Sectorconvenant 2013-2014 tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de Stoffering & Houtbewerking vertegenwoordigd in paritair comité 126, de sector van de Houtnijverheid vertegenwoordigd in de paritaire subcomités 125.01 van de Bosontginning, 125.02 van de Zagerijen en 125.03 van de Houthandel, verder genoemd de sociale partners van de houtsectoren Tussen de Vlaamse Regering, hierbij vertegenwoordigd door: De heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport; De heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel
en de sociale partners van de houtsectoren: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: De heer Guy Van Steertegem, Directeur-generaal Fedustria vzw; De heer Geert Ramaekers, Directeur Houtunie Houtbewerkers; De heer François De Meersman, Algemeen secretaris Regionale Unie Houtsector vzw; De heer François Ruchenne, Nationaal secretaris Nationale Federatie der Zagerijen
en als vertegenwoordigers voor de werknemers: Mevrouw Katrien Van der Helst, Federaal secretaris ABVV - AC; De heer Justin Daerden, Nationaal secretaris ACV bouw - industrie & energie; De heer Peter Börner, Nationaal verantwoordelijke ACLVB
1
[Wordt overeengekomen wat volgt] Verbintenissen van de Vlaamse Regering Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014 een maximale toelage van 408.000,00 EUR uit te betalen aan het OpleidingsCentrum Hout vzw (Hof ter Vleestdreef 3 1070 Brussel; bankrekeningnummer: BE18 2100 5859 9065; ondernemingsnummer: 0438.431.981) ter financiering van 4 VTE sectorconsulenten. Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst, door: 1. het organiseren van ad hoc- overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren; 2. het organiseren van klankbordvergadering waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren; 3. het organiseren van netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten, via de SERV, die fungeren als doorgeefluik van informatie en die in het teken staan van ondermeer ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, en sectoroverschrijdende samenwerking. Verbintenissen van de sector Artikel 3. De houtsectoren verbinden zich ertoe om, op basis van het door de VESOCpartners goedgekeurde, inhoudelijk kader voor de sectorconvenants, een sectorale visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn inspanningsverbintenissen en hebben betrekking op het ondersteunen en uitvoeren van: - de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt; - een competentiebeleid, waaronder leven lang leren; - het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt. Artikel 4. De sector verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe worden effectief 4 VTEsectorconsulenten ingezet. Zij werken in de sector onder paritair toezicht en zijn er belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant. De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Periodes van tijdskrediet of loopbaanonderbreking komen niet in aanmerking voor financiering tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er wordt uitgeoefend. De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen, wijzigingen melden en een sectorconsulent(e) (per netwerk) aanduiden voor de SERV netwerkbijeenkomsten.
2
Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2014 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2015 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en het eindrapport omvatten: - de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan; - de toetsing van de realisaties aan de voortgangsindicatoren en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant en het actieplan; - de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport). Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt tijdig aan de sector het modelformulier inzake de rapportering.
De houtsectoren werken vanuit volgende sectorale visie aan de uitvoering van de prioriteiten en acties van dit sectorconvenant:
3
De houtsectoren Beschrijving: De houtsectoren PC125.01, PC125.02, PC125.03 en PC126 zijn vrij heterogeen en groeperen bosexploitatie, zagerijen, houthandel en -import, fabrikanten van meubelen, zitmeubelen, houten plaatmateriaal, houten constructie-elementen (spanten, parket…), houten verpakkingen (kisten, laadborden, paletten…), kaders en lijsten, borstels en penselen…, kortom alle afgewerkte en halfafgewerkte producten in hout. De bedrijfskolom hout omvat de hele waardeketen vanaf de winning van de grondstof hout, over de verwerking tot halffabricaten en afgewerkte producten, tot de distributie van deze eindproducten. Men onderscheidt de volgende stadia:
1e houtverwerking De bosontginning (PC125.01): de ontginning van hout gebeurt als ruwe grondstof (ongezaagde stammen, klein rondhout). Bosuitbating is nodig bij het beheer van een bosbestand. Dit kadert in de exploitatie van het bos en gebeurt volgens welbepaalde, milieuvriendelijke normen die worden vastgelegd op basis van de staat van de populatie en de doelstellingen van het beheer. De rol van de bosexploitant bestaat in het schatten van de loten hout op stam die te koop worden aangeboden door openbare en private eigenaars, het aankopen ervan, het kappen van bomen en het bewerken ervan, het uitslepen (met paard of tractor), het verdelen van het stamhout en rondhout op basis van de kwalitatieve behoeften van de verwerkers en zorgen voor het vervoer en de commercialisering. De sector van de bosuitbating omvat alle activiteiten die betrekking hebben tot het oogsten van hout: aankoop van hout op stam, vellen, onttakken, ruw behakken, slepen, vervoeren naar eenheden van de houtverwerking en verhandelen van rondhout. In België telt de sector ongeveer 130 bedrijven, met in totaal ongeveer 600 loontrekkenden en 1800 zelfstandige werkers. Zagen, snijden, schillen, drogen en drenken (PC125.02). In deze vrij complexe sector moet een onderscheid worden gemaakt tussen zagerijen van loofhout (eik, beuk, esdoorn, es, populier... voor in totaal +/- 780.000m³), zagerijen van naaldhout (hoofdzakelijk vuren, grenen, douglas voor in totaal +/- 2.000.000m³), zagerijen van tropisch hout, snijfineerbedrijven, schilfineerbedrijven en ondernemingen die zich toeleggen op het drogen, bewaren en drenken van hout. Hun gemeenschappelijke doelstelling is het beste uit de grondstof (rondhout) te halen en deze zoveel mogelijk toegevoegde waarde te geven door de gebruikers - aannemers, meubelfabrikanten, paletbouwers, groothandelaars… enz. - halfafgewerkte producten aan te bieden die beantwoorden aan hun kwalitatieve en kwantitatieve criteria. Voor kwaliteitsproducten wordt het hout geklasseerd, gedroogd, geschaafd en verpakt volgens de regels van de kunst. De sector telt ongeveer 270 ondernemingen (vooral KMO's) en ongeveer 2350 arbeiders en 700 bedrijfsleiders en kaderleden. De voorbije jaren werden aanzienlijke investeringen gedaan, vooral in de bouw van droogovens, om de kwaliteit van de dienstverlening en de productiviteit te verhogen. De sector van de 1e houtverwerking produceert geen afval: de ondernemingen waarderen het schaalhout immers op als chips voor de fabricage van papierpulp of voor de fabrieken van vezelplaten; de schors wordt gebruikt als compost of dient als brandstof voor de interne droogovens. De sector van de houthandel en houtimport (PC125.03) omvat de activiteiten die betrekking hebben tot de groothandel of de kleinhandel in hout, plaatmateriaal van alle samenstelling en
4
herkomst en afgewerkte producten die deels of volledig in hout zijn, zoals parketten, betimmeringen, binnen- en buitenschrijnwerk. De meerderheid van de ongeveer 340 bedrijven zijn KMO's met werkgelegenheid voor ongeveer 3.600 loontrekkenden, waarvan ongeveer 70% arbeiders zijn. Ongeveer 62% van de houthandelaars zijn in Vlaanderen gevestigd. De houthandelaars bieden verschillende diensten aan voor particulieren en professionelen. De houthandelaars spelen een belangrijke rol in het houtverwerkingsproces. Ze staan zelf in voor het "verbruiksklaar" maken van een deel van het hout: verduurzaming (52% van bedrijven), natuurlijke of kunstmatige droging (20%), schaven of profileren van gezaagd hout (67%), verzagen van plaatmateriaal en ook de levering.
2e houtverwerking Deze omvat de productie van halffabricaten (plaatmaterialen) en afgewerkte producten zoals meubelen, bouwelementen, verpakkingen… (PC126). In de meubelindustrie vormt hout de belangrijkste, maar niet de enige grondstof. Tal van andere materialen worden er verwerkt, zoals textiel, leder, metaal, glas, lakken en vernissen. Binnen de 2e houtverwerking is er een belangrijke toelevering van de deelsector plaatmaterialen aan de meubelindustrie. Een deel van de productie van gezaagd hout en plaatmateriaal wordt afgenomen door de andere geledingen van de bedrijfskolom hout, de bouw, de houthandel en de doe-het-zelfsector. Houten bouwelementen worden voornamelijk toegeleverd aan de bouwsector en in mindere mate aan de doe-het-zelfsector. De transportsector en verschillende andere sectoren zijn afnemers van houten verpakkingen, zoals kisten en laadborden. Meubelen worden verkocht via de gespecialiseerde meubelhandel (grootdistributie of kleinhandel). Voor de andere afgewerkte producten (kaders en staaflijsten, borstels en penselen…), kan de consument eveneens terecht bij de groot-, kleinhandel of speciaalzaak. De hout- en meubelindustrie (PC126), die het grootste deel van deze bedrijfskolom hout vormt, stelt in Vlaanderen +/-15.500 arbeiders tewerk in een 2.000-tal bedrijven. Ten opzichte van 2009 is het aantal loontrekkenden met +/- 4% gedaald. De bedienden van deze ondernemingen worden ondergebracht in het ANPCB 218.
Sectorfoto: enkele kerncijfers De houtsectoren zijn een mannelijke arbeiderssector: bijna 9 op de 10 loontrekkende werknemers is man. Bijna 87% van de arbeiders in de houtsectoren is actief in een voltijds arbeidsregime, tegenover 65% gemiddeld in Vlaanderen. 50-plussers zijn goed vertegenwoordigd in de houtsectoren: 26% van arbeiders in loondienst is ouder dan 50 jaar, tegenover 23% gemiddeld in Vlaanderen. Meer dan de helft van de loontrekkende jobs (65%) is te vinden in kleine bedrijven met minder dan 50 jobs, tegenover 44% gemiddeld in Vlaanderen. In 2010 ontving VDAB 1.520 vacatures uit de houtsectoren, voornamelijk voor laag- en middengeschoold personeel met enige ervaring. Vacatures uit de houtsectoren raken relatief moeilijk ingevuld. Zo zijn ongeveer alle houtberoepen gecatalogeerd als knelpuntberoepen, zowel kwalitatief als kwantitatief.
5
Lijst Knelpuntberoepen VDAB 2010 Schrijnwerker en meubelmaker: 2.557 ontvangen vacatures Schrijnwerker - timmerman: buitenschrijnwerk Standen- en decorbouwer Schrijnwerker - timmerman: interieurbouw Schrijnwerker - timmerman: daktimmer Trappenmaker Parketvloerlegger Schrijnwerker - aluminium Schrijnwerker - kunststoffen Meubelmaker – interieur Andere knelpuntberoepen, die men ook terugvindt in de houtsectoren Technicus hout Heftruckbestuurder Magazijnmedewerker Onderhoudselektricien … Het personeelsverloop is laag in de houtsectoren. Als we de sectorale jobmobiliteit bekijken, zien we dat in 2007 er minder arbeiders zijn bijgekomen (13%), dan er zijn uitgestroomd (15%) (tegenover resp. 17% en 16% gemiddeld in Vlaanderen). Bovendien blijkt er een lage interregionale mobiliteit te zijn: er zijn relatief weinig arbeiders uit Brussel en Wallonië aan de slag in onze Vlaamse houtbedrijven. Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen wij graag naar de volledige sectorfoto van het Dept. WSE.
De houtsectoren werken vanuit de volgende sectorale visie aan de uitvoering van de prioriteiten en acties van dit sectorconvenant.
6
VISIE Gebaseerd op onder meer: Beleidsnota onderwijs 2009-2014 Beleidsnota werk 2009-2014 Beleidsbrief werk (26/10/2011) Beleidsbrief onderwijs (25/10/2011) Decreet op de sectorconvenants (23/03/2009) Loopbaanakkoord (17/02/2012) Witboek ‘nieuw industrieel beleid’ (27/05/2011) & R.I.T.H.M. - Relance Initiatief voor de Textiel-, Hout- en Meubelindustrie (24/06/2010) VIA Vlaanderen in Actie & Pact 2020 Vlaams hervormingsprogramma EU 2020 Strategisch Actieplan STEM - Science, Technology, Engineering en Mathematics (8/02/2012) Deze visie werd overlegd met de sectorale sociale partners via de paritaire stuurgroep op 30/03/2012 en bekrachtigd in de Raad van Bestuur van het OpleidingsCentrum Hout op 17/04/2012.
Instroom De houtsectoren blijven kampen met een paradox op de arbeidsmarkt: enerzijds moeten bedrijven werknemers ontslaan, anderzijds wordt een groot aantal vacatures niet of traag ingevuld. Dit betekent dat er, ondanks de vele (sectorale) inspanningen van de laatste jaren, nog steeds werk aan de winkel is met betrekking tot de kwaliteit van de instroom! Zo werden in het kader van het decreet Leren en Werken al heel wat stappen in de goede richting gezet om de opleidingsprogramma’s in de deeltijdse leerstelsels (ILW, leertijd) af te stemmen op de bedrijfsrealiteit, maar ook de andere onderwijsvormen moeten beter beantwoorden aan de gestelde eisen en nieuwe opleidingsinitiatieven dienen verder ondersteund te worden. Ook de ondernemingen zullen hun instroomeisen moeten aanpassen aan de verander(en)de arbeidsmarkt. Of er zijn andere aanwijsbare oorzaken voor de vastgestelde “mismatch”. In elk geval dient de kwaliteit van de “instromers” verbeterd te worden. En ook de kwantiteit dient verhoogd te worden om de kwaliteit te kunnen verbeteren (positieve studiekeuze). Er zijn op dit vlak dus twee grote uitdagingen, waar wij, in het kader van dit sectorconvenant, onze acties aan willen ophangen: verhogen van instroom in het houtonderwijs (studiekeuze) verhogen van instroom in de houtsectoren (beroepskeuze) De houtsectoren wensen een grotere bekendheid na te streven bij de scholen en bij alle personen en instanties die de school- en beroepskeuze van jongeren begeleiden. Onbekend is nog al te dikwijls onbemind. Opdat meer mensen (leerlingen, cursisten, werkzoekenden, werkenden…) de positieve keuze zouden maken om te willen werken in onze houtsectoren, willen wij werk maken van de invoering van nieuwe en aangepaste leerprogramma’s en een verdere afstemming van de bestaande leerprogramma’s op de noden van de houtsectoren. Hiervoor zullen ook de competenties van de leerkrachten en van de leerlingen versterkt dienen te worden. De houtsectoren blijven sterk evolueren. Bedrijven worden steeds technologischer en het machinepark steeds meer computergestuurd en geautomatiseerd. Leerkrachten en instructeurs zijn dikwijls al verschillende jaren onttrokken van de werkvloer, wat een zekere
7
achterstand op deze evoluties met zich meebrengt. Voor de houtsectoren is het dan ook van groot belang deze evoluties aan leerkrachten en instructeurs over te brengen, zodat zij op hun beurt de leerlingen en cursisten van morgen optimaal voorbereiden op deze technologische en alsmaar sneller evoluerende arbeidsmarkt. Anderzijds beschikt onderwijs over heel wat leerkrachten die naast pedagogische competenties ook heel wat sectorspecifieke technische competenties bezitten en hiermee ook voor de bedrijfswereld een meerwaarde kunnen betekenen. De houtsectoren willen hierbij, in overleg met alle betrokken onderwijspartners, een voorname rol opnemen. Om aan de gestelde nood van instroom te werken, dienen ook de kansengroepen beter voorbereid en toegeleid te worden tot de opleidingen voor een beroep in de houtsectoren. Zowel het maken van een beroepskeuze als de toeleiding van werkzoekenden dient meer en beter ondersteund worden. Hoger houtonderwijs moet nog meer gepromoot worden om de huidige en toekomstige noden aan technisch hoger geschoolden binnen de houtsectoren te kunnen opvangen. Ondernemingen zullen worden gestimuleerd en begeleid bij het organiseren van stages en werkplekleren en bij het opzetten van werkleerplekken in het bedrijf. Dit zal niet alleen de instroom vanuit onderwijs en beroepsopleidingen verbeteren, maar ook kansen geven aan oudere werknemers om zo een mentorrol op te nemen. En ook de huidige werknemers kunnen hier mee de vruchten van plukken. Bijkomende beroepscompetentieprofielen en beroepskwalificaties, zowel voor de eerste als voor de tweede houtverwerking, moeten worden opgesteld. Leerplannen en leerprogramma’s dienen hierop aangepast, zodat wie afstudeert sneller een job vindt in een aansluitende functie. De instroom vanuit werk naar werk of vanuit werkloosheid naar werk dient nog verder verbeterd te worden. Bijvoorbeeld door ontslagen werknemers of werknemers die bedreigd zijn met ontslag nog beter en sneller te begeleiden bij het vinden van en het bijscholen naar een nieuwe job, bij voorkeur in de houtsectoren. Zo zouden de wachttijden voor opleiding voor deze doelgroepen gevoelig ingekort moeten worden, maar ook de intersectorale mobiliteit kan verbeterd worden. De houtsectoren willen hier tijdens de komende jaren werk van maken en vragen hierbij de ondersteuning van de Vlaamse overheid. De houtsectoren zijn ervan overtuigd dat dit enkel kan gerealiseerd worden door samenwerking met alle actoren van het werk-, onderwijs- en opleidingsveld. Evenredige arbeidsdeelname en diversiteit Uit de cijfers blijkt dat bepaalde kansengroepen in vele sectoren ondervertegenwoordigd zijn. In onze houtsectoren gaat het dan meestal over allochtonen, mensen met een (arbeids)handicap en vrouwen. Het wordt alsmaar belangrijker dat werkgevers ook deze groep potentiële arbeidskrachten, die nu nog on(der)benut is, voldoende aanspreekt. Sensibilisering rond diversiteit is daarin een eerste, maar zeer belangrijke stap. Alle acties rond instroom zijn erop gericht ook medewerkers van allochtone herkomst, arbeidsgehandicapten en vrouwen aan te trekken om jobs op te nemen in de houtsectoren.
Doorstroom (competentiebeleid & leven lang leren) De houtsectoren willen er, via het OpleidingsCentrum Hout (OCH), mee toe bijdragen dat de ondernemingen voldoende competent personeel hebben en/of vinden om competitief te blijven én dat de werknemers uit de sector voldoende competent zijn en blijven om hun kansen op de arbeidsmarkt intact te houden. De houtsectoren zijn er van overtuigd dat bedrijven er alle belang bij hebben dat hun medewerkers voldoende geschoold zijn, en hun
8
kennis blijven bijschaven, want alleen op deze manier blijven ze competitief en kunnen ze hun medewerkers breed en flexibel inzetten. Ook werknemers hebben, naast de persoonlijke ontwikkeling en voldoening die leren biedt, belang bij dit levenslange leerproces, want enkel zo behouden zij hun tewerkstellingskansen op de arbeidsmarkt. De houtsectoren willen daarom nog meer inzetten op competentiemanagement. Het OpleidingsCentrum Hout heeft de opdracht de ondernemingen te begeleiden naar een performant en strategisch competentiebeleid. OCH heeft daartoe een leidraad opgesteld om competenties in kaart te brengen, knelpunten bloot te leggen en te werken aan het zoeken van een oplossing hiervoor en ondersteunt hierbij actief de bedrijven. Om in te spelen op veranderingen moet een werkgever er dus voor zorgen dat er binnen de onderneming steeds de juiste competenties aanwezig zijn. Dit betekent niet alleen zorgen dat de juiste mensen instromen, maar ook dat de huidige werknemers de mogelijkheden krijgen om hun competenties te ontwikkelen en om op basis van deze competenties door te stromen naar andere functies. Hiervoor dient werk te worden gemaakt van de begeleiding van werknemers door het opstellen van een "competentieCV". Het uitreiken van een "opleidingsCV" is een eerste stap, maar ook het behalen van een "ervaringsbewijs" behoort tot de uitdagingen. Immers, in economisch mindere tijden kunnen werknemers hun tewerkstelbaarheid het beste aantonen met dergelijke tools. Hier is ook een belangrijke rol weggelegd voor de werknemer zelf om hiertoe initiatieven te nemen en na te denken hoe hij/zij de eigen loopbaan kan opbouwen. De houtsectoren tekenen bovendien voor competentieversterking van werknemers gedurende de volledige loopbaan. Gelet op de toenemende vergrijzing en gelet op het feit dat oudere werknemers langer aan de slag zullen blijven, moet er nog meer werk worden gemaakt van "werkbaar werk". Daarom zal het sectorale aanbod aan performante en arbeidsmarktgerichte opleidingen upto-date gehouden worden, uitgebreid en voortdurend aangepast worden aan de vraag, en in een eenvoudig hanteerbare tool worden aangeboden. Ook de veiligheids- en milieuopleidingen, vooral voor sectorintreders, moeten meer aandacht krijgen en beter onder de aandacht van de ondernemingen gebracht worden. Het onthaal van nieuwe werknemers vormt hierbij een belangrijke schakel. Evenredige arbeidsdeelname en diversiteit Gelet op het feit dat de houtsectoren zelf al behoorlijk "vergrijsd" zijn, vinden de sectorale sociale partners het niet aangewezen om speciale acties te ontwikkelen om nog meer oudere werknemers aan te trekken, daar in de huidige instroomacties in samenwerking met VDAB de oudere werknemers reeds mee opgenomen zijn. Anderzijds zijn speciale acties wel aangewezen om de werkbaarheid (van alle werknemers) en de werkzaamheid van de oudere werknemers te verbeteren, onder meer door het introduceren en promoten van loopbaandenken en levenslang en levensbreed leren bij de werknemers en employability en het scheppen van een positief leerklimaat bij de werkgevers.
Uitstroom De houtsectoren krimpen, uitstroom kan bijgevolg niet worden vermeden. Oudere werknemers moeten worden aangezet om bij te scholen, om langer aan het werk te blijven en om hun opvolgers in te werken en voor te bereiden op het overnemen van de taken. Ook werkgevers moeten gestimuleerd worden om ook de oudere werknemers voldoende opleidingskansen te geven. Werken aan "werkbaar werk" en “kwaliteit van de arbeid” worden aandachtspunten. Het OpleidingsCentrum Hout zal hierbij benadrukken dat naast ergonomische maatregelen ter bevordering van de arbeidsmogelijkheden van werknemers, het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden ook mogelijk is op het vlak van de arbeidsorganisatie, de werktijd, van functieaanpassing of –wijziging, het overstappen van nacht- naar dagwerk, het inzetten van oudere werknemers als bedrijfsinstructeur…
9
Hierbij kan o.m. gedacht worden aan het opzetten van een structureel kennisretentiebeleid waarbij oudere werknemers een voorname rol opnemen. KMO prioriteiten Aangezien de houtsectoren voor 94% bestaan uit ondernemingen met minder dan 50 werknemers (65% van de werknemers), zijn alle sectorale acties er op gericht zoveel mogelijk dit HR-werk, met betrekking tot hoger vermelde themata, uit handen te nemen van de onderneming en zoveel mogelijk begeleiding op maat te bieden via persoonlijke contacten. Dat maakt de werking van het OpleidingsCentrum Hout zeer arbeidsintensief.
Vanuit de geschetste sectorale visie en vanuit de sectorspecifieke uitdagingen waar de houtsectoren op korte en langere termijn voor staan, maken de houtsectoren werk van het aanpakken van de volgende prioriteiten: o
Prioriteit 1: Nieuwe partnerschappen afsluiten en bestaande versterken
o
Prioriteit 2: Onderwijs verder afstemmen op de evoluties in de houtsectoren en samenwerking tussen onderwijs en de houtbedrijven stimuleren
o
Prioriteit 3: Inzetten op een betere studie- en beroepskeuze
o
Prioriteit 4: Competenties van leerkrachten en leerlingen erkennen en versterken
o
Prioriteit 5: Werkplekleren stimuleren en ondersteunen
o
Prioriteit 6: Competent & Mijn Loopbaan als standaard en uitwerken van BeroepsKwalificatieDossiers
o
Prioriteit 7: Knelpuntberoepen in de houtsectoren aanpakken
o
Prioriteit 8: Competenties van werkenden versterken
o
Prioriteit 9: Inzetten op duurzaam HR-beleid waarbij aandacht is voor talent en diversiteit
o
Prioriteit 10: Verder verhogen van de kwaliteit van outplacement en verbeteren van de succesfactor
o
Prioriteit 11: Een diversiteitsbeleid stimuleren en ondersteunen
10
PRIORITEIT 1 Nieuwe partnerschappen afsluiten en bestaande versterken Motivatie De houtsectoren realiseren zich het belang van brede partnerschappen. Deze vorm van samenwerking zorgt voor betere relaties, werkt kostenbesparend, leidt tot innovatie en verhoogt de slagkracht. Verschillende initiatieven werden hieromtrent al genomen, maar de houtsectoren wensen de bestaande partnerschappen nog verder te versterken en nieuwe partnerschappen af te sluiten. De gemeenschappelijke belangen en gelijk(w)aardige initiatieven van verschillende actoren (onderwijs, VDAB, Syntra, sectoren…) zijn hiervoor de aanleiding. Samenwerking zorgt voor een toename van de kwaliteit en is een win-win voor alle betrokken actoren.
Acties De houtsectoren engageren zich om de volgende concrete acties op te zetten: Actie 1: Partnerschap onderwijs (onderwijsconvenant) Omschrijving De houtsectoren zullen in een eerste fase nagaan of de bundeling van de onderwijsspecifieke acties uit het sectorconvenant in een onderwijsconvenant een meerwaarde bieden voor de bestaande samenwerking tussen de houtsectoren en het onderwijsveld. Dan pas kan initiatief genomen worden om, in overleg met alle betrokken partijen, een formeel onderwijsconvenant op te maken. Timing • •
1e trimester 2013: evaluatie meerwaarde, Voorjaar 2013: afsluiten onderwijsconvenant voor schooljaar 2013 - 2014 (enkel mogelijk indien evaluatie positief werd geëvalueerd).
Betrokken partners: GO, VVKSO, POV, OVSG, Syntra, Kabinet en Ministerie van Onderwijs, sociale partners van de houtsectoren, OCH. Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Het OpleidingsCentrum Hout engageert zich om een dialoog op gang te brengen via de sectorale “werkgroep onderwijs”, om een de(r)gelijke samenwerkingovereenkomst af te sluiten tussen de onderwijspartners en de houtsectoren (onderwijsconvenant), zodat de samenwerking tussen de deelnemende partners verder versterkt wordt.
11
Volgende acties uit dit sectorconvenant kunnen eventueel als input dienen voor dit partnerschap: • Prioriteit 2, actie 1: Hervorming secundair onderwijs • Prioriteit 2, actie 4: Uitbouwen contacten houtonderwijs en inzetten op meer en betere samenwerking en overleg met de onderwijsnetten • Prioriteit 3, actie 1: Studiekeuze – instroom in houtonderwijs • Prioriteit 3, actie 2: Beroepskeuze – instroom in de houtsectoren • Prioriteit 4, actie 1: Competenties erkennen van onderwijs • Prioriteit 4, actie 2: Competenties versterken van onderwijs • Prioriteit 5, actie 1: Informeren en werven van erkende leerwerkbedrijven • Prioriteit 5, actie 2: Kwaliteit werkplekleren verbeteren en kwaliteitsvol werkplekleren ondersteunen • Prioriteit 5, actie 3: Alle (hout)opleidingen in het stelsel van Leren en Werken verder ondersteunen en optimaliseren Actie 2: Partnerschap Syntra Vlaanderen (leertijd) Omschrijving Het partnerschap tussen Syntra Vlaanderen en de houtsectoren m.b.t. de Leertijd werd in 2010 vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst tussen de praktijkcommissie van Syntra Vlaanderen en de houtsectoren. Om deze samenwerking uit te voeren is een leertijdcommissie opgericht als adviescommissie voor de praktijkcommissie. Timing: 2 x per jaar (leertijdcommissie) Betrokken partners: Syntra Vlaanderen, houtsectoren, OCH Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren engageren zich om de leertijdcommissie mee op te volgen en de actiepunten, bepaald door deze leertijdcommissie, mee te realiseren, om zo de leertijd kwalitatief en kwantitatief te verbeteren. Volgende acties uit dit convenant hebben betrekking op dit partnerschap: • Prioriteit 3, actie 2: Beroepskeuze – instroom in de houtsectoren • Prioriteit 4, actie 2: Competenties versterken van onderwijs • Prioriteit 5, actie 1: Informeren en werven van erkende leerwerkbedrijven • Prioriteit 5, actie 2: Kwaliteit werkplekleren verbeteren en kwaliteitsvol werkplekleren ondersteunen • Prioriteit 5, actie 3: Alle (hout)opleidingen in het stelsel van Leren en Werken verder ondersteunen en optimaliseren • Prioriteit 5, actie 4: Promoten en up to date houden van de stage- en leerwerkplekdatabank
12
Actie 3: Partnerschap VDAB Omschrijving Het partnerschap tussen VDAB en de houtsectoren dient herbekeken te worden zodat bestaande acties beter op elkaar afgestemd, afspraken en samenwerkingsverbanden bestendigd en nieuwe acties uitgewerkt kunnen worden. De samenwerking dient gebaseerd te zijn op een wederzijdse erkenning van elkaars opdracht en autonomie. Verschillende werkingsgebieden (CC en AMB) en themata moeten hierin opgenomen worden, zoals competentieontwikkeling, zowel voor werkzoekenden als voor werknemers en leerkrachten, werkplekleren, sectorale IBO, loopbaandienstverlening, enz…De samenwerking wordt vastgelegd in een bilaterale samenwerkingsovereenkomst en gestuurd vanuit een (technische) stuurgroep, samengesteld uit afgevaardigden van de houtsectoren en VDAB. Timing: minimaal 3 x per jaar Betrokken partners: OCH, VDAB, Houtsectoren Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Deze overeenkomst wil de bestaande samenwerking tussen de houtsectoren en VDAB bestendigen en stroomlijnen met als doel het wederzijds versterken van acties die tevens de tewerkstelling naar de houtsectoren verhogen. De houtsectoren engageren zich om de technische stuurgroep op te volgen en de opdrachten mee uit te voeren. Volgende acties uit dit convenant hebben betrekking op dit partnerschap: • Prioriteit 4, actie 2: Competenties versterken van onderwijs • Prioriteit 6, actie 1: Meewerken aan COMPETENT (SERV) en Mijn Loopbaan (VDAB) • Prioriteit 6, actie 2: Meewerken aan de invulling van de Vlaamse KwalificatieStructuur (VKS) en opstellen BeroepsKwalificatieDossiers • Prioriteit 7, actie 1: Instroom vanuit het houtonderwijs en de houtopleidingen voor werkzoekenden • Prioriteit 7, actie 2: Versterken van de instroom van werkzoekenden • Prioriteit 7, actie 5: Matching tussen vraag en aanbod sneller en efficiënter laten verlopen • Prioriteit 8 actie 1: Krachtiger, doelgericht inzetten op opleidingen voor werknemers Actie 4: Intersectoraal partnerschap ‘Task Force PPT’ Omschrijving Vier sectoren hebben in het verleden al het initiatief genomen om voor een aantal acties de krachten te bundelen. Om deze samenwerking te bestendigen en te versterken zal een intersectoraal overlegplatform “task force PPT” worden uitgebouwd, met de betrokkenen (sectorconsulenten) van de vier deelnemende sectoren. Deze werkgroep zal zich in de eerste plaats concentreren op operatorberoepen, maar ook andere thema’s kunnen aan bod komen. Op dit overlegplatform zullen bestaande sectorale acties afgestemd worden tussen de deelnemende sectoren, nieuwe acties worden bepaald, georganiseerd, opgevolgd en indien nodig bijgestuurd. Vanuit de task force kunnen gezamenlijke standpunten worden besproken voor sectoroverschrijdende thema’s. Timing: minimaal 2 overlegmomenten per jaar Betrokken partners: “Task force PPT’: voeding-, hout-, textiel- en chemiesector
13
Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De sectorconsulenten van de betrokken sectoren nemen actief deel aan de “task force PPT”. Door de krachten te bundelen kan de workload verdeeld worden, kunnen acties geoptimaliseerd worden, kan gezamenlijk gedissemineerd worden, terwijl tegelijkertijd de intersectorale mobiliteit en overdraagbaarheid van competenties bevorderd wordt. Volgende acties uit dit convenant hebben betrekking op dit intersectoraal partnerschap: • Prioriteit 2, actie 2: Se-n-se opleiding “productie- en procestechnologie” • Prioriteit 3, actie 1: Promotie operatorberoepen • Prioriteit 5, actie 5: Actief participeren in en promoten van het ESF-project van DBO “WERK PRO-OPER” • Prioriteit 11, actie 5: opleiding “Diversiteit op de werkvloer” Actie 5: Partnerschap Technisch Centrum de HoutNijverheid (TCHN) Omschrijving De technische en wetenschappelijke opdracht en kennis van het Technisch Centrum der HoutNijverheid sluiten nauw aan bij de doelstellingen van de houtsectoren binnen dit convenant. Op geregelde tijdstippen zal overlegd worden over thema’s zoals veiligheid, duurzaam bouwen, lopende onderzoeken… Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: TCHN, OCH, houtsectoren Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren en het TCHN zullen nagaan waar en bij welke thema’s, projecten… raakpunten zijn. Indien relevant, zal een samenwerking opgezet worden en/of acties worden ondernomen om de bedrijven uit de houtsectoren en het onderwijs te ondersteunen, op te leiden of te informeren. Ook andere acties in samenwerking met het TCHN kunnen in dit partnerschap mee opgenomen worden. Volgende acties uit dit convenant hebben betrekking op dit partnerschap: • Prioriteit 4, actie 3: Initiëren en ondersteunen van RTC projecten die bijdragen tot de competentieversterking van leerlingen en leerkrachten
14
PRIORITEIT 2 Onderwijs verder afstemmen op de evoluties in de houtsectoren en samenwerking tussen onderwijs en de houtbedrijven stimuleren Motivatie Onderwijs is nog steeds het voornaamste instroomkanaal voor de houtsectoren. De optimale afstemming van het onderwijs op de snel evoluerende arbeidsmarkt is dan ook van het allergrootste belang. Met de op stapel staande hervorming van het secundair onderwijs engageren de houtsectoren zich om deze mee vorm te geven en de leerprogramma’s beter af te stemmen op de houtsectoren, ontbrekende leerprogramma’s en -trajecten op te stellen, in te voeren en te ondersteunen. Om deze prioriteit te doen slagen, zijn de houtsectoren ervan overtuigd dat goede afspraken en intensieve samenwerking met alle actoren uit het onderwijsveld noodzakelijk zijn.
Acties De houtsectoren engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten:
Actie 1: Hervorming secundair onderwijs Omschrijving Opvolgen van de evoluties m.b.t. de hervorming van het secundair onderwijs. Competentiegericht leren en werkplekleren zullen hiervan een essentieel onderdeel uitmaken. De houtsectoren zullen de haalbaarheid van de vernieuwing in het oog houden en de nodige inspanningen leveren om bedrijven te informeren, te sensibiliseren en te stimuleren. Timing: afhankelijk van de evolutie van de hervorming secundair onderwijs Betrokken partners: houtsectoren, OCH, Kabinet onderwijs… Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren zullen de haalbaarheid van de voorstellen voor het vernieuwd secundair onderwijs nagaan en eventuele opmerkingen/aanvullingen communiceren met de betrokken instanties om zo bij te dragen tot een realistisch vernieuwd onderwijslandschap. De houtsectoren zullen ook de nodige acties ondernemen om het welslagen van het vernieuwd secundair onderwijs mee te helpen bewerkstelligen.
15
Actie 2: Se-n-se (via “task force PPT”)
opleiding
“Productie-
en
ProcesTechnologie
(PPT)”
Omschrijving Intersectorale samenwerking heeft er toe geleid dat de se-n-se opleiding “Productie- en ProcesTechnolgie” in het onderwijs wordt ingericht. De vier sectoren uit de “task force PPT” blijven hun volle medewerking verlenen aan het opstarten van deze studierichting. Als arbeidsmarktactor wensen wij vooral deze brede operatoropleiding te ondersteunen. Tal van bedrijven zijn reeds geconsulteerd, bezocht en bevraagd naar evoluerende functie-inhouden en toekomstperspectieven. De meewerkende sectoren blijven de verdere uitbouw en implementatie van deze unieke studierichting in Vlaanderen ondersteunen. Timing: 2013 – 2014 Betrokken partners: “Task force PPT” (voeding-, hout-, textiel- en chemiesectoren), onderwijspartners… Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Industriële sectoren hebben alle belang bij het slagen van deze opleiding. Via de task force ‘PPT’ zullen inspanningen geleverd worden om de opleiding bij de opstart te promoten en kwaliteitsvol werkplekleren te stimuleren. De sectoren zijn bereid te participeren in begeleidende stuurgroepen die in de school/scholengroep/scholengemeenschap de implementatie begeleiden. Tevens zullen, indien nodig beroepsgerichte opleidingen/bedrijfstages worden georganiseerd voor de leerkrachten die binnen deze studierichting actief zijn. Kwantitatieve streefcijfers: in 2013 in twee scholen de studierichting opstarten, met een jaarlijkse stijging van 10% van het aantal leerlingen in deze studierichting (PPT) Actie 3: Samenwerken met RTC om nieuwe technologieën te introduceren in het houtonderwijs Omschrijving De houtsectoren engageren zich tot samenwerking met de RTC’s in Vlaanderen om nieuwe technologieën te introduceren in het onderwijs. Zo zullen de overlegmomenten en technische werkgroepen “hout” van de verschillende RTC’s actief opgevolgd worden. Timing: werkjaar 2013 en 2014 Betrokken partners: RTC’s, OCH, houtsectoren Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Op een efficiënte en structurele manier nieuwe technologieën ingang laten vinden in het onderwijs. De houtsectoren zullen hiervoor, op verzoek van de RTC’s, deelnemen aan de werkgroepen “hout”. Hierbij kunnen de houtsectoren een adviserende rol spelen betreffende de beoordeling van nieuwe projecten voor het studiegebied “hout” en zullen wij streven naar meer samenwerking tussen partners uit het bedrijfsleven en het opleidings- en onderwijslandschap.
16
Actie 4: Uitbouwen contacten houtonderwijs en inzetten op meer en betere samenwerking en overleg met de onderwijsnetten Omschrijving Door het uitbouwen van een netwerk met alle onderwijsactoren geïnformeerd blijven over wat gebeurt op het werkveld om snel te kunnen inspelen op knelpunten, om te kunnen meedenken aan en het ontwikkelen van acties op korte, middellange en lange termijn. Tijdens netwerkmomenten zoals schoolbezoeken en vooral buitenschoolse activiteiten (bedrijfsbezoeken, nascholingen, overlegplatformen…) wordt geluisterd naar de actoren uit het onderwijsveld en worden instrumenten zoals de website, CV-databank, de eigen stageen leerwerkplekdatabank… gepromoot. Daarnaast zullen de houtsectoren semestrieel overlegmomenten organiseren (sectorale “werkgroep onderwijs”) met de verantwoordelijken van de verschillende onderwijskoepels en -netten. Tijdens dit overleg worden sectorale acties met betrekking tot onderwijs (zoals nascholingen en bedrijfsbezoeken voor leerkrachten, didactische ondersteuning, alternerend onderwijs, modulair onderwijs, vakbeurzen…) besproken. Timing: werkjaar 2013 en 2014, sectorale “werkgroep onderwijs”: 2x per schooljaar Betrokken partners: onderwijsinstellingen met studierichting hout of stoffering, studiegebiedverantwoordelijken ‘hout’ voor TSO, BSO, CVO, DBSO, BuSO van de verschillende koepels/netten, Syntra, OCH, houtsectoren Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren engageren zich om de overlegmomenten te organiseren en beogen een optimale afstemming van de acties naar onderwijs i.s.m. met de studiegebiedverantwoordelijken “hout”. Daarnaast willen de houtsectoren ervoor zorgen dat de betrokken onderwijsinstellingen geïnformeerd blijven over de sectoren en sectorale acties. Kwantitatieve streefcijfers: 20 scholen bezoeken per werkjaar, 2 sectorale “werkgroepen onderwijs” per schooljaar.
Voortgangsindicatoren en streefcijfers • • •
•
In 2 scholen de se-n-se opleiding PPT “Productie- en ProcesTechnologie” opstarten en jaarlijks 10% meer leerlingen in deze studierichting Invulling geven aan de beroepskwalificatiedossiers, zodat de opleidingen hout en stoffering hierop worden afgestemd (zie ook prioriteit 6) Hout- en stofferingsopleidingen afstemmen op de sectorale beroepenstructuur en de beroepscompetentieprofielen, invulling geven aan de Vlaamse Kwalificatie Structuur (zie ook prioriteit 6) Deelname OCH aan werkgroepen
Diversiteitscheck De houtsectoren zullen er bij de verschillende acties mee over waken dat er steeds voldoende mogelijkheden voor kansengroepen blijven bestaan, meer in het bijzonder zal extra aandacht worden besteed aan kwetsbare kansengroepen zoals allochtone jongeren en jongeren in het buitengewoon onderwijs. Om dat te realiseren zal vanuit de houtsectoren gestimuleerd worden om ook de vertegenwoordigers van de kansengroepen binnen onderwijs te betrekken bij de werkgroepen.
17
PRIORITEIT 3 Inzetten op een betere studie- en beroepskeuze Motivatie De houtsectoren kampen met een imagoprobleem en de kennis van de sectoren en beroepen bij leerlingen van zowel het basis- als het secundair onderwijs kan beter. Hierbij komt ook dat de houtsectoren sterk “vergrijsd” zijn, waardoor de komende jaren heel wat arbeiders onze bedrijven zullen verlaten onder de vorm van arbeidsduurvermindering of via (brug)pensioen. Om dit nakend tekort aan arbeiders op te vangen, dient nog meer ingezet te worden op de kennis en het imago van de houtsectoren om een positieve studiekeuze en bewuste beroepskeuze van leerlingen, zowel vanuit basisonderwijs als vanuit secundair onderwijs te stimuleren. Hierbij zal ook de nodige aandacht geschonken worden aan werkzoekenden en kansengroepen om instroom in de houtsectoren te promoten.
Acties De houtsectoren engageren zich om de volgende concrete acties met betrekking tot de studie- en beroepskeuze en de promotie van techniek/technologie in het basisonderwijs en het secundair onderwijs op te zetten: Actie 1: Studiekeuze - Instroom in houtonderwijs
Onderwijskiezer ondersteunen en kenbaar maken Omschrijving De houtsectoren erkennen de meerwaarde van een neutraal informatief informatiepunt zoals de website www.onderwijskiezer.be. Het biedt objectieve, onafhankelijke en kwaliteitsvolle informatie over het gehele onderwijslandschap aan leerlingen, ouders, leerkrachten, CLBmedewerkers…De houtsectoren zijn dan ook bereid om mee te werken aan het uitbouwen en verspreiden van de website. Timing: werkjaar: 2013 – 2014 Betrokken partners: OCH, CLB’s, houtsectoren Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De sectorconsulenten van de houtsectoren zullen, indien gewenst hun actieve medewerking verlenen aan de verdere uitbouw door het aanleveren van teksten, foto’s… en het verspreiden van de website binnen het eigen netwerk en tijdens gepaste evenementen. Op de website van het OpleidingsCentrum Hout staat een link naar www.onderwijskiezer.be.
Promoten en verspreiden lessenpakket ‘hout vasthouden’ Omschrijving Lessenpakket dat werd ontwikkeld in 2009 om bij leerlingen van het 5e en 6e leerjaar basisonderwijs de kwaliteit en diversiteit van hout als grondstof kenbaar te maken. De nadruk wordt gelegd op hout als duurzame en hernieuwbare grondstof. De houtsectoren zullen dit lessenpakket verder promoten, verspreiden en waar nodig aanpassen.
18
Timing: werkjaar 2013 en 2014 Betrokken partners: basisscholen, 1e graad sec.ond., OCH, houtsectoren Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren zullen het lessenpakket verder kosteloos verspreiden en promoten via diverse kanalen zoals websites, regionale acties naar de beoogde doelgroep...Bedoeling is de houtsectoren en de bijhorende beroepen beter kenbaar te maken, het imago van de houtsectoren te verbeteren en de leerlingen te sensibiliseren over hout, milieu en ecologie zodat dit kan bijdragen tot een bewuste studiekeuze van de leerlingen. Kwantitatieve streefcijfers: De houtsectoren streven ernaar om tijdens de looptijd van dit convenant 5.000 leerlingen te bereiken in 300 verschillende scholen.
Promotie operator-beroepen (via ‘task force PPT’) Omschrijving Het beroep operator heeft niet meteen een ‘cool’ imago. Terwijl het meestal om een hoogtechnologisch proces gaat in een moderne omgeving. Vanuit de ‘task force PPT’ willen we intersectoraal werken aan het verbeteren van het imago. In een eerste fase zullen de scholen die starten met de se-n-se opleiding productie- en procesoperator ondersteund worden in hun communicatie naar leerlingen en ouders. Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: ’Task force PPT’ (voeding-, hout-, textiel- en chemiesector), onderwijsinstellingen Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Vanuit de ‘task force PPT’ zal promotiemateriaal en een webpagina worden ontwikkeld om de opleiding en de bijhorende operator beroepen beter kenbaar te maken. Actie 2: Beroepskeuze – Instroom in houtsectoren
BuSO onderwijs erkennen als instroomkanaal voor de houtsectoren Omschrijving Het BuSO onderwijs is in de bedrijven uit de houtsectoren te weinig gekend. De houtsectoren willen daarom deze opleidingsvorm als instroomkanaal voor de sectoren promoten door ze positief in het daglicht te zetten. Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: OCH, houtsectoren, BuSO…
19
Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De sectorconsulenten zullen deze waardevolle doelgroep kenbaar maken tijdens de bedrijfsbezoeken. Goede praktijken zullen worden kenbaar gemaakt in de houtsectoren en interessante initiatieven met betrekking tot deze doelgroep geëvalueerd en waar mogelijk ondersteund. Leerlingen maken kennis met verschillende beroepsmogelijkheden binnen de houtsectoren Omschrijving Naast het werkplekleren via de school willen de houtsectoren de leerlingen extra mogelijkheden aanbieden om kennis te maken met de verschillende beroepen uit de houtsectoren. Hiervoor zullen bedrijven gestimuleerd worden om studentenjobs aan te bieden aan leerlingen uit de houtopleidingen. De meerwaarde van deze alternatieve vorm van werkplekleren is dat leerlingen na hun schoolse loopbaan objectiever een keuze kunnen maken in welk beroep ze al dan niet willen tewerkgesteld worden. Er zijn contacten met DBO in het kader van het ESF-project VAK-WERK om de houtsectoren mee(r) te betrekken in dit project. Timing: voorjaar verzamelen studentenjobs, verspreiden via ‘Hout vasthouden mag!’ editie van mei. Betrokken partners: OCH, houtsectoren, bedrijven, DBO Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren zullen via OCH de bedrijven bevragen en de studentenjobs verzamelen. De studentenjobs zullen via het magazine “Hout Vasthouden Mag!” kenbaar gemaakt worden bij de leerlingen. Kwantitatieve streefcijfers: in een eerste fase willen de houtsectoren jaarlijks 50 studentenjobs verspreiden. Ondersteunen scholenwedstrijd ‘Woodaward' Omschrijving Wedstrijd ter promotie van het technisch houtonderwijs voor alle onderwijsinstellingen uit Limburg die houtbewerking aanbieden. De deelnemende scholen ontwerpen en vervaardigen een project in hout dat tijdens de bouw- en innovatiebeurs te Hasselt aan het groot publiek wordt voorgesteld en gejureerd door het publiek en een vakjury. Timing: jaarlijks • september -januari: uitwerken projecten • november: opnames TV Limburg • januari – februari: voorstelling op bouw- en innovatiebeurs + jurering • april: eindevenement • juni: VIP-dag Betrokken partners: scholen met een houtopleiding, Bouwunie, partners uit het bedrijfsleven, houtsectoren en OCH.
20
Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren zullen naast een financiële ondersteuning ook actief deel uitmaken van de stuurgroep een deelnemen aan de jurering tijdens de voorstelling van de werkstukken op de bouw- en innovatiebeurs te Hasselt. Voor één van de laureaatscholen organiseren de houtsectoren een VIP-dag. De houtsectoren willen met dit project ouders en jongeren kennis laten maken met de houtopleidingen en zijn beroepen en hopen hen hiermee extra te stimuleren om hun inspanningen verder te zetten. Kwantitatieve streefcijfers: per jaar wordt gestreefd om 20 scholen te bereiken.
Ontwikkelen en verspreiden van het magazine ‘hout vasthouden mag!’ Omschrijving Bedrijven uit de houtsectoren krijgen het steeds moeilijker om geschoolde arbeiders te rekruteren. Een grote bron van potentiële kandidaten zijn de schoolverlaters. Uit bedrijfsbezoeken blijkt dat er weinig onderlinge contacten zijn met de onderwijsinstellingen. De bedrijven hebben dikwijls ook niet de expertise om deze uit te bouwen. Ook de houtsectoren zijn steeds op zoek naar manieren om leerlingen uit de houtopleidingen te bereiken en zo de sectoren beter kenbaar te maken. De scholen jaarlijks bezoeken is door het grote aantal scholen dat houtopleidingen aanbiedt niet mogelijk. Om een antwoord te bieden op dit probleem wordt een proefproject opgezet om een magazine ‘Hout vasthouden mag!’ te ontwikkelen en te verdelen via de scholen onder de leerlingen uit de 3e graad van de houtopleidingen. Het magazine zal worden opgebouwd uit sector- en schoolgerelateerde projecten en informatie met bijzondere aandacht voor jongeren, diversiteit, groene technologie, sollicitatietips en veiligheid. Timing: september en mei 2013, evaluatie eind 2013, indien positief voortgezet in 2014 Betrokken partners: OCH, onderwijsactoren, bedrijven, houtsectoren Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren zullen in samenwerking met een communicatiebureau het magazine uitwerken en verdelen onder de onderwijsinstellingen (BSO, TSO, BuSO, VDAB, Syntra, L&W). In het najaar van 2013 zal een evaluatie worden georganiseerd om het effect van het magazine na te gaan. De houtsectoren hebben met het magazine de doelstelling om de aansluiting tussen onderwijs en bedrijven te bevorderen door: • leerlingen en leerkrachten te informeren over vernieuwingen in de houtsectoren, • leerlingen in contact te brengen met de bedrijven via stages, industriële leerovereenkomsten…, • bedrijven de kans te bieden contacten en samenwerking uit te bouwen met de onderwijsinstellingen, • instroom in bedrijven te stimuleren. Kwantitatieve streefcijfers: 2 edities per schooljaar; per editie wordt een bereik van 4.000 leerlingen beoogd.
21
Deelname aan brede campagnes/initiatieven en alternatieve beroepenbeurzen Omschrijving Leerlingen, ouders, CLB’s, leerkrachten… dienen geïnformeerd te worden over de mogelijkheden in de houtsectoren. Breed gedragen campagnes en alternatieve beroepsbeurzen bieden het geschikte platform om dat te realiseren. Daarom zal op zoek worden gegaan naar initiatieven om jongeren te informeren over de houtsectoren om zo een betere studie- en beroepskeuze te bewerkstelligen bij jongeren. Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: OCH, houtsectoren… Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren zullen brede campagnes waar de sectoren en beroepen kenbaar gemaakt kunnen worden opsporen, evalueren en indien relevant ondersteunen. Hieromtrent zal o.a. de stand van zaken van het project ‘verruim je horizon’ (VCLB Limburg), dat leerlingen uit de 3e graad TSO en BSO informeert over de arbeidsmarkt, worden opgevolgd. De houtsectoren zullen ook deelnemen aan alternatieve beroepenbeurzen (bvb. beroepenbeurs in het beroepenhuis te Gent) en werkgroepen die bijdragen tot de (her)kenbaarheid en tot een gerichte (voeding-, hout-, textiel- en chemiesector) studie-, en beroepskeuze.
Voortgangsindicatoren en streefcijfers • •
Via de schoolwedstrijd voor de houtopleidingen jaarlijks 20 scholen bereiken. De houtsectoren streven naar minstens een behoud van de instroom van het aantal leerlingen en stijging met 3% van het aantal meisjes in het 1e jaar van de tweede graad secundair ‘hout’ t.o.v. de cijfers van schooljaar 2010-2011: o TSO houttechnieken: mannen 618 – vrouwen 9, o BSO houtbewerking: mannen 1412 – vrouwen 34. Cijfers: statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs 2010-2011 Diversiteitscheck Er zal aandacht besteedt worden aan een goede communicatie naar kansengroepen. In projecten en campagnes zullen de goede praktijken in de eigen sectoren of in andere sectoren als inspiratiebron gebruikt worden en bij de keuze van onderwerpen of beeldmateriaal om de houtsectoren te promoten zal diversiteit centraal staan. Hiervoor zullen specifieke communicatiekanalen zoals het nieuwe magazine “hout vasthouden mag!”, de website, info mail,… worden ingezet.
22
PRIORITEIT 4 Competenties van leerkrachten/instructeurs en leerlingen erkennen en versterken Motivatie De houtsectoren blijven sterk evolueren. Bedrijven worden steeds technologischer en het machinepark steeds meer computergestuurd en geautomatiseerd. Leerkrachten en instructeurs zijn dikwijls al verschillende jaren onttrokken van de werkvloer, wat een zekere achterstand op deze evoluties met zich meebrengt. Voor de houtsectoren is het dan ook van groot belang deze evoluties aan leerkrachten en instructeurs over te brengen, zodat zij op hun beurt de leerlingen en cursisten van morgen optimaal voorbereiden op deze technologische en alsmaar sneller evoluerende arbeidsmarkt. Anderzijds beschikt onderwijs over heel wat leerkrachten die naast pedagogische competenties ook heel wat sectorspecifieke technische competenties bezitten. Het erkennen en optimaal inzetten van deze leerkrachten kan ook voor de bedrijfswereld een meerwaarde betekenen.
Acties De houtsectoren engageren zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit: Actie 1: Competenties erkennen van onderwijs Omschrijving De ervaring heeft geleerd dat heel wat expertise die nodig is om kwaliteitsvolle sectoropleidingen te organiseren binnen onderwijs aanwezig is. De houtsectoren willen deze competenties erkennen en de samenwerking met de school als opleidingsverstrekker voor de werknemers uit de houtsectoren verder optimaliseren en waar mogelijk uitbreiden of opstarten. Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: onderwijsinstellingen, OCH Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Na de positieve evaluatie van reeds georganiseerde opleidingen i.s.m. onderwijsinstellingen, zullen de houtsectoren de bestaande opleidingen i.s.m. onderwijsinstellingen verder organiseren, evalueren en indien nodig bijsturen. Daarnaast worden nieuwe opportuniteiten tot samenwerking opgespoord en onderzocht. De houtsectoren willen hiermee het aanbod aan kwaliteitsvolle opleidingen uitbreiden en optimaliseren. Kwantitatieve streefcijfers: jaarlijks 10% van de werknemersopleidingen laten uitvoeren door onderwijsinstellingen.
23
Actie 2: Competenties versterken van onderwijs Aanbieden van bijscholingen, stages en bedrijfsbezoeken voor leerkrachten en instructeurs uit de hout- en stoffeeropleidingen Omschrijving • •
• • •
Bijscholingprogramma’s organiseren over nieuwe technieken, specifiek voor de doelgroep leerkrachten en instructeurs uit de hout- en stoffeeropleidingen. Bedrijfsbezoeken organiseren voor leerkrachten en instructeurs uit de hout- en stoffeeropleidingen, waarbij een realistisch beeld van de houtsectoren wordt voorgesteld. Leerkrachten en instructeurs uit de hout- en stoffeeropleiding kunnen deelnemen aan het opleidingsaanbod van de houtsectoren voor werknemers. Stages voor leerkrachten stimuleren en promoten via de stagedatabank voor leerkrachten. ‘Hout Vasthouden linkenpagina’ up-to-date houden en verder uitbreiden.
Timing: werkjaar 2013 en 2014 Betrokken partners: leerkrachten en instructeurs uit het houtonderwijs, Syntra, VDAB, RTC’s, externe opleidingspartners, houtsectoren en OCH. Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Leerkrachten en instructeurs uit de hout- en stoffeeropleiding de mogelijkheid bieden zich bij te scholen, een realistische visie van de houtsectoren te ontwikkelen en mee te evolueren met de nieuwste evoluties binnen de houtsectoren, zodat zij hun ervaringen door kunnen geven aan leerlingen en cursisten. De houtsectoren zullen de bijscholingen en bedrijfsbezoeken organiseren en de stagedatabank voor leerkrachten verder promoten. Na een bevraging bij de leerkrachten zal het opleidingaanbod voor werknemers verder opengesteld worden voor leerkrachten. Kwantitatieve streefcijfers • •
2 nascholingsthema’s en 2 bedrijfsbezoeken (minimum 1 over meubelstofferen) per schooljaar. Er wordt gestreefd hiermee jaarlijks 80 leerkrachten te bereiken. 20 leerkrachten aan een opleiding uit het sectoraal opleidingsaanbod voor werknemers laten deelnemen.
Actie 3: Initiëren en ondersteunen van RTC competentieversterking van leerlingen en leerkrachten
projecten.
Bijdragen
tot
Omschrijving Voor (commerciële) bedrijven is het niet altijd duidelijk op welke manier een samenwerking kan opgestart worden met de regionale technologische centra. De houtsectoren willen hen ondersteunen om op een efficiënte en structurele manier nieuwe technologieën die kunnen bijdragen aan een beter imago van en het toeleiden naar de houtsectoren, ingang te laten vinden in het onderwijs. Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: RTC’s in Vlaanderen, OCH, houtsectoren
24
Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren engageren zich om partners die sectorgerelateerde projecten willen introduceren via de RTC’s te ondersteunen bij het ontwikkelen en introduceren van hun project. De houtsectoren streven hiermee naar meer samenwerking tussen partners uit het bedrijfsleven en het onderwijs en een uitstroom van up-to-date opgeleide leerlingen uit de houtopleidingen. Actie 4: Tewerkstellingskansen verhogen Competenties versterken van leerlingen (schoolverlaters), cursisten en werkzoekenden m.b.t. solliciteren. Zo de gekwalificeerde uitstroom uit onderwijs en opleiding en de instroom in de houtsectoren bevorderen Omschrijving Solliciteren is dikwijls een knelpunt in de overstap van een opleiding naar de arbeidsmarkt. Via proefondervindelijke initiatieven worden deze competenties gestimuleerd. Jobexpo’s: worden hoofdzakelijk in West-Vlaanderen georganiseerd. Iedere beurs wordt voorafgegaan door een sollicitatietraining in de school. Het doel is om de leerlingen 6e en/of 7e jaar op een interactieve en originele wijze kennis te laten maken met hoe het er tijdens een sollicitatiegesprek aan toe gaat. De effectieve sollicitatiebeurs wordt een tweetal weken later georganiseerd. Op de dag van de beurs zelf, kunnen de leerlingen hun sollicitatie skills bijschaven bij de aanwezige bedrijven. Deze namiddagsessie heeft louter een pedagogische bedoeling. Na afloop van de sollicitatiebeurs kunnen de leerlingen die dit wensen opnieuw bij bedrijven langsgaan waar ze dan wel kunnen solliciteren voor een studentenjob of stageplaats. Ook kunnen er contacten gelegd worden in het kader van toekomstige eindwerken. Nagaan of het principe van sollicitatietraining kan worden gedissemineerd naar andere regio’s/projecten. Bij voorkeur worden de projecten neutraal en intersectoraal georganiseerd. Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: OCH, Auxillios, scholen, VDAB, RTC, houtsectoren, evt. collega’s sectoren Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De sectorconsulenten zullen actief deelnemen aan de Jobexpo’s (gem. 8 scholen). De houtsectoren willen hiermee leerlingen de kans bieden om op een laagdrempelige manier te leren solliciteren en bedrijven en technisch geschoolde leerlingen met elkaar in contact brengen. De sectorconsulenten zullen nagaan of disseminatie naar andere regio’s haalbaar is en er een proefproject kan worden georganiseerd. De houtsectoren zien deze projecten als een opportuniteit om een grote groep leerlingen te laten kennis maken met de mogelijkheden binnen de sectoren en de instroom in de houtsectoren te vergroten. Het project draagt ook bij tot een bewuste en positieve beroepskeuze.
25
Voortgangsindicatoren en streefcijfers • •
Jaarlijks 10% van de werknemersopleidingen laten uitvoeren door onderwijsinstellingen. De houtsectoren streven ernaar om elk jaar 100 leerkrachten te bereiken bij een naof bijscholingsactiviteit.
Diversiteitscheck Diversiteit loopt als rode draad door deze prioriteit. Bij het uitwerken, ondersteunen en beoordelen van projecten (vb. RTC-projecten) wordt de toegankelijkheid voor leerlingen uit kansengroepen als één van de criteria gehanteerd.
26
PRIORITEIT 5 Werkplekleren stimuleren en ondersteunen (ongekwalificeerde uitstroom uit onderwijs en opleiding tegengaan) Motivatie Het werkplekleren, maar ook andere vormen van leren op de werkvloer dienen een essentieel onderdeel uit te maken van een modern nijverheidsonderwijs. Dat vraagt echter ook (bijkomende) inspanningen van de ondernemingen uit de houtsectoren. Daarnaast moeten de KMO’s, die een groot deel van de houtsectoren vertegenwoordigen, nog overtuigd worden van de mogelijkheden van werkplekleren. Het snel opvolgen van en anticiperen op de evoluties bij de hervorming van het secundair onderwijs is noodzakelijk om voldoende kwalitatieve werkleerplekken te kunnen aanbieden. Daarnaast beschikken onderwijsinstellingen niet altijd over de gepaste infrastructuur om leerlingen bepaalde competenties eigen te maken. De schoolse omgeving geeft ook niet altijd een correct beeld van hoe het eraan toe gaat op de werkvloer. De leerlingen uit het nijverheidsonderwijs zijn onze werknemers van morgen en moeten daarom voldoende kansen krijgen om tijdens de schoolloopbaan werkervaring op te doen en kennis te maken met de realiteit van de werkvloer. Stages en werkplekleren en opleidingen in het stelsel van Leren en Werken zijn hiervoor bij uitstek de geschikte instrumenten.
Acties De houtsectoren engageren zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit. Actie 1: Informeren en werven van (kwantitatief voldoende werkervaringsplaatsen)
erkende
leerwerkbedrijven
Omschrijving Ondersteunen van het afwisselend leren en werken en het realiseren van meer kwaliteitsvolle werkervaringsplaatsen, bij voorkeur binnen de krachtlijnen die door het paritair leercomité worden opgesteld en in samenspraak met de trajectbegeleiders van de centra deeltijds onderwijs en/of de leertrajectbegeleiders van Syntra Vlaanderen. Om nieuwe leerwerkbedrijven te werven worden de bedrijven uit de houtsectoren verder geïnformeerd en ondersteund indien zij een werkervaringsplaats willen aanbieden. Binnen de houtsectoren zijn er meer werkervaringsplaatsen beschikbaar dan er leerlingen door de CDO’s worden toegeleid. Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: CDO’s, bedrijven, Syntra, OCH Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Industrieel leerlingenwezen en de leertijd beter kenbaar maken en werven van nieuwe kwaliteitsvolle leerwerkbedrijven. Hierbij zal extra aandacht worden gegeven aan de vele
27
KMO’s. De houtsectoren zullen alle (nieuw) betrokken ondernemingen die in het kader van ILW een werkervaringsplaats (willen) aanbieden informeren en begeleiden bij de nodige administratieve procedure. Kwantitatieve streefcijfers • •
jaarlijks 75 werkervaringsplaatsen aanbieden specifiek voor deeltijds leerplichtige jongeren; jaarlijks 10 nieuwe ILW-bedrijven werven.
Actie 2: Kwaliteit ondersteunen
werkplekleren
verbeteren
en
kwaliteitsvol
werkplekleren
Intersectoraal ‘kwaliteitsvol werkplekleren’ bevorderen Omschrijving Opvolging van en deelname aan intersectorale initiatieven (bvb. ‘kwaliteitsvol werkplekleren’ SERV) om het werkplekleren te verbeteren, om ervaringen uit te wisselen en om na te gaan of gezamenlijke initiatieven zoals uniforme documenten, stagecharter… mogelijk zijn. Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: OCH, houtsectoren, intersectorale partners… Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren zullen actief deelnemen aan initiatieven zoals de werkgroep ‘kwaliteitsvol werkplekleren’ zodat een betere afstemming tussen sectoren kan gerealiseerd worden. Door deze ervaringsuitwisseling kunnen nieuwe intersectorale initiatieven ontstaan. Begeleiding tijdens het werkplekleren optimaliseren via opgeleide ‘peters’ Omschrijving Opleiden van peters in de ondernemingen. Deze werknemers/peters staan in voor de begeleiding van leerlingen in het deeltijds leren en werken, maar ook bij werkplekleren en stages. Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: OCH, bedrijven, houtsectoren Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren zullen opleidingen voor peters organiseren en promoten bij de bedrijven die stages, werkplekleren en leerwerkplekken aanbieden, zodat de kwaliteit van de begeleiding verder geoptimaliseerd kan worden. Kwantitatieve streefcijfers: 20 peters per werkjaar opleiden. Opvolgen en uitvoeren van de paritaire leercomités Omschrijving Ondersteunen van de bedrijven bij de begeleiding van de leerlingen met een ILW-contract tijdens de werkplekopleiding en opvolgen van de paritaire leercomités.
28
Het OpleidingsCentrum Hout wordt door het leercomité belast met de dagelijkse opvolging van het Industrieel LeerlingWezen. Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: ILW-bedrijven, CDO’s, ILW-leerlingen en OCH Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng OCH zal de bedrijven met ILW-leerlingen bezoeken, ondersteunen en fungeren als tussenpersoon tussen bedrijf, leerling en CDO. Samen met de CDO’s zal OCH de leerlingen opvolgen om de kwaliteit van de opleidingen te verzekeren. Het OCH informeert het paritair leercomité over de stand van zaken. Actie 3: Alle (hout)opleidingen in het stelsel van Leren en Werken verder ondersteunen en optimaliseren Omschrijving •
De leerovereenkomsten die worden afgesloten en de opleidingen die binnen Leren & Werken worden aangeboden beter op elkaar afstemmen. o Bij de deeltijdse centra door: informeren van trajectbegeleiders, meewerken aan de screening door AKOV. o Bij de leertijd door: de takenblaadjes te verbeteren, de leertrajectbegeleiders te informeren over de houtsectoren, zijn beroepen en de mogelijke trajecten binnen de houtsectoren, de voorwaarden voor de leerbedrijven en de lesplaats betreffende de uitrusting nog meer te verduidelijken.
Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: Syntra Vlaanderen, CDO’s, AKOV, OCH, houtsectoren Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren zullen de actiepunten uit de leertijdcommissie mee concretiseren met als doelstelling de kwaliteit van de leertijdopleidingen te verbeteren. De sectorconsulenten informeren (leer)trajectbegeleiders en zullen, indien gevraagd door AKOV verder meewerken aan de uitwerking van de deeltijdse opleidingsprogramma’s. Actie 4: Promoten en up to date houden van de stage- en leerwerkplekdatabank Omschrijving Bedrijven informeren en stimuleren om studentjobs, stage- en werkervaringsplaatsen aan te bieden om de bestaande stage- en leerwerkplekdatabank verder uit te bouwen met o.a. studentenjobs. De databank zal verder kenbaar gemaakt worden bij de onderwijsinstellingen. Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: bedrijven, onderwijsinstellingen, OCH, houtsectoren
29
Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De stage- en leerwerkplekdatabank wordt kenbaar gemaakt tijdens bedrijfsbezoeken, via de website, op infomomenten en tijdens schoolbezoeken waar ook de mogelijkheid wordt voorgesteld tot ondersteuning bij het zoeken naar stage- en leerwerkplekken. Jaarlijks zal een bevraging bij de bedrijven uit de houtsectoren georganiseerd worden om het aanbod voldoende groot en up-to-date te houden. Kwantitatieve streefcijfers: jaarlijks 100 geschikte plaatsen voor werkplekleren aanbieden via de databank Actie 5: Actief participeren in en promoten van het ESF-project van DBO ‘WERK PROOPER’ Omschrijving Het project ‘WERK PRO-OPER’ kadert binnen de ESF-oproep transnationaliteit type II. Het richt zich tot jongeren, die zowel schoollopen binnen het stelsel van Leren en Werken als jongeren uit het voltijds onderwijs, en die een opleiding productiemedewerker/-operator of productie- en procestechnologie volgen. De centrale boodschap van het project is dat het beroepsgericht onderwijs in Vlaanderen vernieuwend en op de toekomst gericht moet zijn. Het beroepsgericht onderwijs moet, in nauwe samenwerking met het regionale en sectorale bedrijfsleven, komen tot een uitnodigend, aantrekkelijk onderwijs in krachtige leeromgevingen. Dit zet het binden en boeien van de leerling (deelnemer aan leeromgevingen) binnen en buiten de school in het middelpunt van de belangstelling. Dit zou moeten resulteren in het terugdringen van de ongekwalificeerde uitstroom. Timing: tot einde 2013 Betrokken partners: DBO (promotor), ‘Task force PPT’: hout- en voedingssector (partners), textielsector (klankbordgroep) Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De partners uit het project maken deel uit van de klankbord- en stuurgroep en verzamelen mee informatie. De partners engageren zich om de studiebezoeken in het buitenland bij te wonen en mee te werken aan initiatieven die voortvloeien uit het project. Samen met de klankbordgroep worden de bevindingen geëvalueerd. Doelstelling van de task force is om via het project, in een aantrekkelijke en krachtige leeromgeving, competentiegerichte leermogelijkheden binnen en buiten de school te creëren, die zich flexibel kunnen aanpassen aan de steeds veranderende arbeidsomgeving.
Voortgangsindicatoren en streefcijfers •
De houtsectoren streven minimaal naar het behoud van het aantal stageplaatsen (1935 leerlingenstages in 2011). • Omkeer van de dalende trend van het aantal contracten ‘leren en werken’ (15 DBSO in 2011 en 65 Leertijd in 2011). Cijfers: WSE-Vlaanderen / opleiding en werkervaring / houtsectoren Diversiteitscheck De houtsectoren zullen de bedrijven proactief informeren en activeren om ook allochtone jongeren en jongeren uit de kansengroepen opleidingskansen (werkleerplekken, stages…) te geven. De sectorconsulenten zullen de ondernemingen de nodige ondersteuning bieden voor leerlingen van allochtone oorsprong, zonder onderscheid van leeftijd of geslacht, o.a. door het aanbieden van gepaste opleidingen, met o.a. aandacht voor interculturele
30
communicatie, aan de peters/meters en het ondersteunen door het aanbieden van pedagogisch materiaal. Er wordt extra aandacht besteed aan alle kwetsbare kansengroepen onder de deeltijdse leerplichtige jongeren door een intensievere opvolging. De houtsectoren zullen actief reageren wanneer er hieromtrent problemen worden gesignaleerd.
31
PRIORITEIT 6 Competent & mijn loopbaan als standaard en uitwerken van beroepskwalificatiedossiers Motivatie Om de stap naar het versterken van competenties van mensen te kunnen zetten, moeten trends en evoluties finaal vertaald worden naar beroepscompetentieprofielen. Beroepscompetentieprofielen vormen immers de bakens voor op de arbeidsmarkt gerichte opleiding en voor instrumenten van levenslang leren (ervaringsbewijzen) Competent, het competentiemanagementsysteem dat ontwikkeld en beheerd wordt door de SERV, dient verder uitgewerkt en geactualiseerd te worden. Dan kunnen de houtsectoren deze tool “Competent” erkennen als standaard voor data-uitwisseling en deze introduceren bij de bedrijven. De houtsectoren zullen hun expertise inzetten om de relevante beroepskwalificaties uit te werken. Deze dienen onder meer als input voor het aanpassen van de leerinhouden binnen onderwijs.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten:
Actie 1: Meewerken aan COMPETENT (SERV) en Mijn Loopbaan (VDAB) Omschrijving De houtsectoren engageren zich om mee te werken aan het verder operationaliseren van Competent i.s.m. SERV en te bekijken of sectorale medewerking aan de uitbouw van het digitaal platform Mijn Loopbaan i.s.m. VDAB een meerwaarde kan bieden aan bedrijven en werknemers uit de houtsectoren. De sociale partners van de houtsectoren zijn vragende partij om deze databank zo snel mogelijk verder aan te vullen (o.m. met beroepen uit de eerste houtverwerking en de gezamenlijk uitgewerkte beroepsprofielen hout en bouw hierin in te passen) en de bestaande profielen aan te passen aan de werkelijke situatie. De houtsectoren vragen daarom uitdrukkelijk dat de sectorale expertise ook door SERV en VDAB als dusdanig erkend wordt. Timing: 2013 – 2014 Betrokken partners: SERV, VDAB, OCH, bedrijven, sectorale sociale partners Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De sociale partners van de houtsectoren zijn vragende partij om Competent verder in te vullen en te kunnen valideren. Dan kunnen de houtsectoren de tool “Competent” (SERV) en “Mijn Loopbaan” (VDAB) erkennen als standaard voor data-uitwisseling en deze introduceren bij de bedrijven.
32
Actie 2: Meewerken aan de invulling van de Vlaamse KwalificatieStructuur (VKS) en opstellen BeroepsKwalificatieDossiers Omschrijving Meewerken aan de invulling van de Vlaamse Kwalificatiestructuur (VKS) via het opstellen van BeroepsKwalificatiedossiers (BKD’s) in functie van de prioriteitenlijst en de knelpuntberoepen. Opstellen van een werkbare procedure om de sectorale sociale partners maximaal te betrekken, om de workload en het aantal vergader- en/of overlegmomenten te optimaliseren Timing: 2013 – 2014 Betrokken partners: AKOV, VDAB, OCH, sectorale sociale partners, Vlaamse overheid… Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren engageren zich om mee te werken aan de invulling van de VKS.
Voortgangsindicatoren en streefcijfers • •
alle relevante nieuwe beroepscompetentieprofielen tegen einde 2013, eerste sectorale BKD’s tegen einde 2013 updaten van bestaande beroepscompetentieprofielen tegen einde 2014, verdere uitwerking van BKD’s in 2014
33
PRIORITEIT 7 Knelpuntberoepen in de houtsectoren aanpakken Beroepsopleidingen voor werkzoekenden i.s.m. VDAB en instroom van kansengroepen bevorderen en stimuleren
Motivatie Het blijft voor bedrijven uit de houtsectoren zeer moeilijk om de openstaande vacatures kwantitatief, en zeker kwalitatief ingevuld te krijgen. De houtgerelateerde beroepen blijven, ondanks alle sectorale inspanningen tot op heden, nog steeds knelpuntberoepen. Door de toekomstige, voorspelde verdere krapte op de arbeidsmarkt (o.a. door de vergrijzingsproblematiek) zal deze knelpuntproblematiek zich nog sterker laten voelen. De sectorale sociale partners willen dat er blijvend aandacht besteedt wordt aan een verhoogde en kwaliteitsvollere instroom van werkzoekenden op de arbeidsmarkt om zo bij te dragen tot het verminderen van het aantal knelpuntvacatures. Hierbij dient meer aandacht besteed te worden aan de toeleiding en de begeleiding van kansengroepen om deze effectief klaar te stomen voor reële tewerkstelling. Een dergelijk maatpakbeleid is ook een kansenbeleid. De nieuwe bilaterale overeenkomst tussen VDAB en OCH dient de basis te vormen voor een hernieuwde en aangepaste aanpak, zowel m.b.t. de opleidingsinhouden om een snelle en toch kwaliteitsvolle instroom te bevorderen, als naar het instrument van de sectorale IBO.
Acties De houtsectoren engageren zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit: Actie 1: Instroom in de houtsectoren vanuit houtopleidingen Omschrijving • •
•
De houtsectoren werken verder in de competentiecentra Hout (4) en Stoffering (2) (de "Bedrijfsvakscholen Hout en Stoffering") voor de opleiding van werkzoekenden. Samen met VDAB zullen de houtsectoren zich engageren tot toeleiding, screening, vorming en opleiding van 150 werkzoekenden per jaar (in de competentiecentra Hout en Stoffering). Voor wie na de opleiding in de Bedrijfsvakschool in één van de houtsectoren tewerkgesteld wordt, cofinancieren de houtsectoren de opleiding. De sectorconsulenten zullen nauw samenwerken met de instructeurs van de hout- en stofferingscentra van VDAB om de toeleiding van cursisten naar bedrijven uit de houtsectoren te vergemakkelijken. Hiertoe wordt regelmatig overleg gepleegd teneinde de bestaande vacatures in de houtsectoren kenbaar te maken aan de cursisten en hun begeleiders. OCH bezoekt de VDAB CC minimaal 2 keer per jaar.
Timing: doorlopend 2013-2014 Betrokken partners: VDAB Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Betere afstemming tussen vraag en aanbod, betere sectorale tewerkstelling van werkzoekenden na opleiding op maat van sector, subsector en bedrijf
34
Voortgangsindicatoren en streefcijfers De houtsectoren engageren zich om jaarlijks 150 werkzoekenden toe te leiden in de Bedrijfsvakscholen Hout en Stoffering. Actie 2: Versterken van de instroom van werkzoekenden Omschrijving De houtsectoren zijn vragende partij om in samenwerking met VDAB de mogelijkheden te onderzoeken om via actieve begeleiding werkzoekenden toe te leiden naar de houtsectoren, met het oog op een duurzame tewerkstelling. De houtsectoren en VDAB kunnen pas ingeschreven werkzoekenden uitnodigen die in de houtsectoren willen werken en/of reeds in de houtsectoren gewerkt hebben. De kandidaten krijgen een overzicht van de mogelijke tewerkstellingskansen binnen de houtsectoren. Indien de kandidaat over de nodige competenties beschikt, kan hij/zij onmiddellijk doorverwezen worden naar een bedrijf, zoniet dient gekeken te worden naar bijkomende opleidingen op maat van de kandidaat. Timing: 2013-2014 Betrokken partners: VDAB Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Verhoogde instroom in de houtsectoren. Actie 3: Beroepsopleidingen tewerkstellingskansen verhogen
beter
afstemmen
op
sector,
subsector
=
Omschrijving OCH zal een opleidingsaanbod organiseren om de competenties van de werkzoekenden te verhogen en in overeenstemming te brengen met de kwalificatievragen vanuit de bedrijven. Bedoeling is om vraaggerichter te kunnen opleiden. Pas dan kan een beter resultaat behaald worden, zowel m.b.t. de opleidingsinhouden en dus de competenties van toekomstige werknemers als m.b.t. succesfactor tewerkstelling. De programmatieprocedure voor nieuwe, arbeidsmarktgerichte opleidingen moet eenvoudiger worden. Opleidingen op maat van de houtsectoren en subsectoren zijn zeer belangrijke succesfactoren om tewerkstelling te kunnen garanderen. De op te stellen BeroepsKwalificatiedossiers dienen hier het ijkpunt te worden. Timing: doorlopend 2013- 2014 Betrokken partners: VDAB, OCH, bedrijven Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Betere afstemming tussen vraag en aanbod, opleidingen op maat van de houtsectoren, subsectoren en bedrijven.
Voortgangsindicatoren en streefcijfers De houtsectoren engageren zich om, mits medewerking van VDAB in de Bedrijfsvakscholen Hout en Stoffering en aangepaste opleidingen, de tewerkstelling in de houtsectoren van werkzoekenden na opleiding, te verhogen met 5%.
35
Actie 4: Sectoraal IBO-model verder uitbouwen Omschrijving OCH heeft reeds geruime tijd een “sectoraal IBO-model” uitgebreid. Hierbij ondersteunen de sectorconsulenten de houtbedrijven bij het invullen van de aanvraagformulieren en het opstellen van het opleidingsprogramma. De bestaande gestandaardiseerde functies en opleidingsprogramma’s zullen in functie van de op te stellen BKD’s verder uitgewerkt worden. Waar nodig en nuttig, zal OCH in samenwerking met derden (VDAB, Syntra…) externe opleidingen aanbieden. Na de sectorale IBO kan dan een sectoraal opleidingsCV/competentieCV toegekend worden aan de cursist. Na opleiding bij VDAB en na het doorlopen van 1 maand tewerkstelling via sectorale IBO wordt een tewerkstellingspremie uitbetaald aan de cursist. In het kader van het addendum Werkplekleren overwegen de houtsectoren om een intensievere ondersteuning en begeleiding aan te bieden vanuit de houtsectoren gedurende de duur van de IBO. Concreet betekent dit dat het OpleidingsCentrum Hout, naast het ondersteunen van de houtbedrijven bij het invullen van de aanvraagformulieren en het opstellen van het opleidingsprogramma, wil instaan voor de inhoudelijke (technische) begeleiding op de werkvloer van de IBO-cursist, in samenspraak en in overleg met VDAB. Het opnemen van een POP en PAP (Persoonlijk OntwikkelingsPlan en Persoonlijk ActiePlan) in de outplacementbegeleiding en de sectorale IBO kan een meerwaarde betekenen voor de betrokkenen. IBO is een vorm van werkplekleren waarbij momenteel nog te weinig competentiegericht en outputgericht geattesteerd of gecertificeerd wordt. Door gebruik te maken van een nieuwe begeleidingsmethodiek (fiches) en een aansluitende gedragscode willen we de begeleiders op de werkvloer in staat stellen om de begeleiding af te stemmen op de noden van de allochtone (jongere) en zo de kwaliteit verhogen van het werkplekleren, de (sectorale) IBO, het onthaal… Dit kan echter alleen als hier de nodige financiering via ESF in het kader van dit addendum kan verkregen worden. Timing: doorlopend 2013-2014 Betrokken partners: VDAB, IBO-consulenten, OCH Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Instroom bevorderen en “futureproof” / duurzaam maken door intensievere ondersteuning en begeleiding gedurende de duur van de sectorale IBO (mits medewerking VDAB) Na afloop van de sectorale IBO een sectoraal opleidings- en competentieCV overhandigen aan de cursist.
Voortgangsindicatoren en streefcijfers De houtsectoren streven naar een begeleiding van 20 sectorale IBO’s per werkjaar en een verhoging van het aandeel sectorale IBO t.o.v. de “gewone” IBO’s. Verhoging van het aandeel sectorale IBO t.o.v. de ‘gewone’ IBO’s kan enkel mits medewerking van VDAB. Actie 5: Matching tussen vraag en aanbod sneller en efficiënter laten verlopen (zie ook “Competent” en “Mijn Loopbaan” in prioriteit 6) Omschrijving •
De houtsectoren beschikken over een deelvacaturegegevensbank van VDAB zodat ze een zo compleet mogelijk overzicht hebben van de ontwikkelingen langs de
36
•
•
•
•
vraagzijde. De vacatures worden dagelijks opgevolgd en de bedrijven worden gecontacteerd. De houtsectoren bieden begeleiding aan voor het invullen van de vacatures. Bij het verzamelen van de vacatures zal bij de omschrijving ervan aandacht besteedt worden aan het feit of de verlangde kwalificaties in overeenstemming zijn met de benodigde vaardigheden voor de uit te oefenen functie (i.f.v. Competent, Mijn Loopbaan en BKD’s, zie prioriteit 6). Er zal voor geijverd worden dat de bestaande sectorale hulpmiddelen die opgenomen zijn in de sectorale competentiegids CO-OP Hout gebruikt worden voor de omschrijving van de vacatures en de selectie van de kandidaten. De sectorconsulenten zullen de bedrijven van de houtsectoren stimuleren om hun bestaande vacatures eveneens bekend te maken via Jobkanaal. Dit zal gebeuren bij elk bedrijfsbezoek naar aanleiding van een vacature. De houtsectoren beschikken over een sectorale CV-databank. Deze zal gepromoot worden bij leerlingen houtonderwijs (voltijds, deeltijds, BuSO…), cursisten, werkzoekenden in de bedrijfsvakscholen Hout en Stoffering VDAB, deelnemers sectoraal outplacement…
Timing: doorlopend 2013-2014 Betrokken partners: VDAB, bedrijven, OCH Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Instroom in de houtsectoren bevorderen door kwaliteitsbewaking van de vacatures (is de vraag correct, zijn de vereisten realistisch geformuleerd)
Voortgangsindicatoren en streefcijfers De sectoren engageren zich om op twee jaar 700 werkzoekenden duurzaam te integreren in de bedrijven. Dit wordt geïnventariseerd via opvolging van de sectorale databank van VDAB. Actie 6: Onthaalbeleid optimaliseren en interne doorgroei bevorderen Omschrijving De houtsectoren willen dat bedrijven nog meer werk maken van een gestructureerd onthaalbeleid, waarbij de nieuwkomers snel en op een aangename manier ingewerkt raken, rekening houdend met de specifieke kansengroepen. De veiligheids- en milieuopleidingen, vooral voor sectorintreders, moeten meer aandacht krijgen en beter onder de aandacht van de ondernemingen gebracht worden. In het kader van het addendum Werkplekleren overwegen de houtsectoren om de bedrijven te ondersteunen bij hun onthaalbeleid en interne doorgroei te bevorderen door tools aan te reiken zoals de sectorale onthaalbrochure, onthaalchecklist, opleidingen peter-/meterschap, verspreiden van best practices, introductie bedrijfsopleidingsplannen en doorgroeischema’s, On-the-Job trainingen enz… en zo de kwaliteit van het werkplekleren te verhogen.
37
Timing • •
2013: Verzamelen van sectorale tools en best practices 2014: Informatie ter beschikking stellen van bedrijven via website en actief promoten van de beschikbare tools
Betrokken partners: OCH, bedrijven houtsectoren, sectorale sociale partners Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De houtsectoren willen er, via het OpleidingsCentrum Hout (OCH), mee toe bijdragen dat de ondernemingen voldoende competent personeel hebben en/of vinden om competitief te blijven én dat de werknemers uit de houtsectoren voldoende competent zijn en blijven om hun kansen op de arbeidsmarkt intact te houden. Ook het bevorderen van de instroom van kansengroepen en bevorderen van doorgroei binnen de onderneming/sector (loopbaanperspectieven, LLL…) zijn prioritaire doelstellingen. Dit kan echter alleen als hier de nodige financiering via ESF in het kader van dit addendum kan verkregen worden. Diversiteitscheck De houtsectoren zullen, in functie van de vraag, initiatieven nemen om de opleidingen toegankelijk te maken voor alle kansengroepen. De opleidingen zullen desgevallend aangepast worden qua toegankelijkheid, aan de noden van de personen met een arbeidshandicap. Bedrijven zullen gestimuleerd worden om hun vacatures eveneens kenbaar te maken bij jobkanaal. Bedrijven zullen geïnformeerd worden over de mogelijke subsidiekanalen, instrumenten en tewerkstellingsmaatregelen voor aanwerving van werknemers uit de kansengroepen. (NODW, VOP, Tewerkstellingspremie 50+…) Door gebruik te maken van een nieuwe begeleidingsmethodiek (fiches) en een aansluitende gedragscode willen we de begeleiders op de werkvloer in staat stellen om de begeleiding af te stemmen op de noden van de allochtone (jongere) en zo de kwaliteit verhogen van het werkplekleren, de (sectorale) IBO, het onthaal…
38
PRIORITEIT 8 Competenties van werkenden versterken Motivatie Het OpleidingsCentrum Hout heeft tot voornaamste doelstelling opleidingen te organiseren voor arbeiders uit de houtsectoren. Alle opleidingsacties zullen in de eerste plaats gefocust zijn op deze specifieke doelgroep en de aanpak van de opleidingen (laagdrempeligheid, praktijkgericht, kleine groepen, geen ex-cathedra…) zal nauwgezet in het oog gehouden worden teneinde de competenties van de doelgroep optimaal te verbeteren, zodat de werknemers uit de houtsectoren hun positie op de arbeidsmarkt versterken en meekunnen met de technische en technologische evoluties in de houtsectoren. Enkel via een leven lang leren blijven werknemers en werkgevers in staat om tegemoet te komen aan de voortdurende veranderingen die onze samenleving en arbeidsmarkt kenmerken. De aanwezigheid van een positief leerklimaat is een belangrijke voorwaarde om iedereen mee te krijgen in dit leerverhaal. Een gezond leerklimaat zorgt ervoor dat de onderneming en alle werknemers (als leden van deze organisatie en als individuen), de weg naar een leven lang leren bewandelen en van de vele voordelen genieten. In een positief leerklimaat beschouwen de potentieel lerenden (werknemers/individuen) leren als iets aantrekkelijks of plezierigs. Zij merken dat de te leveren leerinspanningen meer voor- dan nadelen geeft. Het sectorale aanbod aan performante en arbeidsmarktgerichte opleidingen moet up-to-date worden gehouden, voortdurend aangepast worden en in een transparant en administratief eenvoudige “tool” worden aangeboden. Verworven competenties moeten in kaart worden gebracht (opleidingsCV en competentieCV)
Acties De houtsectoren engageren zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit: Actie 1: Krachtig en doelgericht inzetten op opleidingen voor werknemers (arbeiders uit de houtsectoren) Omschrijving •
•
• •
Er zijn drie belangrijke spelers die een invloed hebben op het opleidingsverhaal, met name HR-verantwoordelijken, leidinggevenden en medewerkers. Wij wensen daarom extra inspanningen te doen om het sectorale opleidingsaanbod aan deze 3 doelgroepen kenbaar te maken, bvb via de sectorale sociale partners, maar ook via vakpers. Het sectorale opleidingsaanbod zal minimaal op peil worden gehouden en waar mogelijk verder uitgebouwd worden zonder aan kwaliteit in te leveren. Het opleidingsaanbod zal rekening houden met de betrokken doelgroep (arbeiders), rekening houden met nieuwe technieken en technologieën en zal arbeidsmarktgericht zijn. Elke deelnemer aan één van de sectorale opleidingen ontvangt na afloop een competentiegericht leerbewijs. De houtsectoren werken verder aan de kwaliteit van het “leren op de werkplek” door meer en betere ondersteuning via opleidingen Instructiegeven, peter-/meterschap. OCH zal er bij de bedrijven voor ijveren om deze coaching- en peterschapsfuncties maximaal door oudere, ervaren werknemers te laten opnemen. Wij beogen bij deze
39
• •
•
•
•
tevens een verlenging van de loopbaanduur via dergelijke competentieversterking van de ervaren werknemers. Ondernemingen zullen gestimuleerd worden om bedrijfsopleidingsplannen op te maken Er zullen specifieke acties rond basiscompetenties en functionele geletterdheid (geletterdheid, gecijferdheid, multimediale en digitale vaardigheden) worden georganiseerd. Opleidingen sociale vaardigheden, assertiviteit, probleemoplossend denken en andere persoonlijke vaardigheden worden mee opgenomen in het basis opleidingsaanbod van OCH. Inzake functionele ICT-vaardigheden (CNC, CAD en CAM) wordt een bereik van 50 deelnemers per jaar vooropgesteld. Opleidingsmodules en maatwerkformules zoals uitgewerkt door VDAB, onderwijs, basiseducatie en/of de centra volwassenenonderwijs vormen hiervoor de basis. Waar nodig worden sectorspecifieke accenten gevraagd aan de uitvoerders van deze opleidingen. Opleidingen "Nederlands op de werkvloer" zijn erkend door de houtsectoren. Hierdoor wordt een substantiële financiële tussenkomst geboden aan de bedrijven, waarbij vooral de kleine ondernemingen geholpen worden. De houtsectoren werken verder aan de bewustmaking rond “informele” opleidingen en het systematisch registreren van gevolgde en noodzakelijke opleidingen.
Timing: doorlopend 2013-2014 Betrokken partners: VDAB, onderwijsinstellingen, Syntra, leveranciers, andere sectoren, derden… Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Competenties van de werknemers versterken en up-to-date houden; inzetbaarheid van de werknemers verhogen, interne doorstroom bevorderen; hierdoor bedrijven competitief houden. OCH wil door het aanbieden van meer en betere opleidingen en een betere registratie hiervan meewerken om de 1,9% doelstelling te bereiken. Actie 2: Intersectorale samenwerking en samenwerking met onderwijs verder uitbouwen om het opleidingsaanbod kwalitatief en kwantitatief verhogen Omschrijving • •
•
•
•
De intersectorale samenwerking en samenwerking met onderwijs als opleidingsverstrekker voor werknemersopleidingen zal versterkt worden. Voor de communicatieve opleidingen (instructies geven, leidinggeven, probleemoplossend denken, conflictbeheersing…) wordt met verschillende andere (industriële) sectoren samengewerkt om vlugger en op meer plaatsen opleidingen te kunnen aanbieden; Met de bouwsector wordt samengewerkt om de typische technische houtopleidingen aan te bieden (CNC, vierzijdige schaafmachines…); hiervoor zijn bilaterale samenwerkingsakkoorden uitgewerkt; Er werd op initiatief van VDAB een “Task Force Duurzaam Bouwen” opgericht, waar ook de houtsectoren in vertegenwoordigd zijn, maar ook Syntra, om snel en adequaat te kunnen inspelen op de nieuwe opleidingsvragen m.b.t. het nieuwe themata van duurzaam bouwen. Met Cevora wordt samengewerkt, enerzijds om de typische technische houtopleidingen aan bedienden te kunnen aanbieden, anderzijds om
40
•
bediendenopleidingen aan arbeiders aan te bieden (vooral informatica); hiervoor zijn bilaterale samenwerkingsakkoorden uitgewerkt; Met scholen wordt samengewerkt om een gevarieerd opleidingsaanbod voor CNC, zowel naar inhoud, machine als naar regio aan te bieden. Onderwijs wordt zo door de houtsectoren erkend als opleidingsvertrekker voor werknemersopleidingen. Dit aanbod zal in de toekomst nog verder uitgebreid worden.
Timing: 2013-2014 Betrokken partners: VDAB, onderwijsinstellingen, Syntra, leveranciers opleidingen, andere sectoren, derden… Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Competenties van de werknemers versterken en up-to-date houden; inzetbaarheid van de werknemers verhogen, interne doorstroom bevorderen; hierdoor bedrijven competitief houden. OCH wil door het aanbieden van meer en betere opleidingen en een betere registratie hiervan meewerken om de 1,9% doelstelling te bereiken.
Voortgangsindicatoren en streefcijfers •
• • • • •
een bereik van 120 bedrijven (2013) die gebruik maken van de opleidingsmogelijkheden voor werknemers. In 2014 willen de houtsectoren 130 bedrijven bereiken. een stijging van het aantal bedrijven die voor de eerste keer opleiding volgen. een bereik van 600 werknemers via opleiding in 2013; in 2014 wensen wij 660 werknemers te bereiken. jaarlijks 10 niet-vormingsbedrijven bereiken, waarvan 50% uit de groep van microondernemingen (zeer kleine KMO’s). bedrijven 4x per jaar schriftelijk informeren over de sectorale vormingsprogramma’s en over de stimuleringsmaatregelen waarvan zij gebruik kunnen maken. jaarlijks 40 ondernemingen bezoeken i.k.v. strategisch opleidingbeleid, waarvan 50% in KMO’s van <50 werknemers.
Diversiteitscheck De sectoren stellen een gemiddeld bereik voorop van 50% opgeleiden (ongeveer 300) uit de kansengroepen. Er zullen specifieke acties rond basiscompetenties en functionele geletterdheid (geletterdheid, gecijferdheid, multimediale en digitale vaardigheden) worden georganiseerd. Opleidingsmodules en maatwerkformules zoals uitgewerkt door VDAB, onderwijs, basiseducatie en/of de centra volwassenenonderwijs vormen hiervoor de basis. Waar nodig worden sectorspecifieke accenten gevraagd aan de uitvoerders van deze opleidingen. Opleidingen "Nederlands op de werkvloer" zijn erkend door de houtsectoren. Hierdoor wordt een substantiële financiële tussenkomst geboden aan de bedrijven, waarbij vooral de kleine ondernemingen geholpen worden. De houtsectoren werken verder aan de kwaliteit van het “leren op de werkplek” door meer en betere ondersteuning via opleidingen Instructiegeven, peter-/meterschap. OCH zal er bij de bedrijven voor ijveren om deze coaching- en peterschapsfuncties maximaal door oudere, ervaren werknemers te laten opnemen. Wij beogen bij deze tevens een verlenging van de loopbaanduur via dergelijke competentieversterking van de ervaren werknemers.
41
PRIORITEIT 9 Inzetten op duurzaam HR-beleid op bedrijfsniveau waarbij er aandacht is voor talent en diversiteit Motivatie Om de competitiviteit van de houtsectoren op langere termijn te verzekeren, zullen de houtsectoren de bedrijven blijven stimuleren om in te zetten op een duurzaam HR-beleid, een beleid dat voldoende aandacht heeft voor talent en diversiteit met als doel het erkennen, inzetten en verder ontwikkelen van élk talent. Specifieke aandacht dient te gaan naar oudere werknemers en de houtbedrijven dienen zich nog meer en beter voor te bereiden op de uitdagingen van de vergrijzing o.m. door meer aandacht te geven aan kennisretentie en kennisoverdracht. De bestaande acties hieromtrent willen we continueren en, waar nodig, bijsturen. Bestaande instrumenten dienen nog ruimer verspreid te worden binnen onze bedrijven.
Acties De houtsectoren engageren zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit: Actie 1: Beroepservaring erkennen Omschrijving Samen met de Vlaamse overheid werken aan de waardering (in termen van "erkenning") van verworven competenties, verbonden aan de uitoefening van een beroep/functie. Stimuleren van het actief beheren van de eigen loopbaan van de werknemers. De ontwikkeling en de dienstverlening in het kader van het Ervaringsbewijs ondersteunen. De houtsectoren zijn vragende partij voor de introductie van het ervaringsbewijs in houtgerelateerde beroepen en zouden hier graag zo snel mogelijk werk van willen maken. OCH levert leerbewijzen af na deelname aan sectorale opleidingen. Op deze leerbewijzen is de leerinhoud competentiegericht uitgeschreven en wordt de gevolgde duurtijd vermeld. Timing: afhankelijk van de mogelijkheden Betrokken partners: SERV, houtsectoren, sectorale sociale partners, AKOV, OCH Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Werknemers sterker maken op de arbeidsmarkt. Deze instrumenten versterken de inzetbaarheid en de jobmobiliteit van de werknemers uit de houtsectoren en bevorderen de transitie naar werk. Actie 2: Verder stimuleren van een strategisch competentiebeleid Omschrijving Voortzetten en verfijnen van de huidige strategie, nl:
42
•
• •
•
• •
•
Bedrijven, in het bijzonder KMO’s, overtuigen van het belang van een duurzaam HRbeleid (met voldoende aandacht voor talent en diversiteit) via nieuwsbrieven, info mail, netwerkmomenten en bedrijfsbezoeken. Verder verspreiden van de sectorale competentiegids CO-OP Hout. Intervisie en netwerkmomenten organiseren en gratis aanbieden van ondersteunende tools (instrumenten ontwikkeld i.k.v. ESF-projecten zoals de instrumenten uit talent@werkplek, de competentiemonitor, www.competentiebeleid.be, dejuistestoel, expeditie loopbaan...) OCH wil in het kader van dit sectorconvenant een 10-tal bedrijven uit de houtsectoren helpen bij het opzetten van een strategisch competentiebeleid. Er wordt bekeken of er voor bovengenoemde acties een nieuw ESF-project “Mensgericht Ondernemen” kan ingediend worden, als vervolg en verderzetting van het lopende dossier “SCOOP Hout”. Hierin worden een 30-tal kleine en middelgrote bedrijven intensief begeleid en ondersteund bij het opstarten en implementeren van een strategisch competentiebeleid. De hieraan gekoppelde workshops en intervisiemomenten kennen een nog groter bereik. Het competentiedenken wordt tevens mee opgenomen bij de verdere uitbouw van de sectorale vacaturewerking en sectorale IBO. OCH begeleidt de ondernemingen uit de houtsectoren bij het implementeren van Onthe-job opleidingen. Het introduceren van een degelijk en gestructureerd systeem van werkplekleren in de onderneming impliceert dat de werknemers werkend leren en lerend werken. OCH begeleidt de bedrijven uit de houtsectoren door “erkende” opleidingsprogramma’s ter beschikking te stellen, door het opleiden, coachen en begeleiden van de bedrijfsinstructeurs, waarbij er veel aandacht besteed wordt aan probleemanalyse, evaluatie van de lerende en het geleerde, transfer van het geleerde en de verdere opvolging. Deze begeleiding wordt met tips en tools afgestemd op maat van de bedrijven. Jaarlijks worden hiervoor nieuwe opleidingsprogramma’s gerealiseerd en worden de bestaande geactualiseerd. Dit systeem van on-the-job opleidingen is zowel bruikbaar voor nieuwelingen in die bepaalde functie als voor meer ervaren functiehouders, die dan bvb een vervolmakingsopleiding kunnen krijgen.
Timing: duur van dit convenant Betrokken partners: sectoren, sectorconsulenten, VDAB… Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Kwalitatieve en laagdrempelige tools aanreiken om een duurzaam HR-beleid te introduceren (vooral in KMO’s)
Voortgangsindicatoren en streefcijfers • •
10 bedrijven helpen bij het organiseren van een strategisch competentiebeleid Jaarlijks 2 intervisie en netwerkmomenten organiseren ikv strategisch competentiebeleid
Diversiteitscheck Een strategisch competentiebeleid komt alle (potentiële) werknemers ten goede. Immers, als men uitgaat van competenties, spelen ras, huidskleur, religie, leeftijd enz… geen bepalende rol meer en krijgt iedereen gelijke kansen Bij de ondersteuning van onze houtbedrijven wordt steeds verwezen naar de sectorale non-discriminatiecode, die ook op bedrijfsniveau opgenomen kan worden.
43
PRIORITEIT 10 Verder verhogen van de kwaliteit van het outplacement en verbeteren van de succesfactor Motivatie De sectorale sociale partners van de sector Stoffering & Houtbewerking (PC126) voorzien al sinds 2003 een kader voor begeleiding na ontslag voor de ontslagen werknemers. In de sector beschouwen wij outplacementbegeleiding als een meerwaarde. De begeleiding na ontslag is een belangrijke stap naar de herinschakeling. Maatwerk in het outplacementaanbod is essentieel en er moet meer aandacht besteed worden aan competentieversterking van de getroffen ontslagen werknemer. Gelet op de krimpende arbeidsmarkt (aanbod werkzoekenden vermindert zienderogen) komt het erop aan om werknemers zoveel mogelijk aan boord te houden. Door de competenties van de ontslagen werknemers te versterken wil de sector hun inzetbaarheid en mobiliteit verhogen. Binnen de sector van de Houtnijverheid (PC125 – Bosexploitatie, Zagerijen en Houthandel) zal onderzocht worden of dit sectorale systeem van outplacementbegeleiding ook voor deze sectoren bruikbaar en haalbaar is.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten: Actie 1: Aanbod van collectief en individueel outplacement: intensieve begeleiding naar werk, getroffen werknemers naar bedrijven toeleiden, met aandacht voor intersectorale mobiliteit Omschrijving De sector biedt zowel individueel als collectief outplacement aan. Het individueel outplacement richt zich naar ontslagen werknemers van 45 jaar of ouder met 1 jaar dienst of van 40 jaar of ouder met 5 jaar dienst. Het collectief outplacement richt zich naar werknemers die ontslagen zijn of ontslagen zullen worden in het raam van een herstructureringsplan, sluiting, faillissement of gerechtelijk akkoord. Er is geen beperking qua leeftijd op voorwaarde dat de werkgever bereid is een bijdrage in de outplacementkosten te betalen. 40-plussers die aan de voorwaarden voldoen voor individueel outplacement worden in ieder geval aanvaard. Het programma van outplacement bevat 60 uren die worden gespreid over 1 jaar. I.k.v. de Economische Herstelwet van 27 maart 2009 kan de duurtijd van de begeleiding naar 6 maanden worden gebracht. Er wordt een vangnet voorzien voor werknemers die een nieuwe betrekking hebben gevonden maar deze binnen de 3 maanden na indiensttreding opnieuw verliezen. De sector werkt hiervoor samen met 6 outplacementkantoren Timing: doorlopend 2013-2014 Betrokken partners: outplacementkantoren, OCH
44
Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Sectoraal vangnet aanbieden aan de werknemers uit de houtsectoren bij het verlies van hun baan. Ontslagen werknemers stimuleren om in de houtsectoren te blijven. Actie 2: Waken over de kwaliteit van het sectoraal outplacementaanbod Omschrijving Alle gegevens betreffende outplacement worden bijgehouden in een databank van het OpleidingsCentrum Hout. Maandelijks worden er individuele fiches opgemaakt per deelnemer die de outplacementkantoren dienen aan te vullen. Een tevredenheidsenquête houden bij alle deelnemers aan het sectoraal outplacementaanbod. Op basis van de resultaten verkregen uit de tevredenheidsenquête, gepaste acties ondernemen. Timing: Individuele fiches: maandelijks 2013-2014; Tevredenheidsenquête: bevraging in november 2013 en november 2014 Betrokken partners: outplacementkantoren, VDAB, OCH Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Garanderen van een outplacementbureaus.
kwalitatief
sectoraal
outplacementaanbod
via
de
private
Actie 3: Competentieversterking van de getroffen werknemers Omschrijving De houtsectoren moedigen ontslagen werknemers aan om hun competenties te verhogen door deel te nemen aan het sectorale opleidingsaanbod voor werknemers. De sectorconsulent bezorgt een opleidingsoverzicht, verschaft daarover de nodige uitleg en schrijft in. Indien er vragen zijn van de deelnemers m.b.t. sectorale opleidingen van andere sectoren, neemt de sectorconsulent contact op met de sectorconsulent van de desbetreffende sector. Zo kan op vraag van de deelnemer aan het outplacement de intersectorale mobiliteit verhoogd worden. De getroffen werknemers kunnen hun CV plaatsen op de website van het OpleidingsCentrum Hout. Zij kunnen gebruik maken van de sectorale deelvacaturedatabank om doelgerichter op zoek te gaan naar vacatures. Op vraag van de getroffen werknemers kan de sectorconsulent zorgen voor een bedrijfsrondleiding bij bedrijven die vacatures hebben. Timing: doorlopend 2013-2014 Betrokken partners: outplacementkantoren, VDAB, OCH Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Competentieversterking van de getroffen werknemers en de ontslagen werknemers sneller toeleiden naar een nieuwe job en de periode van inactiviteit beperken.
45
Actie 4: Samenwerking met interventieadviseur en participerende rol in de tewerkstellingscellen Omschrijving De sector (via het OpleidingsCentrum Hout) werkt in het kader van herstructureringen samen met de interventieadviseurs en neemt waar mogelijk en aangewezen zijn verantwoordelijkheid op binnen de tewerkstellingscellen. De begeleiding wordt toegewezen aan een outplacementkantoor dat aangewezen wordt door de sector (via beurtrol). De sectorconsulenten zijn aanwezig op de infovergaderingen. Timing: doorlopend 2013-2014 Betrokken partners: outplacementkantoren, interventieadviseurs VDAB, OCH Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Samenwerking tussen de sector en de tewerkstellingscellen beter op elkaar afstemmen. Diversiteitscheck Oudere en laaggeschoolde ontslagen werknemers worden gemotiveerd tot het volgen van opleidingen om hun kansen op de arbeidsmarkt te verhogen. Zij kunnen de sectorale werknemersopleidingen volgen zodat zij snel kunnen instappen in de opleiding, wat hun kansen op een vlugge nieuwe tewerkstelling verhoogt.
46
PRIORITEIT 11 Een diversiteitsbeleid in de bedrijven uit de houtsectoren stimuleren en ondersteunen Motivatie Uit de cijfers blijkt dat bepaalde kansengroepen in vele sectoren ondervertegenwoordigd zijn. In onze houtsectoren gaat het dan meestal over allochtonen, mensen met een (arbeids)handicap en vrouwen. Het wordt alsmaar belangrijker dat werkgevers ook deze groep potentiële arbeidskrachten, die nu nog on(der)benut is, voldoende aanspreekt. Sensibilisering rond diversiteit is daarin een eerste, maar zeer belangrijke stap. Diversiteitsbeleid wordt al verschillende jaren gestimuleerd in de houtsectoren en de ondernemingen. Bedrijven worden financieel ondersteund via de diversiteitsplannen. Het aanbod van Nederlands op de Werkvloer zit in het open (grotendeels gratis) sectoraal opleidingsaanbod voor werknemers en het globale engagement van de sector met betrekking tot EAD onder de vorm van een sectorale non-discriminatie code wordt ruim gecommuniceerd.
Acties De houtsectoren engageren zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit: Actie 1: Diversiteitsplannen afsluiten i.s.m. de projectontwikkelaars van Serr/Resoc’s Omschrijving In het kader van diversititeitsprojecten/-plannen zullen de sectorconsulenten prospectie doen. De projectontwikkelaar van de Serr/Resoc’s zullen op de hoogte gebracht worden van de afgelegde prospecties. De houtsectoren engageren zich om jaarlijks aan acties/projecten m.b.t. diversiteit deel te nemen en zullen de sectorale initiatieven ter beschikking stellen van de projectontwikkelaars. Timing: doorlopend 2013-2014 Betrokken partners: projectontwikkelaars Serr/Resoc, bedrijven houtsectoren Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Instroom & doorstroom van kansengroepen bevorderen.
Voortgangsindicatoren en streefcijfers • • •
20 diversiteitsplannen afsluiten tijdens de duur van dit convenant 40 bedrijven zullen bezocht worden i.k.v. prospectie voor het afsluiten van een diversiteitsplan. Samenwerking met de projectontwikkelaars Serr/Resoc’s bevorderen
47
Actie 2: Informeren en sensibiliseren van bedrijven i.v.m. het tewerkstellen van kansengroepen (vrouwen, (arbeids)gehandicapten, kortgeschoolden, allochtonen) Omschrijving Alle kansengroepen dienen extra aandacht te krijgen om de (knelpunt)beroepen te kunnen invullen. De sectorconsulenten willen de werkgevers uit de houtsectoren infomeren en sensibiliseren i.v.m. het tewerkstellen van kansengroepen (vrouwen, kortgeschoolden, allochtonen en (arbeids)gehandicapten) door het ondersteunen van en verspreiden van tools die een betere toeleiding faciliteren (VOP, GIBO, loonsimulaties...) De DVD “werkgevers overtuigen” van Handicap en Arbeid zal gebruikt worden om werkgevers beste praktijken te tonen i.k.v. tewerkstellen van arbeidsgehandicapten. Werkgevers zullen in hun HR-activiteiten ondersteund worden om werknemers na een lange revalidatie als persoon met een arbeidshandicap opnieuw een plaats te geven in het bedrijf (ondersteuning samen met externe partners) OCH zal op vraag van toeleidingsorganisaties van personen met een (arbeids)handicap gerichte initiatieven ontplooien (mailings, afspraken met bedrijven, organiseren van infosessies voor werkgevers...) om de kansen van een andersvalide op tewerkstelling te verhogen. Timing: doorlopend Betrokken partners: Werkgevers, toeleidingsorganisaties, VDAB, OCH Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Verhoogde tewerkstellingskansen voor de kansengroepen vrouwen, (arbeids)gehandicapten, laaggeschoolden en allochtonen. Actie 3: Opleiding ‘Diversiteit op de werkvloer’ opzetten en fiches voor interculturele gevoeligheden verspreiden bij WG’s Omschrijving Onze cultuur bepaalt de manier waarop wij met elkaar omgaan en communiceren. Hoe meer culturele affiniteit, hoe beter wij elkaar kunnen begrijpen en met elkaar kunnen samenwerken. Met de training ‘Diversiteit op de werkvloer’, willen we ondernemingen de meerwaarde van de gelijkenissen en de verschillen tussen mensen leren kennen, maar ook onze eventuele beperktheden bij het respecteren van het verschil laten ontdekken. De opleiding wordt intersectoraal georganiseerd. Met een aantal instrumenten ontwikkeld in het ESF-project OMIG willen we aan de problemen tegemoetkomen, die de begeleiders op de werkvloer ondervinden bij het begeleiden van de (jongere) allochtonen. Door gebruik te maken van een nieuwe begeleidingsmethodiek (fiches) en een aansluitende gedragscode willen we de begeleiders op de werkvloer in staat stellen om de begeleiding af te stemmen op de noden van de allochtone (jongere) en zo de kwaliteit verhogen van het werkplekleren, de (sectorale) IBO, het onthaal… Timing: werkjaar 2013 – 2014 Betrokken partners: Task force PPT (IPV, OCH, COBOT en chemiesector) Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De ‘task force PPT’ organiseert en promoot de opleidingen met als doel ondernemingen de impact van diversiteit op een werkgerichte situatie te laten ervaren en hen proactief te laten
48
omgaan met diversiteit. Dit om interacties tussen mensen in goede banen te leiden en eventuele spanningsvelden en/of conflictsituaties op een functionele wijze op te lossen. Het OpleidingsCentrum Hout zal instaan voor de verspreiding van de ondersteunende fiches en bedrijven met vragen bijstaan. De houtsectoren willen met deze actie de integratie van allochtone werknemers bevorderen en stimuleren. Kwantitatieve streefcijfers Jaarlijks 15 personen opleiden
49
[Algemene
bepalingen
inzake
beëindiging,
wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst] Beëindiging - Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van twee jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd. - Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie van het tussentijds rapport door het departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie voor Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid - De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen is het sectorconvenant tijdens de looptijd van het sectorconvenant worden doorgevoerd.
Evaluatie - Het departement Werk en Sociale Economie pleegt overleg met de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties over de bevindingen van het tussentijds rapport en van het eindrapport. Dit gebeurt aan de hand van formele en informele opvolgingsmomenten en fysieke en/of desk evaluaties. Het departement Werk en Sociale Economie voorziet hiertoe een sjabloon voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij die opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht - De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
50