Twee generaties over energie.
&en
&en
Twee generaties over energie.
Inhoud
4 Nils en Michael Persson 8 Wim en Sanne Turkenburg 12 Michael en Mark Wisbrun 16 Marc en Jill Cornelissen 20 Maus en Anne van Loon 24 Maurits, Mare en Julia Groen 28 Florian en Cunie Minderop - van Woudenberg 32 Donald en Anneli Pols 36 Stientje van Veldhoven en Jan van der Meer 40 Ewoud en Tim Goudswaard 4 4 Liesbeth in ’t Hout en Willem Flinterman
2
EN-EN
Introductie Generaties lang staat energie al hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Onze vooruitgang hebben we voor een belangrijk deel te danken aan betaalbare energie die altijd beschikbaar was. Enkele decennia geleden drong het besef door dat we niet eindeloos op onze fossiele energiebronnen kunnen teren. Het belang van duurzame opwekking van energie staat sindsdien op gelijke hoogte met beide andere voorwaarden voor een robuuste energievoorziening. De vereniging Energie-Nederland wil een stuwende kracht zijn achter een duurzame transitie van de Nederlandse energievoorziening en de integratie van Nederland in een goed functionerende Noordwest Europese energiemarkt. Deze rol impliceert ook inzicht in opvattingen buiten de sector en een open relatie die kennisuitwisseling en dialoog stimuleert met andere belanghebbenden. Ter gelegenheid van haar eerste conferentie heeft EnergieNederland mensen buiten de sector, die ieder hun op eigen manier bezig zijn met energie, uitgenodigd voor een gesprek met hun ouder of kind. Twee generaties over hoe thuis over energie werd gesproken en hoe opvattingen verschuiven. EN-EN. Door mensen die ieder voor zich veel mensen ontmoeten die ook met energie bezig zijn. En die allemaal invloed hebben op de beeldvorming rond energie in hun omgeving. Hoe dacht de generatie van direct na de oorlog over energievragen en wat is er van hun verwachtingen terecht gekomen? Hoe verhouden hun opvattingen zich tot de mening van de generatie die vandaag nadenkt over de energie voor morgen? En wat kan de energiesector daar van leren? Laat u inspireren door elf kleurrijke dubbelinterviews met waardevolle meningen van vaders en zonen, moeders of dochters, over ambities, frustraties, wensen, lessen voor de sector en positieve verwachtingen.
Twee generaties over energie
3
4
EN-EN
‘We moeten allemaal met minder tevreden zijn.’ De schilderijen met haventaferelen en heldhaftige scheepsacties verraden een relatie met de nabije Rotterdamse haven. Nils Persson ontvangt ons met gulle glimlach. Zoon Michael is er nog niet, maar dat weerhoudt hem niet tijdens het delen van koffie en koek al van wal te steken. Twee generaties over energie
5
Nils Persson is gepensioneerd loods en enthousiasmerend verhalenverteller .
Nils: ‘Wij wonen al meer dan 40 jaar in dit huis. Het is meegegroeid met ons gezin. Al die jaren hebben we het ook aangepast om slimmer met energie om te gaan. Extra dakisolatie bij de verbouwing van de zolder na gezinsuitbreiding 40 jaar geleden met honderden guldens subsidie van de staat. Toen al. Onze glas-in-lood ramen hebben voorzetramen, we gebruiken spaarlampen. En al jaren staat de thermostaat maar op 17 graden.’ Michael is aangeschoven: ‘Er was niet echt aandacht voor energiebesparing of klimaat. Deur sluiten. Licht uit. Verwarming tot de klik. Dat deed je meer uit fatsoen dan uit actief bewustzijn. We hadden geen angst over de toekomst van de wereld, al kenden wij natuurlijk het campagnebeeld van de aarde die als kaars langzaam opbrandt. De bange benadering zou bij mij en mijn broers en zus ook niet zijn aangeslagen. Als een onderwerp te zwaar wordt, kun je het alleen met ironie te lijf gaan.’
‘Als een onderwerp te zwaar wordt, kun je het alleen met ironie te lijf gaan.’ 6
EN-EN
Nils: ‘Het was wel even slikken voor ons toen Michael na een studie en interne Shell opleiding besloot daar weg te gaan. Geen ideaal carrière pad maar freelance de journalistiek in. Ik ben trots op wat hij doet. Hij schrijft goed. Hij pakt zinvolle thema’s aan en heeft het naar zijn zin. Ophemelen doe ik mijn kinderen niet snel, maar toch vertel ik bij gelegenheid enthousiast over hem en zijn artikelen. Ik vind het goed dat hij soms ook gevreesd wordt omdat zijn analyses in het verleden zelfs tot kamervragen hebben geleid.’ Michael: ‘Wij waren thuis gretige krantenlezers. Ik herinner me dat ik als jonge tiener bij de voordeur al het AD lag te lezen. Die krant was zo groot dat ik hem daar op de grond moest uitspreiden. Het was misschien niet de heftigste luis in de pels, maar wel een klassieke krant. Ik vind dat ik nu ook als journalist de macht kritisch moet volgen.’ Nils: ‘Mijn waardering voor de kritische pers is gegroeid. Vroeger was ik daar niet zo van. Ik kom uit de scheepvaart, was ooit stuurman en de laatste tientallen jaren loods. Dat was een autoritaire cultuur. Een kapitein of een loods is op een schip als onze lieve heer. Jouw woord is wet en er wordt gehoorzaamd. Deze houding bracht je ongemerkt natuurlijk ook mee naar huis, maar daar wisten mijn vrouw en kinderen dan wel raad mee.’ Michael: ‘Mijn vader was streng, maar consis tent en altijd redelijk. Dat heb ik nooit als vervelend ervaren. Hij was dan misschien
wat autoritair, maar hij raadde mij tegelijkertijd op mijn twaalfde af voor de marine te kiezen toen een opgevraagd informatiepakket op de deurmat viel. Dat was te stijf en te hiërarchisch voor me. Padvinderij daar moest hij ook niets van hebben. Zo hielp hij ons een eigen weg te vinden en altijd zelf ook goed na te denken.’ Michael: ‘Ik heb niet echt voor het thema energie of klimaat gekozen, maar ben daar nu wel journalistiek diep in betrokken geraakt. Ik hou er niet van het mezelf te gemakkelijk te maken. Dat deed ik niet tijdens mijn studie, dat doe ik niet in mijn werk. Natuurlijk kom ik ook weerstand tegen. Ik heb geleerd dat de weerstand voor een groot deel te overwinnen is als je op enig niveau verstand van de materie hebt. Dat dwingt respect af en dan praten mensen graag met je over wat hun allemaal bezig houdt. De echte weerstand om journalistiek mee te werken komt dan vaak pas als je aangeeft wat je met de informatie gaat doen en hoe het dus in de krant terecht komt.’ Nils: ‘Mijn generatie groeide op direct na de Tweede Wereldoorlog. We hadden niet veel,
maar we kenden eigenlijk alleen maar een stijgende welvaartslijn. Dat is nu wel anders. Ik denk dat volgende generaties in het Westen, mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen, wel bedreigingen op hen af zien komen. Alle oplossingen weet ik niet. In ieder geval denk ik dat iedereen veel kritischer moet zijn op zijn gebruik van grondstoffen en energie. En dat we allemaal met minder tevreden moeten zijn.’
Michael Persson is afgestudeerd Lucht- en Ruimtevaart ingenieur en journalist voor De Volkskrant.
Michael: ‘Als wereldburger zie ik dat we in het Westen voorlopig onze mooiste tijd wel hebben gehad. We krijgen nog meer last van het broeikaseffect als er niet veel meer gebeurt. En onze grondstoffen raken op. Meer dan genoeg te doen voor de energiesector als je het mij vraagt. Als journalist ben ik niet heel veroordelend, zelfs niet over zaken waar ik logisch op tegen ben. Mijn werk moet brandstof geven voor discussies. Op basis van de juiste argumenten. Die wil ik over het voetlicht krijgen. Ik heb onlangs een artikel geschreven dat mensen ook zonder overheidssubsidie in zonnepanelen investeren. Ik wist toen ik het schreef dat de minister dit verhaal boven zijn bed kon hangen.’
‘Weerstand is te overwinnen als je op enig niveau verstand hebt van de materie.’ Twee generaties over energie
7
8
EN-EN
‘Het is erg lastig om te weten wat juist en verantwoord is.’ Klimaatverandering en Duurzame Energie transitie zijn bij de familie Turkenburg vaker onderwerp van gesprek dan in menig ander Nederlands gezin. De kopie van de Nobelprijs voor de Vrede 2007 op het kantoor van Turkenburg Sr. is daarvan letterlijk het tastbare bewijs: “The credit for this prestigious award goes to you and other colleagues who have contributed so admirably to the work of the IPCC.” Twee generaties over energie
9
‘Sociale media en internet; iedereen deelt zijn mening. Maar of ze daar gehoord worden?’
Wim: ‘Duurzaamheid is voor mij leidend voor de toekomst van onze energievoorziening en de manier waarop we naar nieuwe technologie moeten kijken. Neem bio-energie. Ik was geen groot voorstander van de eerste generatie biobrandstoffen, maar ben dat wel voor tweede. Die draagt werkelijk bij aan een lagere CO2uitstoot. Bij kernenergie noemen tegenstanders mij voorstander, en voorstanders van kernenergie vinden mij tegen. Wonderlijk. Ik ben niet principieel tegen, maar vooral voor kernenergie die inherent veilig is en veel minder tot misbruik leidt van bijvoorbeeld plutonium door schurken en schurkenstaten.’ Sanne: ‘Mijn vader is rond de Fukushima-ramp hard aangevallen door fervente voorstanders uit de ‘Elsevier en GeenStijl-hoek’. Ik heb me heel kwaad gemaakt toen Simon Rozendaal een radioactieve banaan at. Ik zei toen tegen Wim dat zo’n actie vergelijkbaar is met een bosbrand die op je afkomt of je huis dat in de fik staat en
Sanne Turkenburg runt een eigen filmproductie bedrijf en is jonge vader.
10
EN-EN
dat iemand je dan gaat uitleggen dat het vlammetje van een theelichtje echt niet gevaarlijk is. Wim gebruikt deze metafoor nu in zijn presentaties. Heb ik hem toch iets mee kunnen geven.’ Wim: ‘Ik acht het onmogelijk, maar wel wenselijk, om in 2050 onze energie voor honderd procent uit hernieuwbare energiebronnen te halen. Dat wordt eerder 2100. En tegelijkertijd vind ik het schandelijk dat minister Verhagen in de Tweede Kamer zegt, ‘ik ben het helemaal eens. In 2050 gaan we 100 procent duurzaam. Maar helaas hebben we voor die tijd andere opties nodig en dus ga ik voluit voor kernenergie.’ Ondertussen doet de overheid te weinig aan hernieuwbare energie en aan energiebesparing.’ Sanne: ‘Eens. CCS wordt nu als argument gebruikt om kolencentrales te bouwen. Volgens mij is die techniek nog niet helemaal rond. Mijn angst is dat we nieuwe technieken enkel als excuus gebruiken om op oude voet door te gaan. Misschien is dat omdat er nu weinig te verdienen valt met duurzame energie. Ik ben sowieso cynisch over de transitie van fossiel naar hernieuwbaar. Waarom zouden mensen een waardevolle schat aan olie of gas in de grond laten zitten?’ Wim: ‘Daarom is de ontwikkeling en toepassing van CCS zo belangrijk.’ Sanne: ‘Het is ook erg lastig om te weten wat juist en verantwoord is. Ik rijd nu in een Prius. Kort na mijn aankoop kocht Wim een dieselauto met 1-op-21. En is hij energiezuiniger dan ik.’
Wim Turkenburg is Hoogleraar
energievraagstukken uit te leggen,
Natuurwetenschap en Samenle-
zoals over de gevolgen van de
ving aan de Universiteit Utrecht. Hij
tsunami op de kerncentrales bij
wordt vaak gevraagd het publiek
Fukushima, Japan.
Wim: ‘Nu roepen ‘ik voed mijn elektrische auto met windstroom’ is onzin. De windenergie die nu de benzine verdringt kunnen we niet gebruiken voor andere toepassingen. En die moet dus nog steeds met fossiele bronnen worden gemaakt. Dus win je eigenlijk niks. Er is veel meer nodig om echt te verduurzamen.’ Sanne: ‘Je kunt daar wel negatief over doen, maar ik kraak de elektrische auto niet af. Het is goed dat de auto-industrie langzaam ontdekt hoe het met andere energie kan rijden. Zal best dat dit niet meteen winstgevend is. Op termijn wordt het dat heus wel. Dit lange termijn voordeel moet ook bij spaarlampen worden uitgelegd.’ Wim: ‘Het heeft uiteindelijk nauwelijks zin om mensen te vertellen dat ze de lamp uit moeten doen of de gordijnen dicht. Gedragsverandering kun je wel op een vriendelijke manier afdwingen, door strenge energie- en emissienormen of door uitfasering van bijvoorbeeld gloeilampen. Het moet structureel worden, zoals de glasbak.’ Sanne: ‘Mijn generatie is misschien wel wat lakser om zich voor ‘een betere wereld’ in te zetten dan die van mijn vader. Sociale media en internet; iedereen deelt zijn mening. Maar of ze daar gehoord worden? Vijftigduizend mensen op de Dam zijn toch indrukwekkender dan honderdduizend losse tweets. Het lijkt moeilijker om mensen te mobiliseren. De maakbare samenleving, waar de oude generatie in geloofde, dat ziet de huidige generatie heel anders. Dat geldt
niet voor mijzelf. Als er een manifestatie is voor zaken waar ik voor sta, dan is bij mij ingebakken dat ik daar best naar toe wil. Joelend op de Dam, samen met mijn zoontje.’ Wim: ‘Op de schouders bij papa. Net als bij de demonstratie tegen kruisraketten toen jij op mijn schouders zat.’
‘Bij kernenergie noemen tegenstanders mij voorstander, en voorstanders van kernenergie vinden mij tegen. Wonderlijk.’ Twee generaties over energie
11
12
EN-EN
‘Wij weten vaak het fijne niet van de zogeheten vervuiling.’
Buiten klinken de straalmotoren van landende en vertrekkende vliegtuigen. Door het kantoorraam in het gebouw van Air France KLM Cargo zien we hoe de Boeing 747 cargotoestellen worden klaargemaakt voor vertrek. Twee generaties over energie
13
Michael Wisbrun was tot
‘Investeren in schoon werpt vruchten af, zowel gemeten in geld als in goodwill.’
voor kort directeur van Air France KLM Cargo. Sinds 1 juni is hij Managing Director van Skyteam, met dertien samenwerkende luchtvaartmaatschappijen, de op één na grootste luchtvaartalliantie ter wereld.
Mark: ‘We hebben thuis gesprekken over persoonlijke energie, over werk waar je energie uit put en zo. Niet over de vraag of mijn vader slapeloze nachten heeft omdat hij mede verantwoordelijk is voor zoveel vervuiling. Ik neem aan dat hij zijn best doet om zo schoon mogelijk te vervoeren, zonder dat hij zijn concurrentievoordeel verliest. Ik zelf gooi geen kauwgum op straat en doe het licht uit als ik de kamer verlaat.’ ‘Maar als ik goedkoop naar Londen kan vliegen dan ga ik niet principieel doen. En, nee, ik compenseer mijn CO2-voetafdruk niet… Jij wel? Mooi. Ik weet niet eens of jij een auto uitzoekt met een groen label? Oh, toch wel. Nou dat valt me dan weer mee.’ Michael: ‘Wij staan nummer één op de Dow Jones Sustainability Index. En dat al sinds vier jaar. Daar moet je echt wel wat voor doen. Mijn vak is verbinden: zo efficiënt en verantwoord mogelijk. Ik heb geleerd dat investeren in schoon vruchten afwerpt, zowel gemeten in geld als in goodwill. Je moet ook zelf logisch blijven nadenken. Kenia produceert 80 procent van alle rozen die wij hier op de markt brengen.
14
EN-EN
Die moeten per vliegtuig worden vervoerd. Ik dacht: dit moet stoppen. Totdat ik liet uitrekenen wat het verbouwen van rozen in ons land aan CO2-uitstoot oplevert. En wat bleek: het is schoner om rozen natuurlijk te laten groeien en vervolgens te vervoeren dan de rozen in eigen land te produceren. Wij weten vaak het fijne niet van de zogeheten vervuiling. Je moet de hele keten onder de loep leggen en dan afwegingen maken. Maar dat gebeurt zelden. ‘ Mark: ‘Maar voorlopig worden jullie vooral afgerekend op euro’s en niet op milieuvriendelijkheid. Ik ben zelf heel pragmatisch, dus ik snap jullie wel. Intussen gaat de consument toch steeds meer eisen stellen aan de leverancier als het gaat om milieubewustzijn. Hoe ga je dat oplossen?’ Michael: ‘Als je schoon probeert te vervoeren kun je niet alleen rustiger slapen, maar je leert je processen effectiever te maken terwijl je intussen op natuurlijke wijze je klanten selecteert. Louis Vuitton en Hermes, bijvoorbeeld, vervoeren met ons omdat we én schonere toe-
stellen hebben gekocht én de efficiency hebben verbeterd. Zolang we geen mondiale afspraken kunnen maken zal het stapvoets beter gaan met de balans tussen steeds meer vervoer en milieu. Ik denk dat er een grote ramp moet gebeuren voordat we met z’n allen echt wakker worden.’ Mark: ‘Zoiets als de kernramp in Japan bedoel je? Ik denk dat die vermeden had kunnen worden, dat daar teveel risico’s zijn genomen qua ligging en bouw. Ik ben overigens niet voor kernenergie zolang niet duidelijk is wat er met het afval gebeurt…’ Michael: ‘Wat mij met de ramp in Japan opviel is de verwevenheid van politiek, economie en energie. Toyota lag plat, GM lag stil, onderdelen voor Boeing konden niet geleverd worden. Als de wereld dit echt gaat snappen, dan zal er misschien een duurzame oplossing komen voor het energievraagstuk. Duurzaam, betaalbaar en onder een mondiale regie. Anders blijven we in Europa weliswaar voorlopers maar ook roependen in de woestijn.’ Mark: ‘En ik vind ook dat we afmoeten van die aflaatmentaliteit: wel vliegen en dan compenseren? Ik zou zeggen, neem de trein, blijf wat vaker thuis. Dat helpt meer dan je geweten afkopen.’
Mark Wisbrun is senior consultant bij Nolan, Norton &
‘Wat mij met de ramp in Japan opviel, is de verwevenheid van politiek, economie en energie.’
Co, een strategisch adviesbureau.
Twee generaties over energie
15
16
EN-EN
‘Biedt kennis aan, laat mensen zien en ervaren.
Ze moeten wel zelf kiezen. Alleen dan beklijft gedragsverandering.’ Diep in het groene hart van Nederland, aan de rand van het Rotterdams havengebied, hebben we afgesproken bij Marc en Jill Cornelissen thuis. In de rustige woonwijk doet niets vermoeden waar de aimabele poolreiziger met zijn vrouw en dochter woont. Binnen treffen we een avonturier die langzaam weer het ‘normale leven’ oppakt na een bijzonder bezoek aan het hoge Noorden. Twee generaties over energie
17
Jill Cornelissen is 11 jaar. Ze wil hersenschirurg worden, ook al schat ze dan tot haar 40e te moeten studeren om echt goed te worden.
Marc: ‘Ik ben net terug van een unieke week in Groenland. Samen met onze kroonprins, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de wetenschap en het Wereld Natuur Fonds hebben we van gedachte gewisseld over de toekomstperspectieven van het poolgebied. Over energie gesproken. In vier dagen veel kennis gedeeld over wat er met ons klimaat aan de hand is. De ijskap was prachtig, maar kon niet tippen aan het indrukwekkende gesprek met een aantal Groenlanders waaronder ook de premier. Worstelen we niet allemaal met het schijnbaar paradoxale dilemma van onze wens naar vooruitgang en de noodzaak om onze
‘We worstelen allemaal met het dilemma tussen vooruitgang en de noodzaak om onze natuurlijke bronnen goed te beheren.’ 18
EN-EN
natuurlijke bronnen goed te beheren?’ De voordeur knalt dicht. Jill stapt de woonkamer binnen, gespitst op de vragen die komen gaan. ‘Hij is best vaak weg. Ik vind dat niet altijd leuk, maar volgens mij is hij heel gelukkig op de Noordpool. We praten niet veel over de dingen die hij onderzoekt. Thuis wijst papa me vaker dan mijn moeder op dingen als het licht uitdoen, de computer uitzetten, enzo. Ik sta daar niet bij stil en vind het ook niet echt belangrijk. We hebben het nooit over duurzaamheid en energie in de klas. In de klas van mijn vriendinnetje hebben ze het er wel over. Het staat ook zeer zeker niet in de Cito.’ Marc: ‘Onderwijs is cruciaal. We moeten onze zorg over de toekomst echter niet opdringen aan de volgende generatie. Op Jill’s geboortekaartje stond dat ze moet zorgen dat ze wordt wie ze wil zijn. Daar zal ik me voor blijven inzetten, zonder directief of dwangmatig te worden. Sommige inzichten landen pas op een bepaalde leeftijd en bij bepaalde mensen, bij andere mensen nooit. Dat geldt voor onze houding naar de Groenlanders, en dat geldt voor scholieren of medewerkers in bedrijven. Het is het uitgangspunt voor mijn missies: biedt mensen kennis aan, laat ze zien en ervaren. Maar ze moeten zelf kiezen. Alleen dan beklijft gedragsverandering.’ Jill: ‘Het is stoer om een vader te hebben die avonturier is. Hij komt binnenkort ook weer bij ons in de klas vertellen wat hij heeft gedaan met de prins. Hij moet me echter niet zoals
toen ik in de tweede zat als kleedpop gebruiken en me 8 lagen kleding laten aantrekken om te laten zien hoe koud het is op de Noordpool. Ik schaamde me dood en het was bloedheet.’ Marc: ‘Kleding is erg belangrijk. Discipline nog meer. Ik heb dat op de bruutste manier geleerd toen ik een paar jaar geleden werd aangevallen door een ijsbeer die op jacht was voor zijn ontbijt. Ik was een paar stappen weg van ons kamp. Ik voelde dat er iets niet in de haak was en toen ik mij omdraaide stond er een ijsbeer achter mij. Mijn boosheid over zoveel domheid en het beeld van mijn dochter hebben me toen geholpen juist te handelen. Dankzij de hulp van gealarmeerde reisgenoten heb ik met een scheurtje in mijn jas mijn vege lijf gered. Later bleek dat we midden in een leefgebied zaten. Slecht geïnformeerd dus.’ Jill: ‘Ik weet dat nog goed, want het voelde toen vreemd in huis. Zonder dat ze wisten van het gevaar, hadden mijn moeder en mijn vaders vriend een naar gevoel over de missie. Door de negatieve energie van de aanval wist mijn moeder gewoon dat er iets echt fout zat.’
Jill: ‘Ik hoef die avonturen niet zo nodig en ga ook veel liever naar Italië dan naar Groenland. Ik vind het wel leuk om buiten te zijn maar we gaan niet vaak kamperen. We komen al jaren op hetzelfde vakantieadres, ik heb het gevoel dat ik er vandaan kom.’ Marc: ‘Zo’n gevoel had ik in het hoge Noorden. Het Arctisch gebied is voor mij de kanarie in de kolenmijn als het gaat om klimaatverandering. Als onderzoekend avonturier, en architect, weet ik dat we de opwarming kunnen dempen door wereldwijd onze energie-infrastructuur om te bouwen naar klimaatneutrale decentrale opwekking. Ik denk dat energiebedrijven daar veel meer aan kunnen doen. Ik mis innovatieve proposities.’
Marc Cornelissen is afgestudeerd architect, professioneel avonturier en mede-eigenaar van een bureau voor strategisch advies en verbetertrajecten ten behoeve van verduurzaming.
Marc: ‘En, voordat je het vraagt, ik heb zelf geen zonnepanelen. Die zou ik plaatsen als ik wist of ik hier zou blijven wonen. Als ik van een energiebedrijf echter op een incourant stuk land zou kunnen investeren in panelen voor eigen opwekking, dan zou ik daar direct voor tekenen. Ach, misschien moet ik dat wel helpen organiseren.’
‘Door de negatieve energie van de aanval wist mijn moeder gewoon dat er iets echt fout zat.’ Twee generaties over energie
19
20
EN-EN
‘Zorg dat de overheid alleen richtlijnen geeft en niet de invulling dicteert.’ Vader en dochter Van Loon genieten samen van een kop koffie in het futuristische Atlas gebouw van de Universiteit Wageningen. Beide generaties hebben ieder op hun eigen manier de dimensies van het thema energie leren kennen. Gesprekstof te over. Twee generaties over energie
21
‘De gemiddelde Nederlander denkt en handelt anders als hij meer van een onderwerp weet.’ Anne: ‘Ik zit niet in de energiesector, maar hoor wel van Noorse collega’s dat er in Noorwegen bijvoorbeeld een direct verband is tussen droogte en energie. Een stuwmeer is natuurlijk erg afhankelijk van de waterhuishouding en bovendien heeft een dam zelf ook enorme invloed op het systeem. Op het continent is er ook een relatie tussen water en energie. Het gebruik van koelwater uit rivieren komt bijvoorbeeld in gevaar bij droogte, zoals er zich dit voorjaar een voordoet. We moeten zuinig zijn energie, zuinig zijn met onze grondstoffen. Dat is beter voor alles en iedereen, volgens mij.’ Maus: ‘De eerste stap naar duurzaamheid is mijns inziens altijd energiebesparing. En laten we onze aandacht dan vooral richten op de warmtevoorziening in huizen. We hoeven daarbij echt niet alleen naar futuristische technologie te kijken om veel te winnen. Pluk eerst maar eens het laaghangend fruit. Kijk maar eens naar de energiezuinige bouwstijlen uit de 18e eeuw, zoals ons huis in Frankrijk. Daar plaatste men geen ramen aan de noordzijde van woningen vanwege de heersende wind en bouwden ze
Maus van Loon, voormalig bestuursvoorzitter van Electrabel in Nederland, is nu directeur van Oldhorst Advies en Management.
22
EN-EN
extra dikke muren om ‘s zomers de hitte buiten te houden en ’s winters de warmte binnen.’ Anne: ‘Ik ben het over veel dingen met m’n vader eens. Besparing is heel belangrijk op weg naar een volledig duurzame energievoorziening. Tot we volledig duurzaam zijn, moeten we verstandig omspringen met fossiele brandstoffen. Nieuwe technologieën kunnen daar een onderdeel van zijn. Ik snap dat alles wat ik wil niet direct kan en ik besef ook dat ik soms wat idealistisch ben als ik vind dat de verduurzaming wel wat sneller mag.’ Maus: ‘Het kan ook wel sneller. Daarvoor is nodig dat er duidelijkheid van de overheid over de langetermijndoelstellingen komt. Het is mijn overtuiging dat energiebedrijven bereid zijn een duurzame leveranciersverplichting te accepteren op basis van een harde doelstelling. Onvermijdelijk moet je rekening houden met de internationalisering van de energiemarkt, of je nu wilt of niet. De internationale bedrijven maken hun afweging op basis van kosten, risico’s en rendementen. Als wind in Nederland technisch het beste lijkt, maar er is onzeker beleid, dan is het reëel dat het ergens anders gebouwd wordt. Dat zie je nu in de praktijk. Als er daarentegen consistent beleid is –het liefst Europees-, dan gaat er echt wat gebeuren. Met andere woorden: politieke doelstellingen in reactie op korte termijn situaties bijstellen is funest.’
Anne: ‘Door de gesprekken met mijn vader over dit onderwerp merk ik dat ik veel meer van de nuances weet dan mensen om mij heen. Ik ben ervan overtuigd dat de gemiddelde Nederlander anders zou denken, en ook anders zou handelen, als hij/zij meer van een onderwerp zou weten. CO2-opslag bijvoorbeeld. Ik denk dat er over dit onderwerp in de informatievoorziening naar burgers nog veel te winnen valt.’ Maus: ‘De vereniging kan daar een goede rol in spelen. Politici worden vaak wel geïnformeerd, maar het publiek dat zij vertegenwoordigen niet. Er zit veel emotie bij de mensen. In het geval Barendrecht zou het goed zijn geweest als een onafhankelijke partij naast de vele en bekende negatieve verhalen ook objectief de andere, meer positieve kanten, had benadrukt. Deze zaak heeft opnieuw aangetoond hoe belangrijk goede communicatie is. Vroeger vervulde de overheid die rol vaak, maar de overheid als onafhankelijke en waardevrije verschaffer van informatie wordt door de burger in Nederland vaak niet meer zo gezien.’ Anne: ‘Het zal altijd ruiken naar public relations als informatie over ontwikkelingen en voor- en nadelen van projecten en technologie van een marktpartij komt.’ Maus: ‘Wij hebben vanwege de vooral intern gerichte discussie over de splitsing van energiebedrijven jarenlang nauwelijks discussie gevoerd over onderwerpen als CO2-opslag, opwekkingstechnologie of nieuwe manieren om besparing te stimuleren. We hadden het te druk met interne discussies en ieders eigenbelang. We waren immers geliberaliseerd. De gefuseerde vereniging Energie-Nederland kan dit weer oppakken nu de markt zich meer en meer heeft gestabiliseerd.’
Anne van Loon is als
sfeer, op en onder het
promovendus bij de
aardoppervlak, in het
Leerstoelgroep Hydro-
bijzonder de ontwikke-
logie van Wageningen
ling van neerslagtekort
University bezig met
naar hydrologische
water in de atmo-
droogte.
Anne: ‘Aangezien die gezamenlijke informatievoorziening dus achterwege is gebleven, zijn burgers op internet gaan zoeken naar informatie. De tegenstrijdige spookverhalen die daar te vinden zijn, dragen natuurlijk niet bij aan een goed beeld van de Nederlandse energiesector.’ Maus: ‘Bedrijven en verenigingen zullen nog actiever moeten worden in de internetarena. Het is goed dat de belangenbehartiging van de sector weer één geheel is. Het vormt een krachtig blok dat kan zorgen dat de overheid (minister en parlement) zich blijft richten op de langetermijndoelstellingen en niet op de uitvoering daarvan. Laat dat aan de energiebedrijven en andere betrokken (markt)partijen over.’
‘Leg politieke doelstellingen voor een lange termijn vast en laat de uitvoering aan anderen over.’ Twee generaties over energie
23
24
EN-EN
‘Denk na en je komt vanzelf bij verantwoord energiebeleid uit.’ Het sfeervolle huis van de familie Groen staat aan de stadsvaart in Haarlem. Gekakel van kippen in de ren onderstreept de rust en gemoedelijkheid. Het monumentale pand is opgeknapt van G naar B-label. Zonnepanelen uit het ZonVast programma worden binnenkort geïnstalleerd. De energierekening is gedaald met 85 procent. Twee generaties over energie
25
Maurits Groen is al 30 jaar voorvechter van duurzaam-
heidkerk. Denk na bij wat je doet en dan kom je volgens mij vanzelf op duurzaam beleid uit.’
heid. Hij helpt steeds vaker ondernemers om hun duurzame technologie aan de man te brengen.
Julia: ‘ De stekker van onze TV is er altijd uit. Wij doen dat ondertussen ook wel, zeker nu ik op mijzelf woon. Ik word ook boos als mensen de afwas laten draaien voor twee vorken. Dat is gewoon echt onnadenkend!’ Maurits: ‘Ze hebben hun eigen keus. Ik denk na over waarom ik dingen wel of niet doe. Mijn acties komen dus voort uit overtuiging. De zendeling uithangen is vaak vervelend en werkt eerder contraproductief. We zijn niet van de duurzaam-
‘Anthony Burgmans van Unilever belde 15 jaar geleden het WNF: ‘Hallo, u spreekt met kapitein Iglo. Ik wil een soort FSC-keurmerk opzetten voor vis.’ 26
EN-EN
Julia: ‘We hadden vorige week een college over milieu met de directrice van Greenpeace. Mensen om mij heen hadden zoiets van, ‘Woow, gebeurt dat? Kan dat?’ Waarom doen we dat dan niet?’ Ik merk dat verantwoord gedrag om mij heen niet echt ingebed is. We missen informatie en er is maar een klein actief groepje.’ Mare: ‘Er wordt te veel gekeken naar wie en hoe de boodschap wordt verkondigd. En niet naar de inhoud. Hoe iets wordt gebracht en door wie is natuurlijk ook belangrijk, maar de boodschap is minstens zo belangrijk. Veel mensen van mijn leeftijd kijken niet verder dan de presentatie en daarom kraken ze dingen vaak te snel af.’ Julia: ‘Het is ingewikkeld en ongrijpbaar. Je weet niet waar je het voor doet als je het licht uit doet. Je kunt het niet aantonen. Ik hoop dat bedrijven van de negatieve gedachte over duurzaam afkomen en snappen dat ze er ook echt wat mee kunnen winnen.’ Maurits: ‘Dat gebeurt ook wel in het bedrijfsleven. Niet in Den Haag, daar lijken velen collectief in slaap gevallen te zijn. Grote bedrijven moeten beseffen dat ze over 20 jaar alleen nog bestaan als ze hun supertanker nu de duurzame richting uit sturen. Simpel. Het gaat natuurlijk niet alleen over energie, maar ook over andere grondstoffen. Anthony Burgmans van Unilever belde 15 jaar geleden het WNF: ‘Hallo , u spreekt met kapitein Iglo. Ik wil een soort FSCkeurmerk opzetten voor vis.’ Ze wilden nu en morgen namelijk nog vis verkopen.’ Mare: ‘Ik weet nog niet bij wie ik later wil werken. Je moet volgens mij werk kiezen waar je gelukkig en enthousiast van wordt. Het wordt
ander werk dan mijn vader. Ik zoek denk ik wel iets dat met het milieu te maken heeft. En dat kan ook in een bedrijf dat nog niets doet en dat juist in beweging moet worden gebracht.’
en ga maar door. Ik vind het vreemd dat wij ons zo afhankelijk maken van zo’n kwetsbare regio, die ideologisch en religieus ook nog eens totaal anders denkt.’
Maurits: ‘Verandering is altijd moeilijk. Natuurlijk kan het wel. Met de juiste persoon en de juiste boodschap. De gemiddelde leeftijd in het control center dat Armstrong op de maan zette was amper 26 jaar. Die ingenieurs zaten op de middelbare school toen Kennedy de onhaalbare geachte ambitie uitsprak. Dat kan ook met duurzame energie.’
Julia: ‘Energiemaatschappijen moeten natuurlijk niet laten gebeuren dat ze door decentrale opwekking straks zonder werk zitten. Hard ontkennen of niet stimuleren is onnadenkend. Ze moeten zelf initiatief nemen om alternatieve energie aan te bieden. Als energiebedrijven mij een goede aanbieding doen, wil ik uiteraard, als ze me er maar mee helpen.’
Julia: ‘Papa, dat is wel het punt met jou in debatten. Mensen die iets kort en krachtig zeggen komen krachtiger over. Jij gaat dan een uitgebreid verhaal houden over goede initiatieven. Dat komt minder sterk over. Je moet een manier vinden om dat ook zo helder en duidelijk te krijgen.’
Maurits : ‘Wat moeten klanten met kilowatturen? In hun oren stoppen? Mensen willen geen kWh, maar comfort en licht om te kunnen zien en werken. Het gaat niet meer om fysieke energielevering, maar om de functie die je er aan hangt. Energiebedrijven, denk na over wat die dienst precies is.‘
Maurits: ‘De urgentie om te veranderen kan ook van buiten komen. Stel dat er echt een grote, langdurige oorlog uitbreekt in het Midden-Oosten. 60 procent van de mondiale olievoorraad is dan niet meer bereikbaar. Dat brengt de energievoorziening heel snel in gevaar en daar zitten we dan, zonder waterzuivering, licht, internet
Mare: ‘Ik denk dat je altijd de dingen uit je opvoeding en opleiding meeneemt. Voor mij is dat zowel duurzaamheid als creativiteit. Wij zitten wel in een bevoorrechte positie en krijgen de mogelijkheden daar mee bezig te zijn. Het is fijn dat mijn vader met iets goeds bezig is voor de wereld en daar ook geld mee verdient.’
‘Wat moeten klanten met kilowatturen? In hun oren stoppen?’
Julia (18) is student Sociologie en woont Mare (15) zit in klas 4 van het Gymnasium
op kamers in Amsterdam. Ze zou het wil-
en doet Kunstacademie. Ze heeft verlof ge-
len, maar kan zich niet veroorloven altijd
vraagd van Economie voor dit gesprek. Haar
biologisch eten te kopen. Gelukkig gooien
plan om op tijd bij Geschiedenis te zijn wordt
huisgenoten hun pizzadozen steeds vaker in
halverwege het gesprek bijgesteld.
haar papierbak.
Twee generaties over energie
27
28
EN-EN
‘Elektrisch rijden kost in 2020 nog maar een 0,5 cent per kilometer. Zet dat af tegen de prijs vandaag, en reken uit je (klimaat)winst.’
Het bedrijfspand zou in Rome niet misstaan. lorian Minderop en moeder Cunie genieten van F hun middagbroodje tussen de vele breed uitgestalde elektrische scooters van Mister Green. De biologische appelsap is op zijn plaats tussen de handel en als begeleiding van hun gesprek over vervoer, duurzaamheid en gedrag toen en nu. Twee generaties over energie
29
‘De massa krijg je alleen mee via de portemonnee.’
Florian Minderop, is medeoprichter en eigenaar van Mister Green, dat via nieuwe mobiliteitsoplossingen en elektrisch vervoer wil bijdragen aan een duurzame wereld.
Florian: ‘Elektrisch vervoer op grote schaal staat op het punt van doorbreken. We zijn 5 jaar geleden begonnen met Mister Green. We leefden toen als een missionaris op een ‘shoestring’. Nu halen we omzet met echte handel. Er is dus vraag van echte klanten; bedrijven en particulieren kiezen voor elektrische vervoer. Voor ons voelt het wat bizar dat de megaindustrie gaat komen. In Nederland rijden over een paar jaar veel meer elektrische auto’s dan we hadden durven dromen. Eind 2011 rijden er 1000 elektrische auto’s in Nederland, nog geen 0,5 procent van het totale bestand. In 2011 komen er 3000 tot 4000 elektrische scooters op de markt. Circa 4 procent van alle scooters is elektrisch, zo’n 10.000 stuks. In Nederland worden nu al 150.000 elektrische fietsen verkocht per jaar, dat is al ruim 10 procent marktaandeel. Dit percentage marktaandeel verwachten we al snel bij scooters en voor 2020 ook bij auto’s. Elektrisch rijden kost bij dit groeitempo over 10 jaar nog maar een halve cent per kilometer. Zet dat af tegen de prijs vandaag en reken uit je klimaatwinst.’ Cunie: ‘Ik ging begin jaren ’50 naar school. Energie of duurzaamheid was geen onderwerp. Alles was erg eenvoudig. We werden heus niet met de auto naar school gebracht. Er was altijd gezeur over ‘licht uit’. En eigenlijk heeft het gezeur niet echt geholpen. Mijn generatie, zo zie ik nu,
30
EN-EN
had verstandiger kunnen opvoeden. Wij dachten dat het niet op kon ….. en dat blijkt niet waar.’ Florian: ‘Ik sta vaak verbaasd hoe weinig mensen weten over de staat van ons klimaat. Onwetendheid is vaak de reden waarom mensen niets met duurzaamheid hebben, en dus ook niet verstandig omgaan met energie. We krijgen het in onze opvoeding niet mee. Gebrek aan kennis voedt dom gedrag.’ Cunie: ‘We wonen in de stad en kunnen met OV of fiets uit de voeten. Een auto hebben we echt om verder mee te reizen. Mijn man wil volgens mij nu langzamerhand wel een elektrische auto. Indirect komt dat door het werk van Florian. Wij hebben het er bij de start van zijn bedrijf veel over gehad. En er wordt nu veel gepubliceerd. Je hoeft de krant maar open te slaan of de radio aan te zetten en er is wel iets over elektrische mobiliteit, duurzaamheid, etc. Ik heb er denk ik door mijn zoon wel veel meer aandacht voor dan de mensen om me heen. Daar moet de noodzaak tot andere levensstijl nog flink worden ingewreven.’ Florian: ‘Early adopters van elektrisch vervoer zijn avonturiers die het niet erg vinden om iemand een lift te vragen als de batterij leeg valt. De massa krijg je alleen mee via de portemonnee. Wij adviseren klanten die de auto willen
Cunie Minderop - van Woudenberg, moeder van Florian, startte in 1984 een bloemenzaak in Caracas, Venezuela. De succesvolle onderneming werd in Nederland voortgezet tot haar pensioen in 2005.
gebruiken voor lange afstanden daarom er nog even van af te zien. We zijn daar als samenleving economisch en technisch nog niet klaar voor. Er zijn wel niches in de vervoersmarkt die er helemaal klaar voor zijn. Vooral binnen steden waar je geen fijnstof wil, je korte afstanden rijdt en je geen grote volumes hoeft te vervoeren.’ Cunie: ‘Toen ik geld ging verdienen heb ik als eerste gespaard om een Deux Chevaux te kopen. Het was helemaal het einde om je eigen auto te hebben.’ Florian: ‘Persoonlijke mobiliteit is steeds minder belangrijk voor jongeren. Vroeger spaarde je als eerste voor de auto. Nu heeft de helft van de stadsbewoners onder de 30 geen auto. Bij jongeren die 18 worden staat ook niet de auto, maar een nieuwe smartphone op 1.’
van toen bijna niet meer voorstellen. Onze consumptie is in het extreme doorgeslagen. Wij worden nu door de jongere generatie op de ontwikkelingen gewezen. Het is goed dat ook de oudere generatie zich weer bewust wordt van de lessen van schaarste. We moeten natuurlijk wel optimist blijven en onszelf vanuit een positieve instelling verplichtingen opleggen en elkaar op zaken aanspreken. Zoals mijn moeder. Zij was tot op hoge leeftijd ouderwets degelijk in dat soort dingen. Ze kon iemand aanspreken; ‘Goh, u heeft iets laten vallen’, ze pakte het dan op en gaf het terug. Op een heel aimabele manier.’ Florian: ‘Ik toeter altijd als iemand iets uit de auto gooit …’ Cunie: ‘O, dat zit dus in de familie.’
Cunie: ‘Ik groeide op midden in de opbouw van Nederland. Alles was duur en mensen waren heel erg zuinig. Ik kan me die voorzichtigheid
‘Wij dachten dat het niet op kon... en dat blijkt niet waar.’ Twee generaties over energie
31
32
EN-EN
‘Natuur organisaties moeten vaker laten weten waar ze voor staan.’ De kikkers kwaken welkom rond het WereldNatuurFonds hoofdkantoor. De terrasbankjes zijn ‘drooggezeten’ door een paar rokers en late ontbijtgasten. De vogels overstemmen een iel beekje, dat levendige herinneringen oproept aan de kindertijd in Afrika. Twee generaties over energie
33
Anneli Pols is docente Engels in het middelbaar onderwijs.
Anneli: ‘Ik ben opgegroeid op een boerenbedrijf van 6000 hectare in Zuid-Afrika. Wij hadden ook een wildreservaat. Dat moesten we goed beheren. Zonder dat we het ons bewust waren, was verantwoord omgaan met de natuur diep verankerd in ons leven. Duurzaamheid anno nu kenden we niet. Daar werd ik me pas van bewust toen Donald er mee aan de slag ging. Het was voor boeren in Afrika een zaak van overleven om goed te zorgen voor je land, de dieren, en vooral het water. Gebruikte je te veel water dan was de kans groot dat de bron het volgende seizoen droogviel. Dit bewustzijn heeft Donald onbewust toch meegekregen.’ Donald knikt. ‘Water was toen veel belangrijker voor ons dan energie. De kolen schepten we bijna letterlijk zo uit de grond. Water was erg schaars met een gemiddelde regenval van 310 mm/jaar. En daarom kregen we als kind al vroeg mee daar verstandig mee om te gaan. Mijn moeder heeft me toen een liedje geleerd dat ik nu ook voor mijn kinderen zing.’
‘Kinders moenie in die water mors nie die ou mense wil dit drink. Dit kom van veraf, dit kom van veraf, van Piet le Roux se dam.’ (Zuidafrikaans kinderlied) 34
EN-EN
Anneli: ‘Ik sta versteld van waar Donald gaat, met wie hij praat, en op welke manier hij binnen het WNF de wereld wil helpen. Ja, ik ben erg trots. Eerlijk gezegd hadden mijn man en ik wat anders voor ogen toen hij rechten ging studeren.‘ Donald: ‘Mijn moeder zou willen dat ik zakelijker ben.’ Anneli: ‘Het gaat niet om commerciëler, maar dat hij zijn mening harder en duidelijker verkondigt. Natuurorganisaties zijn vaak zo soft. Ze moeten vaker het podium zoeken en op een positieve manier laten weten waar ze voor staan.’ Donald; ‘Wat ik als kind heb geleerd over water, geldt in principe voor alle natuurlijke hulpbronnen en specifiek nu wereldwijd voor energie. De grondstoffen die wij aan onze planeet onttrekken zijn schaars. En in veel gevallen hebben ze bij gebruik ongewenste effecten. Wij kunnen daar niet op deze manier mee doorgaan. Doen we dat wel dan gaat het fout. Dat wisten boeren vroeger in Zuid-Afrika, en heus ook hier. Nu lijkt dat besef nergens breed in te dalen.’ Anneli: ‘Ik woon al jaren gelukkig in Nederland. Toch vind ik het nog elke dag onvoorstelbaar hoe slordig mensen hier met water omgaan. Leerlingen op school zijn zich geen seconde bewust van hoeveel water of energie ze verspillen. En we hebben ook nog geen manier gevonden om ze daar van te doordringen.’ Donald: ‘Duurzaam leven komt vanuit een intrinsieke motivatie. Ik mocht opgroeien met de waardering voor de natuur. Dat betekent helemaal niet dat we roomser waren dan de paus. Wij maakten ook kampvuurtjes buiten. We wisten wel donders goed dat als we het fout deden enorme gebieden in de fik zouden vliegen. Deze verantwoordelijkheid voelden wij
‘Niemand ziet of voelt direct de consequenties van zijn handelen. En dus veranderen mensen niet.’ ook en daar hielden we rekening mee. En dat is waar het nu echt aan ontbreekt. Niemand ziet of voelt direct de consequenties van zijn handelen. Smeltende ijskappen, stijgende zeewaterspiegel, atmosferische storingen: niemand kan zich er iets bij voorstellen en welke invloed wij hierop hebben. En dus veranderen mensen niet.’ Anneli: ‘Energiebedrijven moeten er veel meer aan doen om mensen te leren en te instrueren hoe ze met minder energie toe kunnen. Als je het slim aanpakt, kun je met heel weinig echt heel veel voor elkaar krijgen. Begin 60-er jaren was er op onze boerderij geen elektriciteit. Mijn vader had één accu. Die laadde hij overdag op met een windmolen. We hadden dan net genoeg stroom om ’s avonds 15 minuten het nieuws te luisteren.’ Donald: ‘Het is moeilijk voor te stellen dat mijn moeder is opgegroeid zonder stroom. En toch leeft 1 op de 5 Zuid-Afrikanen zonder toegang tot elektriciteit. Het is daarom des te opvallender dat juist in Zuid-Afrika de overheid een ambitieus project heeft gelanceerd met als doel 15 procent hernieuwbare energie in 2020. Zo’n project verdient steun en navolging in Nederland. We moeten zuiniger zijn. Iedereen zegt het, niemand doet het echt. Ik hoor ook vaak dat 100 procent duurzame energie niet gaat. Portugal
heeft in het voorjaar van 2011 op verschillende momenten het hele land voor 100 procent van duurzame energie voorzien. Het kan en dus zal het gaan gebeuren.’ Anneli: ‘Al onze verhalen over hoe het was, klinken misschien romantisch. Zelfvoorzienend zijn was beslist geen idealisme maar keiharde overlevingsdrang. Dat zie je trouwens nog steeds in Zuid-Afrika. Omdat er te weinig capaciteit voor stroom heeft de overheid overdag energy saving time ingesteld. Iedereen weet precies wanneer de stroom uitgaat. Van koelkast tot stoplicht. Mensen raken er snel aan gewend. En ze gaan er zelfs creatief mee om. Meer met minder, dat kan, als het moet.’
Donald Pols heeft na zijn rechtenstudie
Donald: ‘Veel energiemaatschappijen vragen zich volgens mij af of ze de transitie naar decentrale duurzame opwekking kunnen tegenhouden. Nee. Neem de afschaffing van SDE subsidie op zon-PV. Er kwam direct een succesvol privaat initiatief op gang om 10 MW PV te verkopen. Het stoppen van SDE zorgde dus voor een tegenovergestelde sprong vooruit. Mijn advies aan energiebedrijven is simpel: faciliteer de decentralisering van de energievoorziening. Want bedrijven en overheden moeten zich realiseren dat ze ontwikkelingen die grote groepen mensen niet naar hun hand kunnen zetten.’
gekozen voor het welzijn van plant, dier en planeet en is nu internationaal hoofd klimaatprogramma van het Wereld NatuurFonds.
Twee generaties over energie
35
36
EN-EN
‘Je moet je actief inzetten voor wat je gelooft. Anders gebeurt er nooit wat.’ De statige fractiezaal van D66 kijkt uit over het kloppend hart van politiek Den Haag. De ornamenten zijn oud, de sfeer is fris, jong en ontspannen. Jan en Stientje hebben niet meer nodig om het onderwerp aan te snijden. Twee generaties over energie
37
Jan van der Meer, vader van Stientje,
‘Deur dicht! Licht uit! Dat zat er al wel vroeg in!’
heeft zich in zijn loopbaan na een periode van 20 jaar als socioloog volledig toegelegd op de schilderkunst, in het bijzonder portretten en landschappen.
Stientje: ‘Deur dicht! Licht uit! Dat zat er al wel vroeg in!’
en in de toekomst als we de jeugd maar blijven opvoeden om zelf kritisch te blijven denken.’
Jan: ‘In haar opvoeding was energie zeker een issue. Er werd niet uitvoerig over gediscussieerd, het ging veel meer over een levenshouding. We moesten omgaan met de wereld waarin je leeft. We waren zuinig en sober en wilden geen overdaad en overbodige dingen. We hadden een grote moestuin thuis. Ik denk dat we ons daardoor automatisch bewuster zijn geworden van de natuur en hoe je er zorgvuldig mee om moet gaan.’
Stientje: ‘Onze dochter van bijna 6 begint goede vragen te stellen. Ik probeer haar niet te vertellen wat ze moet doen, maar vraag of iets handig of verstandig is om te doen. Dat vindt ze een leuke uitdaging. En zodoende kan zij zich verbazen dat anderen het licht niet uit doen terwijl dat energieverspilling is. Deze dingen motiveren mij en ik ben blij op een positie te zitten waar je er ook echt daadwerkelijk iets mee kan. We laten namelijk veel kansen liggen, zoals de grote energiebesparingen die we nog kunnen bereiken. Daarnaast zie ik in de toekomst nog meer vergroening en een systeem waarin de vervuiler betaalt.’
Stientje: ‘We discussieerden thuis altijd goed. Vooral mijn vader en ik, en we wilden allebei niet opgeven. Het was ook niet dat we altijd tegengestelde standpunten innamen. Maar we bleven allebei vragen stellen en zoeken naar iets dat niet deugde.’ Jan: ‘We hebben nog af en toe wel eens discussies, maar toch veel minder. Meestal belt Stientje even vanuit de auto, onderweg naar de volgende afspraak. Ze heeft het druk, maar zit helemaal op de juiste plek. Ze doet het goed en vindt het erg leuk. Ik heb vertrouwen in haar
38
EN-EN
Jan: ‘Je moet laten zien waar je in gelooft en je er actief voor inzetten. Anders gebeurt er nooit wat.’ Stientje: ‘Ik herinner mij nog de posters thuis van demonstraties tegen kernenergie. De straat is als medium veel minder populair dan vroeger. Toch denk ik dat het aantal mensen dat zich ergens tegen verzet gegroeid is. Hierdoor komen
lokale projecten en bijbehorende belangen veel meer onder de aandacht. Een positieve ontwikkeling vind ik. Bovendien is het effectiever om maandenlang duizenden e-mails te versturen dan een uurtje op een centraal stadsplein te staan.’
Stientje: ‘Energiebedrijven die gewend zijn te denken in grote volumes zien decentrale opwekkingsmethoden als kleine projecten waar ze voor het gevoel veel geld in moet steken om er relatief weinig voor terug te krijgen. Je zou van ze mogen verwachten dat ze proactief meewerken aan initiatieven vanuit de markt.’
Stientje: ‘Energie is enerzijds opschaling en internationalisering, anderzijds meer decentrale opwekking. Een hoger bewustzijn en gevoel van verantwoordelijkheid leidt tot zuiniger energiegebruik. We moeten zorgen voor de technologie waarmee wasmachines draaien als de zon fel schijnt en we moeten werken aan bewustwording. Want als de Nederlanders door hebben dat zuinig ook goedkoper betekent, dan het euro-effect een belangrijke drijfveer.‘
Jan: ‘Ik schilder niet om mensen te plezieren. Ze vragen mij om een portret te maken. Dat doe ik dan op mijn manier. Op het eerste gezicht bevalt dat mensen niet altijd. Dat is dan maar zo. Stientje heeft het beslist meegekregen om altijd kritisch te moeten zijn en zeker niet bang te zijn voor de reacties van mensen. Het gaat erom dat we als samenleving door die houding elke keer een stapje vooruit gaan.’
Jan: ‘Ik hoor eigenlijk niets over dit onderwerp van energiemaatschappijen. Ik snap niets van de vermindering van subsidies voor de installatie van zonnepanelen door consumenten bijvoorbeeld. Je moet dit toch juist stimuleren en alle mensen die dat willen de gelegenheid geven om hun bijdrage te leveren?’
Stientje: ‘Energiebedrijven zitten volgens mij gevoelsmatig met een schijnbaar tegenstrijdig belang: energie leveren aan de consument of de consument zelf helpen op te wekken. Ze moeten zich realiseren dat het en-en is. Dat beide dimensies prima te combineren zijn en ze daarin ook een nieuwe markt kunnen ontdekken.’
Voor Stientje van Veldhoven ging een droom in vervulling toen ze Tweede Kamerlid werd voor D66 met aandachtsgebieden Klimaat, Energie en Milieu. Zij is getrouwd en heeft twee kinderen.
‘De straat is als medium veel minder populair. Toch is het aantal mensen dat zich ergens tegen verzet gegroeid.’ Twee generaties over energie
39
40
EN-EN
‘Lekker praktisch en zichtbaar. Dat motiveert.’
Ewoud en Tim Goudswaard stappen monter binnen na een zonnige wandeling door Amsterdam Oud-Zuid. Tim heeft net getraind en schuift, fris gedoucht, mee aan tafel. Binnen staat limonade, buiten wappert de bamboe. Twee generaties over energie
41
‘Het is niet of-of, maar en-en, hoe vervelend ik het ook vind om dat te zeggen.’ Tim: ‘Energie? Ik denk er eigenlijk niet aan. Dat is een probleem voor veel latere generaties, heb ik gehoord. Maar goed, ik geloof wel dat de oplossing bij jezelf begint: minder lang douchen bijvoorbeeld. Dat wil ik best doen,maar ik voel er niet echt wat bij. Als we in ons huis in Bergen zitten zie ik aan de horizon windmolens. Die vind ik lelijk, maar het helpt wel. En dan zijn er nog zonnepanelen. Die hebben wij niet op ons dak staan, toch pap?’ Ewoud: ‘Nee, ons huis staat verkeerd om efficiënt zonnepanelen te plaatsen. Dus dat heeft geen zin. Wij nemen wel groene stroom af, dat is toch wel het minste. Maar Tim, even terug naar ontwikkelingslanden: weet je nog dat je daar schrok van het feit dat je lang niet altijd elektriciteit had? En dat is hier allemaal zo vanzelfsprekend!’
Ewoud Goudswaard is algemeen directeur van ASN Bank, die zich onder meer richt op duurzame investeringen.
42
EN-EN
Tim: ‘Ik herinner me dat zeker nog. Ja, je moet in zo’n situatie zitten om te realiseren hoe verwend we zijn. Omdat energie zo gewoon is. Gek, maar op school praten we eigenlijk nooit over energieverspilling of over duurzaamheid. Ik gooi op school niks op de grond, maar in het Vondelpark doen we dat soms wel. Wat helpt het als je in je eentje schoner wil zijn dan de rest?’ Tim: ‘Ik ben wel trots dat mijn vader via de bank mensen overtuigt hun geld in duurzame projecten te stoppen. Zelf doe ik op school mee aan het project Day for Change. We krijgen van de Rabobank dertig euro en moeten daar dan binnen drie dagen via een systeem van microkredieten meer van zien te maken. De winst gaat naar Day for Change. Je beseft wat geld eigenlijk is en hoe je met slimme ideeën anderen kan helpen. Dat geeft mij nou energie!’ (Noot van de redactie: Day for Change wordt ook door de ASN Foundation gesteund) Ewoud: ‘Op de bank houden wij ons aan tal van energiebesparende en milieuvriendelijke afspraken. De auto’s waarin we rijden zijn aan een maximale CO2-uitstoot gebonden en als we vliegen compenseren we onze CO2. Dat geld gaat niet naar bomen maar naar kookplaten die op zonne-energie werken. Lekker praktisch en zichtbaar. Dat motiveert.’
Tim Goudswaard zit in de tweede klas van het Barlaeus gymnasium in Amsterdam, en is fanatiek voetballer.
Tim: ‘Maar je rijdt nog niet in een elektrische auto.’ Ewoud: ‘Die zijn nog niet goed genoeg. De actieradius is nog te klein voor zakelijk gebruik.’ Tim: ‘Maar als alle bedrijven een oplaadpaal op hun parkeerplaats zouden zetten, dan kan het wel. Ik vind ze ook nog best mooi.’ Ewoud: ‘Je zult in elk geval altijd elektriciteit nodig hebben en het gaat nu om het vinden van de juiste mix om de energie hiervoor op te wekken. In kernenergie zie ik niets: te onveilig en je belast vele generaties met het afval. Dat is niet eerlijk. Maar dat we nog even fossiel en duurzaam moeten combineren, dat is logisch. Het is op dit moment niet of-of, maar en-en, hoe vervelend ik het ook vind om dat te zeggen. De grote energiebedrijven zouden harder mogen werken aan het sneller ontwikkelen van duurzame energie. Er wordt nog te veel in korte termijnen gedacht, in directe opbrengsten in plaats van lange termijn winst. Ik wens de energiebranche in elk geval veel wijsheid toe bij het uitstippelen van hun strategie!’
‘Misschien denk ik er daarom ook nooit aan. Omdat energie zo gewoon is.’
Twee generaties over energie
43
44
EN-EN
‘Iedereen arm voor een beter milieu?’
De Rietveld Academie in Amsterdam ademt een drukke maar gemoedelijke sfeer. De esthetische drijfveren van Liesbeth en het milieubewustzijn van Willem verloochenen zich niet op deze plek. Tussen de bruisende in- en uitlopende creatievelingen is er toch een rustig hoekje voor een gesprek. Twee generaties over energie
45
‘Huidige ontwikkelingen in het Midden-Oosten hebben weinig met olie te maken.’ Willem Flinterman, zoon van Liesbeth, studeert Arabische taal- en cultuur in Leiden. Hij start
Willem: ‘Het is echt niet zo dat ik een voor stander ben van fossiele brandstof omdat ik Arabisch studeer. Integendeel: ik ben lid van Groen Links en ben actief als er geflyerd moet worden.’
gaan studeren om de wereld beter en schoner te helpen maken. Maar dat heb ik maar niet gedaan.’ Liesbeth:’ Kijk, we houden van genieten, maar niet van verspillen. Ik woon in een huis met weinig ramen en erg veel openslaande deuren, die je nauwelijks kunt isoleren. Dat is natuurlijk wel jammer, maar anderzijds ben ik ook wel blij in een huis te wonen dat niet potdicht zit. Het tocht er, nou en? Dan doen we een trui aan.’ Willem: ‘Ze zeggen wel eens dat de Arabische wereld, en dan vooral Saoedi-Arabië, zijn trots haalt uit het feit dat ze zoveel olie bezit. Het Westen denkt dat olie aan de wieg staat van de welvaart en dus de ontwikkeling. Het is duidelijk dat de huidige ontwikkelingen in de Arabische wereld met olie weinig te maken hebben.’ Liesbeth: ‘Wij komen er in Nederland met Slochteren maar bekaaid af.’
binnenkort een onderzoeksprogramma naar staatsvorming in de Oude Wereld.
Liesbeth: ‘Willem heeft zich op z’n dertiende al aan een boom geketend omdat hij niet wilde dat die zou worden omgezaagd. Ook gaf hij een blaadje uit dat hij in de straat verkocht. Daarmee wilde hij de buurt milieubewust maken.’ Willem: ‘Ja , dat heette ‘De natuur om ons heen’. En die boom is blijven staan! Was gewoon keihard nieuws in Den Haag. In die jaren dacht ik nog dat ik in Wageningen moest
46
EN-EN
Willem: ‘Wat milieubewustzijn betreft lopen wij wel erg voor op de Arabische wereld, waar milieu en energie bezuinigen niet echt aan de orde zijn. Ik werd eens op straat in Cairo geïnterviewd over vervuiling en nadat ik een heel verhaal over uitlaatgassen had gehouden bleek het te gaan om geluidsoverlast. En nu we het er toch over hebben: het Westen klaagt over het milieu in Egypte, maar levert wel al zijn oude auto’s aan het land. Super hypocriet.’
Liesbeth in ’t Hout was directeur van het Amsterdam Fashion Institute (AMFI) en de Design Academy in Eindhoven en is mede-eigenaar van design adviesbureau vof Flinterman in t Hout.
Liesbeth: ‘In mijn banen als directeur van kunstzinnige instellingen heb ik mijn best gedaan om kunstenaars in opleiding bewust te maken ten aanzien van hun verantwoordelijkheid: kijk uit wat je voor een materiaal gebruikt. Is het afbreekbaar? Zitten er gifstoffen in? Kijk naar de herkomst van je basisproducten. Is er kinder arbeid aan te pas gekomen? Eigenlijk zou elke kunstopleiding een verplicht vak milieu & energie moeten hebben. Voor alle leerlingen, niet als aparte opleiding. Het moeilijkst te overtuigen zijn eigenlijk de docenten. Ze zitten soms te lang in het vak om nog te willen leren.’ Willem: ‘Ik fiets zoveel mogelijk en heb geen rijbewijs zodat ik ook niet kan vervuilen met mijn auto. Ik droom nog steeds van een bakfiets die
op zonne-energie loopt. Ik ben een beetje lui, vandaar.’ Liesbeth: ‘Het zit er bij ons gewoon een beetje in. Ik koop bijvoorbeeld mijn hele leven al weinig kleren. En die draag ik echt helemaal op. Zo draag ik bij aan minder CO2-uitstoot in de keten. Mijn moeder maakte alles nog zelf. Daar heb ik geen tijd voor, maar ik koop met m’n verstand, niet alleen met m’n esthetisch gevoel.’ Willem: ‘Nu ik als student zelf de rekeningen moet betalen en boodschappen doe, is mijn ecologische voetafdruk behoorlijk ingeperkt. Je zou haast zeggen: iedereen arm voor een beter milieu. Gaat niet, dat weet ik ook wel. Maar als je er over nadenkt …’
‘Het moeilijkst te overtuigen zijn de docenten. Te lang in het vak, vaak, om nog te willen leren.’ Twee generaties over energie
47
48
EN-EN
Colofon EN-EN. Twee generaties over energie. Een productie van Pilgrims BV, Amsterdam, in opdracht van de vereniging Energie-Nederland Opdrachtgever: Sjoerd Marbus, vereniging Energie Nederland Interviews: Jody Verpoort, Mark Blaisse en Nico Blaauw Fotografie: Eddy Wenting Eindredactie: Nico Blaauw Productie: Jacinta Janmaat Ontwerp en opmaak: Martijn van der Nat, Balyon, Zoeterwoude Drukwerkbegeleiding: Effector, Breda Drukwerk: Edauw + Johannissen Drukkerij, Scheveningen Copyright Pilgrims BV, Amsterdam Juni 2011 Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van artikelen of beeldmateriaal is uitdrukkelijke toestemming nodig van vereniging Energie-Nederland. Meningen in deze uitgave zijn de opvatting van geïnterviewden en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Energie-Nederland.
rgie&