TVT-behandeling bij stressincontinentie Behandeling door de gynaecoloog
Inleiding Binnenkort wordt u opgenomen voor een operatie om stressincontinentie te behandelen. Stressincontinentie is ongewild urineverlies bij bijvoorbeeld hoesten, lachen en sporten. Het is een veel voorkomend probleem, 25% van alle vrouwen in Nederland heeft ermee te maken. Lichte incontinentie kan verholpen worden met oefeningen voor bekkenbodemspieren, al dan niet onder leiding van een fysiotherapeut. Als dit niet voldoende helpt is een operatie vereist. Naast het ongewenst verliezen van urine kan stressincontinentie ook klachten geven bij seksuele gemeenschap en kan het uw gevoel van eigenwaarde aantasten.
Wat is een TVT- behandeling? TVT staat voor Tension Free Vaginal Tape oftewel een vaginaal bandje dat ‘spanningsloos’ aangebracht wordt. T.V.T. is een operatietechniek om stressincontinentie te behandelen. Het is een relatief weinig belastende operatietechniek, waarbij onder een lichte narcose of onder spinaal anesthesie (een ruggenprik) een bandje wordt aangebracht dat de urinebuis ondersteunt. Het bandje doet meteen zijn werk, maar moet wel de eerste twee weken vastgroeien. Het bandje ligt zonder spanning onder de urinebuis (zie de afbeelding). Alléén bij hoesten of inspanning ondersteunt het bandje de urinebuis en de spieren van de vagina. Door deze ondersteuning is de kans groot, dat de incontinentieklachten aanzienlijk worden verminderd of helemaal verdwijnen. Voor deze behandeling wordt u meestal twee dagen in het ziekenhuis opgenomen. In deze folder willen wij u informeren over de voorbereiding, de behandeling en de nazorg.
1
De voorbereiding Pré-operatieve screening Om er zeker van te zijn dat u de operatie lichamelijk aankunt, wordt u een aantal weken voor de operatie onderzocht door de anesthesioloog. De zogenaamde pré-operatieve screening. De anesthesioloog bespreekt de mogelijkheden van anesthesie en pijnbestrijding met u. Verder wordt u lichamelijk onderzocht. Het onderzoek kan uitgebreid worden met aanvullend onderzoek zoals bloedonderzoek, ecg (hartfilmpje) en een longfoto. Soms kan het nodig zijn dat andere specialisten uw conditie beoordelen bijvoorbeeld een internist, cardioloog of longarts. Medicijngebruik Als u medicijnen gebruikt, moet u dit altijd doorgeven aan de gynaecoloog en anesthesioloog. Eén van hen zal met u bespreken of en hoelang voor de operatie u tijdelijk moet stoppen met inname van de (bloedverdunnende) medicijnen.
2
Huishoudelijke hulp Na de operatie mag u twee weken niet tillen en mag u zes weken geen zwaar huishoudelijk werk verrichten. Als u denkt dat u hiervoor huishoudelijke zorg nodig heeft, moet u dit vooraf zelf aanvragen. Als u in de regio Drechtsteden of Alblasserwaard woont, kunt u bellen, tel. (078) 770 89 10. Buiten deze regio’s kunt u bij uw eigen gemeentehuis informeren Nuchter zijn De dag voor de operatie bent u vanaf 24.00 uur nuchter. Dit betekent dat u vanaf dat moment niet meer mag eten, drinken en roken. Als u na 12.00 uur geopereerd wordt mag u om 7.00 uur ’s morgens nog een kopje thee met een beschuitje nemen. Daarna bent u nuchter.
De opname U wordt op de dag van de operatie opgenomen en heeft een opnamegesprek met de verpleegkundige. De verpleegkundige noteert de gegevens die van belang zijn voor de operatie. Ter voorbereiding op de operatie wordt uw schaamhaar deels weggeschoren. Op die plaats komen twee kleine wondjes. Ongeveer een half uur voor de operatie vraagt de verpleegkundige u om naar het toilet te gaan om uit te plassen. U krijgt een operatiejasje aan en een tabletje waar u rustig of slaperig van wordt. De verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatieafdeling.
De operatie Op de operatieafdeling stapt u over op een ander bed. U krijgt een infuus in uw arm of hand. Via dit infuus kunt u onder narcose gebracht worden of kunt medicijnen toegediend krijgen. De anesthesioloog geeft u vervolgens de anesthesie.
3
De gynaecoloog maakt twee kleine sneetjes vlak boven het schaambeen en een kleine snede in de voorwand van de schede, vlak onder de plasbuis, waarna het bandje op zijn plaats gebracht wordt. Tijdens de operatie wordt u soms wakker gemaakt om te hoesten. Dit helpt om het bandje op de juiste spanning te brengen zodat het niet te strak zit. De operatie duurt ongeveer 45 minuten.
Na de operatie Na de operatie gaat u naar de verkoeverkamer. Hier worden uw hartslag, bloeddruk en wondjes gecontroleerd. Zodra u goed wakker bent en de controles stabiel zijn gaat u weer naar de verpleegafdeling terug. U heeft twee kleine wondjes in uw buik en u kunt wat vaginaal bloedverlies hebben van het wondje in de schede. U heeft nog een infuus in uw arm. Als u pijn heeft of u bent misselijk wilt u dat dan aangeven. U kunt hier medicijnen voor krijgen. Als u zich goed voelt mag u weer uit bed. Als u niet misselijk bent, voldoende drinkt en geplast heeft, wordt het infuus verwijderd. Daarna mag u dan ook weer gewoon eten. Als u moet plassen kunt u op het toilet rustig uitplassen. Als u klaar bent wordt er door de verpleegkundige gecontroleerd of er niet te veel urine in de blaas achterblijft. Dit kan door het inbrengen van een slangetje in uw blaas of met een ‘bladderscan’ (een soort echoapparaat). De controle wordt twee keer gedaan. Als dit goed is mag u de volgende dag naar huis. Als de hoeveelheid urine in de blaas na het uitplassen te veel is, wordt de procedure de volgende dag opnieuw gevolgd. De verpleegkundige zal dit met u bespreken. Om infectie te voorkomen krijgt u op de operatiekamer via het infuus antibiotica toegediend.
4
Complicaties Naast de algemene complicaties die bij operaties kunnen ontstaan, kan er een infectie van de wondjes of de urineweg optreden. Om dit laatste te voorkomen krijgt u antibiotica voorgeschreven. Complicaties komen zelden voor, de operatie is met alle voorzorgsmaatregelen omringd om de kans op complicaties te verkleinen.
Naar huis Meestal kunt u de dag na de operatie naar huis. U krijgt een afspraak mee voor controle op de polikliniek gynaecologie. Ook krijgt u eventueel een recept mee voor een antibioticakuur. Deze kuur moet u af maken.
Leefregels De wondjes kunnen na de operatie nog wat nabloeden. U kunt er een steriel gaasje op doen om uw kleding te beschermen. De dag na de operatie mag u weer douchen. Na een week mag u weer in bad. Na de operatie moet u er rekening mee houden dat u niet alles kan en mag doen. Voor de eerste twee weken na de operatie, geven we u de volgende adviezen en leefregels mee: Doe rustig aan en verricht geen zwaar werk. Til geen voorwerpen die zwaarder zijn dan 1 kilo. U mag niet sporten en zwemmen. U mag geen tampons gebruiken. U mag geen geslachtsgemeenschap hebben. Als u het gevoel heeft dat u niet goed kan uitplassen, moet u contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie om door een gynaecoloog gezien te worden.
5
Tot slot In deze folder hebben wij een algemeen beeld gegeven van het verloop van opname. Het kan zijn dat uw opname anders verloopt dan hier beschreven. Als u na het lezen nog vragen heeft kunt u tijdens kantooruren bellen naar de polikliniek Gynaecologie, tel (078) 654 64 46.
6
Albert Schweitzer ziekenhuis oktober 2015 pavo 0290