B&B Brand&Brandweer
9
september 2012
• Rapport opkomsttijden: vinger op zere plek • Brandweerdoctrine in de lift
jaargang 36
• Brand Vodafone: vuur in dakconstructie lastig te blussen
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Twee pelotons bestrijden brand gemeentehuis Waalre
PreCom
Next Generation Pagers
Met PreCom Pager kan eerder actie worden ondernomen, is de betrouwbaarheid van directe inzet van vrijwilligers beter gegarandeerd en wordt de efficiëntie van een alarmering verhoogd. PreCom Pager Next Generation is sneller en efficiënter én heeft meer functies dan de huidige generatie alarm ontvangers. Met een druk op de knop bevestigt de ontvanger na een alarm direct zijn beschikbaarheid. Het systeem waarschuwt bij onderbezetting. De verantwoordelijke kan dit meteen terugkoppelen naar de centralist om eventueel een tweede groep te alarmeren. Bovendien geeft PreCom Pager een helder overzicht wie wanneer beschikbaar is. Dankzij de ingebouwde kalender met aan- en afwezigheidsfunctie kan onderbezetting tijdig worden voorkomen.
• Realtime terugkoppelen van beschikbaarheid; • via agenda op pager beschikbaarheid opgeven; • door een druk op de knop ad-hoc beschikbaarheid afmelden; • beschikbaarheidsinformatie op pager via M2M berichtgeving.
Wilt u meer informatie of een demonstratie? Kijk op onze website www.p2000shop.nl of bel 013-21 34 104. We helpen u graag.
P2000 Alarmeringsystemen B.V. Willekensdreef 3, Postbus 15, 5087 TW Diessen 5563ZG Westerhoven Nederland Tel : +31 13 2134104
www.p2000shop.nl E-mail:
[email protected] Fax: +31 13 7113018
INHOUD
nummer 9 september 2012
Snel doorlinken vanuit de artikelen? www.hulpdienstenonline. nl/BB1209 of gebruik onderstaande QR-code.
Coverstory 10
28
Brandweercompagnie ingezet na aanslag op gemeentehuis
In de nacht van 17 op 18 juli wordt Waalre opgeschrikt door een aanslag op het gemeentehuis. Als de brandweer arriveert, woedt op twee plaatsen brand. Toch is de brand voor de brandweer één zoals ieder andere. Hoewel er wordt opgeschaald naar compagniebrand, kan de brandweer niet voorkomen dat een groot deel van het pand volledig wordt verwoest.
Brandweer Groningen pleit voor een landelijk protocol en adviseert meetstrategieën uit te werken voor gaslekkages. Zij kreeg namelijk twee keer in één week tijd te maken met gasexplosies die net goed afliepen. 30
18
20
Opkomsttijden: wat is te laat?
In een derde van de gevallen is de brandweer niet binnen de gestelde normtijd van acht minuten ter plaatse. Dat stelt de Inspectie Veiligheid en Justitie na onderzoek. Het evenwicht tussen preventieve en repressieve brandweerzorg is echter onderbelicht in het Besluit veiligheidregio’s. Dat vindt ook de inspectie. Een reactie van Elie van Strien, portefeuillehouder namens de NVBR en Jan Lonink uit naam van het Veiligheidsberaad.
32
Vakmanschap en wetenschap verbinden in brandweerdoctrine
Decennialang bestond er maar één brandweerdoctrine: de binneninzet. Daar komt langzamerhand verandering in. Er wordt onder andere geëxperimenteerd met een offensieve buiteninzet. Brandweer Hoorn ontwikkelde de zogenaamde brandroos. Volgens brandweercommandant van Flevoland, Gerrit Spruit, gaat de hele tactiek op z'n kop.
Brandweer druk met afvoer gewonden na treinbotsing
Wanneer twee treinen op 21 april frontaal op elkaar botsen, rukken de hulpdiensten massaal uit. De brandweer is druk met het afvoeren van gewonden. De juiste mensen op de juiste plaats is van groot belang.
Brand Vodafone: bewustwording bedrijven vergroten
De schade die de brand bij Vodafone op 4 april veroorzaakt is mede het gevolg van gemiste kansen tussen proactie en preventie. Dat concludeert de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond op basis van onderzoek naar de brand die vier dagen lang het mobiele telefoonverkeer lam legt. Hoofd Officier van Dienst Leen van den Ouden blikt terug.
GRIP4 voor rokend wokrestaurant Twente
Een felle brand legt in het Overijsselse plaatsje De Lutte een restaurant volledig in de as. De rookontwikkeling is enorm. Er wordt opgeschaald naar GRIP4.
Artikelen 16
‘Protocol voor gaslekkages van belang’
Rubrieken 5 6 15 23 35 36 39 40 43
Van de redactie Actueel Punt edu NVBR Katern Beroep&Brandweer Ingezonden Tweets Vakantiefoto’s Zo vader zo dochter
Op de cover: De ravage na de grote brand in het gemeentehuis van Waalre is groot. Fotografie: Hans van Hamersveld, SQ Vision mediaproducties
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2012 3
5
Makkelijk en snel inzetbaar bij binnenbranden
Digitale bereikbaarheidskaarten L A A G V O O R L A A G A LT I J D ACTUEEL OP DE HOOGTE
De DSPA-5… • slaat de brand snel neer, vlammen zijn vrijwel direct verdwenen • voorkomt flashovers en backdrafts • vergroot de veiligheid voor manschappen aanzienlijk
T +31 (0) 24 35 22 573 E
[email protected] www.dspa.nl
1011.8034 Adv Brand & Brandweer.indd 1
Mobiele Data Terminal met GIS informatie Waar is een incident, is er water in de buurt, kunnen we er zonder obstakels komen? Digitale objectinformatie is voor elke hulpverlener van groots belang. Met de MDTen DBK-systemen (werkend op GIS) heeft u alle noodzakelijke informatie bij de hand. Altijd, actueel en overal. T +31 (0)40 28 01 837 E
[email protected] www.tbta.nl
09-08-2011 09:20:49
You can count on us, for life Reddingsdiensten werken al tientallen jaren met Holmatro. Logisch: we ontwikkelen, produceren en testen immers al bijna een halve eeuw innovatief redgereedschap. Die expertise staat aan de basis van onze New Car Technology (NCT) scharen. Met onze krachtige gereedschappen ben je in staat efficiënt te werken onder druk. Zo red je levens veiliger, gemakkelijker en sneller. Daarom geven hulpverleners over de hele wereld de voorkeur aan Holmatro. Als je er eenmaal mee werkt, doe je dat voor het leven.
Holmatro | Rescue equipment T 0162 58 92 00 |
[email protected] | www.holmatro.com
VAN DE REDACTIE
Verkiezingen De laatste week van mijn vakantie begint. De week waarin de Olympische Spelen in Londen eindigen. De Nederlandse sporters hebben het goed gedaan. ‘We’ (want dat zeg je wanneer gewonnen wordt, ‘ze’ hoort bij verliezen) hebben twintig medailles. In het overall medailleklassement zijn we op de dertiende plek geëindigd. Dat is voor een klein land als Nederland zeker niet slecht. Deze week ga ik ook proberen om enige orde aan te brengen in de vakantiefoto’s en ga ik wat mail beantwoorden. Een hoop familie en vrienden zijn nog met vakantie en ik merk dat ik het raar vind om via internet bijna real-time op de hoogte te worden gehouden van alle beslommeringen op de playa of een bergtop, inclusief foto’s en filmpjes. Een aantal vraagt dan ook nog of ik ze wil ‘liken’. Ik word oud of ben het al. Waar is toch de tijd gebleven van een gekreukelde ansichtkaart met ‘groeten uit Italië’ om vervolgens tijdens de eerste ontmoeting na de vakantie samen de foto’s te moeten bekijken of erger nog: de dia’s. Kortom vakantie, Olympische Spelen en een opkomende midlifecrisis, daar draait het bij mij om op dit moment. Tot een paar dagen geleden. Er valt een acceptgirokaart van de politieke partij waar ik lid van ben op de mat. Ineens is mijn vakantiegevoel weg. Ik denk na over de verkiezingen. Naast de direct betrokkenen en een enkele journalist die kopij zoekt in komkommertijd, ben ik volgens mij de enige die dat doet. Er is verder nog niemand die zich er druk over maakt. Hoe komt het dan toch, dat ik nu ineens een morele plicht voel me te verdiepen in partijprogramma’s? Voel ik me schuldig? Komt het door mijn Calvinistische inborst? Of door een combinatie van beide die immers zeer goed samengaan. Ben ik toch oprecht nieuwsgierig en betrokken of kan ik de verkiezingen goed gebruiken voor mijn column in Brand&Brandweer? Ik heb de zoekterm ‘brandweer-’ losgelaten op de verkiezingsprogramma’s van de zes grootste partijen op basis van de politieke barometer van augustus dit jaar. Door de zoekterm ‘brandweer-’ te nemen, worden ook de samenstellingen die beginnen met brandweer, zoals brandweerman, brandweervrijwilliger en brandweerzorg meegenomen bij het zoeken.
De oogst is schraal. Er wordt veel geschreven over veiligheid, maar dan voornamelijk over het blauwe segment. De brandweer komt er bekaaid vanaf. Een klein overzicht: De VVD Zes hits op het woord brandweer. En allemaal onder het kopje Rampenbestrijding en Crisisbeheersing. De VVD is voorstander van verdere regionalisering en vindt de vrijwilligers met hun lokale betrokkenheid belangrijk. Dat laatste zal niemand tegenspreken. De SP De brandweer wordt negen keer genoemd. Weliswaar schaart de SP de voorstellen voor de brandweer onder het kopje Politie, maar dat is ze vergeven. De SP wil meer vrijwilligers werven, de inspraak van brandweerlieden vergroten, ze wil geen posten sluiten als dit ten koste gaat van brandveiligheid en de kwaliteit van brandweerzorg. En de partij is tegen experimenten met minder mensen op de brandweerwagens. Daarnaast benoemt de SP expliciet geweld tegen hulpverleners, waaronder ook brandweermensen. Van de zes grootste partijen is de SP het meest concreet over de brandweer, hoewel ik toch het gevoel houd dat ze vooral aangeven wat ze niet willen en niet zozeer wat wel. Maar dat gevoel kan ook voortkomen uit nostalgie. De PvdA De brandweer wordt eenmaal genoemd. En dan gaat het over woonoverlast, want zo stelt de PvdA, daar ligt mede een taak voor de brandweer. Ontgaat u de relevantie ook? Verder niets over de brandweer. De PVV Geen hits op de zoekterm brandweer. Jammer, gemiste kans. Het CDA Het CDA noemt de brandweer slechts eenmaal en dan nog in samengestelde vorm als het gaat over de veiligheid van hulpverleners. Belangrijk natuurlijk, maar verder niets over de brandweer. D66 72 pagina’s tekst en geen treffers. Zelfs niet over een Europese brandweer. De programma’s van de politieke partijen geven geen houvast als het gaat over de toekomst van de brandweer. Door sommige partijen worden de brandweer en de brandweerzorg niet eens genoemd. Verkiezingsprogramma’s gaan natuurlijk over veel meer dan alleen de brandweer. Het zijn sombere financiële tijden en op dat gebied staan we voor grote uitdagingen. Maar iets meer aandacht voor de brandweer was zeker op zijn plaats geweest. Ik wens u wijsheid bij het bepalen van uw stem. Bovenstaande analyse kan u daarbij helaas niet erg van dienst zijn. Ik ga genieten van mijn laatste vakantieweek, de verkiezingen zijn pas 12 september. Patrick van den Brink Burgemeester IJsselstein
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2012 5
ACTU EEL
Brandweer schaalt groots op na instorten festivaltent
fotografie: Marcel van Saltbommel
Van het één op het andere moment verandert op zaterdagavond 4 augustus het festivalterrein van Dicky Woodstock in Steenwijkerwold in een slagveld. Een tent van tachtig bij dertig meter stort als gevolg van extreem weer in. Alleen het deel boven het podium staat nog overeind. Ongeveer honderdvijftig mensen zijn op dat moment op het terrein aanwezig. Jeroen Kromhof is sinds februari Officier van Dienst (OvD). Hij beleeft zijn eerste grote incident.
Hoewel dit het derde incident is in zijn functie als OvD, zijn de twee eerdere incidenten volgens hem niet noemenswaardig. Maar dan komt de melding ‘prio 1, ongeval met letsel, buiten’. ‘Ik was net uit eten geweest met vrienden in Giethoorn. De lucht was pikkedonker en het weerlichtte behoorlijk’, zo vertelt Kromhof. ‘Bij de melding dacht ik aan een auto-ongeval. Het adres had ik niet direct gelinkt aan het festival.’ Wanneer anderhalve minuut later de alarmcentrale (AC) opschaalt naar GRIP1 wordt duidelijk wat er aan de hand is. ‘De AC meldde dat tijdens het festival Dicky Woodstock personen gewond zijn geraakt als gevolg van een ingestorte tent en dat er nog mensen in de tent lagen. Het drama op Pukkelpop op 18 augustus
vorig jaar in België schoot meteen door mijn hoofd. Bizar, zondags was de herdenking. Ik hoopte niet hetzelfde drama mee te maken.’ Aanrijdend wordt het weer steeds slechter. Kromhof heeft moeite om zijn voertuig op de weg te houden. Wanneer hij ter plaatse komt, ziet hij een ambulance en politievoertuig staan. Verder zijn er nog geen hulpverleners ter plaatse. ‘De eerste TS kwam direct achter mij aan’, zo vervolgt Kromhof. ‘De OvD-G vertelt dat er mogelijk vijftien mensen onder de tent bedolven liggen. Hij heeft inmiddels opgeschaald naar GRIP2.’ Gezien het aantal mogelijke slachtoffers schaalt de OvD op naar zeer groot ongeval en komen extra voertuigen ter plaatse. Ook de Hoofd Officier van Dienst (HOvD) wordt gealarmeerd. Ambulancedienst ondersteunen Kromhof: ‘Hoewel de situatie hectisch was, was het wel noodzakelijk om direct even de koppen bij elkaar te steken en de stand van zaken door te nemen. Ook was het van belang om duidelijkheid te creëren over bijvoorbeeld aan- en afvoerroutes en de plek voor het inrichten van het gewondennest.’ De OvD geeft de bevelvoerder van de eerste TS de opdracht om met een warmtebeeldcamera te zoeken naar slachtoffers in de tent. Na een kleine tien minuten meldt hij dat er geen slachtoffers in de tent liggen. Iedereen heeft de tent, met hulp of zelfstandig, kunnen verlaten. Kromhof: ‘De grootste druk was van de ketel. Op dat moment konden wij eerste hulp verlenen en de ambulancedienst ondersteunen.' Gewonden worden ter plaatse behandeld of naar een ziekenhuis vervoerd. In tegenstelling tot berichten in de media, is er geen brand uitgebroken. 'Rook van twee barbecues deed vermoeden dat dit wel het geval was.' Hoewel op Twitter grote paniek wordt gezaaid, ervaart Kromhof op het terrein geen paniek. ‘Mensen waren heel zelfredzaam en je ziet dat iedereen elkaar helpt in dit soort situaties. Complimenten ook voor de eerste bevelvoerder, hij heeft direct de stroom uitgeschakeld om grotere ongelukken te voorkomen.’ De OvD kijkt tevreden terug op het verloop van de inzet. ‘Het had veel erger af kunnen lopen.’
Programma om brandveiligheid af te stemmen op zelfredzaamheid Een rekenprogramma om het aantal BHV’ers in relatie tot ontruimingstijd uit te rekenen, moet uitkomst bieden om de veiligheid van minder zelfredzame mensen te vergroten. Dat zegt specialist complexe objecten, Arno van de Boom van Brandweer Flevoland. Hij schreef in het kader van zijn studie Fire Safety Engineering aan de Hanzehogeschool in Groningen een scriptie over de mogelijkheid om verzorgingshuizen veilig te ontruimen wanneer brand uitbreekt. ‘Het gaat dan met name om het aantal BHV’ers in de stille uren. Op basis van een aantal vragen over onder andere de beperkingen van bewoners, bouwkundige brandveiligheidsvoorzieningen, door-
6 nummer 9 september 2012
gangbreedte en vluchtroutes moet je een reële inschatting kunnen maken van het aantal BHV’ers dat je nodig hebt’, aldus Van de Boom. In maart vorig jaar kwamen bij een brand in psychiatrische instel-
ling Rivierduinen in Oegstgeest drie mensen om het leven door brand. De Onderzoeksraad voor Veiligheid adviseerde op basis van onderzoek naar de brand, om brandveiligheid af te stemmen op de mate van zelfredzaamheid. Dat doet dit rekenprogramma volgens Van de Boom. Voor zijn onderzoek heeft hij veelvuldig contact gehad met zorginstellingen. ‘Om de uitgangspunten te bepalen voor het rekenprogramma was input vanuit de zorg zeer belangrijk. Zij weten bijvoor-
beeld wanneer iemand minder zelfredzaam is. De brandweer niet. Ook voor de invulling van het rekenprogramma is het dus van belang dat samenwerking wordt gezocht met instellingen.’ Van de Boom daagt de brandweer uit om met het programma aan de slag te gaan en de ervaringen te delen. Het programma is te vinden op www.brandweerflevoland.nl Voor meer informatie, vragen en reacties kenniscentrum@ brandweerflevoland.nl.
Sdu Uitgevers
ACTU EEL
Kennis en ervaring delen tijdens vakbekwaamheiddagen
‘Samen met het veld willen we naar de toekomst kijken’, aldus interim directeur BON, Ike Kortleven. ‘Korpsen zijn vaak druk met interne werkprocessen. Daarom hebben wij de afgelopen maanden gebrainstormd en gekeken naar actuele ontwikkelingen en hoe wij korpsen daarin kunnen ondersteunen. Als opleidingcentrum hebben we daar onze ideeën over. Dat wilden we delen met het veld. Maar belangrijk is ook dat mensen elkaar ontmoeten en dat over de eigen grenzen heen wordt gekeken.’ Er waren elf informatiestands over de meest uiteenlopende onderwerpen. Zo was er een stand over de profcheck, maar ook over de inzet van de TS4 in buitengebieden, alternatieve blusmiddelen, omgaan met
agressie en hoe om te gaan met voertuigen op alternatieve brandstoffen. De brandweer staat aan de vooravond van allerlei nieuwe ontwikkelingen en veranderingen. Kortleven: ‘BON is één van de regionale kennisinstituten die een steeds belangrijkere rol vervullen in de kennisontwikkeling van brandweer Nederland. Met onze kennis en ervaring proberen wij zo goed mogelijk aan te sluiten op de wensen van de korpsen.’ Hij is tevreden over de dagen, die met name een groot succes waren door de inzet van alle betrokken medewerkers. ‘Complimenten.’ Kwaliteitsslag Hielko Sijsling, coördinator opleiden en oefenen van de korpsen Menterwolde, Pekela
Fotografie: Hulpverleningsdienst Brandweer Groningen
De vakbekwaamheiddagen op 2 en 3 juli bij Brandweeropleidingen Noord (BON) in Wijster stonden niet in het teken van oefenen. Netwerken, kennis delen en samen naar de toekomst kijken om een kwaliteitslag te maken binnen het brandweervak, waren het uitgangspunt. De dagen waren voornamelijk bedoeld voor medewerkers en coördinatoren opleiden en oefenen. Het is de eerste keer dat BON deze dagen organiseerde.
en Veendam heeft deelgenomen aan één van deze dagen. Hij is eveneens Regionaal Oefencoördinator, rayon Oost in Groningen en ploegchef van de post in Pekela. ‘Beide functies combineer ik in de operationele voorbereiding.’ Deze verbinding wordt steeds belangrijker om een kwaliteitsslag te maken binnen de brandweer. ‘Het gaat niet meer alleen om kwantiteit. Kwaliteit krijgt een prominentere rol in relatie
tot kwantiteit’, aldus Sijsling. ‘Het was bijzonder waardevol om met collega’s uit het veld te praten over ervaringen en veranderingen. Maar ook om nieuwe mensen te ontmoeten en samen te kijken naar actuele ontwikkelingen binnen de brandweer. Willen we dat ook regionaal goed oppakken, dan is het goed om daar het veld bij te betrekken. Je kunt niet in één keer van de vloer naar de zolder.’
Mini brandweerwagen De Woude Brandweerwagens zijn over het algemeen vrij herkenbaar. Toch zijn de rode robuuste voertuigen niet geschikt voor elke plaats in Nederland. Zo ook voor het gehucht De Woude in NoordHolland. Cor Helder, coördinator van Dorpshulpverlening (DHV) De Woude (NH) rijdt 'iets' kleiner. De Woude, gelegen op een klein eiland in het Noord-Hollandse Alkmaardermeer, telt slechts 160 inwoners verdeeld over drie straten. De inwoners hebben een eigen dorpshulpverlening, verzorgd door twaalf vrijwilligers die bij calamiteiten uitrukken. De Woude is onderdeel van de gemeente Castricum, maar
Brand&Brandweer
Graft-De Rijp neemt als dichtstbijzijnde korps de officiële brandweerzorg voor De Woude voor haar rekening. Als er brand is op het eiland, moet de TS van Graft-De Rijp eerst met het pontje worden overgezet. Maar het grote brand-
weervoertuig kan niet overal komen in De Woude. ‘Dat kan vanaf nu wel met onze kleine kar’, vertelt Helder. ‘Op de meeste plekken kunnen geen auto's komen, laat staan een brandweerwagen.' De brandweerwagen met het formaat van een golfkarretje is een uitkomst voor het dorp. ‘Voorheen hadden we een grote tankwagen, die moest volgepompt worden en vervolgens aan een trekker worden gehangen. Dat was te zwaar en onhandig.' Het open wagentje beschikt over een pomp, verdeelstuk, straalpijp, slangen voor de waterwinning en blussing. Gelukkig hebben we overal om ons heen water. We kunnen zo op open water aanleggen.
nummer 9 september 2012 7
ACTU EEL
Brandweer VNOG trots op adequate inzet en nazorg fotografie: Jaimy Buunk
zich met rook en ze kan haar woning niet verlaten, want de trap naar beneden, haar enige vluchtroute, staat vol rook’, aldus Timmermans. ‘De centralist weet haar te kalmeren en zegt dat ze bij het raam aan de voorkant moet gaan staan, zodat de brandweer haar uit de woning kan halen. Goed werk van de centralist.’ Zodra de eerste TS arriveert, wordt de vrouw met een handladder uit haar woning gehaald. Er is inmiddels opgeschaald en een tweede TS en ladderwagen komen ter plaatse. Gezien de smalle straten in de binnenstad is de ruimte beperkt. De tweede TS wacht eerst op de hoogwerker zodat die zich goed kan positioneren in de straat alvorens zij zelf de straat inrijden. Timmermans: ‘Weer een goede actie die voortkomt uit oefeningen in de binnenstad.’
Als gevolg van een grote brand in de nacht van 8 op 9 juli in de binnenstad van Zutphen organiseert brandweercluster IJsselstreek van de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG) vier dagen na de brand een bewonersbijeenkomst. Clustercommandant Henk Timmermans en Hoofd Officier van Dienst (HOvD) tijdens deze brand, kijkt met trots terug op de adequate inzet en nazorg. ‘De afgelopen jaren hebben we op diverse fronten geïnvesteerd in mensen en materieel. Er is onder andere besloten te kazerneren, mede voor de binnenstad en we hebben volop 8 nummer 9 september 2012
geoefend. Dat heeft nu zijn vruchten afgeworpen.’ De brandweer krijgt ’s nachts een verontrustend telefoontje van een bewoonster boven een notenwinkel. Er woedt brand beneden in de zaak. Het gebouw bestaat uit vier bouwlagen. Boven de zaak zitten twee appartementen. ‘Het huis van de vrouw vult
Extra ademluchtmasker Ook de bewoner van het bovenste appartement zit als een rat in de val. Zijn woning vult zich eveneens snel met rook. Via de notenzaak naar boven is geen optie, dus gaat de brandweer via de hoogwerker op de tweede verdieping naar binnen. De brandweerlieden vinden de man snel, maar komen dan tot de conclusie dat hij niet mee terug kan omdat ze geen extra ademluchtmasker bij zich hebben. Ze moeten immers door de rook om naar buiten te kunnen. ‘Belangrijk leerpunt voor ons. Maar gek genoeg zit die procedure ook niet in de les- en leerstof bij het redden van een slachtoffer. Iets wat standaard zou moeten.' De man kan alsnog op tijd met ademluchtmasker in veiligheid worden gebracht. Als gevolg van hevige rookontwikkeling
en doorslag moet ook uit een naastgelegen pand een bejaarde bewoonster van de eerste verdieping worden gered. In de notenwinkel zijn brandweerlieden ondertussen bezig met een binnenaanval. Door de enorme hitte moeten zij zich terugtrekken. Op dat moment knapt het winkelruit. ‘De ploeg weet met de juiste straalpijptechniek de rookgassen te koelen en ervoor te zorgen dat de temperatuur omlaag wordt gebracht’, aldus Timmermans. ‘Het gevolg is dat een flashover of backdraft uitblijft. De brandweer kan opnieuw naar binnen en weet de brand onder controle te krijgen.’ Bijeenkomst Vier dagen na de brand organiseert het brandweercluster een bewonersbijeenkomst. Ook de drie geredde bewoners waren aanwezig en deden hun verhaal. Timmermans: ‘Bovendien konden de mensen daar terecht voor vragen en gaven wij hen tips over rookmelders en vluchtroutes. Naast het applaus voor de hulpverleners waren de reacties overweldigend.’ ‘Waarom heb ik mij dit zelf nooit gerealiseerd’, zo luidde één van de reacties. Maar er waren ook initiatieven van een groep bewoners van een appartementencomplex om de vluchtwegen door te spreken. Er zijn meer korpsen die al eens een bijeenkomst organiseerden na het uitbreken van brand. Timmermans: ‘Wij hebben contact gehad met de regio’s Amsterdam-Amstelland en Brabant-Noord voor meer informatie. Daar waren we zeer blij mee.’
Sdu Uitgevers
ACTU EEL
Een bijzondere oefening in een rustig dorp tegen de Duitse grens. Zowel Duitse als Nederlandse hulpdiensten rukten in het kader van grensoverschrijdende samenwerking massaal uit naar het dorpscentrum waar verschillende calamiteiten opgelost moesten worden. Frits Haanraats, coördinator opleiden en oefenen kijkt tevreden terug op een geslaagde oefening. Terwijl de verschillende hulpdiensten aan het werk waren, kregen de bewoners te zien hoe de hulpdiensten een ongeval verzorgden, een kloosterbrand blusten en hoe omgegaan werd met agressieve omstanders en slachtoffers. Iets wat volgens
Cartoon
Haanraats steeds vaker voorkomt. ‘Het was een zeer zinvolle en geslaagde oefening’, aldus Haanraats. ‘Niet alleen onze eigen inzet en het omgaan met agressieve slachtoffers en omstanders, ook de samenwerking met de Duitse
fotografie: Marco Theunissen
Succesvolle oefening Echt-Susteren
collega’s, politie en ambulancediensten hebben we geoefend. Opvallend is hoe soepel de samenwerking vervolgens verloopt. Bij de brand
heeft ieder zijn eigen inzetgebied met eigen middelen, maar bij het verkeersongeval werd er letterlijk schouder aan schouder gewerkt.’
Werklozen geven voorlichting over brandpreventie De gemeente Aa en Hunze zet vanaf september werklozen in die voorlichting geven over brandpreventie. Ze gaan met name mensen in de buitengebieden attenderen op rookmelders. De actie is een onderdeel van een bredere voorlichtingscampagne van de gemeente over het nut en de noodzaak van rookmelders, maar ook over brandveiligheid in bredere zin. De gemeente telt 10.000 woningen, waarvan ongeveer duizend gezinnen in een buitengebied wonen. De brandweer heeft moeite om daar binnen vijftien minuten ter plaatse te zijn. Dat zegt de burgemeester van Aa en Hunze, Eric van Oosterhout, in een interview met RTV Drenthe. Zeker deze gezinnen moeten extra op hun eigen verantwoordelijkheid worden gewezen. Voordat de werklozen op pad gaan om inwoners te informeren over het belang van rookmelders en te helpen bij het ophangen ervan, krijgen ze een training.
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2012 9
bra n d va n de maan d
Brandweercompagnie ingezet na aanslag op gemeentehuis
‘Een brand zoals ieder andere brand’, zo omschrijft Hoofd Officier van Dienst (HOvD) Ben van Otterdijk, eveneens hoofd brandweerzorg van de gemeenten Veldhoven, Eersel en Waalre, de verwoestende brand in het gemeentehuis in Waalre. Wel moet de brandweer extra voorzichtig te werk gaan om voor onderzoek sporen veilig te stellen. Hoe voorzichtig ze ook zijn, een aantal brandweerlieden wordt totaal onverwachts overvallen door een omvallende muur. Het loopt gelukkig goed af. De brandweer kan echter niet voorkomen dat een groot deel van het gemeentehuis compleet wordt verwoest.
10 nummer 9 september 2012
Sdu Uitgevers
bran d van de maan d
Bij de hoofdingang is een auto naar binnen gereden. Wanneer de brandweer ter plaatse komt, is de brand al uitslaand. Ook aan de andere kant van het gebouw woedt brand als gevolg van een brandend voertuig dat tegen het gebouw staat.
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2012 11
bra n d va n de maan d
Gezien de snelle branduitbreiding wordt besloten op te schalen naar een compagnie. Aan beide kanten van het gebouw zijn pelotons gevormd om de brand te bestrijden.
Door Jolanda Haven
W
fotografie Hans van Hamersveld / SQ Vision
oensdag 18 juli, in het holst van de nacht om 3.13 uur, krijgt Van Otterdijk een OMS-melding bij het gemeentehuis. ‘De OMS is doorgeschakeld naar een Particuliere Alarmcentrale (PAC), maar zij gaven de melding door aan de brandweer, omdat naast het inbraakalarm ook het brandalarm was afgegaan.’ Volgens procedure rukt één TS uit. Aanrijdend meldt een voorbijganger aan de alarmcentrale (AC) dat een brandend voertuig tegen het gemeentehuis staat. De AC schaalt op naar middelbrand en een tweede TS en Officier van Dienst worden gealarmeerd. Van Otterdijk: ‘Vervolgens kwam er nog een melding van een buurtbewoner. Hij hoorde een enorme knal en ging poolshoogte nemen. Ook deze bevestigt dat er sprake is van brand bij het gemeentehuis. De AC laat ook een hoogwerker uitrukken. Omdat beide meldingen op elkaar leken, dachten we dat het om één voertuig ging.’ Zodra de eerste TS ter plaatse komt, zien zij een brandend voertuig tegen het gemeentehuis staan. De grootte van de brand viel mee. Maar dan komt de politie met de mededeling dat aan de andere kant, bij de hoofdingang, een grote uitslaande brand woedt. Wanneer de brandweerlieden van de tweede TS ter plaatse komen, richten zij zich op deze brand. Het is inmiddels 3.26 uur wanneer wordt opgeschaald naar grote brand. Een derde TS en tweede hoogwerker worden gealarmeerd. ‘Vanaf dat moment ben ik ter plaatse gegaan om de OvD te ondersteunen’, zo vervolgt Van Otterdijk. ‘Bij grote brand ben ik in functie als HOvD. Aanrijdend zag ik al donkere rookwolken over Aalst en de snelweg trekken.’ Ook de AGS rukt bij grote brand standaard uit. Nog voordat hij ter plaatse is, heeft de HOvD contact 12 nummer 9 september 2012
met hem om op basis van deze constatering informatie in te winnen over de mogelijke gevolgen van de rook. Ter plaatse, maar ook in het effectgebied worden continu metingen verricht. De OvD schaalt verder op naar zeer grote brand. Compagniebrand ‘Wanneer ik arriveer, zijn drie TS’en en twee hoogwerkers ter plaatse. Samen met de OvD ben ik om het pand gelopen om een beeld te krijgen van de situatie’, aldus de HOvD. ‘De brandhaard bij de hoofdingang, was enorm. De brand breidde zich snel uit naar binnen en zat bij ter plaatse komen al in de constructie. Vlak bij de hoofdingang bevond zich het monumentale deel van het gemeentehuis. Het deel waar veel hout in was verwerkt.’ Gezien de snelle branduitbreiding wordt besloten op te schalen naar een compagnie. Ook worden nog twee hoogwerkers gealarmeerd. Bovendien is meer water nodig en worden eveneens twee dompelpumpunits (DPU’s) ingezet. Die worden achter het gemeentehuis gestationeerd om water uit een naastgelegen ven te pompen. Aan beide kanten zijn pelotons gevormd om de brand te bestrijden. ‘Hoewel de politie ons op de hoogte bracht dat het zeer waarschijnlijk om een gerichte actie ging, was het een brand zoals alle andere branden. Hij moet bestreden worden’, aldus Van Otterdijk. ‘Nadat ik de inzetstrategie met de OvD had doorgenomen, heb ik op een kleine afstand de boel aanschouwd. Voor mezelf zette ik alles nog even op een rij, ook voor wat betreft de veiligheid van onze mensen.’ De brandweer probeert op diverse plaatsen een binnenaanval te doen, maar dat is volgens de HOvD onverantwoord. Daarom besluit de brandweer zich terug te trekken en de brand van buitenaf in te pakken. ‘Er waren geen direct naastgelegen gebouwen die een gevaar opleverden’, zo vervolgt Sdu Uitgevers
bran d van de maan d
Het blijkt om een gerichte actie te gaan. De brandweer moet voorzichtig te werk gaan om sporen veilig te stellen.
Van Otterdijk. ‘Desalniettemin was het van belang om de brand zoveel mogelijk te beperken. Het is een monumentaal pand. Aangezien het om een gerichte actie ging, heeft de politie verzocht om in het belang van het onderzoek zoveel mogelijk sporen veilig te stellen en dus voorzichtig te werk te gaan. Om met een politiepet op de brand te kunnen bestrijden, werd aan beide pelotonscommandanten een agent gekoppeld die ons advies gaf.’
Hoewel brandweerlieden alert zijn op zwakke muren worden ze toch tijdens het blussen verrast door een omvallende muur. ‘Die kwam totaal onverwacht’, zegt Van Otterdijk. ‘Gelukkig liep het goed af, maar we zijn door het oog van de naald gekropen. Brandweerlieden hadden net de muur geïnspecteerd. Hij vertoonde geen zwakheden. Zo zie je maar weer hoe risicovol ons vak is. Een ongeluk zit in een klein hoekje.’
Omvallende muur Nadat de inzetstrategie met de OvD is besproken, richt Van Otterdijk zich op de multidisciplinaire inzet. Hij schaalt om 4.20 uur op naar GRIP1 voor overleg met de andere disciplines om collectief het incident te bestrijden. ‘De informatievoorziening richting burgers moest op gang worden gebracht, zowel in het bron- als effectgebied. Maar ook de media die op de brand afkomt, afzettingen en logistieke voorzieningen moesten worden geregeld.’ Om 6.15 uur wordt GRIP2 gegeven. Van Otterdijk: ‘De brandweer kreeg de brand onder controle. Het gevolg was echter dat de rook daalde en in het brongebied terechtkwam. Dat moesten we continu monitoren. Gelukkig bleven de waardes binnen aanvaardbare concentraties.’ De brandbestrijding is ondertussen nog in volle gang. Een groot deel van het gemeentehuis gaat volledig in vlammen in op. De brandweer weet de archiefkast in de kelder te sparen. Ook voorkomt zij dat het archief waterschade oploopt. ‘Boven de archiefkelder woedde namelijk brand. Eén van de brandweervrijwilligers is archiefmedewerker in het gemeentehuis en hij wees de OvD op de plaats van het archief. Het was zijn werkplek en hij had geen zin om de dagen erna dossiers te drogen’, zegt de HOvD met een knipoog. ‘De brand boven de archiefkelder werd daarom met drukluchtschuim (DLS) bestreden.’
GRIP3 Om 8.00 uur wordt GRIP3 gegeven voor bestuurlijke besluitvorming. Het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) is die dag vier keer bijeen gekomen en er wordt een persconferentie gegeven. De volgende ochtend bij daglicht wordt ook duidelijk hoe groot de schade is. Om 9.07 uur word het sein brand meester gegeven en kan het nablussen beginnen. Ook dat levert in verband met het onderzoek, enige beperkingen op omdat het vanaf dan plaats delict is. Een aantal muren staat nog overeind, maar is zeer instabiel. Gezien de monumentale waarde van het pand, is het van belang dat die overeind blijven. Om 14.00 uur zit ook het nablussen erop. ’s Avonds keert de brandweer nog twee keer voor controle terug. Van Otterdijk: ‘Ten tijde van de brand heb ik een aantal brandweerlieden gevraagd hoe het ging en of deze brand een andere impact op hen had dan andere branden. Het is wel ‘het huis van de gemeente’ waar iedereen ‘iets’ mee heeft. Is het niet de aangifte van een geboorte, dan wel de locatie waar men in ondertrouw is gegaan. Bovendien waren er twee vrijwilligers die in het gemeentehuis werkten. Op dat moment waren de brandweerlieden puur gericht op hun taak. Deze brand moet uit. Net als elke brand. Pas later, tijdens de aflossing in de loop van de ochtend kwam het besef dat het geen gewone brand was.’ ■
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2012 13
Biologisch
blusschuim! www.fireade2000.nl
b&b-fireade2000 120308.indd 1
20-03-2012 16:48:03
Last van ruimtegebrek? Altijd een Harstra op maat! Is uw droogkast te krap voor een comfortabel gebruik? Dan bent u toe aan een geïsoleerde Harstra droogkamer op maat! De droogkamer kan worden ingericht in een bestaande ruimte, maar ook als kant-enklare unit geplaatst worden. Hang uw natte of vochtige kleding op een roestvrijstalen trolley en rijd deze de droogkamer in. In korte tijd wordt de kleding gedroogd, handmatig of volautomatisch. Afhankelijk van de afmetingen kunt u een grote hoeveelheid kledingstukken ineens drogen. Een efficiënte en energievriendelijke oplossing! Harstra Maakt u al gebruik van een droogkamer, maar wilt u bezuinigen op energieverbruik? Ook dan biedt Harstra Instruments de oplossing!
Instruments: efficiënt en energievriendelijk
Voor meer informatie of een advies op maat neemt u contact op met:
Giek 11 ∙ 3891 KA Zeewolde P.O.box 186 ∙ 3890 AD Zeewolde Telefoon: +31 (0)36 5222142 Fax: +31 (0)36 5222152 E-mail:
[email protected] Website: www.harstra.nl
PU NT EDU
cx
Post Veenhuizen Wat doet een mens zoal in de zomer? Paar daagjes weg. Boeken en kranten lezen. Over dingetjes nadenken. En er een stukkie over schrijven. Naast nog zo wat zaken, maar die laat ik hier maar even buiten beschouwing. U hoeft ook weer niet alles te weten, nietwaar? Zo ging ik van de zomer geheel bij toeval een weekend naar Veenhuizen. Voor de leuk, overigens, mocht u denken dat u opeens begrijpt wat u allemaal niet hoeft te weten. Enfin, Veenhuizen dus. Een prachtig dorp in een prachtige omgeving. Bij de eerste wandeling kwamen we al langs een gebouw dat zo maar een brandweerkazerne kon zijn. Echt heel duidelijk was het niet, maar soms voel je die dingen gewoon aan. De volgende dag, het was inmiddels 16 juni geworden, kwamen we er weer langs. Nu stonden de deuren open en liep er een aantal mannen rond. Bezig met shaggies draaien, pleintje aanvegen en een vlag ophangen. In zo’n typisch brandweersfeertje dat ik u niet uit hoef te leggen. U weet precies wat ik bedoel. Dat vlag hijsen viel trouwens nog helemaal niet mee, zag ik uit een ooghoek. Er bleken ingenieuze trucs noodzakelijk om de vlag op z’n plek te krijgen. Welke precies heb ik niet gezien. Ik was ondertussen namelijk quasi geïnteresseerd een naastgelegen kadowinkeltje ingelopen, waardoor één en ander aan het oog onttrokken werd. Wel kon ik zo nu en dan een blik door het winkelraampje werpen, kijken wat ze allemaal aan het doen waren.
gaan. Liever zou ik op mijn eigen manier gedenken, had ik bedacht. Maar nu stond ik hier toch opeens bij een brandweereenheid die ging meedoen aan die formele herdenking. Door net als heel veel andere kazernes en posten op dezelfde tijd een ereboog te spuiten. Zo veel toeval kon geen toeval meer zijn. We besloten te blijven kijken en op die manier verbonden te zijn met heel brandweer Nederland, ter herinnering aan gevallen collega’s. Precies om 14.30 uur klonk in Veenhuizen het bevel ‘Water’. Waarna de herdenkingsboog tot stand kwam. Het was indrukwekkend om op deze onverwachte eigen manier aan de nationale herden-
king deel te nemen. Mijn gedachten dwaalden af naar een prachtige zin uit een gedicht van Ina Strating, dat in het gedenkboek van De Punt staat: ‘Dat wat geleerd moet worden, herhaalt zich’. Laat ons van de geschiedenis leren en voorkomen dat dodelijke ongevallen zich herhalen. Laat ons tegelijkertijd van de geschiedenis leren dat dat niet vanzelf gaat. Leren is hard werken, vraagt om offers: tijd, verandering en opgeven van individuele standpunten, individuele meningen. Offers die soms kunnen voelen als het opgeven van een deel van je zelf. Bedenk dan dat het opgeven van een deel van jezelf altijd beter is dan het geven van het ultieme offer, je hele zelf, je leven. Over dit en nog een paar dingetjes dacht ik na deze zomer, terwijl ik naar de ereboog van Post Veenhuizen keek. En dit is het stukkie dat ik er over schreef. ■
Dat werd al snel duidelijk. Post Veenhuizen was bezig zich voor te bereiden op de ereboog ter gelegenheid van de onthulling van het Brandweermonument. Hier ontvouwde zich een nieuw toeval. Want eigenlijk had ik besloten om niet naar de formele onthulling in Arnhem te Brand&Brandweer
nummer 9 september 2012 15
bestuur en organ isati e
fotografie: FBF.nl
Opkomsttijden: wat is te laat? In minder dan driekwart van de gevallen is de brandweer binnen de wettelijke opkomsttijd aanwezig. Dat betekent dus in één derde geval niet. Dit blijkt uit een onderzoek van de Inspectie Veiligheid en Justitie (voorheen Inspectie Openbare Orde en Veiligheid). Het Veiligheidsberaad, de brandweer en ook de inspectie zelf stellen echter dat door een sterke focus op opkomsttijd in het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr), het evenwicht tussen preventieve en repressieve brandweerzorg onderbelicht raakt.
D
Door Ellen Schat
e brandweerkorpsen voldoen gemiddeld in 67% van het aantal uitrukken aan de normtijden uit het Bvr. De percentages verschillen sterk per regio en lopen uiteen van 43% tot 86%, zo meldt de inspectie in het rapport dat eind juni verscheen. In geen enkele regio wordt volledig voldaan aan de kwaliteitseisen (normtijden en dekkingspercentage) uit de eigen dekkingsplannen. De uitkomsten van het inspectierapport verbazen Elie van Strien, namens de NVBR portefeuillehouder van dit onderwerp en commandant van Amsterdam-Amstelland, niet. ‘Ik ben dan ook niet zozeer bezorgd. Dit beeld bestaat al tien jaar en het bevestigt het opnieuw. Het is goed dat we de feiten weer even onder ogen krijgen.’ Van Strien waardeert de nuance van de inspecteur in dit rapport. De vinger wordt volgens hem precies op de zere plek gelegd. ‘En dan bedoel ik vooral dat de brandveiligheid nu langs één meetlat wordt gehouden. Er staat ook duidelijk in het rapport dat wellicht een bovenmatig groot belang aan opkomsttijden wordt toegekend. In de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s wordt aandacht besteed aan dit punt. Van Strien stelt dat het niet handig is om de normtijden zo vast te leggen zoals die nu in de wet staan. ‘We moeten kijken of er alternatieven zijn. Er moet iets worden vastgelegd, maar wat precies? Daarover zijn we momenteel in gesprek met het ministerie.’ Van Strien benadrukt dat niet de indruk moet ontstaan dat de brandweer de opkomsttijd niet serieus neemt. ‘Het is geen vrijbrief. Absoluut niet. 30.000 vrijwilligers doen hun stinkende best om de burger te helpen. Dat lukt ons. 24 uur per dag, zeven dagen per week. Welke organisatie kan dat zeggen?’ Haalbaarheid De haalbaarheid van de normen is al sinds het concept van het besluit onderwerp van discussie. De normtijden van 6, 8, 10 en 15 minuten zijn sinds 1966 niet gewijzigd. Ze stonden eerst in informele regelgeving en met de komst van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) en het Bvr zijn de normen wettelijk verankerd. Het
16 nummer 9 september 2012
bevoegd gezag (het bestuur van de veiligheidsregio) mag gemotiveerd afwijken van de normtijden. In de informele regelgeving uit het verleden ging het om streefwaarden. Als de brandweer in 80% van de gevallen op tijd was, werd dat gezien als voldoende. Nu zijn de normen bindend. ‘De inspanningsverplichting zoals die er lag, is een keiharde eis geworden’, zo gaat Van Strien verder.
Jan Loning: ‘Een rookmelder kan meer tijdwinst opleveren dan een snellere uitruk’ De normen zijn volgens hem gebaseerd op oude overtuigingen. ‘Oorsprong van de normtijden is de brandkromme, een semiwetenschappelijk onderzoek uit de jaren zestig, waarbij gekeken werd naar de brandontwikkeling in woningen. Daarbij ging men er bij wijze van spreken vanuit dat je naar een telefooncel liep om de brandweer te bellen’, aldus Van Strien. ‘Maar buiten veranderingen in melding en alarmering, is enorm veel veranderd op het gebied van bouwmaterialen en vooral interieur. Banken, matrassen enzovoorts zijn veel brandbaarder geworden. In vijf minuten kan je hele huis in lichterlaaie staan. Daar zijn tests meegedaan waar je erg van schrikt’, vertelt Van Strien. Op tijd is volgens hem een rekbaar en relatief begrip. ‘Wat is op tijd?’ Van Strien haalt twee Amsterdamse branden in juli aan waarbij mensen om het leven kwamen. ‘In het ene geval ging het om brand in een grachtenpand. De brandweer was binnen vijf minuten ter plaatse, binnen de norm dus, maar te laat om de mensen te kunnen redden. Bij het tweede incident had iemand in bed gerookt met als gevolg dat de matras vlam vatte. Een rookmelder had wellicht het leven van deze personen kunnen redden. De brandweer kan in zulke gevallen bijna niets uitrichten. De burger moet ons ook de kans geven om iets te doen. Daarmee bedoel ik dat aan de voorkant van de keten nog een wereld te winnen valt.’ Sdu Uitgevers
bestuur en organ isati e
Is de opkomsttijd gehaald? De brandweerkorpsen voldoen gemiddeld in 67% van het aantal uitrukken aan de normtijden uit het Besluit veiligheidsregio’s.
Nieuwe uitgangspunten Ook het Veiligheidsberaad onderstreept dat de brandweerzorg veel meer is dan alleen opkomsttijden. ‘Goede brandweerzorg vraagt om een integrale aanpak van alle brandveiligheidsaspecten. Een rookmelder kan meer tijdwinst opleveren dan een
Dekkingsplan en definitie locaties De regio’s moeten volgens de wet een sluitende registratie hebben van gerealiseerde opkomsttijden, die moet aantonen in hoeverre de brandweer aan de vastgestelde tijdnormen voldoet. De basis voor de opkomsttijden is het dekkingsplan dat iedere regio moet hebben. Alle regio’s beschikken over zo’n plan. Het Bvr is volgens de inspectie niet eenduidig in de definitie van het begrip ‘locaties’ bij het gemotiveerd afwijken van de tijdnormen uit het Bvr. De minister van Veiligheid en Justitie geeft het de betekenis van ‘object’, regio’s leggen het ruimer uit. De regio’s voorzien bij een ongewijzigd standpunt van de minister een ‘administratieve rompslomp’ en hebben daarom sterke behoefte aan nadere uitwerking/definiëring van het begrip locaties. De inspectie adviseert dan ook op basis van welke criteria gemotiveerd afgeweken kan worden van de tijdnormen uit het Bvr en dit landelijk af te spreken.
Brand&Brandweer
snellere uitruk. Bij een integrale aanpak valt te denken aan ruimtelijke ordening, een snellere ontdekkingstijd van brand door bijvoorbeeld rookmelders, het verkorten van de verwerkingstijd van de brandmelding en ook nieuwe technologische ontwikkelingen’, aldus Jan Lonink, portefeuillehouder brandweerzorg binnen het Dagelijkse Bestuur van het Veiligheidsberaad en burgemeester van Terneuzen.
Eli van Strien stelt dat het niet handig is om de normtijden zo vast te leggen zoals die nu in de wet staan Het Veiligheidsberaad en de VNG willen in overleg met het brandweerveld en op basis van wetenschappelijk onderzoek komen tot nieuwe uitgangspunten voor opkomsttijden. Lonink: ‘Op basis van deze uitgangspunten kan het bestuur van een regio afgewogen besluiten nemen. Maatwerk per regio is mogelijk. Verschillen kunnen er bijvoorbeeld zijn omdat het ene stedelijk gebied is en het andere nieuwbouw of bestaande bouw.’ ■
nummer 9 september 2012 17
On derzoek
Brand Vodafone: bewustwo De schade die de brand bij Vodafone op 4 april veroorzaakt, is mede het gevolg van gemiste kansen tussen proactie en preventie. Dat concludeert de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond op basis van onderzoek naar de brand die vier dagen lang het mobiele telefoonverkeer lam legt. Hoewel Vodafone haar brandveiligheid goed had geregeld, laat de brand zien dat bedrijven meer moeten investeren in risicobeheersing. Minimumeisen zijn niet voldoende.
Bij aankomst is er al geen sprake meer van een ‘brand in een gebouw’, maar van een ‘gebouw in brand’.
B
Door Jolanda Haven
egin april zitten honderdduizend klanten van Vodafone vier dagen lang zonder bereik. Als gevolg van een grote brand moet de brandweer noodgedwongen de stroom van een vitaal knooppunt van deze telecomprovider uitschakelen. Hierdoor vallen in de regio Zuid-Holland circa zevenhonderd zendmasten uit. Als de brand eenmaal is geblust, blijken vitale systemen dusdanig veel rook- en waterschade te hebben opgelopen dat ze onbruikbaar zijn geworden. De telefooncentrale van Vodafone is, samen met een bedrijf voor nautische instrumenten gevestigd in een groot rechthoekig bedrijfspand. De brand ontstaat ’s nachts bij dit naastgelegen bedrijf. Het is een bedrijf met een laag risicoprofiel waarvoor geen bijzondere brandveiligheidseisen, zoals een brandmeldinstallatie of sprinkler gelden. De brand kan lange tijd om zich heen grijpen voordat deze wordt ontdekt. Vodafone heeft echter alles uit de kast getrokken om de continuïteit van het telefoonverkeer te waarborgen, zoals noodstroomvoorzieningen, brandbeveiligingvoorzieningen en klimaatbeheersing. Toch blijkt dat niet voldoende wanneer brand uitbreekt bij het nautische bedrijf, dat deze voorzieningen niet heeft. Branduitbreiding via het dak Bij aankomst van de brandweer op die bewuste vroege ochtend in 18 nummer 9 september 2012
april, is al geen sprake meer van een ‘brand in een gebouw’, maar van een ‘gebouw in brand’. De brandweer wordt gealarmeerd door een automatische brandmelding via een Particuliere Alarmcentrale (PAC) afkomstig uit de telefooncentrale van Vodafone. Wanneer de eerste TS arriveert, zien ze dat in het naastgelegen bedrijf met nautische instrumenten brand woedt. ‘Een grote garagedeur was er al uitgebrand’, aldus Hoofd Officier van Dienst (HOvD) Leen van den Ouden. ‘Ook waren diverse explosies in het pand te horen. Aangezien een binnenaanval niet mogelijk was, probeerden we van buitenaf de brand in te pakken om ervoor te zorgen dat deze niet door zou slaan naar het aangrenzende bouwdeel van Vodafone en oversloeg naar naastgelegen gebouwen.’ In het bouwdeel van Vodafone wordt geprobeerd om van binnenuit beginnende branden ter hoogte van de scheidingsmuur tussen de twee bedrijfsruimten te blussen en zo uitbreiding van de brand te voorkomen. Deze scheidingsmuur was geen volwaardige brandscheiding, maar had desondanks een behoorlijke weerstand tegen branddoorslag. Het gaat mis doordat brandbare ontledingsproducten van onder andere de EPS dakisolatie zich onbelemmerd via de stalen dakprofielen kunnen verspreiden naar de andere zijde van de scheidingsmuur boven het bouwdeel van Vodafone. Daar komen ze op verschillende plaatsen tot ontbranding. Het gevolg is dat rook, roet en bluswater hun verwoestende werk doen. Zo stelt coördinator Team Brandonderzoek, Remco van Werkhoven van de veiligheidsregio in het onderzoeksrapport naar aanleiding van de brand. Sdu Uitgevers
On derzoek
fotografie: FBF.nl
rding bedrijven vergroten Lastig te blussen ‘Met een warmtebeeldcamera was echter niet goed te zien hoe deze hete verbrandingsproducten zich via het dak verspreidden’, zo vervolgt Van den Ouden. ‘Geheel onverwachts kwamen aan de andere kant van het gebouw de vlammen uit het dak. Precies waar de zendmast en de spanningsruimten van Vodafone stonden.’ De brandweer is uiteindelijk genoodzaakt om de stroomvoorziening inclusief alle noodstroomvoorzieningen, van de telefooncentrale af te sluiten. Het vuur tussen de stalen dakprofielen aan de onderzijde van het dak en de bitumeuze dakbedekking bovenop het dak, is volgens Van den Ouden zeer lastig te blussen. ‘Daarom moesten we gaten en sleuven maken om verdere uitbreiding te voorkomen en het vuur in het dak te bestrijden. Ook werden delen aan de rand van het dak gesloopt. Het vuur zat verspreid door de hele dakconstructie. Er was dus veel water nodig. Dat had tot gevolg dat vitale processen in de telefooncentrale van Vodafone schade opliepen. We hebben ook geprobeerd om met het Cobra blussysteem de brand in het dak te blussen, maar dat lukte niet. De Cobra ging dwars door het dak heen. Ook schuim was geen optie, want dat krijg je niet met zoveel kracht tussen de daklagen.’ Doordat gesmolten isolatiemateriaal en bitumen dakbedekking naar beneden druppelt, ontstaan op verschillende plaatsen kleine brandjes in het bouwdeel van Vodafone. De brandweer weet die snel de kop in te drukken, maar het kost ze veel moeite om de brand in het dak effectief te bestrijden. Er wordt vrij snel opgeschaald naar zeer grote brand en GRIP1 vanwege de rookontwikkeling. Om 14.50 uur kan pas het sein brand meester worden gegeven. De brandweer is tot 16.00 uur bezig met nablussen. Het bouwdeel van Vodafone is uiteindelijk behouden gebleven, maar de vitale apparatuur is onbruikbaar geworden. De oorzaak van de brand is door de totale verwoesting van het nautische bedrijf, waar de brand is ontstaan, niet meer vast te stellen. Wel heeft het Team Brandonderzoek geconcludeerd dat de brand niet op het dak of in de dakisolatie is ontstaan. ‘Het is buitengewoon vervelend dat door de gevolgen van de brandbestrijding en de rookschade de telefooncentrale onbruikbaar is geworden’, zo besluit Van den Ouden. ‘Er was echter geen andere mogelijkheid om deze brand te bestrijden. Het was een inzet volgens het boekje, maar dat wil nog niet zeggen dat we blij zijn met het verloop en de gevolgen. We hebben alles gedaan om de schade zoveel mogelijk te beperken en met het bedrijf mee te denken.’ Gemiste kans Uit het onderzoeksrapport blijkt dat de brandweer niet wist dat zich in het gebouw een vitaal knooppunt van het mobiele telefonienetwerk bevond. Dat had volgens de regio echter bij deze brand niet veel uitgemaakt, want bij aankomst was de brand al zodanig ontwikkeld dat de brandweer geen effectieve inzet in het gebouw kon doen. Dat de brand zo’n grote schade kon aanrichten is vooral het gevolg van gemiste kansen tussen proactie en preventie. Als bij de brandweer eerder bekend is dat het om een gebouw met vitale functie gaat, kunnen zaken als Brand&Brandweer
alarmering, aanvalsplannen en procedures beter afgestemd worden op de aanwezige risico’s, de brandveiligheidsvoorzieningen en de eventuele gevolgen van een brand. Het brandonderzoek door de brandweer naar brandoorzaak, brandontwikkeling en incidentbestrijding levert ook lessen op voor gebouweigenaren en het bedrijfsleven. Zo staat te lezen in het onderzoeksrapport. Zij moeten een grondige risicoanalyse maken en meer investeren in de juiste maatregelen in het kader van risicobeheersing. Niet geredeneerd vanuit minimumeisen in de wet, maar vanuit risicobewustzijn en verantwoordelijkheid voor de eigen continuïteit en het maatschappelijk belang. Omdat het bedrijfspand waar de telefooncentrale in was gehuisvest in feite kan worden beschouwd als één brandcompartiment, kan niet worden gesproken van het falen van de brandscheiding, want die was wettelijk gezien niet voorgeschreven. En ook de preventieve voorzieningen in het bouwdeel van Vodafone waren volgens Van Werkhoven aanmerkelijk zwaarder dan de wet voorschreef, dus daaraan lag het niet. De zwakke schakel is het naastgelegen bedrijf in hetzelfde gebouw dat geen extra brandveiligheidsmaatregelen had getroffen. Maar die waren ook niet verplicht. Bedrijfsleven actief benaderen Bedrijven en gebouweigenaren moeten zich volgens RotterdamRijnmond breder oriënteren op continuïteitsrisico’s die zij lopen. De regio wil het bedrijfsleven actiever gaan benaderen om hen te stimuleren met een bredere blik naar brandveiligheid in hun gebouwen te kijken. Hoewel het geen wettelijke taak is van de brandweer, wil ze binnen de marges van personele en financiële capaciteit, bedrijven wel adviseren. Ook zou het volgens Van Werkhoven helpen als de brandweer een beter beeld heeft van kwetsbare en vitale bedrijven en gebouwen in haar verzorgingsgebied. Het merendeel van de bedrijven is niet verplicht om de brandmeldcentrale rechtstreeks aan te sluiten op de regionale meldkamer van de brandweer. Als bedrijven die in die categorie vallen al een brandmeldinstallatie hebben, is die meestal aangesloten op een PAC. Bedrijven die kunnen aantonen dat zij maatschappelijk gezien een vitale functie vervullen en hun brandveiligheid op orde hebben op basis van een gedegen risicoanalyse, kunnen ze in overleg met de regio alsnog kiezen voor een rechtstreekse aansluiting op de regionale meldkamer. ‘Het voordeel daarvan is dat er dan van het bedrijf bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen worden gemaakt, zodat de uitrukdienst goed op de hoogte is van de situatie in het gebouw en de specifieke risico’s’, aldus Van Werkhoven in het onderzoeksrapport. ‘Dan kunnen we bij een brandmelding sneller en effectiever optreden. Maar het belangrijkste is op een goede manier investeren aan de voorkant van de veiligheidsketen, zodat het zich terugverdient in het voorkomen en het beperken van brand.’ ■
Meer informatie over deze brand via:
[email protected] of over brandveiligheid in kwetsbare gebouwen: www.hetccv.nl/instrumenten/Model+IBB/index
nummer 9 september 2012 19
i n novati e
Wetenschap en vakmanschap verbinden in brandweerdoctrine Decennialang bestond er maar één brandweerdoctrine: de binneninzet. Daar komt langzamerhand verandering in. Naar binnen gaan is niet altijd meer de enige optie. Daarbij zijn de risico’s voor brandweermensen steeds groter. De NVBR en de Brandweeracademie hebben een kwadrantenmodel opgesteld, er zijn tests gedaan met technieken om van buitenaf een brand te bestrijden en de brandweer Hoorn ontwikkelde een zogenaamde brandroos. ‘De hele tactiek gaat op z’n kop’, aldus commandant Gerrit Spruit van Brandweer Flevoland.
‘G
Door Ellen Schat
emiddeld verliezen we één brandweerman ofvrouw per jaar bij brand’, vertelt Gerrit Spruit. Hij zit in het procesteam Brandweerdoctrine van de NVBR namens de programmaraad Brandweerzorg. Het aantal slachtoffers onder brandweerlieden in de laatste decennia, is een belangrijke overweging voor de Raad van Regionaal Commandanten om verder te kijken dan de binneninzet die sinds de introductie van ademlucht en hogedruk gewoon is geworden. Door incidenten als De Punt (2008) moest de brandweer wel reflecteren, stelt ook lector Brandpreventie René Hagen van het NIFV. ‘De Punt was de druppel.’ De onderzoekscommissie die dit incident onderzocht, stelde dat de brandweer meer keus moet hebben in de manier waarop de brand aangepakt wordt. Spullengestuurd De binneninzet is volgens Spruit ‘spullengestuurd’ ontstaan. ‘Er kwamen steeds betere ademluchttoestellen en bluskleding op de markt. Dat alles zorgde ervoor dat je naar binnen kon, verder kon gaan en ook langer binnen kon blijven. We hebben brandweerlieden lang geconditioneerd op de binneninzet’, aldus Spruit. Maar ondertussen worden nieuwe gebouwen veel complexer en bouwmaterialen brandgevaarlijker. Met name vanwege rookontwikkeling en het vrijkomen van onverbrande rookgassen. Gebouwen worden ook minder overzichtelijk, er wordt hoger en ondergronds gebouwd. Dat zorgt voor grotere risico’s.’ Eigenlijk zou je volgens Spruit alleen moeten oprukken als het kan, veilig en verantwoord is, net als in het leger. Als je je moet terugtrekken, is het bij de inzet al misgegaan. Als je veel energie steekt in het bestrijden van brand in een gebouw, waarvan je al weet dat het niet meer te redden is, moet je toch gaan nadenken.’ Voor hem is het uitgangspunt bij het bestrijden van brand: wat is het doel en welk resultaat wil je bereiken? Op basis daarvan kies je een tactiek. Ook lector Hagen vindt dat de brandweerlieden een keuze moeten hebben bij een inzet. ‘Tot nu toe wordt vooral gekeken naar het niveau van de brand en brandkenmerken. Hoe ontwikkelt de brand zich? De gebouw- en menskenmerken zijn onderbelicht. Een leeg kantoor is iets anders dan hetzelfde kantoor vol met mensen.’
20 nummer 9 september 2012
Geen noodzaak De discussie over de binneninzet is niet nieuw. De Arbeidsinspectie verkondigde eerder aan de brandweer dat naar binnen gaan niet geoorloofd is als er geen noodzaak tot redding is. 72% van de Nederlandse korpsen voert volgens onderzoek inmiddels niet meer standaard een binneninzet uit. In zijn eigen korps merkt Spruit met name bij de bevelvoerders wel een omslag in denken. ‘De manschappen zijn erg gemotiveerd en hebben vaak een ongelooflijke drive om naar binnen te gaan en de brand te blussen. Laatst was er bijvoorbeeld een brand in Biddinghuizen. Toen begrepen de brandwachten niet zo goed waarom een binneninzet niet geoorloofd was.’
Hagen: ‘Het is niet zo dat we louter uit veiligheidsoverwegingen niet meer naar binnen willen gaan, maar omdat het van buitenaf veiliger én effectiever kan’ De omslag in mentaliteit vergelijken Hagen en Spruit beide met de andere manier van denken over het bevrijden van slachtoffers bij verkeersongevallen. Tegenwoordig is het heel normaal om eerst slachtoffers te stabiliseren terwijl ze nog in het wrak zitten. Nu knippen we de auto zoveel mogelijk om hen heen weg. Vijftien tot twintig jaar geleden werd het slachtoffer uit de auto gehaald zonder al te veel aandacht voor het extra letsel dat daar mogelijk mee werd veroorzaakt. Die verandering vond iedereen heel logisch. We hopen dat het met de brandweerdoctrine ook zo gaat’, aldus Spruit. Binneninzet overbodig Momenteel wordt de offensieve buiteninzet onderzocht door middel van onder meer de piercing nozzles, de nevelkogel en de coldcutter. Dit laatste is een gecombineerd snij- en blussysteem dat een kleine opening in de gevel maakt en dan watermist naar Sdu Uitgevers
i n novat i e
binnen spuit. De eerste resultaten zijn positief. De overlevingskansen van mensen in gebouwen zullen groter worden en daarmee ook de kansen voor brandweermensen. Van buiten kan volgens Hagen beter en effectiever een brand bestreden worden. ‘De binneninzet zal zelfs overbodig raken.’ Hij bracht deze discussie vorig jaar al eens op gang. ‘Het is niet zo dat we louter uit veiligheidsoverwegingen niet meer naar binnen gaan, maar omdat het van buitenaf veiliger én effectiever kan’, aldus Hagen. Een ander punt is de verbinding tussen repressie en risicobeheersing. ‘Stel dat je bij een gebouw wel naar binnen gaat en alles op alles zet voor behoud van het gebouw, maar preventief geen
Zoektocht De NVBR en de korpsen zelf verkeren momenteel in een verkennende fase. Het vormen van een doctrine gaat jaren duren. Wat is eigenlijk precies een doctrine? ‘Een doctrine is een theorie achter het vak, die verklaart waarom we doen wat we doen. Waarom nemen we bijvoorbeeld 25 meter afstand bij een ongeval met gevaarlijke stoffen? Als je op een gegeven moment die 25 meter als regel stelt, maar niet weet waarom, moet je daar toch eens bij stil staan’, stelt Lucas de Lange van de Brandweer Haaglanden. Een doctrine is volgens De Lange nooit klaar. ‘Belangrijk is om de wetenschap en het vakmanschap in de doctrine met elkaar te verbinden.’ De Lange brengt twee belangrijke waarden van de brandweerdoctrine ter sprake. De eerste is het kwadrantenmodel dat nu een eerste bouwsteen vormt. Dit model behelst vier inzetstrategieën, namelijk de offensieve binneninzet, de defensieve binneninzet, de offensieve buiteninzet en de defensieve buiteninzet. Op het NVBRcongres in het najaar wordt het kwadrantenmodel ‘getest’. Dat houdt in dat de bezoekers op basis van beelden voor één van de vier inzetten kiezen. De resultaten voor en na de workshop over de brandweerdoctrine worden vergeleken. De heren zijn nu al nieuwsgierig naar de percentages. De tweede waarde is dat risicobeheersing en repressie met elkaar verbonden worden, zoals Hagen ook al aangeeft. De Lange hoopt en verwacht
Brand&Brandweer
De brandroos van Hoorn.
veel van het proces dat nu is opgestart. ‘Iedereen wil voorkomen dat je collega’s verliest. En het is niet vreemd dat de gevaren groter zijn dan in de tijd van Jan van der Heyden.’
Brandroos Hoorn Een korps dat heel concreet met de brandweerdoctrine bezig is, is brandweer Hoorn. Na het incident bij De Punt ging het onderwerp veiligheid erg leven in het korps. ‘We zijn er heel actief mee bezig geweest’, vertelt bevelvoerder Micha Meuleveld. Het korps ontwikkelde de brandweerroos, een model met vier inzetmogelijkheden dat gelijkenis heeft met het kwadrantenmodel. Bij elk kwadrant is een doelstelling en basistactiek vastgesteld (zie afbeelding). ‘Het is vooral bewust worden van de gevaren’, aldus Meuleveld. Tijdens het aanrijden naar een brand in een industriepand zegt de bevelvoerder welke risico’s wel en niet worden genomen op basis van de informatie die op dat moment beschikbaar is. ‘Eerst gingen we naar binnen en dachten we minder na over de te verwachten risico’s. Vaak doet de brandweer haar uiterste best een pand te behouden en wordt een dag later het pand alsnog gesloopt.’ Als blijkt dat het gebouw in brand staat in plaats van brand in een gebouw, neemt de brandweer geen risico. Meuleveld: ‘Bij brand in een gebouw gaan we ook voor nul risico, maar kijken we wel
wat we defensief op een veilige en verantwoorde manier kunnen uitrichten. De inzet en risico’s worden tijdens het aanrijden besproken. Dit gebeurt expliciet nogmaals ter plaatse en face-to-face als blijkt dat het een defensieve inzet gaat worden. Het SUST-principe (Samen Uit Samen Thuis) is een belangrijke uitdrukking die ter plaatse ingevuld moet worden.’ Eén keer is een praktijkinzet gedaan bij een industriepand, waar met lagedrukstralen de brand defensief buiten is benaderd. Toen bleek dat er brand in het gebouw was en geen brandend gebouw, is de brand na heroverweging van risico’s offensief benaderd. De nieuwe manier van werken vergt volgens Meuleveld met name scherpte van de bevelvoerders. ‘De bevelvoerder bepaalt in eerste instantie welke inzettactiek toegepast gaat worden. Ze zullen de brandroos goed duidelijk moeten hebben. Maar ook de manschappen dienen goed op de hoogte te zijn van de nieuwe doctrine en het gedachtegoed daarachter.’ De Officieren van Dienst in de regio zijn op de hoogte gebracht van de brandroos. ‘Zodat ze in ieder geval weten dat het toegepast wordt, ook al werken ze zelf niet expliciet met dit principe.’ Meuleveld hoopt dat korpsen in de regio en in de rest van het land bewust worden van risico’s in combinatie met inzettactieken. ‘We willen onze kennis en ervaring die we nu opdoen, graag delen met de rest van het land, want we hebben hier iets in handen dat bij kan dragen aan onze veiligheid.’
nummer 9 september 2012 21
fotografie: NIFV
i n novati e
De Brandweeracademie deed in mei 2011 tests met de coldcutter die positieve resultaten gaven.
eisen stelt aan schadebeperking. Dat is vreemd’, vindt Hagen. ‘Of je moet preventief ook eisen stellen om het gebouw te behouden. Het repressieve doel moet beter afgestemd worden op het preventieve doel qua brandveiligheid. Dat moeten we op elkaar leggen. Met het verkennen van de brandweerdoctrine gebeurt dat nu voor het eerst.’
‘De manschappen zijn erg gemotiveerd en hebben vaak een ongelooflijke drive om naar binnen te gaan en de brand te blussen’ De brandweerdoctrine is een grote verandering bij de brandweer. ‘Nederland is hierin redelijk baanbrekend’, aldus Hagen. In Engeland en de VS zijn soortgelijke ontwikkelingen, in mindere mate in Zweden en Nieuw-Zeeland. ■ www.brandweerdoctrine.nl 22 nummer 9 september 2012
In gesprek over de brandweerdoctrine Op donderdagavond 27 en vrijdag 28 september organiseert het procesteam de Werkplaats Brandweerdoctrine. Lucas de Lange vertelt: ‘Tijdens deze werkplaats gaan we in gesprek met collega’s uit het veld over het eerste concrete product van de brandweerdoctrine: het kwadrantenmodel. Het model geeft de handelingstactieken defensieve buiteninzet, offensieve buiteninzet, defensieve binneninzet en offensieve binneninzet weer. De groep bestaat uit ruim dertig brandweermensen met diverse achtergronden, zoals een bevelvoerder en brandonderzoeker, maar ook mensen van de afdeling risicobeheersing en operationele voorbereiding. Gezamenlijk gaan we kijken of het kwadrantenmodel werkt, wat er nodig is om het toe te kunnen passen in de praktijk en hoe de koppeling plaatsvindt tussen risicobeheersing en repressie.’ Wil je meer weten over de brandweerdoctrine? Kijk dan op www.brandweerdoctrine.nl, word lid van de LinkedIn groep brandweerdoctrine of volg de ontwikkelingen via Twitter: @brandweerdoctri.
Sdu Uitgevers
Postbus 7010 6801 HA Arnhem T (026) 355 24 55 F (026) 351 50 51 E
[email protected] www.nvbr.nl
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Alle brandweerkorpsen in Nederland zijn verenigd in de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding: de NVBR. Daarmee maken we ons sterk voor de kwaliteit voor de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland. Zo dragen wij bij aan een grotere veiligheid van onze samenleving.
Brandweeronderwijs versterkt Er komt een gezamenlijk plan van aanpak om de kwaliteit en organisatie van het brandweeronderwijs verder te verbeteren. Op 16 juli heeft minister Opstelten samen met vertegenwoordigers van het Veiligheidsberaad, de VNG, de RRC, het NIFV, het NBBe en de VBV (mede namens de andere vakorganisaties) daarvoor een convenant gesloten. Het plan van aanpak moet de komende drie jaar leiden tot versterking van brandweeropleidingen. De ambitie is één opleidingsinstituut voor de brandweer met een aantal vestigingen in het land. Daarbij is sturing op
kwaliteit van groot belang. Daarnaast moet het brandweeronderwijs verder innoveren door bijvoorbeeld meer gebruik te maken van e-learning en nieuwe media. Als derde speerpunt moet er een uniforme aanpak komen voor het bijscholen en oefenen in alle 25 veiligheidsregio’s. Het plan kent een gemeenschappelijke uitvoering - Verbetering Brandweerexamens - waarin specifiek wordt ingezet op het verbeteren van de opzet en kwaliteit van examinering van brandweerfuncties. Gezien het grote belang van dit plan voor de brandweer wordt bij de uitvoering van het
convenant het brandweerveld zeer intensief betrokken. Paul Joosten (NVBR) en Wim Beckmann (Brandweeracademie, NIFV) geven als overallprojectleiders uitvoering aan de verschillende deelprojecten binnen dit convenant.
Voorziening voor Decentrale Uitgifte ontlast meldkamers
Niet-spoedeisende meldingen doorschakelen naar een decentrale post om zo de meldkamer te ontlasten bij spoedmeldingen. Dat is volgens Paul van der Linden van de Veiligheidsregio Brabant-Noord en binnen het NVBR-netwerk Meldkamerdomein portefeuillecoördinator Alarmering een relatief goedkope oplossing om extra capaciteit te creëren. Bovendien worden op die manier taken neergelegd waar ze het beste opgelost kunnen worden. Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
‘Bij schaalvergroting van meldkamers neemt de personeelomvang relatief gezien af, terwijl het aantal niet-spoedeisende meldingen bijvoorbeeld bij noodweer in relatieve zin gelijk zal blijven. De druk op de meldkamer wordt in die gevallen dus groter dan in de huidige situatie’, zo vertelt Van der Linden. Iedere regio heeft zijn eigen voorziening getroffen om overbelasting van de meldkamer tijdens een ‘stormnacht’ te voorkomen. Maar een landelijke, robuuste oplossing ontbreekt. Reden voor de brandweerregio’s om hiertoe een gezamenlijk project, Decentrale Uitgifte
(DCU), te starten. De NVBRstuurgroep Meldkamer Brandweer heeft opdracht gegeven voor het project dat wordt geleid door de Brandweer Vraagorganisatie Informatiemanagement (BVIM). Het project DCU moet leiden tot een technische oplossing, die ondersteunend is aan de bestaande werkprocessen. Gebruiksgemak staat daarbij voorop. Hiervoor wordt samengewerkt met relevante landelijke partijen en netwerken.
Meer informatie is te vinden op www.nvbr.nl nummer 9 september 2012 23
Even voorstellen
Albert Gieling Albert Gieling is de voorzitter van het nieuwe netwerk Vakbekwaamheid dat momenteel wordt opgericht. Gieling is clustercommandant MiddenTwente en tevens portefeuillehouder Vakbekwaamheid in het regionaal MT. Vanaf volgend jaar wordt hij ook sectorhoofd Vakbekwaamheid en Kennis bij Brandweer Twente.
Henk Jonker Sinds 1 mei is Henk Jonker projectleider Specialistisch Optreden op Maat (SOM). Hij heeft het stokje overgenomen van Ritchie Trompert, onder wiens verantwoordelijkheid het concept eindrapport SOM tot stand is gekomen. In dit rapport is een visie vanuit Brandweer Nederland beschreven op elf brandweerspecialismen.
Tonnie Wold Na een detachering van twee jaar bij het Landelijk Management Development (nu Academie voor Talent en Leiderschap Veiligheidsregio’s) werkt Tonnie Wold weer bij de NVBR. Hij is het aanspreekpunt voor het dossier Vakbekwaamheid. Wold ondersteunt ook Albert Gieling bij de opzet van het nieuwe netwerk Vakbekwaamheid.
Standaardzinnen voor preventisten uitgebreid en vernieuwd De NVBR-vakgroepen Veilig Gebruik en Veilig Bouwen hebben de ‘standaardzinnen’ in het kader van toezicht, handhaving en advisering van brandveiligheidsaspecten in het Bouwbesluit 2012 vernieuwd en uitgebreid. De standaardzinnen geven de preventist een goed handvat om een brandveiligheidrapportage op te stellen. Ook is dit document een goede basis voor het digitale toezicht. Met de standaardzinnen willen de vakgroepen voldoen aan een landelijke standaard voor rapporteren. ‘Uniformiteit is een groot voordeel van dit document. Ieder korps was er zelf mee bezig en je ziet dat dan veel ‘gezochte’ zinnen worden geschreven om het juridisch dekkend te maken. Maar je opmerkingen moeten landen bij de klant. Daar is het uiteindelijk om te
doen’, aldus Ivo Snijders van Brandweer Midden- en West-Brabant. In april kwam het deel standaardzinnen Bouwbesluit 2012 voor toezicht en handhaving beschikbaar via BKN. Er is volgens Snijders veel vraag naar. De reacties uit het veld zijn gebruikt om de zinnen te verbeteren. ‘Dat houdt in dat de zinnen nu sluitend en dekkend zijn, maar niet alle juridische termen van het Bouwbesluit bevatten. Er wordt verwezen naar het betreffende artikel in het besluit. Doordat de gebruiker het Bouwbesluit 2012 en de toelichting ter beschikking heeft, kunnen de zinnen op een meer toegankelijke manier worden opgesteld. Daarmee is het duidelijker wat er precies bedoeld wordt.’ Ook is een deel advies toegevoegd, waarna in september het vernieuwde geheel beschikbaar komt.
Janice Meerenburgh Janice Meerenburgh, nu nog Brandweermanager Beleid en Advies van Brandweer Twente, volgt per 1 september Ymko Attema op als programmacoördinator Management en Bedrijfsvoering. In dit programma vallen onder meer de netwerken P&O, Kwaliteitszorg, Beleids- en Bestuursondersteuning, Vrijwilligheid en Roze-Rood.
Brainstormen op netwerkdag rampen- en calamiteitenplannen Op 20 september 2012 is er in Arnhem van 10.00 uur tot 16.00 uur een netwerkdag Rampen- en calamiteitenplannen. Deze dag is een initiatief van de NVBR en Brandweer Amsterdam-Amstelland en heeft tot doel om te leren van elkaars ervaringen. Er wordt onder andere gesproken over hoe we moeten omgaan met de eisen die gesteld worden. Verder staan ook de plannen voor de toekomst en Opleiden, Trainen, Oefenen (OTO) op de agenda. De thema’s worden uitgewerkt in workshops. Geïnteresseerd? Schrijf je dan voor 13 september in door een mail te sturen naar
[email protected].
Te verwachten…. • V isie op HRM en Leiderschap: beschikbaar
• G eactualiseerde versie Handboek Brandbeveiligingsinstallaties: september 2012
24 Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
• H andreiking Bluswatervoorziening en bereikbaarheid: september 2012
• B randweerkrant van Nederland nr 4: november 2012
Sdu Uitgevers
Korps van de maand: Brandweer Katwijk, Hollands-Midden Het korps Katwijk vervangt dit jaar in één keer al haar vier tankautospuiten door wagens met drukluchtschuim. ‘Het is een uitdaging om daarmee aan de slag te gaan’, zegt brandweercommandant Bas de Leeuw. ‘Alle honderd vrijwilligers en tien beroeps moeten worden getraind.’ Iedereen heeft veel zin om met de nieuwe auto’s te gaan werken, zeker omdat de huidige auto’s na vijftien jaar aan vervanging toe zijn. Het korps Katwijk is nog het enige korps in de regio Hollands-Midden dat niet geregionali-
Oproep ‘Samen voor Brandveiligheid’ ‘Samen voor Brandveiligheid’, dat is het thema van de netwerkdag Brandleven Leven op 14 november in Duiven. Deze keer staat samenwerking met externe partners centraal. Aan jou de vraag met welke partners je nu samenwerkt en met welke je nog wilt samenwerken aan brandveiligheid. Laat het ons weten zodat we de juiste externe partners kunnen uitnodigen voor 14 november. Suggesties kun je mailen naar:
[email protected]. Aanmelden kan ook door een mail te sturen naar
[email protected]. Je ontvangt dan een aanmeldingsformulier.
2012 telt al 28 doden door brand Een trieste tussenstand als het gaat om het aantal doden dit jaar door brand in gebouwen. Er zijn tot 17 juli in totaal 28 personen omgekomen, bijna allen bewoners. Het merendeel van de slachtoffers (17 personen) is tussen de 18 en 65 jaar. Daarnaast overleden 9 bejaarden en een kind. De cijfers zijn onder voorbehoud en verzameld uit mediaberichten.
seerd is en zelfstandig als gemeentelijke brandweer opereert. Volgens De Leeuw is daar ook
nog geen noodzaak toe: ‘Een paar jaar geleden zijn de dorpen Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg gefuseerd. Daarbij is ook het huidige korps ontstaan en door de grootte kunnen we veel dingen heel goed zelf organiseren. Zo zijn alle manschappen en bevelvoerders in Zweden geweest voor training. Dat is best uniek voor een korps dat hoofdzakelijk uit vrijwilligers bestaat.’ Toch wordt wel veel samengewerkt met de regio Hollands-Midden en zijn de contacten ook prima. ‘Als het wettelijk geregeld wordt dat we moeten regionaliseren, dan zullen we ook met plezier overgaan.’
De vaardigheidstoetsen van het ABWC Het Algemeen Brandweer Wedstrijd Comité (ABWC) richt zich de komende tijd op het op één lijn krijgen van vaardigheidtoetsen. Dit gebeurt onder leiding van algemeen wedstrijdleider Casper Dollekamp. Hij volgde afgelopen jaar Joop Huizing op en heeft zin in deze uitdaging. Naast enthousiasme en een lange brandweercarrière brengt Dollekamp ook ervaring op het gebied van vaardigheidsproeven met zich mee. De hoofdtaak van het AWBC is het bevorderen van de vakbekwaamheid van brandweerkorpsen door het jaarlijks organiseren van vaardigheidstoetsen. Vaardigheidstoetsen zijn eigenlijk geënsceneerde, maar zeer realistisch vormgegeven brand- en/of ongevalscenario's. Brandweermensen uit heel Nederland worden in teamverband getoetst op veilige werkwijzen, vaardigheden en kennis van het repressieve vak. Aan het einde van het seizoen mag het winnende team zich landskampioen noemen.
Bovendien is het van belang om mensen te belonen als ze iets goed doen en oog te hebben voor de cruciale momenten tijdens een incident. Het hanteren van specifieke thema’s tijdens de vaardigheidstoetsen is één van de mogelijkheden om expliciet leerdoelen in de toets in te bouwen.’ Doorontwikkelen Dollekamp heeft ook al ideeën over het doorontwikkelen van de vaardigheidtoetsen: ‘Het idee is om nieuwe ontwikkelingen een plek te gaan geven in de toetsen. Verder willen we een belangrijke rol spelen bij het opzetten van nieuwe procedures en protocollen. Dit jaar zijn we gestart met het opzetten van een nieuwe toets voor oppervlakteredding. Door het initiatief van het ABWC worden de juiste mensen bij elkaar gebracht. De vaardigheidstoetsen zijn een prima platform om zulke zaken te testen en te oefenen.’
Eén lijn in Brandweer Nederland ‘We willen dat alle vaardigheidstoetsen op dezelfde manier afgenomen en beoordeeld worden’, zo vertelt Dollekamp. ‘Geen lijst meer aflopen of beoordelen volgens het boekje, maar het gaat er om hoe door de deelnemende teams een incident inventief, effectief, snel en veilig wordt aangepakt.
Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
nummer 9 september 2012 25
Verenigingsportret
We publiceren iedere twee weken op de NVBR-website een portret van iemand die betrokken is bij onze vereniging. Dit zijn mensen die zich inzetten voor de programmaraden, netwerken, werkgroepen, vakgroepen of projecten, of die werken binnen het bureau van de NVBR. Waarom lopen zij warm voor de brandweer en wat doen zij voor het werkveld? Hieronder leest u een fragment uit deze portretten.
Wie: Dick Jongeneel Wat: Lid platform Arbeidsveiligheid Repressieve Taakstelling (ART)
Wie: Mark Bokdam Wat: Op projectbasis actief voor de NVBR, momenteel met het project Specialistisch Optreden op Maat (SOM)
Wie: Frans Schippers Wat: Bestuurslid NVBR
Brandweercommandant Dick Jongeneel van Texel vindt dat de brandweer de eilandjescultuur moet doorbreken. ‘We moeten opener zijn.’ Jongeneel werkt al meer dan zeventien jaar op Texel. De rode draad in zijn werkzame leven is veiligheid. Als specialist op dat gebied laat hij ook vanaf het Waddeneiland van zich horen. Namens de Veiligheidsregio Noord-Holland-Noord is hij lid van het platform ART, onderdeel van het netwerk Repressie. ‘We zijn een lerende organisatie en er is gelukkig veel gebeurd als het gaat om het verbeteren van arbeidsveiligheid. Maar in veel opzichten zijn we nog te gesloten. Zeker op het gebied van ongevallen kunnen we veel meer van elkaar leren. Ik vind het onbegrijpelijk dat er nog geen centrale database is van ongevallen en bijna-ongevallen binnen de brandweer. We moeten veiligheid veel meer borgen.’
Hoewel Mark Bokdam zelf pas in 2001 in dienst kwam bij Brandweer Twente, was voor hem de situatie niet nieuw. ‘Ik kom uit een brandweerfamilie. Mijn vader was beroeps bij Brandweer Hengelo. Mijn droom was altijd architect worden en dat ben ik ook geworden, maar op een gegeven moment begon het toch te kriebelen.’ In 2001 stapte hij over naar de brandweer en ging als teamleider Preventie bij Brandweer Twente aan de slag. Daarnaast was hij enige tijd secretaris van de vakgroep Waterongevallenbeheersing. In 2010-2011 was hij als projectleider Verbeteren veiligheid brandweerduiken en Leidraad grootschalig brandweeroptreden fulltime in dienst van de NVBR. Beide projecten zijn inmiddels afgerond. Momenteel houdt Bokdam zich bezig met het SOMproject. Ook dat project zit in de eindfase en zal na de zomer worden geïmplementeerd.
Voor een directeur en brandweercommandant van een veiligheidsregio (Kennemerland) houdt de werkweek niet met veertig uur op. Frans Schippers is ook bestuurslid van de NVBR en betrokken bij de totstandkoming van het Brandweermonument. ‘Ik ben positief verrast door de reacties op de onthulling. Met name van nabestaanden van brandweermensen die zijn omgekomen tijdens hun werk. Er bleek meer behoefte te zijn aan zo’n gedenkplaats dan we dachten.’ Schippers is ook co-kwartiermaker van het nieuwe Instituut Fysieke Veiligheid (IFV), dat dit jaar gestalte moet krijgen. ‘Ik hoef niemand bij de brandweer te vertellen dat er veel gebeurt op dit moment. Hoe zich dat gaat ontwikkelingen, zal de komende tijd uitwijzen. Ik heb er vertrouwen in dat het gaat lukken.’
Wat is jouw rol? Stelling van de maand: Spui(t) (z)elf Grijp nu je kans en laat je stem horen. Wij ontvangen graag jouw (vurige) reactie op onderstaande stelling.
‘Met nieuwe technieken kun je net zo goed van buiten blussen als van binnen’
Op pagina 20-22 lees je een artikel over de ontwikkeling van de brandweerdoctrine. De brandweerdoctrine is van en voor de brandweer. Ook jouw kennis en kunde is daarbij van belang. Laat je stem horen door bijvoorbeeld op de Stelling Spui(t) (z)elf te reageren of discussieer mee op LinkedIn, groep brandweerdoctrine. Op het NVBR-congres kun je op 2 november deelnemen aan een workshop brandweerdoctrine. Meer informatie vind je op www.brandweerdoctrine.nl. Ook kun je de ontwikkelingen volgen via Twitter: @brandweerdoctri.
De reacties op de vorige stelling: ‘Het is goed dat er eindelijk een nationaal brandweermonument is’, zijn te lezen op www.nvbr.nl.
26 Deze pagina is tot stand gekomen onder redactie van de NVBR
Sdu Uitgevers
‘Protocol voor gaslekkages van belang’ Twee keer in één week kruipen brandweerlieden in de regio Groningen door het oog van de naald wanneer zij uitrukken voor een gaslekkage in een woning en schoolgebouw. Beide keren wordt ondervonden dat het lastig is om een juiste gevaarinschatting te maken. Brandweer Groningen pleit daarom voor een landelijk protocol en adviseert meetstrategieën uit te werken. Belangrijk is om daarbij onderscheid te maken in ‘spontane’ lekkages, door bijvoorbeeld werkzaamheden en bewust veroorzaakte lekkages.
‘V
Door Jolanda Haven
aak blijven deze bijna-ongevallen binnen de regio, terwijl het goed is om ervaringen te delen’, zo vertelt Arbocoördinator Sietse Smit van Brandweer Groningen. Hij schreef een bijna-ongevalrapportage over beide gaslekkages en haalde nog een incident aan uit 2004. Het document is regionaal, maar ook landelijk verspreid. ‘We krijgen geregeld te maken met gaslekkages, al dan niet bewust veroorzaakt. Ik denk niet dat we de enige regio zijn.’ Op 16 februari vindt als gevolg van een bewuste gaslekkage in een flat in Hoogezand een explosie plaats. De voorpui van een portiekflat wordt weggeblazen. Er vallen wonderlijk genoeg geen gewonden onder het brandweerpersoneel. Tijdens dit incident is Smit Officier van Dienst. ‘Hoewel je weet dat er opzet in het spel is, wil je als brandweer een inzet doen. Niks doen voelt niet goed. Bovendien is de kans groot dat de situatie escaleert. Maar een inzet brengt ook risico’s met zich mee. Je staat in dergelijke gevallen voor een lastige situatie.’ Drie dagen later is het raak in
Musselkanaal. De brandweer rukt uit voor gaslucht in een schoolgebouw. Achteraf blijkt dat brandweerlieden lange tijd in gevaarlijk gebied rondlopen. Het loopt goed af, maar beide incidenten laten volgens Smit zien dat er soms een dunne lijn zit tussen ‘het ging net goed’ en ‘deze keer hadden we geen geluk’. In 2004 ging het namelijk wel mis. Bij een gaslekkage in een vrijstaande woning in Kropswolde raken brandweerlieden en politieagenten gewond als gevolg van een grote explosie. ‘Alleen de fundering van de woning was nog zichtbaar’, aldus Smit. ‘Op basis van deze ervaringen vraag ik me af of we ons voldoende bewust zijn van de gevaren van gaslekkages.’ Gevaarinschatting ‘Het is lastig om bij (mogelijke) gaslekkages in gebouwen een goede gevaarinschatting te maken’, zo vervolgt Smit. ‘Het is vaak onduidelijk of daadwerkelijk gas lekt, waar dit lekt, hoe groot de lekkage is en hoe lang het al lekt. Om toch een inschatting van het gevaar te kunnen maken, worden vaak metingen uitgevoerd rondom of in het gebouw.’ Uit beide incidenten (zie kaders)
Gevaarlijk gebied Musselkanaal Op zondagavond 19 februari wordt de brandweer van Stadskanaal gealarmeerd voor een melding ‘gas- dan wel vreemde lucht’ in Musselkanaal in een school met zes klaslokalen. Links en rechts van de school staan twee woonhuizen. Er wordt buiten verkend en gemeten. Daarbij wordt wel gaslucht waargenomen, maar worden geen waarden op de explosiegevaarmeter weergegeven. De brandweer besluit het gebouw in te gaan. De exacte locatie van de gasaansluitingen, gasmeter en verwarmingsketel zijn niet bekend. Uit voorzorg worden in de verkende ruimten de ramen geopend. Midden in het gebouw worden de meterkast en de gasaansluiting gevonden. De stroom wordt uitgeschakeld en de gaskraan dichtgedraaid. In dit gebied slaat de explosiegevaarmeter alarm en geeft een waarde aan van 10% LEL waarop de verkenningsploeg het gebouw verlaat. Zodra de energieleverancier ter plaatse is, sluiten zij de invoerleiding naar het gebouw. Na circa een half uur ventileren wordt nogmaals gemeten, ook in het gebouw.
28 nummer 9 september 2012
Nabij een gesloten ruimte in het midden van het gebouw geeft de meter 10% LEL aan. Als de deur voorzichtig wordt geopend, wordt een waarde van 63% LEL gemeten waarop het gebouw direct wordt verlaten. In deze ruimte blijkt de toegang tot de kruipruimte en de cv-installatie te zitten. Aan de buitenzijde van het pand wordt bij de ventilatieroosters van de kruipruimte niets gemeten. Nadat een overdrukventilator wordt geplaatst om de ventilatie kracht bij te zetten, wordt 82% LEL gemeten. Duidelijk is dat de kruipruimte vol gas staat. Enexis komt een andere gasleiding op het spoor die langs de school loopt naar een tweetal woningen op circa 300 meter afstand. Die leiding loopt vlak langs de fundering van de school. Enexis graaft de leiding op en sluit hem af. Uiteindelijk wordt door mechanische ventilatie na ruim twee uur de concentratie aan gas in de kruipruimte tot onder de 10% LEL gebracht. Er worden opnieuw metingen verricht in de lokalen en de kruipruimte. Daarbij worden geen waarden meer gemeten.
Sdu Uitgevers
Fotografie: Marcel Klip 112groningen.nl
Risicobeh eersi ng
RISICOBEHEERSING
Bewuste gaslekkage Hoogezand Op donderdagochtend 16 februari wordt de brandweer van Hoogezand gealarmeerd voor een gaslekkage in een portiekwoning op de eerste verdieping. Aanrijdend krijgen ze te horen dat de bewoner de gaskraan heeft opengedraaid. Ter plaatse doet de aanvalsploeg een verkenning met een explosiegevaarmeter en ademlucht. Zij meten in het portiek niets. De voordeur van de woning blijkt dermate gebarricadeerd dat het niet lukt om binnen te komen. Wel kan een raampje, ook gebarricadeerd met tralies, worden ingeslagen. Er wordt door het raampje gemeten, maar ook dat levert niets op. Op dat moment meldt de politie dat de bewoner ook brandende kaarsen in de woning heeft staan. Nog geen minuut later vindt een explosie dan wel snelle ontbranding plaats. Daarbij wordt door de drukgolf eerst de voorpui weggeblazen. Er komt een steekvlam achteraan. Er ontstaat een binnenbrand die in eerste instantie moeilijk te bereiken is vanwege de gebarricadeerde voordeur. Met een redzaag wordt de voordeur opengemaakt, waarna de brand snel is geblust.
komt duidelijk naar voren dat een meting in een gebouw niet altijd een juiste weergave geeft van de werkelijke situatie. In een naastgelegen ruimte kan best sprake zijn van een gevaarlijk gasmengsel. Smit: ‘Muren schermen af. In de ene ruimte kan de explosiemeter geen verhoogde waarden aangeven, terwijl de ruimte ernaast zeer gevaarlijk is. Bovendien hebben sommige meters een langere reactietijd. Dan duurt het vijf of tien seconden voordat de meter de juiste waarde aangeeft. Tot die tijd sta je mogelijk wel in een gevarenzone. Een binnenaanval bij een gaslekkage in een gebouw brengt dus zeker gevaren met zich mee.’ Natuurlijk ventileren of het gebruik van een overdrukventilator wordt vaak als alternatief toegepast. Maar ook dat is niet altijd een optie. Het inslaan van thermopaneramen of ramen op hoogte is lastig. Bovendien creëer je bij langdurige gaslekkages een groter gevaar als je ongecontroleerd gaat ventileren. Door verdunning kan het gasmengsel in het explosiegevaarlijke gebied terechtkomen. Door allerlei invloeden kan dan toch een explosie plaatsvinden. Smit: ‘Ook een defensieve inzet kan dus gevaren met zich mee brengen. Je staat dichtbij een pand. Zowel het incident in Kropswolde (2004) als in Hoogezand dit jaar, laten zien dat je ook buiten niet altijd veilig bent.’ Daarnaast moet de brandweer extra alert zijn op bewust veroorzaakte gaslekkages. Dit soort incidenten brengen extra risico’s met zich mee. Er kunnen meerdere ontstekingsbronnen aanwezig zijn of het gebouw is gebarricadeerd. Dergelijke incidenten vergen een andere benaderingswijze dan ‘normale’ gaslekkages in gebouwen. Maar voor gasexplosies in het algemeen geldt: de ene explosie is de andere niet is. Smit: ‘In Kropswolde was sprake van een totale verwoesting van de woning. In Hoogezand werd alleen de voorpui uit de woning geblazen en leek het meer op Brand&Brandweer
een snelle verbranding. Qua risico’s voor het brandweerpersoneel zit een groot verschil tussen beide incidenten. Mogelijke factoren die een rol spelen bij de zwaarte van de explosie, zijn de gasconcentratie en de constructie van het gebouw.’ Protocol Op het gebied van brandbestrijding is de laatste jaren veel aandacht voor alternatieve inzetstrategieën. ‘Voor gaslekkages hebben we geen alternatieve benadering, waardoor toch vaak wordt gekozen voor een offensieve inzet, oftewel een binnenaanval’, aldus Smit. ‘Een defensieve inzet is vaak niet meer dan het ventileren van een gebouw. Veel regio’s hebben een eigen protocol of stroomschema. Maar landelijk is er geen eenduidig document.’ Door alle ervaringen te bundelen en de mogelijkheden voor een offensieve of defensieve inzet op basis van verschillende situaties, krijgt de brandweer volgens Smit meer handvatten. ‘Dat wil nog niet zeggen dat je dan altijd veilig opereert. Iedere lekkage is anders. Maar er valt meer uit ervaring te halen.’ Op basis van de ervaringen in Groningen doet de regio drie aanbevelingen. Ten eerste: het uitwerken van een meetstrategie voor het meten van gaslekkages in gebouwen. Belangrijk is om daarbij onderscheid te maken in een bewust veroorzaakte gaslekkage en gaslekkages die spontaan of bijvoorbeeld als gevolg van werkzaamheden zijn ontstaan. Werk daarnaast een defensieve buitenaanval uit voor incidenten waarbij sprake is van een gaslekkage in een gebouw. Neem daarin zowel ventilatietechnieken, als het creëren van ventilatiemogelijkheden (bijvoorbeeld: ingooien thermopaneramen) mee. En als derde aanbeveling is het volgens de regio verstandig om nader onderzoek te doen naar de factoren die bepalen of zich een snelle verbranding of een (zware) explosie kan voordoen. ■ nummer 9 september 2012 29
Repressi e
GRIP4 voor rokend wokrestaurant in Twente
Witte en grijze rookwolken komen van diverse kanten uit het pand.
Een felle brand legt restaurant Pan in het Overijsselse plaatsje De Lutte volledig in de as. De rookontwikkeling is enorm. Bewoners in het nabijgelegen Oldenzaal worden via de sirene verzocht ramen en deuren te sluiten. Hoewel de brand vrij snel onder controle is, wordt GRIP4 afgekondigd. Door Marco van der Leest
‘U
fotografie RICHARD HOFSTE
it de eerste melding was lastig af te leiden of het een woningbrand betrof of brand in een restaurant’, zegt Officier van Dienst (OvD) Matthieu Brons. Op maandag 11 juni om 6.30 uur komt het bewuste telefoontje binnen. ‘De woning en het wokrestaurant stonden niet ver van elkaar. Tijdens het aanrijden wisten we niet precies wat we zouden aantreffen. Eenmaal ter plaatse werd het snel duidelijk: het ging om het restaurant, een wokrestaurant om precies te zijn. Een bedrijf dat nog maar een paar jaar draaide.’ Bij de eerste alarmering gaan twee TS'en, een tankwagen en OvD ter plaatse. Brons: ‘De bevelvoerder schaalde direct op naar grote brand, omdat dikke grijze rook uit het dak kwam. Vervolgens heb ik doorgeschaald naar zeer grote brand en zijn nog een TS en een hoogwerker gealarmeerd. Aanrijdend had ik het grootwatertransport al in gang gezet.’ Signalen lezen voor goede brandbestrijding Er wordt ingezet op een offensieve binnenaanval om de vuurhaard te bereiken. Maar wanneer Brons ter plaatse komt, elf minuten na de melding, wordt besloten de mannen terug te trekken. ‘De risico’s bleken aanzienlijk’, zo vertelt de OvD. ‘Er was binnen een groot vuurfront en veel rook- en hitteontwikkeling. De neutrale zone, de scheidslijn tussen de koude en warme zone,
30 nummer 9 september 2012
zat inmiddels op kniehoogte. Daardoor was het zicht nihil.’ De binnenaanval wordt gestaakt en het vuur wordt met een offensieve buitenaanval te lijf gegaan. Een juiste en gefundeerde beslissing volgens de OvD. ‘Bij Brandweer Twente wordt iedereen actief (bij)geschoold in brandgedrag, in het lezen van rook en hoe je daarop moet reageren. Dat gebeurt onder andere door het zogenaamde Brainbox Brandgedrag-programma. Daardoor kun je snel een inschatting maken van de situatie en de juiste beslissing nemen. Dat leidde tot herkenning bij de aanwezige ploegen, zodat we een vlotte inschatting van de situatie konden maken. Dit programma heeft dus zijn vruchten afgeworpen.’ Twee gemeenten, GRIP4 Die signalen, waarbij de rook van de stoelen, tafels en ander meubilair vlam vat, zijn voor de OvD aanleiding om op te schalen naar zeer grote brand. In overleg met de Hoofd Officier van Dienst (HOvD) wordt vervolgens opgeschaald naar GRIP1. Dat wordt twintig minuten later GRIP2, vanwege de sterke rookontwikkeling in het incidentgebied. Dikke zwarte rook trekt richting de wijk De Essen in het nabijgelegen Oldenzaal, waar de sirenes afgaan. Bewoners dienen uit voorzorg ramen en deuren gesloten te houden. Brons: ‘Omdat in twee gemeenten, de bron- en effectgemeente, een Beleidsteam (BT) actief is, wordt opgeschaald naar GRIP4. Hierdoor kon de crisiscommunicatie bestuurlijk worden afgestemd.’ Sdu Uitgevers
Repressi e
Brons richt zich ondertussen op de brandbestrijding. ‘De brand was zo agressief, waarschijnlijk doordat deze met zuurstof werd gevoed omdat allerlei deuren openstonden. Dus heb ik samen met de Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) en HOvD besloten om het gebouw gecontroleerd te laten uitbranden. We hebben geprobeerd het vuur zo veel mogelijk in toom te houden en de rookwolken in te perken. Want dat was het grootste probleem. Feitelijk viel er niets te blussen. Toch was de brand snel onder controle.’
‘Dat bleek hier mee te vallen. Alle asbest viel neer in de directe omgeving van het object, in een straal van zo’n tien meter. De AGS stuurde meetploegen op pad en daaruit bleek dat er verder geen bijzonder gevaar was voor mensen die in buurt van de brand verbleven.’ De provinciale weg N735 tussen Oldenzaal en De Lutte wordt afgesloten voor het verkeer, zodat de hulpdiensten vrij baan hebben. Ook tijdens het nablussen, dat tot 17.00 uur duurt, is de weg afgesloten.
Brandonderzoek Rond 9.00 uur wordt brand meester gegeven. De totale inzet is vier TS-en, aan iedere zijde van het restaurant één, en twee hoogwerkers. ‘In overleg met ons Team Brand Onderzoek hebben we gekeken hoe we het nablussen het beste konden organiseren om zoveel mogelijk sporen in tact te houden. Door dit overleg hebben de brandonderzoekers hun werk prima kunnen doen’, stelt Brons. Dat de eigenaren van het restaurant aanwezig zijn tijdens de brand is volgens de OvD van grote meerwaarde geweest. ‘Zij konden ons precies vertellen hoe het pand eruit zag, waar de hoofdgasleiding liep en waar de kelders zaten in het gebouw.’
Oorzaak onbekend, brandintensiteit verrassend Wat precies de oorzaak van de brand is geweest, blijkt niet meer te achterhalen. Brandweer Twente, politie en de verzekering hebben sporenonderzoek gedaan, maar concluderen dat de brandintensiteit te hoog is geweest om hier een onderbouwd antwoord op te kunnen geven. Wel is duidelijk dat de brand in de linnenkamer van het restaurant is begonnen. ‘De balken in het plafond waren op een andere manier verkleurd en verwrongen dan in andere compartimenten in het gebouw’, vertelt Brons. Volgens hem is het gebouw volledig verwoest en is er geen andere optie dan afbreken. ‘Dat was tijdens de brand al duidelijk. Het vuur greep zo heftig om zich heen, dat verbaasde zelfs de brandweerlieden. Vanuit de brandhaard zagen we steeds nieuwe materialen uitdampen en die rookgassen vatten meteen vlam. Op die manier breidde de brand zich steeds verder en sneller uit.’ ■
Gevolgen voor bevolking nihil Bij de brand komt asbest vrij. Dat levert geen groot gevaar op voor de volksgezondheid. ‘Iedereen denkt dan in eerste instantie aan mogelijke verspreiding in het effectgebied’, weet de OvD.
De brand breidt zich snel uit. De brandweer kan niet voorkomen dat het pand in vlammen opgaat.
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2012 31
Repressi e
Brandweer druk met afvoer gewonden na treinbotsing
Om gewonden via de ladderwagen af te voeren, wordt rechts een deel uit het geluidscherm gesneden.
De juiste mensen op de juiste plaats. Dat blijkt wederom de succesfactor te zijn tijdens de inzet na de treinbotsing op 21 april nabij Amsterdam. De hulpdiensten rukken massaal uit. Ook voor de brandweer is een grote taak weggelegd. Nu de interne evaluatie is afgerond, blikt Hoofd Officier van Dienst (HOvD) Ritchie Trompert, terug op het incident en de afhandeling. ‘Met name het vervoer van de gewonden en het beoordelen van de veiligheid was een belangrijk aspect.’
B
Door Zander Lamme
ij een treinbotsing nabij Amsterdam komt op 21 april een 68-jarige vrouw om het leven. Zo’n zestig andere passagiers raken gewond. De botsing tussen de treinen vindt omstreeks 18.30 uur plaats tussen de stations Amsterdam Sloterdijk en Amsterdam Centraal. In de treinen, de stoptrein van Amsterdam naar Uitgeest en de intercity van Den Helder naar Nijmegen, zitten dan in totaal zo’n tweehonderd mensen. Door de frontale botsing lopen veel mensen in de trein verwondingen op. De meldkamer van het Korps landelijke poli-
32 nummer 9 september 2012
tiediensten (KLPD) krijgt de melding als eerste binnen en alarmeert de hulpdiensten in Amsterdam. Daarbij is onmiddellijk vermeld dat het ging om een Treinincidentscenario (TIS) 3.3 (zie kader). Na deze melding rukken drie TS’en, twee autoladders, een hulpverleningsvoertuig (HV) en een Officier van Dienst (OvD) uit. Op basis van de melding wordt meteen duidelijk dat het om een serieus incident gaat, daarom schaalt de OvD op naar GRIP2. ‘Toen ben ik gealarmeerd en ter plaatse gegaan’, aldus HOvD Trompert. Zijn voornaamste taak bij aankomst is het zorgen voor de juiste mensen op de juiste plaats. ‘Ik was als HOvD ook leider CoPI, maar ik moest ook op brandweergebied, eerst een aantal Sdu Uitgevers
Repressi e
Fotografie: Nickelas Kok, Amstelveensnieuws.nl
zaken regelen.’ De brandweerleider stelt twee officieren aan, die de brandweertaken op zich nemen. Boven het tweetal plaatst hij nog eens een HOvD uit de regio Kennemerland. ‘Wij hebben één HOvD-piket. Bij dit soort incidenten hebben we altijd een tweede HOvD in het CoPI voor het aansturen van het mono-proces. Op deze manier kan ik mij volledig op het CoPI-overleg richten’, aldus Trompert. Veiligheidsaspect Als iedereen op de juiste plek staat, kunnen de werkzaamheden echt beginnen. ‘Het veiligheidsaspect stond voorop’, zo vervolgt Trompert. ‘We hebben gekeken of er brand woedde in één van de treinen of dat er kortsluiting was met mogelijk gevaar voor elektrocutie. Zolang wij daarmee bezig waren, bleven andere diensten terughoudend. Pas toen de kust veilig was, kwamen zij volledig in actie.’ Een belangrijk punt voor de brandweerlieden is onder meer het controleren van de bovenleiding. Als die nog intact is, kan in principe de trein veilig worden betreden. Ook ProRail draagt een belangrijk steentje bij aan de veiligheid. De spoorwegbeheerder schakelt de stroom uit, maar voordat de brandweer de bevestiging krijgt dat de stroom is uitgeschakeld, zet zij eerst aan beide zijden mensen op de uitkijk neer. Trompert: ‘Om de treinen te bereiken moesten we een aantal sporen oversteken. Het was dus van belang om er zeker van te zijn dat het treinverkeer stil lag. Het was immers in de buurt van twee stations, er konden nog treinen komen. Zelfs als de stroom is uitgeschakeld, kan er nog steeds een dieseltrein langskomen. Het neerzetten van wachters is standaardprocedure in dit soort gevallen.’ Groot gevaar geweken Al vrij snel weet de brandweer dat de grote gevaren zijn geweken. Er woedt geen brand, de trein staat niet onder stroom en andere treinen kunnen niet meer passeren, want ProRail bevestigt dat al het treinverkeer tussen Amsterdam Centraal en Sloterdijk is stilgelegd. ‘Die bevestiging kwam gelukkig snel’, aldus de HOvD. Een groot geluk voor de hulpdiensten is de centrale ligging van de incidentlocatie. ‘Amsterdam is voor hulpdiensten goed bereikbaar’, zo vervolgt Trompert. ‘Door trambanen kunnen we ons snel door de stad bewegen. Die zijn vrij te gebruiken door de hulpdiensten. Voor ons geldt dat we binnen de Ringweg A10 vanuit twee kazernes aanrijden en binnen vijf minuten aanwezig moeten zijn. In dit geval lukte het om binnen vijf minuten vanuit drie kazernes ter plaatse te zijn. We konden ons eigenlijk geen betere plek wensen.’ Het toeval wil dat op dezelfde dag een grote verkeerscontrole gepland staat, waardoor de politie veel motoragenten ter beschikking heeft. Die worden allemaal naar het incident gestuurd om de ambulances te begeleiden en afzettingen te creëren. Van een naastgelegen weg, die een belangrijke route is voor de afvoer van gewonden, wordt eenrichtingsverkeer gemaakt. Trompert: ‘Ook de straten langs het talud maakten we vrij en de aan- en afvoerroutes zijn besproken. Dit was een leerpunt na de crash van Turkish Airlines bij Schiphol in 2009, waar toevoerwegen werden geblokkeerd door de grote hoeveelheid toegesnelde hulpdiensten.’ Beeldvorming Om een goed beeld te krijgen van wat er in de trein aan de hand is, gaat een OvD-Brandweer samen met een OvD-Geneeskundig de trein in. ‘In het begin werd niet bij elk slachtoffer stilgestaan, Brand&Brandweer
we moesten eerst onze beeldvorming compleet krijgen.’ Later, tijdens een bijeenkomst voor de inzittenden van de treinbotsing, legt Trompert uit waarom niet iedereen meteen werd geholpen. ‘Dat begrepen de mensen. Het viel ons tijdens de hulpverlening sowieso al op dat ze zeer zelfredzaam waren. Inzittenden die minder erg gewond waren, hielpen mensen die er slechter aan toe waren. Iedereen bleef ook netjes in de trein zitten, terwijl ze er gewoon uitkonden. De deuren waren namelijk open. We hadden de inzittenden ook verzocht in de trein te blijven, want het gevaar bestond toen nog dat andere treinen op naastgelegen sporen langs konden komen. Het voordeel was ook dat er geen sprake was paniek.’ Tijdens het rondje door de treinen door de OvD-B en OvD-G, maken brandweerlieden ondertussen de weg vrij voor het vervoer van gewonden. De meeste mensen zijn zelfstandig of ondersteund uit de treinen gekomen. ‘Zij moesten met de politie mee naar een verzamelplaats’, aldus de HOvD. Toch moet een groot aantal mensen uit de trein worden gehaald. ‘Aan de rand van het spoor hebben we een deel uit het geluidsscherm gesneden zodat gewonden op brancards via autoladders afgevoerd konden worden. Een stuk of veertig personen is op deze manier van het talud gehaald. Dat verloopt soepel. ‘Niemand zat bekneld. Toch duurde het natuurlijk wel lang. Je hebt niet iedereen binnen een half uur uit de treinen’, aldus Trompert. Adrenaline Ook al hadden passagiers geen zichtbare verwondingen, iedereen moest zich door de geneeskundige dienst laten controleren. ‘Het was een botsing met een hoog energetisch energiegehalte. Door de adrenaline kan het zijn dat je niets van een eventuele verwonding merkt. Bij twijfel brachten we mensen alsnog naar het ziekenhuis’, aldus Trompert. Naast dertig ambulances heeft de GHOR ook een bus ingezet om slachtoffers naar het ziekenhuis te vervoeren. ‘We zijn tot laat bezig geweest om mensen ordentelijk af te voeren’, zo besluit de HOvD. ‘De afhandeling van het incident liep goed. Net als de samenwerking tussen de betrokken diensten. Doordat we veel met elkaar oefenen, ken je elkaar goed. Dat heeft zeker geholpen. Het mooie was ook dat buurtbewoners kwamen helpen. Even een glas water of een kussentje onder iemands hoofd. Dat was prettig.’ Uiteindelijk zijn er zeven TS’en, drie autoladders, een HV en het ondersteuningspeloton ingezet. Voor aflossing was er een peloton vanuit Kennemerland beschikbaar, maar deze is slechts deels ingezet. Rond middernacht wordt het incidentterrein overgedragen aan de politie en Onderzoeksraad voor Veiligheid. ■
Treinincidentscenario’s De hulpdiensten werken bij treinincidenten met Treinincidentscenario’s (TIS) om op die manier snel te kunnen weten om wat voor soort incident het gaat. De scenario’s worden aangegeven met twee getallen. Het eerste getal zegt iets over het type en het tweede getal zegt iets over de ernst. Zo betekent TIS 1.1 dat er een verstoring van de treindienst is en dat het gaat om een zeer beperkt incident. TIS 5.4 betekent dat het gaat om verdacht gedrag of een bommelding, -vinding of -explosie en dat het incident zeer ernstig is. In het geval van de Amsterdamse treinbotsing is er een TIS 3.3 uitgeroepen: een ernstige botsing.
nummer 9 september 2012 33
34 nummer 9 september 2012
Sdu Uitgevers
Beroep & Bran dweer
Met brandweerpak in de ambulance en andersom Anthon Wolf is een ambitieuze man die alle kansen pakt die op zijn pad komen. Hij is sinds 1998 brandweervrijwilliger bij Elburg en sinds 2001 vrijwillig hoofdbrandwacht en instructeur. Hulpverlenen zit in zijn bloed, want daarnaast is hij ambulancechauffeur en Officier van Dienst-Geneeskundig (OvD-G). Bij al zijn functies kan Wolf doen wat hij graag wil: iets betekenen voor de samenleving.
Ontwikkelen In 2011 kwam bij de ambulancedienst een vacature beschikbaar als OvD-G. Ook die functie is voor hem al jaren lang een ambitie. Hij solliciteerde en kreeg de baan, maar moest nog wel een specifieke opleiding volgen. ‘Als OvD-G coördineer ik opgeschaalde incidenten. Goed communiceren is dan van groot belang. Dat geldt ook voor mijn functie als hoofd brandwacht.’ Wolf beschikt met zijn twee functies over verschillende kennis die bij beide vakgebieden goed van pas komt. Dit deelt hij met zijn collega’s. ‘Ik verzorg Brand&Brandweer
Fotografie: H. van Lieshout
W
olf dacht vroeger nooit dat hij later meerdere beroepen zou uitoefenen, maar hij is erg blij met alles wat hij nu doet en heeft bereikt. ‘Op mijn twintigste was ik heel ambitieus. Ik pakte alle kansen die ik kreeg. Ik begon als automonteur bij een auto- taxibedrijf waar eveneens een ambulancedienst was gevestigd, maar van jongs af aan wilde ik al ambulancechauffeur worden. Op een dag kwam mijn werkgever naar mij toe en zei: “Anthon, jij wilde toch heel graag ambulancechauffeur worden? Bij deze ben je aangenomen.” Zo ging dat toen. Ik moest nog wel op gesprek komen en een opleiding volgen, maar dat ik de baan kreeg, stond vast’, vertelt Wolf. Op zijn eenentwintigste hoort hij via via over een vacature bij de vrijwillige brandweer en meldt zich aan. Hij volgt verschillende opleidingen om zich verder te kunnen ontwikkelen. ‘Zo ben ik brandweerduiker en duikploegleider geweest. Helaas is het duikteam inmiddels opgeheven’, aldus Wolf. ‘Het leuke aan het brandweervak is dat je wat kunt betekenen voor een ander en dat ieder incident weer anders is.
informatieavonden voor het ambulancepersoneel over technische hulpverlening. Ik merk dat kennis hierover achterblijft. Door die avonden te organiseren kunnen collega’s dit zelf ook weer toepassen. Er is altijd veel animo voor.’ Tijdens zijn diensten als OvD-G of ambulancechauffeur heeft Wolf altijd zijn brandweerpieper bij de hand. Uitrukken kan dan niet. Maar het komt wel regelmatig voor dat hij na zijn dienst bij de ambulancepost rechtstreeks naar de kazerne moet voor een uitruk of andersom. ‘Ik heb wel eens met mijn brandweerpak aan in de ambulance gezeten en andersom’, lacht Wolf. ‘Gelukkig woon ik hemelsbreed honderdvijftig meter van de ambulancepost en de kazerne af. Als mijn pieper gaat, loop ik rustig die kant op. Vervolgens komen mijn collega’s bezweet aanfietsen.’ Hobby Met zijn functies OvD-G en brandweervrijwilliger houdt het voor Wolf nog niet op. Hij is ook werkzaam als projectcoördinator bij Hartveilig wonen. Dat is een organisatie waarbij vrijwilligers zijn
aangesloten die worden gealarmeerd om iemand te reanimeren bij een hartstilstand, in afwachting op de ambulance. Daarnaast is Wolf bestuurslid en coördinator Opleiden & Oefenen bij de KNRM, station Elburg. ‘Je zou zeggen dat ik weinig vrije tijd heb, maar dat valt heel erg mee. Alles wat ik doe, zie ik als hobby. Ik heb er zoveel plezier in, dat ik niet merk hoeveel tijd erin zit. Alles is goed te combineren’, legt Wolf uit. Zelfs met alles wat hij nu doet, is hij nog lang niet uitgeleerd. ‘Ik ben altijd aan het kijken hoe ik nog verder kan groeien in dat wat ik doe.’ ■
Bent u ook vrijwilliger en heeft u daarnaast een bijzonder, interessant of gewoon een leuk beroep? Verschillen brandweer en beroep totaal van elkaar en komt u daardoor wel eens in bizarre situaties terecht? Heeft u uitzicht vanaf kantoor op de kazerne, of holt u in uw werkkleding naar de kazerne? Mail naar
[email protected]
nummer 9 september 2012 35
i ngezon den
Is Nederland rijp voor private brandweerzorg? De brandweer richt haar focus op het slimmer en efficiënter inrichten van de organisatie, gevoed door vakinhoudelijke motieven en door de noodzaak van kostenbeheersing. Zou gedeeltelijke privatisering kunnen bijdragen aan de gewenste efficiencyverbetering in de rode kolom? Een groot deel van de gemeenten in Denemarken vindt van wel, maar bestuur en brandweermanagement in ons land zijn nog terughoudend. Hoe doen ze het eigenlijk in Denemarken en wat kunnen wij daarvan leren?
op de kwaliteit en prevaleert het winstoogmerk niet boven het veiligheidsniveau? De praktijk in Hillerød, een gemeente met circa 45.000 inwoners ten noorden van Kopenhagen, geeft een goede indruk van het Deense systeem en van de relatie tussen de gemeente als opdrachtgever en Falck als operationeel uitvoerder.
Morten Schou van gemeente Hillerød (links) en Falck-manager Brian Arendtsen, partners in brandweerzorg.
S
tekst en fotografie Rob Jastrzebski
preken over privatisering in de hulpverlening is in Nederland vloeken in de kerk, maar in Denemarken voert hulpverleningsmultinational Falck al tientallen jaren in een groot deel van de gemeenten op contractbasis de brandweerzorg en andere hulpverleningstaken uit. Heeft de overheid in zo’n model eigenlijk wel voldoende grip
36 nummer 9 september 2012
Gemeente leidt Morten Schou is als hoofd paraatheid van de gemeente Hillerød verantwoordelijk voor de kwaliteit van de brandweerzorg. Iedere vier jaar besteedt de gemeente de brandweerzorg aan op basis van een actuele risicoanalyse, waarbij de operationele zorgnorm als harde eis in het contract is vastgelegd. Zo moet de eerste uitruk, bestaande uit een snelle interventie eenheid met twee personen en de Officier van Dienst (OvD), al binnen zestig seconden na alarmering op de weg zijn. Morten Schou benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor kwaliteit en paraatheid van de brandweerzorg volledig bij de gemeente ligt en dat er geen zorg is dat bij de uitvoering het zorgniveau ondergeschikt is aan het winstoogmerk. ‘In het contract leggen we exact vast welke capaciteit, slagkracht en specialismen de brandweer in de gemeente moet hebben, waarna Falck dat uitwerkt in een organisatieplan met mensen, uitrusting en voertuigen’, aldus Schou. ‘De lokale politiek is er scherp op dat Falck zijn contractuele verplichtingen nakomt. De uitruktijden worden structureel onafhankelijk gemeten en daar rekenen we de organisatie jaarlijks op af. Wordt de uitruktijd zonder acceptabele reden niet gehaald, dan brengen we een boetebedrag in mindering op het contract. Tot dusver is ons vertrouwen nog nooit geschaad. Falck levert effectieve brandweerzorg, afgestemd op het risicobeeld en voor een prijs waarvoor we het als gemeente niet zelf kunnen organiseren.’ Flexibele organisatie Rode draad in de policy van Falck is hulp- en dienstverlening. Vanuit de brandweerkazerne in Hillerød worden naast brandweer- en ambulancezorg nog tal van andere taken uitgevoerd, zoals wegenwachtservice, verkeersafzettingen op snelwegen, wegdekreiniging, niet spoedeisend patiëntenvervoer, verhuur van thuiszorgmaterialen en het verzorgen van EHBO-opleidingen. Sdu Uitgevers
i ngezon den
Falck in actie met een SIV bij een melding van een mogelijke bedrijfsbrand.
Beroepsbrandweerman Stig Kragholm: 'Brandweerlieden in private dienst en overheidsdienst werken probleemloos samen.'
Brian Arendtsen, Emergency manager van Falck op de kazerne in Hillerød, licht toe: ‘Onze kracht is dat we een enorm flexibele organisatie hebben, waarbij we onze mensen slim op verschillende taken kunnen inzetten. Verspreid over de dag werken gemiddeld vijftien mensen op deze kazerne in verschillende dienstroosters. Vierentwintig uur per dag zijn gegarandeerd twee manschappen voor de snelle interventie eenheid en de OvD paraat voor de eerste brandweeruitruk. Van het overige personeel is een deel brandweerman met daarnaast één of meer neventaken waarop zij al naar gelang behoefte kunnen worden ingezet. Met dit multifunctioneel inzetbare personeel kunnen we vanuit één huisvesting tal van maatschappelijke dienstverleningstaken kosteneffectief uitvoeren.’ Lokale verbondenheid Het is volgens Brian Arendtsen een misvatting dat Falck verantwoordelijkheden ‘overneemt’ en dat een private brandweerorganisatie ver van de lokale samenleving af zou staan. ‘Integendeel, de organisatie heeft een sterke lokale verbondenheid. Falck levert diensten en middelen en organiseert een efficiënte bedrijfsvoering, maar maakt voor de uitvoering grotendeels gebruik van lokale menskracht.’ Twee brandweerlieden van kazerne Hillerød bevestigen dit. Vrijwilliger Niels Castle: ‘Ik ben vier jaar geleden naar Hillerød verhuisd en zag de vrijwillige brandweer als een mooie gelegenheid om een nieuw sociaal vriendennetwerk op te bouwen. Dat de brandweerzorg door Falck wordt uitgevoerd en niet door de overheid, maakt voor mij geen verschil. Ik ken ook vrijwilligers die bij een overheidsbrandweer werken, maar we hebben allemaal dezelfde brandweergenen in ons bloed en we hebben hetzelfde sterke gemeenschapsgevoel. De brandweer is één grote familie.’ Ook beroepsbrandweerman Stig Kragholm maakt het niet uit of op zijn uitrukkleding ‘Falck’ of ‘Gemeente Hillerød’ staat: ‘Falck stelt mij in staat om te doen wat ik graag wil doen en biedt daarvoor een interessante werkomgeving. Ik vind Falck een mooie organisatie om voor te werken, met goede arbeidsvoorwaarden, zoals gelegenheid om vervolgopleidingen te volgen om verder te komen binnen de organisatie. Door de combinatie van verschillende taken heb ik afwisselend werk. De opleidings- en aanstellingseisen voor brandweerlieden van Falck en de overheid zijn gelijk en binnen de regio werken we probleemloos samen.’
Brand&Brandweer
Kerntaak overheid Zou het Falck-model ook in Nederland kunnen werken in een tijd waarin de overheid meer terugtreedt en de noodzaak van kostenbeheersing groter wordt? NVBR-voorzitter Stephan Wevers heeft zijn bedenkingen. Hij ziet veiligheid als een kerntaak van de overheid. ‘Publiek-private samenwerking (PPS) is al jaren gemeengoed, onder andere via het uitbesteden van zaken als ICT en bij opleiden en oefenen. Ook een PPS-constructie zoals bij de Gezamenlijke Brandweer in het Rotterdamse havengebied is een goed model. Ik ben dus vóór slimme samenwerkingsconstructies met private partners. Dat past ook bij onze ambitie om te willen innoveren in nieuwe organisatiemodellen. Maar omdat de brandweer nogal wat taken uitvoert die commercieel gezien onrendabel zijn, vind ik dat we het strategisch en tactisch in eigen huis moeten houden. Ook is mijn ervaring dat innovatie van zaken die minder commercieel interessant zijn niet opgepakt worden, zoals Brandveilig Leven of vernieuwing van de opleidings- en oefensystematiek. Als een taak het bedrijfsleven te weinig rendement oplevert, komt mijns inziens de uitvoering in gevaar. We zijn net de brandweer efficiënter aan het organiseren in 25 geregionaliseerde korpsen en we werken hard aan een nieuwe visie op de brandweerzorg. Laten we die processen eerst maar eens afronden en zien hoeveel winst in kwaliteit en kostenbeheersing we daar al mee kunnen boeken.’ Ingewikkeld Esther Lieben, regionaal commandant van Veiligheidsregio Haaglanden, ziet kansen voor PPS, maar denkt dat volledige uitbesteding van brandweerdiensten door de overheid aan het bedrijfsleven te ingewikkeld is. ‘Veel veiligheidsvraagstukken zijn breed en multidisciplinair van karakter. Dat vraagt veel afstemming en samenwerking, één van de kernpunten van de Strategische Reis naar de brandweer van de toekomst. Het is in dat multidisciplinaire speelveld heel moeilijk om bij een geprivatiseerde brandweer in een contract taken exact te kwantificeren en te kwalificeren. Bij tussentijdse veranderingen in het risicoprofiel kan voor het aanpassen van de responsorganisatie binnen de overheid vaak wat makkelijker met middelen worden geschoven dan binnen een commerciële overeenkomst.’ Lieben ziet ook positieve kanten van privatisering. Bepaalde ondersteunende en facilitaire taken kunnen in haar ogen door het bedrijfsleven vaak efficiënter worden ingevuld. ‘Het is goed nummer 9 september 2012 37
I ngezon den
Brandweervrijwilliger Niels Castle: ‘We hebben allemaal dezelfde brandweergenen in ons bloed.’
om die sterke kanten te benutten in PPS. Daarnaast is private brandweerzorg een prima oplossing om specifieke risico’s bij bedrijven af te dekken. De overheid kán daarvoor immers niet garant staan en dan is private brandweerzorg een prima oplossing om toch een voldoende veiligheidsniveau te waarborgen.’ Begin met bedrijfsvoering Marco Schröder, Teamleider Opleiden Trainen en Oefenen en tevens vrijwillig officier bij de Veiligheidsregio Utrecht, denkt dat privatisering in beginsel veel kan bijdragen aan het efficiënter inrichten van de brandweerzorg. Dat moet in zijn visie niet over één nacht ijs gaan, want cultuurveranderingen bij de brandweer vragen tijd. Schröder: ‘Met mijn eigen ervaring in de commerciële sector constateer ik dat de overheid van nature minder goed is in het efficiënt organiseren van bepaalde taken, zoals bedrijfsvoeringsprocessen. Met het privatiseren van die taken en ondersteunende diensten kunnen we naar mijn idee echt winst boeken. Hetzelfde geldt voor opleiden, trainen en oefenen en brandpreventietaken, waar de private markt sowieso al een steeds grotere rol speelt. Of een Falck-achtig model zoals in Denemarken ook in Nederland mogelijk is? Op termijn misschien wel, want de wereld verandert snel en inzichten groeien mee. Er kan best meer ruimte komen voor private partijen, zolang de overheid vanuit haar bestuurlijke eindverantwoordelijkheid maar scherp let op de kwaliteit van de dienstverlening. Het Falck-model heeft in Denemarken zijn waarde al bewezen en zoveel verschillen Denemarken en Nederland qua bestuurscultuur nu ook weer niet. Als we beginnen met taken als bedrijfsvoering en ondersteunende processen, leggen we de basis voor een cultuurverandering binnen de brandweersector en groeit het draagvlak vanzelf.’ 38 nummer 9 september 2012
Opdrachtgeverschap Jan Lonink, burgemeester van Terneuzen en portefeuillehouder brandweerzorg binnen het Dagelijks Bestuur van het Veiligheidsberaad, vindt dat de veiligheidsregio’s binnen de marges van de wet zelf bestuurlijke keuzes moeten maken over de rol van private partijen in de veiligheidszorg. ‘De vraag is niet óf we met private partners in zee moeten gaan, maar hóe we dat doen. Ik zie zeker kansen voor marktpartijen. Samenwerking met het bedrijfsleven is zelfs noodzakelijk voor het waarborgen van een goed veiligheidsniveau in de samenleving. In Zeeland hebben we bijvoorbeeld goede ervaringen met Connexxion als uitvoerder van ambulancezorg en de samenwerking met private partijen en Rijkswaterstaat bij de incidentbestrijding op het water. In Rotterdam zijn zeer goede ervaringen met de Gezamenlijke Brandweer van de veiligheidsregio met bedrijven en het havenbedrijf.’ Het kán dus, is de mening van Lonink. Maar wel onder voorwaarden. ‘De overheid moet nadenken over het slimmer uitvoeren van taken en onderzoeken welke partij het best geëquipeerd is voor een bepaalde taak. Dat kan in mijn ogen een private organisatie zijn, als de keuze daarvoor democratisch gelegitimeerd wordt. Heel belangrijk is dat we het opdrachtgeverschap aan overheidszijde goed regelen. Privatisering kent ook minder geslaagde voorbeelden, bijvoorbeeld in de energiesector en op het spoor. Als we leren van slecht verlopen privatiseringsprojecten en de positieve kanten weten te benutten om de brandweerzorg efficiënter te maken, dan zie ik ook in operationele zin zeker mogelijkheden voor marktpartijen.’ ■
Sdu Uitgevers
Tweets van de maand Lange files naar het zuiden en een run op last minute vakanties. Het was een regenachtig begin van de zomer, maar augustus maakte een hoop goed. Terwijl volop vakantie wordt gevierd, is het komkommertijd op Twitter. Toch bleef het niet stil. Ook de iPad en smartphones gingen gewoon mee naar de camping. Er werd getwitterd over onder andere een brandweerinzet bij de huldiging van de Olympische sporters, het aantal doden bij branden, voorlichting tijdens de Keiweek in Groningen en veel asbestbranden. Over opkomsttijden en het kwadrantenmodel van de brandweerdoctrine leest u in dit nummer een artikel.
1 augustus
8 augustus
8 augustus
13 augustus
14 augustus
14 augustus
15 augustus
15 augustus
15 augustus
16 augustus
Volg @BrandBrandweer op Twitter. Brand&Brandweer
nummer 9 september 2012 39
vakanti efoto's
Buitenlandse blikvangers De vakantiefoto’s stroomden binnen na onze oproep in het juli/augustusnummer. Van spiksplinter nieuwe glanzende voertuigen tot bijna antieke wagens. Maar ook kazernes en complete brandweeruitrustingen zagen we voorbij komen uit zonnige verre bestemmingen. Helaas kunnen we niet alle foto’s plaatsen. Daarom een kleine greep uit de buitenlandse blikvangers.
l op y van Vegge zijn vader Ro verlelp Jarno is door hu n Italiaans meer. gezet met ee ij het Garda ab n ig tu er ningsvo
de foto
René Vergouwen ziet in het Zuid-Fra nse Castellane de lokale brandw eer in actie.
De brandweer van Las Vegas, Nevada (VS) moest in actie komen. Hans Marris wist dit op de foto te zetten.
da (VS) is een Van deze E-One in Orlando, Flori et. Ferk o Fabi mooie foto gemaakt door
40 nummer 9 september 2012
In het zonnige Portugese Faro reed deze brandweerwagen bij Dave de Leeuw voorbij .
Sdu Uitgevers
vakanti efoto's
ver ancou er in V k n r e e e w k og van Eij ele ho Deze g ens Victoire lg o was v nger. blikva heuse
Deze brandweerpost op het Griekse Kos wordt in de zomermaanden door drie man bezet. Willem Snel maakte de foto.
In Fort Worth, Texas (VS) zijn ze erg trots op de brandweer. Jeroen van Opstal nam hier een mooi plaatje van.
Edith de Winter we rd in Los Angeles door deze brandweerm an tegengehoud en omdat de brandw eer moest uitrukk en.
Brand&Brandweer
ndweereen bezoek aan de bra Dennis Smeets bracht ere deze and er ond zag en tad kazerne in Rhodos-s bluswagen.
In de outbac k van Aust rali oldtimer br andweerwag ë stond deze en. Dit was Jan Jansen volgens wel een kiek je waard.
Dimphy van der Meer heeft zijn Nepalese col lega's op de foto gezet.
t zij de an kan zeggen da Judith Hameetm eft he to fo de agen op . oude brandweerw euw Amsterdam Ni se m aa rin Su gekregen in het
nummer 9 september 2012 41
ADVERTORIAL
Vetrotech Saint-Gobain organiseert speciale Glass Academies:
PREVENTIE-SEMINARS OVER BRANDVEILIGHEID IN EN ROND TOEKOMSTIGE STATIONSPROJECTEN Vetrotech Saint-Gobain Benelux organiseert binnenkort speciale ‘Glass Academies’ over de optimale toepassing van brandwerende beglazing in stations en de stationsomgeving. Deze Glass Academies zijn boeiende seminars voor iedereen die verantwoordelijk is voor de brandpreventie tijdens de ontwikkeling en de bouw van dergelijke projecten. Zeker voor preventisten zijn de bijeenkomsten bijzonder interessant. Tijdens de Glass Academie komen alle belangrijke aspecten van brandveilig bouwen naar voren. Naast brandwerende beglazing en hun toepassingen worden de brandwerende classificaties en Europese normen uitgebreid onder de loep genomen. Tevens komen het Bouwbesluit 2012 en de NEN 6069:2011 ruimschoots aan bod. Gezien het multifunctionele karakter van nieuwe stationsprojecten is dit een wezenlijk onderdeel van het seminar. Hotels, onderwijsgebouwen, kantoorcomplexen en appartementen kennen ieder voor zich specifieke regels met betrekking tot brandveiligheid. Daarom wordt er uitgebreid stilgestaan bij brandcompartimenten en vluchtroutes, bij de voordelen van gehard brandwerend veiligheidsglas en bij de testrapporten. Kortom, alle mogelijke vragen en discussiepunten komen aan de orde.
Immers, voorkomen is beter dan genezen, zeker wat brand betreft. Deze conclusie geldt in het bijzonder voor situaties en projecten waar dagelijks ontelbare bezoekers samenkomen, zoals de toekomstige stationsprojecten en hun centraal gelegen omgeving. Data en locaties. Bent u geïnteresseerd in het bijwonen van een Glass Academie, schrijft u zich dan in op www.vetrotech.nl voor deelname op een van de volgende donderdagen: 13 september, 12:30 - 17:30 uur, Rotterdam 20 september, 09:00 - 13:30 uur, Utrecht 27 september, 12:30 - 17:30 uur, Amersfoort 4 oktober, 12:30 - 17:30 uur, Arnhem 1 november, 12:30 - 17:30 uur, Amsterdam
Meld u aan voor de Glass Academie van Vetrotech Saint-Gobain! Boeiende interactie tussen uiteenlopende disciplines. De ervaring leert dat de Glass Academies ook door de interactie tussen de deelnemers met al hun verschillende praktijkachtergronden, zoals preventisten, architecten, adviseurs, aannemers en beheerders, leerzame bijeenkomsten zijn. Dankzij de levendige uitwisseling van al die ervaringen krijgen deelnemers een beter inzicht in zowel de materie als in de positie van de andere betrokken partijen. Dat wederzijds begrip zal Vetrotech tijdens de sessies duidelijk naar voren laten komen. Want brandveiligheid is en blijft mensenwerk, waarbij kennis leidt tot verantwoordelijkheid, wat het naleven van alle regelgeving bevordert. En daar is het Vetrotech uiteindelijk allemaal om te doen, vanuit preventieve overwegingen.
DE EERSTE HALTE VOOR EEN BRANDVEILIGE STATIONSOMGEVING De toekomstige stationsomgeving laat een diversiteit aan gebouwen zien. Naast het nieuwe station zullen er binnen en buiten de stationsgrenzen winkelcentra, parkeergarages, appartementen, kantoren, hotels, horeca, studiegebouwen en mogelijk zelfs zorgcentra verrijzen. Voor al die gebouwen gelden zeer specifieke normen en richtlijnen op het gebied van brandveiligheid. Deze regelgeving is nauwkeurig omschreven in onder andere de nieuwe NEN 6069:2011 en het Bouwbesluit 2012, die uitgebreid worden toegelicht tijdens de Glass Academies.
zo vader, zo dochter
Trots op elkaar
Door Ellen Schat
Vader Wim Zoer (56), bevelvoerder en voorheen plaatsvervangend postcommandant in het Drentse Westerbork.
fotografie: Henk Brunink
Vader en dochter Wim en Margreet Zoer vinden het brandweervak beiden geweldig. In de tijd dat Wim op een boerderij opgroeide was het geen optie om beroepskracht te worden. Dat lukte dochter Margreet wel. Hoewel Wim ook twee zonen heeft, is Margreet de enige die warm liep voor de brandweer. ‘Ik stond 's nachts op de overloop als de pieper van mijn vader ging.’
Komt u uit een brandweerfamilie? ‘Nee, ik kom uit een boerenfamilie en ben nog steeds pluimveehouder. Het balletje ging rollen toen dertig jaar geleden hier in de buurt een natuurbrand uitbrak. Omdat ik thuis werkte, kon ik het makkelijk met de brandweer combineren. Op mijn vijfenvijftigste heb ik een stapje terug gedaan en ben ik van plaatsvervangend postcommandant weer bevelvoerder geworden. Ik wilde nog niet stoppen, want het is een prachtig vak. Daarbij kan ik eigenlijk altijd wel even weg van de boerderij.’ Is er verschil tussen vroeger en nu? ‘Er is zeker niveauverschil. De eisen zijn hoger en er zijn nieuwe functies bijgekomen. Ik ben als bevelvoerder ook altijd blij dat er een Officier van Dienst komt. Het is toch een verrijking en iemand heeft net een bredere kijk op zaken. Ik ben erg trots op mijn dochter.’ Hebben jullie wel eens samen een inzet gedaan? ‘Een keer heb ik een 24-uurs dienst gedraaid bij Brandweer Apeldoorn. Dat was een bijzondere belevenis. We hebben toen samen een paar kleine incidenten geklaard.’
Dochter Margreet Zoer (31), coördinator Team Brand Onderzoek en Officier van Dienst in de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. Is het vak je met de paplepel in gegoten? ‘Toen ik geboren ben, werd mijn vader brandweervrijwilliger. Ik heb twee oudere broers en die hebben niets met de brandweer. Toen ik kleuter was, stond ik ’s nachts op de overloop als mijn vader werd opgepiept. Dan had ik allemaal vragen: wat is er aan de hand en waar ga je naartoe? Ik zie hierin wel een link met mijn huidige functie. Ik herinner me verder dat mijn vader eens een melding kreeg terwijl we in de auto zaten. Mijn moeder riep: niet zo hard! En ik riep: harder!’
Brand&Brandweer
Hoe ervaar je het als vrouw in een mannenwereld? ‘Ik ben dat wel gewend, want ik heb MTS transport en logistiek gedaan, en daarna HEAO. Ik ben bovendien opgegroeid met mannen, dus het is voor mij niet echt een kwestie. Ik ben nu wel de enige vrouwelijke officier in de regio. In die zin is het ongewoon. Laatst vroeg een vrouw die gedupeerd was bij een brand: wie is hier de leidinggevende? Toen ik zei dat ik dat was, zei ze verbaasd: o, ja, dat kan natuurlijk ook.’ Heb je ook geleerd van je vader? ‘We spreken vaak over de brandweer als we elkaar zien. Na de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn, waar ik als OvD bij betrokken was, was mijn vader bijvoorbeeld de eerste die belde. Ik heb ook wel van hem geleerd, vooral hoe je met vrijwilligers omgaat en leiding geeft. Je moet duidelijk zijn, maar menselijk. De touwtjes ook weer laten vieren als het kan.’ ■
nummer 9 september 2012 43
B&B REGISTER
B&B Brand&Brandweer
vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding
Ambulance verhuur Amburent De Trompet 1909 1967 DB Heemskerk Tel. 0251 201201 Fax 0251 201240 www.amburent.com
[email protected]
Adviesbureau Nieman Raadgevende Ingenieurs Postbus 40217 3504 AA Utrecht Tel. 030 2413427 Postbus 40147 8004 DC Zwolle Tel. 038 4670030
[email protected] www.nieman.nl Peutz B.V. Advisering brandveiligheid, Laboratorium voor brandvei ligheid Postbus 66 6585 ZH Mook Tel: 024 3570707 E-mail:
[email protected] www.peutz.nl Van Pinxteren Interim & Advies Postbus 75 2060 AB Bloemendaal Tel. 023-5254044 Mob. 06-51177308 www.vanpinxteren.net
[email protected]
Adviesbureau brandpreventie Altavilla B.V. Postbus 1026 5602 BA Eindhoven Tel. 040 2902570 Fax 040 2902571 E-mail:
[email protected] www.altavilla.nl Leeuwesteijn brandveiligheid Postbus 49 5330 AA Kerkdriel Tel. 0418 640740 Fax 0842 295133 E-mail:
[email protected] www.leeuwesteijn.org
44 nummer 9 september 2012
Vaste adverteerders (contract houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.
Van Hooft Adviesburo B.V. Fire & Life Safety Engineers Hoogeindsestraat 4 5447 PD Rijkevoort Tel. 0485 37 18 90 Fax 0485 37 21 34 E-mail fireengineers@ vanhooft.nl www.vanhooft.nl Bartels Ingenieursbureau Postbus 10217 7301 GE Apeldoorn Tel. 055 3680540 Fax 055 3664598 E-mail:
[email protected] www.bartels.nl Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 E-mail:
[email protected] www.floriaan.nl
Alarmeringsystemen P2000 Alarmeringsystemen B.V. De Waterlaat 15 5571 MZ Bergeijk Postbus 15 5563 ZG Westerhoven Tel. 013 2134104/0497 712170 Fax 013 7113018 www.p2000shop.nl
[email protected]
Blusmiddelen DSPA Postbus 6572 6503 GB NIJMEGEN Tel. 024 3789581 Fax 024 3787583
Brandweermaterialen & brandweervoertuigen (incl.verhuur) Kenbri Fire Fighting BV Postbus 85 3250 AB Stellendam Tel. 018 7493588 Fax 018 7493066 www.kenbri.com
Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 E-mail:
[email protected] www.laundry.nl
Geboorde brandputten Beemsterboer B.V. De Veken 10 1716 KE Opmeer Tel. 022 6351860 Fax 022 6351092 Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5405 BE Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 E-mail:
[email protected] www.raaijmakersbronbemaling.nl
Hulpverlenings gereedschappen Holmatro Rescue Equipment Postbus 33 4940 AA Raamsdonkveer Tel. 0162 589200 Fax 0162 522482 www.holmatro.com
Keuring cilinders Verhaaf BV Corridor 2d 5466 RC Veghel Tel. 0413 366579 Fax 0413 368619 www.verhaafveghel.nl
[email protected]
Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop Bureau Van Vliet Postbus 20, 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 5714745, fax 023 - 5717680
Oefenmaterialen
Stickers
VDK B.V. Handels onderneming Langenakker 22 5731 JS Mierlo Tel. 0492 667357 Fax 0492 667735 www.vdkbv.nl
[email protected]
Letas Stickerservice Postbus 32016 6370 JA Landgraaf Tel. 045 5312580 Fax 045 5691700
Haagen Fire Training Products Industrieweg 5 5111 ND Baarle-Nassau Tel. 013 5076800 Fax 031 5076808 www.haagen.eu
Persoonlijke beschermingsmiddelen Dräger Safety Nederland B.V. Postbus 310 2700 AA Zoetermeer Tel. 079 3444777 Fax 079 3444790 E-mail:
[email protected] www.draeger.com MSA Nederland Postbus 39 1620 AA Hoorn Tel. 022 9250303 Fax 022 9211340
Reinigings- en opslagtechnieken Jumbo Totaal B.V. Achterzeedijk 57 unit 17 2992 SB Barendrecht Tel. 0180-619009 Fax 0180-619473 www.jumbototaal.com
[email protected]
Signalering Marelko Benelux b.v. Rondven 4 6026 PX Maarheeze Postbus 2674 6026 ZH Maarheeze Tel.0495 592290 Fax 0495 591014 E-mail:
[email protected] www.marelkobenelux.nl
Uitlaatgasafzuiging Overlander BV Morseweg 2 3899 BP Zeewolde Tel. 036 5219200 Fax 036 5234430 www.overlander.nl
[email protected] Lebon & Gimbrair Postbus 225 3750 GE Bunschoten Tel. 033-2988122 Fax 033-2988024 www.lebon.nl
Verkeersveiligheid Brandweerchauffeur Slipstream Consultancy Verzetsraat 76 7671 GL Vriezenveen Tel. 0546 567792 Fax 0546 565489
Vluchtdeurbeveiliging PMG Safety for Doors Doezastraat 37 2311 HA Leiden Tel. 071 3611628 Fax 071 3611869
[email protected] www.nooduitgang.nl
Werving en selectie Leeuwendaal Postbus 1255 2280 CG Rijswijk Tel. 070 4142700 Fax 070 4142600
[email protected] www.leeuwendaal.nl
Sdu Uitgevers
B&B REGISTER
Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken
o per rubriek, per uitgave d 45,o per rubriek heel jaar (11 uitgaven) d 355,Prijzen exclusief BTW Datum
Handtekening
B&B Brand&Brandweer
U kunt deze bon sturen of faxen naar: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, Telefoon 023 - 5714745. Fax 023 - 5717680.
Servicepagina ook voor snel doorklikken naar adverteerders. Adverteerders in deze editie van B&B (vanaf 1/8 pagina) worden tevens opgenomen in de adverteerderslijst op de digitale servicepagina. De servicepagina blijft 3 maanden beschikbaar na verschijnen voor abonnees. Met de hieronderstaande qr-code komt u meteen op de servicepagina voor deze editie (www.hulpdienstenonline.nl/bb1209)
Brand&Brandweer
nummer 9 september 2012 45
Brandweer Ommen bevrijdt jongen uit balletjesautomaat Op een camping nabij Ommen moesten op 14 juli brandweerlieden in actie komen om de hand van een zesjarig jongetje te bevrijden uit een balletjesautomaat met speelgoed. Zijn zusje had geld in de automaat gedaan, maar er kwam geen balletje uit. Daarop besloot het jongetje zijn hand erin te steken en kwam hij vast te zitten. De brandweer probeerde eerst met een knipschaar de automaat te openen. Toen dat niet lukte hebben de hulpdiensten de automaat opengemaakt met een slijptol. Na een uur had het jongetje eindelijk het balletje met speelgoed. Ook de rest van de inhoud van de automaat mocht hij van de campingeigenaar hebben. Het jongetje heeft er geen verwondingen aan overgehouden. Ook in Oosterhout moest de brandweer in actie komen nadat een jongetje met zijn hand klem kwam te zitten in een balletjesautomaat met cadeautjes. Het incident gebeurde half augustus. Zowel brandweer, politie als ambulance rukten uit en wisten na een kwartier de jongen los te maken.
BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het officiële orgaan van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Brandweer en Hulpverlening (KNVBH) en het communicatiemagazine van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) september 2012 - nummer 9 Jaargang 36 REDACTIE-ADRES
Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail:
[email protected] REDACTIE
Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Rijn-IJssel Mr. J. Bernard M. Tilman, directeur NVBR Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek drs. Allard T.W. van Gulik, veiligheidsregio VNOG drs. Patrick van den Brink, burgemeester IJsselstein
Bron: Telegraaf, Omroep Brabant
EINDREDACTIE
Ademluchtmasker voor beademen honden
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE
PS Produkties: Ingrid Spijkers, Christel Pieper, e-mail:
[email protected]
Op de website van brandweer Lemsterland is een filmpje te zien waarop een brandweerman uit Detroit zijn ademluchtmasker gebruikt om twee honden te beademen. Er was brand uitgebroken in een woonhuis. De bewoner stond al veilig buiten, maar zijn twee viervoeters waren nog binnen. De brandweer wist de dieren te redden.
Hans van Hamersveld, Patrick van den Brink, Marcel van Saltbommel, Hulpverleningsdienst Groningen, Jaimy Buunk, Marco Theunissen, Patrick van Gerner, Ed Oomes, FBF.nl, NIFV, NVBR, Marcel Klip, Richard Hofste, Nickelas Kok, H. van Lieshout, Rob Jastrzebski, Henk Brunink en PS Produkties. ONTWERP EN OPMAAK
SD Communicatie (IZI-publish), Rotterdam Druk
Bron: brandweer Lemsterland
DeltaHage - Den Haag UITGEVER
Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail:
[email protected]
Lijst van adverteerders DSPA.nl
BLADMANAGEMENT
4
FireSde2000.nl
14
Harsta Instruments
14
Holmatro Rescue Equipment
4
Laundry BV
14
MSA Nederland BV
C4
P2000 shop
C2
Raaijmakers bronbemaling
14
StatusDirect BV
27
SDU
34
Vetrotech Saint-Gobain
46 nummer 9 september 2012
42, C3
drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail:
[email protected] ADVERTENTIE-ACQUISITIE
Tarieven, reserverings- en sluitingsdata op aanvraag beschikbaar bij: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. (023) 571 47 45, fax (023) 571 76 80, e-mail:
[email protected], www.bureauvanvliet.com Sluitingsdata advertenties en bijsluiters 2012
nummer verschijning sluitingsdatum 10 6-10-2012 10-9-2012 11/12 1-12-2012 5-11-2012 Termijn van annulering:
6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending: 3 weken voor verschijningsdatum ABONNEMENTEN
Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen:
Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail:
[email protected], www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer kost d 77,50 (incl. BTW en verzendkosten, 11 nummers). Indien reeds geabonneerd op Brand&Brandweer kost een aanvullend abonnement op GRIP4 d 42,15. Prijs los nummer: d 8,-, prijs luxe verzamelband d 8,-. (prijzen zijn i nclusief 6% BTW en verzendkosten). Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal, nieuwsdossiers, forum en het archief van B&B via www.hulpdienstenonline.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via
[email protected]. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2012 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. ISSN 01656-4675
Sdu Uitgevers
WE KNOW FIRE
BENT U MEDEVERANTWOORDELIJK VOOR HET NIEUWE STATIONSPROJECT?
DAN OOK VOOR DE BRANDVEILIGHEID! De meeste inrichtingsplannen voor het station en de omgeving voorzien in een multifunctionele metamorfose waar meer bezoekers dan ooit samen zullen komen. Dat vereist strenge veiligheidsmaatregelen en uitgebreide expertise op het gebied van brandveilig bouwen. Dat laatste vindt u bij Vetrotech, ook tijdens onze GlassAcademie. Waar wij u uitgebreid informeren over brandwerende beglazingen, compartimentering, preventie en alle Europese VOOR N A A U en nationale normen. Meld u dus aan op www.vetrotech.nl, LD E M OTECH! TR E V N A V IE M want brandveiligheid is een verantwoordelijkheid op zich. GLASSACADE
DE
LTE VOOR EEN DE EERSTE HA JECT. STATIONSPRO BRANDVEILIG r informatie op Kijk voor mee OTECH.NL WWW.VETR
Waar moeten we heen?
Wat treffen we daar aan?
Wat zijn de risico's?
MSA Infincis, uw totaaloplossing voor de digitale bereikbaarheidskaart.
MSA Nederland B.V. • Telefoon: +31 (229) 25 03 03 • E-mail:
[email protected] • www.infincis.nl en/of www.MSAsafety.com