Sectorconvenant 2013-2014 tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder (PC 140.02)
Tussen de Vlaamse Regering, hierbij vertegenwoordigd door:
De heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport; De heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel
en de sociale partners van de sector van de taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De heer Frank Van Oorschot, Ondervoorzitter van de Nationale Groepering van ondernemingen met Taxi en Locatievoertuigen met chauffeur; De heer Pierre Steenberghen, Secretaris-generaal van de Nationale Groepering van ondernemingen met Taxi en Locatievoertuigen met chauffeur
en als vertegenwoordigers voor de werknemers:
Mevrouw Katrien Verwimp, Algemeen sectorverantwoordelijke wegvervoer ACVTranscom; De heer Frank Moreels, Federaal secretaris wegvervoer en logistiek ABVV-BTB
1
Wordt overeengekomen wat volgt Verbintenissen van de Vlaamse Regering Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014 een maximale toelage van 153.000,00 EUR uit te betalen aan het Sociaal Fonds voor de Taxiondernemingen en de Diensten voor het Verhuur van Voertuigen met Bestuurder (Metrologielaan 8 - 1130 Brussel; bankrekeningnummer: BE56 0012 1225 6688; ondernemingsnummer: 0412.541.790) ter financiering van 1,5 VTE sectorconsulenten. Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst, door: 1. het organiseren van ad hoc- overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren; 2. het organiseren van klankbordvergadering waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren; 3. het organiseren van netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten, via de SERV, die fungeren als doorgeefluik van informatie en die in het teken staan van ondermeer ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, en sectoroverschrijdende samenwerking.
Verbintenissen van de sector Artikel 3. De sector van de taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder verbindt zich ertoe om, op basis van het door de VESOC-partners goedgekeurde, inhoudelijk kader voor de sectorconvenants, een sectorale visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn inspanningsverbintenissen en hebben betrekking op het ondersteunen en uitvoeren van: -
de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt;
-
een competentiebeleid, waaronder leven lang leren;
-
het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt.
Artikel 4. De sector verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe worden effectief 1,5 VTEsectorconsulenten ingezet. Zij werken in de sector onder paritair toezicht en zijn er belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant. De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Periodes van tijdskrediet of loopbaanonderbreking komen niet in aanmerking voor financiering tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er wordt uitgeoefend. De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen, wijzigingen melden en een sectorconsulent(e) (per netwerk) aanduiden voor de SERV netwerkbijeenkomsten.
2
Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2014 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2015 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en het eindrapport omvatten: - de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan; - de toetsing van de realisaties aan de voortgangsindicatoren en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant en het actieplan; - de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport). Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt tijdig aan de sector het modelformulier inzake de rapportering. De sector van de taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder werkt vanuit volgende sectorale visie aan de uitvoering van de prioriteiten en acties van dit sectorconvenant:
3
1. De sector in beeld 1.1. AFBAKENING EN INDELING VAN DE SECTOR De werkgevers en hun arbeiders zijn actief in de sector van het bezoldigd personenvervoer over de weg, in de volgende subsectoren: a) ondernemingen voor taxidiensten b) ondernemingen voor bezoldigd vervoer verricht met huurauto’s met chauffeur (VVB) Deze werkgevers en hun arbeiders ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het Vervoer en de Logistiek, nr. 140, subcomité voor taxi’s. Onder taxidiensten wordt begrepen: de taxidiensten in overeenstemming met de wetgeving van toepassing in het gewest van de zetel van de onderneming. Het vervoer verricht per taxi wordt uitgevoerd met een voertuig van maximaal 9 plaatsen (chauffeur inbegrepen), uitgerust met een taxameter, behalve indien het bedoelde voertuig ook een vergunning heeft en gebruikt wordt voor een dienst van vervoer verricht per huurauto met chauffeur, in welk geval het berekeningsmechanisme van de taxameter niet is ingeschakeld en het taxilicht op het dak van het voertuig niet zichtbaar mag zijn. Onder diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder (VVB) wordt bedoeld ieder bezoldigd personenvervoer met voertuigen met een capaciteit van maximum 9 plaatsen (de chauffeur inbegrepen) met uitzondering van het taxivervoer en het geregeld vervoer. Met geregeld vervoer wordt bedoeld het personenvervoer verricht voor rekening van de VVM en de SRWT-TEC, ongeacht de capaciteit van het voertuig en ongeacht het soort aandrijving van de gebruikte vervoermiddelen. Dit geregeld vervoer wordt verricht volgens de volgende criteria: een welbepaald traject en een welbepaald geregeld uurrooster. De passagiers worden opgehaald en afgezet aan vooraf vastgelegde halten. Dit vervoer is toegankelijk voor iedereen, zelfs indien, in voorkomend geval, het verplicht is de reis vooraf te reserveren.
1.2. KENMERKEN VAN DE SECTOR Enkele cijfers Aantal taxivergunningen en –voertuigen en VVB-vergunningen en –voertuigen in 2011 in Vlaanderen - Taxi’s: 1902 taxivoertuigen Aantal exploitanten: 876 - Diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder (VVB): 1827 voertuigen Aantal exploitanten: 699 - Algemeen totaal voor Vlaanderen: 3729 voertuigen en 1575 exploitanten Bron: Vlaamse overheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, juni 2012
4
Evolutie van het aantal arbeiders in Vlaanderen in het Paritair Subcomité 140.02 (van 2004 t.e.m. 2011) Jaar
Antwerpen
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
1120 1224 1227 1159 1219 1199 1164 1151
Limburg OostVlaanderen 134 440 152 464 170 520 178 589 195 612 190 604 214 610 218 616
VlaamsBrabant 631 657 680 691 706 676 684 658
WestVlaanderen 297 290 294 336 359 362 396 391
Totaal 2622 2787 2891 2953 3091 3031 3068 3034
Bron: Sociaal Fonds taxi en VVB, juni 2012, gegevens van december 2011
De sector is een typische KMO-sector Bedrijfsgrootte uitgedrukt in aantal tewerkgestelde arbeiders per werkgever (Vlaanderen) Aantal arbeiders per werkgever
Aantal werkgevers
50+
13
40-49
3
30-39
3
20-29
17
11-19
30
1-10
306
TOTAAL
372
Bron: Sociaal Fonds taxi en VVB, juni 2012, gegevens van december 2011
Op basis van bovenstaande cijfergegevens blijkt dat de taxisector vooral bestaat uit kleine KMO’s: 306 werkgevers stellen 10 of minder arbeiders tewerk, slechts 13 50 of meer. Daarnaast zijn er naar schatting ook nog 1203 individuele zelfstandigen als taxi- of VVBbestuurder actief in Vlaanderen. Een diverse sector, maar niet evenredig De taxisector biedt veel tewerkstelling aan vijftigplussers. In 2011 was 44% van de arbeiders in de sector in Vlaanderen 50 jaar of ouder. Daartegenover staat dat jongeren in mindere mate aanwezig zijn in onze sector. Een loopbaan als chauffeur kan wettelijk gezien slechts aanvangen op 21-jarige leeftijd. Bovendien werven de bedrijven meestal chauffeurs aan die ten minste vijf jaar rijervaring hebben. Toch merken we een stijgende evolutie in het aantal 20 tot 29-jarigen, en neemt het aantal 60+ers jaarlijks af. We kunnen dus voorzichtig spreken van een ‘verjonging’ in de sector. Hoewel we hierover geen concrete cijfers ter beschikking hebben, is het aandeel allochtonen in de sector zeer groot. Het aantal vrouwen in de sector is echter beperkt. De arbeidsomstandigheden liggen aan de basis van een beperkte tewerkstelling van vrouwen.
5
Evolutie van het aantal arbeiders in Vlaanderen in het Paritair Subcomité 140.02 per leeftijdscategorie (van 2004 t.e.m. 2011) Jaar
< 20
20-29
30-39
40-49
50-59
60-69
70-79
80+
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
0 0 0 1 1 0 0 1
42 100 146 202 241 265 363 375
582 693 700 649 655 639 611 591
648 715 704 749 785 747 728 751
699 744 748 768 801 812 847 840
539 547 540 519 546 523 489 437
163 160 152 124 113 98 84 75
21 14 8 8 8 5 4 3
Leeftijd onbekend 27 25 27 22 21 27 28 28
Totaal 2721 2998 3025 3042 3171 3116 3154 3101
aandeel 50-plus 52% 49% 48% 47% 46% 46% 45% 44%
Bron: Sociaal Fonds taxi en VVB, juni 2012, gegevens van december 2011
1.3. EIGENHEID VAN HET BEROEP VAN TAXICHAUFFEUR Knelpuntberoep Het beroep van taxichauffeur is in Vlaanderen een knelpuntberoep. De VDAB noteerde in 2011 voor taxichauffeur 295 vacatures. Hoewel het aantal geregistreerde vacatures bij de VDAB beperkt is, is het beroep van taxichauffeur vooral een knelpuntberoep omwille van kwalitatieve redenen. De arbeidsomstandigheden zijn de voornaamste reden. Het vinden van voldoende gemotiveerd en over de nodige competenties beschikkende arbeiders is niet evident. Bovendien blijven veel taxichauffeurs soms maar voor een korte periode in de sector. De toegang tot het beroep De taxichauffeurs hebben een strikt gereglementeerd statuut, meer in het bijzonder moet men minstens 21 jaar zijn en medisch geschikt. Bovendien werven sommige bedrijven enkel chauffeurs aan met minimum 5 jaar rijervaring. In de meeste steden en gemeenten wordt ook een bewijs van goed zedelijk gedrag gevraagd. In de grote steden moeten de taxichauffeurs ook beschikken over een taxibrevet dat door de administratie wordt uitgereikt na een examen. De werkomstandigheden Een voltijdse taxichauffeur heeft een diensttijd met amplitudes van gemiddeld 50 uur per week. Daarvan wordt 24 % niet gerekend als arbeidsduur. Taxi’s moeten 365 dagen op 365 beschikbaar zijn, 24 u op 24. Een taxichauffeur is dus niet altijd vrij tijdens de weekends. Ook moet soms zeer vroeg of bijzonder laat gewerkt worden. Nieuw aangeworven chauffeurs worden meestal in een rotatiesysteem ingeschakeld. Soms haken chauffeurs af tijdens het eerste jaar omwille van de uurroosters. De werkomstandigheden worden door heel wat factoren beïnvloed: druk verkeer, uren in de files zitten, moeilijke klanten, etc. De verloning Het loon van de taxichauffeur staat in relatie tot zijn recette (omzet). Daardoor is het inkomen van de taxichauffeur variabel per maand, met steeds het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI) als minimum. De chauffeur in de diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder verdient een vast uurloon. Aantrekkelijkheid van het beroep Het beroep van taxichauffeur blijft, gezien de specifieke kenmerken van het beroep, toch een groep van werkzoekenden interesseren.
6
Evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden met beroep en/of beroepsaspiratie Taxichauffeur Bedrijfschauffeur (personenwagens en minibusjes) Privéchauffeur Bestuurder kleine bus (maximum 9 meter)
2008 378 796 709 82
2009 487 1011 868 100
2010 467 871 798 74
2011 457 811 687 76
Bron: VDAB, juni 2012
1.4. HOGE TURNOVER VAN HET ARBEIDERSBESTAND Er komen jaarlijks ongeveer 1.500 nieuwkomers in de sector in België. In 2011 waren er 1585 nieuwe arbeiders op een totaal van 6103 arbeiders in de sector. Tegenover die 1585 nieuwe arbeiders in 2011 staat een netto verlies van de tewerkstelling ten opzichte van 2010 van 162 arbeiders. We kunnen dus besluiten dat er veel arbeiders jaarlijks de sector verlaten: de turnover bedraagt in de sector 26 % per jaar, wat bijzonder hoog is. Teveel nieuwe arbeidskrachten stappen vroegtijdig op bij de werkgever en verlaten de sector of gaan aan de slag als zelfstandige.
1.5. STABIELE TEWERKSTELLINGSCIJFERS De tewerkstelling in de sector in Vlaanderen blijft, ondanks de globale economische context relatief stabiel: 3091 arbeiders in 2008, 3031 arbeiders in 2009, 3068 arbeiders in 2010 en 3034 in 2011 (cfr. Tabel op pagina 5). Verwacht wordt dat de tewerkstelling in de taxisector in de komende jaren structureel zal toenemen. De taxisector speelt immers een belangrijke rol als voor- en natransport voor het openbaar vervoer. Bovendien zet zich een trend in om in het openbaar vervoer te besparen. De vergrijzing van de bevolking leidt ook tot meer deur-aan-deurvervoer en aangepast vervoer van minder mobiele passagiers. Een permanente nood aan instroom van nieuwe arbeidskrachten zal blijven bestaan. 1.6. EIGENHEID VAN DE OPLEIDING TOT TAXICHAUFFEUR Het beroep van taxichauffeur heeft specifieke kenmerken en dat is eveneens het geval voor de opleiding: 1. De opleiding taxichauffeur is regio- en sectorspecifiek: na de opleiding kan men enkel als taxichauffeur in de sector en in een bepaalde regio aan de slag. 2. De organisatie van zowel collectieve als individuele opleidingen is vacatureafhankelijk: omwille van de sector- en regiospecificiteit heeft het geen zin om opleidingen te organiseren als er geen onmiddellijk perspectief op openstaande vacatures is. Het is dan ook evident opleidingen tot taxichauffeur enkel te organiseren in de regio’s met vacatures. 3. De opleiding focust zich op de ontwikkeling van vakcompetenties voor de taxichauffeur: oriëntatievermogen en stratenkennis, veilig en verantwoord rijden, omgang met klanten,... Afhankelijk van de beoogde tewerkstellingslocatie dient een voorbereiding te worden voorzien op het stedelijke vakbekwaamheidsexamen.
7
4. Om de vooropgestelde competenties te kunnen verwerven, dient er een grote component werkplekleren in de opleiding ingebouwd te worden. 5. Voor bepaalde doelgroepen (kansengroepen) zijn er drempels. Het verwerven van de beroepscompetenties vergt voor bepaalde doelgroepen een langere tijd en vraagt extra ondersteuning en begeleiding door specialisten. 6. De screening van kandidaten is belangrijk. Opdat de kandidaten de opleiding tot taxichauffeur succesvol zouden kunnen volgen en vervolgens de openstaande vacatures duurzaam kunnen invullen, is een degelijke screening van de kandidaatchauffeurs een noodzaak. De bereidheid om na de opleiding in het beroep te stappen met zijn zeer specifieke arbeidsomstandigheden moet bij de kandidaat-chauffeurs aanwezig zijn. 7. De opleiding moet flexibel, snel, en wendbaar kunnen georganiseerd worden. Een individuele of collectieve taxiopleiding moet snel kunnen opgestart worden, indien vacatures worden geregistreerd. Een maandenlange voorbereiding en besluitvorming over de organisatie van een opleiding schiet voorbij het doel: de open gekomen knelpuntvacatures invullen. Men moet voorkomen dat de vacatures ingevuld of ingetrokken zijn op het ogenblik dat kandidaten zich aandienen. Wanneer de opgeleide kandidaten geen perspectief hebben op een vacature als taxichauffeur gaan ze buiten de sector aan de slag, zijn ze verloren voor de sector, en zijn de opleidingsinspanningen vergeefs geweest. 2. Evaluatie van de voorbije convenantperiode
Dit convenant sluit aan op het vorige. Volgende elementen uit de eindevaluatie van de prioriteiten uit het convenant 2010-2011 zijn daarbij van belang: Prioriteit 1: Werk maken van instroom van competente medewerkers en kandidaatondernemers (via VDAB, Syntra en andere partners) (focus op werkzoekenden). De individuele opleidingen tot taxichauffeur bij de door het Sociaal Fonds erkende bedrijven zijn een succes. Ook de collectieve vooropleiding taxi bij Kiem in Antwerpen wordt door de sector zeer positief onthaald. Deze opleiding wordt door de VDAB aan Kiem uitbesteed binnen de jaarlijkse provinciale budgettaire middelen. Deze VDABprocedure impliceert echter dat er geen garantie bestaat dat deze opleidingen in de toekomst worden georganiseerd dan wel aan Kiem worden gegund. Bovendien werden voorstellen om een vooropleiding taxi te organiseren in andere regio’s niet weerhouden omwille van de budgettaire beperkingen en ander prioriteitenkeuzes bij de VDAB. Verder is het van belang dat de VDAB-consulenten van de lokale werkwinkels ook meer zicht krijgen op de inhoud, competenties en arbeidsvoorwaarden van het beroep van taxichauffeur opdat ze gerichter kunnen toeleiden naar opleidingen voor en vacatures uit de sector. Uit de eindevaluatie van het vorige convenant bleek dat een samenwerking met het onderwijs nog niet als opportuun werd beschouwd. Er wordt gepleit voor een versterking, continuering en uitbreiding van de reeds bestaande partnerschappen. Prioriteit 2: Competentieontwikkeling van zittende werknemers en leiders van eenmanszaken via ondersteuning van bedrijven. Uit de eindevaluatie van het vorige convenant blijkt dat competentieontwikkeling en het organiseren van permanente vorming tot op heden vooral een zaak is van de
8
grote bedrijven uit de sector. Ondanks het voorzien van een grote financiële tussenkomst in de kosten die de bedrijven maken in het kader van de permanente vorming, blijft het aantal permanente vormingen in de sector laag. Er is dus duidelijk nood aan een verdere sensibilisering en het op zoek gaan naar opleidingen op maat van de bedrijven uit de sector. Prioriteit 3: Diversiteit en evenredige arbeidsdeelname. De taxisector is een zeer diverse sector met meer dan 20 nationaliteiten die er tewerk gesteld zijn zodat een diverse instroom dus niet echt een probleem is. Wel kan er nog werk gemaakt worden van de instroom van vrouwelijke taxichauffeurs, al kan de drempel in verband met de arbeidsomstandigheden niet worden weggehaald. Omdat de sector al zeer divers is, moet de aandacht vooral gefocust worden op hoe omgaan met deze diversiteit.
3. Sectorale uitdagingen
Uit het voorgaande kunnen de volgende 3 uitdagingen voor de sector worden gedestilleerd: a. DE UITDAGING OM VAKBEKWAME CHAUFFEURS TE VINDEN. De hoge turnover van het arbeidersbestand en de verwachte tewerkstellingstoename zal het probleem van de instroom in de sector scherper stellen. b. DE UITDAGING OM NIEUWE EN HUIDIGE ARBEIDERS IN DE SECTOR HOUDEN Inspanningen om nieuwe chauffeurs te vinden, missen deels hun effect als de tewerkstelling van de werknemers niet verduurzaamd wordt. Er moet worden ingezet op het behoud van het personeel. c. DE UITDAGING OM ALS “DIVERSE SECTOR” HET VERSCHIL TE MAKEN Divers rekruteren kan het tekort aan instroom van passende arbeidskrachten verhelpen. Divers rekruteren, opleiden en duurzaam te werk stellen, doet men niet zomaar. Het verschil kan men maar maken met een positief sectorimago. 4. De visie van de sector Uitgangspunten: 1. Het vervoer van personen naar hun gewenste bestemming moet stipt, snel, veilig, comfortabel, klantvriendelijk en reglementair gebeuren. 2. Personen vervoeren tegen betaling is een dienst die rechtstreeks aan de klant wordt verleend door vakkundige ambassadeurs van de onderneming: de taxichauffeurs. 3. Om deze diensten kwaliteitsvol te kunnen aanbieden en de ambassadeursrol te kunnen invullen moeten de taxichauffeurs over de nodige competenties beschikken. De taxichauffeurs zijn zelfstandig, stressbestendig, flexibel, hebben een goed oriëntatievermogen en veel geduld, zijn communicatief en kunnen omgaan met moeilijke klanten en passen de geldende reglementering toe. De chauffeur bezit ook de nodige kwalificaties (rijbewijs B, medische schifting, vaak ook bewijs goed gedrag en zeden en een taxibrevet).
9
4. Vakmensen worden gevormd en opgeleid vooraleer ze hun beroep kunnen uitoefenen. Zij ontwikkelen hun competenties verder op de werkvloer, al doende, maar moeten ook permanent bijgeschoold worden. De competentieontwikkeling van vakmensen voor en van de sector moet maat- en diversiteitsgericht worden aangepakt. 5. Zonder voldoende chauffeurs met de gewenste competenties kan een taxionderneming zijn missie niet waarmaken. Zonder chauffeurs zijn taxivoertuigen verliesposten. Worden ze bestuurd door incompetente chauffeurs, dan zijn ze dat ook. Vaststellingen: 1. De instroombehoefte aan taxichauffeurs blijft continu aanwezig. Gespreid in Vlaanderen maar met concentraties in de grote agglomeraties. 2. De opleidingen voor taxichauffeurs zijn sector- en regio-specifiek maar vooral vacature gerelateerd en hebben een zeer grote component werkplekleren. 3. Er bestaat geen structureel aanbod bij de institutionele opleidingsverstrekkers (bv. VDAB) maar er is wel opleidingsexpertise aanwezig in de grotere bedrijven van de sector. Visie: Voortdurend kwaliteitsvolle dienstverlening nastreven is voor de sector een strategische beleidsoptie. De hoeksteen daarbij zijn de competenties van de medewerkers. De sector wil dan ook een competentiebeleid gericht op toekomstige en huidige werknemers van de sector ondersteunen. In het bijzonder dienen maatgerichte initiatieven rond competentieontwikkeling voor nieuwe taxichauffeurs en competentieversterking voor werknemers uit de sector ontwikkeld te worden om het instroomprobleem aan te pakken en de duurzaamheid van de tewerkstelling te verhogen. Bij de realisatie van competentieontwikkelingsinitiatieven moet rekening gehouden worden met de specificiteit van de opleidingen en met de beschikbare deskundigheid van diverse actoren en de bedrijven. De sector wil deze deskundigheid maximaal benutten en op elkaar afstemmen door partnerschappen af te sluiten en daarin een voortrekkersrol vervullen.
5. De prioriteiten van de sector Vanuit de sectorale visie, op basis van de evaluatie van het vorige convenant en rekening houdend met de sectorspecifieke uitdagingen wil de sector van de taxiondernemingen en de diensten voor de verhuur van voertuigen met bestuurder werk maken van 3 prioriteiten: o
Prioriteit 1: Realiseren van een instroom van competente medewerkers.
o
Prioriteit 2: Streven naar een duurzame tewerkstelling van de arbeiders in de sector.
o
Prioriteit 3: Diversiteit en evenredige arbeidsdeelname waarborgen.
10
PRIORITEIT 1 Realiseren van een instroom van competente medewerkers Motivatie De sector van de Taxiondernemingen en de diensten voor de Verhuur van Voertuigen met Bestuurder wordt geconfronteerd met een hoge turnover (26% in 2011). De tewerkstelling in de sector blijft stabiel ondanks de opeenvolgende economische crisissen. Bovendien biedt de sector tewerkstellingsmogelijkheden aan kansengroepen. De eigenheid van de sectorspecifieke en regionaal gerichte opleidingen tot taxichauffeur zorgt dat er moet worden ingezet op een projectmatige aanpak van de opleidingsorganisatie. Het opzetten van partnerschappen met opleidings- en arbeidsmarktactoren is een voorwaarde om een flexibel en op de arbeidsmarktbehoeften afgestemd opleidingsaanbod te realiseren. Verder moet ook worden ingezet op de gerichte toeleiding van werkzoekenden naar de sector of de opleidingen tot taxichauffeur, dit met behulp van de VDAB. Diversiteitscheck De vooropleiding taxichauffeur die door Kiem, in samenwerking met de VDAB wordt georganiseerd, is specifiek gericht naar de kansengroepen. Omdat er tijdens deze 2-maand durende opleiding veel aandacht wordt besteed aan het aspect ‘taal’, attitudetraining en er ook wordt rekening gehouden met andere sociale problematieken, is het voor cursisten uit kansengroepen mogelijk om de opleiding tot een goed eind te brengen. Vandaar de wens van de sector om dergelijke vooropleidingen ook in andere regio’s te organiseren.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit:
1.
VOOROPLEIDING TAXICHAUFFEUR
Actie 1: Ondersteuning van de vooropleiding taxichauffeur bij Kiem Omschrijving In Antwerpen bestaat er sinds 2011 een vooropleiding taxichauffeur, georganiseerd door de vzw Kiem, die hiervoor via een aanbesteding middelen krijgt van de VDAB. Voorheen werden ook al taxichauffeurs opgeleid bij Kiem, maar in een meer algemene ingroei- en oriëntatieopleiding chauffeur. Door de oprichting van een specifieke vooropleiding taxichauffeur kunnen de werkzoekenden nog beter voorbereid worden op hun toekomstige job als taxichauffeur. Tijdens de opleiding worden de cursisten ook voorbereid op het examen van de stad Antwerpen om het taxibrevet te behalen.
11
De vooropleiding duurt 2 maand en richt zich uitsluitend op de werkzoekenden uit de kansengroepen. Binnen deze vooropleiding is een meerijstage van 2 dagen voorzien bij de Antwerpse taxibedrijven. De sector zal blijven ijveren bij de bevoegde diensten van de VDAB voor de verderzetting van de aanbestedingen. Betrokken partners Kiem, de VDAB, de Antwerpse taxibedrijven. Rol sector De sectorconsulent wordt ingeschakeld tijdens de vooropleiding om een les te geven over de taxiwetgeving en de loons- en arbeidsvoorwaarden in de sector. Verder helpt de sectorconsulent mee zoeken naar bedrijven om de meerijstage te organiseren voor alle cursisten en helpt de sector mee in het continu verbeteren en op het beroep afstemmen van de lesinhouden van de vooropleiding. De sector ondersteunt Kiem in de contacten met de VDAB in verband met de continuering van de vooropleidingen. Timing 3 à 4 vooropleidingen per jaar.
Voortgangsindicator Jaarlijks 20 personen toeleiden naar de sector via deze vooropleiding. Actie 2: Onderzoek naar de nood aan een vooropleiding in andere steden Omschrijving De sector ijvert al 2 jaar voor de organisatie van een vooropleiding taxichauffeur in andere ‘grote’ taxisteden zoals Gent, Mechelen en Zaventem. In 2011 was de bereidheid binnen de centrale diensten van de VDAB groot om een aanbesteding uit te schrijven voor de organisatie van een dergelijke vooropleiding in de 3 hogervermelde steden. Een ontwerp van aanbesteding was reeds gefinaliseerd. Toch werd het project voorlopig ‘on hold’ gezet. De voornaamste reden is dat er niet objectief kan vastgesteld worden dat er een nood is aan taxichauffeurs in deze 3 steden. Hoewel de sector deze nood zeker vaststelt, kan deze niet objectief worden aangetoond met geregistreerde vacatures in de VDAB-databank. De bedrijven in onze sector zijn immers niet geneigd hun vacatures via deze weg kenbaar te maken. De sector zal daarom werk maken van een onderzoek in deze 3 grote taxisteden naar de openstaande vacatures binnen de bedrijven. Betrokken partners De taxibedrijven uit de betrokken steden: Gent, Mechelen, Zaventem. Rol sector De sectorconsulent zal dit onderzoek uitvoeren via schriftelijke bevraging of via telefoon en/of bedrijfsbezoeken. Timing Voorjaar 2013.
12
Actie 3: Organisatie van een vooropleiding taxichauffeur in Gent, Mechelen en Zaventem Omschrijving Indien uit het onderzoek naar het aantal openstaande vacatures in Gent, Mechelen en Zaventem blijkt dat er een effectieve nood is aan degelijk opgeleide en gemotiveerde taxichauffeurs, zal de sector met deze objectieve gegevens aan tafel zitten met de VDAB. De bedoeling is om dan zo spoedig mogelijk een aanbesteding te kunnen uitschrijven om een vooropleiding taxichauffeur te kunnen organiseren in de desbetreffende stad. Het is noodzakelijk om bij openstaande vacatures zo kort mogelijk op de bal te kunnen spelen. Betrokken partners De VDAB, een derde opleidingsinstantie die via aanbesteding wordt aangeduid. Rol sector De sector zal haar volledige medewerking verlenen aan de opstart van de vooropleiding op alle noodzakelijke/mogelijke vlakken. De sector zal samenwerken met de derde partner om het opleidingsprogramma op maat van de (lokale) sector af te stemmen. Naar analogie met Kiem in Antwerpen zal de sector ook de brug slaan tussen de opleidingsinstantie en de taxibedrijven. Timing Eind 2013 een eerste vooropleiding opstarten in Gent en/of Mechelen en/of Zaventem.
2.
SAMENWERKING MET DE VDAB
Actie 4: Samen met de VDAB voor werkzoekenden finaliteitsopleidingen organiseren die aansluiten bij vacatures voor taxichauffeurs in de sector Omschrijving Sinds enkele jaren worden er voor werkzoekenden finaliteitsopleidingen tot taxichauffeur georganiseerd in een samenwerking tussen de VDAB en de sector. Deze finaliteitsopleidingen gaan door in taxibedrijven die door het Sociaal Fonds hiertoe zijn erkend. Omdat de sector deze finaliteitsopleidingen voor werkzoekenden organiseert, wordt er door de VDAB een financiële steun per opgeleide werkzoekende voorzien. Het opleidingsprogramma werd door de sector in samenspraak met de VDAB vastgelegd. Ook de praktische en administratieve modaliteiten worden in onderling overleg vastgelegd en worden tijdens de jaarlijkse evaluatievergaderingen (zowel met de centrale diensten als met de verantwoordelijke provinciale diensten van de VDAB) besproken. Betrokken partners De VDAB, erkende bedrijven uit de sector. Rol sector De coördinatie tussen het bedrijf die de opleidingen organiseert en de VDAB gebeurt door de sectorconsulent: doorverwijzen van geïnteresseerde werkzoekenden, doorgeven informatie betreffende de opleidingen aan trajectbegeleiders van werkzoekenden. Ook de facturatie aan de VDAB en de organisatie van de evaluatievergaderingen gebeurt door de sectorconsulent. Timing De finaliteitsopleidingen worden opeenvolgend georganiseerd.
13
Voortgangsindicator Er wordt gestreefd naar 30 opgeleide werkzoekenden tot taxichauffeur op jaarbasis. Actie 5: Samen met de VDAB zorgen voor de tewerkstelling van de opgeleide werkzoekenden Omschrijving Zo goed als de helft van de opgeleide werkzoekenden, kan na de finaliteitsopleiding aan de slag in het taxibedrijf dat de opleiding heeft georganiseerd. De andere helft moet op zoek naar een job in de andere taxibedrijven in de regio. Deze zoektocht verloopt niet altijd vlot. De sector zal zich engageren om samen met de klantenconsulent van de VDAB in de regio waar de opleiding plaatsvond op zoek te gaan naar een geschikte tewerkstellingsplaats voor de opgeleide taxichauffeurs. Betrokken partners De VDAB, bedrijven uit de sector. Rol sector De sector zal zorgen voor de contacten tussen de opgeleide werkzoekende en de taxibedrijven in de sector. Dit zal gebeuren in voortdurende communicatie met de klantenconsulent van de VDAB die de werkzoekende tijdens de finaliteitsopleiding begeleidt. Timing Tijdens en na elke finaliteitsopleiding.
Voortgangsindicator Er wordt gestreefd om 80% van de opgeleide taxichauffeurs na de opleiding aan het werk te krijgen in de sector. Actie 6: Opmaak van een ‘deelwebsite’ samen met de VDAB over het beroep van taxichauffeur Omschrijving De taxisector is voor veel werkzoekenden, maar ook voor heel wat VDAB-personeel (trajectbegeleiders, klantenconsulenten, provinciale accountmanagers,…) onbekend terrein. Nochtans is het voor de instroom van gemotiveerde chauffeurs in de sector, van groot belang dat men weet wat het beroep van taxichauffeur juist inhoudt, welke de arbeidsvoorwaarden zijn, welke opleidingsmogelijkheden er worden aangeboden,… Daarom zal de sector samen met de VDAB een deelwebsite opmaken waar een verzameling aan informatie terug te vinden is over het beroep van taxichauffeur. De website zal o.a. volgende zaken bevatten: • Een online infosessie voor werkzoekenden. • Een infopakket voor klantenconsulenten en andere VDAB-medewerkers werkzoekenden naar vacatures in de sector kunnen doorverwijzen.
die
• De openstaande vacatures in de sector, rechtstreeks, zonder dat de werkzoekende nog de zoekrobots moet aanpassen. • Indien het voor de VDAB budgettair haalbaar is, kan een nieuwe beroepenfilm worden opgemaakt.
14
Betrokken partners De VDAB. Rol sector De sector zal in samenwerking met de VDAB de deelwebsite verwezenlijken. Al het inhoudelijk materiaal zal door de sector aangereikt worden. Timing Eind 2014 zou de deelwebsite in al zijn facetten operationeel moeten zijn. Actie 7: Intersectorale actie om ‘kleinere’ sectoren bekend te maken bij de VDAB Omschrijving De VDAB is een belangrijke partner voor sectoren voor wat betreft bekendmaking van een beroep en toeleiding naar openstaande vacatures. Grotere sectoren en hun beroepen zijn zeer vaak wel bekend. De taxisector maar ook andere kleinere sectoren, worden vaak vergeten bij trajectbegeleiding. Daarom onderzoeken we of het mogelijk is om met verschillende ‘kleinere’ en ‘onbekende’ sectoren een event te organiseren voor VDABpersoneel. Betrokken partners De VDAB, de verhuissector, papier en karton, brandstoffen, betonindustrie,… Rol sector De sector zal in samenwerking met de andere partners onderzoeken of en op welke wijze een dergelijk event kan worden georganiseerd. Timing Najaar 2013 en 2014.
Voortgangsindicator Jaarlijks minimum één event samen met de andere sectoren organiseren. Actie 8: De vacaturemelding op de VDAB-website door de bedrijven promoten Omschrijving De bedrijven in de sector maken zeer weinig gebruik van de VDAB-website om hun vacatures kenbaar te maken. Voor 2011 registreerde de VDAB ‘slechts’ 295 vacatures. De rekrutering van nieuwe chauffeurs gebeurt via andere kanalen: mond-aan-mond-reclame, artikels in lokale kranten,… Toch is het van belang dat deze vacatures via de VDAB worden geregistreerd. De organisatie van (voor)opleidingen in een samenwerking met de VDAB hangt immers vaak af van het aantal geregistreerde openstaande vacatures in een bepaalde regio. Verder is het ook van belang voor de erkenning van het beroep van taxichauffeur als knelpuntberoep (op basis van kwantitatieve gegevens). Bovendien zullen de vacatures in onze sector via de deelwebsite die in samenwerking met de VDAB zal worden opgemaakt in de toekomst ook eenvoudig te raadplegen zijn. Daarom zal de sector in samenwerking met de provinciale accountmanagers van de VDAB promotie maken voor de vacaturemelding via de VDAB-website.
15
Betrokken partners De provinciale accountmanagers van de VDAB, de bedrijven uit de sector. Rol sector De sector zal met de hulp van de provinciale accountmanagers de vacaturemelding meer bekend maken. De sector via bedrijfsbezoeken en eventueel via de nieuwsbrief, De accountmanagers eveneens via bedrijfsbezoeken in onze sector. Timing In de loop van 2013 en 2014.
Voortgangsindicator Jaarlijks 10% meer vacatures laten registreren in de VDAB-databank.
3.
SAMENWERKING MET ONDERWIJS
Actie 9: Sectorinformatie aanbieden via ‘onderwijskiezer’ Omschrijving De sector zal via de website ‘onderwijskiezer’ informatie over de beroepen in de taxisector aanbieden en up-to-date houden voor alle belanghebbenden in het onderwijs, leerlingen, ouders,… Betrokken partners Onderwijskiezer. Rol sector De sector levert informatie aan om op de website te plaatsen. Timing In de loop van 2013 en 2014.
4.
KWALITEIT VAN DE BEDRIJFSOPLEIDINGEN (HET WERKPLEKLEREN) WAARBORGEN
Actie 10: Bewaken van de kwaliteit van de bedrijfsopleidingen Omschrijving/rol sector In de grote (taxi)bedrijven worden de nieuwkomers intern opgeleid tot taxichauffeur. De competenties om taxichauffeur te worden, worden op de werkvloer aangeleerd. We kunnen hier dus spreken over werkplekleren. De bedrijfsopleidingen worden op basis van de inhoud door het Sociaal Fonds beoordeeld alvorens een erkenning te krijgen. De sectorconsulent zal de kwaliteit van de interne bedrijfsopleidingen tot (taxi)chauffeur bij de door het Sociaal Fonds erkende bedrijven bewaken. Daarvoor zal op elk bedrijf een opleiding (gedeeltelijk) worden meegevolgd. Op basis van de bevindingen kan eventueel worden bijgestuurd waar nodig. Betrokken partners De voor opleiding erkende (taxi)bedrijven.
16
Timing In de loop van 2013 en 2014.
Voortgangsindicator Tegen het einde van de convenantperiode moeten alle bedrijven die de erkende opleidingen geven, geëvalueerd zijn. Actie 11: Onderzoek naar de nood aan een ‘train-the-trainer’ Omschrijving/rol sector Er zal worden onderzocht of een opleiding inzake ‘pedagogische vaardigheden’ kan worden georganiseerd voor alle lesgevers/trainers die in de door het Sociaal Fonds erkende bedrijven opleidingen voor de nieuwe taxichauffeurs geven. Dit met het oog op het aanbieden van kwaliteitsvol werkplekleren. Betrokken partners De voor opleiding erkende (taxi)bedrijven. Timing In de loop van 2013 en 2014.
5.
PROMOTIE VAN DE IBO
Actie 12: Het aantal IBO’s in de sector verhogen Omschrijving Jaarlijks worden in de sector ongeveer een 50-tal IBO’s georganiseerd. Vaak wordt een IBO georganiseerd wanneer blijkt dat de nieuwkomer op basis van zijn competenties meer tijd zal nodig hebben om taxichauffeur te worden, dan de periode van de ‘gewone’ bedrijfsopleiding tot taxichauffeur, die slechts enkele dagen tot 1 week duurt. Met de IBO heeft de nieuwkomer meer tijd om zich binnen zijn nieuwe werkomgeving aan te passen. Toch is het bestaan van de IBO in de sector weinig bekend. Daarom zal met de provinciale accountmanagers van de VDAB worden samengewerkt om binnen de sector de IBO te promoten. Betrokken partners De VDAB (provinciale accountmanagers), bedrijven uit de sector. Rol sector De sector zal met de hulp van de provinciale accountmanagers de IBO in de sector meer bekend maken. De sector via nieuwsbrieven, website,…De accountmanagers via het verhogen van het aantal bedrijfsbezoeken in onze sector. Timing In de loop van 2013 en 2014.
Voortgangsindicator Jaarlijks 10% meer IBO’s organiseren in de sector ten opzichte van het vorige jaar.
17
Actie 13: Brusselse IBO-FPI ‘Taxichauffeur voor het Brussels Gewest’ opvolgen Omschrijving In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd een specifieke IBO-FPI ontwikkeld in samenwerking met de VDAB, Bruxelles Formation en het Sociaal Fonds. Deze IBO-FPI geeft de Brusselse bedrijven de kans om kandidaat-taxichauffeurs op te leiden in het bedrijf, zodat deze op die manier het bekwaamheidscertificaat voor taxichauffeur in het Brussels Gewest bekomen, zonder het afleggen van het theoretisch en praktisch examen bij de Brusselse Directie der Taxi's en het volgen van een opleiding ecologisch rijden. Deze IBO-FPI duurt 8 weken. Tijdens deze 8 weken krijgt de kandidaat-taxichauffeur een voorlopig bekwaamheidscertificaat van de Brusselse Directie der Taxi’s. Indien de opleiding positief is verlopen, wordt het voorlopig bekwaamheidscertificaat met 4 maand verlengd. De kandidaat is dus verplicht na de IBO-FPI-opleiding gedurende 4 maand in het bedrijf te werken. Na afloop van deze 4 maand krijgt de chauffeur zijn definitief bekwaamheidscertificaat. Betrokken partners De VDAB, Bruxelles Formation, de Brusselse Directie der Taxi’s. Rol sector De sectorconsulent neemt deel aan de evaluatie- en coördinatievergaderingen van de Brusselse Directie der Taxi’s over dit IBO-project. Timing In de loop van 2013 en 2014.
6.
WERKEN ROND HET IMAGO VAN DE SECTOR EN HET BEROEP VAN TAXICHAUFFEUR
Actie 14: Stimuleren van de bedrijven tot deelname aan de VDAB-jobbeurzen Omschrijving/rol sector Om het beroep van taxichauffeur en de bedrijven uit de sector positief in de kijker te zetten, zal de sectorconsulent de (grotere) taxibedrijven stimuleren om deel te nemen aan de lokale jobbeurzen die de VDAB elk najaar organiseert. Enkel bedrijven met openstaande vacatures mogen deelnemen aan dergelijke jobbeurzen, waarop alle werkzoekenden uit de regio verplicht aanwezig moeten zijn. Betrokken partners De VDAB, de bedrijven uit de sector. Timing In het najaar van 2013 en 2014.
Voortgangsindicator Jaarlijks deelname van één bedrijf uit de sector aan een VDAB-jobbeurs.
18
PRIORITEIT 2 Streven naar een duurzame tewerkstelling van de arbeiders in de sector Motivatie Bedrijven hebben voldoende arbeiders met voldoende competenties nodig om efficiënt en rendabel te kunnen functioneren. Arbeiders hebben nood aan opleiding en bijscholing om hun competenties op peil te houden en bij te blijven met de sectorale ontwikkelingen. Permanente vorming van de chauffeurs is dus noodzakelijk. In een sector met hoofdzakelijk zeer kleine KMO’s is het verhaal van levenslang leren en competentie-ontwikkeling niet evident. Het komt er dus op aan om via concrete, kleine stapjes in de goede richting te evolueren. Verder is de turnover in de sector zeer hoog. Een groot aantal arbeiders verlaat jaarlijks de sector. Er moet worden ingezet op het behoud van het personeel.
Diversiteitscheck Zoals duidelijk blijkt uit de cijfers in de inleiding, is de taxi- en VVB- sector een heel diverse sector. Wanneer er dus acties worden opgezet, gericht naar duurzame tewerkstelling en behoud van personeel, worden de kansengroepen in de sector hier automatisch mee in betrokken. Specifiek naar oudere werknemers toe, zal een peterschapsopleiding worden georganiseerd. Op die manier kunnen zij leren hoe zij hun kennis kunnen doorgeven aan hun nieuwe collega’s en bovendien zorgt dit voor een waardering voor hun kennis en kunde.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit:
1.
INFORMATIE AAN WERKNEMERS EN WERKGEVERS TER BEVORDERING VAN HET
BEHOUD VAN HET PERSONEEL
Actie 1: Informatiebrochure voor de nieuwe arbeiders in de sector Omschrijving Veel chauffeurs komen in de sector terecht zonder goed op de hoogte te zijn over de geldende loons- en arbeidsvoorwaarden, de wetgeving in de sector, hun rechten en plichten als taxichauffeur,... Dit kan er toe leiden dat zij na een korte tijdspanne alweer de sector verlaten.
19
Om dit te verhelpen wil de sector hen bij de start van hun loopbaan in de sector voldoende informeren door hen een informatiebrochure toe te sturen, met allerlei zaken die voor hen als nieuwkomers in de sector interessant kunnen zijn. Betrokken partners De sociale partners van de sector. Rol sector De sector zal ieder kwartaal uit de databank van het Sociaal Fonds de lijst met de nieuwkomers destilleren en hen een informatiebrochure toesturen. Timing Eerste helft 2013 opmaak informatiebrochure. Nadien elk kwartaal verspreiden naar de nieuwkomers.
Voortgangsindicator Vanaf de 2e helft van 2013 zal elke nieuwe arbeider in de sector de informatiebrochure ontvangen. Actie 2: Informatievergaderingen voor de werkgevers uit de sector Omschrijving De sector bestaat hoofdzakelijk uit zeer kleine KMO’s. Voor deze KMO’s is het soms moeilijk op de hoogte te blijven over de geldende wetgevingen binnen de sector. Daarom wil de sector infovergaderingen organiseren voor werkgevers waarop thema’s zoals de loons- en arbeidsvoorwaarden uit de sector, maar ook andere HR-thema’s (motiveren van het personeel, organisatie van opleidingen, omgaan met diversiteit op de werkvloer,…) aan bod kunnen komen. De bedoeling is dat de ‘geïnformeerde’ werkgevers op die manier kunnen bijdragen aan de duurzame tewerkstelling van hun personeel. Betrokken partners De bedrijven uit de sector, de provinciale taxiverenigingen, eventueel een derde partner afhankelijk van het thema van de informatievergadering. Rol sector De sectorconsulent zal deze infovergaderingen samen met de provinciale taxiverenigingen trachten te organiseren. Daarnaast zal ook via nieuwsbrieven informatie naar de werkgevers worden verspreid. Timing In de loop van 2013 en 2014 trachten per provincie een infovergadering te organiseren. Ongeveer 2 maandelijks zal een nieuwsbrief via email naar de werkgevers worden gestuurd.
Voortgangsindicator Het aantal deelnemende bedrijven aan de infovergaderingen zal geregistreerd worden.
20
2.
TEVREDENHEID VAN DE ARBEIDERS
Actie 3: Opzetten van een tevredenheidsenquête bij de arbeiders uit de sector Omschrijving De sector wil nagaan in welke mate en over welke deelaspecten de arbeiders in de sector tevreden zijn over hun job. Uit de resultaten zou dan moeten kunnen afgeleid worden waarom een groot deel van de taxichauffeurs ieder jaar de sector verlaat. In een latere fase kan eventueel onderzocht worden of acties moeten ondernomen worden om de oorzaken weg te werken. Betrokken partners De arbeiders uit de sector. Rol sector De sector zal eerst onderzoeken op welke wijze deze enquête best kan worden uitgevoerd. Later volgt dan de effectieve enquêtering. Timing In 2013 onderzoek naar wijze van enquêtering. In 2014 uitvoeren van enquête.
3.
STIMULEREN VAN COMPETENTIEONTWIKKELING EN PERMANENTE VORMING MET SPECIFIEKE AANDACHT VOOR EN ONDERSTEUNING VAN KMO’S Actie 4: Blijven voorzien in een opleidingsbudget voor permanente vorming Omschrijving In 2011 heeft de Raad van Bestuur van het Sociaal Fonds het kader goedgekeurd, waarbinnen de financiële tussenkomst van het fonds in de permanente vorming kan plaats hebben. Er is beslist dat er een maximum van 100 € per chauffeur per opleidingsdag wordt terug betaald. Er werd geen limiet gesteld aan het bedrag van de financiële tussenkomst per bedrijf op jaarbasis. De permanente opleidingen moeten kaderen binnen de volgende thema’s: Anti-agressietrainingen Opleidingen in klantvriendelijkheid / communicatie / sociale vaardigheden Toeristische kennis Defensief rijden / Ecodrive Peterschapsopleidingen Vervoer van mindervaliden EHBO Til- en Heftechnieken Invullen ongevalsaangifte Bijkomende taalopleidingen Om van de financiële tussenkomst in de opleidingen te genieten, moeten de bedrijven binnen de 6 maand na de opleiding een dossier naar het Sociaal Fonds opsturen, met daarin een ondertekende aanwezigheidslijst, facturen, een inhoudsopgave van de opleiding en een ingevuld aanvraagformulier van het Sociaal Fonds. Betrokken partners De bedrijven uit de sector.
21
Rol sector De sectorconsulent zal de financiële tussenkomst van het Sociaal Fonds in de permanente vorming blijven promoten via de website, via nieuwsbrieven, via bedrijfsbezoeken en vergaderingen van provinciale taxiverenigingen. Op die manier wordt getracht het aantal chauffeurs dat permanente vorming volgt te verhogen. Timing In de loop van 2013 en 2014.
Voortgangsindicator Er wordt getracht jaarlijks 100 chauffeurs een permanente opleiding te laten volgen. Bovendien wordt ook gezorgd dat andere, dan degene die tot op heden permanente opleiding voorzien, bedrijven permanente opleiding zullen organiseren. Actie 5: Ontwikkeling van een opleidingsaanbod via externe partnerschappen Omschrijving De sector zal samen met een aantal ‘kleinere’ sectoren de hoofden bij elkaar steken om een samenwerking op opleidingsgebied uit te werken op basis van bepaalde raakvlakken tussen de desbetreffende sectoren. Concreet kan dit betekenen dat bepaalde opleidingen van andere sectoren (bijv. verhuissector) worden opengesteld voor onze sector en/of dat hun infrastructuur ter beschikking wordt gesteld. Er wordt hierbij gestreefd naar een uitvoering half 2013 + 3-maandelijkse ontmoetingen om synergiën te onderzoeken. Betrokken partners Ambassador verhuisopleidingen vzw, papier en karton, brandstoffen,… Rol sector De sectorconsulent zal instaan voor het opzetten van intersectorale samenwerkingsverbanden om zo beter te kunnen inspelen op de opleidingsnoden binnen de sector en ervaringsuitwisseling met andere sectoren te kunnen realiseren. Timing In de loop van 2013 en 2014.
Actie 6: Blijven inzetten op een algemene sensibilisering rond levenslang leren Omschrijving Er zal gewerkt worden aan het ontwikkelen van een opleidingscultuur in de sector met extra aandacht voor KMO’s. Dit gebeurt via de website, nieuwsbrieven, ter gelegenheid van vergaderingen en andere mogelijke promotiemomenten. Betrokken partners De bedrijven uit de sector. Rol sector De sectorconsulent zal instaan voor de opmaak van nieuwsbrieven en artikels op de website. Timing In de loop van 2013 en 2014.
22
Actie 7: Ondersteuning voor kleine KMO’s bij de organisatie van permanente vorming Omschrijving/rol sector Hoewel het Sociaal Fonds een financiële tussenkomst voorziet als bedrijven permanente vorming organiseren voor hun chauffeurs, zijn het vooral de grote bedrijven uit de sector die hiervan gebruik maken. De kleine KMO’s weten vaak niet waar te beginnen, kennen geen opleidingsinstanties of zijn vaak met te weinig personeel om een opleiding voor hun bedrijf alleen te organiseren. Daarom zal de sectorconsulent deze KMO’s extra ondersteuning bieden bij de organisatie van de permanente vorming. Er zal mee gezocht worden naar de geschikte opleidingspartner en eventueel kunnen ook bedrijven uit de regio aangesproken worden om chauffeurs naar de opleiding te sturen. Betrokken partners De bedrijven uit de sector, opleidingsinstanties/partners. Timing In de loop van 2013 en 2014.
Voortgangsindicator Er wordt getracht om jaarlijks één opleiding voor een groepering van bedrijven te organiseren. Actie 8: Meewerken aan de organisatie van de opleidingen ‘Welkom met een +’ Omschrijving In de loop van 2011 werd de sector door de kunststeden (Gent, Antwerpen, Brugge, Leuven en Mechelen) gecontacteerd om mee te werken aan het project ‘Welkom met een +’. De bedoeling is om vanaf eind 2012 – begin 2013 gedurende 2 jaar zoveel mogelijk taxichauffeurs in de kunststeden op te leiden tot toeristische ambassadeurs van hun stad. Het zou gaan om een gratis opleiding van 1 dag, een halve dag theorie (hoe omgaan met toeristen,…) en een halve dag een bezoek aan de voornaamste toeristische trekpleisters van de kunststad waarin de chauffeur tewerk gesteld is. Ook nadien zullen de taxichauffeurs nog nieuwsbrieven ontvangen om zo op de hoogte te blijven van de belangrijke gebeurtenissen in hun stad. Na afloop van het project zal ook een kleine huldiging worden voorzien om alle chauffeurs die de opleiding hebben gevolgd de nodige aandacht te schenken. Op die manier kan het beroep van taxichauffeur positief in de kijker worden gesteld, komt er een herwaardering van het beroep: de chauffeurs zijn de toeristische ambassadeurs van de stad én kunnen de chauffeurs hun vakkennis uitbreiden. Betrokken partners De bedrijven uit de sector en de taxichauffeurs, de kunststeden, de opleidingspartner. Rol sector De sector zal mee de inhoud van de opleiding bepalen in samenwerking met de kunststeden. De praktische organisatie van de opleidingen gebeurt evenwel door de kunststeden zelf. De promotie voor de opleiding (het aanschrijven van de bedrijven uit de sector, website, nieuwsbrieven,…) is de taak van de sector. Ook een financiële tussenkomst in de loonkost van de taxichauffeurs tijdens de opleidingsdag werd voorzien door de sector.
23
Timing Het is voorzien om de opleidingen te laten starten in 2013. Eind 2014 zouden de opleidingen afgerond moeten zijn.
Voortgangsindicator Het streefcijfer is minimum 50% van alle taxichauffeurs uit de kunststeden te laten deelnemen aan de opleidingen. Het gaat dan over ongeveer 1200 chauffeurs (zelfstandigen inbegrepen).
4.
PETERSCHAPSOPLEIDING VOOR ERVAREN ARBEIDERS
Actie 9: Organisatie van peterschapsopleidingen (met specifieke aandacht voor oudere werknemers) Omschrijving Het onthaal en de begeleiding van nieuwe arbeiders zijn cruciale factoren in hun integratieen inwerkproces. Hoe beter dat onthaal en die begeleiding verlopen, des te sneller voelt de nieuwe arbeider zich thuis, levert hij een kwaliteitsvolle dienstverlening en is de kans groter dat hij lang in de sector tewerk gesteld blijft. Daarnaast is de inzet van ervaren arbeiders als peter voor nieuwe collega’s een erkenning van hun vakmanschap en een valorisatie van hun ervaring. Dankzij hun peterschap gaan hun kennis en kunde niet verloren, maar worden systematisch overgedragen op de nieuwe krachten. De inzet als peter kan voor de betrokken arbeiders ook een nieuwe uitdaging vormen in hun loopbaanontwikkeling. Tegelijkertijd zorgen we hiermee ook voor de retentie van oudere werknemers. Betrokken partners Andere sociale fondsen, andere opleidingspartners. Rol sector De sectorconsulent zal beroep doen op de expertise van andere sectoren (verhuissector, transportsector,…) om een peterschapsopleiding te organiseren voor de ervaren chauffeurs. Eventueel kan een peterschapsopleiding in samenwerking met een andere sector worden georganiseerd. Timing In de loop van 2013 onderzoek naar de wijze van organisatie van een peterschapsopleiding. In 2014 een eerste opleiding organiseren.
Voortgangsindicator In 2014 een eerste peterschapsopleiding organiseren.
5.
KWALITATIEF OUTPLACEMENT VOOR ONTSLAGEN ARBEIDERS
Actie 10: Bewaken van de kwaliteit van het sectoraal outplacementaanbod Omschrijving De sectorconsulent zal de aangeboden outplacementbegeleiding opvolgen, qua aantal, duurtijd per dossier en resultaten (al dan niet herintrede op de arbeidsmarkt). De sectorconsulent zal hiervoor jaarlijks een evaluatiemoment organiseren met Ascento
24
(outplacementbureau) en bewaken dat het outplacementaanbod blijft voldoen aan de verwachtingen van de sector. Betrokken partners Ascento (outplacementbureau). Rol sector De sectorconsulent zal instaan voor de organisatie van de evaluatievergadering en zal de bevindingen communiceren naar de Raad van Bestuur van het Sociaal Fonds. Timing Jaarlijks op het einde van het jaar.
25
PRIORITEIT 3 Diversiteit
en
evenredige
arbeidsdeelname
waarborgen Motivatie De taxisector vervult een belangrijke rol bij de integratie van allochtonen op de arbeidsmarkt. Bovendien biedt de taxisector veel tewerkstelling aan vijftigplussers (in 2011 44%). Ook de tewerkstelling van jongeren (20 tot 29-jarigen) is de voorbije jaren sterk toegenomen. Het is voor de sector daarom vooral van belang om te focussen op ‘hoe omgaan met de diversiteit’. Naast de acties onder prioriteit 3, wordt diversiteit als horizontaal aandachtspunt in alle acties in dit convenant opgenomen.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit: Actie 1: Verhoging van kansen tot instroom in de sector voor allochtonen Omschrijving/rol sector De vooropleiding taxichauffeur die door Kiem in Antwerpen wordt georganiseerd, richt zich naar kansengroepen, en meer in het bijzonder naar allochtonen bij wie de taalproblematiek de voornaamste reden is waarom zij zich niet kunnen integreren op de arbeidsmarkt. Tijdens deze vooropleiding wordt dus veel aandacht geschonken aan het taalaspect. Door het uitbreiden van de vooropleiding naar andere taxisteden (Gent, Mechelen en Zaventem) (zie Actie 3), kan ook in deze steden de mogelijkheid worden voorzien om de doelgroep allochtonen door een langdurige opleiding blijvend te integreren in de taxisector en op de arbeidsmarkt. Betrokken partners De VDAB, een derde opleidingsinstantie die via aanbesteding wordt aangeduid. Timing 3 à 4 opleidingen per jaar bij Kiem. Eind 2013 een eerste vooropleiding opstarten in Gent en/of Mechelen en/of Zaventem.
Voortgangsindicator Jaarlijks 20 personen toeleiden naar de sector via de vooropleiding bij Kiem.
26
Actie 2: Promotie van diversiteitsplannen Omschrijving Door het afsluiten van een diversiteitsplan, krijgen de bedrijven een financiële stimulans om te gaan werken rond een divers personeelsbeleid. Zij kunnen op die manier een plan uitwerken om op maat van hun bedrijf een antwoord te bieden aan de diversiteit die er binnen hun arbeidersbestand aanwezig is. Betrokken partners De bedrijven uit de sector, SERR-RESOC-projectontwikkelaars. Rol sector De sectorconsulent zal zorgen voor de promotie van de diversiteitsplannen via de website, nieuwsbrieven,… Er zal samengewerkt worden met de projectontwikkelaars van de SERRRESOC om de bedrijven uit de sector te stimuleren een diversiteitsplan af te sluiten. Timing In de loop van 2013 en 2014.
Voortgangsindicatoren Aangezien er nog geen enkel bedrijf uit de sector een diversiteitsplan heeft afgesloten, is de doelstelling om per jaar 1 diversiteitsplan te ontwikkelen. Actie 3: Ontwikkeling van een onthaalbrochure voor werkgevers Omschrijving Het onthaal en de begeleiding van nieuwe arbeiders is van groot belang in hun integratieproces in het bedrijf. Hoe beter dat onthaal en die begeleiding verlopen, des te sneller voelt de nieuwe arbeider zich thuis, levert hij een kwaliteitsvolle dienstverlening en is de kans groter dat hij lang in de sector tewerk gesteld blijft. Om de bedrijven te ondersteunen in dit ‘onthaalproces’, zal de sector een onthaalbrochure ontwikkelen die werkgevers kunnen gebruiken bij het onthaal van nieuwe arbeiders, met een focus op allochtone arbeiders (door bijv. aandacht te hebben voor eenvoudig woordgebruik). Betrokken partners De bedrijven uit de sector, SERR-RESOC-projectontwikkelaars, andere sectoren. Rol sector De sectorconsulent zal zorgen voor de opmaak van de onthaalbrochure. Hiervoor zal gezocht worden naar goede voorbeelden uit andere sectoren, bij de SERR-RESOCprojectontwikkelaars en bij de bedrijven uit de sector. Timing In de loop van 2014.
27
Actie 4: Promotie van de toolbox 50+ en de toolkit ‘werkbaar werk’ Omschrijving/rol sector De toolkit ‘Werkbaar werk’ werd ontwikkeld door de SERV. De toolbox 50+ werd ontwikkeld door het Departement Werk en Sociale Economie in samenwerking met de sociale partners. Deze bevatten een aantal nuttige instrumenten waarmee de werkgevers aan de slag kunnen in hun streven naar een duurzaam personeelsbeleid. De sectorconsulent zal de bedrijven begeleiden en ondersteunen in het gebruik van beide toolboxen. Via de nieuwsbrief zullen bepaalde tools af en toe in de kijker worden gezet. Betrokken partners De bedrijven uit de sector. Timing In de loop van 2013 en 2014.
28
[Algemene bepalingen inzake beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst] Beëindiging - Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van twee jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd. - Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie van het tussentijds rapport door het departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie voor Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid - De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen is het sectorconvenant tijdens de looptijd van het sectorconvenant worden doorgevoerd.
Evaluatie - Het departement Werk en Sociale Economie pleegt overleg met de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties over de bevindingen van het tussentijds rapport en van het eindrapport. Dit gebeurt aan de hand van formele en informele opvolgingsmomenten en fysieke en/of desk evaluaties. Het departement Werk en Sociale Economie voorziet hiertoe een sjabloon voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij die opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht - De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
29