U moet direct weer aan de slag!

jaargang 8 > nummer 1 > JANUARI 2010

Opstartproblemen

5

Heffing op u nemen

9

Lagere afdracht

22

Foutje, bedankt!

28

Weet u precies wat u allemaal moet

Soms bent u verplicht om eindhef-

Door afdrachtvermindering toe te

Mocht u onverhoopt een fout in een

doen om dit jaar goed van start te

fing toe te passen, en soms is dit een

passen, kunt u de onderneming

aangifte loonheffingen ontdekken,

laten gaan? Diverse aandachtspun-

keuze. Om te weten wat u moet

behoorlijk wat geld besparen. Bent u

bent u verplicht die te corrigeren.

ten kunnen u daarbij in elk geval een

doen, kunt u wel een overzicht van

volledig op de hoogte van welke

Maar hoe u dat precies moet doen,

eindje op weg helpen.

de eindheffingen in 2010 gebruiken!

mogelijkheden er dit jaar zijn?

hangt helemaal van de situatie af.

De opmars van zuinige auto’s De verlaging van de bijtelling wegens privégebruik voor zuinige en zeer zuinige auto’s van de zaak heeft vorig jaar veel effect gehad op de verkoop van de betreffende auto’s. De kleine, zuinige auto’s blijken namelijk steeds gewilder. De maatregel heeft dus het gewenste effect gehad.

Meest verkochte auto’s (benzine)

U moet direct weer aan de slag! Hopelijk heeft u heerlijke feestdagen achter de rug en bent u weer opgeladen, want de start van een nieuw jaar betekent voor u immers dat er werk aan de winkel is! U moet zorgen dat alle met de jaarwisseling gewijzigde tarieven, percentages en normbedragen correct in de administratie staan. Denk hierbij aan de nieuwe minimumlonen, tarieven voor de loonheffingen, premiekortingen en bedragen rondom vergoedingen en verstrekkingen. Ga ook na of uw

software goed is aangepast. En vergeet niet om wijzigingen in regelingen bij te houden want wellicht kunt u ergens extra voordeel uit halen of mag u een bepaalde regeling juist niet meer toepassen.

Wachten Bovendien zult u dit jaar al met de werkkostenregeling aan de slag moeten. De regeling gaat weliswaar pas per 2011 in – en is pas per 2014 verplicht – maar u moet tijdig beginnen met het hele sys-

teem aan vergoedingen en verstrekkingen in uw onderneming in kaart te brengen. Dus doe dat ook! Alleen dan kunt u een doordachte keuze maken of u volgend jaar beter nog even kunt wachten met toepassen van de nieuwe regeling. Hopelijk brengt dit eerste nummer van dit jaar u enigszins wat verlichting door alle wijzigingen per 1 januari overzichtelijk op een rij te zetten. We wensen u een goed 2010 toe, en daarbij vooral een vlotte start!

1. Toyota Aygo 2. Peugeot 107 3. Ford Fiësta 4. Volkswagen Golf 5. Citroën C1

In dit nummer

Nieuws

2, 5, 6, 13, 16, 20, 24, 26, 30

Checklist heffingskortingen

4

7. Peugeot 207

Opstarten 2010

5

8. Fiat Panda

Vraag ’n Antwoord

7

9. Toyota Prius

Eindheffingen

9

6. Honda Civic Hybrid

10. Fiat 500

Premiekortingen

14

Tips van de Salarisdagen

18

1. Volkswagen Golf

Vraag ’n Antwoord

21

2. Volkswagen Passat

Afdrachtverminderingen

22

3. Ford Focus

VAR buitenland

25

Rechtspraak

27

Correcties loonaangifte

28

Luchtig

31

(diesel)

4. Ford Mondeo 5. Volvo V70 Bron: Ministerie van Financiën

Verstrekkingen auto

Verstrekkingen maaltijden

U moet kiezen uit vijf bijtellingspercentages

D

it jaar heeft u bij werknemers met een auto van de zaak waarvoor u een bijtelling wegens privégebruik moet doen met maar liefst vijf categorieën te maken: young- en oldtimers, auto’s zonder CO2uitstoot, zeer zuinige auto’s, zuinige auto’s

en alle andere auto’s. En voor elke categorie heeft u met een ander bijtellingspercentage te maken – onderstaand inzichtelijk gemaakt – dus let goed op dat u het juiste percentage (en de juiste grondslag) gebruikt!

Normbedragen weer iets omhoog

V

oor in een bedrijfskantine verstrekte maaltijden met een minder dan bijkomstig zakelijk belang moet u een normbedrag tot het loon van de werknemers rekenen. De bedragen hiervoor zijn dit jaar weer iets gestegen ten opzichte van vorig jaar. Voor een warme maaltijd geldt nu een normbedrag van € 4,20 en voor een koffiemaaltijd en een ontbijt moet u € 2,20 aanhouden. Als werknemers voor deze maaltijden een eigen bijdrage betalen, mag u die op het normbedrag in mindering brengen, maar niet verder dan tot € 0. U mag over de tot het loon te rekenen normbedragen overigens ook eindheffing toepassen, en wel tegen het tabeltarief (zie ook pagina 9).

loonzaken tarieven

Inhoudingspercentages wederom gewijzigd Zoals altijd heeft u ook per 1 januari van dit jaar met nieuwe tarieven voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing) te maken. Hierbij heeft een zeer lichte daling ten opzichte van vorig jaar plaatsgevonden. Onderstaand vindt

u de tarieven die gelden voor 2010. De premie volksverzekeringen is – net als vorig jaar – als volgt opgebouwd: n premie AOW 17,90%; n premie Anw 1,10%; n premie AWBZ 12,15%.

Tarieven loonbelasting/premie volksverzekeringen tot 65 jaar Schijf

Loon op jaarbasis

Loonbelasting

Premie volksverzekeringen

Totaal loonheffing

1 2 3 4

t/m € 18.218 € 18.219 - € 32.738 € 32.739 - € 54.367 € 54.368 en meer

2,30% 10,80% 42,00% 52,00%

31,15% 31,15% -

33,45% 41,95% 42,00% 52,00%

Tarieven loonbelasting/premie volksverzekeringen 65 jaar en ouder Schijf

Loon op jaarbasis

Loonbelasting

Premie volksverzekeringen

Totaal loonheffing

1 2 3 4

t/m € 18.218 € 18.219 - € 32.738 € 32.739 - € 54.367 € 54.368 en meer

2,30% 10,80% 42,00% 52,00%

13,25% 13,25% -

15,55% 24,05% 42,00% 52,00%

2

SALARIS RENDEMENT 1-2010

Let op dat u een vergoeding voor een in de bedrijfskantine verstrekte maaltijd met een minder dan bijkomstig zakelijk belang altijd als belast loon moet aanmerken. Een vergoede of verstrekte kantinemaaltijd met een meer dan bijkomstig zakelijk belang kan onbelast blijven.

Loonzaken personeelsleningen

Flinke daling van normrente Dit jaar hoeft u voor het rentevoordeel bij personeelsleningen slechts met 2,5% aan normrente rekening te houden. Vorig jaar was dit nog 4,9%. Het te belasten rentevoordeel berekent u door het geleende bedrag te vermenigvuldigen met het verschil tussen de normrente en het door werknemers te betalen rentepercentage. Als de werknemers dus een renteloze lening hebben, moet u het geleende bedrag vermenigvuldigen met de volle 2,5% aan normrente en dit als belast loon bij hen aanmerken. Betalen de werknemers 2% rente, dan is het geleende bedrag x 0,5% belast.

administratie aangifte

Sociale verzekeringen premies

Marginale veranderingen werkgeverspremies

Nog een jaartje extra voor loon-over-systematiek 2010 is waarschijnlijk het laatste jaar dat u in uw aangifte loonheffingen loon-over kunt hanteren. Op 1 januari 2011 staat namelijk de overgang naar het loon-in-systeem gepland. Overigens mag u loon-over alleen toepassen onder de volgende voorwaarden: n De te verwerken nabetaling moet betrekking hebben op een eerder tijdvak in 2010. n Het moet voor u gebruikelijk zijn om nabetalingen volgens het loon-over-systeem te verwerken (er moet dus een bestendige gedragslijn bestaan). n In 2010 verwerkt u alle nabetalingen op dezelfde manier volgens de loonover-systematiek. n U moet een correctie indienen als de verwerkte nabe-

taling betrekking heeft op een tijdvak waarvoor u al een loonaangifte heeft ingediend. Deze correctie verstuurt u tegelijk met de aangifte over het tijdvak waarin u de nabetaling doet.

T

en opzichte van vorig jaar zijn de premiepercentages voor de WIA iets gewijzigd. In onderstaande tabel vindt u de nieuwe en oude (werkgevers)premies. Uiteraard vindt u de gedifferentieerde WGA-premie terug op de beschikking die u van de Belastingdienst heeft gehad. Dit jaar is waarschijnlijk het laatste jaar dat er nog een werknemersdeel WW-Awf-premie bestaat, maar op 0% is gesteld. Vanwege de invoering van het uniforme loonbegrip per 2011 komt dit deel helemaal te vervallen.

Keuze Zorg dus wel dat u zich tijdig voorbereidt op het doen van aangifte loonheffingen volgens het loon-in-systeem! Deze overgang heeft alleen betrekking op de loonaangifte. U mag uw salarisadministratie dus blijven inrichten hoe u zelf wilt, volgens loon-in of loon-over. Uiteraard is het eenvoudiger als dit op de aangifte aansluit en dus loon-in wordt, maar die keuze is aan u.

Sociale verzekeringen premies

Forse stijging WGA-premie De kosten voor werkgevers die het arbeidsongeschiktheids risico van werknemers bij UWV verzekeren, stijgen in 2010 fors. Zeker voor kleine werkgevers met minder dan 25 werknemers. Onderstaand vindt u de uitgangspunten die voor dit jaar van toepassing zijn.

Parameters 2010 Gemiddelde loonsom Grens grote/kleine werkgever Gemiddelde percentage Minimumpremie kleine werkgever Maximumpremie kleine werkgever Minimumpremie grote werkgever Maximumpremie grote werkgever Gemiddeld werkgeversrisicopercentage Rekenpercentage Correctiefactor werkgeversrisico Rentehobbel

€ 29.200 € 730.000 0,53% 0,59% 1,59% 0,06% 2,12% 0,36% 0,59% 1,47 0,12%

Premie WW-Awf Basispremie WAO/WIA Uniforme premie WAO Maximumpremieloon (jaar) Franchise premie WW-Awf (jaar)

2010

2009

4,20% 5,70% 0,07% € 48.715,65 € 16.704,00

4,15% 5,70% 0,15% € 47.802,12 € 16.443,00

Sociale verzekeringen Zvw

Percentages weer omhoog Voor dit jaar is het in te houden en te vergoeden percentage van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) gestegen. En wel van 6,9% naar 7,05%. Het percentage waarvoor geen verplichte vergoeding geldt, is ook gestegen: van 4,8% naar

4,95%. Ook het maximumbijdrageloon voor de Zvw is verhoogd, namelijk van € 32.369 naar € 33.189 op jaarbasis. Dat betekent dat u dit jaar meer aan Zvw-bijdrage kwijt bent vanwege een stijging van het maximum en van de percentages.

Fiscaal boetes

Nieuw beleid breed toepasbaar Zoals in het vorige nummer van Salaris Rendement op de voorpagina al aangekondigd, kan de Belastingdienst u per 1 januari 2010 direct – dus zonder strafprocedure – een verzuimboete van maximaal € 4.920 opleggen als u niet aan uw administratieve verplichtingen voldoet. Naast de in het vorige nummer genoemde verplichtingen, vallen hieronder ook:

het juist en tijdig corrigeren van uw loonaangifte als u zelf onvolledigheden of onjuistheden ontdekt of als de fiscus daarom verzoekt; het doen van een eerstedagsmelding als de Belastingdienst u die verplichting heeft opgelegd; het juist, tijdig en volledig aanleveren van uw jaarloongegevens op verzoek van de fiscus.

n

n

n


3

Heffingskortingen Een heffingskorting is een korting op de verschuldigde belasting en/of premie volksverzekeringen. Voor werknemers heeft u te maken met de loonheffingskorting, een verzamelnaam voor zes mogelijke kortingen die als eerste aan bod komen. De loonheffingskorting is verwerkt in de witte en groene tabellen (tenzij anders vermeld). Verder zijn er heffingskortingen in de inkomstenbelasting die daarna aan bod komen.

1. Algemene heffingskorting Iedere werknemer heeft recht op deze korting, die dit jaar € 1.987 bedraagt. Voor werknemers van 65 jaar en ouder is deze korting € 925. Dit is een daling ten opzichte van vorig jaar, toen deze bedragen € 2.007 respectievelijk € 935 waren.

2. Arbeidskorting Deze inkomensafhankelijke korting is maximaal € 1.489 (2009: € 1.504) voor werknemers van 57 jaar en jonger met een inkomen van maximaal € 47.865 (2009: € 44.429). Bij een hoger inkomen is de korting maximaal € 1.433 (2009: € 1.480). Als hun inkomen meer is dan € 43.385 maar niet meer dan € 47.865 wordt het bedrag van de korting verlaagd met 1,25% x (inkomen -/- € 43.385) maar met maximaal € 56. Voor werknemers van 58 tot en met 64 jaar geldt een hogere korting en voor werknemers van 65 jaar en ouder een lagere.

3. Ouderenkorting Als een werknemer 65 jaar of ouder is en zijn tijdvakloon op jaarbasis maxi-

4


maal € 34.934 bedraagt, heeft hij recht op deze korting. Het bijbehorende bedrag is € 684, wat vorig jaar nog € 661 was. U past deze korting toe vanaf de eerste loonbetaling in de maand waarin de werknemer 65 wordt.

4. Alleenstaande-ouderenkorting Een werknemer heeft recht op deze korting als hij een AOW-uitkering voor alleenstaanden of alleenstaande ouders ontvangt. De korting bedraagt € 418 (2009: € 410). Ook deze korting past u toe vanaf de eerste loonbetaling in de maand waarin de werknemer 65 wordt.

5. Jonggehandicaptenkorting Iedere werknemer die een Wajonguitkering ontvangt – of daar recht op heeft maar deze niet ontvangt omdat hij nog andere inkomsten heeft – heeft recht op deze korting van € 691 (2009: € 678). Deze korting is niet in de tabellen verwerkt en moet u zelf verrekenen met het door de werknemer verschuldigde tabelbedrag aan loonbelasting/premie volksverzekeringen (of anders kan de werknemer deze korting via de inkomstenbelasting verrekenen).

6. Levensloopverlofkorting Opname van levenslooptegoed levert werknemers een korting van € 199 per gespaard kalenderjaar op – voor zover nog onbenut – maar maximaal het opgenomen bedrag. In 2009 was dit nog € 195. U moet deze korting zelf berekenen – en administreren – en in mindering brengen op de door

de werknemer verschuldigde loonbelasting/premie volksverzekeringen.

7. Combinatiekorting Onder voorwaarden heeft u recht op deze inkomensafhankelijke korting, die de minstverdienende partner moet stimuleren om meer te gaan werken. Het vaste minimumbedrag voor mensen van jonger dan 65 jaar is gestegen van € 770 naar € 775. Het maximale totaalbedrag is omhoog gegaan van € 1.765 naar € 1.859.

8. Alleenstaande-ouderkorting Als alleenstaande ouder heeft u onder voorwaarden recht op deze korting, die voor mensen jonger dan 65 jaar € 945 bedraagt (2009: € 902). Op deze korting is onder voorwaarden nog een aanvulling mogelijk.

9. Ouderschapsverlofkorting Werknemers die gebruikmaken van ouderschapsverlof hebben recht op deze verlofkorting. De korting bedraagt € 4,07 per verlofuur.

10. Doorwerkbonus Om doorwerken te stimuleren krijgen mensen die blijven werken vanaf het jaar waarin zij 62 jaar worden onder voorwaarden een bonus. De hoogte is afhankelijk van leeftijd en inkomsten.

11. Overige Tot slot bestaat er nog een korting als u belegt in een groenfonds of in een sociaal-ethisch fonds. Ook als u geld leent aan een startende ondernemer of belegt in een cultuurfonds kunt u recht hebben op een heffingskorting.

Loonzaken omscholing

Administratie 2010

Meer ruimte voor bonus Als u werknemers in dienst neemt uit een geheel andere sector, komt u sinds 1 januari sneller in aanmerking voor de omscholingsbonus. Behalve voor mensen die bij hun huidige werkgever hun baan dreigen te verliezen, geldt de regeling sindsdien namelijk ook voor werknemers die sinds kort werkloos zijn.

Genoten De omscholingsbonus is bedoeld om u te stimuleren overtollig personeel uit andere sectoren – waar minder vacatures zijn – in dienst te nemen. Deze regeling houdt in dat UWV 50% van de kosten die u maakt voor eventue-

le omscholing vergoedt met een maximum van € 2.500. U krijgt de scholingsbonus overigens niet voor iedere opleiding. Deze moet namelijk CREBO of CROHO gecertificeerd zijn. Daarnaast moet u de aanvraag doen voordat de werknemer met de opleiding begint. De recente uitbreiding op de omscholingsbonus houdt in dat ook nieuwe werknemers die maximaal vier weken een WW-uitkering hebben genoten hiervoor in aanmerking komen. U kunt de scholingsbonus aanvragen via www. uwv.nl met het Aanvraagformulier scholingsbonus.

administratie aangifte

Dga’s zijn in één keer klaar!

S

inds 1 januari bestaat er een regeling die het mogelijk maakt om deze maand aangifte loonheffingen te doen voor alle aangiftetijdvakken van 2010. Dit geldt alleen voor besloten vennootschappen die één of meer directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) in dienst hebben. Als voorwaarde voor toepassing van de regeling geldt dat er naast de dga’s verder geen ander personeel in dienst is en de dga’s niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen.

meld, zou u deze betalingen wel alvast voor het hele jaar kunnen agenderen. Of dat echt handig is, moet u voor de betreffende situatie bepalen, want er kan immers altijd tussendoor nog iets veranderen! Uiteraard kunt u ook de reguliere wijze van aangifte doen en betalen aanhouden, want u blijft sowieso maandelijks de ‘Mededeling loonheffingen aangifte doen en betalen’ ontvangen. Hiermee kunt u uiteraard ook nog eventuele wijzigingen op de totaalaangifte van januari doorgeven.

Aanhouden

Deze regeling geldt ook voor pensioenen stamrecht-bv’s die naast de uitbetaling van het loon van de dga alleen uitkeringen doen waarover geen premies werknemersverzekeringen betaald hoeven worden.

De bijbehorende betalingen zult u echter gewoon per tijdvak moeten doen. Omdat in uw ‘Aangiftebrief loonheffingen 2010’ alle betalingskenmerken voor alle aangiftetijdvakken van 2010 staan ver-

Klaar voor de start… Af! Dat is meestal de volgende term die wordt geroepen en daarna barst de race los. In feite geldt deze vergelijking ook voor u als salarisadministrateur. Ieder begin van het jaar moet u weer klaar voor de start staan en dan gaat de race van nieuwe salarissen en alles daar omheen weer beginnen. Maar wat moet u zoal doen om de start zo gladjes mogelijk te laten verlopen? Natuurlijk moet u eerst zorgen dat u het oude jaar goed afsluit. Pas dan kunt u aan het nieuwe jaar beginnen. Als u alle aansluitingsberekeningen heeft gemaakt en heeft gecontroleerd of u de juiste bedragen aan de Belastingdienst heeft betaald, kunt u aan het nieuwe jaar beginnen. In de maand januari moet u de laatste aangifte loonheffingen van het voorgaande jaar indienen. Als er dus nog zaken zijn van 2009 die u bent vergeten, zoals bepaalde eindheffingen of ten onrechte niet geclaimde afdrachtverminderingen of loonkostensubsidies, kunt u dit nog herstellen in januari en opgeven in die laatste aangifte.

Moeite In feite begint het opstarten van het nieuwe jaar al in november en december van het voorgaande jaar. In die periode ontvangt u van de Belastingdienst de beschikking waarin wordt vermeld wat uw gedifferentieerde premie WGA is voor het komend jaar. Het kan zeker de moeite lonen deze beschikking goed te controleren en wellicht is het zelfs nog beter om standaard bezwaar tegen deze beschikking te maken en de zogenoemde gevalslijsten op te vragen bij de fiscus. Uit de praktijk blijkt namelijk dat het vaak voorkomt dat arbeidsongeschiktheidsgevallen ten onrechte aan uw onderneming worden toegerekend. Als u eigenrisicodrager bent, moet u natuurlijk de eventuele nota en/of polis van uw verzekeraar controleren en ook deze gegevens doorvoeren in uw loonadministratie.

Aangewezen In november krijgt u ook van de Belastingdienst de jaarlijkse uitnodiging tot het doen van aangifte. Check wel even of de fiscus u de juiste aangiftefrequentie heeft toebedeeld. De Belastingdienst geeft ook aan u door in welke sector u bent ingedeeld. Aan de hand van deze sector wordt bepaald welk percentage u moet betalen aan het sectorfonds. Controleer goed of de aangewezen sector nog de juiste is. >>>


5

Administratie aangifte

<<<

Vanzelfsprekend zorgt u ervoor dat u goed op de hoogte bent van alle relevante wijzigingen op het gebied van weten regelgeving. Met ingang van het nieuwe jaar moet u uiteraard weer gaan werken met allerlei nieuwe cijfers. Percentages, franchises en maximum(dag)lonen worden aangepast. De nieuwe belastingtarieven met daarin de heffingskortingen verwerkt en de meeste premies werknemersverzekeringen worden – als het goed is – allemaal door uw salarissoftware aangepast. Werkt u met software ‘in huis’, dan moet u dus wel eerst de versie voor het nieuwe jaar installeren.

Controleer of alle salarissen juist zijn opgenomen Maakt u gebruik van een salarisservice bureau, dan wordt het allemaal voor u aangepast. Maar de gedifferentieerde WGApremie moet u zelf doorgeven.

Automatisch Ook de bedragen en percentages in pensioenregelingen wijzigen per 1 januari. Ook deze moet u invoeren in uw salarissoftware. Salarisservicebureaus passen in veel gevallen ook automatisch deze bedragen en percentages aan. Zeer waarschijnlijk zullen de salarissen van de werknemers in het nieuwe jaar zijn aangepast. Controleer dus goed of alle salarissen juist zijn opgenomen! En vergeet ook niet dat u in januari de jaaropgaven van het voorafgaande jaar naar uw werknemers moet versturen. Bovendien krijgen de werknemers het nieuwe jaar ook weer nieuwe vakantiedagen. Controleer goed of de oude saldi op de juiste manier zijn overgenomen.

Verklaring Communiceer naar uw werknemers welke mogelijkheden er zijn met betrekking tot

6


levensloop en spaarloon. De werknemers die reeds aan levensloop deelnemen moeten het levensloopsaldo aan u doorgeven. Werknemers die het afgelopen jaar in dienst zijn gekomen kunnen vanaf het nieuwe jaar voor het eerst aan de spaarloonregeling deelnemen (tenzij zij gaan deelnemen aan de levensloop regeling). Attendeer uw werknemers op de consequenties van de Verklaring geen privégebruik auto als zij een auto van de zaak hebben. De verklaring van het voorgaande jaar loopt door, maar is de situatie nog wel hetzelfde gebleven? Ook komt het voor dat een werknemer besluit met ingang van het nieuwe jaar de auto van de zaak niet meer voor privé te gebruiken, of andersom: juist wel voor privé te gaan gebruiken.

Opbouw Check voor de werknemers die in 2009 bij u zijn begonnen of het jaarloon voor de bijzondere beloningen juist staat vermeld. Controleer ook de cumulatieve

Kloppen de kostenvergoedingen met de feiten? opbouw van de vakantiebijslag goed. En natuurlijk kan het geen kwaad om ook uw onderbouwingen van de kostenvergoedingen nog eens door te lopen. Kloppen deze nog met de feiten en omstandigheden? En zijn er werknemers die vanaf januari een andere functie hebben en wellicht dus ook onder een ander kostenregime vallen? Kortom: zo aan het begin van het jaar heeft u alweer genoeg te doen! Dik van Leeuwerden, Manager Kenniscentrum Wet- & Regelgeving, ADP Nederland B.V.

Wees alert op nieuwe codes Sinds 1 januari heeft u met enkele nieuwe codes in de aangifte loonheffingen te maken: n Code soort inkomstenverhouding/ Inkomenscode 51: uitkering in het kader van de Wet investeren in jongeren (WIJ), te gebruiken als u een WIJ-uitkering uitbetaalt; n Code soort inkomstenverhouding/ Inkomenscode 52: Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW), te gebruiken als u een IOWuitkering uitbetaalt; n Code aard arbeidsverhouding 79: opting-inregeling, te gebruiken voor pseudowerknemers met een optingin-verklaring; n Code aard arbeidsverhouding 80: sekswerker in fictieve dienstbetrekking, te gebruiken voor sekswerkers in fictieve dienstbetrekking; n Code loonbelastingtabel 950: 52%-tarief in verband met negatieve uitgaven bij afkoop van inkomensvoorzieningen, te gebruiken voor bepaalde afkoopsommen van lijfrenten en andere periodieke uitkeringen; n Code reden geen bijtelling auto 6: 0% bijtelling voor auto zonder CO2uitstoot (zie pagina 2). Daarnaast zijn er twee nieuwe codes bij gekomen in verband met de kleine banenregeling, zie pagina 17.

Invoering Verder zijn de omschrijvingen van een tweetal codes aangepast, ten eerste van ‘Code soort inkomstenverhouding/ Inkomenscode 37’, in verband met de nieuwe Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong). En ten tweede is de omschrijving van ‘Code loonbelastingtabel 250’ aangepast in verband met de invoering van de Wet investeren in jongeren (WIJ). Deze code gebruikt u als u het bijstandspercentagetarief toepast op bijstandsuitkeringen en op WIJ-uitkeringen.

Wanneer is reiskostenvergoeding bovenmatig en dus belast? Onze werknemers krijgen een vergoeding voor het woon-werkverkeer van € 0,19 per kilometer. Hierbij hanteren wij als maximum een enkele reisafstand van 25 kilometer. Voor één werknemer is een afwijkende vergoeding afgesproken, namelijk voor zijn gehele reisafstand, die boven die 25 kilometer uitkomt. Geldt dit nu als bovenmatige reiskostenvergoeding en moeten we dit belasten? Waar het de Belastingdienst om gaat, is dat u fiscaal gezien maximaal € 0,19 per kilometer onbelast aan reiskosten mag vergoeden. Hoe dit met de werknemers is afgesproken (bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst) is daarbij verder niet van belang. U moet fiscaal toetsen aan wat u feitelijk heeft vergoed. Dus als dit zo is afgesproken, kunt u die ene werknemer meer dan de met de overige werknemers afgesproken 25 reiskilometer vergoeden, zolang u dit maar voor maximaal € 0,19 per kilometer onbelast laat. Het meerdere boven die 25 kilometer geldt dus (fiscaal gezien) niet als bovenmatige kostenvergoeding,

zolang het tenminste niet de € 0,19 per kilometer overschrijdt. Komt u daar wel bovenuit, dan geldt het meerdere als bovenmatige kostenvergoeding en is daarover eindheffing mogelijk (de regeling voor bovenmatige kostenvergoedingen en verstrekkingen, voor maximaal € 200 per werknemer per maand, tegen het tabeltarief). Dit is echter geen verplichting en u mag het dus ook regulier verlonen. Het arbeidsrechtelijke aspect hebben we hierbij buiten beschouwing gelaten, maar de kans bestaat natuurlijk dat andere werknemers deze ruimere reiskostenvergoeding ook gaan eisen.

Lopen wij door late ziekmelding ZW-uitkering van UWV mis? Vanwege ernstige complicaties tijdens haar zwangerschap heeft een zwangere werkneemster zich ziek gemeld. Wij dachten dat een zieke werknemer pas in de 42e week gemeld hoefde te worden bij UWV, dus dat hebben wij nog niet gedaan. Bovendien ontdekten we pas na een tijdje dat haar ziekte te maken heeft met haar zwangerschap. Heeft dit consequenties voor het recht op ZW-uitkering? Voor een werkneemster die ‘gewoon’ ziek is – dat wil zeggen: als er geen verband is tussen de ziekte en de zwangerschap – heeft u te maken met de gewone regels voor een ziekmelding. U moet haar in de 42e week ziek melden bij UWV. Maar als de werkneemster ziek is als gevolg van haar zwangerschap, heeft zij recht op een Ziektewetuitkering via UWV. Deze uitkering loopt vanaf de eerste ziektedag (de eerste werkdag waarop zij ziek was). Bij een tijdige ziekmelding had u de 100% ZW-uitkering eerder ontvangen en kunnen verrekenen met de loon-

doorbetaling. Om voor een ZW-uitkering in aanmerking te komen, had u de werkneemster uiterlijk op de vierde ziektedag moeten ziek melden bij UWV. Een ziekmelding binnen vier dagen wordt gezien als een termijn waarbinnen het u redelijkerwijs duidelijk kon zijn dat de werkneemster recht had op de ZWuitkering. Aangezien het erop lijkt dat deze termijn in uw geval al is verstreken, is het maar de vraag of het u lukt om UWV ervan te overtuigen dat u pas later ontdekte dat zij recht heeft op een ZW-uitkering.


7

De Opleidingen Salarisadministratie van Rendement brengen u hogerop!

Elke organisatie heeft behoefte aan een betrouwbare salarisadministrateur. Maak u dus onmisbaar en verzeker u dat u van alle actualiteiten op de hoogte bent. Zorg dat uw salarisadministratie perfect georganiseerd is. Met een landelijk erkend diploma in uw personeelsdossier is uw waarde voor de organisatie direct tastbaar. En dat betekent, naast betere carrièreperspectieven, ook nog eens prettiger werken zonder klachten van uw baas of collega’s! Rendement garandeert een passende opleiding voor u. Voor elk niveau, klassikaal of via e-learning, overdag of ’s avonds, u bepaalt het helemaal zelf. En altijd bij u in de buurt! Verzeker u van een plaats. Voor meer informatie kijkt u op www.salarisopleiding.nl.

G K O RlTeIzN ers van voor nt Rendeme

Consultant Payroll Services • Vakopleiding Payroll Services • NIEUW: Tweedaagse praktijktraining Salaris & Personeel • Updatecursus Salarisadministratie • Praktijkdiploma Loonadministratie • Basiskennis Loonadministratie • Opstapcursus Salarisadministratie

Op 5 plaatse n in Nederla nd!

Inschrijven kan op: www.salarisopleiding.nl

Loonzaken

overzicht van alle eindheffingen per 1-1-2010

Lasten overnemen kan aantrekkelijk zijn Door alle rumoer rondom de aanstaande werkkostenregeling en de daaraan gekoppelde eindheffing zou u bijna vergeten hoe en wanneer u in 2010 moet of mag eindheffen. Deze praktische manier voor berekening en afdracht van loonbelasting/ premie volksverzekeringen is voor de werkgever duurder dan regulier inhouden omdat bij eindheffen deze inhouding voor zijn rekening komt. Daar staat echter tegenover dat – naast het administratieve gemak – over eindheffingsloon geen premies werknemersverzekeringen of vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) verschuldigd zijn.

N

Normaal gesproken houdt u natuurlijk de loonbelasting/premie volksverzekeringen in op het loon van uw werknemer. De werknemer kan deze inhouding aan het einde van het jaar verrekenen met de inkomstenbelasting die hij is verschul-

naast de loonstroken. Uw werknemer ervaart het loon als onbelast omdat hij geen inhoudingen terugziet op zijn loonstrook. De rekening van het eindheffen komt bij de werkgever.

Passeren

Eindheffing staat los van loonberekening voor werknemer digd. Als u eindheffing toepast, houdt u de loonbelasting/premie volksverzekeringen niet in bij de werknemer. Helemaal los van de loonberekening voor de werknemer berekent u de loonbelasting/premie volksverzekeringen over de beloningen waarover u wilt of moet gaan eindheffen. Zeg maar een soort kladblaadje

Voor het berekenen van de eindheffing moet u steeds weer goed nagaan welk tarief of bedrag van toepassing is. Er kan namelijk sprake zijn van een: n vast tarief (bijvoorbeeld over spaarloon of geschenken in natura tot € 70); n vast bedrag (€ 300 voor bestelauto’s met doorlopend afwisselend gebruik); n enkelvoudig tarief (bijvoorbeeld loon met een bestemmingskarakter); n tabeltarief (bijvoorbeeld over moeilijk individualiseerbaar loon). Voor wat betreft de vaste tarieven is er per 1 januari een nieuwe regeling ingevoerd. Als bij een eindloonstelsel het pen-

sioengevend loon hoger wordt dan € 519.000 moet u over de backservice 15% pseudo-eindheffing betalen. Back service voor zo’n hoog pensioengevend loon zal niet dagelijks uw bureau passeren, maar voor de volledigheid noemen we hem toch. Als u ermee te maken krijgt, neem deze eindheffing dan niet op in de reguliere aangifte loonheffingen. U moet hiervoor een apart aangifteformulier aanvragen via Belastingdienst/ Amsterdam, Afdeling pseudo-eindhef-

Per 1 januari is een nieuw vast tarief ingevoerd fing, kamer 8A12, Antwoordnummer 45977, 1050 WH Amsterdam. Na indiening van deze aangifte pseudo-eindheffing ontvangt u een naheffingsaanslag inclusief acceptgiro met het te betalen

Verplicht of vrijwillig? In de Wet op de loonbelasting is precies vastgelegd voor welke beloningsvormen u eindheffing moet of mag toepassen. Als u moet eindheffen, heeft u uiteraard geen keuze. Als u mag eindheffen, kunt u er ook voor kiezen om de beloning gewoon bij het loon van uw werknemer te tellen en de verschuldigde loonheffingen bij hem in te houden.


9

bedrag. Meer informatie over wanneer sprake is van backservice voor deze regeling en over welke grondslag u de pseudo-eindheffing moet berekenen, vindt u op www.belastingdienst.nl.

Dankbaar Een vast tarief waarmee u wel veel te maken zult krijgen, is de 20%-eindheffing over geschenken in natura voor zover de totale waarde van die geschenken niet meer bedraagt dan € 70 op jaarbasis. Let op dat een envelop met contanten niet kwalificeert als een geschenk in natura! Krijgen uw zakelijke relaties hetzelfde geschenk als uw werknemers, dan mag u ook voor de zakelijke relaties de belasting afdragen. Uw relaties zullen u

Nieuwe percentages eindheffing Aangezien de percentages voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen per 1 januari 2010 zijn aangepast, gelden er sinds die datum ook nieuwe eindheffingstarieven.

Eindheffing 2010 voor werknemers jonger dan 65 jaar Jaarloon

≥ € 0 ≥ € 5.941 ≥ € 18.219 ≥ € 32.739 ≥ € 54.368

Enkelvoudig tarief

Tabeltarief

Zonder loon heffingskorting


Met loonheffingskorting

50,20% 50,20% 72,20% 72,40% 108,30%

0,00% 50,20% 72,20% 72,40% 108,30%


33,45% 33,45% 41,95% 42,00% 52,00%

0,00% 33,45% 41,95% 42,00% 52,00%

Eindheffing 2010 voor werknemers van 65 jaar en ouder

U moet vastleggen

Jaarloon

wie de ontvanger is van het geschenk dankbaar zijn want zij hoeven dan geen belasting meer te betalen over het geschenk. Als de waarde van het geschenk niet meer is dan € 136, berekent u 45% eindheffing over de economische waarde. Als de economische waarde meer is dan € 136, berekent u 75% over de hele waarde. U moet uw relatie in elk geval mededelen dat u over het geschenk eindheffing heeft toegepast. Verder moet u in uw administratie vastleggen wie de ontvanger is van het geschenk. Een andere eindheffing waarmee u ook in 2010 wel regelmatig geconfronteerd zult worden, is de verplichte eindheffing van 25% over het spaarloon dat uw werknemers naar hun geblokkeerde rekening laten storten.

Storten U kunt ook te maken hebben met een eindheffing van 26% over de werkgeversbijdrage in een vut-regeling die niet aan bepaalde voorwaarden voldoet. Overigens is dit het laatste jaar dat hierbij als eind-

10


≥ € 0 ≥ € 5.941 ≥ € 18.219 ≥ € 32.739 ≥ € 54.368

Enkelvoudig tarief

Tabeltarief




18,40% 18,40% 31,60% 72,40% 108,30%

0,00% 18,40% 31,60% 72,40% 108,30%

15,55% 15,55% 24,05% 42,00% 52,00%

Met loonheffingskorting 0,00% 15,55% 24,05% 42,00% 52,00%

heffingspercentage 26% geldt, volgend jaar stijgt dit naar maar liefst 52%. Sinds vorig jaar bent u 30% pseudo-eindheffing verschuldigd over excessieve vertrekvergoedingen. Deze pseudo-eindheffing is sinds dit jaar pas vanaf een hogere vergoeding verschuldigd dan vorig jaar. Als de ontslagvergoeding namelijk hoger is dan één jaarloon waarbij het jaarloon minstens € 519.000 is, bent u een ‘boete’ van 30% verschuldigd. Vorig jaar gold hiervoor nog een jaarloon van € 505.800. Overigens gaat het hierbij om het jaarloon van twee jaar geleden of – als de werknemer toen nog niet voor u werkte – dat van het voorgaande jaar of anders van het huidige jaar. Ook excessieve vertrekvergoedingen zullen niet tot uw dagelijkse werk behoren, maar als u ermee te maken krijgt, mag u ook deze pseudoeindheffing niet in de reguliere aangifte

loonheffingen verwerken. U moet hiervan apart aangifte doen door middel van het formulier ‘Aangifte loonheffingen pseudo-eindheffing’. Voor dit formulier en nadere informatie kunt u terecht bij de Belastingdienst.

Volstaan Voor bestelauto’s die door de aard van het werk doorlopend afwisselend worden gebruikt door twee of meer werknemers mag u eindheffing toepassen, en wel een vast bedrag. Als het heel moeilijk is om het juiste privégebruik per werknemer bij te houden omdat de bestelauto vanwege het werk wisselend door meerdere werknemers voor privé wordt gebruikt, kunt u volstaan met een eindheffing van € 300 per kenteken per jaar. U hoeft dan het exacte privégebruik niet bij te houden.

Elk aangiftetijdvak draagt u een evenredig deel van deze eindheffing af.

Sfeer Er zijn ook eindheffingen waarbij het tarief afhankelijk is van het loon van de betreffende werknemers: het enkelvoudige en tabeltarief. Van deze twee is het tabeltarief het duurste (zie kader). Bij het vaststellen van het tabeltarief heeft de Belastingdienst namelijk de verschuldigde loonbelasting/premie volksverzekeringen ook weer als loon aangemerkt en voor het totale voordeel het tarief bepaald. Let overigens op dat u alleen eindheffing berekent over het belaste deel van een vergoeding of verstrekking. Alleen voor aangewezen vergoedingen en

Bij loon met een bestemmingskarakter heeft u geen keuze verstrekkingen in de sfeer van kosten en schaden is het enkelvoudige tarief van toepassing. We noemen dit ‘loon met een bestemmingskarakter’. Hierbij heeft u geen keuze, u bent verplicht de eindheffing toe te passen. U moet dan bijvoorbeeld denken aan vergoedingen van het verlies van een persoonlijke zaak van de werknemer door diefstal, vergoedingen voor parkeer-, veer- en tolgelden of vergoedingen van aan- en verkoopkosten van woningen bij bedrijfsverplaatsingen en andere zakelijke verhuizingen.

Verloren Het duurdere tabeltarief moet u onder andere toepassen als u door omstandigheden geen nauwkeurige loonberekeningen per werknemer kunt maken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een brand of een computerstoring waardoor uw hele loonadministratie verloren is gegaan of de situatie dat de vorige salarisadministrateur een grote janboel van de loonadministratie heeft gemaakt. Voor het toepas-

sen van eindheffing bij dit soort ‘tijdelijke knelpunten van ernstige aard’ heeft u toestemming van de Belastingdienst nodig. Het tabeltarief mag u toepassen als u het bezwaarlijk vindt om bepaalde vergoedingen of verstrekkingen bij uw werknemer

Voor eindheffing bij knelpunten heeft u toestemming nodig te belasten en daarom de loonbelasting/ premie volksverzekeringen voor uw rekening neemt. Dit valt onder de noemer ‘moeilijk individualiseerbaar loon’. Het meest bekende voorbeeld hierbij zijn de verstrekkingen met een waarde in het economisch verkeer van maximaal € 272 op jaarbasis en maximaal € 136 per verstrekking, zoals een cadeaubon, een wijnpakket of cd-box. Maar ook verkeersboeten die u niet op de kentekenhouder verhaalt of belaste verstrekkingen van maaltijden in bedrijfskantines vallen hieronder.

vergoedingen of belaste kledingvergoedingen. Waarschijnlijk weet u binnen uw bedrijf nog wel een paar vergoedingen of verstrekkingen die u liever niet op de loonstrook van de werknemer zou zien en waarvoor eindheffing dan een goede optie is. Uiteraard is dit het meest interessant voor uw werknemer aangezien hij de vergoeding of verstrekking onbelast geniet. Maar ook voor de werkgever is het een extra stukje speelruimte.

Aanleiding Ook de Belastingdienst kan het initiatief nemen om eindheffing toe te passen. Dit gebeurt bij looncorrecties naar aanleiding van een controle. Als er naar aanleiding van een boekenonderzoek gecorrigeerd moet worden, kan de inspecteur u een correctieverplichting opleggen. Voor de verschuldigde loonbelasting/premie volksverzekeringen kan hij u ook een naheffingsaanslag opleggen. Uitgangspunt bij naheffingsaanslagen is dat deze worden opgelegd door middel van eindheffing omdat de meeste werkgevers de belasting toch niet op hun werknemers willen gaan verhalen. Zowel u als de inspecteur kun-

Uitkomst Een interessante restcategorie waarbij u het tabeltarief mag toepassen zijn de bovenmatige kostenvergoedingen en verstrekkingen. In principe mag u over alles wat u bij het loon van de werknemer moet tellen tot een bedrag van € 200 per werknemer per maand de loonbelasting/ premie volksverzekeringen voor uw rekening nemen. Dit kan bijvoorbeeld uitkomst bieden bij bovenmatige reiskosten-

Uitzonderingsgeval Over eindheffingsloon bent u normaal gesproken geen premies werknemersverzekeringen of Zvw-bijdrage verschuldigd. Een uitzondering hierop geldt voor het loon dat bij een controle door een naheffingsaanslag in de eindheffing wordt betrokken. Daarover bent u álle loonheffingen verschuldigd.

Uitgangspunt bij naheffingsaanslagen is eindheffing nen er echter voor kiezen om geen eindheffing toe te passen. Als u de belasting wel op de werknemers wilt verhalen, moet u de inspecteur dus verzoeken om de eindheffing niet toe te passen. U moet dan wel alle per werknemer benodigde gegevens aan de inspecteur verstrekken en later het gevecht met uw werknemers aangaan om de loonbelasting/premie volksverzekeringen te incasseren. Op de volgende pagina vindt u een handig schema met alle eindheffingen. Adelien van Leeuwen, Specialist loonheffingen en werkzaam bij de Belastingdienst Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven


11

Loonzaken eindheffing

Overzicht eindheffingen 2010 In onderstaande tabel vindt u een handig overzicht van diverse eindheffingen die dit jaar gelden. Hierbij is aangegeven of u de eindheffing in het betreffende geval móet (verplicht) of mág toepassen (keuze). Loonbestanddeel Backservice bij eindloonstelsel voor pensioengevend loon van meer dan € 519.000 (verplicht) Bijtelling privégebruik auto in verband met beveiligingsmaatregelen (keuze) Bovenmatig deel van de vergoeding voor of verstrekking van extraterritoriale kosten, de 30%-regeling (keuze) Bovenmatige kostenvergoedingen en verstrekkingen tot max. € 200 (keuze) Doorlopend afwisselend gebruik bestelauto’s (verplicht) Excessieve vertrekvergoedingen (verplicht) Geschenken aan niet-werknemers met een waarde van maximaal € 136 per keer (keuze) Geschenken aan niet-werknemers met een waarde van meer dan € 136 maar max. € 272 (keuze) Geschenken tot een waarde van € 70 per werknemer per jaar (keuze) Naheffingsaanslagen (verplicht) Niet-verhaalde verkeersboetes (keuze) Publiekrechtelijke uitkeringen (verplicht) Spaarloonregeling (verplicht) Tijdelijke knelpunten van ernstige aard (keuze) Vergoedingen en verstrekkingen van beperkte rechten op (gedeeltelijk) vrij reizen per Nederlands openbaar vervoer die niet zijn vrijgesteld (keuze) Vergoedingen en verstrekkingen van dubbele huisvesting na twee jaar onbelast (keuze) Vergoedingen en verstrekkingen van parkeer-, veer- en tolgelden (verplicht) Vergoedingen van aan- en verkoopkosten van woningen van werknemers bij bedrijfsverplaatsing en andere zakelijke verhuizingen (verplicht) Vergoedingen voor schade die gewoonlijk niet wordt verzekerd (aardbevingen etc.) (verplicht) Vergoedingen voor verlies van een persoonlijke zaak van de werknemer geleden bij uitoefening van zijn dienstbetrekking (verplicht) Verstrekkingen met een waarde van maximaal € 136 per keer en € 272 in totaal per jaar (keuze) Verstrekkingen van maaltijden in bedrijfskantine, voorzover niet vrijgesteld (keuze) Werkgeversbijdrage vut-regeling en omslaggefinancierd prepensioen (verplicht)

12


Eindheffingstarief/-bedrag Tabel Enkelv. 15% 20%

25%

26%

30%

45%

75%

€ 300

n

n n

n n n n n n n n n n n n

n n n

n n

n n n

Loonzaken minimum

Administratie jaaropgaaf

Lonen stijgen slechts met 0,64%

E

lk halfjaar past het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de minimum(jeugd)lonen aan, zo ook per 1 januari 2010. Zorg dat u de lonen van

Leeftijd

% minimum

≥ 23 jaar 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar

100,0% 85,0% 72,5% 61,5% 52,5% 45,5% 39,5% 34,5% 30,0%

werknemers indien nodig hierop heeft aangepast! Onderstaand vindt u de huidige bedragen per maand, week en dag. Op pagina 26 vindt u de minimumbedragen per uur.

Per maand

Per week

Per dag

€ 1407,60 € 1196,45 € 1020,50 € 865,65 € 739,00 € 640,45 € 556,00 € 485,60 € 422,30

€ 324,85 € 276,10 € 235,50 € 199,75 € 170,55 € 147,80 € 128,30 € 112,05 € 97,45

€ 64,97 € 55,22 € 47,10 € 39,95 € 34,11 € 29,56 € 25,66 € 22,41 € 19,49


U moet meer gegevens aanleveren Let even op dat u sinds dit jaar in de aangifte loonheffingen enkele andere gegevens moet aanleveren rond de premies werknemersverzekeringen.

Recht Zo moet u in het collectieve deel van de aangifte eerst per premiekorting – te weten die voor arbeidsgehandicapten, voor het in dienst nemen van oudere werknemers en voor het in dienst hebben van oudere werknemers – de totalen invullen, waarna u het totaal van deze kortingen tezamen invult. Alleen dit laatste totaal aan premiekortingen volstaat dus niet langer. Ook moet u het premie-

loon aangeven waarop de premievrijstelling marginale arbeid van toepassing is. In het werknemersdeel van de aangifte moet u aangeven of u voor de betreffende werknemer in het tijdvak recht had op genoemde premiekortingen of premievrijstelling. Verder moet u per werknemer naast de premiebedragen ook de premielonen aangeven. Als u loonaangifte doet met een softwarepakket merkt u waarschijnlijk weinig van deze wijzigingen, maar dat is anders als u aangifte doet met het aangifteprogramma van de Belastingdienst of op papier.

Zorg voor juiste verstrekking U bent verplicht werknemers een jaaropgaaf te verstrekken, ook als zij daar niet om hebben gevraagd. Zo’n jaaropgaaf is vormvrij en kan dus bijvoorbeeld ook de laatste loonstrook van het jaar zijn waarop alle cumulatieve gegevens staan vermeld. U moet de werknemers dan wel duidelijk maken dat die laatste loonstrook ook als jaaropgaaf fungeert. De jaaropgaaf voor 2009 moet in elk geval de volgende gegevens bevatten: n het loon dat de werknemer in 2009 heeft ontvangen (kolom 14 van de loonstaat); n de ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen (kolom 15 van de loonstaat); n het totaalbedrag aan verrekende arbeidskorting (kolom 18 van de loonstaat); n de code om aan te geven of u bij de bepaling van de loonbelasting/premie volksverzekeringen geen of wel rekening heeft gehouden met de loonheffingskorting (code 0 respectievelijk 1); n het BSN/sofi-nummer; n het loon voor de Zorgverzekeringswet (kolom 12 van de loonstaat); n de ingehouden bijdrage Zorgverzekeringswet (kolom 16 van de loonstaat); n het totaalbedrag aan verrekende levensloopverlofkorting (kolom 19 van de loonstaat). Via www.belastingdienst.nl kunt u een modeljaaropgaaf downloaden.


Wees op tijd met aangifte voor meewerkende kinderen!

V

ergeet niet dat u dit jaar een maand korter de tijd heeft dan voorheen om de aangifte loonheffingen voor meewerkende kinderen in te dienen. Deze aangifte moet nu namelijk vóór 1 februari 2010 binnen zijn bij de Belastingdienst. Voor kinderen die meewerken in de onderneming van hun ouders en daarbij in fictieve dienstbetrekking zijn, bestaat er een ver-

eenvoudigde regeling voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen en Zorgverzekeringswet (Zvw). Deze kinderen zijn niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Naast het eenmaal per jaar loonaangifte doen, houdt deze regeling onder andere in dat u geen loonstaten voor hen hoeft in te vullen en de loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhan-

kelijke Zvw-bijdrage slechts eenmaal per jaar hoeft in te houden, te weten op de eerste werkdag van het volgende kalenderjaar. Dat scheelt u uiteraard behoorlijk wat administratieve lasten! U heeft wel toestemming van de fiscus nodig voor toepassing van deze vereenvoudigde regeling.


13

Sociale verzekeringen

korting op de premies werknemersverzekeringen

Eenvoudig besparen op premies Het gebruik van de mogelijke premiekortingen en -vrijstellingen kan u behoorlijk wat geld besparen. Het is alleen niet altijd duidelijk dát het recht hierop bestaat. Hierbij is communicatie met de afdeling personeelszaken van groot belang. Zij kunnen u immers vertellen of een aangenomen werknemer bijvoorbeeld een arbeidshandicap heeft of uit een uitkerings situatie komt waardoor recht op premiekorting bestaat. Ga na voor welke werknemers u een korting of vrijstelling op de premies kunt toepassen en voorkom dat u geld laat liggen!

V

Voor het besparen op de premies werknemersverzekeringen bestaan tegenwoordig drie mogelijkheden: n premiekorting oudere werknemers; n premiekorting arbeidsgehandicapte werknemers; n premievrijstelling marginale arbeid. Elk van deze mogelijkheden kent zijn eigen voorwaarden en kortingsbedragen.

Bewaren Op 1 januari 2009 is de premiekorting oudere werknemers in werking getreden. Deze regeling biedt u bij het in dienst nemen of houden van oudere werknemers een korting op de premies werknemersverzekeringen. Neemt u een werknemer in dienst van 50 jaar of ouder die direct voorafgaand aan indiensttreding een WW-, arbeidsongeschiktheids- of bijstandsuitkering kreeg, dan heeft u recht op een korting van € 6.500 per jaar. Deze korting kunt u drie jaar toepassen, maar alleen zolang de dienstbetrekking nog bestaat. Aangezien u voor toepassing van

14


deze korting aan de Belastingdienst moet kunnen bewijzen dat de werknemer uit een uitkeringssituatie in dienst komt, verzoek de werknemer een verklaring van de uitkerende instantie te vragen die u in uw salarisadministratie kunt (en moet) bewaren. Let op dat deze kortingsregeling per 1 januari is uitgebreid en ook toepasbaar is als u een werknemer van 50 jaar of ouder in dienst neemt die al minstens twee jaar een nabestaandenuitkering kreeg (Anw) en in die twee jaar geen arbeidsinkomen had. U kunt de Sociale Verzekeringsbank om een verklaring vragen of de werknemer aan de gestelde voorwaarden voldoet. U moet deze verklaring bij uw salarisadministratie bewaren.

Aansluitend Heeft u een werknemer in dienst van 62 jaar of ouder dan heeft u recht op een korting van maximaal € 2.750 per jaar. Deze korting mag u toepassen totdat de werknemer 65 jaar wordt, maar alleen zolang de dienstbetrekking bestaat.

Beide hiervoor genoemde premiekortingen gelden bij een dienstverband van minstens 36 uur per week. Bij dienstverbanden van minder dan 36 uur per week moet u de kortingsbedragen naar rato verlagen. Gezien de voorwaarden kan het zijn dat recht op beide kortingen bestaat. In dat geval past u eerst alleen de premiekorting van € 6.500 voor drie jaar lang toe en aansluitend past u de korting van € 2.750 per jaar toe, een en ander uiteraard zolang aan de voorwaarden is voldaan.

Verhoging Voor het in dienst nemen of houden van werknemers met een arbeidshandicap bestaat ook een premiekorting, te weten € 2.042 per jaar. De korting is echter € 454 per jaar als de werknemer minder dan 50% van het naar een jaarbedrag herleid minimumloon verdient. In sommige situaties is een verhoging van genoemde kortingsbedragen met € 1.360 mogelijk. Als voorwaarde voor de korting bij het in dienst hebben van een arbeidsgehandi-

Overgangsregeling De premiekorting voor oudere werknemers heeft de plek ingenomen van de premievrijstelling oudere werknemers. Onder voorwaarden is het mogelijk dat u onder het daarbij ingestelde overgangsrecht valt en dus nog recht heeft op een vrijstelling in plaats van korting op de premies werknemersverzekeringen. Let daar even op!

basispremie WAO/IVA/WGA, de uniforme premie WAO/gedifferentieerde premie WGA en de premie WW-Awf (de premie sectorfonds laat u dus buiten beschouwing). Het totaal aan korting mag dan niet boven het totaal aan premies uitkomen.

Verzoek

capte geldt dat de werknemer recht heeft op een WIA-uitkering en het werk (deels) hervat. De korting mag u maximaal één jaar toepassen, maar alleen zolang de dienstbetrekking bestaat.

Eerlijk Voor de korting bij het in dienst nemen van een arbeidsgehandicapte werknemer geldt als voorwaarde dat er direct voorafgaand aan indiensttreding sprake was van een specifieke situatie, bijvoorbeeld dat de werknemer: n recht heeft op een WIA-uitkering; n recht heeft op een Wajong-uitkering; n een indicatiebeschikking heeft als bedoeld in artikel 11 Wet sociale werkvoorziening; n volgens UWV WERKbedrijf een structurele functionele beperking heeft. Het voert voor dit artikel te ver om alle specifieke situaties te noemen. De bijbehorende premiekorting mag u drie jaar toepassen vanaf het moment van indiensttreding. Let op dat de werknemer niet verplicht is om bij indiensttreding

aan te geven dat hij een arbeidshandicap heeft. Dat zou betekenen dat u deze premiekorting misloopt. Daarom mag u na twee maanden na indiensttreding de werknemer hiernaar vragen en is hij wel verplicht om eerlijk te antwoorden. Op dit punt is communicatie met de afdeling personeelszaken dus van groot belang!

Splitsen Voor toepassing van de premiekorting oudere en arbeidsgehandicapte werknemers heeft u geen toestemming van de fiscus nodig. Bovendien hoeft de premie waarmee u de korting verrekent niet dezelfde werknemers te betreffen als waarvoor het recht op de korting bestaat. Let op dat u sinds 1 januari de premie korting niet langer hoeft te splitsen. Voorheen mocht de helft van de korting namelijk niet boven de totale premies voor de WAO/WIA uitkomen en de andere helft niet boven de premie WW-Awf of Ufo-premie. Tegenwoordig mag u het totaalbedrag aan premiekorting in mindering brengen op het totaalbedrag van de

Onder de premievrijstelling marginale arbeid kunt u voor het in dienst nemen van een uitkeringsgerechtigde de Belastingdienst verzoeken om voor die werknemer vrijstelling van de premies werknemersverzekeringen te krijgen. Hierbij geldt dat u de uitkeringsgerechtigde voor niet meer dan zes aaneengesloten weken aanneemt en u in het betreffende kalenderjaar niet eerder een dienstbetrekking met hem hebt gehad. Ook mag u of een andere werkgever in het betreffende kalenderjaar niet eerder voor de uitkeringsgerechtigde deze premievrijstelling hebben gekregen. U moet het verzoek voor de vrijstelling vóór het einde van de dienstbetrekking bij de fiscus indienen. U moet in dat verzoek het BSN/sofi-nummer van de uitkeringsgerechtigde vermelden, een kopie van zijn inschrijving als werkzoekende bij UWV WERKbedrijf meesturen en de uitkeringsgerechtigde het verzoek mede laten ondertekenen.

Codes in de loonaangifte In de aangifte loonheffingen moet u door middel van speciale codes aangeven welke premiekorting u toepast: n 0: geen premiekorting; n 5: werknemer met een arbeidshandicap; n 6: werknemer van 50 jaar of ouder die vanuit een bepaalde uitkeringssituatie in dienst is getreden; n 7: werknemer van 62, 63 of 64 jaar voor wie code 6 niet geldt; n 8: werknemer voor wie code 5 én 6 gelden; n 9: werknemer voor wie code 5 én 7 gelden.


15

Vergoedingen consumpties

Administratie cao´s

U mag werknemers hetzelfde geven

V

oor consumpties tijdens werktijd mag u de werknemers zonder nader bewijs een vergoeding geven van maximaal € 2,75 per week en € 0,55 per dag. Dit is niet veranderd ten opzichte van 2009. Deze onbelaste vergoedingen zijn niet mogelijk als u de consumpties al verstrekt tijdens werktijd. Dit geldt ook als de werknemers geen zakelijke prijs voor de consumptie betalen omdat dan sprake is van een verstrekking. Consumpties die onder deze regeling vallen, zijn bijvoorbeeld koffie, thee, gebak, fruit en andere tussendoortjes van weinig waarde. Maaltijden vallen hier niet onder,

daarvoor geldt de maaltijdenregeling. De maaltijdenregeling is ook van toepassing als de consumpties die u aan de werknemers vergoedt of verstrekt samen met andere consumpties een maaltijd vormen. U kunt consumpties ook tijdens de lunchtijd of andere pauzes – die meestal geen deel uitmaken van de (betaalde) werktijd – onbelast vergoeden of verstrekken, zolang u de consumpties maar ook tijdens werktijd vergoedt of verstrekt. Gebeurt dit alleen tijdens de pauzes dan geldt de vrijstelling dus niet.

vergoedingen inwoning

Normbedragen weer iets omhoog De vergoeding voor of verstrekking van inwoning ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking kunt u voor de werknemers onbelast laten voor zover de hoogte ervan boven een normbedrag uitkomt. Deze normbedragen zijn dit jaar € 7,25 per dag, € 36,25 per week en € 157,50 per maand. Bij een vergoeding voor of verstrekking van inwoning geldt

het normbedrag voor de werknemers dus sowieso als loon voor de loonheffingen. Als ook de gezinsleden van de werknemer inwonen, moet u genoemde normbedragen verhogen met 80% voor elk gezinslid van 18 jaar of ouder, met 50% voor elk gezinslid van 12 tot 18 jaar en met 30% voor elk gezinslid van jonger dan 12 jaar.

vergoeding thuiswerken

Extra schijf bij WOZ-waarde

U

kunt werknemers voor hun werkplek thuis onder voorwaarden onbelast een vergoeding of verstrekking geven. Hierbij geldt een maximum van 20% van de economische huurwaarde (bij een eigen woning) en 20% van de huur (bij een huurwoning). De huurwaarde (het zogenoemde eigenwoningforfait) is – in tegenstelling tot de huur – vrij lastig te bepalen. U moet WOZ-waarde meer dan € 0 € 12.500 € 25.000 € 50.000 € 75.000 € 1.010.000

16

Maar niet meer dan € 12.500 € 25.000 € 50.000 € 75.000 € 1.010.000 –


hiervoor namelijk van een bepaald percentage van de WOZ-waarde van de woning uitgaan. Deze percentages zijn niet gewijzigd ten opzichte van vorig jaar, maar er is wel een extra schijf bijgekomen (zie onderstaand). Overigens is de maximale onbelaste vergoeding of verstrekking die u werknemers voor de inrichting van hun thuiswerkplek kunt geven net als vorig jaar € 1.815.

Eigenwoningforfait op jaarbasis 0,75% van deze waarde, maar niet minder dan € 100 0,95% van deze waarde 1,05% van deze waarde 1,15% van deze waarde 1,30 % van deze waarde 1,45 % van deze waarde

Codelijst weer aangepast De cao-codelijst wordt elk halfjaar aangepast en ook per 1 januari 2010 zijn hierin diverse wijzigingen doorgevoerd. Zorg dus dat u bij uw aangiftes loonheffingen de juiste codes gebruikt! Overigens kunt u de actuele cao-codelijst sinds 1 januari op de website www.cbsvooruwbedrijf.nl vinden en dus niet langer op www.belastingdienst.nl. Let daar dus even op. Krijgt u een nieuwe cao-code van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dan kunt u die code direct vanaf de eerstvolgende aangifte gaan gebruiken.

Loonzaken tarieven

Speciale tabellen nauwelijks gewijzigd

V

oor bepaalde werknemers – zoals aannemers van werk en buitenlandse beroepssporters – bestaan er aparte tabellen voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing). Onderstaand vindt u de diverse tarieven die u dit jaar voor hen moet gebruiken. Deze zijn overigens nauwelijks gewijzigd ten opzichte van vorig jaar.

loonzaken gebruikelijk loon

sociale verzekeringen kleinebanenregeling

Aanmerkelijkbelanghouder verdient meer dit jaar Sinds 1 januari moet u voor aanmerkelijkbelanghouders een gebruikelijk loon van minimaal € 41.000 per kalenderjaar aanhouden. Vorig jaar was dit nog € 40.000. Het gebruikelijk loon wordt geacht het loon te zijn dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van de arbeid van de aanmerkelijkbelanghouder. Betaalt u een bedrag uit dat onder het gebruikelijk loon ligt, dan moet u het verschil als fictief loon in de salarisadministratie verwerken en hierover loonheffingen berekenen.

voor sinds 1 januari niet langer de gebruikelijkloonregeling. Als de betreffende aanmerkelijkbelanghouder helemaal geen loon ontvangt, zijn ook geen loonheffingen over het gebruikelijk loon verschuldigd. In dat geval kan een loonadministratie voor hem achterwege blijven. Als hij wel loon ontvangt, vormt alleen dit uitbetaalde loon gewoon belast loon. Deze grens van € 5.000 geldt voor het totaal van de werkzaamheden van de aanmerkelijkbelanghouder en dus niet per onderneming.

Totaal

Deze aanpassing in de gebruikelijkloonregeling geldt voor alle werknemers waarvoor de regeling geldt, dus bijvoorbeeld ook voor de partner van de aanmerkelijkbelanghouder.

Als u aannemelijk kunt maken dat een lager loon gebruikelijk is, mag u van dat lagere bedrag uitgaan. Komt dat gebruikelijk loon niet boven de € 5.000 uit, dan geldt hier-

vergoedingen bewassing

Nieuwe normbedragen energie

V

oor werknemers die een vergoeding of verstrekking voor bewassing, energie en water krijgen, moet u een normbedrag bij het loon tellen. Het bedrag van de vergoeding of verstrekking dat boven het normbedrag uitkomt, is dus onbelast voor de werknemers. Vergeet niet dat de vergoeding of verstrekking wel gedaan moet zijn in verband met een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking! Onderstaand vindt u de normbedragen, waarbij die voor koken en verwarmen behoorlijk zijn gewijzigd ten opzichte van 2009.

O

p 1 januari is de kleinebanenregeling in werking getreden. Deze regeling houdt in dat u voor jongeren onder de 23 jaar met een zogenoemde kleine baan geen premies werknemersverzekeringen meer verschuldigd bent. Ook het inhouden en vergoeden van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) is voor deze groep werknemers niet langer nodig. De werknemers zijn overigens wel gewoon verzekerd voor de werknemersverzekeringen en Zvw. Voor deze werknemers blijft u de loonbelasting/premie volksverzekeringen op de normale manier inhouden en afdragen.

Boven Voorwaarde voor toepassing van de kleinebanenregeling is dat het loon voor de werknemersverzekeringen van de betreffende werknemer niet boven een bepaald bedrag uitkomt:

Maximumbedrag loon voor de werknemersverzekeringen Leeftijd

Per maand

< 18 jaar 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar

€ 275 € 325 € 375 € 425 € 500 € 600

Per vier weken Per week € 253,85 € 300,00 € 346,15 € 392,31 € 461,54 € 553,85

€ 63,46 € 75,00 € 86,54 € 98,08 € 115,38 € 138,46

Per dag € 12,69 € 15,00 € 17,31 € 19,62 € 23,08 € 27,69

Ook al bent u voor werknemers die onder de kleinebanenregeling vallen geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd, u moet in de aangifte loonheffingen wel hun premielonen opgeven. In de loonaangifte moet u voor hen speciale codes gebruiken, te weten Code invloed verzekeringsplicht F: premievrijstelling kleinebanenregeling en Code verzekeringssituatie Zvw J: wel verzekeringsplichtig, 0%-tarief toegepast omdat persoon onder de kleinebanenregeling valt. Deze codes zijn per 1 januari ingevoerd. Ga dus eens na of u gebruik kunt maken van deze premiebesparing! Vooralsnog geldt deze regeling alleen in 2010. Sociale verzekeringen Ufo

Premie ook voor 2010 gelijk

Normbedragen 2010 Per dag Bewassing Energie t.b.v. kookdoeleinden Energie t.b.v. verwarmingsdoeleinden Energie t.b.v. andere doeleinden Water

Voor jonge werknemers bent u vrijgesteld van premies

Per week

Per maand

€ 0,60 € 3,00 € 1,85 € 9,25 € 3,30 € 16,50 € 0,65 € 3,25 € 0,30 € 1,50

€ 13,50 € 39,75 € 72,00 € 14,00 € 6,00

Net als vorig jaar bedraagt de Ufo-premie dit jaar 1,12%. Deze premie is inclusief de opslag voor kinderopvang van 0,34%, die ook hetzelfde is als in 2009. Het Ufo (Uitvoeringsfonds voor de overheid) financiert de vangnetgevallen onder

overheidspersoneel voor de Ziektewet, zwangerschapsuitkeringen en de WW. Overheidswerkgevers betalen voor deze voorziening een premie aan het Uitvoeringsfonds. Zij betalen dus geen premie WWAwf en sectorpremie.


17

DE T PS VAN DE REGION Geheugensteuntje Eind vorig jaar werden de Regionale Salarisdagen voor de zesde maal gehouden. Als u erbij was, bent u overspoeld met informatie. Om ervoor te zorgen dat u niets over het hoofd ziet, vindt u hier de belangrijkste aandachtspunten van deze dagen op het gebied van pensioenen, loonheffingen en arbeidsrecht overzichtelijk op een rij. Doe er uw voordeel mee!

AOW naar 67 jaar De maatschappelijke weerstand tegen de kabinetsplannen om in twee stappen de AOW-leeftijd naar 67 jaar te verschuiven lijkt af te nemen. De grote vragen liggen nu bij de definitie van het begrip zwaar beroep en de wijze waarop een werkgever bij een langdurig dienstverband de brug moet leggen vanaf het moment dat lichter werk moet worden aangeboden tot de uiteindelijke pensionering. Het is zaak de ontwikkelingen op de voet te volgen. De maatregelen zullen ingrijpend zijn voor de opbouw van het personeelsbestand, en qua anticipatie op extra kosten. De AOW wordt korter van duur. WIA en aanvullende pensioenuitkeringen kennen een latere eind datum respectievelijk latere ingangsdatum. En dat alles weer op verschillende wijze voor verschillende groepen werknemers, per 2020 en 2025.

Het pensioenprotocol Het doel van de nieuwe Pensioenwet (per 2007) was vooral ook het verbeteren van de communicatie over pensioen tussen de uitvoerder, de werkgever en de werknemer. Binnen een bedrijf kan een goed ontworpen pensioenprotocol een belangrijke bijdrage hieraan leveren. Dit bestaat dan naast de nu wettelijk voorgeschreven Startbrief bij de aanvang van de deelname en het Uniform Pensioen Overzicht gedurende de opbouwtijd. Een goed protocol bevat bijvoorbeeld een duidelijke omschrijving van de wederzijdse informatieverplichtingen, maar ook een duidelijke omschrijving

18


van de rechten op deelnemerschap, zoals bij de verschillende vormen van samen leving. Ook de procedures bij het uit dienst treden kunnen worden vastgelegd.

Waardeoverdracht Bij wisseling van werkgever en dus ook van pensioenuitvoerder is de grote vraag steeds of het nu verstandig is om de waarde uit de voorgaande pensioenregeling over te brengen naar de nieuwe pensioenuitvoerder. Essentiële aandachtspunten daarbij zijn: de financiële positie van de uitvoerders, of er verschillende zijn in de toeslagverlening (indexering), wat er met de onderliggende waarde achter het nabestaandenpensioen gebeurt, de kosten van de transacties, en last but not least de vraag voor de werkgever of hij moet bijbetalen als de waarde binnenkomt bij een uitvoerende verzekeraar door de verschillen tussen markt- en rekenrentes.

Beschikbare premie Eindloonregelingen zijn aan het uitsterven. De meeste pensioenregelingen zijn middelloonregelingen. Al is het over de hele pensioenmarkt gezien nog steeds geen hele grootse ontwikkeling, de beschikbare premieregeling komt meer voor (ook als aanvullende pensioenregeling bovenop bijvoorbeeld een middelloonregeling). Een onderliggend effect is dat in toenemende mate het risico voor de totale pensioenopbouw aan de pensioengerechtigde wordt overgedragen. Het bewustzijn van dit risico is van groot belang, om te voorkomen dat verwachtingen niet worden geschaad als het al te laat is. Anderzijds kan de mogelijkheid om zelf het rendement te beïnvloeden voor een deelnemer aantrekkelijke aspecten hebben.

Pensioenknip Door de elementen die de zogenaamde pensioencrisis hebben veroorzaakt, de val van de waarde van beleggingen en de lage

rente, kan het een slecht moment zijn om uit kapitaalsuitkeringen van pensioenverzekeringen juist nu een pensioen te moeten aankopen. Daarom is tijdelijk de zogenaamde pensioenknip toegestaan. Een deel van het uitkeringskapitaal wordt omgezet in termijnen gedurende vijf jaren. De hoogte hiervan wordt dan bepaald door het equivalent van de levenslange uitkering voor het gehele kapitaal. De rest van het kapitaal rendeert dan nog vijf jaar. Met hoop op een herstel van het rendement.

Woekerpensioen Officieel bestaat de term woekerpensioen nog niet. Niet zoals voor de zeven miljoen woekerpolissen in de privé spaarsfeer, zoals bij lijfrente- en hypotheekverzekeringen. De Ombudsman heeft een aanbeveling gedaan waarop de zogenaamde schikkingen met vele verzekeraars van de laatste verzekeringsvormen zijn gebaseerd. Het komt erop neer dat de kosten moeten zijn gemaximeerd op 2,5% tot 4,5%, afhankelijk van de ingangsdatum van de polis en of er wel of niet een garantie is meeverzekerd. De schikkingsvoorstellen komen gedurende het jaar 2010 bij de particulieren op de mat. Van belang is dat het de moeite loont het voorstel goed te lezen. Het percentage van het maximum wordt berekend over de vermeende waarde van een vergelijkbare polis met een rendement van 6% per jaar. De wijze waarop er voor pensioenpolissen ‘geschikt’ gaat worden is nog niet duidelijk.

Nationaal Pensioen Register De verwachtingen zijn hooggespannen: per 1 januari 2011 wordt het systeem verwacht waaronder alle pensioenen kunnen worden gevonden. Dat betekent gen kwijtgeraakte oude ‘pensioentjes’ meer. Het Nationaal Pensioen Register is te beschouwen als een groot verkeersknooppunt. Zelf registreert het eigenlijk niets anders dan de plaatsen waar de pensioengegevens van de verschillende uitvoerders te vinden zijn. Het regis-

ALE SALARISDAGEN ter zal via het internet lopen en de DigiDcode regelt de toegang.

Afdrachtvermindering Controleer of u de (juiste) afdrachtvermindering heeft toegepast. En laat vooral geen mogelijke vermindering van de afdracht loonbelasting/premie volksverzekeringen en eindheffing liggen! Meer over de huidige mogelijkheden vindt u op pagina 22.

Oude situatie Als u ervoor kiest om de oude regels toe te blijven passen, ga dan na of uw oude regeling fiscaal wel helemaal in orde is. Verder doet u er verstandig aan om in nieuwe arbeidsovereenkomsten al te anticiperen op de – per 2014 verplichte – inwerking treding van de werkkostenregeling.

Nieuwe situatie

Controleer of u alle eindheffingen (correct) heeft toegepast. Vergeet daarbij ook niet de mogelijkheid bij bovenmatige kosten vergoedingen en verstrekkingen voor maximaal € 200 per werknemer per maand. Meer over alle mogelijke eindheffingen vindt u op pagina 9.

Als u ervoor kiest om de werkkostenregeling te gaan toepassen, maak dan vooral een gedegen inventarisatie van alle vergoedingen en verstrekkingen binnen uw onderneming. Vergeet niet dat onder deze regeling het verplicht is om vaste kostenvergoedingen met een kostenonderzoek van drie maanden te onderbouwen. Overleg met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging is noodzakelijk vanwege het nieuwe beleid dat de werkkostenregeling met zich meebrengt. Bovendien zal in de administratie een nieuw rekeningschema gemaakt moeten worden. En benader uw softwareleverancier over eventuele noodzakelijke aanpassingen aan de werkkosten regeling. Overleg met ander afdelingen is sowieso, maar voor de introductie van de werkkostenregeling helemaal onontbeerlijk.

Doorbetaald loon

Vervolg deeltijd-WW

Heeft u wel een zogenoemde doorstort overeenkomst gemaakt voor de directeurgrootaandeelhouder? Vanwege de koppeling van de gebruikelijkloonregeling met de doorbetaaldloonregeling heeft u zo’n overeenkomst nodig.

De regeling voor deeltijd-WW is verlengd tot 1 april 2010, tenzij het geld voor de regeling eerder op is. Eigenlijk zou de deeltijd-WW op 1 januari stoppen.

Werkkostenregeling

De nieuwe Wajongregeling gaat uit van wat jongeren met een beperking nog wel kunnen, en niet langer van hun beperkingen. De Wajong is nu vooral een inkomens regeling. Jongeren met een beperking kregen voorheen haast automatisch een Wajonguitkering en werken was dan financieel niet altijd lonend. Het kabinet heeft dat omgedraaid. Werk komt voorop te

Gebruikelijk loon Heeft u het van toepassing zijnde gebruikelijk loon voor de directeur-grootaandeelhouder en zijn partner vastgesteld? En heeft u dit ook (onderbouwd) in de administratie vastgelegd?

Eindheffing

Zorg dat u in het eerste kwartaal van dit jaar al een (doordachte) keuze maakt of u per 2011 de werkkostenregeling gaat toepassen of juist gebruikmaakt van de overgangsregeling en de huidige regels voor vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers blijft hanteren.

Wajong

staan. De nieuwe regeling geldt voor jongeren die vanaf januari 2010 in de Wajong komen.

Uitbreiding premiekorting U hoeft sinds 1 januari 2010 minder premies werknemersverzekeringen te betalen als een oudere werknemer in dienst komt die eerder een uitkering kreeg op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw). De premiekorting bedraagt € 6.500 per jaar. De premiekorting geldt voor nabestaanden van 50 jaar en ouder die twee jaar niet hebben gewerkt en een uitkering ontvingen in het kader van de Anw. U kunt de korting maximaal drie jaar krijgen. Meer over de mogelijke besparingen op de premies werknemersverzekeringen vindt u op pagina 14.

Kennelijk onredelijk ontslag Heeft UWV WERKbedrijf een ontslagvergunning verleend, dan kan het ontslag toch kennelijk onredelijk zijn. Het woord ‘kennelijk’ brengt met zich mee dat het gaat om situaties waarbij normaal gesproken niet tot opzegging was gekomen zonder de werknemer financieel tegemoet te komen. Bijvoorbeeld als de werknemer arbeids ongeschikt is geworden tengevolge van ‘bedrijfsomstandigheden’. De Hoge Raad bepaalde onlangs echter dat een ontslag niet meer ‘kennelijk onredelijk’ is als de werkgever geen schadevergoeding heeft aangeboden. Volgens de Hoge Raad moet bij de vraag of er sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag gekeken worden naar alle omstandigheden. Onder meer of de werkgever wel heeft gehandeld als goed werkgever. Als een werknemer schade vergoeding eist dan moet hij voortaan precies aangegeven waar zijn schade uit bestaat. Met dank aan René Graafsma, Rien Vink en Jo Weerts Sprekers Regionale Salarisdagen 2009


19

Vergoedingen verhuiskosten

Zelfde onbelaste vergoeding als 2009

N

et als vorig jaar kunt u werknemers maximaal € 7.750 onbelast vergoeden aan verhuiskosten. Hierbij geldt als voorwaarde dat er sprake moet zijn van een verhuizing die verband houdt met de dienstbetrekking. Dit is bijvoorbeeld het geval als de werknemer meer dan 25 kilometer van zijn werkplek woont en hij door de verhuizing dichter bij het werk gaat wonen. In het volgende nummer van Salaris Rendement leest u hier meer over. Fiscaal boetes

Voortaan indexatie van maximum U weet natuurlijk dat u uw aangiftes loonheffingen tijdig, juist en volledig moet indienen bij de Belastingdienst en de bijbehorende bedragen tijdig moet betalen. De maximale verzuimboetes die gelden als u zich hier niet aan houdt, worden met ingang van dit jaar elke vijf jaar geïndexeerd. Voor alle verzuimboetes vanaf 1 januari 2010 geldt als maximum voor een aangifteverzuim € 1.230 en voor een betalingsverzuim € 4.920. In de komende nummers van Salaris Rendement komen de boetes bij aangifte- en betaalverzuimen uitgebreid aan de orde.

Loonzaken tarieven

Ook bijzondere percentages gewijzigd U moet een speciale tabel voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen toepassen op bijzondere beloningen. Bijzondere beloningen zijn eenmalige beloningen of beloningen die in de regel slechts eenmaal per jaar worden toegekend, overwerkloon en beloningen over een ander tijdvak of niet-opgenomen vakantiedagen

Jaarloon

€ 0 € 6.266 € 13.134 € 18.219 € 32.739 € 54.368

van uitzendkrachten. Aangezien de tarieven voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen per 1 januari zijn gewijzigd, zijn ook de bijzondere tarieven hierop aangepast. Voor het jaarloon gaat u uit van het loon van de werknemer over het gehele vorige jaar. Onderstaand vindt u de witte tabel voor bijzondere beloningen:

Jonger dan 65 jaar Zonder loon Met loonheffings heffingskorting korting 33,45% 33,45% 33,45% 41,95% 42,00% 52,00%

65 jaar en ouder Zonder loon Met loonheffingsheffingskorting korting

0,00% 33,45% 33,45% 41,95% 42,00% 52,00%

15,55% 15,55% 15,55% 24,05% 42,00% 52,00%

0,00% 0,00% 15,55% 24,05% 42,00% 52,00%

Loonzaken vakantiebonnen

Waardering toch nog geen 100%

O

ok dit jaar hoeft u vakantiebonnen nog niet voor het volle pond als loon bij de werknemers aan te merken, maar volstaat waardering tegen 99%. Vorig jaar was dit nog 97,5% van de nominale waarde. Voor deze lagere waardering moet wel aan de volgende voorwaarden zijn voldaan, anders moet u de bonnen tegen 100% bij het loon rekenen:

De aanspraak op vakantiebonnen ligt vast in een cao of publiekrechtelijke regeling die al bestond op 31 december 1996. Is die regeling na deze datum vervangen dan mag er wat betreft de vakantiebonnen niets gewijzigd zijn. De bonnen worden regelmatig bij de loonbetaling verstrekt en dus met het overige loon volgens de tabellen belast.

n

n

Loonzaken levensloop

Opgenomen tegoed heeft soms andere kwalificatie Let even op dat u het opgenomen levenslooptegoed van werknemers die zijn geboren in 1948 of daarvoor tegenwoordig als loon uit vroegere dienstbetrekking aanmerkt. Sinds 1 januari vormt dit geen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking meer waarmee de samenloop van het levensloopverlof met de doorwerkbonus voor deze categorie werknemers niet langer mogelijk is. Voor opgenomen levenslooptegoed bij deze groep werknemers moet u

20


dus sinds kort de groene tabel voor loonbelasting/premie volksverzekeringen toepassen. Voor berekening van de levensloopverlofkorting verandert er overigens niets.

Voorkomen

dige dienstbetrekking (hiervoor blijft u het nummer gebruiken dat u al voor de werknemer gebruikt). En eenmaal voor het opgenomen levenslooptegoed, zijnde het loon uit vroegere dienstbetrekking (hiervoor gebruikt u een nieuw nummer).

In deze situatie moet u de werknemer onder twee nummers inkomstenverhouding in de aangifte loonheffingen opnemen. Eenmaal voor het loon dat hij in deeltijd verdient, zijnde het loon uit tegenwoor-

Door deze aanpassing kan het zijn dat de werknemer bij zijn IB-aangifte moet bijbetalen. Om dat te voorkomen mag u ook meer loonheffingen inhouden.

Heeft werknemer recht op vrij bij overlijden aangetrouwde tante? Een van onze werknemers heeft vanwege het overlijden van zijn aangetrouwde tante om een extra vrije dag gevraagd. Wij menen dat de werknemer geen recht heeft op bijzonder verlof, want een aangetrouwde tante is immers geen bloedverwant. Staan wij in ons recht met het weigeren van de extra vrije dag? Strikt genomen heeft u gelijk als u de werknemer geen bijzonder verlof toekent in deze situatie, maar niet omdat de aangetrouwde tante geen bloed verwant is. Een partner is bijvoorbeeld ook geen bloedverwant, terwijl werknemers wel vrij krijgen bij het overlijden daarvan. Volgens de wet heeft een werknemer recht op bijzonder verlof als een huis genoot overlijdt of een bloed- of aanverwant in de rechte lijn en in de tweede graad van de zijlijn. Bloedverwanten zijn alle personen die één of meer dezelfde voorouders hebben als de werknemer, zoals vader/moeder, zoon/dochter, halfbroer/-zus, oom/tante, neef/nicht. Aanverwanten zijn alle personen die getrouwd zijn (of een geregistreerd partnerschap hebben) met een bloedverwant van de werknemer en alle personen die een bloedverwant zijn van de partner van de werknemer, zoals schoonouder, zwager/schoonzus, stiefouder en stiefkind, maar dus ook een aangetrouwde neef/nicht of aangetrouwde oom/tante. Om het recht op bijzonder

verlof te bepalen, speelt ook de graad van verwantschap mee. Die kan worden uitgerekend door het aantal geboorten te tellen tussen een persoon en een ander familielid. De moeder van de werknemer is bijvoorbeeld een eerstegraads bloedverwant in de rechte lijn. Als de werknemer een zus heeft, dan is de zus een tweedegraads bloedverwant in de zijlijn.

Compromis De tante van de werknemer is een derdegraads bloed- of aanverwant in de zijlijn en daarom heeft uw werknemer in principe geen recht op bijzonder verlof. Maar het is verstandig om in goed overleg tot een compromis te komen, door bijvoorbeeld de mogelijkheid te bieden tot opname van onbetaald verlof. In een cao of personeelsreglement kunnen overigens aanvullende afspraken zijn gemaakt waardoor uw werknemer wel recht kan hebben op bijzonder verlof. Kijk dit dus altijd even na als er een cao of personeelsreglement van toepassing is.

Hoe ver gaat onze onderzoeksplicht rondom fiets van de zaak? Naar aanleiding van uw antwoord in nummer 11-2009 vroegen wij ons af of je als nieuwe werkgever moet uitzoeken of de werknemer bij zijn vorige werkgever in de drie afgelopen jaren al een fiets van de zaak heeft gekregen. De huidige werkgever hoeft niet te onderzoeken of de werknemer in de afgelopen drie jaar van een exwerkgever al een fiets heeft ontvangen. Het gaat erom dat op het moment van verstrekken van de fiets, de huidige werkgever kijkt of hij zelf in de afgelopen drie jaar niet al eerder een fiets heeft verstrekt aan de betreffende werknemer, en uiteraard of aan

de overige voorwaarden wordt voldaan die onbelaste verstrekking rechtvaardigen. Dat is ook het enige waar de Belastingdienst naar kijkt. Het maakt feitelijk dus niet uit of de werknemer vlak voor zijn indiensttreding bij u van zijn ex-werkgever nog een fiets van de zaak ontving. U hoeft alleen úw verstrekkingen aan deze werknemer te bekijken.


21

Loonzaken

mogelijkheden om de afdracht aan de fiscus te verminderen

Betaal niet meer dan nodig Het kunnen verlagen van de loonkosten zal veel werkgevers als muziek in de oren klinken, zeker in het huidige economische klimaat. Maar dat dit ook binnen handbereik is, lijken de meesten zich niet te beseffen. Door namelijk gebruik te maken van afdrachtverminderingen hoeft u minder loonbelasting/premie volksverzekeringen en eindheffing aan de Belastingdienst af te dragen. En dat kan u behoorlijk wat geld besparen, dus zorg dat u de mogelijkheden benut!

D

De Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) kent op dit moment drie afdrachtverminderingen: die voor onderwijs, voor speur- en ontwikkelingswerk en voor zeevaart. Elke afdrachtvermindering kent zijn eigen regels, voorwaarden en bedragen. De afdrachtverminderingen mag u alleen toepassen op werknemers. Dit begrip is voor deze wet beperkter dan voor de loonheffingen. Voor de WVA is een werknemer iemand die bij u in echte dienstbetrekking is, naast diverse aangewezen groepen zoals uitzendkrachten. Pseudowerknemers vallen niet onder de WVA maar u mag hun loon wel gebruiken om afdrachtvermindering mee te verrekenen.

Onderzoeker De afdrachtvermindering onderwijs mag u alleen toepassen voor specifieke categorieën, namelijk werknemers (of leerlingen) die: 1. de beroepspraktijkvorming volgen van de beroepsbegeleidende leerweg;

22


2. zijn aangesteld als assistent of onderzoeker in opleiding of als promovendus; 3. zijn aangesteld bij een privaatrechtelijke rechtspersoon of TNO; 4. werk verrichten in het kader van een initiële opleiding in het hbo; 5. voormalig werkloos zijn en aangewezen scholing volgen tot startkwalificatieniveau;

6. een leer-werktraject volgen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsbegeleidende leerweg van het vmbo; 7. ten minste twee maanden een stage lopen voor een beroepsopleiding in de beroepsopleidende leerweg op mboniveau 1 of 2; 8. een procedure Erkenning verworven competenties (EVC) volgen; 9. een opleiding volgen ter verhoging van hun opleidingsniveau. Let goed op de praktische toepassingsregels en administratieve en andere specifieke voorwaarden die bij elk van deze categorieën gelden! Het voert namelijk te ver om die hier allemaal te behandelen.

Verklaring Voor wat betreft categorie 5 heeft per 1 januari 2010 een verruiming plaatsgevonden. Zo moet u een verklaring hebben

Bedragen afdrachtvermindering onderwijs 2010 (voor werknemers zonder vakantiebonnen)

Cate- Toetsloon (indien van toepassing) gorie Per maand Per week Per dag 1 € 1.958,92 € 452,06 € 90,42 2 – – – 3 – – – 4 € 1.958,92 € 452,06 € 90,42 5 € 1.958,92 € 452,06 € 90,42 6 – – – 7 – – – 8 – – – 9 – – –

Afdrachtvermindering per werknemer Per maand Per week € 225,50 € 52,04 € 225,50 € 52,04 € 225,50 € 52,04 € 225,50 € 52,04 € 270,59 € 62,45 € 225,50 € 52,04 € 108,25 € 24,99 – – – –

Per dag Vast bedrag € 10,41 – € 10,41 – € 10,41 – € 10,41 – € 12,49 – € 10,41 – € 5,00 – – € 325 – € 500

Het te toetsen loon Voor toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs mag het loon van de werknemer niet boven een bepaald toetsloon uitkomen. Het loon dat u hieraan moet toetsen is een ander loon dan voor de berekening van de loonheffingen. U hoeft namelijk de volgende bestanddelen niet mee te tellen: n beloningen die eenmalig of één keer per jaar worden uitgekeerd, zoals vakantiebijslag of gratificaties; n loon uit vroegere dienstbetrekking; n loon in de vorm van vakantiebonnen, vakantietoeslagbonnen of daarmee overeenkomende aanspraken; n eindheffingsloon; n Waz-, Wajong-, WAO/WIA-uitkering; n toeslagen voor ploegen- of onregelmatige diensten; n overwerkloon.

van UWV WERKbedrijf dat de werknemer vóór zijn scholing tot startkwalificatie werkloos was. Hij hoeft dus niet langer per se werkloos te zijn geweest voordat hij bij u in dienst kwam. U mag deze afdrachtvermindering daarom voortaan ook toepassen als de werknemer: n bij een vorig leerbedrijf ook een opleiding tot startkwalificatie heeft gehad; n heeft deelgenomen aan een re-integratietraject van een gemeente in het kader van de Wet werk en bijstand of via UWV WERKbedrijf. Categorie 9 is nieuw sinds 1 januari 2010 en geldt ook alleen dit jaar. U mag deze afdrachtvermindering toepassen als: n de werknemer in 2010 start met een opleiding die relevant is voor zijn huidige of een toekomstige functie; n de werknemer door de opleiding op een hoger opleidingsniveau komt; n u minimaal de helft van de opleidingskosten betaalt; n u voor deze opleiding geen andere afdrachtvermindering toepast (alleen die voor de EVC-procedure kan hiermee samengaan). Toepassing van deze afdrachtvermindering is slechts eenmaal mogelijk, in

tegenstelling tot bijvoorbeeld die voor de EVC-procedure waarbij de afdrachtvermindering per procedure geldt. U brengt de afdrachtvermindering voor categorie 9 helemaal in aftrek in het loontijdvak waarin de werknemer met de opleiding begint of in het daaropvolgende tijdvak.

Evenredig De afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) mag u toepassen voor werknemers die S&O-werkzaamheden verrichten. Hieronder vallen bijvoorbeeld technisch (wetenschappelijk) onderzoek, de ontwikkeling van producten, processen of programmatuur. Voor toepassing van deze afdrachtvermindering heeft u een S&O-verklaring van Agentschap NL nodig (het vroegere SenterNovem is hier per 1 januari in opgegaan) en moet u aan diverse administratieve verplichtingen voldoen. U kunt in een kalenderjaar voor maximaal drie perioden zo’n verklaring aanvragen, waarbij die perioden minimaal drie en maximaal zes maanden duren. De afdrachtvermindering moet u toepassen over de aangiftetijdvakken die eindigen in de periode van de S&O-verklaring. U verrekent dan een evenredig deel van het openstaande bedrag van de verklaring in uw aangifte loonheffingen. U hoeft overigens niet zelf het S&O-loon te berekenen want dat doet het Agentschap NL op basis van de aangiftes loonheffingen voor u. U moet hiervoor dan wel via internet de BSN/sofinummers van de betreffende S&O-werknemers doorgeven.

Uitgesloten U kunt de afdrachtvermindering zeevaart toepassen als u loon betaalt aan zeevarenden die werken op een schip dat onder Nederlandse vlag vaart. Het schip moet bovendien grotendeels op zee geëxploiteerd worden in het internationale verkeer en bij sleep- en hulpverlenings- of baggerwerkzaamheden. Let op dat bepaalde categorieën schepen van deze afdrachtvermindering zijn uitgesloten! Ook hier heeft u met diverse administratieve verplichtingen te maken, die we

S&O-vermindering 2010 Onderstaand vindt u de percentages die dit jaar gelden. Genoemde grens voor het S&O-loon geldt overigens alleen dit jaar, deze tijdelijke verhoging eindigt per 2011 waarna de grens weer op € 150.000 komt te liggen. De S&Oafdrachtvermindering kent als absoluut maximum een bedrag van € 14.000.000. S&O-loon Percentage ≤ € 220.000 50% > € 220.000 18% De afdrachtvermindering voor een S&Oloon tot en met € 220.000 wordt voor starters verhoogd tot 60%.

hier verder buiten beschouwing laten. De hoogte van de afdrachtvermindering is een percentage van het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van de zeevarende in het betreffende loontijdvak: n 40% voor zeevarenden die in Nederland wonen of in een van de landen van de Europese Unie of Europese Economische Ruimte; n 10% voor zeevarenden die buiten genoemde gebieden wonen en die aan de loonbelasting of premie volksverzekeringen zijn onderworpen.

Samengaan De afdrachtvermindering onderwijs kunt u tegelijk toepassen met andere afdrachtverminderingen (behalve die voor categorie 9). De afdrachtverminderingen voor S&O en zeevaart mogen niet samengaan. De afdrachtverminderingen samen mogen nooit meer zijn dan het bedrag aan loonbelasting/premie volksverzekeringen en eindheffing dat u moet afdragen. Een onbenut deel aan afdrachtvermindering kunt u niet later alsnog verrekenen. Dit is alleen anders voor de S&Oafdrachtvermindering. Een aan het eind van de periode van de S&O-verklaring onbenut deel mag u verrekenen in een van de tijdvakken van die periode, als daar tenminste nog ruimte voor is. U moet dan een eerdere loonaangifte corrigeren.


23


Administratie dagen

Zorg voor tijdige aangifte en betaling!

O

m boetes te voorkomen, is het zaak dat u zich aan de deadlines houdt die dit jaar voor het doen van de aangiftes loonheffingen en het betalen daarvan gelden:

Onderstaand vindt u het aantal werk bare dagen dat elke maand dit jaar kent.

Maandaangifte 2010 Tijdvak

Tijdvakcode

Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December

001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012

Hoeveel werkdagen kent 2010?

Duur

Uiterste aangiftedatum

Uiterste betaaldatum

Maand

1-1 t/m 31-1 1-2 t/m 28-2 1-3 t/m 31-3 1-4 t/m 30-4 1-5 t/m 31-5 1-6 t/m 30-6 1-7 t/m 31-7 1-8 t/m 31-8 1-9 t/m 30-9 1-10 t/m 31-10 1-11 t/m 30-11 1-12 t/m 31-12

1-3-2010 31-3-2010 3-5-2010 31-5-2010 30-6-2010 2-8-2010 31-8-2010 30-9-2010 1-11-2010 30-11-2010 31-12-2010 31-1-2011

28-2-2010 31-3-2010 30-4-2010 31-5-2010 30-6-2010 31-7-2010 31-8-2010 30-9-2010 31-10-2010 30-11-2010 31-12-2010 31-1-2011

Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Totaal

Duur



1-1 t/m 31-1 1-2 t/m 28-2 1-3 t/m 28-3 29-3 t/m 25-4 26-4 t/m 23-5 24-5 t/m 20-6 21-6 t/m 18-7 19-7 t/m 15-8 16-8 t/m 12-9 13-9 t/m 10-10 11-10 t/m 7-11 8-11 t/m 5-12 6-12 t/m 31-12

1-3-2010 31-3-2010 28-4-2010 25-5-2010 23-6-2010 20-7-2010 18-8-2010 15-9-2010 12-10-2010 10-11-2010 7-12-2010 5-1-2011 31-1-2011

28-2-2010 31-3-2010 28-4-2010 25-5-2010 23-6-2010 20-7-2010 18-8-2010 15-9-2010 12-10-2010 10-11-2010 7-12-2010 5-1-2011 31-1-2011

Duur



1-1 t/m 30-6 1-7 t/m 31-12 1-1 t/m 31-12

2-8-2010 31-1-2011 31-1-2011

31-7-2010 31-1-2011 31-1-2011

Aantal werkbare dagen 21 20 23 22 21 22 22 22 22 21 22 23 261

Vierwekenaangifte 2010 Tijdvak

Tijdvakcode

Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Periode 5 Periode 6 Periode 7 Periode 8 Periode 9 Periode 10 Periode 11 Periode 12 Periode 13

071 072 073 074 075 076 077 078 079 080 081 082 083

Overige tijdvakaangiftes 2010 Tijdvak

Tijdvakcode

1e halfjaar 2e halfjaar Jaar

031 032 040

Omdat op de achterkant van uw ‘Aangiftebrief loonheffingen 2010’ bij elk aangiftetijdvak het bijbehorende betalingskenmerk staat vermeld, kunt u tegenwoordig uw aangifte betalen zodra het betreffende aangiftetijdvak is begonnen. U hoeft hiervoor dus niet langer per se te wachten op uw ‘Mededeling loonheffingen aangifte doen en betalen’.

24


Vergoedingen tarief

Korting eigen producten ongewijzigd Dit jaar kunt u werknemers wederom een onbelaste korting of vergoeding geven van maximaal € 500 bij de aankoop van producten uit het eigen bedrijf. Dit bedrag geldt per werknemer per kalenderjaar. Naast genoemd maximumbedrag gelden als overige voorwaarden bij deze onbelaste korting of vergoeding aan werknemers dat de producten niet branchevreemd mogen zijn en de korting of vergoeding per product niet meer dan 20% van de waarde ervan in het economische verkeer mag zijn. U mag genoemd maximumbedrag voor dit jaar verhogen met de onbenutte korting uit de twee voorgaande kalenderjaren. Voor zowel 2009 als 2008 gold ook een maximum kortingsbedrag van € 500.

Vergoedingen reiskosten

Administratie VAR

Maximale kilometervergoeding wederom niet veranderd

O

ok voor dit jaar is de maximale onbelaste kilometervergoeding die u werknemers kunt geven niet gewijzigd. In 2010 geldt dus wederom als maximum € 0,19 per kilometer. Ook rond de fiets zijn de bedragen hetzelfde gebleven. Onder voorwaarden

mag u dus eens in de drie jaar een fiets van maximaal € 749 onbelast vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen voor woon-werkverkeer. Voor te vergoeden of verstrekken met de fiets samenhangende zaken blijft het maximum € 82 per jaar gehandhaafd.

Loonzaken spaarloon

Maximaal te sparen bedrag is gelijk gebleven Ook dit jaar kunnen werknemers maximaal € 613 op jaarbasis opzij leggen voor de spaarloonregeling. Hierdoor besparen zij zich de loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet over het gespaarde bedrag. U hoeft geen premies

werknemersverzekeringen over het gespaarde bedrag te betalen. U bent echter wel verplicht 25% eindheffing over het spaarloon verschuldigd (zie ook pagina 12). In het volgende nummer van Salaris Rendement komt de spaarloonregeling uitgebreid aan bod.

Fiscaal rente

Bezwaar en beroep geldt ook tegen heffingsrente Als u in bezwaar of beroep gaat tegen een belastingaanslag, doet u dit voortaan ook automatisch tegen de berekening van de heffingsrente. Dat heeft de Hoge Raad onlangs bepaald. U hoeft hier dus geen apart bezwaar of beroep tegen in te dienen. Uiteraard gaat u alleen automatisch in bezwaar en beroep tegen de vastgestelde heffingsrente die op desbetreffende aanslag is vermeld. Verder is het mogelijk om expliciet aan te geven dat u wel

akkoord gaat met de berekende heffingsrente.

Revisierente Dit arrest van de Hoge Raad liep al vooruit op de Fiscale vereenvoudigingswet die per 1 januari 2010 in werking is getreden. Sindsdien gaat u dus bij bezwaar of beroep tegen een aanslag ook automatisch in bezwaar of beroep tegen de betalingskorting, de revisierente en het verzamelinkomen die op het aanslagbiljet staan vermeld.

Wat te doen met buitenlanders? Tot op heden is een aanvraag voor een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) alleen voorbestemd voor een Nederlandse ondernemer. Dit blijkt uit de letterlijke tekst in de wet. Aangezien steeds meer buitenlandse ondernemers werkzaam zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt is het raadzaam dat u ook voor hen duidelijkheid krijgt over hun hoedanigheid! Jurisprudentie kan hierbij een rol (gaan) spelen. Er zijn diverse personen die in het buitenland wonen en in privé (buitenlandse zzp’er of freelancer) of via hun eigen vennootschap hun diensten aanbieden aan in Nederland gevestigde opdrachtgevers. Krijgt u daarmee te maken en twijfelt u of er sprake is van een dienstbetrekking, dan is het uiteraard van belang om hierover zekerheid te hebben.

Boete Als deze personen feitelijk in loondienst werken, kwalificeren ze gewoon als werknemers. Als ze afkomstig zijn uit de Europese Economische Ruimte (de EU-landen, plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) en voor uw onderneming werken, heeft u geen tewerkstellingsvergunning nodig. Voor personen uit de EU-lidstaten Bulgarije en Roemenië is wel een tewerkstellingsvergunning nodig. Let op dat de arbeidsinspectie een boete kan opleggen voor een bedrag van € 8.000 per persoon voor diegenen die niet mogen werken in Nederland.

Verschil Aangezien het niet mogelijk is om een VAR uit te reiken aan een buitenlandse ondernemer, kunt u via een FKI-verklaring (FKI staat voor: fiscale kwalificatie inkomen) toch duidelijkheid krijgen over de hoedanigheid van de opdrachtnemer. Qua rechtskracht is er geen verschil tussen beide verklaringen; de FKI-verklaring is eigenlijk een VAR voor niet-inwoners van Nederland. Als er sprake is van winst uit onderneming of een directeur-grootaandeelhouder, bent u gevrijwaard van risico’s op naheffing van de loonbelasting en de socialeverzekeringspremies. De aanvraag voor deze FKI-verklaring kan ingediend worden bij de Belastingdienst, en wel bij de competente inspecteur voor de regio waarin de buitenlandse opdrachtnemer werkzaam is. De in te vullen vragen zijn nagenoeg identiek aan de vragen bij een VAR-aanvraag. De aanvraag verloopt ook op dezelfde manier als die van een VAR, alleen nu niet via het coördinatiepunt VAR te Groningen. >>>


25

Verstrekkingen auto

<<<

Ondanks de FKI-verklaring is het raadzaam om toch na te gaan of de zzp’er is ingeschreven bij een (buitenlandse dan wel Nederlandse) Kamer van Koophandel en/of er sprake is van heldere aanneemovereenkomsten en leveringsvoorwaarden.

Duidelijkheid Ook is het raadzaam om een kopie van deze FKI-verklaring tezamen met een kopie van het identiteitsbewijs van de opdrachtnemer te bewaren bij uw salarisadministratie. Voor alle duidelijkheid moet ook worden vermeld dat deze FKI-verklaring niets zegt over het land waar de aanvrager zijn inkomstenbelasting moet afdragen. Verder is tegen deze FKI-verklaring geen bezwaar en beroep mogelijk. De omgekeerde situatie is uiteraard ook mogelijk. Als Nederlandse personen als zzp’er of freelancer in het buitenland diensten aanbieden, kan het gebeuren dat de opdrachtgever in dat betreffende land een hoedanigheidsverklaring eist voordat de werkzaamheden kunnen starten.

Opgetreden Ondanks dat het voor buitenlanders niet mogelijk is om een VAR te krijgen, kende een rechtbank een Belgische ziekenverzorgster er onlangs toch één toe. De vrouw die in België woonde en in Nederland haar klanten had, heeft een rechtszaak aangespannen om toch een VAR voor 2009 af te dwingen. Voor 2008 beschikte zij over een VAR-winst en er waren voor 2009 geen wijzigingen ten opzichte van het jaar 2008 opgetreden. De ziekenverzorgster huurde in 2008 in het huis van haar schoonmoeder in Nederland een kamer waarin zij een deel van haar administratieve werkzaamheden verrichtte. De Belastingdienst weigerde echter om een VAR af te geven. Reden hiervoor was dat haar kamer in Nederland niet als vaste inrichting zou kwalificeren, zodat de ziekenverzorgster geen in Nederland te belasten winst haalde.

Bedoeling De rechtbank constateerde dat naar de letter van de wet geen recht bestond op een VAR, maar oordeelde ook uit de wets historie dat het wel degelijk de bedoeling van de wetgever is geweest dat buitenlandse zzp’ers ook een VAR zouden kunnen aanvragen. Voor zover is na te gaan, heeft de Nederlandse Belastingdienst geen beroep aangetekend tegen deze uitspraak. Het is echter nog niet bekend of een wijziging in de wet voorhanden is. Voor meer informatie over de Verklaring arbeidsrelatie verwijzen we u graag naar Salaris Rendement 3 en 12 van 2009. Jack-willem Beckers, Loonbelastingspecialist en werkzaam bij de Belastingdienst Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven

26


Catalogusprijs achterhalen wordt straks ‘n eitje! Sinds 1 januari heeft de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) een online database beschikbaar waarin u catalogusprijzen van auto’s kunt opzoeken. Voor een eventuele bijtelling wegens privégebruik van de auto van de zaak heeft u die catalogusprijs nodig. Met genoemde database wordt het achterhalen daar-

van een stuk eenvoudiger! Tenminste, op termijn, want de RDW legt in de database de prijzen vast van auto’s die sinds 1 januari 2010 voor het eerst zijn geregistreerd. Voor auto’s van vóór 2010 kunt u de historische prijslijsten van de officiële importeurs gebruiken.

Fiscaal regels

Belastingdienst helpt non-profit

V

oor stichtingen en verenigingen bestaan veel specifieke fiscale regelingen. Het kan dan ook lastig zijn om te weten hoe een non-profitorganisatie moet omgaan met loonheffingen, btw en erf- en schenkingsrecht. Maar de

Belastingdienst biedt een helpende hand. Samen met een aantal deskundige organisaties heeft de fiscus de website www.stivers.nl gelanceerd. Daar staan de fiscale regels voor stichtingen en verenigingen overzichtelijk op een rijtje.

Loonzaken minimum

Lonen per uur ook bekend De op pagina 13 vermelde minimum(jeugd)lonen zijn gebaseerd op een fulltime werkweek. Wat dan de minimum uurlonen zijn, is afhankelijk van de gebruikelijke arbeidsduur per week in uw

sector of onderneming. Meestal is dat 40, 38 of 36 uur. Onderstaand vindt u de minimum uurlonen bij werkweken met die gebruikelijke arbeidsduur, zoals ze per 1 januari gelden.

Leeftijd

40 uur

38 uur

36 uur

≥ 23 jaar 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar

€ 8,12 € 6,90 € 5,89 € 4,99 € 4,26 € 3,70 € 3,21 € 2,80 € 2,44

€ 8,55 € 7,27 € 6,20 € 5,26 € 4,49 € 3,89 € 3,38 € 2,95 € 2,56

€ 9,02 € 7,67 € 6,54 € 5,55 € 4,74 € 4,11 € 3,56 € 3,11 € 2,71

Specificeer vaste kostenvergoeding! Eén van de manieren om de kosten die werknemers voor het werk maken te vergoeden is het verstrekken van een vaste kostenvergoeding. De Belastingdienst houdt deze altijd scherp in de gaten. Als u een vaste kostenvergoeding niet goed specificeert, loopt u het risico op een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen en een boete. Het gerechtshof in Amsterdam heeft dat vorige maand nog maar eens bevestigd.

Proppen Volgens de wet moet u een vaste kostenvergoeding aan een werknemer per kostencategorie splitsen naar aard en veronderstelde omvang van de kosten. Dat moet uiterlijk gebeuren op het moment dat u de kostenvergoeding aan de werknemer betaalt. Daarnaast geldt als eis dat u een steekproefsgewijs onderzoek uitvoert naar de werkelijk gemaakte kosten als de fiscus u daarom verzoekt. In deze zaak kreeg een assistent-accountant van

zijn werkgever in 2000 een vaste kostenvergoeding van ƒ 800 per maand, naast een aparte onkostenvergoeding van ƒ 125. Op de salarisspecificatie van de man en in de administratie van het bedrijf kwam de vergoeding van ƒ 800 voor met als beschrijving ‘Onb-4, vast/dag’. Nadat bij het bedrijf een boekenonderzoek was geweest, was het voor de belastinginspecteur niet duidelijk waarom de werknemer deze ƒ 800 per maand nu eigenlijk ontving. Daarom kreeg het bedrijf een naheffingsaanslag. Ondanks het feit dat de directrice van het bedrijf alsnog met de specificatie op de proppen kwam, handhaafde de rechter de naheffing. Volgens hem kon het bedrijf namelijk niet aannemelijk maken dat de kostenvergoeding van tevoren was gespecificeerd, zoals de wet vereist. Let er dus op dat u altijd zo’n schriftelijke specificatie in uw administratie heeft opgenomen! Gerechtshof Amsterdam, 3 december 2009, LJN: BK5868

Maximaal één boete per strafbaar feit Als u de verschuldigde loonbelasting/premie volksverzekeringen niet betaalt, kan de Belastingdienst u hiervoor beboeten. Maar ook de fiscus moet zich aan de wettelijke principes houden. De fiscus mag u geen twee boetes geven voor hetzelfde feit, ook niet als de eerste boete bij nader inzien veel te laag was. Dat oordeelt de Hoge Raad.

Vernietigd Een directeur-grootaandeelhouder (dga) was in 2000 de enige werknemer van zijn bv. Hij kreeg over de eerste drie kwartalen van dat jaar geen loon en diende daarom steeds een nihilaangifte in. Een loonaangifte voor het vierde kwartaal ontving de fiscus niet. Daarom legde de geautomatiseerde systemen van de Belastingdienst de man een naheffingsaanslag op, waarin het verschuldigde bedrag was geschat op ƒ 600. Daarbij kreeg hij een verzuimboete van ƒ 30 wegens niet op tijd betalen. Achteraf bleek dat de algemene vergadering van aandeelhouders de dga in december 2000 een loon toekende van ƒ 220.000. De loonheffingen werden hierop wel ingehouden, maar niet afgedragen aan de fiscus. De man kreeg het

loon zelf ook niet uitbetaald. Naderhand stuurde de dga alsnog de juiste gegevens door naar de Belastingdienst, waaruit bleek dat de bv ƒ 96.792 aan loonheffingen verschuldigd was. De belastinginspecteur besloot hierop om een gecorrigeerde naheffingsaanslag op te sturen, ditmaal met een vergrijpboete van 50%. De dga was het hier niet mee eens. Het verschuldigde bedrag van ƒ 96.792 klopte volgens hem wel, maar de man was niet van plan de boete van ruim ƒ 48.000 te betalen. Niet alleen was de boete volgens hem te hoog, hij had bovendien al een boete gehad bij de eerste naheffingsaanslag. Uiteindelijk werd hier tot aan de Hoge Raad over geprocedeerd. Die besliste dat de tweede vergrijpboete moest worden vernietigd, omdat de dga al een boete had gehad voor hetzelfde feit: het niet betalen van de verschuldigde loonheffingen. Overigens is de staatssecretaris van financiën van plan om de wet te wijzigen, om het ook mogelijk te maken om boetes op te leggen in dit soort gevallen waarin na het opleggen van de eerste boete nieuwe gegevens bekend worden. Hoge Raad, 26 juni 2009, LJN: BD0200


27

Loonzaken

onjuistheden in de aangifte loonheffingen verbeteren

Fouten verplicht herstellen De kern van het doen van loonaangifte is het verstrekken van alle relevante inkomensgegevens van alle werknemers. Weliswaar verstrekt u in één aangifte gegevens voor álle loonheffingen aan de Belastingdienst, UWV krijgt de betreffende gegevens doorgestuurd en bewaart de inkomensgegevens in de zogeheten ‘polisadministratie’. Met het oog op de vast te stellen hoogte van uitkeringen en toeslagen moeten de inkomensgegevens volledig en juist zijn. Daarom moet u onvolledige of onjuiste loonaangiften aanvullen of verbeteren door middel van correctieberichten.

A

Als u een niet (geheel) juiste of onvolledige aangifte loonheffingen heeft gedaan, moet u dit corrigeren en alsnog de juiste en volledige gegevens aan de Belastingdienst verstrekken. Met de gegevens wordt de polisadministratie gevuld bij UWV. Gezien het belang van de juistheid van de polisadministratie heeft u de plicht om correctieberichten in te sturen. De fiscus kan dan ook sancties opleggen om dit af te dwingen.

Invloed Bij het beoordelen of er sprake is van een volledig en juiste loonaangifte moet u letten op alle gegevens, ook als deze niet van invloed zijn op de hoogte van de te betalen loonheffingen. Dus ook op het oog relatief kleine zaken als volledigheid en juistheid van namen, adressen en dergelijke, en ook BSN/sofi-nummers en (sector)codes. Nogmaals, het belang is hier gelegen in de juistheid van de polis

28


administratie ten behoeve van de uitkeringsrechten van de werknemers. Als de aangiftetermijn nog niet verstreken is, kunt u fouten corrigeren door simpelweg een nieuwe loonaangifte in te sturen. Deze komt dan in plaats van de eerder ingediende aangifte over het betreffende tijdvak. Ook kunt u een aan-

Eigen verantwoordelijkheid Allereerst zij opgemerkt dat het feit dat een (elektronisch) ingediende aangifte loonheffingen is geaccepteerd (door het systeem van de Belastingdienst), niet automatisch betekent dat de aangifte akkoord is. U zult dus moeten opletten of er geen onvolledigheden of onjuist heden zitten in de loonaangiftes over verstreken tijdvakken. Als dit onverhoopt wel het geval is, moet u actie ondernemen door middel van correctieberichten.

vullende aangifte insturen. Heeft de aanvulling c.q. wijziging betrekking op werknemersgegevens, dan moet u een volledige nieuwe aangifte insturen inclusief de collectieve gegevens. Zo niet, dan kunt u volstaan met het insturen van het deel van de aangifte met de gecorrigeerde collectieve gegevens.

Aangeven Is de aangiftetermijn verstreken en ontdekt u een fout in een ingediende aangifte, dan moet u deze fout corrigeren bij de eerstvolgende of daaropvolgende loonaangifte. Per saldo heeft u dan dus maximaal twee maanden of acht weken om de door u ontdekte fout te herstellen. Het kan uiteraard ook voorkomen dat de Belastingdienst een fout ontdekt in eerdere aangiften, bijvoorbeeld tijdens een looncontrole. In dat geval zal de fiscus aangeven hoe en wanneer u de correctie moet insturen. Het herstellen van de fout bij een volgende aangifte loonheffingen houdt in dat u hierbij de gecorrigeerde werknemers gegevens en de gecorrigeerde collectieve gegevens van het gecorrigeerde tijdvak meestuurt. Een eventueel correctiesaldo loonheffingen van het gecorrigeerde tijdvak kunt verrekenen met de aangifte van het tijdvak waarbij u de correcties instuurt. Met andere woorden, bij de aangifte loonheffingen waarbij u de correctie(s) meestuurt, betaalt u de over dat betreffende tijdvak verschuldigde loonheffingen vermeerderd of verminderd met het saldo van de betreffende correctie(s).

Voorkom onterechte boete! Toepassing van de loon-over-methode leidt er bij nabetalingen niet toe dat de eerder ingediende loonaangifte over het betreffende tijdvak onjuist was terwijl het loon wel verwerkt wordt in het reeds verstreken tijdvak. U kunt dan toch een correctie insturen waarbij de Belastingdienst geen correctieverzuim of betaalverzuim

mag registreren. Het zal de fiscus echter niet zonder meer duidelijk zijn dat het hier een nabetaling betreft. U kunt dan uiteraard bezwaar maken tegen een boetebeschikking, maar u kunt ook de correctie direct al vergezeld laten gaan van een geleidebrief waarin de casus wordt uitgelegd.

In beginsel moet u correcties op ingediende aangiften loonheffingen bij een volgende aangifte meesturen. Het is echter in een beperkt aantal gevallen mogelijk om een aparte correctie in te sturen, los van een loonaangifte. Dit is het geval als u ten tijde van de correctie niet langer inhoudingsplichtig bent, of slechts per half jaar of jaar aangifte doet. Daarnaast zult u een losse correctie moeten indienen als de correctie betrekking heeft op een tijdvak van een reeds verstreken kalenderjaar en de aangifte termijn van het laatste tijdvak van dat jaar al is verstreken. Als u later in 2010 een correctie over 2009 wilt verzenden, moet u een losse correctie verzenden zodra de aangiftetermijn over het laatste tijdvak van 2009 is verstreken, dus ná 31 januari 2010.

De fiscus kan ook vaststellen dat sprake is van opzet en/of grove schuld en vervolgens een vergrijpboete opleggen. Dit kan met name aan de orde zijn bij correcties die niet op eigen initiatief plaatsvinden, bijvoorbeeld naar aanleiding van een looncontrole.

Initiatief Bij het te laat indienen van een aangifte loonheffingen of het onvolledig/onjuist doen van een aangifte, of bij het te laat of niet betalen van de loonheffingen, kan de Belastingdienst een verzuimboete opleggen. Al deze boetes kunnen aan de orde zijn als u een correctie aan de fiscus verstuurt. Als u een correctie niet, te laat of onjuist/onvolledig instuurt is sprake van een correctieverzuim en bedraagt de verzuimboete maximaal € 1.230. Als de door u ingestuurde correctie betekent dat u alsnog een bedrag moet (bij)betalen over het verstreken tijdvak, is sprake van een betaalverzuim en kan de Belastingdienst hier ook een boete opleggen als het saldo van de correcties ten minste € 20.000 bedraagt.

Uitgesteld In tegenstelling tot eerdere plannen staat in het Belastingplan 2010 dat toch ook in 2010 voor de loonaangifte nog de zogeheten loon-over-methode kan worden toegepast voor loonbetalingen binnen het kalenderjaar. Dit hangt samen met het feit dat de invoering van de eenduidige

Berekening heffingsrente De Belastingdienst berekent mogelijk heffingsrente over het bedrag dat betaald moet worden of zal worden terugbetaald. De heffingsrente wordt berekend vanaf 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarop de correctie ziet tot aan de datum van de naheffingsaanslag. Bij een correctie op eigen initiatief wordt echter bij een te betalen bedrag geen heffingsrente berekend als de correctie plaatsvindt vóór 1 april van het jaar volgend op het jaar waarop de correctie ziet. Ingeval u een bedrag terugkrijgt wordt de heffingsrente berekend vanaf 1 april van het jaar volgend op het jaar waarop de correctie ziet, tot aan de dagtekening van de beschikking waarin de terugbetaling is vermeld.

loonaangifte tot 2011 is uitgesteld, en daarmee ook het vervallen van de injaars correctieberichten. U zult dan ook dit jaar correcties die betrekking hebben op het tijdvak van het lopende kalenderjaar nog via een correctiebericht moeten corrigeren.

Voeren Vanaf 2011 (volgens de huidige planning) mag u het loon binnen het kalenderjaar voor de aangifte loonheffingen alleen nog toerekenen aan het tijdvak waarin het aan de werknemer is betaald, dit is de loonin-methode. Er zal dan een eenduidige aangiftesystematiek zijn. Onjuistheden en onvolledigheden in een aangifte over een tijdvak in een lopend kalenderjaar moeten worden hersteld in de eerstvolgende aangifte. In totaal worden zo de lonen, inhoudingen en afdrachten juist verantwoord. U mag overigens uw salarisadministratie (blijven) voeren op basis van zowel het loon-over- als loon-insysteem.

Meenemen Voor de volledigheid, loon dat u in de maand januari betaalt maar dat betrekking heeft op het voorgaande jaar kunt u meenemen in de laatste loonaangifte over het voorgaande jaar. Dit is feitelijk een stukje loon-over-systematiek dat in stand blijft, ook na 1 januari 2011. Uiteraard blijft ook voor fouten in aangiften loonheffingen over verstreken kalenderjaren de correctieverplichting bestaan. Tot en met 2010 zullen correctieberichten binnen het kalenderjaar dus nodig zijn. Daarnaast zullen correctieberichten nodig zijn met betrekking tot onvolledigheden en onjuistheden bij reeds verstreken kalenderjaren, wat ook nog het geval zal zijn ná invoering van de eenduidige loonaangifte. Hoe dan ook, het is (en blijft) belangrijk om kritisch te kijken naar de juistheid en volledigheid van ingediende loonaangiften! Mr. Bart Agerbeek, Agerbeek Advies te Vught, tel. (073) 657 03 62, www.agerbeekadvies.nl


29

loonzaken cao-lonen

Loonzaken aansprakelijkheid

G-rekening soms waardeloos

Loonindexcijfers

M

Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt de volgende indexen voor de loonontwikkeling van cao-lonen.

aakt uw onderneming gebruik van uitzendkrachten, pas dan op als het betreffende uitzendbureau in de financiële problemen komt. Zodra het bureau failliet gaat, heeft het namelijk geen zin meer om loonheffingen over te maken op een g-rekening. U loopt dan het risico dat u de loonheffingen nogmaals moet betalen.

Vervallen Als inlener van personeel bent u verantwoordelijk voor het betalen van loonheffingen over het salaris van uitzendkrachten. Als het uitzendbureau de loonbelasting over de salarissen niet kan betalen blijft u verantwoordelijk voor de afdracht, ook al heeft u de loonheffingen al naar het uitzendbureau overgemaakt. De g-rekening is een manier om u in te dekken tegen dubbele afdracht. In dat

geval rust het pandrecht op de rekening namelijk bij de Belastingdienst. De rechtbank van Breda heeft onlangs bepaald dat dit niet geldt voor bedragen die op g-rekeningen zijn gestort van uitzendbureaus die reeds failliet zijn verklaard. Overigens komt het g-rekeningstelsel eind van dit jaar te vervallen. In Salaris Rendement 9-2009 kon u in een artikel al lezen dat het depotstelsel per 1 januari 2010 het g-rekeningstelsel vervangt (pagina 22), waarbij een overgangsperiode van een jaar is ingesteld. Het nieuwe stelsel houdt in dat u de verschuldigde loonheffingen over het salaris van het ingeleende personeel kunt overmaken op een depot bij de Belastingdienst. U hoeft zich dan geen zorgen meer te maken op het moment dat het uitzend bureau failliet blijkt.

2006

2007

2008

2009

Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December

113,5 113,6 113,7 114,0 114,0 114,1 114,4 114,4 114,4 114,5 114,5 114,5

115,4 115,4 115,5 115,8 115,9 116,2 116,9 117,1 117,1 117,2 117,2 117,2

118,4 118,4 118,7 119,4 119,5 119,9 120,7 120,8 120,9 120,9 120,9 120,9

122,1 122,3 122,5 122,7 122,8 122,9 123,2 123,2 123,3 123,5 123,5

Index

114,1

116,4

120,0

2000 = 100

Loonzaken auto

Fiscus jaagt op privégebruik Heeft u werknemers in dienst met een Verklaring geen privégebruik auto laat ze dan nakijken of ze wel echt onder de vijfhonderd privékilometers blijven, en dat ook kunnen aantonen. De Belastingdienst gaat hier in 2010 namelijk strenger op controleren. Constateert de fiscus een overschrijding, dan krijgt de verklaringhouder een boete van ten minste € 4.920.

Invullen Voor u betekent de extra focus op het privégebruik dat u werknemers extra kunt wijzen op het belang van een sluitende rittenadministratie. Daarbij moet de verklaring-

30


houder controleren of hij wel echt de grens van vijfhonderd privékilometers niet overschrijdt. Alle huidige verklaringhouders krijgen een brief van de Belastingdienst waarin ze kunnen lezen over het nieuwe beleid. Denkt de werknemer boven de grens uit te komen, laat hem dan het mutatieformulier invullen dat als bijlage is toegevoegd aan de brief van de Belastingdienst. De Verklaring geen privégebruik auto vervalt dan, maar de bijtelling is in veel gevallen lager dan de boete. De werknemers kunnen deze brief ook downloaden op de site van de Belastingdienst.

Boontje komt om z’n… ...maar niet met de opleidingen van Meulendijks PZ Advies.

PDL

Opleiding voor het Praktijkdiploma Loonadministratie in 10 dagen inclusief examentraining. Utrecht

startdatum maandag 1 maart 2010

Eindhoven

startdatum donderdag 4 maart 2010

PDL Update

De wetgeving rond personeel is voortdurend in beweging. Met deze 2-daagse cursus (incl. overnachting) bent u weer helemaal op de hoogte van de laatste wijzigingen. Aanbevolen voor P&O-ers en salarisadministrateurs. Inclusief Werkkostenregeling 2011. Zeist

13 – 14 april 2010

Den Haag

8 – 9 juni 2010

Incompany-opleidingen mogelijk!

Kijk voor meer info en aanmelden op www.pzadvies.nl of bel 0492-382290

Meulendijks PZ Advies. Bijzonder betrokken.

Colofon

Salaris Rendement is hét nieuws- en adviesmagazine voor professionals die verantwoordelijk zijn voor de loon- en personeelsadministratie, zoals salarisadminis trateurs, hoofden financiële en salarisadministratie en medewerkers personeelsadministratie en P&O-managers.

Winnaar laat Lotto maanden wachten

Salaris Rendement is een uitgave van Rendement Uitgeverij BV Groot Handelsgebouw unit D1.109 Conradstraat 38, Rotterdam Postbus 27020, 3003 LA Rotterdam tel. (010) 243 39 33, fax (010) 243 90 28 www.salarisrendement.nl

Bijna iedereen droomt ervan, maar het is maar weinigen gegeven om een grote prijs te winnen in een loterij. En als u dan een prijs wint, wilt u natuurlijk zo snel mogelijk over het gewonnen geld beschikken. Maar een vrouw die onlangs de Lotto won dacht daar anders over.

Hoofdredacteur Lotte van Rees e-mail: [email protected]

Zoekactie

Redactie Diny Basoski, Samuël van Daalen, Leon van der Elsen, Roland Hakkaart, Gerhard de Kok, Kim Linssen, Minka Mertens, Vivian Mevissen, Olaf Miltenburg, Marianne Schiltmans-Verhoeven, Muriël Simons, Nicole Slagboom, Tamara Slief, Jeanine Tanis, Justin Verbeek Medewerkers Bart Agerbeek, Jack-willem Beckers, Andries Bongers, Bastiaan Geleijnse, René Graafsma, Marco Hennekam, Marcel Ho Sam Sooi, Olga Koppenhagen, Adelien van Leeuwen, Dik van Leeuwerden, John Reid, Jan Smits, Peter Snaterse, Albert van der Spoel, Jean-Marc van Tol, Rien Vink, Jo Weerts Algemeen hoofdredacteur Mark Houben Uitgever Marnix Hoogerwerf Abonnementenadministratie Rendement Uitgeverij BV Postbus 27020, 3003 LA Rotterdam tel. (010) 243 39 33, fax (010) 243 90 28 e-mail: [email protected] Advertentie-exploitatie Rendement Uitgeverij BV Ralph Pennenburg tel. (010) 243 39 33, fax (010) 243 90 28 e-mail: [email protected] Basisontwerp Pino Design, Arnhem Druk Thieme Almere Abonnementen Salaris Rendement verschijnt maandelijks met een gecombineerd nummer in juli/augustus. Abonnementsprijs: € 249 per jaar, exclusief de bewaarband à € 19,40 die in januari wordt verzonden. Losse nummers: € 25. Extra bewaarbanden kunt u nabestellen voor € 19,40 via www.rendement.nl/bewaarband. Alle prijzen zijn exclusief btw en inclusief verzendkosten. Abonnementen kunnen ieder moment ingaan, maar slechts worden beëindigd indien uiterlijk twee maanden voor het einde van de abonnementsperiode schriftelijk is opgezegd. Zonder of bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een periode van een jaar verlengd. © Rendement Uitgeverij BV 2010 ISSN 1571-490X Niets uit deze uitgave mag, noch geheel, noch gedeeltelijk, worden overgenomen en/of vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomen heden, noch voor de gevolgen hiervan.

Ze kwam erachter dat ze een bedrag van € 200.000 had gewonnen, maar besloot de prijs niet meteen op te halen. De

Lotto begon daarom een uitgebreide zoekactie om de prijswinnaar te vinden. Er werden zelfs medewerkers bij de winkel gezet waar het winnende lot was gekocht, om iedereen die er binnenkwam aan te spreken. Na vier maanden kwam de vrouw echter alsnog opdagen om haar prijs te innen. Ze gaf aan dat ze met opzet zo lang had gewacht vanwege persoonlijke omstandigheden. Gelukkig was ze haar winnende lot niet helemaal vergeten!

Eerlijk zullen we alles delen, toch? Stel dat u met andermans geld een enorm geldbedrag wint in een casino. Dat is natuurlijk meegenomen, tenzij de persoon van wie het geld is alle winst opeist. Dat gebeurde onlangs in Frankrijk. Een vrouw besloot een bedrag van € 50 aan een gepensioneerde Fransman te geven, met als opdracht om het geld te investeren in een kansspel. Dat deed de man in een casino, en met succes. Hij won meer dan € 2 miljoen. De vrouw eiste al deze winst

op, omdat het haar inleggeld was en de man slechts in opdracht van de vrouw speelde. De man wilde echter een deel van het geld zelf houden.

Eerlijk Uiteindelijk moest een rechter uitspraak doen in de zaak. Deze besloot om de winst eerlijk te verdelen tussen de twee personen. Als u ooit nog gaat gokken, kunt u dat dus misschien beter met uw eigen geld doen.

Dief zoekt koude schuilplaats

Verkleedpartij om geld te krijgen

Helaas verdient niet iedereen gewoon salaris. Sommige mensen nemen hun toevlucht tot stelen en inbreken. Zo ook een man uit de Poolse stad Bytom. Maar hij bleek niet echt een professionele dief te zijn. Terwijl hij inbrak in een appartementencomplex, had hij niet door dat hij gefilmd werd door beveiligingscamera’s. De ingeschakelde politie kreeg al snel de tip dat de inbreker een appartement in gevlucht zou zijn. De man leek echter spoorloos verdwenen in dat appartement. De inbreker was bijna ontsnapt, maar vlak voordat de politie wegging, besloot een agent nog in de koelkast te kijken. Daar bleek de koukleumende dief zich schuil te houden.

Kinderen stelen wel eens snoep uit de snoeppot. Of erger: geld uit de portemonnee van hun ouders. Een 25-jarige man uit het Amerikaanse New-Jersey was van plan geld te stelen van de bankrekening van zijn moeder. Daarvoor had hij een bijzonder plan bedacht. De man plunderde eerst de kledingkast van zijn moeder en ging in haar kleding naar de bank. Om zijn hoofd had hij een sjaal gewikkeld, en hij had zijn moeders rijbewijs mee. Bij de bank vroeg hij met een hoog stemmetje om een opname van $ 700. Maar acteren bleek niet zijn sterkste kant: de bankmedewerkers vertrouwden de zaak niet en belden de politie. Zijn avontuur eindigde in de cel.


31

Talentenjacht kost uitkering

Weten wat buurman verdient

Voor een 74-jarige man uit Engeland had zijn deelname aan de talentenjacht ‘Britain’s Got Talent’ onvoorziene gevolgen. De man voerde in de show een breakdance-act op, waarin hij allerlei acrobatische toeren uithaalde. Maar onder de kijkers van het programma bevonden zich ook medewerkers van de Engelse variant van UWV. Zij kwamen erachter dat de man naast

In Nederland bestaan steeds minder taboes. Maar openlijk praten over de hoogte van het salaris is nog steeds zeer ongebruikelijk. En ook de Belastingdienst zal de inkomensgegevens die ze verzamelt niet zo snel naar buiten brengen. De fiscus in Noorwegen gaat echter heel anders om met dat soort gegevens. Ieder jaar publiceert de Noorse fiscus de zogenoemde skattelister. Dat is een overzicht waarop staat wat het belastbaar inkomen is van alle individuele belastingplichtigen in Noorwegen. Iedereen die wil kan de skattelister via het internet raadplegen. Door dit soort transparantie is het voor iedereen duidelijk wat iedere Noor precies afdraagt aan de belastingdienst. Zo blijkt ook dat sommige rijke Noren,

zijn pensioen iedere week een uitkering van ruim € 140 ontving wegens een blessure aan zijn been. Bovendien kreeg hij om deze reden een vergoeding voor zijn aangepaste auto. In de talentenjacht bleek de man helemaal geen last te hebben van zijn been. Zijn vergoeding is per direct stopgezet en de man moet bovendien een groot bedrag terugbetalen.

Enorm salaris blijkt foutje Het is altijd leuk om veel meer geld op uw rekening gestort te krijgen dan verwacht. Als het een foutje is en u dat eerlijk aangeeft, kunt u vast op een beloning rekenen. Dat dacht ook een werknemer uit het Engelse Gateshead. Zijn beloning bleek echter nogal karig, gezien de betrokken geldsom. De man bleek ruim € 1,5 miljoen salaris te hebben ontvangen. Nadat de Engelse fiscus

hier een deel van had afgesnoept, kreeg hij nog bijna € 900.000 op zijn rekening gestort. De verraste man besloot toch maar zijn werkgever van de fout op de hoogte te brengen. Hij beloofde het teveel betaalde salaris netjes terug te storten. Voor zijn eerlijkheid werd de man beloond met één kratje bier. Dat is wel wat anders dan € 900.000 nettosalaris…

Geen schadevergoeding na val Regelmatig komt in het nieuws dat mensen na een ongeluk enorme schadevergoedingen claimen. Zo ook een Engelse accountant die onlangs een warenhuis aanklaagde, omdat hij beweerde door een geplette druif die er op de grond lag te zijn uitgegleden. Het ongeluk leverde hem spierscheuringen, psychologische klachten en uiteindelijk zelfs een depressie op. De man kon zijn bedrijf niet meer normaal runnen en

32


bovendien kon hij niet meer skiën of tennissen. Hij eiste een schadevergoeding van ruim € 335.000. De rechter was echter niet overtuigd van het verhaal over de geplette druif. Volgens hem kon de val net zo goed een andere oorzaak hebben. In plaats van een schadevergoeding te krijgen, moest de accountant daarom ruim € 22.000 betalen als vergoeding voor de proceskosten van het warenhuis.

waarschijnlijk door slimme trucs, het voor elkaar krijgen om een heel laag belastbaar inkomen te hebben. Maar nieuwsgierige Noren gebruiken de lijst ook graag om op te zoeken wat de buurman nu eigenlijk verdient.

Inbrekers Bijna de helft van alle Noren vindt de openbaarheid van het belastbare inkomen toch niet zo’n goed idee. Ook inbrekers hebben toegang tot de lijst en die kunnen misschien op verkeerde ideeën komen. Bovendien blijkt het voor te komen dat kinderen op school worden gepest vanwege het lage salaris van hun ouders. Misschien moet onze Belastingdienst het Nederlandse taboe maar gewoon blijven respecteren.

Nepboetes voor fout parkeren laten mensen schrikken Het is nooit plezierig om terug te komen bij uw geparkeerde auto en erachter te komen dat er een boete wegens foutparkeren achter de ruitenwisser zit. U weet waarschijnlijk wel een betere bestemming voor uw zuurverdiende loon. Inwoners van een wijk in Dordrecht kregen de laatste tijd ineens te maken met zeer strenge controles. Het enige merkwaardige was dat de bekeuringen achter de ruitenwissers er wel vreemd uitzagen. Na enig onderzoek door de politie, die

niets van de boetes afwist, werd de uitschrijver van de bonnen achterhaald.

Geluk Het bleek een jongetje uit de buurt te zijn dat als sinterklaascadeau een speelgoedbonnenboekje had gehad. De jongen had wel goed opgelet: alleen als auto’s echt fout geparkeerd stonden, had hij een bekeuring uitgeschreven. Volgens de politie mogen de bekeurden daarom van geluk spreken dat ze niet bekeurd waren door een echte agent.

U moet direct weer aan de slag!

Recommend Documents