TVT/TVT-O procedure (stress-incontinentie
Maatschap Urologie
behandeling)
Diaconessenhuis Leiden
TVT/TVT-O procedure
Datum en tijd U wordt ________ (dag), _________ (datum) om _________ uur verwacht. Plaats U meldt zich op de afgesproken tijd bij de receptie van de hoofdingang van het Diaconessenhuis. Hier wijst men u de weg naar de verpleegafdeling Urologie. Neemt • • • • •
u de volgende zaken mee bij opname: uw inschrijf- en afsprakenkaart uw verzekeringsbewijs een geldig identiteitsbewijs uw medicijnen (in originele verpakking) deze folder.
Algemeen U heeft met de arts afgesproken dat u geopereerd wordt aan uw stressincontinentie. Deze operatie verloopt volgens een TVT-procedure (Tensionfree Vaginal Tape) of TVT-O procedure (Tension-free Vaginal Tape Obturator). Uw arts heeft u verteld wat deze ingreep inhoudt. Deze folder geeft u meer informatie over de gang van zaken bij deze operatie. Stress-incontinentie Ongewild urineverlies bij aanspanning van de buikspieren en/of plotselinge bewegingen wordt stress-incontinentie genoemd. In Nederland heeft ongeveer 25% van alle vrouwen last van een vorm van incontinentie. De één overkomt het alleen bij inspanning (tillen, springen, hoesten) en de ander heeft er voordurend last van. De hoeveelheid urine die iemand verliest kan verschillen van enkele druppels tot grote hoeveelheden. Oorzaken Urine wordt opgevangen in de blaas. Als de blaas vol wordt, krijgt u aandrang om te plassen. Uw blaas/plasbuis (urethra) wordt door een sluitspier afgesloten. De bekkenbodemspieren en omliggend steunweefsel zorgen ervoor dat de blaas en de plasbuis op hun plaats blijven. Bij het plassen ontspant de sluitspier zich en de blaas trekt zich samen waardoor de urine naar buiten gaat lopen. Bij stressincontinentie werken de sluitspier en/of bekkenbodemspieren niet goed meer. Ook kan de plasbuis verzakt zijn, waardoor de urine er makkelijker uit kan lopen. Onder andere zwangerschappen, bevallingen, veel zwaar tillen of verzakking van de baarmoeder kunnen dit veroorzaken.
2
Diaconessenhuis Leiden
TVT/TVT-O procedure
Duur van het verblijf in het ziekenhuis U moet rekenen op een verblijfsduur van één à twee dagen, afhankelijk van het verloop en herstel. Voorbereiding Medicijngebruik Als u bloedverdunnende middelen gebruikt (fenprocoumon (Marcoumar), Sintrom, Ascal, Plavix) of NSAIDS (bijv. Aspirine, Voltaren, Ibuprofen), moet u hiermee een week voor de operatie stoppen (in overleg met de anesthesie). Verpleegkundig Spreekuur Ongeveer een week voor opname komt u op het verpleegkundig spreekuur met als doel u op verpleegkundig gebied te informeren over de opname naar aanleiding van de vragenlijst die u van tevoren thuis al heeft ingevuld. De opname
• • • •
U wordt op de dag van de operatie nuchter opgenomen in het ziekenhuis, tenzij de uroloog anders beslist. Eventuele vragen aan de uroloog kunt u tijdens de dagelijkse visite stellen. U bent van tevoren al bij de anesthesioloog op de preoperatieve poli geweest. Hier heeft u informatie gekregen over de verdoving en de pijnstilling rondom de operatie. Vanaf middernacht vóór de operatie moet u nuchter blijven: u mag niets meer eten of drinken, u mag alleen een slokje water voor het innemen van medicatie. Bij opname wordt urine afgenomen voor onderzoek.
De operatie Tijdens de operatie mag u geen sieraden en/of make-up zoals bijvoorbeeld nagellak dragen. U krijgt een operatiejasje aan. De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer en daar neemt de anesthesioloog het over. U krijgt een infuus waardoor vocht en geneesmiddelen kunnen worden toegediend. Meestal vindt deze ingreep plaats onder regionale verdoving (ruggenprik). U bent dan wel bij bewustzijn, maar voelt geen pijn. Tijdens de operatie plaatst de uroloog een bandje in uw onderbuik, dat de plasbuis (urethra) ondersteunt. Hierdoor krijgt u weer controle over het plassen. Normaal gesproken duurt een TVT/TVT-O operatie ongeveer 40 minuten. Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als u weer goed stabiel bent gaat u terug naar de afdeling.
3
Diaconessenhuis Leiden
TVT/TVT-O procedure
Na de operatie heeft u: • een infuus in de arm, voor het toedienen van vocht; • een vaginale tampon; deze wordt de dag na de operatie verwijderd. Bij de TVT-procedure heeft u: • een sp-katheter (suprapubische katheter, een slangetje dat via de buik in de blaas is aangebracht); • twee kleine wondjes ter hoogte van onderbuik/ schaamstreek, met oplosbare hechtingen. Bij de TVT-O procedure heeft u: • een blaaskatheter; • twee kleine wondjes in de plooien van uw dijbeen/lies. • een vaginale tampon. Ter voorkoming van trombose, krijgt u een injectie in uw buik. Na de operatie mag u gewoon eten. Over het algemeen kunt u zich de volgende dag zelfstandig douchen. Het is belangrijk dat u goed drinkt. Ook gaat u de dag na de operatie weer proberen om op normale wijze te plassen, dus via de plasbuis. Bij de TVT-procedure De sp-katheter wordt afgeklemd en iedere keer als u zelf heeft geplast (spontane mictie) wordt de sp-katheter opengezet om te controleren hoeveel urine in de blaas is achtergebleven (residu meten). Is deze hoeveelheid 4 maal lager dan 100 cc, dan mag de sp-katheter worden verwijderd en als u zich goed voelt, gaat u met ontslag. Soms lukt dit niet; dan gaat u met spkatheter naar huis en komt u een week later terug om weer te oefenen. Bij de TVT-O procedure De blaaskatheter en de tampon worden verwijderd. Als u zelf heeft geplast (spontane mictie) maakt de verpleegkundige een echo van de blaas (bladderscan). Dit wordt gedaan om te controleren hoeveel urine in de blaas is achtergebleven (residu meten). Is deze hoeveelheid 4 maal lager dan 100 cc, dan mag u naar huis. Ontslag U krijgt een afspraak mee voor een poliklinische controle drie tot vier weken na de operatie. Dan wordt gekeken hoe het u de afgelopen weken thuis is vergaan. Ook kunt u uw vragen bespreken naar aanleiding van de ingreep.
4
Diaconessenhuis Leiden
TVT/TVT-O procedure
Weer thuis •
• • •
• • • • • • Neemt • • • •
Tot 3 weken na de operatie mag u geen zware boodschappen tillen (meer dan 10 kilo), of zwaar huishoudelijk werk doen (zoals ramen zemen en stofzuigen). U mag ook geen kinderen optillen. Het is belangrijk dat u tijdig hulp regelt van familie, buren of gezinsverzorging, bij voorkeur voordat u wordt opgenomen. Na de ingreep kunt u pijn onder in uw buik hebben. Eventueel mag u hiervoor paracetamoltabletten innemen (per dag maximaal 8 tabletten van 500 milligram). Vanaf 24 uur na de ingreep mag u een douche nemen (geen bad). Heeft u ontlasting, probeer dan niet te persen. Gebruik een vezelrijke voeding (met voldoende volkorenproducten, groente en fruit) en drink per dag 2 liter vocht om een soepele ontlasting te bevorderen. (Dat wil zeggen elk uur een glas drinken.) Tot 4 weken na de operatie mag u niet zwemmen, sporten of fietsen. Tot 4 weken na de operatie kunt u beter geen geslachtsgemeenschap hebben. Tot 6 weken na de operatie mag u geen tampons gebruiken. 3 weken na de operatie mag u weer gaan werken. Na 1 week moet de urine geel van kleur zijn. Gebruik alcoholische drank met mate. u contact op wanneer: u koorts krijgt en/of pijn die langer dan 1 week aanhoudt; u misselijk wordt, gaat braken en flinke buikpijn krijgt; de wondjes (lies of onderbuik) erg rood en gezwollen zijn: u het gevoel heeft dat het plassen niet goed gaat en u niet voldoende kunt uitplassen.
Als de operatie minder dan 1 week geleden heeft plaatsgevonden neemt u contact op met het ziekenhuis, anders met uw eigen huisarts. Antistolling Heeft u voor uw opname bloedverdunnende middelen (Marcoumar, Sintrom, Ascal, Plavix) gebruikt, dan hoort u bij ontslag wanneer u hier weer mee kunt starten. Start op ……………………………….(datum). Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen aan uw uroloog of contact opnemen met de polikliniek Urologie Maatschap Urologie Telefoonnummer: 071 - 517 82 44/071 - 517 82 56 0912/5017643/DIA1056
5