkele weken na de invoering voerde Bank of America de omstreden tariefverhoging weer af.
3. Gouverneur van Kansas 'Net lelijke dingen gezegd tegen gouverneur Brownback en gezegd dat he sucks', tweette de 18-jarige Emma Sullivan. De jongedame was aanwezig op een toespraak van Sam Brownback, de gouverneur van de Amerikaanse staat Kansas. In werkelijkheid heeft ze geen woord gewisseld met de man, al verspreidde haar tweet zich als een lopend vuurtje op Twitter. Op een bepaald ogenblik bereikte de beledigende boodschap ook de communicatie-adviseur van de gouverneur, die vervolgens de school van het meisje inlichtte. Die schooldirecteur eiste dat Sullivan haar excuses zou aanbieden. Maar de jongedame beriep zich op het recht van vrije meningsuiting. Op Twitter zocht en vond Sullivan medestanders, want in een mum van tijd was haar aantal volgers naar bijna 15.000 gestegen. Uiteindelijk ging niet het meisje, maar wel de gouverneur overstag. Hij verontschuldigde zich voor de overreactie van zijn personeel. 'Het recht op een vrije mening is een van de meest waardevolle vrijheden', stelde Brownback.
27
De Standaard online 23/01/2012
170
Zijn de volgende stellingen juist of verkeerd ? Staaf uw antwoord met een fragment uit de tekst. 1.
Journalisten hebben al veel artikels geschreven over sociale media.
2.
Het verhaal van Dave Caroll is het voorbeeld bij uitstek van de grote invloed van de sociale media.
3.
Het personeel van United Airlines behandelde de bagage van Davis Caroll met veel zorg.
4.
United Airlines aanvaarde meteen om de reparatiekosten te betalen.
5.
Bank of America vraagt zijn klanten al jaren 5 dollar per maand voor het gebruik van de betaalkaart.
6.
Ter gelegenheid van een toespraak van Brownback kreeg Emma Sullivan de gelegenheid met de gouverneur te spreken.
7.
Emma verontschuldigde zich op aanvraag van de directeur van haar school.
Woordenschatoefeningen 1.
Vul een woord uit de tekst in.
1.
Uit onderzoek b………………………… dat vrouwen zich goed aanpassen in mannenberoepen.
2.
De dief bedreigde de verkoper met een w………………………………………… en vroeg om geld.
3.
Ze haalt de glazen v……………………………. uit de verpakking om ze niet te breken.
4.
Bij a………………………………… in New York kon ik mijn bagage niet terugvinden.
5.
Slechts twee mensen hebben het ongeluk o……………………………………….
6.
Verleden week was de winkel nog maar tot 7u open, maar v……………………………... sluit hij om 8u.
7.
Hij nam een te groot risico en kreeg het d…………………………………. op zijn neus.
8.
Het goede nieuwe verspreidde zich als een lopend v…………………………………….
9.
Tom v……………………………………………………….. zich dat hij zo laat was.
10. Mijn vriend wilde niet stoppen met roken, maar hij is o……………………………… gegaan na het zien van een film op tv. 2.
Vul een prepositie in.
1.
In Amerika proberen rokers geld te verhalen ……………… tabaksfabrieken.
2.
Ik heb een leuk videootje ………………. Youtube gezet.
3.
De leverancier mag u extra kosten aanrekenen …….. het versturen van een herinneringsbrief.
4.
Ik wou niet naar het fuifje gaan, maar ik ben ……………… mening veranderd.
5.
Door de staking waren de meeste studenten niet aanwezig ………………. de les. 171
WOORDENSCHAT SUBSTANTIEVEN aanbod (het) band (de) eis (de) gehoor (het) held (de) > heldin (de) inkt (de) knieval (de) medestander (de) >< tegenstander (de) opdoffer (de) recht (het) op meningsuiting schade (de) ( enkelv.) schoolvoorbeeld (het) steun (de) toespraak (de) vergoeding (de) verrichting (de) volk (het) volksheld (de) wapen (de)
l’offre le groupe de musiciens l’exigence l’ouïe le héros, l’héroïne l’encre la génuflexion, la prosternation le partisan >< l’opposant la baffe le droit à la libre expression le préjudice, les dégâts l’exemple type le soutien le discours le dédommagement l’opération le peuple le héros populaire l’arme
WERKWOORDEN EN WERKWOORDELIJKE UITDRUKKINGEN aan/bieden (bood aan - aangeboden) aan/slaan > de video slaat aan af/voeren = schrappen beledigen de kosten verhalen op een opdoffer krijgen eisen gehoor geven gooien het deksel op zijn neus krijgen het erbij laten > ik laat het erbij/ er niet bij in/lichten over op/merken over/laden overleven (iets) (overleefde - overleefd) overstag gaan schaden steunen stijgen >< dalen vergoeden
offrir, proposer avoir du succès radier, supprimer offenser, blesser répercuter les frais sur recevoir une baffe exiger écouter jeter, lancer être perdant (suite à un excès de convoitise) laisser tomber > je laisse/ne laisse pas tomber informer sur remarquer transborder survivre à qch (fig.) retourner sa veste nuire à soutenir augmenter >< diminuer dédommager
172
verkroppen (iets) zich als een lopend vuurtje verspreiden zich beroepen op zich vergissen zijn excuses aan/bieden = zich verontschuldigen zijn steun geven aan
avaler, digérer (fig.) se répandre comme une traînée de poudre se prévaloir de, invoquer se tromper présenter ses excuses donner son soutien à
ADJECTIEVEN EN ADVERBIA ellendig gretig mondig omstreden stuk = kapot vergeefs = tevergeefs verontwaardigd vervolgens = daarna
misérable, pitoyable avec empressement capable de se défendre controversé cassé en vain indigné ensuite
UITDRUKKINGEN daarover is veel inkt gevloeid in een mum van tijd = heel snel
beaucoup d’encre a coulé à ce sujet en un rien de temps
173
5.7. SCHRIJFOEFENING Lees opnieuw het artikel “Hoe sociale media een bedrijf kunnen schaden” en vul de onderstaande tabel met sleutelwoorden in. Hoofdthema van het artikel ? Voorbeeld 1
Wie ?
Wat ?
Gevolgen ?
Voorbeeld 2
Wie ?
Wat ?
Gevolgen ?
Voorbeeld 3
Wie ?
Wat ?
Gevolgen ?
Schrijf op basis van de bovenstaande tabel een samenvatting van de tekst (75-100 woorden). Gebruik in uw tekst de volgende woorden/woordgroepen en onderstreep ze : -
Deze tekst gaat over…
-
omdat
-
bijgevolg
-
uiteindelijk
174
TAALHULP: Bruikbare zinswendingen bij het schrijven van een samenvatting Hoofdthema: Deze tekst gaat over… Deze tekst behandelt het thema van … Argumenten aanvoeren Être d’accord avec (qn/qch): o Akkoord gaan met Ik ga akkoord met… o Het eens zijn met Ik ben het eens met… o Met iets instemmen De schrijver stemt in met… o Zich bij … aansluiten (se rallier à…) De auteur sluit zich aan bij… Il est certain/clair/évident que… o Het is zeker dat… o Het staat vast dat… o Het is duidelijk/vanzelfsprekend dat… o Het valt niet te ontkennen dat … (il est indéniable que…) Oorzaak
Dit is toe te schrijven aan ... (sens neutre - ceci est dû à ...) Dit is te wijten aan …(sens négatif – c’est à cause de…) Dit is te danken aan … (sens positif – c’est grâce à…) Dit komt doordat … De oorzaak hiervan is… Om die/deze reden… (pour cette raison…)
Gevolg
Hieruit volgt dat… (il en découle que…) Hieruit kunnen we afleiden dat… (nous pouvons en déduire que…) Hieruit blijkt dat…(il en ressort que…) Bijgevolg… (par conséquent…)
Tegenstelling Aan de ene kant …aan de andere kant … Enerzijds … anderzijds … Daar staat tegenover dat … Conclusie
Bij wijze van conclusie … Tot besluit … Tot slot … Uiteindelijk … Ten slotte … Hieruit kunnen we concluderen dat … Hieruit kunnen we de conclusie trekken dat … We kunnen tot de conclusie komen dat … 175
6. VROUWEN EN MANNEN OP DE ARBEIDSMARKT 6.1. SPREEKOEFENING 1.
Bekijk de onderstaande grafiek met uw buur. a. Wat wordt er in de grafiek weergegeven ? b. Vergelijk het gemiddelde salaris van mannen en vrouwen. Wat valt er op ? c. Denkt u dat hetzelfde patroon ook voor de Belgische arbeidsmarkt geldt ?
Gemiddeld persoonlijk inkomen naar geslacht en opleidingsniveau in Nederland (2009) 28 2.
Welke factoren beïnvloeden volgens u het loonverschil tussen mannen en vrouwen ?
3.
Kan er volgens u sprake zijn van discriminatie ? Waarom wel ? Waarom niet ?
4.
Denkt u dat de verschillen nu dezelfde zijn als 20 jaar geleden ?
5.
Denkt u dat dit verschil in de toekomst gaat evolueren ? In welke richting dan ?
28
[http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/inkomen-bestedingen/publicaties/artikelen/archief/2011/2011-3352wm.htm, laatst geraadpleegd op 25/01/2012].
176
6.2. LUISTEROEFENING : ZELFDE JOB, ANDER LOON29 1.
Vul in :
De l………………………………………………… tussen mannen en vrouwen is een subtiele vorm van discriminatie op onze a………………………………………………………. Talrijke onderzoekers en vrouwenorganisaties bestuderen het fenomeen en trachten o…………………………………………… aan te reiken, maar hoe komt het dat het gemiddelde loon van een man ongeveer één vierde hoger ligt dan het gemiddelde loon dat een vrouw v………………………………………… ? 2.
Wie is Vera Claes ? Wat organiseert ze sinds 2005 ?
3.
Hoeveel bedraagt het verschil tussen het loon van mannen en vrouwen ?
4.
De verschillen in loon zijn volgens Luk Sals, bedrijfssocioloog, alleen een symptoom. De echte oorzaken liggen aan andere factoren. Noem er minstens 2.
5.
……………………………………………………………………………………..
……………………………………………………………………………………..
Juist of verkeerd ? Staaf uw antwoord. Op alle niveaus zijn er verschillen in loon te merken tussen mannen en vrouwen, ook bij arbeiders en lagere bedienden.
6.
Wat is het beroep van Carla Gordons ?
7.
Volgens Vera Claes moet men zich op jonge meisjes richten. Wat moet er gebeuren ?
8.
Vul in :
De verantwoordelijkheid ligt lang niet alleen bij b…………………………………., ze ligt ook – misschien zelfs in de eerste plaats – bij individuele mannen en vrouwen en de k………………………. die ze maken bij de opbouw van hun l……………….………………, maar ook aan keuzes die men maakt binnen de gezinsfeer. Ik denk aan de rolpatronen, ik denk aan de tijdsbesteding, de tijdsverdeling in het gezin, die zich onherroepelijk weer t…………………………………………………… in individuele loopbaankansen. * onherroepelijk : immanquablement * de loopbaan : la carrière
29
jobat 08/06/2008, http://www.youtube.com/watch?v=cx9VJQHHLQM, laatst geraadpleegd op 24/01/2012
177
6.3. SPREEKOEFENINGEN De man /vrouw relaties : hij en zij : elkaars gelijken ? 30 Volgens onderzoeken bestaat er een ‘nieuwe man’ die wordt geprofileerd als iemand die graag zijn traditionele kenmerken behoudt, maar ze verzoent met vrouwelijke waarden. Een combinatie dus van zelfzekerheid, openheid en kwetsbaarheid. Zijn gevoelsleven neemt een prominente plaats in. Relaties en het gezin komen daarom voorop, al is zijn werk ook niet onbelangrijk. Niet vanwege het geld, wel vanwege de erkenning en het zelfrespect die hij eruit haalt. Zijn vrije tijd vult hij in op de meest uiteenlopende manieren : sport, cultuur, reizen en uitgaan. Verder vindt de moderne man het geen opgave om te gaan winkelen en ook zijn uiterlijk is belangrijk. Naast de nieuwe man staat de ‘nieuwe vrouw’. Ze heeft verstand van beleggen, ze managet naast het huishouden, haar eigen bedrijf, maar weigert om alleen op te draaien voor de was. Kortom, ze eigent zich functies en kenmerken toe die tot dusver aan het mannelijke geslacht werden voorbehouden. Maar niet iedereen is ook van mening dat de vrouw deze taken even goed vervult als de andere sekse. De nieuwe vrouw heeft zich dan wel op het terrein van de man begeven, het idee dat zij dit even goed doet als hij, wint alsnog geen terrein. Vooroordelen hieromtrent komen niet alleen van mannen. Ook de vrouw zelf is er niet van overtuigd dat zij evenveel capaciteiten heeft. Vrouwen en mannen groeien dus steeds meer naar elkaar toe en wuiven de traditionele rollenpatronen weg. Maar of dit in de praktijk ook zo is, is een andere zaak !
A.
Maak een mondelinge samenvatting van de tekst. Gebruik hiervoor de volgende sleutelwoorden.
de erkenning – het gevoelsleven – managen – de praktijk – de taak – het uiterlijk – het vooroordeel – de waarde – de was – winkelen
30
Eechaudt, L., Brooijmans, B. & N. Engelen, Tien op tien, Namur: Erasme, p.238.
178
B.
Hoe zit het met het traditionele rollenpatroon ?
Hieronder vindt u een aantal dagelijkse taken en bezigheden. Welke taken zijn volgens u enkel aan de man of de vrouw voorbehouden ? Welke kunnen door de twee geslachten uitgevoerd worden ? Vergelijk uw antwoorden met die van uw klasgenoten. Vergeet niet uw antwoord te verklaren. uitsluitend mannelijk ?
mannelijk en vrouwelijk ?
uitsluitend vrouwelijk ?
uitsluitend mannelijk ?
mannelijk en vrouwelijk ?
uitsluitend vrouwelijk ?
(1) het huishouden : - de was - het strijken - de afwas - het koken - het poetsen (2) voor de kinderen zorgen ; - naar school brengen - op school halen - op stap gaan - voor het huiswerk zorgen - thuisblijven als ze ziek zijn
(3) tuinieren : - grasmaaien - de haag snoeien - onkruid uithalen (4) de auto schoonmaken (5) thuisblijven voor werklui (6) in het huis werken : - knutselen - zwaar werk (verbouwen,..) (7) boodschappen doen : - kleinhandelaars - supermarkt (8) naar het containerpark C.
Debat : antwoord op de volgende vragen. Geef uw mening en vergelijk met die van uw klasgenoten. 1) Kunt u een paar vooroordelen uit het dagelijkse leven opsommen omtrent vrouwen ? Verklaar. 2) Denkt u dat mannen en vrouwen tegenwoordig elkaars gelijken zijn ? Verklaar. 3) Is het noodzakelijk dat mannen en vrouwen elkaars gelijken zijn of worden ? Verklaar. 4) Zullen de vrouwen in de toekomst het “sterke” geslacht kunnen worden ? Verklaar. 5) Welke zijn de voor- en nadelen van de emancipatie van de vrouw ? 6) Wat is de ideale rol van de vrouwen en de mannen in de hedendaagse maatschappij ? 179
HOOFDSTUK 6 - RECLAME EN KOOPGEDRAG 1. WAT IS RECLAME ? 1.
Hoe zou u reclame kunnen definiëren ? Probeer aan de hand van de volgende woorden een definitie te schrijven. boodschap – kopen – product – dienst – bedrijf
Reclame is ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................………………………… ........................................................................................................................................………………………… 2.
Vergelijk uw definitie met de volgende :
a.
Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse taal openbare aanprijzing om de afzet van goederen of diensten te bevorderen
b.
EU – Dolceta [http://www.dolceta.eu/belgie/Mod1/Wat-is-reclame.html] Elke mededeling die rechtstreeks of onrechtstreeks is bedoeld om de verkoop van producten of diensten te bevorderen, ongeacht de plaats of de gebruikte communicatiemiddelen.
c.
Nederlandse Mediawet [http://www.st-ab.nl/wetten/1107_Mediawet_2008.htm] Volgens artikel 1 van de Nederlandse Mediawet is reclame de uiting (…) waarmee onmiskenbaar wordt beoogd het publiek te bewegen tot het kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienst, of gunstig te stemmen ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of een bepaalde instelling teneinde de verkoop van producten of de afname van diensten te bevorderen.
Wat zijn de gelijkenissen en verschillen met uw eigen definitie en waaraan had u niet gedacht ? Gelijkenissen
Verschillen (≠)
Nieuwe elementen
WOORDENSCHAT -
openbaar = publiek aan/prijzen = aan/bevelen de aanprijzing = de aanbeveling bevorderen = begunstigen (favoriser) rechtstreeks = direct >< onrechtstreeks = indirect ongeacht = quel que soit
-
onmiskenbaar = zeer duidelijk iets beogen = naar iets streven (viser qch) gunstig = positief (favorable) ten aanzien van = met betrekking tot teneinde … te + inf (dans le but de…) = om … te + inf
180
2. RECLAMESLOGANS 1. Verbind elke reclameslogan met de juiste firma. a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l.
Leef zoals je wil Een beetje van ons, zoveel van jezelf Zo zacht, zo fris, een droom Echt rijplezier begint hier Het beste onder de zon Altijd dicht bij jou Slimmer op reis, tegen de laagste prijs Omdat ik het waard ben Mannen weten waarom Een stukje paradijs op aarde Kijken is kiezen Goed op weg
2. Welke slogan vindt u de beste? Waarom?
3. Kies een firma (uit de lijst hierboven of een andere) en verzin er een nieuwe slogan voor. 181
3. RECLAMEAFFICHES 3.1. SPREEKOEFENING Wat vindt u van de volgende reclameaffiches ? a. Zijn ze volgens u geslaagd of mislukt ? Waarop baseert u uw beoordeling ? b. Bespreek samen met uw buur de kwaliteiten en tekortkomingen van elke affiche. Denk bijvoorbeeld aan de beelden, de tekst (indien van toepassing), de personages, de kleuren, de originaliteit en creativiteit, het verband met het product.
2.
1.
4.
3.
5.
182
3.2. OP DE EMOTIE VAN DE CONSUMENT INSPELEN Een goede advertentie communiceert op de eerste aanblik. Ze is in staat binnen enkele seconden bij de lezer een emotie op te wekken en de boodschap duidelijk te maken. Welke emoties wekken deze advertenties op ?
Emotie : Product : Hydra + Summer Skin (Roc)
Emotie : Product : Marlboro-sigaretten
Emotie : Product : Proximus Customer Care
Emotie : Product : ProxiClub
Emotie : Product : Flandria-Groenten
183
4. OVER RECLAMEMEDIA... 4.1. OPWARMING 1.
Rangschik de onderstaande reclamemedia van het meest tot het minst doeltreffend.
2.
Vergelijk daarna uw lijst met die van uw buur. Hebt u dezelfde top 5 ? Waarover gaat u wel of niet akkoord met elkaar ?
3.
Denkt u nog aan andere reclamemedia die hier niet worden opgenomen ?
4.2. LUISTEROEFENING31 1.
Welk reclamemedium wordt er door Meneer Van Kalster voorgesteld ?
2.
Wat voor bedrijven richten zich het vaakst tot Meneer Van Kalster ? ……………………………………….
………………………………………….
………………………………….……
………………………………………….
3.
Wat zegt Meneer Van Kalster over de aanwezigheidspolitiek van zijn bedrijf ?
4.
Waarom geven zakenlui de voorkeur aan dit reclamemedium boven andere gesponsorde evenementen ?
5.
Wat zijn de kosten die aan dit reclamemedium zijn verbonden ?
6.
Wat is het maximum aantal passagiers die Meneer Van Kalster in één keer kan meenemen ?
31
Eechaudt, L. (2005), Taalzakelijk, Namur: Erasme, CD track 8.
184
4.3. NIEUWE VORMEN VAN RECLAME A. Verbind elk reclametype met de gepaste definitie32. 1. wait marketing 2. virale marketing 3. in-game advertising 4. zoekmachinemarketing
a. een vorm van mond-tot-mond reclame, maar dan uitgebreid met de mogelijkheden van het internet (bv. reclame via de sociale netwerken) b. sponsoring van grote evenementen, waarbij allerlei merchandisingproducten, zoals shirts, petjes, pennen en vlaggetjes weggeven worden c.
reclame via je mobiele telefoon
d. reclame terwijl consumenten aan het wachten zijn 5. mobiele marketing 6. event marketing
e. reclame die zich op het zoekgedrag van de internetgebruiker richt, waarbij een bepaalde website – via Google bijvoorbeeld – sneller en makkelijker gevonden wordt dan een andere. f.
7. e-mail marketing
vorm van directe marketing die e-mail gebruikt om commerciële boodschappen naar een doelgroep te sturen.
g. reclame door middel van (online) spelletjes en wedstrijden.
B. Welke reclametypes illustreren de onderstaande voorbeelden?
32
Rozendaal, E. (2006), Nieuwe vormen van reclame anno 2006, Stichting Reclame Rakkers, Amsterdam.
185
186
4.4. LEESOEFENING
“VOORDELEN WAIT MARKETING: HOGER BEREIK, LAGERE KOSTEN”33
Reclame hindert consumenten... behalve wanneer zij wachten. Een Zwitsers onderzoek bevestigt dat traditionele reclame door consumenten niet langer op prijs wordt gesteld. Tvadvertenties hinderen drie op de vier consumenten. Mailing, internetadvertenties en radiocommercials worden door de helft als hinderlijk ervaren. Advertenties in tijdschriften en in de bioscoop hinderen één op de vier consumenten en advertenties in de krant en op billboards één op de vijf consumenten. Maar reclame terwijl consumenten wachten (wait marketing) wordt door negen van de tien consumenten gewaardeerd. Studies die door onafhankelijke adverterende organisaties in Europa en in de Verenigde Staten worden gepubliceerd, bevestigen dat consumenten minstens twee keer ontvankelijker zijn als zij wachten. Dit komt omdat zij reclame in deze context als vermaak beschouwen. Een Tvcommercial wordt bijvoorbeeld door 17 procent van de consumenten onthouden. Dezelfde advertentie zal door 27 procent van de consumenten worden onthouden als zij die in de wachtruimte van hun huisarts zien. Geen wonder dat bijvoorbeeld Toyota meer en meer bij de huisarts adverteert om de doelgroep voor hun Corolla Verso - moeders met kinderen - beter te bereiken. Wait marketing is communiceren op het goede moment en op de goede plaats. Het belangrijkste voordeel voor bedrijven is dat het effect van hun berichten wordt verhoogd, terwijl de kosten dalen. Jaguar heeft 30 procent op de communicatiebegroting bespaard met een gerichte wait marketing campagne op de websites van The Financial Times of Les Echos. De doelgroep drukbezette zakenmensen - bezoeken deze websites namelijk massaal tussen hun vergaderingen door. Het resultaat was opmerkelijk: de click-through rate bedroeg 45,1 procent, terwijl de gemiddelde click-through rate op internet 0,5 procent bedraagt. Juiste media Belangrijk is dat je boodschap in de juiste media wordt opgenomen. Hoe bereik je dit? De media moet in overeenstemming zijn met het bericht. Advertenties van Heineken in de vorm van 'Mediatables' op cafétafels in Duitsland vormen een perfect voorbeeld van een hoge overeenkomst tussen media (de tafel in het café) en bericht (bier!). Er moet affiniteit zijn tussen het merk en de consument. Een goede affiniteit tussen merk en consument versterkt het memoriseren van het bericht. Om de affiniteit voor het merk te verhogen, kan ook gebruik worden gemaakt van 'influencers', zoals sterren of kampioenen. Boodschap en media moeten in de juiste context worden gebracht. De omgeving waarin consumenten zich op het ogenblik van de mededeling bevinden, is zeer belangrijk. Een ander goed voorbeeld van wait marketing is bijvoorbeeld van de Rabobank. Doelstelling was om dé Ondernemersbank van Nederland te worden. De beste plaats voor een bank om met startende ondernemers te communiceren is de Kamer van Koophandel. Terwijl de entrepreneurs wachten, zien ze wat de Rabobank te bieden heeft en kunnen ze visitekaartje mee naar huis nemen.
33
Derval, D. (2007), “Voordelen wait marketing: hoger bereik, lagere kosten”, in: Weekblad voor financiële dienstverleners 32/33, p.23.
187
1. Veel consumenten zijn reclame beu. Rangschik de onderstaande reclametypes van de minst tot
de meest hinderlijke. reclame op Internet - op de televisie - in tijdschriften - op de radio - in nieuwsbladen.
2. Waarom ergeren consumenten zich minder aan wait marketing dan aan andere soorten
reclame?
3. Waarom is wait marketing interessant voor bedrijven ?
4. Leg in het Frans uit welke elementen belangrijk zijn bij de keuze van het mediatype.
188
4.5. SCHRIJFOEFENING Situatie : Vandaag de dag bezit bijna iedereen een mobiele telefoon. Daarom denkt uw baas eraan een budget vrij te maken voor mobiele marketing. Om te weten of dat de moeite waard is, heeft hij een enquête laten invullen door consumenten. U hebt de gegevens geanalyseerd en moet hem morgen de resultaten voorstellen. Schrijf de tekst van uw presentatie op basis van de volgende grafiek34 en met behulp van de zinswendingen eronder.
TAALHULP - Beschrijving van gegevens en statistieken -
34
Uit de gegevens blijkt dat … Zoals de grafiek aantoont, … Op basis van de gegevens ligt het voor de hand dat … De cijfers laten zien dat … De resultaten van de enquête tonen aan dat … Uit de enquête blijkt dat … Het aantal/percentage … stijgt (neemt toe). Het aantal/percentage … daalt (neemt af). Volgens de statistieken … Statistisch gezien … De gevolgen van dit onderzoek zijn veelvuldig. Ten eerste is … essentieel, omdat… Ten tweede… Ten derde … Ten slotte …
The Nielsen Company (2010),The State of Mobile Apps, http://blog.nielsen.com/nielsenwire, laatst geraadpleegd op 23/07/2012
189
WOORDENSCHAT SUBSTANTIEVEN aanprijzing (de) = aanbeveling (de) advertentie (de) afzet (de) begroting (de) = budget (het) behoefte (de) bericht (het) consument (de) = verbruiker (de) dagblad (het) = krant (de) doelgroep (de) doelstelling (de) frequentie (de) imago (het) instelling (de) Kamer (de) van Koophandel mededeling (de) merk (het) mond-tot-mond reclame (de) omgeving (de) ondernemer (de) overeenkomst (de) slogan (de) tijdschrift (het) vermaak (het) voortreffelijkheid (de) wachtruimte (de) wedstrijd (de) wonder (het) > geen wonder dat…
la recommandation l’annonce la vente le budget le besoin l’annonce, le message le consommateur le journal le groupe cible l’objectif la fréquence l’image de marque l’institution la Chambre de commerce la communication la marque la publicité de bouche à oreille l’environnement l’entrepreneur la concordance le slogan la revue, le magazine le divertissement, l’amusement l’excellence la salle d’attente le concours le miracle > pas étonnant que
WERKWOORDEN EN WERKWOORDELIJKE UITDRUKKINGEN aan/prijzen = aan/bevelen aan/zetten tot adverteren bedragen beogen (iets) = naar iets streven bepalen bereiken beschouwen als beu zijn (iets) bevorderen = begunstigen bij/dragen tot dalen = af/nemen >< stijgen, toe/nemen
recommander inciter à faire de la publicité, insérer une annonce s’élever à viser qch définir atteindre considérer comme en avoir marre de qch favoriser contribuer à baisser, diminuer >< augmenter
190
de nadruk leggen op door/geven (een boodschap) geschikt zijn voor hinderen in overeenstemming zijn met onthouden ontwikkelen op prijs stellen (iets) = waarderen overtuigen van uit/geven (geld) Verhogen = stijgen voeren (een campagne) winst boeken zich ergeren aan
mettre l’accent sur délivrer, transmettre un message être approprié à gêner, incommoder être en accord avec retenir développer apprécier convaincre de dépenser de l’argent augmenter mener une campagne enregistrer des bénéfices, gains s’indigner de qch
ADJECTIEVEN EN ADVERBIA gunstig = positief hinderlijk onmiskenbaar = zeer duidelijk openbaar = publiek rechtstreeks >< onrechtstreeks
favorable gênant indéniable(ment) publique direct(ement) >< indirect(ement)
PREPOSITIES in tegenstelling tot ongeacht ten aanzien van = met betrekking tot
contrairement à quel que soit par rapport à, à l’égard de
191
5. RECLAME, DE GROTE MISLEIDER35 5.1. OPWARMING Werd u al eens misleid door een reclamespot ? Geef voorbeelden en vergelijk uw ervaring met die van uw klasgenoten. Naam van het product of van de dienst ?
Boodschap van de reclamespot ?
Persoonlijke ervaring met het product ?
Conclusie ?
5.2. LUISTEROEFENING A. Luister naar de gesprekken en vul de tabel in. Kies een beroep uit de lijst hieronder: burgemeester, marketingmanager, socioloog, oude klant, student, boekhouder, bankdirecteur, bedrijfsleider, jonge klant Spreker 1
Spreker 2
Spreker 3
Beroep: ..........................
Beroep: ..........................
Beroep: ..........................
Spreker 4
Spreker 5
Spreker 6
Beroep: ..........................
Beroep: ..........................
Beroep: ..........................
Spreker 7
Spreker 8
Spreker 9
Beroep: ..........................
Beroep: ..........................
Beroep: ..........................
B. Luister opnieuw en antwoord op de volgende vragen. (1) Wat is het onderwerp van de uitzending ?
(2) Hoe komt het dat er steeds meer Belgen in de schulden zitten ?
35
Eechaudt, L., Brooijmans, B. & N. Engelen (2006) Tien op tien, 2de ed., Namur: Erasme, 151-154, cd1 track18.
192
(3) - Welk is, volgens de socioloog, een kenmerk van het individu ?
- Noem drie marketingtechnieken die een invloed kunnen hebben.
(4) - Waar tref je al die reclames aan ?
- Wat is het gevolg daarvan op het gedrag van de spreker zijn vrouw ?
(5) Waarmee moet de marketingmanager rekening houden bij het ontwerpen van een advertentie ?
(6) - Wat is uit de marktstudie gebleken ?
- Hoe moet de klant zich gedragen ?
(7) “Reclame is een investering op lange termijn.” Leg deze zin uit.
(8) Waarom werd een wetsontwerp voorgelegd ?
C. Probeer aan de hand van deze sleutelwoorden de verschillende meningen samen te vatten. gezinnen – schulden – misleiden – publiciteit – veel marketingtechnieken – beïnvloedbaar – nutteloze producten kopen – aankopen – impulsief – voorzichtig – reclame : investering – lange termijn – doel : tot aankoop aanzetten – schadelijk – milieu – gebouwen – zien
5.3. SPREEKOEFENING: GAAT U MET DE VOLGENDE STELLINGEN AKKOORD ? Zet een kruis in de goede kolom (1 = helemaal niet mee eens; 5 = volledig mee eens). Vergelijk dan uw antwoorden met die van uw buur en geef argumenten om uw standpunt te verdedigen. 1 1. Televisiereclame zou verboden moeten worden 2. Zonder reclame is de handel niet meer mogelijk. 3. Reclame wordt vaak misbruikt en kan negatieve effecten hebben. 4. De consument moet beschermd worden tegen misleidende reclame. 5. Spam en mobiele reclame vormen een bedreiging voor ons privéleven. 6. Vooral reclamespots die kinderen proberen te bereiken, zijn twijfelachtig.
2
3
4
5
6. 11. 16. 21. 26. 31.
7. 12. 17. 22. 27. 32.
8. 13. 18. 23. 28. 33.
9. 14. 19. 24. 29. 34.
10. 15. 20. 25. 30. 35.
193
5.4. WOORDENSCHAT A.
Maak samenstellingen. Pas het woord aan indien nodig en geef voor elke samenstelling het gepaste bepaald lidwoord. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
B.
marketing winst reclame dag sport aantrekking brieven wet markt leven
A gedrag B bord C marge D schoenen E kracht F ontwerp G studie H techniek I bus J blad
Vul het juiste adjectief in. Pas de vorm aan indien nodig.
Kies uit : aantrekkelijk – opvallend – machteloos – boeiend – voorzichtig – herkenbaar – overvloedig 1.
Niet te geloven. Dat zijn ……………………... cijfers. Die cijfers verbazen me eigenlijk.
2.
Tijdens onze opendeurdagen kunt u genieten van een ……………...... korting van 10%.
3.
Wees …………………………………., de wegen zijn glad.
4.
Veel mensen laten zich misleiden door …………………………………. verpakkingen en ze kopen het product.
5.
Dat was een …………………………………… spektakel. Het was echt mooi.
6.
Ik kan daar niets tegen doen. Ik sta daar …………………………………… voor.
C.
Vul het juiste werkwoord in. Pas de vorm aan indien nodig.
Kies uit : beïnvloeden – verwonderen – misleiden – stuiten – ergeren – aanzetten – verleiden – voorleggen – beperken – opbrengen – uitgeven – verpakken 1.
Laat je door die reclamespot niet …………………………., want dat is een misleidende spot.
2.
Zijn opmerkingen hebben me ertoe ………………………… de zaken anders te pakken.
3.
Ik moet dat document nog aan de ondertekening van mijn directeur ……………………………
4.
Ik hoop dat mijn project veel geld zal ………………………………..
5.
Je moet je niet ………………………………… aan die slechte cijfers. Ik ben er zeker van dat alles weer in orde komt.
6.
Het …………………………………. mij niet dat hij faalde: hij heeft te weinig gewerkt.
7.
Kan je me dat zo goed mogelijk ………………………. ? Het is eigenlijk een geschenk.
8.
Dat is geen harde werker. Hij ……………………………….. zich altijd tot het minimum.
194
6. HUMOR IN RECLAME 6.1. OPWARMING : BESPREEK DE VOLGENDE VRAGEN MET UW BUUR (1) Denkt u dat humor in reclame een invloed kan uitoefenen op het koopgedrag van mensen? Waarom wel of niet ? (2) Welk effect heeft humor op uw koopgedrag ? (3) “We onthouden de reclame, maar vergeten het merk.” Gaat u hiermee akkoord of niet? Illustreer uw antwoord met concrete voorbeelden.
6.2. LEESOEFENING : LEES DE TEKST EN BEANTWOORD DE VRAGEN OP HET VOLGENDE BLAD. Humor in advertenties werkt, ook onbewust36 Humor in advertenties werkt : het zorgt ervoor dat klanten voor een product kiezen. Daarnaast voorkomt humor in reclame irritaties. Dat blijkt uit onderzoek waarop sociaal-wetenschapper Madelijn Strick van de Radboud Universiteit Nijmegen op 29 mei promoveert. Strick onderzocht de invloed van onbewuste emoties bij het kijken naar reclame. Zelfs wie niet beïnvloed wil worden of wie al snel vergeet om welke merken het ook alweer ging, houdt tóch een goed gevoel over aan producten die met humor zijn geïntroduceerd – en kiest daar dan ook voor. We onthouden de reclame, maar vergeten het merk Humor in reclame houdt de aandacht voor de grap vast, maar mensen vergeten het merk. Ze koppelen de emotie wel onbewust aan het merk of het product dat ze in een humoristische omgeving hebben gezien. Als ze daarna de keuze hebben uit verschillende producten, kiest het merendeel voor het ‘humormerk’. Strick noemt dat de humorparadox : mensen vergeten het merk, maar willen het product toch hebben. Dit werkt onbewust : wanneer een merk bij herhaling aan iets leuks wordt gekoppeld, dan ontstaat in ons geheugen een link tussen het merk en het positieve gevoel. Voor dit proces van ‘evaluatief conditioneren’ hoeven we het merk niet te onthouden. Strick : ‘Daarom is het opwekken van een positief gevoel belangrijker dan merkherkenning. Zeker als het gaat om spontane keuzes voor producten waar mensen een lage betrokkenheid bij hebben en die je in de supermarkt redelijk instinctief kiest.’ Humor als medicijn tegen irritatie Omgekeerd werkt het ook : wanneer een merk zich herhaaldelijk opdringt tot ergernis van de consument ontstaat er in het geheugen een koppeling tussen het merk en een negatief gevoel. Reclame werkt dan averechts. Humor kan helpen dit te voorkomen. Het leidt af en voorkomt ergernis. Strick : ‘Daarom is het belangrijk om juist in die opdringerige commercials humor te gebruiken. Anders gezegd : als je ongevraagd op de koffie komt, kun je maar beter een goeie grap maken.’ Tijdschrift In een ander experiment bladerden proefpersonen door een tijdschrift met daarin verschillende merken energiedrankjes. Sommige merken stonden op dezelfde pagina als een cartoon, andere merken stonden op een pagina met neutraal beeld. In een emotionele reactietest na afloop reageerden mensen positiever op de merken die aan humor waren gekoppeld dan op het merk dat gekoppeld was aan neutraal beeld. En wanneer ze na afloop werden uitgenodigd voor een drankje, koos het merendeel voor het ‘humormerk’. 36
http://www.kennislink.nl/publicaties/humor-in-advertenties-werkt-ook-onbewust, laatst geraadpleegd op 28 juli 2014.
195
(4) Wie is Madelijn Strik ?
(5) Wat beoogt humor in advertenties ?
(6) Met welk type emoties gaat humor gepaard ?
(7) Wat gebeurt er als humor aan een gegeven merk gekoppeld wordt ?
(8) Wat is de humorparadox ?
(9) Leg in het Frans uit wat voor experimenten Madelijn Strik heeft uitgevoerd.
(10)Hier zijn sleutelwoorden om u te helpen : tijdschrift – cartoons – (niet) grappig – merk
(11)Wat zijn de resultaten van het experiment ?
6.3. MONDELINGE OEFENING Ga op zoek naar :
een grappige reclameaffiche
een niet-grappige reclameaffiche voor een soortgelijk product.
Breng beide affiches naar de les mee en ga in groepjes van 3 of 4 studenten zitten. Bespreek samen de volgende vragen : 1. Waarom is deze reclamecampagne (niet) grappig ? 2. Van beide producten, welk zou u het liefst willen hebben ? Waarom ? 3. Welke van alle reclames die op de tafel liggen, is volgens u : a. het grappigst en het minst grappig ? Leg uit waarom. b. het meest en het minst doeltreffend ? Leg uit waarom.
196
Reclame voor vetarme boter
Reclame voor tuingereedschap
Reclame voor tandpasta
Reclame voor shampoo
197
7. KOOPGEDRAG VAN BELGEN IN CRISISTIJD 7.1. OPWARMING : BESPREEK DE VOLGENDE VRAGEN MET UW BUUR. (1) Denkt u dat de economische crisis een effect heeft op het koopgedrag van consumenten ? Welke effecten dan ? (2) Let u nu meer op uw uitgaven dan een paar jaar geleden ? (3) En let u nu meer op de prijzen dan vroeger ? (4) Zijn er dure producten die u ondanks de crisis blijft kopen ? Wat voor producten ? (5) Zijn er periodes in het jaar waar u meer of minder op prijzen let ? Welke dan ?
7.2. LUISTEROEFENING37 1.
2.
Wat zijn de effecten van de economische crisis op het koopgedrag van de doorsnee Belg ? Welke veranderingen worden er geconstateerd ?
……………………………………………….………………………..…………………
…………….……………………………………………………………..………………
……………………………………………………………………………..…………….
Toch beantwoordt ons koopgedrag in een aantal gevallen niet aan deze “slimme” attitude/houding.
Waarom is dat zo ?
Wat blijft de Belg bijvoorbeeld kopen als er bezoek is ?
Waarom ?
7.3. WOORDENSCHAT: VUL DE ONTBREKENDE WOORDEN IN. 1. 2. 3. 4. 5.
Ons koop……………………………. hangt van onze financiële middelen af. De economische crisis heeft nu al veel sl……………………………………….. gemaakt. Op vrijdagavond gaat Hans met zijn vrouw w…………………………………………….. Hoelang studeert een d……………….leerling na schooltijd ? Één uur ? Anderhalf uur ? Ze heeft de gewoonte een l……………. op te maken met de aank………………………. die ze absoluut niet mag vergeten. 6. Begin januari zijn in alle klerenwinkels k…………………………………… te doen. 7. De sociale st…………………… van de leraar is vandaag niet meer wat het vroeger was. 8. De vergadering wordt tot morgen uit…………………………………….. omdat er vandaag staking van het spoorvervoer is. 9. De jongen probeerde in……………….. te maken op zijn vrienden met zijn nieuwe fiets. 10. Jouw ge……………………….. tegenover de docent moet echt vriendelijker worden. 37
Godin, P. & P. Ostyn (2009), Taalstudio 2, Brussel: Plantyn, pp. 14-16, track 3
198
8. GRAMMATICA : DE ONBEPAALDE VOORNAAMWOORDEN38 Voornaamwoord
Vertaling/Toepassing
Voorbeeld
alles
alles
Alles is veranderd.
iedereen
= tout le monde
Iedereen kan leren fietsen
al
= tout/tous
- Hebben jullie al de lichten uitgedaan ?
devant un déterminant
- Ik heb al mijn geld uitgegeven.
= al de (tous les)
Alle mensen zijn zoogdieren.
alle
devant un nom au pluriel allen
= tous
Allen moesten hun paspoort laten zien.
pour remplacer des personnes allemaal
= tous/toutes utilisé comme attribut du sujet
De boeken staan allemaal vermeld in de bibliotheekcatalogus.
elk(e)
= chaque
- Ik fiets elke dag naar mijn werk.
ieder(e)
devant un nom singulier
- Op Valentijnsdag stuurt hij ieder meisje in zijn klas een kaart.
!!! elk huis ↔ elke auto !!! ieder meisje ↔ iedere jongen iets
= ………………………………
Ik wil graag iets zeggen.
niets
= ………………………………
We hebben nog niets gedaan.
iemand
= ………………………………
Heb je het al aan iemand verteld ?
niemand
= ………………………………
Niemand mag het weten.
men
= ………………………………
Men zegt dat de economie weer aantrekt.
sommige
= ………………………………
- Sommige dingen veranderen nooit.
devant un mot en “DE”
- In die boekhandel verkopen ze antieke boeken. Sommige zijn zeer kostbaar.
OU pour remplacer des choses sommigen
= ……………………………… pour remplacer des personnes
38
De studenten hadden veel gestudeerd voor het tentamen. Sommigen hadden de hele nacht door gewerkt.
naar: http://www.dutchgrammar.com/nl/?n=Pronouns.Id10
199
OEFENINGEN39 1)
2)
Beschrijf de ideale wereld. Vul in met : alle, alles, allemaal, iedereen, iets, niemand. -
……………………… houdt van iedereen.
-
……………………… maakt ruzie.
-
……………………… mensen helpen elkaar.
-
……………………… vertelt altijd de waarheid.
-
Vrienden doen ……………………… voor elkaar.
-
Ze luisteren ……………………… naar elkaar.
‘Ik weet niets’ – Vul de dialoog aan met : ergens, nergens, nooit, overal. A : Schat, heb jij mijn sleutels ……………………… gezien ? B : Nee, ik heb ze ……………………… gezien. A : Ik had ze hier gelegd ! B : Jij bent toch ……………………… je sleutels kwijt ? A : Dat klopt; heb jij ze niet ? B : Nee, ik heb ze niet. Maar heb je ……………………… gezocht ?
3)
4)
Op het voetbalveld – Vul in met : al, alle, alles -
Vandaag is er een topmatch. ……………………… tickets zijn uitverkocht.
-
……………………… de spelers van de twee ploegen staan klaar voor de match.
-
……………………… supporters zijn enthousiast!
-
De spelers zullen ……………………… doen om de match te winnen.
-
Helaas, het begint te sneeuwen en ……………………… moeite is voor niets.
Op reis naar Berlijn – Vul een van de volgende woorden in : alle, een beetje, elk (ieder), heel, iedereen, iemand, meeste, niemand, sommige.
Vandaag is het voor ……………………… feest. De tweedejaars maken een reis naar Berlijn. ……………………… studenten wachten voor het station. ……………………… is afwezig ! De meeste studenten zijn ……………………… nerveus. De bussen staan al te wachten. ……………………… student stapt in de bus en zit naast een vriend. De …………………… studenten zijn heel enthousiast. ……………………… gevoelige studenten voelen zich onwel in de bus. Een studente wordt ……………………… ziek. Er moet ook ……………………… dringend naar de wc. Gelukkig kunnen de bussen even stoppen. Het wordt voor ……………………… een leuke reis.
39
naar: Wouters A. (2010), Doe wat met Grammatica, Standaard Uitgeverij
200
5)
6)
Slechts één van die drie zinnen is correct. Welke ? -
Alle huizen in onze straat staan te koop. Iedereen kwamen op tijd. Alles kandidaten moeten een brief sturen.
-
Allemaal houdt van chocolade. Alles studenten studeren graag. Als de zon schijnt, is iedereen vrolijk.
-
Allen was blij met zijn resultaat. We moeten allemaal onze naam opschrijven. Ze gaan helemaal zwemmen.
-
We hebben voor iedereen een ticket gekocht. Hebben allemaal een ticket gekocht ? We gaan alle naar het theater.
-
Allemaal is gelijk voor de wet. Je moet alles goed onthouden. We hebben alles hoofdstukken gestudeerd.
Vertaal de volgende zinnen in het Nederlands. a. J’ai lu la plupart des textes.
b. Beaucoup d’étudiants font du sport.
c. Certains professeurs ne font du sport que pendant les vacances scolaires, d’autres en font toute l’année.
d. Je connais presque tous les mots par coeur.
e. As-tu d’autres arguments pour convaincre mon patron de faire de la pub sur internet ?
f.
Beaucoup de sociétés choisissent les journaux. Certaines aiment les médias traditionnels, les autres préfèrent les réseaux sociaux.
g. Je suis tout à fait d’accord avec toi.
h. A partir de l’année prochaine, tout le monde devra tenir compte des changements d’habitude des consommateurs.
201
GRAMMATICA
HERHALING VAN ENKELE GRAMMATICALE KNELPUNTEN (ZIE OOK DE SYLLABUS VAN HET EERSTE JAAR)
De woordvolgorde (l'ordre des mots) .................................................................................... 203 Het passief .............................................................................................................................. 207 Verbuiging van het adjectief .................................................................................................. 212
202
DE WOORDVOLGORDE (L’ORDRE DES MOTS)
40
1. PROPOSITION PRINCIPALE La proposition principale s’articule autour de deux pôles : - le VC : verbe conjugué (verbe accordé en genre et en nombre au sujet) - le RV : reste verbal (infinitif(s), participe passé, combinaison pp/inf, Ø) Ces deux pôles découpent la phrase en 3 parties : la zone initiale, la zone médiane et la zone finale. Zone initiale Mijn vader Ik Gisteren Waarom Volgende winter
VC heeft spreek heb heeft zullen
Zone médiane Nederlands op school beter Nederlands ik ruzie ze nog niet we op skivakantie
RV geleerd Ø gehad gebeld? gaan
Zone finale dan mijn vader. met mijn broer
Le VC occupe toujours la 2ème place dans la phrase principale, sauf à l’impératif et dans les questions sans mot interrogatif. Gisteren ik heb een boek gelezen. Impératif: Ga maar zitten. Question: Ken je mijn vriend Tom? Certains éléments doivent obligatoirement se placer juste devant le second pôle (ici le RV) parce qu’ils forment une unité de sens avec celui-ci. la particule séparable
Ze zag hem nooit meer terug (Ø). Ze heeft hem nooit meer teruggezien. Ze wil hem nooit meer terugzien
l’attribut
Ze is gisteren ziek geweest. Vanmorgen ben ik om zes uur wakker geworden. Ik vind het leuk (Ø) dat ik zoveel vrij ben.
les compléments nécessaires au verbe (compléments de lieu ou de mesure)
Hij is de hele dag in bed gebleven. Ze is heel vroeg naar huis gegaan. Dit boek heeft 20 euro gekost. Mijn koffer weegt ongeveer 15kilo (Ø).
les éléments d’une expression verbale
Morgen moet je absoluut op tijd komen. Ik heb de hele dag dorst gehad. Hij is van mening veranderd. Ben je volgende maand met vakantie (Ø)?
.
40
Naar : Godin, P., Ostyn, P. & F. Degreef (1993), La pratique du néerlandais avec ou sans maître, Peeters : Louvain-la-Neuve.
203
2. PROPOSITION SUBORDONNÉE La proposition subordonnée s’articule également autour de deux pôles : - le C (conjoncteur), petit mot relie la subordonnée à la phrase principale - le GV (groupe verbal), qui se trouve à la fin de la proposition subordonnée (rejet de verbe!) Zone initiale We weten nog niet Ik denk Ik heb een pen nodig Ik heb hem gevraagd Ik heb de indruk Ik vraag me soms af
C wie dat om Ø dat of
Zone médiane kampioen je hier niet zijn adres mij zijn boek zij verstandiger hij altijd
GV zal worden mag parkeren op te schrijven te lenen is begrijpt
Zone finale
dan haar broer. wat ik zeg
Rem. La subordonnée peut également se trouver dans la zone initiale, devant le verbe conjugué. On sépare alors le GV de la subordonnée et le VC de la principale par une virgule. Zone initiale Toen ik klein was Als ik 18 word
, ,
VC woonde kan
Zone médiane ik in een klein dorp ik mijn rijbewijs
RV
Zone finale
afleggen
Liste des principaux conjoncteurs Pour exprimer le temps
als, wanneer toen nadat voordat nu sinds telkens als terwijl totdat zodra zolang
quand quand (dans le passé) après que avant que maintenant que depuis que chaque fois que tandis que jusqu’à ce que dès que aussi longtemps que
Pour exprimer la cause
omdat daar aangezien
parce que puisque étant donné que
Pour exprimer la conséquence
zodat
de sorte que
Pour exprimer le but
opdat
pour que, afin que
Pour exprimer la condition
als, indien op voorwaarde dat, mits
si à condition que
Pour exprimer la concession
hoewel, ofschoon zelfs als
bien que même si
204
3. OEFENINGEN A. Zet de zinsdelen in de goede volgorde. Begin met het onderstreepte element. 1. geweest – drie weken – Jan en Latifa – met vakantie – zijn – naar Spanje. 2. gisteren – ik – gekocht – heb – een Nederlands woordenboek 3. bij de dokter – zijn – ik – om elf uur – moet 4. wil – op bezoek – ik – vanavond – bij mijn ouders – gaan 5. zal – ik – de lege flessen – brengen – naar de melkboer 6. de trein naar Parijs – 20 minuten vertraging – gisteren – had 7. in dit restaurant – de koffie – lekker en goedkoop – is 8. je – ben – geweest – in Amsterdam – al – ? 9. een paar dagen – ik – met vrienden – gegaan – naar Brussel – ben 10. zullen – gaan – we – volgende week vrijdag – naar het zwembad – ?
B. Maak een bijzin. 1. Ik ga samen met een vriend naar Amerika omdat (ik wil niet alleen gaan). 2. Hij gaat toch naar het feest hoewel (hij heeft de hele dag hoofdpijn gehad). 3. Ze maakt haar eigen huiswerk voordat (ze helpt de kinderen met hun huiswerk). 4. Je mag niet rijden als (je hebt nog geen rijbewijs). 5. Ik verdien veel tijd sinds (ik heb een auto gekocht). 6. Ik heb altijd rugpijn nadat (ik heb in de tuin gewerkt). 7. De lessen gingen niet door daar (er waren te weinig aanmeldingen). 8. Telkens als (ik bel mijn moeder op), praten we urenlang. 9. Aangezien (hij kon geen rijbewijs tonen), werd zijn auto in beslag genomen. 10. Je krijgt nu een koekje mits (je eet straks je eten op). 205
C. Vul een gepast voegwoord in. 1. ……………………… je nu vertrekt, dan kan je nog de trein halen. 2. Lien stopt met haar studie ……………………… ze die niet meer interessant vindt. 3. Mijn buur trouwde ……………………… hij 20 jaar oud was. 4. Ik ga vroeg naar bed ………………………… ik morgen niet meer zo moe ben. 5. De baby werd geboren …………………………… de papa op zakenreis was. 6. ………………………… de minister geen antwoord gaf, stopte de journalist met het gesprek. 7. Ik geloofde niets van je verhaal …………………… je het de eerste keer vertelde. 8. Ik moet nog een e-mail schrijven …………………… ik het kantoor verlaat. 9. …………………………… het regende, ging hij toch op fiets naar zijn werk. 10. Je moet vaker de krant lezen, …………………………… je meer weet over de wereld. 11. ……………………………… moeder de nieuwe medicijnen gebruikt, heeft ze geen pijn meer. 12. ……………………………… de zon schijnt, is het lekker buiten in de tuin. 13. ……………………………… u ouder bent dan 60 jaar, betaalt u slechts de helft van de prijs. 14. Ik wordt altijd somber …………………………… het regent. 15. Ik kom mee naar het fuifje, ……………………………… Mark ook komt. 16. We praten verder met u …………………………… het examen afgelopen is. 17. Je weet nooit hoe een hotel is ……………………………… je er logeert. 18. …………………………… de zon weer schijnt, gaan we een wandeling doen. 19. …………………………… Karl en Harry elkaar niet vaak zien, zijn ze toch goede vrienden. 20. Hij vindt het niet eerlijk dat hij straf krijgt ………………………………… anderen net zoveel schuld hebben.
206
HET PASSIEF 1. FORMATION auxiliaire (conjugué au temps voulu) + (...) + participe passé temps simples: auxiliaire WORDEN temps composés: auxiliaire ZIJN
1.1. VERBES TRANSITIFS (CÀD. QUI S'UTILISENT AVEC UN COD) Actif
Accent mis sur la personne qui fait l'action
De klant betaalt de factuur.
Passif
Accent mit sur l'action En tant que telle
De factuur wordt door de klant betaald.
COD de la phrase active + auxiliaire conjugué + (door + sujet de la phrase active) + participe passé + (door + sujet de la phrase active) (rem. le complément introduite par "door..." peut se mettre avant ou après le participe passé. Il est omis lorsque sa valeur informative est faible.)
Temps composés
Temps simples
ACTIF
PASSIF
présent
Ze stuurt het pakket per post. = envoie
Het pakket wordt per post gestuurd. = est envoyé
imparfait
Ze stuurde het pakket per post. = envoya(it)
Het pakket werd per post gestuurd. = fut/était envoyé
futur
Ze zal het pakket per post sturen. = enverra
Cond.
Ze zou het pakket per post sturen. = enverrait
P.C.
Ze heeft het pakket per post gestuurd. = a envoyé
Het pakket is per post gestuurd. = a été envoyé
Ze had het pakket per post gestuurd. = avait envoyé
Het pakket was per post gestuurd. = avait été envoyé
P.Q.P.
Het pakket zal per post gestuurd worden. = sera envoyé Het pakket zou per post gestuurd worden. = serait envoyé
AUXILIAIRE
worden
zijn
207
1.2. VERBES INTRANSITIFS (CÀD. QUI S'UTILISENT SANS COD) Er + auxiliaire (+door + sujet de la phrase active) + participe passé + (+door + sujet phrase active) (rem. le complément introduite par "door..." peut se mettre avant ou après le participe passé. Il est omis lorsque sa valeur informative est faible.)
Temps simples
ACTIF
PASSIF
présent
De arbeiders staken. = font grève
Er wordt (door de arbeiders) gestaakt.
imparfait
De arbeiders staakten. = faisaient/firent grève
Er werd (door de arbeiders) gestaakt.
AUXILIAIRE
Temps composés
worden futur
De arbeiders zullen staken. = feront grève
Er zal (door de arbeiders) gestaakt worden.
Cond.
De arbeiders zouden staken. = feraient grève
Er zou (door de arbeiders) gestaakt worden.
P.C.
De arbeiders hebben gestaakt. = ont fait grève
Er is (door de arbeiders) gestaakt. zijn
P.Q.P.
De arbeiders hadden gestaakt. = avaient fait grève
Er was (door de arbeiders) gestaakt.
1.3. REMARQUES 1. Ordre des éléments verbaux en fin de proposition -
deux possibilités: ex.
Die vraag zal zeker gesteld worden (of: worden gesteld). Ik denk dat die vraag al gesteld werd (of: werd gesteld). Ik denk dat die vraag gesteld zal worden (of: zal worden gesteld).
2. Passif avec les verbes de modalité -
kunnen/mogen/moeten/willen (conjugué au temps voulu) + (...) + worden + participe passé ex.
Deze brief moet vandaag worden gepost (of: ... gepost worden). De directeur wil zo snel mogelijk op de hoogte worden gehouden. Deze kast kan niet worden verplaatst: het is veel te zwaar.
208
3. On utilise ER comme sujet de la phrase passive: -
quand il n'y a pas de COD dans la phrase active (avec des verbes intransitifs); ex.
We eten meestal rond 12u. > Er wordt meestal rond 12u gegeten.
-
quand le COD de la phrase active est un constituent indéfini (càd qu'il est précédé de rien/een/geen/veel/meer/un chiffre). ex.
We hebben dit jaar meer computers verkocht dan vorig jaar. >>>
Er zijn dit jaar meer computers verkocht dan vorig jaar.
Attention: Lorsqu’on commence la phrase par un complément de lieu, on supprime toujours ER. ex.
Ze verkopen in die winkel veel boeken. >>>
Er worden in die winkel veel boeken verkocht.
>>>
In die winkel worden er veel boeken verkocht. (Pas de ER, car complément de lieu en 1ère position)
2. EMPLOI 1. La personne qui fait l'action n'est pas connue ou il n'est pas important de la connaitre -
Hij werd gisteren vermoord.
-
De website wordt regelmatig geactualiseerd.
-
Mijn portefeuille is gestolen.
2. On veut mettre en avant l'action en tant que telle ou celui qui subit l'action. -
Het boek is in 100 talen vertaald.
-
Het museum werd volledig gerenoveerd.
-
De actievoerders werden door de politie aangepakt.
3. pour traduire le pronom impersonnel "on", on utilise très souvent une phrase passive avec "er". -
Er wordt gebeld.
-
Er wordt jaarlijks een internationaal congres georganiseerd.
-
Er wordt hier Nederlands gesproken.
Referenties Godin, P., Ostyn, P. & F. Degreef (1993), La pratique du néerlandais avec ou sans maître, Peeters : Louvain-la-Neuve. Goossens, M. & A. Wouters (2010), Doe wat met grammatica, Antwerpen: Standaard Uitgeverij. Smedts, W. & W. Van Belle (2003), Taalboek Nederlands, Kapellen: Pelckmans.
209
3. OEFENINGEN A. Maak de zinnen passief. Gebruik dezelfde tijd als in de actieve zin 41.
1. De jongere pianist speelde de sonate van Mozart. 2. We werken hard aan de vernieuwing van de zaal. 3. Ze zouden die zaak toch onderzoeken, niet? 4. Heb jij die grote receptie gegeven? 5. Mijn moeder had het eten al klaargemaakt. 6. De ambulance had de gewonde al naar het ziekenhuis gebracht. 7. De secretaresse zette elke ochtend koffie. B. Maak de zinnen passief42
In Engeland durven ouders hun kinderen niet buiten te laten spelen, uit angst voor ontvoering en geweld. Gaat het bij ons ook die kant op? Voorbeeld: Een journalist van de Volkskrant interviewt ouders hierover. Ouders worden hierover geïnterviewd (door een journalist van de Volkskrant) Hij ondervraagt ook mensen die veel met kinderen werken. Ook mensen die veel met kinderen werken, worden geïnterviewd. De directeur van een basisschool antwoordt: 1. Volgens mij overdrijven de media de ernst van de situatie. 2. Op die manier maken ze de ouders veel te bang. 3. Hier op school begeleiden we de kinderen heel zorgvuldig. 4. Ouders brengen de kinderen altijd naar school. 5. Wij houden de kinderen altijd in de gaten als ze buiten spelen. 6. Wij geven een kind nooit aan een onbekende mee. 7. Bij ons in het dorp letten buurtbewoners ook op andermans kinderen.
41 42
Bijleveld, H.-A. e.a. (1996), Pratique du néerlandais de A à Z - Exercices, Bruxelles : Dider Hatier, p.64. Ham, E. e.a. (2005), Help! 2. Boek voor de cursist, Utrecht: NCB, pp.254-255
210
C. Vul het juiste hulpwerkwoord in43.
1. Dit kasteel ………………………………… in de 16de eeuw gebouwd. 2. In die straat …………………………………… alle huizen door de firma PALM gebouwd. 3. Wanneer moet die brief opgestuurd ……………………………….? Vandaag of morgen? 4. Hoor je niets? Er ………………………………… aan de deur geklopt ! 5. Dat museum …………………………….. verleden jaar door veel toeristen bezocht. 6. Welke talen …………………………………….. er in België gesproken ? 7. Amerika ………………………………… door Columbus ontdekt. 8. Ik ben net terug van de garage: mijn auto ……………………………. nog niet hersteld. 9. Ik heb zalf nodig, want ik …………………………… door een mug gestoken. 10. Mijn broer was nog geen vijf, toen hij door een hond gebeten ………………………………. D. Vertaal de zinnen in het Nederlands. Gebruik de passieve vorm. 1. Je n'avais pas été mis au courant du changement de local. 2. Madame, comment ce mot se prononce-t-il ? 3. Par qui avez-vous été prévenu? 4. Ce livre fut écrit en 1876. 5. Personne n'avait été blessé lors de l'accident. 6. Si tu ne fais pas ton devoir, tu seras puni! 7. Ces exercices-là ont déjà été faits. 8. Certaines maisons ne seront pas détruites. 9. De nos jours, on gaspille trop de nourriture. 10. Ne vous inquiétez pas, la facture sera payée à temps.
43
De Droog, L. (2008), La voix passive néerlandaise, in: http://www.ldd-soft.be/PASSIF/passif1.html, laatst geraadpleegd op 10/12/2011.
211
VERBUIGING VAN HET ADJECTIEF
THEORIE (1) En néerlandais, l’adjectif attribut est invariable. Ex. De directeur is boos. (2) L’adjectif épithète est invariable lorsqu’il précède un substantif - neutre (mot-HET) - singulier - indéfini (càd. précédé de een / geen / ieder / elk / ou de rien) (3) Lorsqu'une ou plusieurs ces trois conditions n'est/ne sont pas rencontrée(s), on ajoute un -e à la fin de l'adjectif. déterminant adjectif substantif Exemples:
Neutre Indéfini Singulier
een / geen
klein
meisje / boek / ding
Autres cas
het
kleine
meisje / boek / ding
de
kleine
jongen / zaal / stoel
een / geen
kleine
jongen / zaal / stoel
/
kleine
jongens / zalen / stoelen
/
kleine
meisjes / boeken / dingen
Remarques il faut bien prononcer la terminaison -e à la fin de l’adjectif. Attention à respecter les règles d’orthographe :
Une voyelle longue dans une syllabe fermée (= qui se termine par une consonne) 2 signes : groot, rood… Une voyelle longue dans une syllabe ouverte (= qui se termine par une voyelle) 1 signe : grote, rode…
Doublement de la consonne finale si elle est directement précédée d’une voyelle brève, accentuée et qu’elle est représentée par un seul signe orthographique : snel > snelle, fris > frisse MAIS: ziek > zieke (2 signes), vals >valse (2 consonnes).
Le s/f final de l’adjectif se transforme en z/v lorsqu’on ajoute la terminaison -e. Ex: boos > boze, braaf > brave
212
OEFENINGEN Vervoeg indien nodig het adjectief. A.
Aankopen op internet (1) eenvoudig - (2) ongevaarlijk - (3) slecht - (4) veilig - (5) positief - (6) betrouwbaar
Op internet is het (1) om de prijzen te vergelijken en je product is vaak goedkoper dan in de winkel. Maar online shoppen is niet (2). Wil je graag iets op internet kopen en toch zeker zijn dat het geen
(1) ......................................... (2) .........................................
(3) ervaring wordt ? Hou dan rekening met het volgende: wanneer je wilt afrekenen, moet het webadres beginnen met https://. In
(3) .........................................
dat geval is het een (4) internetverbinding. Lees feedback op de webshop. Wordt de webshop (5) beoordeeld, dan is dit een
(4) .........................................
indicatie dat deze veilig is. Kijk goed uit voor nepwebshops. Als de prijs veel voordeliger is dan in andere webshops, neem dan een
(5) .........................................
kijkje op de website "Opgelicht Alerts". Die kan je vertellen of het een (6) website is. B.
(6) .........................................
Internet en de auteursrechten44 (1) digitaal - (2) legaal - (3) voordelig - (4) legaal - (5) goed - (6) fysiek - (7) nodig - (8) gepast
De digitale markt is een feit geworden in België. Of het nu gaat om
(1) .........................................
de aankoop van een e-book, het streamen van muziek op uw smartphone, het lezen van een krant of tijdschrift op uw tablet, of het bestellen van een film via de (1) televisie: het kan allemaal (2)
(2) ......................................... (3) .........................................
gebeuren en vaak tegen een (3) prijs. (4) onlineplatformen zijn gemakkelijk toegankelijk en betrouwbaar en vormen dus een (5) (4) ......................................... alternatief voor de (6) markt. (5) .........................................
Als u muziek of films wilt downloaden, een foto wilt kopiëren, artikels wilt overnemen, moet u echter de auteursrechten respecteren. Auteurs, artiesten en producenten investeren veel
(6) ......................................... (7) .........................................
creativiteit, tijd en geld in hun werken en prestaties. Zij verdienen daarvoor dan ook het (7) respect, en een (8) vergoeding.
(8) .........................................
44
vrij naar: http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/Intellectuele_Eigendom/auteursrecht/Bescherming_door_auteursrecht/Auteu rsrechten_op_Internet/#.VcdkQ_ntmko, geraadpleegd op 08/08/2015.
213