TWISTER Januari 2009
2
Colofon
Inhoudsopgave Woord van de voorzitter
3
TWister is het tijdschrift van T.W.I.S.T., de studievereniging voor (Vergelijkende IndoEuropese) Taalwetenschap aan de Universiteit Leiden.
Een nieuw Bestuur
4
Filmavond door Matthias Franken
6
Redactie: Jurgen van den Heuvel Chantal van Vliet Matthias Franken
Sinterklaasactiviteit door Jurgen van den Heuvel
6
Interview met een eerstejaars door Chantal van Vliet
7
Jaargang: 7 nr. 1
Muizen verdacht van brand bij katten
8
Oplage: 120 stuks
’t schoon Vlaams door Matthias Franken
9
Delilah over het nieuwe jaar
11
Filosofie
12
Onderzoek in het buitenland door Alain Corbeau
15
Puzzel door Jojanneke Weijermars
20
Sms-sofTWare redt bedreigde talen
22
Vormgeving: Matthias Franken
Reacties en kopij:
[email protected] Website: www.studieverenigingtwist.nl Omslag: Jurgen van den Heuvel
3
Woord van de voorzitter
Hier is hij dan. Voor jullie ligt de eerste TWister van het nieuwe bestuur. Het is inmiddels al weer de zevende jaargang dat de TWister wordt uitgebracht. Misschien dit keer iets later dan jullie verwacht hadden, maar daar is hij dan eindelijk. Ook dit jaar kunnen jullie weer ieder kwartaal uitkijken naar een nieuwe TWister boordevol interessante interviews, zinnige en onzinnige weetjes over talen en taalwetenschap. Zo hebben we traditioneel in de eerste TWister van het jaar een interview met een eerstejaars, maar er is ook een interview met de M.Phil student Saskia van Putten over haar recente onderzoek in het buitenland. We hebben de afgelopen tijd ook een aantal activiteiten georganiseerd. Als je er niet geweest bent, kun je in deze TWister een indruk krijgen van wat je gemist hebt. Delilah blijft nog even actief en geeft ons een terugblik op haar jaarwisseling. Daarnaast hebben we ook nieuwe rubrieken dit jaar. Zo gaat Matthias Franken ons vertellen wat je altijd al wilde weten over het Vlaams. En vind je het nieuwe kerncurriculum wetenschapsfilosofie verschrikkelijk, lukt het maar niet om door die ingewikkelde logica heen te komen en schrikt de naam Wittgenstein je af, lees dan snel de nieuwe rubriek over filosofie en binnen de kortste keren zit je met plezier na te denken over logische inconsistenties (een ‘p’ is toch geen ‘q’?) en over wat de woorden die ik hier opschrijf nu eigenlijk betekenen. Er valt dus van alles te vinden in deze TWister, “ ’t is alleen Appel die je weer nergens ziet.” Voor de volgende TWister loven wij *ḱleṷos ṇdhgwhitom1 uit aan diegene die een leuke voorkant bedenkt. Laat je creativiteit de vrije loop en verbluf ons en je medestudenten met je verborgen talenten. Rest mij nog slechts een ding te zeggen: Veel leesplezier! Jurgen van den Heuvel voorzitter TWIST
1
nvdr.: PIE, ‘eeuwige roem’
4
Een nieuw bestuur Beste TWistleden, Inmiddels zijn wij als bestuur van TWIST al weer drie maanden bezig voor jullie verschillende activiteiten te organiseren en zijn er al een paar activiteiten geweest. Maar desondanks hebben wij ons nog niet aan iedereen voorgesteld. De voorzitter Ik ben Jurgen van den Heuvel, TWeedejaars VIET (en eerstejaars GLTC), en zal proberen als voorzitter van TWIST het bestuur in goede banen te leiden en er een mooi jaar van te maken. Ik ben bij toeval achter het bestaan van VIET gekomen doordat ik mij op mijn middelbare school in een tussenuur niets te doen had en uit pure verveling een poster van de Taalkunde Olympiade zat te bestuderen. Vanaf toen wist ik het al bijna zeker en na het laten afvallen van een studie wiskunde of klassieke talen heb ik voor VIET gekozen. Het nieuwe bestuur is weer terug naar de oude formatie van drie bestuursleden en de functie van Mr. X is weer geïncorporeerd met de standaard functies. Maar ook ons bestuur is uniek in een aantal opzichten. Wij – Matthias Franken, Chantal van Vliet en ik - zijn een zeer jong bestuur met TWee TWeedejaars studenten en zelfs een eerstejaars. Ik hoop dan ook dat we daarmee kunnen voorkomen dat TWIST begint vast te roesten door nieuwe activiteiten te bedenken, maar zonder daarbij de mooie tradities van TWIST verloren te laten gaan (senaat: waarschuwe ons!). De kas wordt dit jaar beheerd door een Vlaming en het is voor het eerst in de geschiedenis van TWIST dat er een mannelijke voorzitter is. Nu we dan eindelijk goed op dreef komen, liggen er voor het komend half jaar al weer volop plannen klaar. Zo gaan we de culturele avond, het TWeekend en de conferentie ook dit jaar weer organiseren. Daarnaast zijn we bezig met nieuwe dingen zoals een bowlingavond. Ik wil jullie allemaal dan ook van harte uitnodigen om langs te komen op een van de borrels of andere activiteiten. Jurgen van den Heuvel
De secretaris Ik ben Chantal van Vliet en zal de taak van secretaris voor dit jaar op me nemen. Gelukkig ging het bij de verdeling van de taken helemaal perfect en kreeg iedereen de taak die hij of zij wilde. Eigenlijk bleef de taak van secretaris voor mij over, omdat ik niet zoveel af weet van financiele dingen(misschien is dit licht uitgedrukt) en dus viel de taak van het
5 penningmeesterschap voor mij al af. Voorzitter zijn leek me ook niet echt iets voor mij en gelukkig wilde Jurgen dan ook die taak op zich nemen. Daarom bleef de taak van secretaris dus over, en het leek me leuk me hier op te storten en zo meer met de vereniging te maken te krijgen. Het organiseren van activiteiten vind ik vooral erg leuk, en binnekort staan er ook weer superleuke dingen op het programma(zie agenda op de achterzijde van deze TWister)! Ik ben ook nog lid van de studententennisvereniging Qravel hier in Leiden. Dit is een erg leuke vereniging waar ik vrij actief bij ben. Ik zit daar in de activiteitencommissie waar we leuke activiteiten voor de leden organiseren. Verder doe ik nog aan paardrijden bij een manege vlakbij Leidschendam. Ik woon niet hier in Leiden, maar in Leidschendam, en dat zal denk ik ook wel zo blijven. Hoewel Leiden een erg leuke stad is, is het voor mij nog goed te doen om heen en weer te reizen. Ik zit nu in mijn TWeede jaar van Taalwetenschap en dat gaat allemaal z’n gangetje. Volgend jaar ben ik van plan een semester in het buitenland te gaan studeren. Heel veel meer weet ik eigenlijk niet te vertellen, alleen dat ik hoop dat het een mooi jaar wordt met veel leuke activiteiten! Liefs, Chantal van Vliet
De penningmeester Jurgen had het er al over, er zit een Vlaming aan de centen. En dat is dan nota bene nog een eerstejaars! Ik ben dus Matthias Franken, ik kom uit Kontich (iets ten zuiden van AnTWerpen) en ik ben eerstejaars Taalwetenschap. Vorig jaar heb ik een jaar Taal- & Letterkunde (Duits en Frans) in Leuven gestudeerd. Daar kwam ik erachter dat taalwetenschap eigenlijk meer iets voor mij is. Al bij al is dit dus niet mijn eerste jaar in het hoger onderwijs. Naast die taalwetenschap zal ik hier en daar nog wel een extra vakje meepikken, zo bijvoorbeeld Duitse taalvaardigheid. Als taalwetenschapper in spe is het ook geweldig interessant om aan den lijve geconfronteerd te worden met verschillen tussen de Vlaamse en de Nederlandse taal & cultuur. Ik zal dit jaar de financiële zaken bij TWIST regelen, ook zonder die befaamde Hollandse handelsgeest zal ik mijn uiterste best daarvoor doen. In mijn vrije tijd houd ik me vooral bezig met muziek, ik speel cello en ben nog lid van een orkest
6 in het AnTWerpse. Muziek schrijven doe ik ook graag, al ligt dat de laatste tijd wat stil. Verder valt het niet te ontkennen dat ik een taalfreak ben, en natuurlijk zie ik graag film, speel ik graag spelletjes, ga ik graag op reis, e.d. … Op vlak van sport doe ik bitter weinig, al zeil ik occasioneel wel eens in de zomer. Tenslotte hoop ik dat ik als nieuwkomer een positieve invloed kan uitoefenen op TWIST, en vice versa. Het academiejaar is al even bezig, maar er ligt nog heel wat in ’t verschiet: Iedereen is dus ook van mijnenTWege van harte uitgenodigd op toekomstige TWIST-activiteiten; ik hoop velen van jullie daar te mogen leren kennen. Matthias Franken
Filmavond & Sinterklaasactiviteit Filmavond Op donderdag 20 november 2008 organiseerde TWIST een heuse filmavond. Om de eerstejaars wat beter te leren kennen, en als tegenprestatie voor het wegvallen van het Eerstejaarsweekend, begonnen we de avond met het spelletje ‘wie ben ik?’. De sfeer zat er onmiddellijk goed in: achter je identiteit als tomaat of puntenslijper komen, kan alleen maar bron van een heleboel hilariteit zijn. Daarna keken we met een hapje en een drankje naar de film ‘Night at the museum’. Een film die grappig, maar onverwacht ook studierelevant bleek te zijn. Na zo’n avond verlieten we vanzelfsprekend allen goedgemutst het lipsius: de afwezigen hadden ongelijk. Matthias Franken
Sinterklaasviering zonder Appel Lieve TWistelingen, het is weer Sinterklaas met mooie, fijne dingen, cadeaus en speculaas. Taaitaai, pepernoten en Coole Piet, ’t is alleen Appel die je weer nergens ziet. Misschien speelt hij wel samen, met meneer Jurgen die heeft al zoveel pakjes, dat hij hem wel kan wurgen. Maar sneaky is ’t Sintenspel want op welk valreepje gaat die bel? Een mooi sinterklaasgedicht, speciaal voor de afwezige Appel. Dit is het product van een gezellige sinterklaasviering met TWIST. Het begon allemaal “Dat is een zieke grap van het Grieks.” Guus Kroonen over de altijd voorkomende spiritus asper op ypsilon in het begin van een woord “Het kan me niet zoveel schelen.” Guus Kronen over een Indo-europese *a in zijn reconstructie.
7 op de woensdag voor het heerlijk avondje zelf. Daar verzamelden verschillende TWistelingen zich rondom een tafel vol cadeautjes. Doel: proberen aan het eind van de avond naar huis te gaan met zoveel mogelijk pakjes in je tas. De spelregels: deze waren onleesbaar. Slechts af en toe gehinderd door het schrijven van een deel van bovenstaand gedicht of het zingen van een sinterklaasliedje of pogingen om te kruidnootfluiten, probeerde iedereen op sluwe wijze zijn of haar pakjes te verstoppen en te bewaken om dan genadeloos toe te slaan en het pakje van een ander te stelen. Alleen Appel ontbrak nog. Zo nu en dan leek hij zich verstopt te hebben in een van de cadeautjes, maar dan was het een andere appel. Uiteindelijk bleek Appel helemaal niet gekomen te zijn. Gelukkig heeft dat geen afbreuk gedaan aan de sfeer van de avond. P.S. Iedereen is heelhuids naar huis vertrokken. Jurgen van den Heuvel
Interview met een eerstejaars door Chantal van Vliet Stel jezelf even kort voor. Ik ben Nina Ouddeken, 18 jaar en mijn hobby’s zijn: kletsen, lezen, bellen, een beetje de standaard dingen eigenlijk. Verder doe ik fitness en paardrijden en woon ik in Santpoort. Waarom heb je voor de opleiding Taalwetenschap gekozen? Ik kwam er toevallig mee in contact op de VU van Amsterdam. Toen ben ik er verder naar gaan kijken en heb ik een dagje mee gelopen hier in Leiden. En waarom heb je juist voor Leiden gekozen? Het is niet zo ver weg van waar ik woon. De VU vond ik niks omdat je er daar ook een taal bij moest kiezen. Bij de UVA vond ik de mensen niet zo leuk. Wat vind je van de opleiding tot nu toe? Ik vind de opleiding erg leuk. Het is wat ik ervan verwacht had, heel fijn! Welke vakken vind je het leukste en welke niet zo? Ik vind Experimentele fonetiek, Psycholinguïstiek erg leuk. Eigenlijk vind ik alles wel leuk, alleen syntaxis vond ik een beetje moeilijk en logica niet zo heel leuk. Woon je op kamers? Nee, het reizen is nu nog goed te doen. Het zou wel handig zijn af en toe. Ben je lid bij een vereniging? Ja, bij Catena. Het is een erg gezellige vereniging, maar ik ben er nu niet heel actief bij, maar dat komt wel weer. Wat vind je van T.W.I.S.T.? Gezellig! Maar ik vind het jammer dat er weinig mensen op de activiteiten komen. Welke docent vind je het leukste?
8 Van Heuven verteld altijd heel enthousiast en leuk. Verder is Kossmann altijd wel grappig. Weet je al welke kant je op wilt met de opleiding? Nee, nog niet echt. Daar heb ik nog iets te weinig vakken voor gevolgd. Wat betekent T.W.I.S.T.? Ja, dat weet ik niet! Mirjam wist het ook niet meer. Ik dacht: “Taalwetenschap is super tof!” Hoe vind je de tentamens tot nu toe en heb je ze gehaald? Ze zijn wel goed te doen. Ik heb alles gehaald tot nu toe en ben niet bang voor de volgende tentamens! Is er nog iets dat je aan ons kwijt wilt? Ik kan op dit moment niks bedenken.
Muizen verdacht van brand ingezonden door Aliza Plas 'Muizen verdacht van brand bij katten' De brandweer van het Canadese Oshawa verdenkt muizen ervan veranTWoordelijk te zijn voor een grote brand waarbij bijna honderd katten omkwamen. De brand woensdag in een dierenopvang ten oosten van Toronto heeft veel Canadezen geschokt. De krant Toronto Star meldde dit weekeinde dat het onderzoek naar de enorme brand wijst op knagende muizen. Die hebben mogelijk elektrische bedrading doorgebeten en daarmee de brand ontketend. Het complex is volledig verwoest. De schade bedraagt bijna 150.000 euro. Dierenliefhebbers uit de regio hebben giften toegezegd om het pand te herbouwen.
“I’m not going to sacrifice myself for four students.” Marion Klamer heeft zeker nooit Indo-europees gestudeerd. “You get the impression that the future is actually going to happen.” Helen de Hoop over Omotic utterance types.
9
’t schoon Vlaams door Matthias Franken Vlaanderen is, geografisch gezien, een vrij klein gebied. Toch beschikt het over een rijke dialectische variatie. Op het eerste gezicht hebben de dialecten uit Belgisch Limburg en het West-Vlaams weinig gemeen; bovendien is onderlinge verstaanbaarheid niet altijd gegarandeerd. Wat taalkundig met de term Vlaams aangeduid wordt, is niet altijd duidelijk. De term kan verwijzen naar de dialecten op het grondgebied van het Vlaamse gewest. Zoals reeds aangegeven is de taalkundige variatie hier echter groot. De term is in deze zin taalkundig Vlaanderen en haar provincies: v.l.n.r. West-Vlaanderen, weinig relevant. Daarnaast kan Oost-Vlaanderen, AnTWerpen, Vlaams-Brabant (ten zuiden van AnTWerpen), en Limburg. verwezen worden naar de dialecten van het voormalig graafschap Vlaanderen: hieronder vallen de regio’s Frans-Vlaanderen, OostVlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen. Tegenwoordig verstaat men onder het Vlaams echter het vaakst een ZuidNederlandse – of Belgische – variant van het Nederlands. Toch is het wegens de grote linguïstische variatie in Vlaanderen moeilijk te vatten wat men onder ‘het Vlaams’ verstaat. Is er eigenlijk wel zoiets als ‘het Vlaams’? Oorspronkelijk werd wat in Vlaanderen gesproken wordt als dialectisch gezien. De norm werd gedicteerd vanuit de noordelijke Nederlandssprekende gebieden. De laatste jaren ziet men in Vlaanderen echter een groeiend zelfbewustzijn, dat samen gaat met het ontstaan van een Vlaamse – Belgisch Nederlandse – standaardtaal. Zo wordt op de VRT (de Vlaamse openbare omroep) duidelijk een andere variant van het Nederlands gesproken dan op de Nederlandse televisie. Dit groeiend zelfbewustzijn, alsmede het injecteren van een Vlaamse (dialectische?) uitspraak in een Belgische standaardtaal heeft in Vlaanderen echter een merkwaardig gevolg gehad. Dit leidde namelijk tot het ontstaan van een Vlaamse tussentaal (ook wel Verkavelingsvlaams, of Schoon Vlaams genoemd). De grens tussen dialect en standaard vervaagde, en het merendeel van de – voornamelijk jongere – Vlaamse bevolking spreekt tegenwoordig een tussentaal, waarin enerzijds typisch Vlaamse kenmerken in terug zijn te vinden, die dan toch een zekere taalkundige eenheid in
“Where go goes, goes can’t go.” Azeb Amha over morphological restrictions. “Oh I’m such a brilliant teacher! I give the students the feeling they are saying something right, while they are actually completely wrong.” Marc van Oostendorp
10 Vlaanderen scheppen, en anderzijds de rijke regionale variatie binnen Vlaanderen toch behouden is. Zo kan, ondanks een zekere eenheid in het Verkavelingsvlaams, toch nog onderscheiden worden of een spreker al dan niet uit Kortrijk, Gent, AnTWerpen of Tongeren (enz.) komt. Naast de welbekende fonetische afwijkingen van het Standaardnederlands vinden we in het Schoon Vlaams ook veel afwijkingen in de morfologie. Hier zet ik er een aantal op een rijtje. Bekend is natuurlijk het Vlaamse gebruik van de persoonlijke voornaamwoorden ‘ge’ en ‘gij’, in plaats van het Noord-Nederlandse ‘je’ en ‘jij’. Bij die Vlaamse voornaamwoorden hoort ook een eigen werkwoordsvervoeging: bv: gij zijt (je bent), gij waart (je was) Verder is er de typische tussentaalvorm ‘gij bent’, die zich tussen het dialectische ‘gij zijt’ en de standaardvorm ‘jij bent’ situeert. Daarnaast wordt de TWeede persoon ook vaak verbasterd tot een sjwa aan het eind van een werkwoord, hetgeen vaak tot stapelvormen leidt: bv: Zijde thuis? (Ben je thuis?) (stapelvorm) Zijde gij thuis? Typisch is ook de verdubbeling in de eerste persoon enkelvoud, voornamelijk in de Brabantse (AnTWerpen, Mechelen, Leuven) varianten. bv: da kan ekik nie verstaan (dat kan ik niet verstaan) In tegenstelling tot het Standaardnederlands maakt de Brabantse tussentaal nog steeds een duidelijk onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke woorden. Dit komt voornamelijk tot uiting in de verbuiging van het lidwoord en van enkele voornaamwoorden. ‘ne man’, ‘nen otto’, ‘nen `ollander’ en ‘nem bal’ (een man, een auto, een Hollander, een bal) zijn mannelijk. Vrouwelijke en onzijdige woorden hebben ook hun eigen vorm: ‘een vrouw’, ‘e kind’, maar het onderscheid tussen vrouwelijk en onzijdig is vaak minder duidelijk dan dat met mannelijke woorden. Niet alleen in het onbepaalde lidwoord is dat geslachtsonderscheid duidelijk: ‘dieën otto’ (m.), ‘die vrouw’ (v.), ‘da meiske’ (o.). Voornamelijk in Brabant, dat een vrij grote invloed op de standaardtaal in heel Vlaanderen uitoefent, vinden we ook de karakteristieke verkleinwoorden op –ke. Al wil dat niet zeggen dat verkleinwoorden op –je zoals in de Nederlandse Standaardtaal helemaal niet voorkomen. bv: een boekske, een gazetteke In West-Vlaanderen, met name in de regio Oostende, vindt men vormen als ‘een boeksje’. Het eerder aan bod gekomen groeiende zelfbewustzijn in Vlaanderen zorgt er ook voor dat er op de Vlaamse televisie steeds minder Standaardnederlands gesproken wordt. In soaps, waar vroeger dialectische sporen vermeden werden, hoort men vooral Brabantse varianten van de tussentaal. Vandaar ook de vaakgebruikte term ‘soapvlaams’. Als geografisch midden van Vlaanderen oefenen de Brabantse steden AnTWerpen, Mechelen en Leuven een grote invloed op de randgebieden (West-Vlaanderen, Limburg).
11
Waar je nog wat in verband met het Vlaams kan vinden: zie http://nl.youtube.com/watch?v=rkJWowHgATA&feature=related voor een voorbeeld van het ‘soapvlaams’. zie http://www.garagetv.be/videogalerij/sublimo/alles_kan_beter_subliem_met_volkstaal.aspx uit het Vlaamse programma ‘Alles kan beter’ over volks taalgebruik in de media.
Delilah Delilah geeft blijk van haar kunstmatige intelligentie. Dit keer heeft zij voor ons een gedicht geschreven over Nieuwjaar en volgens haar was nieuwjaarsnacht dit keer misschien wel te rustig en onschuldig. Nieuwjaar Dit jaar speelde Nieuwjaar gilde Nieuwjaar werd voor verwerkt beheer veranTWoord Dat wordt jaartjes geleerd Opereert Nieuwjaar tijdige onTWikkelingen? Die referendumpjes wassen niet elk geholpen Nieuwjaar Niet ieder biddend Nieuwjaar functioneerde Tref Nieuwjaar! Benut Nieuwjaar! Was vervuld Nieuwjaar gekomen? Ben je Nieuwjaar vergeten? Sloeg Nieuwjaar je? Alle vuurwerkrampen verdwijnen Elk vuurwerkrampje drentelde. Geen vuurwerkrampje verbetert. Vuurwerkrampen lopen af. Wenste deze vuurwerkramp dat blijkt dat vuurwerkrampjes Amerikaans concurreerden? Vijftig vuurwerkrampjes zijn vergeten te begrijpen dat veel inflatie verschilt. Vuurwerkrampjes kunnen niet elk bureau verstevigen. Je vuurwerkramp durfde over vier amputaties te horen. Luisterden vuurwerkrampjes ernaar? Beloofden vuurwerkrampjes drie koffertjes dat ik niet elke vraag of elke mogelijkheid geniet vragen waarom blijkt dat genietende kinderopvang vuurwerkrampen tot verblijf door koffieapparaatjes heb laten laten vinden? Deze vuurwerkramp kwam thuis. Vijftig vuurwerkrampen melden dat blijkt dat alle vuurwerkrampen speelden. De vuurwerkrampen ontkenden te spelen.
12 Beseften vuurwerkrampjes dat u slaapt? Negenennegentig vuurwerkrampen bleken geleid. Niet iedere vuurwerkramp had proberen te zeuren. Vuurwerkrampjes moesten krachtig bidden. Vertrouw vuurwerkrampen! Lever drie vuurwerkrampen!
Filosofie Voor wie altijd dacht dat filosofie waanzinnig ingewikkeld en onbegrijpelijk is, proberen we in deze nieuwe rubriek de basisprincipes van de taalfilosofie en de logica uit te leggen op een begrijpelijke manier aan de hand van het boek van Cathcart & Klein. De eerste keer bespreken we de gewone taalfilosofie van Wittgenstein. When former president Wiliam Jefferson Clinton responded to a query, “It depends on what your definition of ‘is’ is,” he was doing language philosophy. He may also have been doing other things. Ludwig Wittgenstein zei dat de klassieke filosofische vragen alleen lastig zijn omdat ze verwarrend zijn opgesteld en in verwarrende taal. Een filosoof moet proberen deze vragen te onTWarren en ze herformuleren om zo de juiste vraag te stellen. A young married couple moves into a new apartment and decides to repaper the dining room. They call on a neighbour who has a dining room the same size and ask, “How many rolls of wallpaper did you buy when you papered your dining room?” “Seven,” he says. So the couple buys seven rolls of expensive paper, and they start papering. When they get to the end of the fourth roll, the dining room is finished. Annoyed, they go back to the neighbour and say, “We followed your advice, but we ended up with three extra rolls!” “So,” he says, “that happened to you too.” John Austin gaf aan dat er een verschil is tussen “ik beloof” en “ik schilder”. De laatste is iets anders dan daadwerkelijk schilderen, maar bij beloven is het zeggen ook het doen. Taal krijgt betekenis door de context.
“One of the joys of teaching is to see all these puzzled faces, knowing that at the end of the class they will all be smiling.” Marc van Oostendorp sleept zich wel door het college heen. “Do you go … and just hope there is another class? Well, that’s what I do.” Marc van Oostendorp kijkt niet op het rooster.
13 De problemen ontstaan als de context een andere context lijkt. Goldfinger is taking an ocean cruise. The first night he is seated for dinner with M. Fallux, a Frenchman, who raises his glass to Goldfinger and says, “Bon appétit!” Goldfinger raises his glass and replies, “Goldfinger!” This goes on, meal after meal, for almost the entire voyage, but finally the ship’s purser can’t stand it any longer and explains to Goldfinger that ‘Bon appétit’ is French for ‘Enjoy your meal.’ Goldfinger is embarrassed and can’t wait until the next meal to redeem himself. Then, before Fallaux can say anything, Goldfinger raises his glass and says, “Bon appétit!” And Fallaux responds, “Goldfinger!” De gewone taalfilosofie is vaak bekritiseerd als slechts woordspelingen, maar Wittgenstein hield vol dat verwarring van de taalkundige context tot fatale fouten kan leiden. The rector of a perish in the Church of Engeland is visited by one of his parishioners, who says, “Reverend, recently I heard an amusing limerick, that you might like, but I must warn you, it’s a bit off-colour.” “Oh, quite all right,” says the rector. “I don’t mind a bit of ribaldry now and then.” “Okay, here it goes: There once was a young man named Skinner, who had a young lady to dinner. They sat down to dine at a quarter to nine, and by 9.45, it was in her. “What was in her?” asks the rector. “The dinner?” “No, reverend, it was Skinner. Skinner was in her.” “Oh, good grief, yes. Quite! Very amusing.” A few weeks later, the rector visited by his bishop, and he says, “Bishop, one of my parishioners told me an amusing limerick that I would like very much to tell you, if you don’t mind its being a bit lewd.” “Please do,” says the bishop. “It goes like this,” says the rector: There once was a young man named Tupper who had a young lady to supper. First they had tea at a quarter to three, and by 3.45, it was up her. “Up her?” says the bishop. “What was up her? The Supper?” “No, no, bishop. Actually, it was a complete stranger named Skinner.” Uit: Cathcart, T. & Klein, D. Plato and a platypus walk into a bar …
“This is linguistic theory; we can always do everything someway!” Marc van Oostendorp
14 (advertentie)
Salon der Verzen Na het succes van het eerste Feest der Poëzie presenteert Stichting Feest der Poëzie een nieuw evenement: de Salon der Verzen. Op 4 en 5 februari vinden exclusieve, intieme avonden plaats in de geheel gerestaureerde grote salon van Huize Frankendael, het prachtige landhuis aan de Middenweg te Amsterdam. Voorafgaand aan de Salon der Verzen zal een aantal gesprekken tussen de optredende artiesten plaatsvinden in de Torenkamer van de Waag op de Nieuwmarkt te Amsterdam onder de noemer Torengesprekken. Opnamen hiervan zullen op de website verschijnen, zodat u alvast kennis kunt maken met de artiesten en hun ideeën. Voor de doorgewinterde poëzieliefhebber die eens iets anders wil dan voor de haard zitten met dunne boekjes in slappe kaftjes, voor iedereen die nog nooit van poëzie heeft kunnen genieten en daar een einde aan wil maken, voor iedereen die kennis wil maken met het nieuw leven ingeblazen genre van de voordrachtskunst. Samenvattend: Datum, tijd: 4 en 5 februari 2009, Zaal open: 19:45, aanvang: 20:15 uur Entree: 18,- euro/16,- euro (studenten) (incl. champagne in de pauze) Locatie: Huize Frankendael, Middenweg 72, Amsterdam Reserveren: www.feestderpoezie.nl of Kassa Stichting Feest der Poëzie: 0619790465 Zie de website voor meer informatie: http://www.feestderpoezie.nl De Salon der Verzen wordt mede mogelijk gemaakt door
15
Onderzoek in het buitenland door Alain Corbeau Saskia van Putten (23) zit in het laatste jaar van de MPhil Linguistics en heeft een bachelor in Talen en Culturen van Afrika gedaan. Het afgelopen semester heeft ze samen met een jaargenote vijf maanden doorgebracht in Ghana. Eerst heeft ze een workshop en een congres bezocht, om daarna vier maanden lang veldwerk te doen in een dorpje. Vervolgens hebben de TWee drie weken gereisd. Saskia vertelt hoe zij het veldwerk in Ghana ervaren heeft. Waar ben je geweest? Ik ben in het oosten van Ghana geweest, samen met Rebecca, ook van de MPhil. Daar hebben we onderzoek gedaan naar een taal die wordt gesproken in zeven dorpjes. De taal heet Avatime. Waarom zo’n kleine taal en waarom deze taal? We hebben deze taal gekozen omdat er nog weinig onderzoek naar was gedaan, maar wel wat. We hoefden dus niet van helemaal niets te beginnen. Deze taal was ons aangeraden door Felix Ameka. Hij komt zelf ook uit die streek. De grote taal die daar gesproken wordt is Ewe – dat is ook zijn taal – maar hij heeft een project georganiseerd met TWee AIO’s om wat kleine taaltjes daar te bestuderen. De talen zijn wat minder nauw verwant met het Ewe. Het zijn allemaal Kwa-talen, maar de taal die wij hebben onderzocht, hoort bij de Ghana-Togo Mountain Languages. Het gebied waar wij zaten was niet heel bergachtig; meer heuvels. Met welk doel ging je? We hebben allebei ons eigen scriptieonderwerp. Allebei over syntaxis en semantiek. Rebecca onderzocht het tense-aspect-systeem. Ik heb onderzocht hoe beweging wordt uitgedrukt. Eerst moesten we natuurlijk de taal een beetje onder de knie krijgen en een grammaticaschets maken. Kijken of het wel klopt wat die eerdere bronnen zeggen. Behalve scriptieonderzoek hadden we ook als doel de taal te documenteren. We hebben namelijk geld gekregen van een fonds uit Engeland dat taaldocumentatieprojecten steunt, het ELDP: Endangered Languages Documentation Programme. Van wanneer dateren de eerdere bronnen? De eerste grammatica is van 1909, door een Duitse missionaris. De taal kan flink veranderd zijn sindsdien, bovendien was hij een missionaris, geen taalkundige. In 1971 is iemand gepromoveerd op de taal. Hij heeft het toonsysteem beschreven en de syntaxis. Daarna zijn er in de jaren ’90 nog TWee artikelen geschreven over de fonologie – in de jaren ’90 – en TWee over het naamwoordklassensysteem. In het dorp waar wij zaten, zit ook een groep van de Ghanese bijbelvertaalorganisatie. Die zit daar nu zo’n TWee, drie jaar. Ze moeten eerst nog een schriftsysteem onTWikkelen – want de taal wordt niet geschreven – dan zorgen dat de mensen het ook kunnen daadwerkelijk lezen en dan kunnen ze de Bijbel vertalen, dus die zitten er nog wel een jaar of tien. Dat
16 is een Ghanese man en een Russische man die daar met zijn gezin woont. Men is dus wel gewend aan witte mensen die taalonderzoek doen. Heb je kunnen doen wat je wilde doen? We hebben het geld voor ons onderzoek gekregen van het ELDP. De aanvraag hebben we in december 2007 gedaan. Het Avatime is niet echt een heel bedreigde taal, maar wel een kleine. Ach, bij zo’n aanvraag moet je een beetje overdrijven hoe bedreigd hij is. Ik weet niet hoeveel sprekers de taal heeft, dat is moeilijk in te schatten. Ethnologue zegt 24.000. Er zijn geen TWeede taalsprekers. Het wordt alleen thuis gesproken en een beetje op de markt. Maar als je buiten die zeven dorpjes komt, spreekt iedereen Ewe. Dat is de taal die iedereen als TWeede taal spreekt. Een boel mensen daar kan Engels, dus we hebben gewoon Engels met ze kunnen spreken. Mijn Ewe was namelijk slechter dan v.l.n.r.: Rebecca, Saskia hun Engels. Ik heb ook niet echt mijn best gedaan om het op te halen, want we wilden gewoon het Avatime leren spreken. Dat is uiteindelijk wel op het niveau van mijn Ewe gekomen. Ik kon mensen begroeten en boodschappen doen. Wij schreven onze transcripties half fonetisch en half volgens de spelling van de bijbelvertalers. Het Avatime heeft bijna dezelfde fonemen als het Ewe, dus je kunt grotendeels de Ewe-ortografie aanhouden. Dan is het ook wat makkelijker voor de mensen daar om te schrijven. Al moet ik zeggen dat dat ook nog tegenviel. De mensen leren op school eerst Ewe schrijven, maar algauw gaan ze over op Engels. We hebben gewerkt met een jongen van de middelbare school en we dachten, “Als we hem een paar lesjes geven, dan kan hij wel schrijven in zijn eigen taal, dan kunnen we hem opnames laten uitschrijven,” maar dat viel niet mee. Het Ewe zat er helemaal niet in en als je in het Engels hebt leren schrijven, is het allemaal niet zo makkelijk! A, E en I haalde hij volledig door elkaar. Op school wordt ook in het Engels lesgegeven. Hoe was het verblijf daar? We hadden best wel mazzel met ons huis. We woonden in het huis van een man die naar Amerika is verhuisd, maar in het dorp een enorm huis heeft laten bouwen voor als hij met pensioen gaat. Het is een beetje bizar. Het is een huis met TWee verdiepingen, terwijl in de rest van het dorp allemaal kleine huisjes staan. Er wonen wel TWee mensen in het huis, maar we hadden allebei een eigen slaapkamer en zowel boven als beneden een grote woonkamer. Die beneden deelden we met de TWee anderen. Maar zij zaten meestal buiten, want dat doet iedereen daar, dus eigenlijk hadden we het hele huis voor onszelf. We hadden stromend water en elektriciteit. We
17 hadden ook een keuken. Het huis was leeg, dus we hebben zelf een gasfornuisje gekocht. Zo konden we zelf koken. Het blijft moeilijk om je aan een andere cultuur aan te passen. Je krijgt een beetje de neiging je op te sluiten – want ja, we hebben ook gewoon heel hard gewerkt – maar we zijn wel naar festiviteiten geweest die er plaatsvonden. We hebben meegedanst en zijn een paar keer naar de kerk geweest. We hebben wel ons best gedaan te integreren; dat vonden de mensen wel heel leuk. Net als dat we ze op straat begroetten in het Avatime en een gesprekje probeerden te voeren. We werden wel de hele tijd uitgelachen, maar ja, dat krijg je, haha. Ze konden het wel waarderen. Moest je erg wennen aan het weer? Het weer was echt perfect! Heel fijn. Het is tropisch. Toen we aankwamen was het nog regentijd, daarna werd het wat droger. De temperatuur was tussen de 25 en de 30 graden. Het is in de heuvels, dus niet al te heet. Als je uit de bergen weggaat is het wat heter en benauwder, maar daar was het perfect. Er zijn ook bijna geen muggen. Hoe reisde je daar? Eens in de TWee weken gingen we naar de stad – een uurtje reizen – om inkopen te doen. Er gingen gewoon bussen heen, het was heel makkelijk. Tussen de verschillende dorpen liepen we meestal. Een half uurtje naar het ene buurdorp en een uurtje naar het andere. Dan verklaarden de mensen ons voor gek. Witte mensen zijn immers rijk, die kunnen wel een taxi of een bus betalen. Ja, naar het ene dorp ging wel een busje, maar om daar nou op te wachten. Dan gingen we liever lopen, maar de mensen drongen soms zó aan dat we uiteindelijk wel moesten, haha. Hoe verliep het werk? We hadden wat contacten via Felix. Een vriend van hem had een kennis. Die heeft ons in het dorp geïntroduceerd. Als je in zo’n dorp komt, moet je natuurlijk wel zorgen dat de belangrijke mensen weten dat je komt en wat je komt doen. De eerste dag zijn we voorgesteld aan de raad van ouden. Toen kregen we ook een coördinator toebedeeld, die was aangewezen om ons te helpen. We hebben tegen hem gezegd dat we mensen zochten om mee te werken; die heeft hij voor ons gevonden. Van het fonds in Engeland hadden we 10.000 euro gekregen voor het documenteren van de taal. Dat gebruikten we voor een deel voor het betalen van mensen om mee te werken. We begonnen door met z’n TWeeën één persoon te ondervragen, omdat we in het begin toch allebei dezelfde dingen wilden weten. We bereidden het dan samen voor, schreven allebei wat op en vergeleken dat na afloop. Dat hebben we een paar weken gedaan, en toen – om meer gedaan te krijgen – zijn we het gaan opsplitsen. Eerst met die ene persoon, later met nog TWee anderen die we via onze coördinator hadden gevonden. We hebben ook veel gewerkt met kinderen van de middelbare school. Er zijn TWee scholen in
18 het dorp: een Junior High School en een Senior High School. Op Junior School vroegen we aan de docenten of we wat kinderen mochten lenen om een half uurtje wat experimentjes te doen. Ze moesten dan een verhaaltje vertellen, met elkaar praten of een filmpje bekijken en in het Avatime vertellen wat ze zagen. Op de Senior School vroegen we of er mensen waren die interesse hadden om met ons te werken. Daar hebben we een jongen aan overgehouden met wie we veel hebben gewerkt. We begonnen met woordjes en zinnetjes vragen, dingen aanwijzen en vragen hoe je dat noemt. Net als bij een veldwerkcollege. Op de Junior School was het vaak wel moeilijk om de kinderen de experimenten uit te leggen, want hun Engels was nog niet zo goed. Bij de allereerste proefpersoon vroegen we ook naar werkwoordsvervoeging. Hij vond het helemaal geweldig om rijtjes te geven, dus daar hebben we dankbaar gebruik van gemaakt! Wat vonden de proefpersonen er in het algemeen van om mee te werken? Dat is moeilijk in te schatten. Soms leuk en soms niet. Het is soms ook moeilijk te begrijpen wat we doen. Bijvoorbeeld dat we precies wilden opschrijven wat iemand zei. Ze wilden er altijd een mooie zin van maken. Als dan iemand de fout inging en zich versprak, zeiden ze: “Nee, dat moet je niet opschrijven! Dat is geen goed Avatime.” Dus in een enkel gesproken taal heb je ook prescriptivisme? Jazeker! Vooral bij die ene jongen van de middelbare school. Hij bleef soms ergens steken en weigerde het te herhalen. Tja, als je normaal praat maak je altijd kleine foutjes of maak je zinnen niet af, maar dat wilde er niet in bij sommige mensen. Wat soms wel hielp was vragen of ze eerst wilden herhalen wat er letterlijk werd gezegd voordat ze hun eigen verbeterde versie gaven. Wat ze er echt van vonden is moeilijk in te schatten. Maar we betaalden ze er ook voor, dus we hoeven ons niet schuldig te voelen dat we ze enorm saaie dingen hebben laten doen. Ach, soms werden we er zelf ook moe van hoor. Voor hen is het nog vermoeiender. Je zult maar de hele tijd moeten nadenken hoe je dit en dat nou ook zegt. Het was erg fijn dat die ene man graag rijtjes wilde opzeggen. Had hij dat dan als rijtjes in zijn hoofd? Nee, dat niet. Hij had geen vaste volgordes bijvoorbeeld. Maar op een gegeven moment krijg je ook wel door hoe je eigen taal in elkaar zit op die manier. Wat ga je nu met de gegevens doen? In je scriptie verwerken? Ja. Mijn scriptie gaat erover hoe beweging wordt uitgedrukt in deze taal. Ik moet het misschien nog iets specifieker maken. Het fonds waar we geld van hebben gekregen wil dat je de taal documenteert, dus dat houdt in dat je veel verschillende situaties – verhaaltjes, gesprekken, speeches – moet opnemen en uitschrijven. We hebben een heleboel data verzameld en uitgeschreven. We moeten al onze data naar het fonds opsturen, maar eerst moeten we het nog uiTWerken. We willen er ook een corpus van maken, zodat we erin kunnen zoeken. Dat gaat zeker nog veel tijd kosten. De laatste weken hebben we voornamelijk zitten uitschrijven. We hadden er ook TWee goeie mensen bij, waarmee het lekker opschoot. We hebben niet eens alles wat we hebben opgenomen uit kunnen schrijven. Dan moeten we ook nog van alles de metadata opschrijven; dat wil zeggen wat voor opname
19 het is, wanneer het is opgenomen, welke taal er gesproken wordt en zo. Het moet uiteindelijk naar Londen, naar het Endangered Languages Archive, het ELAR2, daar willen ze het in een archief stoppen. Dan moeten ze wel weten wat voor opnames het zijn. Het wordt dus nog best wat meer werk dan alleen een scriptie schrijven. Toen je terug moest, had je het wel gehad, of wou je eigenlijk blijven? Met het werk hadden we het echt helemaal gehad! In het begin vond ik het superleuk. Het was ook erg afwisselend. We zijn vier maanden in het dorp geweest, maar de eerste TWee weken hebben we niet echt gewerkt. We moesten eerst een huis zoeken en mensen om mee te werken. We hebben dus drieëneenhalve maand veldwerk gedaan. We probeerden het bij te houden met uittypen, zodat je niet alles hoeft te doen als je terug bent. Maar de hele tijd opnames uitschrijven wordt echt vermoeiend! Het was mooi geweest. Het was jammer dat we uit het dorp weg moesten. We waren voor ons gevoel net ingeburgerd. Niet dat ze ons niet accepteerden, maar het had wel even geduurd voor we ons er thuis voelden. We hopen er nog een keer terug te komen. Hoe was het om weer terug te komen? Gewoon, weer hetzelfde. Ik was al vaker in Afrika geweest; het is een beetje een cultuurschok als je terugkomt. Ik heb niet zo’n last van heimwee. Ik had het echt wel naar mijn zin daar. We waren met zijn TWeeën, dat scheelt ook. Wat ik het meest miste was het eten. Je kunt gewoon veel minder krijgen dan hier. Er waren TWee soorten groenten, maar daarvan wisten we eigenlijk niet goed wat je er allemaal van kunt koken. Het inheemse eten is nou ook niet enorm lekker. We maakten vaak pasta met tomatensaus – dat kon je daar wel krijgen – en uien en knoflook. Ze hadden wel brood, maar het is wat zoetig; en alleen wit brood. Men eet daar niet veel brood, het is echt luxe. Ze eten daar rijst en ze maken gestampte ballen van cassave of yam. Of ze maakten er met maismeel een pudding van. Dat doopten ze dan in een saus van olie, tomatenpuree en soms een beetje vlees of vis erin. Ze eten niet heel veel vlees, dat is ook een luxe. Over het algemeen heb ik het erg leuk gevonden.
2
Zie ook http://www.hrelp.org/archive
20
Puzzel door Jojanneke Weijermars
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Binnen Prolog kan met behulp van deze procedure naar alternatieve oplossingen worden gezocht. In de logica wordt een ‘normale’ zin hierin omgezet. Gehele of gedeeltelijke gelijkwording van TWee aangrenzende of naburige medeklinkers. Voiced close-mid back rounded vowel with egressive lung air. Voiced close back rounded vowel with egressive lung air. Als deze klank auditief wordt afgespeeld, synchroon met het beeld van het uitspreken van /ga/, zal de hoorder dit vervolgens waarnemen als /da/. Klank waarbij de luchtstroom geheel afgesloten wordt. De trots van Crit Cremers.
21 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Voiced velar plosive with egressive lung air. Formalisme dat gebruikt wordt om in Prolog grammatica´s voor natuurlijke en programmeertalen uit te drukken. (Afkorting) Elk van de verschillende vormen van een foneem. Vooropgezette stelling. (Afkorting) Methode om te testen welke stimuli door een baby worden geprefereerd, waarin gebruik wordt gemaakt van zijn zuigkracht. (Afkorting) Engelse afkorting voor predicaatlogica. ‘Cardinal 4’ volgens het systeem van Daniel Jones. Taalstoornis, vaak omschreven als ´puur´, omdat hij niet gerelateerd is of veroorzaakt wordt door andere onTWikkelingsstoornissen. Voiced alveolar lateral approximant with egressive lung air. Deze filosoof deed de legendarische uitspraak “God is dood.” Voiced close-mid front unrounded vowel with egressive lung air. Voiceless alveolar grooved fricative with egressive lung air. Logical form. Taalkundige theorie die voorschrijft dat de grammaticabeginselen die in alle talen ter wereld voorkomen, aangeboren moeten zijn bij mensen. (Afkorting) Voiceless alveolar grooved fricative with egressive lung air. Voiced close front unrounded vowel with egressive lung air. Duits-Amerikaans natuurkundige, uitvinder en toegepast wiskundige.
oplossing: zie pagina 23
“I think that’s one of the problems of phonetics: that they always have an explanation for… everything.” Marc van Oostendorp is niet voor niks fonologie gaan doen. “If you explain any of his papers to me, I’ll make sure you get an MPhil without having to do anything else.” volgens Marc van Oostendorp zijn de artikels van Burzio niet de eenvoudigste. “Eén kerk en vier kroegen, da’s de juiste verhouding.” Wim Tigges weet wel hoe een Iers dorpje ingericht moet zijn. “... and then we’ll do the consonants and that’s when the real fun starts.” Michiel de Vaan weet wel wat leuk is.
22
Sms-sofTWare redt bedreigde talen Amerikaanse taalkundigen roepen bedrijven op om sms-sofTWare te onTWikkelen die woorden voorspelt (T9) voor bedreigde talen. Wanneer sms’en in deze talen makkelijker is, zal het volgens hen ook vaker gebruikt worden. De talen zullen zo nieuw leven ingeblazen krijgen. De invoering van sofTWare voor het Welsh en het Gaelisch lijkt deze theorie te ondersteunen. Als je een sms’je tikt, heb je maar TWaalf toetsen tot je beschikking, terwijl het alfabet zesenTWintig letters heeft en je daarnaast ook nog een groot aantal leestekens gebruikt. Om toch snel en efficiënt te kunnen sms’en is je mobieltje voorzien van speciale sofTWare. Hij heeft een flinke lijst Nederlandse woorden en als je voor elke letter één toets indrukt, geeft hij suggesties voor welk woord je bedoelt. Deze sofTWare heet predictive text of T9, wat staat voor Text on 9 keys. Bevestiging van culturele identiteit Amerikaanse taalkundigen pleiten deze week in het Wall Street Journal voor de onTWikkeling van zulke predictive text-sofTWare voor de kleinere talen. Deze talen worden veelal met uitsterven bedreigd. Als het makkelijker wordt om in zo’n taal te sms’en, zal de taal vanzelf weer vaker gebruikt worden, zo is de redenatie van de taalkundigen. Momenteel is er T9sofTWare beschikbaar voor zo’n 80 van de bijna 7000 talen wereldwijd. Volgens Laura Welcher, directeur van het Rosette Project in San Francisco dat alle talen digitaal wil archiveren, zijn nog zeker 200 talen geschikt om zulke sofTWare voor te onTWikkelen. Zij hebben genoeg sprekers en zijn onderdeel van een cultuur die onTWikkeld genoeg is om mobiele telefoons te gebruiken. “Dergelijke sofTWare bevestigt de culturele identiteit, wat erg belangrijk is.”, aldus Welcher tegen het Wall Street Journal. Bedreigde talen worden nu nog vooral gesproken door ouderen en soms op speciale talenscholen die zijn opgericht in een poging de taal te redden. Als de taal ook praktisch te gebruiken is in het dagelijks leven, zullen meer jongeren er gebruik van maken en kan de taal van zijn ondergang gered worden. Klinkers met accenten Michael Cahill, taalkundige bij SIL International, een organisatie die zich inzet voor bedreigde talen, verklaart in het Wall Street Journal dat er al talen zijn die op deze manier lijken te overleven. In Engeland dreigde het Welsh en het Gaelisch aan het eind van de vorige eeuw uit te sterven. Overal werden toen reddingsplannen bedacht, zoals scholen die TWeetalig les gingen geven en TWeetalige verkeersborden. Foras na Geailge, een Ierse organisatie die zich inzet voor het Gaelisch, heeft in 2006 samen met Nuance, de grootste onTWikkelaar van T9-sofTWare, de sms-sofTWare onTWikkeld voor het Gaelisch. Sommige telefoons kan je sindsdien instellen op het Gaelisch.
23
In Noord-Schotland zijn alle verkeersborden TWeetalig: boven staat de wegwijzing in het Gaelisch, onder in het Engels. Volgens Breandan Mac Craith, werkzaam bij Foras na Geailge, maakt de sofTWare het sms’en in het Gaelisch een stuk makkelijker. “Er wordt meer ge-sms’t dan gebeld, maar de accenten die wij op sommige klinkers plaatsen waren altijd erg lastig te vinden.”, zo legt hij uit. “Daarom werd er ge-sms’t in het Engels”. Met de nieuwe sofTWare kunnen alle klinkers mét accenten met één toets gemaakt worden. “Het is extreem belangrijk dat taal niet iets is dat alleen nog in boeken voorkomt”, aldus Mac Craith. Alleen als een taal ook in het dagelijks leven gebruikt kan worden, zal deze beschermd kunnen worden tegen uitsterven. bron: http://www.kennislink.nl/web/show?id=274334
Oplossing van pag. 20
24
Achterwaartse agenda
13 oktober
Wissel-ALV
5 november
Borrel en uit eten
20 november
Spel-en filmavond
3 december
Sinterklaasviering
7 januari
Nieuwjaarsborrel en uit eten
Agenda 23 januari
Bowling
4 februari
Borrel en uit eten
4 maart
ALV/borrel
16 maart
Culturele avond
1 april
Borrel en uit eten
9 april
Dies
24 april
Conferentie