AANSLUITING PO-VO AFSLUITING EN START
TUSSENOPBRENGST TAAL: VIER LEESWIJZERS (CONCEPT)
Zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs hebben leerlingen moeite met begrijpend lezen. In Alkmaar hebben docenten VO leeswijzers ontwikkeld voor vier leesdoelen: Informatie begrijpen, informatie verwerken, rekenformules extraheren en standpunten vergelijken/innemen. Het proces is nog niet geheel afgerond. Dit document bevat een concept van de leeswijzers. Het doel van POVO Alkmaar is een brug te slaan tussen PO en VO waardoor op een gelijklopende manier begrijpend lezen wordt aangepakt. In het VO zeggen vooral zaakvakdocenten dat leerlingen flink aanlopen tegen het begrijpen van de teksten uit hun vakgebied. De vaksectie Nederlands wordt gevraagd hier een oplossing voor te zoeken in afstemming met het basisonderwijs. In het basisonderwijs wordt in veel scholen veel aandacht besteed aan begrijpend lezen. Verbinding tussen secties De collega’s geschiedenis, economie en rekenen/wiskunde verwachten dat leerlingen op de basisschool leren om teksten aan te pakken op de manier zoals ze dat in het VO doen. Dat blijkt in de praktijk anders te zijn. De aanpak van teksten binnen het vak Nederlands blijkt ook anders te zijn dan in andere vakken. Door het stellen van de vraag naar de aanpak van teksten in verschillende vakken is er een nieuwe verbinding gelegd tussen docenten uit andere secties. Inzicht In de lessen Nederlands wordt gefocust op hoe de tekst in elkaar zit. Bij de andere vakken gaat het meer om de vragen: hoe ziet de tekst eruit, hoe kan ik de opdracht maken en hoe moet ik die leren?
1
Product in ontwikkeling Er is behoefte aan een werkaanpak bij verschillende soorten teksten, waarmee iedere VO-docent kan werken in zijn les. Er wordt uitgegaan van de volgende ‘strategieën’: •
Doel verkennen
•
Bron verkennen
•
Voorkennis ophalen
•
Vragen bedenken en beantwoorden
•
Visualiseren / schematiseren
•
Bron controleren (samenvatten)
•
Doel controleren
NB: Voorkennis ophalen en Bron controleren (samenvatten) worden als belangrijk beschouwd voor het leren van een toets. Per leesdoel worden relevante ‘strategieën’ gekozen. De leesdoelen die in de leeswijzers besproken worden zijn: - Informatie begrijpen - Informatie verwerken - Rekenformules extraheren - Standpunten vergelijken / innemen Vier leeswijzers LEESDOEL: INFORMATIE BEGRIJPEN
LEESDOEL: INFORMATIE VERWERKEN
Belangrijk voor het leren van een toets
Belangrijk voor het maken van vragen
bij alle vakken b.v. geschiedenis
en opdrachten (zowel bij alfa als gammavakken)
Vaardigheid: weten
Vaardigheid: kunnen (toepassen) Verkennen is vaak gericht op de opdracht begrijpen: help me te leren hoe ik een vraag / een opdracht aanpak.
Voor
Voor
1. Doel verkennen: toetsstof
1 doel verkennen: de vragen/opdrachten
Wat moet ik weten?
Wat moet ik kunnen/doen? Kan ik dat? Snap ik de vragen/opdrachten? * bij onbegrip > zie stappenplan probleemoplossing
2
2. Bron verkennen: de tekst
2. Bron verkennen: de tekst
tekststructuur/onderwerpsignaalwoorden
tekstsoort/tekstdoel/tekststructuur/
/tekstverbanden/ hoofd- en bijzaken?
onderwerp/hoofdgedachte signaalwoorden/tekstverbanden/hoofd-
3. Voorkennis ophalen
en bijzaken
Wat weet ik al? Wat snap ik al? Wat nog niet? Tijdens
Tijdens
4. Vragen bedenken en beantwoorden
3. vragen beantwoorden * bij onbegrip
5. Visualiseren / schematiseren * bij onbegrip
zie stappenplan
probleemoplossing
zie stappenplan
probleemoplossing Na
Na
6. Bron controleren = samenvatten
4. Doel controleren
Heb ik de toetsstof begrepen?
Heb ik alle vragen beantwoord? Heb ik bij alle vragen antwoord gegeven
7. Doel controleren
op de vraag?
Heb ik alle toetsstof samengevat? LEESDOEL: STANDPUNTEN VERGELIJKEN /
LEESDOEL: REKENFORMULES EXTRAHEREN
STANDPUNT INNEMEN
Belangrijk om bijvoorbeeld uit een
Belangrijk bij vakken als geschiedenis
verhaal tijdens de economieles de
en maatschappijleer, bijvoorbeeld: de
relevante gegevens te kunnen halen
leerlingen moeten een betoog en een
om de gevraagde bewerking te
beschouwing schrijven of een standpunt
kunnen maken (te vergelijken met
innnemen t.a.v. een politieke partij
contextsommen in het basisonderwijs)
Belangrijk voor het opiniëren naar
Belangrijk voor het maken van vragen en
aanleiding van en ten opzichte van de
opdrachten (bèta en gamma)
tekst (alfa+gamma) Vaardigheid: kunnen (toepassen) Voor
Vaardigheid: kunnen(toepassen) Voor
1. Doel verkennen: de vragen/opdrachten 1. Doel verkennen: de vragen/opdrachten Wat moet ik doen?
Wat moet ik kunnen/doen?
* bij onbegrip > zie stappenplan
* bij onbegrip > zie stappenplan
probleemoplossing
probleemoplossing
3
2. Bron verkennen: de tekst
2. Bron verkennen: de tekst (is niet
tekstsoort/tekstdoel/tekststructuur/
belangrijk voor rekenen) tekststructuur/
onderwerp/hoofdgedachte/signaal-
onderwerp/signaalwoorden/tekst-
woorden/tekstverbanden/hoofd- en
verbanden/hoofd- en bijzaken?
bijzaken? 3. Voorkennis ophalen 3. Voorkennis
Wat weet ik al? Wat snap ik al? Wat nog
Wat weet ik al? Wat snap ik al? Wat nog
niet?
niet? Tijdens
Tijdens
4. Vragen bedenken en beantwoorden
4. Vragen beantwoorden * bij onbegrip > zie stappenplan
5. Visualiseren / schematiseren
probleemoplossing
* bij onbegrip > zie stappenplan probleemoplossing Na
Na
6. Bron controleren = samenvatten
7. Doel controleren:
Heb ik de tekst begrepen? Heb ik
Heb ik alle vragen beantwoord?
de mening(en) en argumenten eruit
Heb ik bij alle vragen antwoord gegeven
gehaald? Heb ik mijn eigen standpunt
op de vraag?
ingenomen? Heb ik mijn mening onderbouwd? Kan ik tegenargumenten weerleggen? 7. Doel controleren Heb ik alle (onderbouwde) opinies en die van mijzelf samengevat?
Stappenplan probleemoplossing 1. Kijk naar de layout: zijn er structuuraanduiders (kleur/vet/cursief/plaatje)? 2. Kijk naar de context: lees een stukje terug of verder. 3. Kijk naar het woord/de zin/de alinea: ken je een deel van het woord / van de opdracht / van de stof? 4. Zoek hulp: zoek op in een woordenboek/encyclopedie of vraag het aan een klasgenoot/docent. 5. Controleer steeds of de verkregen informatie klopt met je antwoord (teruggaan naar de tekst of had ik een heel ander betekenis).
4
Toelichting bij de leeswijzers • Vaardigheid: in het voortgezet onderwijs wordt binnen het vak Nederlands onderscheid gemaakt tussen weten (wat moet je weten / kennen voor de toets) en kunnen (wat moet je kunnen toepassen). Bij elk van de vier leeswijzers wordt daarom de vaardigheid apart benoemd. • Bij het innemen van een standpunt / standpunt vergelijken zijn de leerlingen uitgebreid met een tekst bezig. Er wordt dan ook van veel strategieën gebruik gemaakt om het leesdoel te bereiken. Verdere stappen Stappen die nog gezet gaan worden: • Een PO-versie van de leeswijzers maken • De leeswijzers implementeren bij de VO- collega’s • In het basisonderwijs de problematiek bespreken • Informatie hierover in de nieuwsbrieven zetten voor de collega’s • Collega’s van PO en VO gaan ermee aan het werk en delen vervolgens hun ervaringen zodat er een definitieve versie van de vier leeswijzers gemaakt kan worden.
5
Deze publicatie is een uitgave van School aan Zet. Tussenopbrengst Taal: Vier leeswijzers (Concept) Is ontwikkeld door Netwerk POVO Alkmaar. Bij dit netwerk was Kris Verbeeck betrokken als expert van School aan Zet. PO- en VO-scholen werken samen in regionale netwerken om een soepele overgang te realiseren van het basis- naar het voortgezet onderwijs. Aanknopingspunten voor deze samenwerking zijn te vinden in het door School aan Zet ontwikkelde ontwikkel- en gespreksmodel ‘Afstemming Overgang van PO naar VO’. Dit model beschrijft vijf ontwikkelaspecten: Koers, Afsluiting en start, Feedback, Ontwikkeling en Differentiatie. Voor meer informatie over de aansluiting PO-VO kunt u contact opnemen met Gea Spaans, e-mail: g.spaans@ schoolaanzet.nl of School aan Zet, e-mail:
[email protected] September 2015
School aan Zet Lange Voorhout 20 | 2514 EE Den Haag Postbus 556 | 2501 CN Den Haag www.schoolaanzet.nl