. .
,'
..,,A ,F '".;; - , .,\ ." -*'.
$'{
. .
.
.
,
. ,:
. I
. :.
ue ~rsc~mesrp~idars . . gmedongnuir Lelystad
.. .
. .
.
.
.
. .
.
,
,
r BIBLIOT HEZK R1JKSDIENS.I V O O R
-
:
.
be
IJSSELMEENPOLDERS
Flevoland vanaf de bok gezien in Flevoland
._
.: ..... :., , , ' . ~erkdocurnent 1986 L. .7' . . 'Abr..+. . ...., . van R. Hoogerwerf . -.
datum : januari 1986
het recreatief aangespannen rijden
INHOW
BLZ
.
1.
VOORWOORD
3
2.
SAMENVATTING
4
3.
INLEIDING
8
4. HET AANGESPANNEN RIJDEN 4.1. Algemeen 4.2. Wedstrijd-gericht aangespannen rijden 4.3. Recreatief aangespannen rijden 4.3.1. Algemeen 4.3.2. Omvang 4.3.3. Voorzieningen 4.3.4. Voorzieningenbeleid 4.3.5. Huifkarrijden 4.4. Het verenigingsleven 4.5. Wettelijke bepalingen 4.6. Financiering 5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
RICHTLIJNEN VOOR BUITEN-RIJVOORZIENINGEN Algemeen Richtlijnen bij de tracering van rijroutes Richtlijnen voor de randvoorzieningen Subsidies voor aanleg en onderhoud van voorzieningen
6. 6.1. 6.2.
BUITEN-RIJVOORZIENINGEN IN FLEVOLAND Bestaande en bruikbare buitefi-rijvoorzieningen Geplande buiten-rijvoorzieningen
7. I . 1. 7.2. 7.3.
AFWEGING Algemeen Deelname vanuit de bevolking van Flevoland Toetsing bestaande en geplande buiten-rijvoorzieninpen in Flevoland aan de richtlijnen Mogelijkheden voor huifkarverhuur Aanleg- en onderhoudskosten voor ruiterpaden
7.4. 7.5.
'
UNBEVELINGEN
1 8'52 4
AN VOOR ZEEWOLDE LTERATUUR
15 15 15 15 16
22 . ' ,,,, c
22
23 23 24 26
27
29
\
!
8522
Werkdocumenten zijn 313 rcgel eerste versies van te schrijven rapporten ~ittypengeschreven tekst) en daa:.?oc,r i::Ltsib~iter>dbested voor intern i b r u i k . D r ...,crmtwr.or.rlo!i < k h e i . i .,,.-:- ;?-. r:,k-r + ~ r , ! c rh i i A n i l > t n n : r .
BIJLAGEN :
A. B. C. D. E.
Verkeersregels Het koetsiersbewijs Gedragsregels Enquete Overzichtskaart
In het kader van mijn studie aan de Middelbare Bosbouw- en Cultuurtechnische School (MBCS) heb ik vanaf augustus 1985 tot en met half oktober 1985 stage gelopen bij de afdeling Recreacie van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Tijdens mijn stage heb ik onderzoek verricht naar het recreatief aangespannen rijden in Flevoland. Aanleiding tot dit onderzoek was een verzoek van de ruitersportvereniging "De Zeewolder Ruiters" om voorzieningen voor deze vorm van paardesport. Bij deze wil ik de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, met name de medewerkers van de afdeling Recreatie, bedanken voor de leerzame tijd en de goede werksfeer waarin ik heb mogen werken. Richard Hoogerwerf
Onder aangespannen rijden wordt verstaan het gebruikmaken van een paard (of pony), waarbij het dier voor een wagentje wordt gespannen. Binnen het aangespannen rijden zijn twee vormen te onderschetden, nl. het wedstrijd-gericht aangespannen rijden en het recreatief-gerlcht aangespannen rijden. Binnen het wedstrijd-gericht aangespannen rljden, zijn vier takken van sport te onderscheiden, nl. drafsport, tuigen, koetsieren en de mensport. Onder het recreatief-gericht aangespannen rijden wordt verstaan het maken van toertochtjea, waarbij geen wedstrijdelement aanwezig is. Het recreatief rijden kan als volgt worden ingedeeld: - standaard tocht 15 2 20 km 2 5 3 uur - dagtocht 40 z3 50 km 6 z3 9 uur - meerdaagse tocht, afstand afhankelijk van het aantal dagen. In 1980 beoefende 0,36% van de Nederlandse bevolking meer dan 10 dagen per jaar het aangespannen rijden. Vrijwel alle beoefenaara rijden naast de wedstrijdsport recreatief-gericht. Een bijzondere vorm van recreatief-gericht aangespannen rijden 1s het huifkarrijden. Verenigingen die zich inzetten voor het aangespannen rijden, zijn op landelijk niveau de Nederlandse Hippische Sportbond (N.H.S.), de Nederlandse Bond van Verenigingen voor het Aangespannen Paard en drie tuigpaardenverenigingen. Op plaatselijk niveau zijn verenigingen voor het aangespannen paard en landelijke rijverenigingen actief. In Zeewolde de Landelijke Rijvereniging "De Zeewolder Ruiter"; van deze vereniging kwam een verzoek om meer rijmogelijkheden voor het aangespannen rijden. De koetsier heeft zich op de openbare weg net als andere weggebruikers te houden aan de Wegenverkeerswet (W.V.W.) en het Reglement Verkeersregels en -tekens (R.V.V.). De belangrijkate artikelen voor het aangespannen rijden zijn de volgende: - art. 1, lid 1 (W.V.W.); alle verkeer is gerechtigd gebruik te maken van de openbare weg; - art. 2 (R.V.V.); in dit artikel is vastgesteld dat bestuurders van bespannen wagens weggebruikers zijn en als zodanig worden aangemcrkt als verkeer en bestuurder; - art. 14, lid 2 (Wegenwet); de beheerder van de weg dient gebruik van de wegberm voor alle verkeer toe te staan, mits dit in alle redelijkheid mogelijk is. Tevens blijkt uit enkele artikelen van de Wegenwet en de Wegenverkeerswet dat de veiligheid voor alle verkeer gewaardborgd moet zijn. Een openbare weg is ook afsluitbaar voor bepaalde vormen van verkeer, dus ook voor bespannen wagens, als dit noodzakelijk is om de verkeersveiligheid te waarborgen (art. 132 R.V.V.). Sinds 1981 wordt het koersiersbewijs uitgegeven door de Stichting Recreatieruiter. Het is een bewijs van bekwaamheid inzake het aangespannen rijden en vele terreinbeheerders zullen dit bewijs verplicht gaan stellen.
De buitenrijvoorzieningen ten behoeve van het recreatief aangespannen rijden omvatten in het algemeen rljroutes en randvoorzieningen, zoals rustplaatsen, uitwijkplaatsen, doorwaadplaatsen en overnachtingsplaatsen. Voor de wedstrijd-gerichte beoefenaars komt daar nog een oefenterreintje bij. Voor deze buitenrijvoorzieningen dient rekening te worden gehouden met 0.a. de volgende richtlijnen: - de route moet bij voorkeur in beide richtingen te gebruiken zijn - schelpenpaden moeten gemeden worden; - wegen met meer dan 1.500 auto'sletmaal zijn ongeschikt; - obstakelvrije doorgang 2,50 m (66nrichcfngsverkeer) en 3,50 m (tweeriihtingsverkeer); - padbreedte minimaal 1,70 m (66nrich:iogsverkeer) en 3,50 m (tweerichtingsverkeer); uitwijkplaatsen minimaal 3.50 m bij 6enrichtingsverkeer; - brugdekafmetingen minimaal 2.50 m; - rustplaats minimale oppervlakte 202are (vers drinkwater vereist); - overnachtingsplaats minimaal 100 m (inclusief sanitaire voorziening); - oefenterrein t.b.v. tuigen 30 x 60 m (tweespan) en 40 x 80 m (vierspan).
-
Op dit moment is de koetsier in Flevoland vrijwel geheel aangewezen op de verharde. openbare polderwegen. In een aantal gevallen hebben de koetsiers zelf enige ri jmogelijkheden gecreeerd door illegaal gebr;ik te maken van onderhoudspaden, tochtstroken en zelfs fietspaden. De weg- en terreinbeheerders laten de koetsiers.oogluikend toe, omdat het aantal koetsiers gering is (globaal geschat 30) en het (nog) niet tot ongewenste situaties heeft geleid. De wegen die momenteel voor het aangespannen rijden worden gebruikt, alsmede de wegen die vanwege het drukke snelverkeer ongeschikt zijn voor het aangespannen rijden, zijn weergegeven op een kaartbijlage (zie bijlage E). Onder de huidige koetsiers is gebleken, dat het gebrek aan rijvoorzieningen anders dan op verharde openbare wegen, als een te grote beperking in de rijmogelijkheden wordt ervaren. Gezien het feit dat de koetsiers in Flevoland behoefte hebben aan rijmogelijkheden in bossen en groenstroken, is het gewenst rijvoorzieningen te crePren. Vanwege het lage aantal koetsiers nu en in de toekomst zal gezocht moeten worden naar voorzieningen die medegebruik door koetsiers verdragen. Daarbij kan gedacht worden aan: - het uitzetten van routes; - het openstellen van tochtstroken en beheerspaden; - het toegankelijk maken van ruiterpaden voor ook bespannen wagens; - (natuur)kampeerterreinen geschikt maken voor overnachting; - bestaande ruitersportterreintjes geschikt maken als rustplaatsen; - voldoende rustplaatsen creeren. In Zeewolde zouden t.b.v. het aangespannen rijden een aantal routes uitgezet kunnen worden en zouden de tochtscroken langs de Roerdomptocht en Reigertocht, alsmede de bosbeheerspaden in het Horsterwold opengesteld kunnen worden. Bij de aanleg van de geplande ruiterroutes zal de toegankelijkheid voor bespannen wagens in het oog gehouden moeten wor-
den. Als rustplaatsen komen in Zeewolde de ruitersportoefenterreintjes en de visplaats aan de Pluvierenweg (Harderbos) in aanmerking. Daarnaast is een rustplaats in het Horsterwold en het Hulkesteinse Bos gewenst. Als overnachtingsplaatsen komen in aanmerking de (natuur)kampeerterreinen "de Dasselaar" (Horsterwold), "de Gaper" (Harderbos) en eventueel de ruitersportoefenterreintjes. Wat het gebied Zeewolde betreft, zijn de polderwegen in het landelijk gebied grotendeels geschikt (voldoende breed, weinig snelverkeer). Uitzonderingen vormen de Vogelweg, Gooiseweg, Spiekweg, Nijkerkerweg en Ganzenweg. In het ~arderboszijn de beheerspaden vri j toegankelijk voor aangespannen wagens. De tochtstroken langs de Reigertocht en de groenstrook langs de Hoge Vaart worden op dit moment a1 als rijroute gebruikt en dit heeft voor zover nu bekend, geen nadelige gevolgen gehad. Het kunstobject "de Aardzee" wordt nog a1 eens in combinatie met het achterliggende schouwpad (tochtstrook) in een route opgenomen. Deze sltuatie leidt tot bescl~adigingenop "de Aardzee" en kan worden verbeterd door de route te wijzigen. Het oefenterreintje voor de ruitersport nabij het Trekkersveld zou defunctie van rustplaats (c.q. overnachtingsplaats) kunnen vervullen voor koetsier en tuigpaard. Voldoende ruimte om te grazen, drinkwater en toiletten zijn aanwezig. In het Horsterwold (bosgebied) kan men alleen de polderwegen berijden. Het kampeerbewijsterrein "de Dasselaar" kan de functie van overnachtingsplaats vervullen. Om de mogelijkheden van huifkarverhuur te kunnen beoordelen, is het wenselijk de situatie in Flevoland te vergelijken met de situatie in Drenthe. In Drenthe is het huifkarrijden een favoriete bezigheid van dag-en verblijfsrecreanten. In Drenthe verhuren alle verhuurbedrijven tesamen 150 huifkarren en deze worden gemiddeld 10 weken verhuurd. Het gemiddeldexntal personen per huifkar bedraagt 5 a 6. Er zijn jaarlijks derhalve, uitgaande van 6.5dagsgebruik, maximaal 150 karren x 5 750 deelnemers per dag. De huifkarren worden gemiddeld 10 weken per jaar verhuurd (= 70 dagen). Het jaarlijkse maximale aantal deelnemers bedraagt 750 x 70 51.500 personen. Gaan we ervan uit, dat de helft van alle deelnemers verblijfsrecreanten zijn en derhalve overnachten in Drenthe dan zijn dat 25.750 overnachtingen. Het totaal aantal toeristische overnachtingen in Drente bedraagt jaarlijks 6,5 miljoen (informatie Provinciale Planologische Dienst, Drente). Uit deze getallen kan globaal worden afgeleid, dat ongeveer 0,5% van de toeristische overnachtingen verband houdt met het huifkarrijden. Rekening houdend met ook dagrecreanten is in dit rapport uitgegaan van een deelname van 1% door de recreant.
-
-
Indien eenzelfde deelnemingspercentage voor Flevoland zou geldendan betekent dit een huidige verhuurcapaciteit tijdens het vakantieseizoen (10 weken) van ongeveer 55 huifkarren (1% van 2 miljoen verblijfsrecreanten). Gezien tlet feit dat bij de koetsiers in Flevoland de behoefte aan rijmogelijkheden in de bossen en overige groenstroken bestaat, is her aan te bevelen om met name in genoemde gebiedsdelen, de rijvoorzieningen uit te
breiden. De voorspelling is dat het aantal koetsiers laag zal blijven (in 1994: 50). Het is dan ook niet verantwoord over te gaan tot de aanleg van veel en dure voorzieningen voor het aangespannen rijden. Gezocht zal moeten worden naar voorzieningen die medegebruik door bespannen wagens kunnen doorstaan. Uitbreiding van de rijvoorzieningen in de bossen zal de ontwikkelingsmogelijkheden voor huifkarverhuur vergroten. Het huifkarverhuur is in z'n algemeenheid een aantrekkelijke attractie voor de vakantieganger. Om gestalte te geven aan de gevraagde uitbreiding van buiten-rijvoorzieningen voor het aangespannen rijden in Zeewolde, worden de volgende aanbevelingen gedan:
a. Het geplande basisnet voor ruittrroutes in de gemeente Zeewolde geschikt maken voor ook bespannen wagens, zodat naast polderwegen gebruik gemaakt kan worden van de geplande routes door de tochtstroken en bosgebieden. De toegankelijkheid van de tochtstcoken kan d.m.v. houten of stenen palen worden geregeld (maximaal 40 cm hoogte bij een tussenafstand van 1 meter, zgn. anti-autopaden). b. De huidige ruiterroute langs de Reigertocht te verleggen van de westnaar de oostzijde. Hiermee wordt voorkomen dat de brug bij "de Aardzee" moet worden verbreed en "de Aardzee" zelf niet nog langer wordt beschadigd door de ruiters. Aangezien voor de oostelijke zijde van de Reigertocht de bestemming "Natuur" geldt, is wellicht een bestemmingsplanwfjziging noodzakelijk. c. Bruggen en dammen in de geplande ruiterroutes te dimensioneren op 2,50 meter breedte. d. De gehanteerde breedten voor de ruiterpaden in het Horsterwold zijn voldoende om aangespannen rijden mogelijk te maken. Bij de verdere uitwerking van de plannen dient gelet te worden op het toegankelijk blijven van de routes voor het aangespannen rijden (toegangshekken, doorwaardplaats). Instelling van eenrichtingsverkeer d.m.v. borden verdient bier aanbeveling. Bij intensiever gebruik van de route door bespannen wagens kan in een later stadium gedacht worden aan de ontwikkeling van uitwijkplaatsen of verbreding van de obstakelvrije padbreedte van 2,50 m naar 3,50 m. e. De geplande ruiteroefenterreintjes zodanig inrichten, dat deze ook geschikt zijn als rustplaats, hetgeen tevens inhoudt dat er vers drinkwater voor handen moet zijn. f. Een rustplaats in het Harderbos te cregren, bij voorbeeld de visstek nabij de Pluvierenweg hiervoor geschikt maken. g. Op den duur, wanneer sprake is van meerdaagse tochten, op een aantal kampeerterreinen overnachtingsplaatsen in te richten van + 100 m 2 (bij voorbeeld "de Gaper" en "de Dasselaar").
Bij het aangespannen2rijden wordt het paard voor een wagen(tje) nen en daar vanaf geleid.
gespan-
Enkele termen die in het rapport veelvuldig voorkomen zijn de volgende: Koetsier : diegene die het paard voor de wagen vanaf de bok (zitplaats op de wagen) geleidt (bij de drafsport wordt dit een pikeur genoemd). Tuigpaard : een paard (of pony) die specifiek is getraind (en vaak ook gefokt) voor het aangespannen rijden (bij de drafsport spreekt men van een draver); - Binnenrijden :bier wordt onder verstaan het beoefenen van de paardesport op een, a1 dan niet overdekt terrein van beperkte afmetingen (b.v. een binnen- o f buitenbak of een oefenterreintje); - Buitenrijden : hier wordt onder verstaan het beoefenen van de paardesport op de wegen en paden, meestal in het buitengebied (platteland, bos enz.).
-
-
Dit rapport handelt over het recreatief-gericht aangespannen rijden op wegen en paden (buitenrijden). Voor het "binnenrijden" kan'volstaan worden met geringe en eenvoudige voorzieningen, maar het "buitenrijden" vraagt geschikte paden en wegen en dus de aandacht bij de landinricht ing
.
Het doe1 van dit rapport is inzicht te geven in het aangespannen rijden op wegen en paden (deelname, benodigde voorzieningen, enz.) en een overzicht te geven van de buitenrijvoorzieningen in Flevoland, en op grond hirrvan de mogelijkheden in een plan aan te geven t.a.v. het aangespannen rijden in het gebied Zeewolde. Het rapport is als volgt opgebouwd:
.
- een omschrijving van het aangespannen rijden (hoofdstuk 4 ) . - een inventarisatie van de benodigde voorzieningen en de eisen die daaraan gesteld moeten worden (hoofdstuk 5 ) ; - een inventarisetie van de aanwezige en geplande voorzieningen in Flevoland (hoofdstuk 6); - een afweging of de voorzieningen in Flevoland voldoen en of het mogelijk is nieuwe voorzieningen te creCren (hoofdstuk 7); - aanbevelingen (hoofdstuk 8); - plan voor Zeewolde (hoofdstuk 9).
Koetsieren ---------Bij deze tak van paardesport wordt gereden met antieke rijtuigen. Zij rijden veelal in groepsverband een vaste route door landelijk gebied. Tijdens het rijden worden de deelnemers beoordeeld op presentatie (0.a historisch gezien). De beoefenaars van deze tak rijden ook recreatiefgerichte buitentochten. Mensport -------Bij de mensport is het tuigen een belangrijk onderdeel. Daarbij moet een deelnemer een parcours met hindernissen afleggen in een bepaalde tijd. Een dergelijk parcours (een marathonbaan genoemd) is 25 km lang en wordt uitgezet over wegen en paden. Als hindernissen worden vaak boomstammen, heuvels en doorwaadbare plaatsen gebruikt..De Vereniging Samengestelde Wedstrijdmensport Nederland telde in 1978 slechts 82 leden (l)..Het aantal koetsiers dat deze sport beoefent, is groter omdat de landelijke rijverenigingen ook leden hebben die de mensport beoefenen. Het oefenen gebeurt op wegen en paden, in bossen en op het platteland en is derhalve een duidelijke vorm van "buiten-rijden". 4.3. Recreatief-gericht aangespannen rijden
-
4.3.1. Algemeen -- ----Onder het recreatief-gericht aangespannen rijden wordt verstaan het maken van toertochtjes veelal in het landelijk gebied als vorm van vrijetijdsbesteding. Zoals reeds is opgemerkt, is het wedstrijd-gericht aangespannen rijden, uitgezonderd de drafsport, niet 10s te zien van het recreatief-gericht rijden, omdat beide vormen door dezelfde koetsiers worden beoefend. Alle koetsiers die het tuigen, het koetsieren of de mensport beoefenen, rijden daarnaast ook recreatief. Het recreatief rijden kan men, gezien lengte en tijdsduur, in drie categorieen verdelen, nl.: standaard-tocht : 15 B 20 km, 2 a 3 uur; - dagtocht : 40 B 50 km, 6 B 9 uur; - meerdaagse tocht: afstand afhankelijk van het aantal dagen. Een bijzondere vorm van het recreatief-gericht rijden is het huifkarrijden.
-
4.3.2.
Omvang ------
In 1980 beoefende 0.36% van de nederlandse bevolking meer dan 10 dagen per jaar het aangespannen rijden (1). Nederland had toen 13,9 miljoen inwoners, hetgeen resulteert in 50.000 koetsiers. De jaarlijkse toename van het aantal paardesportliefhebbers werd in 1980 geschat op 0,5%. Hiervan uitgaande zouden er nu, in'1985, ongeveer 51.000 koetsiers in Nederland zijn. Ongeveer 1.000 koetsiers houden zich alleen bezig met de drafsport en uitgaande van het hiervoor genoemde feit dat de beoefenaars van de overige wedstrijdtakken bijna allemaal buitenrijden, maken derhalve ongeveer 50.000 koetsiers gebruik van de rijvoorzieningen in het buitengebied.
De paardesportbeoefenaars maken grmiddeld 2 ritcen per week (1). Dit zijn zowel binnen- als buitenritten. De recreatief-gerichte koetsier rijdt buiten, zodat men mag veronderstellen dat er wekelijks 1p2.000 (= 51.000 x 2 ) buitenritten worden verreden met paard en wagen. De meeste ritten worden in het weekeinde verreden.
-------------
4 . 3 . 3 . Voorzieningen
Gezien her feit dat, vele koetsiers hun rijtuig en paard(en) bij huis stallen, dient in eerste instantie de openbare weg geschikt te zijn voor het aangespannen rijden (redelijk wegdek, heperkte hoeveelhied snelverkeer). Tuigpaarden zijn veelai goed getraind en verkeersmak en verdragen dus enig verkeer, waardoor het rijden met paard en wagen met niet a1 te veel verkeer mogelijk is. Daarnaast is er behoefte aan paden langs landerijen en door bossen en/of groenstroken, te meer omdat veel bossen e n natuurterrcinen voor het aangespannen rijden alecht toegankelijk zijn. Op de Veluwe en in rent he zijn maatregelen getroffen om het recreatief aangespannen rijden te stimuleren. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de eisen waaraan voorzieningen voor het aangespannen rijden moeten voldoen. 4 . 3 . 4 . Voorzieningenbeleid -------------------
Een onderzoek van de Landinrichtingsdienst, gehouden in 1982, wijst uit dat 40% van de intergemeentelijke samenwerkingsorganen van mening is dat de ruitersport in zijn geheel bevorderd moet worden (3). Een percentage van 42% was, van mening, dat de ruitersport bevorderd nog geremd moet worden. Hieruit blijkt dat slechts 18% van de intergemeentelijke organen van mening is, dat de ruitersport moet worden teruggedrongen. Bij de organen, die van mening waren dat de ruitersport bevorderd moest worden, kwamen de volgende gezichtspunten naar voren: - mogelijkheden voor de ruitersport (landschappelijk) aanwezig, - (te)- lage prioriteit van de ruitersport op de gemeentebegrotingen, - te beperkte bevoegdheden (de organen hadden allen openluchtrecreatie in hun takenpakket). De organen die van mening waren dat de ruitersport afgeremd of gestabiliseerd moet worden, noemden de volgende argumenten: - volgens hun inzicht voldoende gerealiseerd; - onderhoud terreinen wordt te duur; - ecologisch onverantwoord de terreinen open te stellen voor de ruitersport; - bodemtechnische problemen (aanlegkosten); - voorzieningen voor ruitersport creEren is geen overheidszaak (ruitersport = elitesport).
H u i f k a r - r i j d e n i s een b i j r o n d e r e vorm van h e t recreat.1-c '""3WsPannc:.. ~erbll..~J;:~r i j d e n . Het i s een b e r i g h e i d d i e wordt beoefend door d : t i ! . r e c r e a n t e n , d i e v e e l a l geen of w e i n i g e r v a r i n g hebberr ,,..;' '"'z aanRe.s!hane e n 8:b. . nen r i j d e n . S p e c i a l e v e r h u u r b e d r i j v e n v e r h u r e n een hul!":' makkelijk tuigpaard.
4.4.
Het v e r e n i g i n g s l e v e n
SPO~L!~.,~~ E v e n a l s voor de g e h e l e r u i t e r s p o r t i s de N e d e r l a n d s e 11; r.*.:"'he (N.H.S.) de overkoepelende o r g a n i s a t i e voor h e t aange~r.*'--'c::' r i j d e n . e z e o r g a n i s a t i e s t i m u l e e r t de a a n l e g van v o o r z i e n i n g e n c.i. . e r 7 * e r t he^ w e d s t r i j d s e c r e t a r i a a t . Ten behoeve van h e t aangespann0.4 :'en, Zij" in Nederland de Nederlandse Bond van V e r e n i g i n g e n van her ".."X.sSPannen Paard en d r i e t u i g p a a r d e n v e r e n i g i n g e n a c t i e f ( a l l e n nn,wr*i:>ren b1.i J, N.H.S.).
':
Op p l a a t s e l i j k n i v e a u z i j n i n Nederland v e l e v e r e n i g i n e 4 7~2"h e t spannen p a a r d e n l a n d e l i j k e r i j v e r e n i g i n g e n a c t i e f i n hnc2-ngeSPann+n r i j d e n . D a a r n a a s t i s e r nog een a a n t a l v e r e n i g i n g e n , d i C --:-h doelgc. rL.!+?+n r i c h t met e e n s p e c i f i e k e w e d s t r i j d - g e r i c h t e t a k van aactvi"mnnen bezighouden. Deze z i j n i n p a r a g r a a f 4.2. b i j e l k e t a k z.'"c=d-
-
4.5. W e t t e l i j k e bepalingen weg33:De k o e t s i e r h e e f t z i c h op de openbare weg n e t a l s i e d e r - =.de'e b r u i k e r t e houden a a n de Wegenverkeerswet (W.V.W.) e n h*' :*Rlement Verk e e r s r e g e l s - e n - t e k e n s (R.V.V.). I n d e z e w e t t e n i s de van h*E aangespannen r i j d e n i n h e t v e r k e e r g e r e g e l d e n wordt vnesd aan wetke .W.e n d* r e g e l s d e k o e t s i e r z i c h moet houden ( z i e b i j l a g e A ) . Pa +--I Wegenwet b e p a l e n de g e b r u i k s m o g e l i j k h e d e n van d e weg. d e vol~.?.nDe b e l a n g r i j k s t e a r t i k e l e n voor h e t aangespannen r i jdr?:; ".?-* de: t e mak;,,, a r t . 1, l i d 1 (W.V.W.); a l l e v e r k e e r i s g e r e c h t i g d :?lL':z-:ik van de o p e n b a r e weg; a r t . .2 (R.V.V.); i n d i t a r t i k e l i s v a s t g e s t c : , ' '=' b e ~ t u 1 ~ ~ . r , ~ s van bepannen wagens. w e g g e b r * * : ~ . ~ =Z ' ~i j " ell a 1 s z o d a n i g worden aangemerkt n : . ~ rsrkeer e n hes t u u d e r ;, a r t . 1 4 , l i d 2 (Wegen- ; de b e h e e r d e r van d e wee die's1.. ,.ehruik Val! ,de wet) wegberm v o o r a l l e v e r k e e r to-s t a a n , hsi t s d i t i n a l l e r e d e l f j k h e i d m n r ~ '-.jk ' Is.
-
-"
.q*Senverked!-oTevens b l i j k t u i t e n k e l e a r t i k e l e n v a n d e Wegenwet en *:wet d a t de v e i l i g h e i d voor a l l e v e r k e e r gewaarborgd n,.-;. :=:-in. ",*enb a r e weg i s ook a f s l u i t b a a r v o o r b e p a a l d e vormen van .I<.';'"""~, d ~ ""h. voor bespannen wagens, a l s d i t n o o d z a k e l i j k i s om de . . , ~ : y 2 - - ~ z ~ ~ : 7 s vIe!Ii l ~ 8 i ~ - t e waarborgen ( a r t . 132 R . V . V . ) .
Provincies en gemeenten kunnen verordeningen maker1 voor situaties waarin de wet niet voorziet. Verordeningen hebben vaak betrekking op de toegang van wegen en paden met als doe1 de nacuur, alsmede recreanten te beschermen of de verkeersveiligheid te waarborgen. Verordeningen zijn meestal opgesteld voor wegen, paden en terreinen die niet tot de openbare weg behoren. De wetgeving biedt geen mogelijkheden aan lagere overheden om de toegang tot openbare wegen te beperken (art. 7 Wegenwet). Het eisen van een bewijs van rijvaardigheid voor het aangespannen rijden of het geheel afsluiten van openbare wegen voor aangespannen rijden kan niet door verordeningen worden geregeld. We1 is het mogelijk door een verordening de toegankelijkheid van een openbare weg voor een bepaald dagdeel te beperken. Of een weg a1 dan niet openbaar is, beslist de gemeente of provincie in beginsel zelf. Wegen die gedurende lenge tijd onderdeel van het openbare wegennet uitmaken, kan men echter niet meer onttrekken aan het net van openbare wegen (art. 4 en art. 9 , Wegenwet). Het koetsiersbewijs is sinds 1981 te behalen. Nadat bleek dat het ruiterbewijs (voor onder zadel rijden) goed functioneerde en het aangespannen rijden in opkomst was, werd het mogelijk ook een bewijs van bekwaamheid te halen voor deze vorm van paardesport. Het koetsiersbewijs (evenals het ruiterbewijs) wordt uitgegeven door de Stichting Recreatieruiter. In augustus 1985 waren inmiddels 2.500 koetsiersbewijzen uitgegeven, hetgeen betekent dat 5% van de koetsiers in bezit is van een koetsiersbewijs (zie voor verdere informatie bijlage B). Gemeentes en provincies die hun gebieden willen beschermen tegen onervaren koetsiers stellen veelal het koetsiersbewijs per verordening verplicht. De kosten van het koetsiersbewiJs zijn gering, waardoor een verplichtstelling geen extra financiEle belasting is voor de koetsiers (koetsiereewijs + examen f 80,--; verlenging £ 30,--). In het Amsterdamse Bos en in het Gooi is het ruiterbewijs sinds januari 1977 verplicht. Verkeersdeskundigen. terreinbeheerders en ruitersportorganisaties pleiten ervoor dat zowel het ruiterbewijs als het koetsiersbewijs wettelijk erkende documenten moeten worden. Vervacht wordt dat het aantal terreinbeheerders dat het koetsiersbewijs verplicht stelt in de komende jaren zal toenemen.
4.6. Financiering De financiering van het aangespannen rijden is niet anders dan die van de andere vormen van paardesport. Vele paardeliefhebbers dragen de kosten van hun sport (hobby) geheel zelf. Haar liefst 48% heeft een eigen paard (1). En 33% stalt het paardof de pony bij zijnlhaar woning (4). Verondersteld mag worden, dat voor her aangespannen rijden hogere percentages gelden. Ook de aankoop en het onderhoud van de koetsen en wagens wordt door de koetsiers zelf betaald. Maneges bezitten over het algemeen geen tuigpaarden en wagens. We1 zijn er enkele verhuurbedrijven die paarden en huifkarren in de verhuur hebben. Deze bedrijven zijn met
.
name gevestigd op de Veiuwe en in Drenthe en hebben gezamenlijk zo'n 200 huifkarren in hun bezit. De voorzieningen voor de ruitersport, ook voor het aangespannen rijden, in de vorm van ruiterpaden, oefenterreinen en maneges worden meestal door de overheid gefinancierd. Dit betreft dan subsidies van zowel de lagere als de rijksoverheid.
.
5. RICHTLIJNEN VOOR BUITEN-RIJVOORZIENINGEN
.
..
.
.
. . ..,
5.1. Algemeen In dit hoofdstuk wordt een aantal richtlijnen gegeven voor de buitenrijvoorzieningen ten behoeve van het recreatief aangespannen rijden. Deze buiten-rijvoorzieningen omvatten in het algemeen rijroutes en randvoorzieningen, zoals rustplaatsen, uitwijkplaatsen, doorwaadplaatsen en voorzieningen ten behoeve van de wedstrijdsport. 5.2. Randvoorwaarden en richtlijnen bij de tracering van rijroutes Bij het vaststellen van het trace van een route dienen de volgende punten de aandacht te hebben: - de route moet bij voorkeur in beide richtingen te gebruiken zijn; - de route moet landschappelijk afwisseling bieden; - kwetsbare terreinen dienen gemeden te worden; - concentratiepunten van intensieve recreatie moeten gemeden worden; - schelpenpaden dienen gemeden te worden; - wegen waat de intensiteit van het snelverkeer hoger is dan 1.500 auto'sletmaal dienen gemeden te worden (5); - de minimumafmetingen waaraan de paden en wegen moeten voldoen zijn
.-, . obstakelvrije padbreedte: 3.50 meter (uitgaande van tweerichtings-
(1):
.
verkeer )
. vrije rijbreedte (het werkelijke pad): . vrije doorrijhoogten: in bosopstanden:
1,70 m 3,50 m : 3,00 m; in tunnels - het kruisen van andere paden (miter-, Eiets- en voetpaden), verkeerswegen, e.d. moet zoveel als mogelijk vermeden worden; de gesteldheid van het wegdek (wegen) c.q. de bodemgesteldheid (paden) dient goed te zijn; informatieborden met informatie omtrent de voorzieningen en gedragsregels zijn gewenst bij de start- en rustplaatsen (zie bijlage D); - de minimale lengte van een route dient 20 km te bedragen; de maximale lengte van een route voor een dagtocht is 50 km; - rustplaatsen (met vers drinkwater) dienen om de 20 km aanwezig te zijn; - overnachtingsplaatsen dienen om de 50 km aanwezig te zijn; her opnemen van doorwaadbare plaatsen, natuurlijke hindernissen en open ruimtes (geschikt voor het tuigen) maken de route aantrekkelijk; - grasbanen in een route dienen op goede draagkrachtige grond te liggen (anders schade aan grasmat); - bij overgangen van verhard naar onverhard wegdek is goede kantopsluiting vereist.
-
-
5.3. Richtlijnen voor de randvoorzieningen Rustplaatsen, overnachtingsplaatsen en doorwaadplaatsen zijn gewenst voor het recreatief aangespannen rijden. Voor de wedstrijdsporters is een oefenterreintje (tuigen) enlof een marathonbaan (mensport) gewenst. Als het niet mogelijk is om voor tweerichtingsverkeer een voldoende breed pad te maken dan kan de aanleg van uitwijkplaatsen een oplossing zijn.
...........................
~ustplaats/drinkwaterplaats
Randvoorwaarden: - minimale oppervlakte 20 are; - aanwezigheid.van vers drlnkwater vereist; - voorzieningen om de paarden vast te zetten zijn gewenst (b.v bomen, hekken)
.
Doorwaadplaats -------------Randvoorwaarden:
- maximale waterdiepte: 90 cm; - het verval mag maximaal 25 cm/m' zijn; - alternatieve route (brug of dam) moet aanwezig
zijn.
Uitwijkplaats ------------Randvoorwaarden:
-
breedte (incl. pad) moet minimaal 3,50 m zijn; de plaats moet goed berijdbaar zijn (bodem).
Oefenterreintje t.b.v. het tuigen ................................. Randvoorwaarden:
- situering binnen een straal van 5 km van een manege - parkeergelegenheid vereist; -
stevige toplaag (niet rul), b.v. grasmat; minimum-afmetingen 30x60 rn (geschikt voor tweespan) 40x80 m (geschikt voor vierspan).
Marathonbaan t.b.v. de mensport ............................... Randvoorwaarden:
-
parkeergelegenheid vereist; totale lengte baan 25 km; het moet mogelijk zijn de volgende trajecten uit te zetten: draftraject van 10 km, staptraject van 1.200 m, draftraject van 5 km, staptraject van 1.200 m en een hindernisbaan van 10 km met 7 a 8 hindernissen waaronder een doorwaadbare plaats (16).
Overnachtingsoorden ------------------Randvoorwaarden: - ligging langs de route (max. 4 km ervan verwijderd); - aanwezigheid van sanitaire voorzieningen; - onderlinge afstand overnachtingsmogelijkheden maximaal 50 km; - aanwezigheid van rustplaatsen voor paarden (grasveldjes voldoende). 5.4. Subsidies voor aanleg en onderhoud van voorzieningen Voor de aanleg en het onderhoud van routes en bijbehorende voorzieningen kunnen subsidies worden verkregen van: - het Ministerie van W.V.C.; - Landinrichtingsdienst (alleen binnen een ruilverkaveling of algehele wegverbetering);
-
Staatsbosbeheer (alleen in bosgebieden);
- gemeenten; - recreatieschappen. De algemene eisen die aan een plan voor een route worden gesteld alvorens tot subsidietoekenning wordt overgegaan, zijn de volgende: - de aanleg van de route moet voortvloeien uit een streekplan, beheersplan of Toeristisch Recreatief Ontwikkeling Plan (T.R.O.P.); - de noodzaak van aanleg c . q . onderhoud moet aanwezig zijn; - de route moet na gereedkoming minstens 20 jaar opengesteld blijven voor openbaar gebruik.
,
I
. .. . . . . ', ..
-
,
,
. .
.
6. BUITEN-RIJVOORZIENINGEN IN FLEVOLAND .
.
6.1. Bestaande en bruikbare buiten-rijvoorzieninpn Bij de inventarisatie van de buiten-rijvoorzieningen van het aangespannen rijden, zijn de wegen, de paden W.O. ruiterpaden alsmede de overige ruitersportvoorzieningen op hun bruikbaarheid beoordeeld. Op dit moment is de koetsier in Flevoland vrijwel geheel aangewezen op de verharde, openbare polderwegen. In een aantal gevallen hehben de koetsiers zelf enige rijmogelijkheden gecreeerd door illegaal gebruik te maken van onderhoudspaden, tochtstroken en zelfs fietspaden. De weg- en terreinbeheerders laten de koetsiers oogluikend toe, omdat het aantal koetsiers gering is en het (nog) niet tot ongewenste situaties heeft geleid. De wegen die momenteel voor het aangespannen rijden worden gebruikt, alsmede de wegen die vanwcge het drukke snelverkeer ongeschikt zijn voor het aangespannen rijden, zijn weergegeven op een kaartbijlage (zie bijlage E). Buitenruimte van Almere ....................... In het gebied rond het Pampushout zijn de rijmogelijkheden beperkt tot de openbare verharde wegen. Het gebied is vanuit Almere-Stad te bereiken via de Schoenerweg of via de Plassendreef (Noorder- en Lepelaarplassen). De Noorder- en Lepelaarplassen is een aantrekkelijk gebied om langs te rijden. Door gebruik te maken van de grasstrook (en gedeeltelijk het fietspad) langs de Hoge Vaart is het Almeerderhout te bereiken. In de Almeerderhout wordt door het terreinbeheer het aangespannen rijden oogluikend toegestaan (informatie van opzichter Banga). De manege van de ruitersportvereniging Almrre, gelegen aan de Gooimeerdjjk, ligt ingesloten tussen drukke verkeerswegen en is daardoor moeilijk bereikbaar voor een bespannen wagen. In het Kromslootpark, het Eerate Bos en het Muiderbos, drie aantrekkelijke groengebieden zijn geen rijmogelijkheden. Als overnachtingsplaats zou het natuurkampeerterrein "de Trip" in het Overvaartbos (Leeuwerikweg) een functie kunnen vervullen. Zeewolde -------De verharde polderwegen in het landelijk gebied zijn uitermate geschikt (voldoende breed, weinig snelverkeer). Uitzonderingen vormen de Vogelweg, Gooiseweg, Spiekweg, Nijkerkerweg en Ganzenweg. Nabij het Harderbos ligt een knooppunt van verkeersluwe wegen, zodat hier de rijmogelijkheden niet beperkt worden. In het Harderbos zijn de beheerspaden vrij toegankelijk voor aangespannenwagens. Tochtstroken en groenstroken tussen de landerijen vormen ook rijmogelijkheden. De tochtstroken langs de Reigertocht en de groenstrook langs de de Hoge Vaart worden op dit moment a1 als rijroute gebruikt en dit heeft voor zover nu bekend geen nadelige gevolgen gehad. Het kunstobject "de Aardzee" wordt nog a1 eens in combinatie met het achterliggende schouwpad (tochtstrook) in een route opgenomen. Deze situatie leidt tot beschadjging op "de Aardzee" en kan worden verbeterd door de route te wijzigen. Het oefenterreintje voor de ruitersport nabij het Trekkersveld zou de functie van rustplaats (c.q. overnachtingsplaats) kunnen vervullen voor koetsier en tuigpaard. Voldoende ruimte om te grazen, drinkwater en toiletten zijn aanwezig. In
(
het Horsterwold (bosgebied) kan men alleen de polderwegen berijden. Het natuurkampeerterrein "De ~asselaar"kan de Eunctie van overnachtingsplaats vervullen.' Lelystad -------Lelystad biedt weinig rijmogelijkheden voor bespannen wagens. De polderwegen in het landelijk gebied zijn goed berijdbaar met uitzondering van de Larserweg. In het Overijsselse Hout zijn een pony- en paardenmanege gevestigd waar eventueel paarden gestald kunnen worden. Ze bieden goede uitrijmogelijkheden naar het landelijk gebied (0. Flevoland). De ruiterpaden in het Overijsselse Hout (5 km lengte) zijn te smal.(l:20 m) voor het aangespannen rijden. De rest van het bosgebied (overige deel Overijsselse Hout, Hollandse Hout, Gelderse Hout en Visvijverbos) is niet toegankelijk. Het Hollandse Hout is daarbij ook nog slecht bereikbaar. De IJsselmeerdijk en de Oostvaardersdijk (tot van Lelystad-Haven) bieden goede rijmogelijkheden. Dronten -------
Oak hier zijn goede rijmogelijkheden in her landelijk gebied (polderwegen). Te drukke vegen (intensief snelverkeer) zijn de Harderdijk, Biddingringweg, Elburgerweg, Dronterringveg en Hanzeweg. De koetsiers zijn echter genoodzaakt bij het oversteken van de Hoge Vaart gbruikt te maken van de Elburgerweg of de Hanzeweg. Het aan de Elburgerweg gelegen ruiterssportterreintje (annex visplaats) "De Meerval" kan dienst doen als rustplaats. Zo ook de'ruitersportterreintjes in her Swifterbos en,het Biddingbos. In het Bremerbergbos zijn een aantal bospaden in gebruik voor training van het Friese Vierspan (wat staat gestald op de Flevohof); gebruik van de paden door andere koetsiers is toegestaan. In het Spijkbos zijn een aantal ruiterpaden; deze kunnen gezien hun afmetingen gebruikt worden voor het aangespannen rijden. Een bijzonder aantrekkelijk gebied vorrnen de bossen langs het Drontermeer (Roggebotzand, Reve- en Albertbos). In deze bossen is een ruiterroute van 9.3 km uitgezet over bospaden. De breedte van de paden varieert van 4 tot 24 meter en de paden bezitten een voldoende stevige, zandige toplaag. Het ruiterpad in het Swifterbos is te smal voor het aangespannen rijden (nl. 1,50 m). In het Wisentbos is het mogelijk om gebruik te naken van de grasbanen tussen de plantvakken. Als overnachtingsplaatsen zijn te noemen het natuurkampeerterrein "De Stobbe" (bosgebied de Abbert) en de Flevomanege in combinatie met een hotellherberg in Dronten. 6.2. Geplande buitenrijvoorzieningen Met name in Almere en Zeewolde zijn buiten-rijvoorzieningen geprojecteerd, die voor het aangespannen rijden van belang kunnen worden. Buitenruimte Almere ------------------Voor de Buitenruimte van Almere is een plan opgesteld dat in principe
voorziet in een rondgaand ruiterpadencircuit van manege naar manege. De bruikbaarheid van deze ruiterpaden en -routes.zal afhangen van de breedte die de ruiterpaden en -routes krijgen bij verdere uitwerking van het plan. De functie die de maneges kunnen gaan vervullen voor het aangespannen rijden is afhankelijk van de uitwerking van het ruiterpadencircuit en van de mate waarin rijvoorzieningen rondom de maneges zullen worden aangelegd. De manegelocatie Almeerderhout is gunstig te noemen voor het aangespannen rijden omdat er goede uitrijmogelijkheden richting landelijk gebied van Zeewolde zijn. De manege aan de Gooimeerdijk wordt geconfronteerd met een toenemende belangstelling voor het aangespannen rijden. De bedrijfsleider wil in 1986 starten met een mencursus (informatie van dhr. Nieuwenhoven, bedrijfsleider). De geprojecteerde ruiterpaden en ruiterroutes in de Almeerderhout zijn met paard en wagen berijdbaar mits 66nrichtingsverkeer voor aangespannen rijden wordt ingesteld of er uitwijkplaatsen in de route komen (8). Ook de geprojecteerde doorwaadbare plaats kan gebruikt worden voor het aangespannen rijden. Er zou op deze manier een route van 3 km geschikt zijn voor het aangespannen rijden. Zeewolde -------Het fietspad dat langs de Vogelweg in aanleg is, kan gezien de breedte worden gebruikt voor het aangespannen rijden (breedte 2,75 m). Een bespannen wagen kan zonder de fietser te hinderen passeren. De geplande ruitersportterreintjes op de kavels JZ 28, GZ 14 en KZ 58 zullen allen de functie van rust- c.q. overnachtingsplaats kunnen vervullen. Hun onderlinge afstand is'zodanig dat zij een net van rustplaatsen kan vormen (9). De geprojecteerde ruiterroute om het agrarisch middengebied die gedeeltelijk door de tochtstroken loopt, kan van betekenis vorden voor het aangespannen rijden (10). Voorwaarde is dat de breedte van de brug bij "de Aardzee" minimaal 2.50 m moet gaan bedragen. En dat de padbreedte over de gehele route minimaal 1,70 meter is (66nrichtingsverkeer). De breedte van de ruiterpaden (pad 1.70 m. vrlje ruimte 2.50 m) in het Horsterwold zal voldoende zijn om aangespannen rijden in 66n richting toe te staan. Om tweerichtingsverkeer mogelijk te maken zou tot de aanleg van uitwijkplaatsen kunnen worden overgegaan (11). De geplande manege in het Horsterwold kan van belang worden voor het aangespannen rijden (12). De manege is goed bereikbaar vanuit het landelijk gebied. Lelystad -------De bruikbaarheid van het door de gemeente Lelystad geprojecteerde ruiterpadennet door de groenstroken van Lelystad zal geheel afhangen van de padbreedte die gehanteerd zal worden bij de uitvoering (13). De route zal door de groengebieden Karveel, Jagersveld, Zuigerplaspark, Oostrandpark, Overijsselse-, Gelderse- en Hollandse Hout gaan lopen en biedt tevens uitrijmogelijkheden naar de landelijke gebieden (Oostelijk - en Zuidelijk Flevoland). Het opgestelde plan is aantrekkelijk voor het aangespannen rijden.
In dit gebied zijn geen plannen voor uitbreiding van de vsorzieningen voor de ruitersport. De gemeente Dronten alsmede Staatbosbeheer hebben de stellige indruk dat het huidige voorzieningenniveau voldoende is en ook in de nabije toekomst,toereikend zal zijn.
..
.
.
7 . AFWEGING
7.1. Algemeen Bij de afweging of het aantal buitenrijvoorzieningen voor het aangespannen rLjden uitbreiding behoeft in Flevoland moet men de volgende 4 vragen beantwoorden: 1. hoe groot islzal de belangstelling voor het aangespannen rijden zijn/worden vanuit de bevolking van Flevoland; 2. in hoeverre komen de bestaande voorzieningen in Flevoland overeen met de richtlijnen die voor de buitenrijvoorzieningen voor het aangespannen rijden in het algemeen gelden; 3. wat zijn de mogelijkheden voor huifkarverhuur in Flevoland; 4. wat zijn de kosten die uitbreiding van buitenrijvoorzieningen in Flevoland met zich meebrengen.
I
7.2. Deelname vanuit de bevolking van Flevoland
Flevoland is een gebied waarin zowel stedelijk als landelijk gebied voorkomt. Het lijkt dus gerechtvaardigd om voor een schatting van het aantal ruiters uit te gaan van het landelijk deelnemingspercentage, van het aangespannen rijden t.v. 0,36%. In 1985 telde Flevoland 139.000 inwoners (14). Door middel van telefonische gesprekken zijn 15 koetsiers gei'ntervieuwd, waaruit de indrukis verkregen dat er in Flevoland waarschijnlijk 30 koetsiers woonachtig zijn. Dit is slechts 0,02% van de bevolking. Uitgaande van de twee hievoor omschreven deelnamepercentages kan de volgende tabel worden sarnengesteld. Tabel 1. Aantal koetsiers in Flevoland (Oostelijk en Zuidelijk Flevoland), gerelateerd aan het aantal inwoners op basis van het landelijk deelnemingspercentage van 0.36% en het regionale deelnemingspercentage van 0.02% jaar
aantal inwoners in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland
aantal koetsiers landelijk deelregionaal deel.nemingspercentage nemingspercentage 0,36% 0.02%
Behalve de manege van de ruitersportvereniging Almere en de ponymanege van de Stichting Kreatieve Werkplaats in Lelystad constateerde geen van de voor dit rapport benaderde instanties en personen animo voor het aangespannen rijden. De manege in Almere wordt geconfronteerd met een behoefte vanuit de ruiters die hun paard blj deze manege hebben gestald. De Stichting Kreatieve Werkplaats wist te melden dat zij zes leden had die het mendiploma bezaten, maar niet (meer) aangespannen rijden (het mendiploma kan gezien worden als een voorganger van het koetaiersbewijs). Daarbij vertelde de Stichting dat de betreffende leden niet waren gebtopt vanwege de beperkte rijmogelijkheden. Gezien de hiervoor genoemde feiten is een snelle toename van het aantal koetsiers in Flevoland in het geheel niet te verwachten. Voor zover nu te beoordelen is, lijkt het gerechtvaardigd om ook op de wat langere termijn uit te gaan van de prognose van 0,02%.
7.3. Toetsing bestaande en geplande buiten-rijvoorzienlngen in Flevoland aan de richtlijnen Specifieke routes voor het aangespannen rijden zijn er in Flevoland niet. Het landschap van Flevoland met zijn akkers, weiden, bossen en natuurgebieden is afwisselend en aantrekkelijk en dus geschikt voor het aangespannen rijden. Het aangespannen rijden kan echter vrijwel alleen plaatsvinden op de verharde, openbare polderwegen, waar ook het snelverkeer gebruik van maakt. Doorwaadbare plaatsen en terreinhindernissen geschikt voor het aangespannen rijden zijn er evenmin. Gaat men ervan uit dat de oefenterreintjes voor de ruitersport, de (natuur)kampeerterreinen en de maneges (ev. in combinatie met hotels of pensionsj als rust- of overnachtingsplaats kunnen fungeren dan zijn er in Flevoland voldoende voorzieningen aanwezig. Uit een telefonische enquete onder 15 koetsiers en 4 maneges bljkt dat het gebrek aan rijvoorzieningen voor het aangespannen rijden, anders dan op de verharde, openbare wegen als een zeer grote beperking in de rijmogelijkheden wordt ervaren (zie bijlage D).
7.4. Mogelijkheden voor huifkarverhuur de mogelijkheden van huifkarverhuur te kunnen beoordelen, is het wenselijk de situatie in Flevoland te vergelijken met de situatie in Drenthe. In Drenthe is het huifkarrijden een favoriete bezigheid van dag-en verblijfsrecreanten. OD
Drenthe is een bosrijke provincie met veel wegen en paden in de bossen. Ongetwijfeld is dat de reden dat het huifkarrijden juist hier veel aantrekkingskracht heeft. (Op de Veluwe doet zich praktisch dezelfde situatie voor; veel bossen met wegen en.paden en ook hier begint het huifkarrijden een favoriete bezigheid te worden). In Drenthe verhuren alle verhuurbedrijven te zamen 150 huifkarren en deze worden gemiddeld 10 weken verhuurd. Het gemiddelde aantal personen per huifkar bedraagt 5 1 6 . Er zijn jaarlijks derhalve uitgaande van eendagsgebruik en een continu gebruik maximaal 150 karren x 5 = 750'deelnemers per dag. De huifkarren worden gemiddeld 10 weken per jaar verhuurd (a 70 dagen). Het jaarlijks
aantal maximale deelnemers bedraagt derhalve 750 x 7 = 51.500 personen. Gaan we ervan uit dat alle deelnemers verblijfsrecreanten zijn en derhalve overnachten in Drenthe dan zijn dat 51.500 overnachtingen. Het totaal aantal toeristische overnachtingen in Drenthe bedraagt'jaarlijks 6,5 miljoen (informatie Provinciale Planologische Dienst, Drenthe). Uit deze getallen kan globaal worden afgeleid dat ongeveer 1% van de toeristische overnachtingen verhand houdt met het huifkarrijden. Ook Flevoland bezit aanzienlijke bosgebieden en wegen die geschikt zijn voor het maken van tochtjes met een bespannen wagen. Rijvoorzieningen in de bossen en groenstroken van Flevoland zijn er echter nauvelijks en dat zal ongetwijfeld zijn weerslag hebben op het huifkarrijden. Wil men het huifkarrijden gaan stimuleren, dan zal het cregren van rijmogelijkheden in de groenstroken en het uitzetten van routes noodzakelijk zijn. Zijn eenmaal deze voorzieningen getroffen den mag verondersteld worden, dat ook in Flevoland ongeveer 1% van de toeristische overnachtingen verband zal kunnen gaan houden met het huifkarrijden. In Flevoland vinden jaarlijks circa 2 miljoen overnachtingen plaats. Uitgaande van een vakantieperiode van 10 weken 1 70 dagen, dan levert dit circa 28.000 overnachtingen per dag op. 1% van dit aantal is 280 ruiters ofte we1 gerniddeld 56 huifkarren (5 personenlhuifkar). 7.5. Aanleg- en onderhoudskosten van ruiterpaden
------
Aanleg
Het aanleggen van ruiterpaden is over het algemeen een dure aangelegenheid omdat, het grootste gedeelte van Flevoland op klei is gelegen zodat, grondverbetering bijna altijd noodzakelijk is. Afgezien van grondverbetering dient er rekening te worden gehouden met kosten voor meubilering (zoals slagbomen, paaltjes, informatieboden, en?.). Deze kosten zijn afhankelijk van de situatie en de eisen die de beheerders van de betreffende paden stellen. Voor grondverbetering en het rooien van beplanting kan men de volgende kostenschatting maken. Voor een ruiterpad in Flevoland wordt over het algemeen een zandcunet van 20 cm dikte aangebracht. Er mag van worden uitgegaan dat een dergelijke zandlaag ook voldoende is om aangespannen rijden op te laten plaatsvinden. Men kan dan opk de volgende kostenschatting maken: kosten zand totaal f 18,50/m (informatie Heidemij. verwerkingskosten f 13,50/m )
5*--1mi)
Bij een padbreedte van 1.70 m heeft men 340 m3 zand per kilometer nodig. De kosten zijn dan f 6.290,--/km. Voor het rooien van beplanting geldt een norm van f 2,20/m 2 (6)padbreedte 3,50 m (tweerichtingsverkeer) 2,50 m (Egnrichtingsverkeer)
aantal m2Ikm 3.500 2.500
kostenlkm f 7.700,-f 5 300,--
Onderhoud ------ --- (jaarlijkse kosten)
- Onderhoudskosten graspaden van 1,70
-
m breed; maaiwerk ( 4 x per jaac): f 50,-- per kmljaar. Onderhoudskosten zandpaden van 1,70 m breed; aanvulling 3 ~ r nzand; zand f 5,--/m 3 (7); arbeidsloon f 37,50/uur (6) nodig: + 51 m zand (+ 11 arbeidsuren) totale kosten +. f 700,--/km. ~ n o e i k o s t e nvoor paden in beplantingen: snoeien ( 2 x per jaar): f 375,--/km.
8. AANBEVELINGEM
Gezien het feit dat bij de koetsiers in Flevoland de behoefte aan rijmogelijkheden in de bossen en overige groenstroken aanwezig is, is het gewenst om m.n. in de bosgebieden de rijvoorzieningen uit te breiden. De voorspelling is dat het aantal koetsiers laag zal blijven (in 1994: 50). Het is dan ook niet verantwoord over te gaan tot de aanleg van veel en dure voorzieningen voor het aangespannen rijden. Gezocht zal moeten worden naar voorzieningen die medegebruik door bespannen wagens kunnen doorstaan. Uitbreiding van de rijvoorzieningen in de bossen zal de ontwikkelingsmogelijkheden voor huifkarverhuur vergroten. Het huifkarverhuur zal een belangrijke aanvulling vormen op het pakket van attractiea voor de vakantieganger. Uitbreiding van de buiten-rijvoorzieningen kan als volgt gerealiseerd worden: a. Diverse routes uitzetten in Flevoland, waaronder een rondgaande route door Zufdelijk en Oostelijk Flevoland met een lengte van 270 km (zie bijlage E); b. De tochtstroken, waar de bestemming en bodemgesteldheid dit toestaan, openstellen voor het aangespannen rijden; c . De beheerspaden in het bosgebied, die voorzien zijn van een voldoende stevig zandcunet openstellen voor het aangespannen rijden; d. Geplande en bestaande ruiterpaden toegankelijk maken voor bespannen wagens (zie bijlage E). Afsluitbomen en "sluizen" bij drukke verkeerswegen vormen vaak knelpunten; e. (Natuur)kampeerterreinen geschikt maken als overnachtingsplaatsen voor de koetsiers en hun paarden; f. De ruitersportoefenterreintjes aan te wijzen als rustplaats en nog enkele locaties als rustplaats aan te wijzen. Zo krijgt men een goed netwerk van rustplaatsen (zie bijlage E).
(
.:
I.'
9: PLAN VOOR ZEEWOLDE
Om gestalte te geven aan de gevraagde uitbreiding var. de buiten-rijvoorzieningen voor het aangespannen rijden kan in Zreoolde (t.h.v. de Landelijke rijvereniging "De Zeewolder Ruiters") het volgende verbeterd worden:
a. .................... Uitzetten van routes ~ i het j uitzetten van de routes moet zoveel mogelijk van de rijmogelijkheden buiten de polderwegen gebruik worden gemaakt. Bij gereedkoming van de ruiterpaden dient dan ook zoveel mogelijk de op bijlage E aangegeven route over de polderwegen verlegd worden naar de ruiterpaden en tochtstroken. Met de rust- en overnachtingsmogelijkheden dient bij het uitzetten van de routes zoveel mogelijk rekening gehouden te worden. b. De tochtstroken langs de Reigertocht (westzLjde) en de Roerdomptocht .................................................................... (oostzijde) ----------Deze tochtstroken zijn opgenomen in het plan "Basisnet Ruiterroutes" (17). Deze stroken zijn geschikt voor het aangespannen rijden (de stroken worden illegaal a1 gebruikt). Openstelling is dan ook heel goed mogelijk. Openstelling is te realiseren door de toegangspaden lets te verbreden en naast de afsluitbomen enkele houten of stenen palen van maximaal 40 cm hoogte met een tussenafstand van 1 meter te plaatsen (antiautopalen). Om een doorgaande route te krijgen, is het echter gewenst om voorbij "de Aardzee" (vanaf de Vogelweg gezien) een brug van minimaal 2 , 5 0 m breedte te plaatsen. Verlegging van de ruiterroute naar de oostelijke tochtstrook van de Reigertocht (bestemming "Natuur") is gewenst. De bestaande bruggen dienen verbreed te worden.
..................................
c. De beheerspaden in het Horsterwold De zandpaden in dit bos zijn zonder grote aanpassingen open te stellen voor het aangespannen rijden. De toegangswegen zouden iets verbreed moeten worden ter plaatse van de afsluitbomen en naast de afsluitbomen zouden enkele "anti-autopalen" geplaatst kunnen uorden. d. ............................ Toegankelijkheid ruiterpaden De geadviseerde breedten voor de toekomstige ruiterpaden in het Horsterwold zijn voldoende om aangespannen rijden mogelijk te maken (11). Bij de verdere uitwerking van de plannen dient gelet te worden op het toegankelijk blijven van de routes voor het aangespannen rijden (toegangshekken, doorwaadplaats). Instelling van Bdnrichtingsverkeer d.m.v. borden verdient hier aanbeveling. Bij intensiever gebruik van de route door bespannen wagens kan in een later stadium gedacht worden aan de ontwikkeling van uitwijkplaatsen of verbreding van de obstakelvrije padbreedte van 2,50 m naar 3,50 m.
e. Aanpassing kampeerterreinen "de Dasselaar" (Horsterwold) en "de ............................................................... Gaper" (Harderbos) -----------------op deze (na uur)kampeerterreinen zal het nodig zijn om een grasveldje van + 100 m $ aan te wijzen als overnachtingsplaats, om te voorkomen dat paarJemest verspreid over de gehele camping komt te liggen (stank, vliegen). f. ~ust~laatsen/overnachtingsplaatsen (ruitersportoefenterreintjes) ................................................................ Als rustplaatsen kunnen de (bestaande en geplande) ruitersportoefenterreintjes worden aangewezen. Plits voorzien van vers drinkwater behoeft verder niets te gebeuren aan deze terreintjes. Gaat men deze terreintjes voorzien van sanitaire voorzieningen dan kunnen deze terreintjes naast de (natuur)kampeerterreinen en maneges dienst gaan doen als overnachtingsplaatsen. Om een volledig net van rustplaatsen te krijgen, zou in het Harderbos een visplaats (Pluvierenweg) dienst kunnen gaan doen als rustplaats en in het Horsterwold en of in het Hulkesteinse Bos een simpele rustplaats gewenst zijn.
(1)
Koning, H.S. de en H. van Dord
Op en Om het Paard. CCRRIWIRO, 1981
(2)
Intomart
Tnventarisatie ruitersportheoefening in Nederland 1980
(3)
Kerstens, A . P . C .
Beleidsaandacht en ruitersportheoefenlng. Landinrichtingsdienst, Ministerie van Landbouw en Visserij, 1984
(4) Koning, H.S. de (5)
Degenaar, J.H.M.
Ruitersportonderzoek nader beschouwd Landinrichtingsdienst, 1982
.
Progr:irrn~n~!sche visie op de fasering van het centrum in Zeewolde. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolderd. Werkdnc~lment198b-102 Bco
(6) Wardenier, H.J.
Buiten-rijvoorzieningen voor ruiters in het Horsterwold. Rijksdienst voor de IJsselrneerpolders, afd. Recreatie, 1984
(7) Wardenier, H.J.
Uitgangspunten rujterpadenplan buitenruimte Almere. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. T.O.R.N., febr. 1985
(8) Wardenier, H.J.
Voorstel uitbreiding buiten-rijvoorzieningen voor ruiters in de Almeerderhout. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, afd. Recreatje, oktober 1984/februari 1985
(9) Wardenier, H.J.
Definitieve locaties en programma van eisen oefenterreintjes t.b.v. de ruitersport in het landelijk gebied van Zuideli jk Flevoland. Ri jksdienst voor de IJsselmeerpolders, afd. Recreatie, jr~li1981
(10) Wardenier, H.J.
Basisnet ruiterpaden in Zuidelijk Flevoland. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, agendapunt 13Ze T.O.R.N., afd. Recreatie, 15 juni 1983
(11) Wardenier, H.J.
Buiten-rijvoorzieningen voor ruiters in her Horsterwold. Rijksdienst voor de I.Jsselmeerpolders, afd. Recreatie, 1984
(12) Wardenier, H.J.
Ontwikkeling Manege Zeewolde. Rijkadienst voor de IJsselmeerpolders, afd. Recreatte, 1985
(13) Gemeente Lelystad
Ruitersport in Lelystad. Werkgroep Manegegebeuren te Lelystad, 1981
(14) Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders
Realisering en Raming Inwonertallen Flevoland per 1 januari 1984
(15) Consulentschap voor de akker- Paardenhouderij in de IJsselmeerpolbouw en rundveehouderij in ders, december 1980 de IJsselmeerpolders Paarden. Redactioneel bijvoegsel, augustus 1985 (17)
St.
Recreatieruiter
Het Roetsiersbewijs
VERKEER Volgens art. 2 van het Reglement VerLcrr,rcguls en Verkecrj. tekens (R.V.V.) zijn ruiters. geleiders van rij- oi trekdieren alsmede brstuurders van bespanncn ragens :vcggcbruihcrs en 21s zodanig worden zij aangemcrkt al, v r ~ h r e .-n r bc>tui~rder. Hieruir volgt dat koetsiers zich mueter. buuden sdn d r alpemene regels. die voor alle verkcer gslden. Voor alle weggebruikers geldt: ..He{ is verbuden ~ i c hup ccn weg zodanig te gedragen. dar de vrijhcid van lirl vcrkcer zonder noodzaak wordt belemmerd of de veiligheid up de weg i n gevaar wurdt gebracht o f redelijkerwijzc i s aan te ncmen. dat de veiligheid op de weg i n gevaar kan worden gebracht". De volgende regels zijn speciaal van belang:
-
Dr bestuurder moer voortdurend zijn voertuig of de door hem bestuurde o f geleide dieren ondcr contrule hehbrn. lederr bestuurder moet te allen tijde rlckcnnis beritten die tot he! goed besturen vereist is. alsmetic de d:t;rrtoe nuod. rakclijke lichamelijke en g r s t s l i j k r gc\ic.idhcid. Het is verboden de dieren over een verhardc weg re laten h e n met hoebeslaa - dat de wea.kiln beschadigcn, tenzij de weg glad is door ijs of bnecuw. Een oalrrd maa we1 Der (icls rilaar niet pctbromlietr w~)rden ge~eij. Op kruisingen of splitsingen van wegen van gelijke urde wordt aan bestuurders van motorvoerluigen vuorrang verleend door bestuurders van wagens, miters en geleiders van rij- of trekdieren. Aan bestuurders op vrrharde wegen wordr voorrang verleend door bestuurders die van onverharde wegen naderen. De bestuurder die van richting wenst te veranderen is ver~ I i c h t T l J D l GE N O P D U I D E L I J K E WlJZE he1 voornemen daanoe kenbaarte maken. H i j moet, voordat hij van richting mag veranderen, zich er van vergewissen dat hij ddt kan doen zonder andere weggebruikers i n gevaar te brengen, in het bijzonder bestuurders die achter hem naderen. Bestuurders van andere dan motorvoenuigen die links af willen slaan zijn niet verplicht voor te soneren. Sorteren zij niet voor dan steken zij de kruising of splitsing recht doorgaande zover mogelijk over en geven dadrna tijdig en duidelijk blijk van hun voornemen om van richling te veranderen. Zij slaan nict eerder links af dan nadat het rechtuitgaande verkeer op dezelfde weg hun daartoe de gelegenheid geeft. Is door middel van pijlen up d r weg aangegeven dat moet worden vwrgesorteerd. dan zijn alle bestuurders daurtoe verplicht.
-
gc,slutr,# vour ullr w a s r n r m voor rij, e n rrckdirrm r n u r e
VERL~CHTING' Van een half uur na zonsondergang tul ern hxlf uur voor zonsopgang. gedurende de schemering en bij tlsg. : * t i dour dichte mial of sneeuwval het zicht ernalig word1 hclemrnef'd. rosren bespannen wagens twee koplichten, lwee achtsrlichten en een refleclor. Eisen ten aanzien van de verlichling en de reflector:
-
-
-
De twee koplich~encn de twee achterlichten moelen van gelijke grootte en gelijke o f nagenueg pelijke aterktc zijn. uitgestraald door lantaarns, aangebracht op gelijkc hoogte. *ymrnelrisch aan weerszijden van de wigen en niet meer dan 0.411 nl hinnenwa;~nsvan de uitenle linker- en rechterzijde *. . .van De Lopl~chlenmuelen voor he1 tegernoctkumcnde vcrkeer duldell~kz l c h l b ~bl~jvend ~r helder wll of heldergeel slralen. De ac
.I.II
I E D E R E KOETSlER D l E N T ER ZlCH VOORTDUREND V A N REWUST T E ZIJN D A T E E N PAAKD EEN ElGEN H E A C T I E OP H E T VERKEEK HEEET.
Dil vereist ecn extra oplcttendheid van dc koetsicr.
ha
,
, ,<&k-&' ,.?
.
WAAROM EEN KOETSIERSBEWUS?
Hienoe zal he! grootste gedeelle van dc tijd op de openbare. weg worden gereden. met ccn redelijke vcrlreersintensiteit ";
De mensport maakt de laalste jaren een e n m e groei door. zo vewonderlijk. want welke sport komt meer D~~is tegemoet aan de drnng naar nostalgic dan het aangcspannen rijden? Onze oudere tijdgenoten herinneren zich nog de dagen waarin paarden en rijtuigen het straatbeeld beheersten en een goede koetsier een man van gewichl was. ~~~~~l dit nogmaar tot dc recente historic behoonis er helaas weinig van de deskundigheid op mengebied overgeleverd. €en toenemend aantal liefhebbers begeefl zich op soms onverantwoorde wijze in het verkeer en verzwaan de druk op ooze zeidzame natuunerreinen.
Z O ~b ~ .S~ een . dorpskern.
I
.'
i. .
Dwrgebrek aancwaring, inzichtenopleidingwordl ongewild schade veroorraaltt. Te weinigen bereffin, dat zij niet allecn hun paard en rijtuig met zorg en respect moeten behandelen. maar dat zij w k verplichtingen hebben tegenover medeweggebruiken en terreineigenaren. Terreineigenaren zijn in feite de gastheren, die hun gebiedcn veelal met grote tinancitle offers in stand houden. Onbekendheid met verkeersregels en -tekens en gedragregels i n het terrein, onvoldoende kennis van paarden. tuigen en rij. tniorn en e r n onvoldoende menoaleidinn " ziin in nenen van de tien gevallen de 00rzaak van ongelukken en schacre, veroor. zdakt door koetsiers. ~
.
Het overgrote die! van dc Nederlands~koetsien i s van goede wil. De Siichting hoopt'met de'in\loering'van .., iC :.., hct >,. KOFTSlERBEWlJS twet'dingen te bereiken: '
I. Koetsiers voor,tc bereiden op de eisen die aan hen wordcn gesteld voor rowel hei rijden op de openbare wegen als in .. de terreincn. 2. ' ~ ~ en~ terreineigenaren d te overtuigen. dat bezitters van een koetsiersbewijs de hun verlcende gastvrijheid waardcren'en rcspecteren. .. H e l koetsiersbewijs tnoet.de bezitterhet besef geven dat hij medeveranwoordins d r a w l voor de goede naam van de Nederlandr - ~ nd& h i j & r u n aan meewerkt om zoveel mo eluk terrernen v w r dc mensport open te houden.
psier.
.. --.
...
.
.
.
:....: Het koettienbcwijs. waarin ecn W:A.-vcrzekenng is opgenomen:. h e t . de bczitter he1 bcsef geven.dac bijrmedeverantwooding ',&in@ vo6r d e goede naam van de-Nederlandx koetsier. En dat hij er bewust aan meewerkt om toveel mogelijk tirreinen v w r de mensport open tc houden. .
,
.
3."
'
.
HET EXAMEN
)
.
. '
.
'
'
.
.
.
.
I
.
De overige tijd zal. indien de omgeving zich hiertoe leent. in'" ; een natuurterrein worden geredcn. .. ..
.
Tijdens het gehele praktische examen kunnen aan de kandidaten vragen worden gesteld met betrekking tot de praktijk. Het lheoretisch gedeelte bestaat uit een multiple-choice toets van 35 vragen over de volgcnde ondemerpen:
-
Het exterieur van paard, De algehele verzorging van paard, De meesr voorkomende liekten en gebreken.
-
E.H.B.O. voor aaarden. De Cedragsregels. Etiquette en kleding. Verkeersregels . en -tekens. 13'1 rijden in het terrein. De "Igemene wensen van lerreinbeheerders. BCmningen en taken van de belanglijkrlr t~ndcrdelenvan tuimen en rijtuigen. Dcnamingen en kenmerken van de meesl gangbare ruigen en rijtuinen. el inderhoud van tuigen en , . rijtuigcn.. . *.
--
-
-
-
-
.
i
.
. .
.
.
.
,
,
WAT MOET U MEENEMEN NAAR HET EXAMEN? Naast de theorctische tennis en praktische vaardigheid die later i n deze brochure globaal worden omschreven dient de kdndidaat.voorhetexamen de volgende zaken vawte bereiden c.q. mee te brengen:
__
".
,',
L!., <.,,, : ' ~ c ' menzweep: n , _ _ - .c : .:. E~~betrouwbaar. I,igrnak iaa&: *.. : E x . : e i ~ c ,.~ L ' *.l zG. ~ ' . ' . ; Een passend, degelijk tuig. Een solide viemielig rijtuig. dat voldoet aan de eisen van het Wegenverkeersreglemcnt. bii voorkeur voonien vaneen. rem. geschikt voor a n pard. met minimaal 4 veilige zit_,_. .. t.. . plaatscn. - ' ., . ., .Een hulpkoetsier om bet paard bij het in- en uitspannenv* te houden en om eventueel tiidens.de. rit te kunnen assisteren. B i j voorkeur is dit een kedel&ndid.aat. ... - . .. ..
.
.
.
..
V w r he1 verkrijgen van het koetsiersbewijs zal in het algemcen een examen moeten worden afgelegd. H i e w w r zijn door de Stichting in samenwerking met de Kadewereniging Hippische Landbouwcursussen (K.H.L.) en de Stichting Opleiding Ruiter Unie Nederland (O.R.U,.N.).deskundige examinatoren ... . , . - . .-. <. aangewezen.
.
~ e ~ e x a m emoet n door middel van een aanmeldingsformulier worden aangevraagd bij de Stichting Recreatieruiter. Het examen bestaat uit een theoretisch en een prnktisch gedeelte. Tijdens her praktisch examen dient de kandidaal blijk te geven de volgende onderdelen te beheersen:
- Het correct en veilig optuigen en inspannen enlof uitspannen en aftuigen van een paard voor een vierwielig rijtuig. - He1correct en veilig op- en afstappcn van he1 rijtuig. - Gedurende ca. 30 minuten. ongeacht het systeem van leidxlvoering. her paard aan he1 bit rijden. rowel in stap als i n draf.
Speciaal word1 hierbij gelel op een rustige hand.ren juiste zweepvoeririg, her correct joepdssen van de verkeersregels en -tekens, he1gedrag in he1 terrein en hct behecrsen i a n onverwachte situaties.
BI)ON: HEr KOETS1ERSBEWIJS
(s''CM7iNGa t c R E " 7 1 6 R u ~ s ~ ~ ~
bijlage
6
. .. ...
:
.. .:.+;:. ... .
- :.
;.
..: . .
!__ .* . . . ., -- . . . . . .'i~:!.;'".,'. De examinatoren hebben het recht materialen o f paarden te weigercn indien zij op .. .., ;i,7. ,d ,y ~".:- . . ... ..c.. -< .- .; ,. .. . ... &4!.>5 ,:......... .. aanwijsbare g r o d e n twijfelen aan de bmikbaarheid enlof vciligheid. . .. . . . . . ... :: .:+:,./ . , , , ,!,~k.: . . . . '.'. .. ,' . ., '. . .. .':;.:,;?2.:.i . . . .....". . .; ; t>'iF". . -:,.. ..... ,-.,#. ,.:! <: >.. .. . 9. ".k.. .' 2 . .., . . . . . . .> . .. .:- .,. . .......... .< .-;. * :, Van de kandidaten wordt verwacht dat zij i n gepaste kleding aan het examen deelnemen. Een hoofddeksel. (men)handschoenenen cen kniedek worden aanbevolen.
.
.....
'
,,
P.'..:
I
...
-.
.'4
De aanspanning en andere zaken kunnen van de kandidaat zijn o f i n combinatie met medekandidaten worden geleend of gehuurd. ECn paard mag maximaal door 4 kandidaten worden gebruikt. lndien u via een vereniging. aangesloten bij de Nederlandse Bond van Vcrenigingen van. het Aangespannen Paard, aan het cxamen deelneemt kan de combinatie van aanspaoningen enlof hulpkoetsiers door uw vereniging geregeld worden. Houdt u er echter rekening mee, dat u zelf verantwoordelijk blijft voor het op tijd en i n goede staat aanwezig zijn van een en ander. lndien u zich individueel aangemeld hebt krijgt u tijdig he1 examenadrcs door met de nsam en he1 adres van een contactpersoon. Hiermee dient u dan overleg te plegen over eventuele huur of combinalie van een aanspanning.
VRUSTELLINC VAN HET EXAMEN
.... . . . .
. . . : . op :-:;,::,. .. ,,~. :y 3. .-,:, , : .... :.'.. .
Kandidatendie i n het bezit zijn vancen van dc~nderstaandedi~loma'shebbcnrecht een vrijstelling voor he1 praktisch gedeelte van hct examen koetsiersbcwijs.
-
-
W.A.
. . . . .
., , :
cj :
.
Her diploma ,.~aardengebruik" van he1 Ministerie van Landbouw en Visserij (ook we1 het Mendiploma genoemd) Hct ..Mengctuigschrirt" van de Stichting Opleiding Ruiler Unie Nederland (O.R.U.N.)
. .
..
+.
.
.: .
,
:.
,
...
. .. . . .
VERZEKERING ,
.:;
,i.::,
C,
,.
..,: ,
.,
.
Kandidaten die i n her bezit zijn vaieen van de bovenstaande I n he; koetsiersbewijs i s een wettelijke aanrprakelijkheidsdiploma's en een Ruiterbewijs hebbcn recht op vrijstelling verzekering opgenomen met een geldigheidduur van twee voor he1 praktixh en t h e o r e t i ~ hgedeelte van het examen jaar na afgifte van her koetsiersbewijs. . . . . . . . . kwtsiersbewijs. . ,. .,. . .
.
. . .
.
Dekkingi-schade welke wordt toegebracht & f o f door een aanspacning. die de houdcr van cen geldig koetsiersbewijs BOVENSTAANDE DIPLOMA'S E N HET RUITERBEWIJS onder zijn hoedc heeft. tot een maximum bedrag van MOGEN N l E T LANGER DAN 2 JAAR GELEDEN ZlJN f 750.000.-- per gebeunenis. BEHAALD. , Om misverstanden te voorkomen wijzen wij er op, dat he1 Tot Ijanuari 1983 wordt de volgende overgangsregeling ge- HUITERBEWIJS geen enkele bevoegdheid geeft voor hct aangespannen rijden en de i n dit Ruiterbewijs opgenomen hanteerd: Kandidaten welke voldocn aan een van de voorwlcarden voor W.A.-verzekering dus w k niet van toepassing is voor het vrijstelling van het examen hebbcn. o , ~ w e bdcdatum l waarop aangespannen rijden. ... .. ..:.... :. . . . . . z i k n van de eenocmde di~loma'sen het Ruiterbewiis behaal.. . ii ... ......... .... din. recht op~rijstelling.;.e.a. zoals boven omschkven. ' ' .... ...; ; ;. ..? .:.. .-+ . . . . . . . . ::, . . - . ..:: . . : . . , , ' : 7 , ; >: 8 . . : . , , . ! ,. '. . ..,, > m : ' 7 Kandidatendie van mening zijniat zij op anderegrondenrecht ' h e b k n op geheie,of gedecl!clijke vrijslelling van he; elamen ......'; ::: ....... ." .: .;. '.. . :. ........ ;..
.
..:
.,
8
.
-
:
;,
KOSTEN.;.:
ERSBEWIJS
.'
i..12.
UITREIKINC
KOETSIERSBEWUS EN GELDIGHEID
Het koetsiersbewijs wordt uitgegeven door de Stichting Re- . creatiemiter i n samenwerking met de Nederlandse Bond van Verenigingen van het Aangespannen Paard. Het koetsiersbewijs i s twee jaar geldip. D.. .idma moet he1 bewijs worden.verlengd.
.
k o s t e n examen +bewgs kostenverlenging. .,, . : . . . ~. lornde ' 2jaar.). . : : . i I . ..:, .. ,: . . . . ,:..-. : ;.......;. . 5
:
'
'
-
f80;:.:f30'--.. . ,:... .
:1 . ;,.;. 3.;.
. :; : :,....
.................... . . . 1: .,:.. ....
..
.
,.
ETIQUETTE EN GEUKAGSXEGELS
RUDEN IN HET TERREIN$:T'~~~~$?$$ . . ~ -. ,.;' ; " . ?
Etiquette i s in feite niets anders dan datgene wat gezond verstand en wellevendheid van,de koetsier ten opzichte van zijn medemens en zijn omgeving vereist. Zo moet u er rekening mee houden dat paarden kuddcdicren zijn. Passeer nooir anders dan in stap een anderr aan\p;~nningof ruitcr. Wanneer u dat niet zou d&n bestaat er een goede kans. dat oaarden uoarwonden raken en de neiging krijgen met de ander .mee le gaan. Ernstige ongelukken kunnen Jaarvan he1 gcvolg zijn. Even onplezierig i s het voor wandelaars of fielaera om door nieta ontziende koelsiers te wurden ondcrgs\toh of bemodderd.
.
'
Algemenr regrls: '?
.'
, ...
/:
''
'
. A
.
+.! ,
'
. .*. '1
?
..
.- < . .c .,.
I. l a lerrrinrn wear paardesportroutes, of daarvodr opengestrlde wegen, zijn adngegeven i s men verplicht hieman gebruik te maken. Alle andere paden. zoals fiers-, wandelen ruiterpilden zijn verbuden.
2 . Bescherm natuur en milieu, rijd nooit dour bos, d.w.2. rijd nooit door aanplant or andere begroeiingen zuals: zaaiakkers. bermsloten en greppels wanneer die droog staan, wildpaden, weiden en akkers.
3. Lsat uw paard niet eten van de berm. of bladeren van bomen en struiken afrukken en opeten. Mocht u per ongeluk loch ooit in bijvoorbeeldjonge aanplant terechtkomen, stop dan onmiddellijk, bekijk he! terrein en zoek de kortste weg uit de asnplwt. z d a t u schade vermijdt. Doe dit altGd in stap.
MET PAARD EN ROTUIG IN HET TERRElN EEN V A N DE BELANCRIJKSTE ETIQUE1TE-RECE1.S IS DAN OOK: HOUD ALTIJD ZOVEEL MOGEI.IJK
Het koetsiersbewijs schept voor de houder ook we1degclijk de morele verplichtingdoor zijn voorbeeld de goede naam vande ~ederlandsckoetier hoog re houdcn.
1
I I
Met een aanspanning het terrein ingaan stell speciale eiscn aan paard, rijtuig en tuig. Als we denken wan mulle zandpaden. moerassige waterplassen en venijnige boomstronken dan moet het duidelijk worden dat het rijden in he1 terrein een optimale conditic van paard, tuig en rijtuig vercisl. Verkeerde behandcling van het paard. he1 ;ndeskundig drenken of voederen tijdenr een rustpauze kan de gezondheid van hec dier ernstig aantasten.
Het bord .,Verbden toegang An. 461 Weth. van Str;~frecht" Een van de eerste regels i s dat u uw paard nooit mag ov'erbetekent dat de toegang inderdaadverbdan i s . Niet ;tllcCnher nemen dat wil zeggen teveel van het dier eiscn. bord - kan dit aanduiden. maar biivoorbeeld tlok crfr hek. dat met ketting cislot is af&sloten &een muntl..l,nyc ,)I . i l ~ ~ i f t e Leer tempo rijden. Dit bestant uit een regelmatige voortdurenlijke aanregging van rechthcbbcndc waneen t ~ i m e cperwncn ~ de afwisseling van stapen draf. zodat he1paard niet nodcloos wordt vermoeid om maar niet te spreken van afgebeuld. Volgens d t wet is een terrein uok vcrboden wanneer de gmnd bczsaid. bepuot o f beplant is of danrvoor ~ereedi s gemaakt. Houdt u rekening met de temin-omstandigheden en de conditie van uw paard. ~
~~
Een paard is geen formule I-racenulo, maur een levend wezen
. Een bordje ..Eigen Weg" houdt in beginsel geen verbod in dat steeds de gelegenheid moet krijgcn op adcm te komcn en maar bttekent we1 dat de eigenaar zich de hevocgdheid voor- zich te herstellen van een vermoeiende gang. . behoudt de weg te sluiten als die bijvoorheeld d w r koetsien zou worden stukgereden.
Verdcr zal de koetsier zich in het terrein moetenhouden aande door de eigenaar gertelde eiscn en verboden.
.
Wees bijzonder voorzichtig met het drcnken van een moegereden en bezweet paard. Een grote hoeveelheid koud water ineens kan koliek (buikkramp) veroorzaken. Koliek, een van de meest voorkomende ziekten hij paarden heeft niet zelden ecn fatale afloop. Zet ook nooit een bezweel paard in een FELLE. KOUDE WIND. tenvijl u zelf lekker beschut de inwcndige menrversterkt. Ernstige ziekten kunnen hier het gcvolg van zijn.
U gaat toch zelfook niet bij vwrkeur in de felle wind staan 81s u vermoeid en bezweet bent? Ook niet wanneer deze paden onderdeel zijn van onverharde wegen. zoals vaak op her platteland.
Leer verder hoe u ecn voet moet optillen.
Begrip van uw kant voor de problemen van automobilisten en andere weggebruikers op dit soon wegen. kan enoe bijdragen. dat zij ook begrip voor de koetsier opbrengen.
Als uw paard in het terrein pli~tselingg u t kreupelen zal meestal een steentje of een ander scherp voorwerp daar de reden van zijn. Om dit zelf te kunnen venvijderen moet u de voet van het paard kunnen optillen en de beschikking hebben over gereedschap.
KRUlSlNGEN MET ANDERE WEGEN. FIETS- E N WANDELPADEN MOETEN ALTIJD IN STAP- E N N001T I N DRAF- WORDEN OVERGESTOKEN.
Daarvoor, maar wk voor andere noodsituaties, waarin u met ren aangespannen paard kunt belanden. dient iedere koetsier nltijd een zakmes bij zich te drugen.
. . ...
.. I
.
;
P
_1-.,
1 . .
,
.
VERSTOOR GEEN WILD
.-
.
..,,
. ... .es.... . . . . 9 . .
,,
Over het algemeen trekt wild. en zeker groter wild als henen en reefn zich weinig aan van de geur van de paarden. Slechts het wild worden wunneer u en uw rijtuig veel lawaai maken opgeschrikl en vluchten. Houd hier dus rekrning mee.
. ... . ..
,,
.
.
*
,.
. ; ;?
.
.
..
.
,
.
.' .:*. ,
. .. . . ..L...-I,!:,: +$., ... .:,.-,?.A;s, >:, . . . ,.. .. "... ..,... , . . .. '<;& .
'.,.;~..:;cxc
. . . .,. ~. , . *
.
~
.1'-
J
:<:?.~:/~+
,
..
'
.
. .
Houd i n het jachtseizoen rekening met jagers.
H ~ is I bijzonder onplezierig plotseling tubaen een aantal geweren terecht le komen. U w paard kan i n paniek raken met alle gevolgen van dien.
.....
, "
MILIEU EN HET PAARD
..
.
.
VOOR H E T WELZIJN ZOWEL V A N U W PAARD A1.S HET M I L I E U GELDT:
.
.
. . . . . ,.. .... . ., . * . .3 .
.
?. ....
'-
Laat uw paard niet grazen op onbekende stukken li~nd,v t x ~ r a l niet als dat een van grasland afwijkend hecld verluunl. Er kunnen giftige of zeldzame plentrn terhet~rtaan.
Enkele giftige plantenlbomen zijn: Zevenboom (Juniperus sabina) Waterscheerling (Cicuta virosa) . .;.3! Vingerhoedskmid (Digitalis p ~ r p u r ~ a ).. 1 , >:, ; Taxus flaxus baccata) .*-, . Stinkende gouwe (Chelidonium majus) . Rhododendron-soorlen Zwarte nachtschade (Solanum nigsum).
-
BRON:
HE1
R O E ~ S I E R S B E L ' I J S'
-
.,
.
.
.$&.;.. . . .. . . .'....:.$ .>&$z ,- :,. :?;..:;.-?~':..
,
'
2.
..
3.
:,
. ..z. ?>; : .-;.,sxi: "' ,,*. 2. . . . . . .,y+ .... .
.'
.:
. I .
SilCHTIN6 .
-
. ,,
<$
r
., : :?
,
,
RECREA T I E R I J I T E R
.
.
,?>.,
..-l.
Wees bijzonder attenl i n de paartijd van het wild en de broeden trektijd van de vogels: meer nogde tijd in her vwrjuarals de jongen ter wereld komen en wurden grootgebracht. Zorg dan vooral dat u het wild niet verstoort.
.,
-
,>,
,,.:.,<....- .
I
~
.
.
.
C
>
ENQU~TE Om een indruk te krijgen van de omvang van het aangespannen rijden en de wensen van de koetsiers in Flevoland is er een kleine enquete uitgevoerd onder de koetsiers en maneges.
De 1. 2. 3. 4. 5. 6.
volgende vragen zijn gesteld: Hoe vaak rijdt u? Van welke wegen maakt u gebruik? Hoe lang rijdt u gemiddeld? (aantal urenlkilometers) Heeft u wensen ten aanzien van de voorzieningen? Heeft u opmerkingen m.b.t. het aangespannen rijden in Flevoland? Kent u andere koetsiers in de omgeving?
Door de laatste vraag werden steeds weer nieuwe adressen verkregen. Resultaten: Aantallen koetsiers: Almere e.0. Zeewolde e.0. Lelystsd e.0. Dronten e.0. totaal
2
. ,:..
..,.-
,. . .. .'
.
.-
..
..
.
.
7 4 2
Aantal maneges: 4 (Almere 1, Lelystad 2, Dronten 1). De manege in Almere en de manege van de de Stichting Kreatieve Werkplaats Lelystad hebben of ontwikkelen nog enige activiteiten voor het aangespannen rijden.
.. , .I
'
:,., ...'
-
. .<;:z:.:
*: .
x.
.
:
.;.
De bereden routes zijn aangegeven op bijlage E., ' .
..
. ~. . , -. ,,,; ;p "..C. <<",! ..:
.," 7' Aantal ritten: &. . . . . ,?'&< .,.' . ,<... - .. 7 koetsiers (46%) ri jden 2 8 -3 keer per weeli' . .;:";2
.
,,a;;,
,,%
,.
,.- ,: . ..
.
. .. .,. ; +,&.: , > 2 3...;.4,+ ,*; :r...$:'.; 3 -. . . , ::,..:y*<.. ?,,:.?:<+... ,
. .,+.&.$>>
.
.
,
.
-;:,
Gemiddeld genomen worden er 25 ritten per week verreden. Duur van de ritten: alle koetsiers rijden 3 8 4 uren (+ 20 km).. Slechts 1 koetsier maakte we1 e e n s e e n dagtocht in Flevoland. ,
.
Wensen van de koetsiers: - openstelling tochtstroken langs Reigertocht en Roerdomptocht (33%); - , - verbreding bruggen over de Reigertocht; - ruiterpaden in de bermen van de ~ o ~ e l w e ghet , liefst gedeeltelijk achter de groenstroken (vanaf de Vogelweg gezien); - openstelling van de bosgebieden met name Knarbos en Horsterwold; openstelling groenstroken langs de Hoge Vaart;
-
.
--
--,
::.:g
.,:,