Sectorconvenant 2013-2014 tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de autosector en aanverwante sectoren (PC 112, PSC 142.1, PSC 149.2, PSC 149.4)
Tussen de Vlaamse Regering, hierbij vertegenwoordigd door:
De heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport; De heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel
en de sociale partners van de autosector en aanverwante sectoren: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De heer Freddy Van hoe, Voorzitter Federauto
en als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De heer Georges De Batselier, Ondervoorzitter ABVV-Metaal; De heer Walter Cnop, Algemeen Secretaris ACV-CSC METEA
1
[Wordt overeengekomen wat volgt] Verbintenissen van de Vlaamse Regering Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014 een maximale toelage van 612.000,00 EUR uit te betalen aan EDUCAM vzw (Jules Bordetlaan 164 1140 Evere; bankrekeningnummer: BE72 3100 9287 0516; ondernemingsnummer: 0442.239.628) ter financiering van 6 VTE sectorconsulenten. Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst, door: 1. het organiseren van ad hoc- overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren; 2. het organiseren van klankbordvergadering waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren; 3. het organiseren van netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten, via de SERV, die fungeren als doorgeefluik van informatie en die in het teken staan van onder meer ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, en sectoroverschrijdende samenwerking.
Verbintenissen van de sector Artikel 3. De autosector en aanverwante sectoren verbinden zich ertoe om, op basis van het door de VESOC-partners goedgekeurde, inhoudelijk kader voor de sectorconvenants, een sectorale visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn inspanningsverbintenissen en hebben betrekking op het ondersteunen en uitvoeren van: -
de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt;
-
een competentiebeleid, waaronder leven lang leren;
-
het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt.
Artikel 4. De sector verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe worden effectief 6 VTEsectorconsulenten ingezet. Zij werken in de sector onder paritair toezicht en zijn er belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant. De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Periodes van tijdskrediet of loopbaanonderbreking komen niet in aanmerking voor financiering tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er wordt uitgeoefend. De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen, wijzigingen melden en een sectorconsulent(e) (per netwerk) aanduiden voor de SERV netwerkbijeenkomsten.
2
Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2014 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2015 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en het eindrapport omvatten: - de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan; - de toetsing van de realisaties aan de voortgangsindicatoren en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant en het actieplan; - de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport). Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt tijdig aan de sector het modelformulier inzake de rapportering.
DE AUTOSECTOR EN DE AANVERWANTE SECTOREN: PARTNER BIJ DE UITVOERING VAN HET VLAAMSE BELEID
1. SCHETS VAN DE AUTOSECTOR EN AANVERWANTE SECTOREN 2. UITDAGINGEN VOOR DE AUTOSECTOR EN AANVERWANTE SECTOREN 3. VISIE: TOGETHER WE KNOW HOW! – SAMEN STAAN WE STERK 3.1.
INSTROOM
3.2.
DOORSTROOM
3.3.
UITSTROOM
3.4.
AANKNOPINGSPUNTEN MET HET BELEID
3.5.
SLOT
4. PRIORITEITEN & ACTIES 4.1.
INSTROOM
4.2.
DOORSTROOM
4.3.
UITSTROOM
3
DE AUTOSECTOR EN DE AANVERWANTE SECTOREN: PARTNER BIJ DE UITVOERING VAN HET VLAAMSE BELEID De autosector en de aanverwante sectoren werken vanuit volgende sectorale visie aan de uitvoering van de prioriteiten en acties van dit sectorconvenant: 1. SCHETS VAN DE AUTOSECTOR EN AANVERWANTE SECTOREN De autosector bestaat uit de garagesector (PC 112) en de koetswerksector (PSC 149.2). De bedrijven uit de garagesector houden zich voornamelijk bezig met het onderhouden en herstellen van autovoertuigen en met de kleinhandel in nieuwe en tweedehandse voertuigen. Daarnaast kunnen deze bedrijven nog tal van andere activiteiten ontplooien, zoals kleinhandel in brandstof, groothandel in autovoertuigen, depannage en pechverhelping, etc. De hoofdactiviteiten in de koetswerksector spitsen zich voornamelijk toe op het herstel en de opbouw van koetswerken van autovoertuigen. De twee sectoren overlappen elkaar wat hun activiteiten betreft. Zo worden in de garagesector activiteiten uitgevoerd die ook in de koetswerksector terug te vinden zijn en vice versa. De aan de autosector verwante sectoren zijn de sector van de metaalhandel (PSC 149.4) en de sector van de terugwinning van metalen (PSC 142.1). De activiteiten van de bedrijven in de metaalhandelsector zijn zeer divers. De voornaamste activiteit, de groothandel in uitrusting voor de industrie en ander transportmaterieel dan autovoertuigen, vertegenwoordigt 41% van het totaal aantal bedrijven. Andere belangrijke hoofdactiviteiten zijn de groothandel in auto-onderdelen, de groothandel in bouwmaterialen en de handel in en transformatie van metalen. Deze 3 activiteiten worden uitgevoerd door 25% van de bedrijven in de metaalhandelsector. De hoofdactiviteiten van de overige bedrijven (44%) zijn te divers om beknopt te kunnen weergeven. 90% van de bedrijven uit de sector van de terugwinning van metalen zijn actief in de twee voornaamste activiteiten die men in deze sector terugvindt. Die twee activiteiten zijn: de groothandel in afval en schroot en de terugwinning van recycleerbaar metaalafval. De volgende kenmerken kunnen worden toegeschreven aan de autosector en de aanverwante sectoren: − De 4 sectoren tellen in Vlaanderen samen 8.642 bedrijven. De metaalhandelssector telt de meeste bedrijven ( 4.196), gevolgd door de garagesector ( 3.804), de koetswerksector ( 505) en de sector van de terugwinning van metalen (137). -
In Vlaanderen is het aantal bedrijven in de autosector sinds 2001 gedaald met 8% voor de garagesector en 14% voor de koetswerksector. Daartegenover staat dat het aantal bedrijven in de aanverwante sectoren in dezelfde periode gestegen met 1% voor de metaalhandel en 17% voor de sector van de terugwinning van metalen;
-
In totaal worden in Vlaanderen in de 4 sectoren 73.627 werknemers tewerkgesteld, waarvan er 32.470 (44%) het statuut van arbeider hebben.
-
Het aantal arbeiders is in Vlaanderen sinds 2001 gestegen in de metaalhandelsector (+13%) en de sector van de recuperatie van metalen (+15%). De garagesector (-3%) en de koetswerksector (-2%) laten een daling van het aantal arbeiders optekenen.
-
De 4 sectoren zijn echte KMO-sectoren. Zo stelt een bedrijf in Vlaanderen gemiddeld 8,5 werknemers te werk. Het gemiddelde aantal arbeiders per bedrijf bedraagt 3,8.
-
De betrokken sectoren tellen maar weinig vrouwelijke arbeiders. In Vlaanderen heeft meer dan 90% van de arbeiders het mannelijk geslacht.
-
Er wordt een algemene vergrijzing van de arbeiders in de 4 sectoren vastgesteld. Zo is sinds 2001 het aandeel 45-plussers in de garagesector met 7% toegenomen. Voor de koetswerksector bedraagt de toename 9% en voor de sector van de metaalhandel en de sector van de terugwinning van metalen respectievelijk 7% en 9%.
4
-
De VDAB beschouwt de volgende groepen van beroepen als knelpuntberoepen. Beroepen met kwantitatief en kwalitatief tekort: technicus elektromechanica, mechanica en autotechniek, mecanicien voor (motor)voertuigen, automobielexpert, monteerder en afsteller van machines en industriële installaties, onderhoudsmecanicien van machines en industriële installaties, onderhoudsmecanicien voor bouwplaats en landbouwmachines, arbeider in de metaalconstructie en auto-elektrotechnicus. Beroepen met een kwalitatief tekort: plaatwerker carrosserie, lasser en magazijnier. In de praktijk wordt echter vastgesteld dat de bedrijven moeilijk voldoende (geschoold) personeel kunnen vinden voor de meeste technische beroepen.
Hoewel men globaal genomen een inkrimping kan constateren van het aantal bedrijven in onze sectoren, neemt de tewerkstelling toe. Men kan dus stellen dat de vier EDUCAMsectoren met hun 14.027 bedrijven en 119.164 medewerkers een belangrijke pijler van ’s lands economie blijven (deze cijfers hebben betrekking op België en niet op Vlaanderen). EDUCAM ontwikkelt tal van opleidingsactiviteiten voor de betrokken sectoren: -
In 2011 werden in Vlaanderen 8.934 individuele cursisten opgeleid. Dit wil zeggen dat ongeveer 1 arbeider op 4 een opleiding bij EDUCAM volgde. Veruit de meeste cursisten waren afkomstig uit de garagesector (6.177).
-
In totaal stuurden in 2011 2.281 bedrijven in Vlaanderen 1 of meerdere cursisten op opleiding bij EDUCAM.
-
Dit alles resulteerde in 19.292 inschrijvingen, 3.196 opleidingssessies en 225.817 opleidingsuren
Meer gedetailleerde informatie over deze sectoren en EDUCAM is te vinden op de website http://www.educam.be. 2. UITDAGINGEN VOOR DE AUTOSECTOR EN AANVERWANTE SECTOREN Onze sectoren staan nog steeds voor enorme uitdagingen, uitdagingen die gelijkaardig zijn aan deze beschreven in het vorige convenant (de hierna vermelde cijfers zijn landelijk): -
-
-
de technologische ontwikkelingen blijven aan een ontzettend snel tempo evolueren en de bedrijven zullen de competenties en talenten binnen het bedrijf flexibel moeten inzetten en ontwikkelen om de uitdagingen aan te kunnen gaan: terwijl er nog voertuigen in de werkplaats komen die functioneren op basis van de vroegere elektromechanica, zijn er sinds enkele jaren voertuigen die meer weg hebben van een laptop op wielen en met digitale en elektronische technieken worden aangestuurd, en nu komen er steeds meer hybride en elektrische voertuigen de ateliers binnen. De beschikbaarheid en het kunnen verwerken en beheren van deze stroom aan technische en technologische informatie is een uitdaging zonder voorgaande; zo goed als alle beroepen in de autosector en aanverwante sectoren kampen al jaren met een tekort aan goed geschoolde medewerkers. Bij de jaarlijkse statistieken van de VDAB fungeren deze beroepen steevast in de top 10 van de knelpuntberoepen. Dat heeft enerzijds te maken met het niet zo gunstige imago van deze beroepen bij het ruime publiek, maar evengoed schort er wat aan het competentieniveau van de instromende werknemers. De brug tussen onderwijs/vorming en arbeidsmarkt verkorten blijft dan ook een continue uitdaging. Dialoog tussen beide partijen is dan ook van essentieel belang. de Europese wetgeving beheerst de distributiesystemen in de auto- en de aanverwante sectoren: sinds 1985 heeft een opeenvolging van groeps-vrijstellingsverordeningen de selectieve en exclusieve distributie van autovoertuigen, en meer algemeen van alle wegvoertuigen en machines, geregeld. Deze verordeningen leggen keer op keer een juridisch kader vast waarbinnen de sector(en) mag afwijken van het basisprincipe van de
5
vrije markteconomie. Sinds 1 juni 2010 zijn twee nieuwe verordeningen van kracht: EG 461/2010 voor de autovoertuigen en EG 330/2010 voor alle andere wegvoertuigen en machines. Beide verordeningen geven nog slechts een beperkte rechtszekerheid aan de meestal kleine ondernemingen op het niveau van de distributie en de reparatie tegenover de multinationals die de autoconstructeurs zijn. Niettemin worden door de automerken aan onze bedrijven zware investeringen opgelegd die slechts over een langere termijn van 15 tot 20 jaar kunnen afgeschreven worden, zowel fiscaal als economisch, en vereisen de nieuwe technologieën een flinke inspanning vanwege de medewerkers om hun competenties te verhogen; -
ook deze sectoren, net zoals andere kleinhandels- en ambachtssectoren, ontsnappen niet aan de trend naar schaalvergroting. Bij de autohandel en –reparatie vertaalt zich dat in de noodzaak om grotere bedrijven te creëren zodat de overheadkosten over een grotere omzet kunnen gespreid worden om de alsmaar kleinere winstmarges te compenseren. Die kleinere winstmarges zijn een rechtsreeks gevolg van de prijzenpolitiek van de automerken, onder druk van de mondialisering en de principes van het vrij verkeer van goederen en diensten, om weerwerk te bieden aan de bikkelharde concurrentie op de automarkt. Die concurrentie is evengoed te voelen op de lokale markten (bv op niveau van het Vlaams gewest), zowel in eenzelfde dealernet, als tussen netwerken van verschillende merken, als tegenover en binnen de onafhankelijke markt. Het aantal afgesloten contracten door dealers en agenten voor de officiële netwerken van de verschillende automerken van personenwagen kende een dalende tendens. In 2010 was er ten opzichte van 2009 een daling met 122 contracten en in 2011 was er nieuwe afnemen te noten van 91 contracten wat neerkomt op 3779 in 2011 ten opzichte van 3870 in 2010. Op niveau van het aantal bedrijven (dealers, agenten en erkende herstellers) is er ook een daling merkbaar in 2011 ten opzichte van 2010 nl. 3063 in 2011 ten opzichte van 3127 in 2011.
-
na de crisis gerelateerde daling van het aantal nieuwe verkochte voertuigen in 2009 kende de verkoop van personenwagens in 2010 een stijging van bijna 15%. Deze stijging zette zich in 2011 voort met 5%. Redenen voor deze stijging zijn, de organisatie van het Auto-en Motorsalon in 2010, de verbetering van het economische klimaat en de federale korting op factuur van wagens met een lage CO2-uitstoot. De afschaffing van de federale korting in 2012 zal een negatieve impact hebben op de verkoop van nieuwe wagens. Na jaren van zware crisis in de verkoop van bedrijfsvoertuigen is er een ware boost van verkoop geweest in 2011 van 17% maar het aantal inschrijvingen van nieuwe bedrijfsvoertuigen ligt nog altijd 12% lager dan in 2007 (deze cijfers hebben betrekking op België en niet op Vlaanderen).
-
De crisis heeft zich in beperkte mate laten voelen in de atelieractiviteiten die in de meeste bedrijven redelijk op peil zijn gebleven. Het aantal dagen economische werkloosheid in 2009 steeg met 37% t.o.v. 2008 gevolgd door een lichtere stijging van 4% in 2010. In 2011 nam de werkloosheid weer af met 11% t.o.v. 2010. In de metaalhandelsector woedde de economische crisis wel hevig. Zo was er een verviervoudiging van het aantal dagen in 2009 ten opzichte van 2008. In 2010 en 2011 was er beperkt herstel maar het niveau van voor de crisis wordt nog lang niet bereikt. De bedrijven geven er echter de voorkeur aan hun medewerkers in dienst te houden om ze zo spoedig mogelijk voltijds aan het werk te kunnen zetten van zodra de economie weer aantrekt. Daardoor is de werkgelegenheid globaal genomen stabiel gebleven (mits een kleine verschuiving van het aantal medewerkers met een arbeidersstatuut naar een bediendestatuut) op ruim 42.679 werknemers; vanuit de werkgeversfederatie wordt hard gewerkt aan een vergroening van de zogeheten mobiliteitssectoren, gaande van de tweewielers tot de bussen en vrachtwagens, door de oprichting van een platform voor de invoerders en distributeurs van elektrische en hybride voertuigen, Federauto Electric Mobility genaamd. De bedrijven die in dit platform verenigd zijn vragen aan de federale en de gewestelijke overheden een masterplan om de duurzame ontwikkeling te ondersteunen, zeker als we niet achterop willen geraken t.o.v. onze buurlanden waar dergelijke actieplannen al in de
-
6
uitvoeringsfase zijn. Elektrisch rijden kan een uitstekende kans en opportuniteit voor ons land zijn om de automobielindustrie en de sectoren van de distributie en reparatie een impuls te geven, de productie van alternatieve energie te vergroten en een nieuwe mobiliteitsindustrie te creëren. Zowel op federaal vlak als bij de gewesten zijn er voldoende kennis en mogelijkheden aanwezig om nieuwe elektrische voertuigproductie met nieuwe toeleverindustrie te initiëren. Belangrijk daarbij is dat het Vlaamse Gewest internationale klanten voor de productie en commercialisering kan aantrekken.
3. VISIE: TOGETHER WE KNOW HOW! – SAMEN STAAN WE STERK De visie van het sectorconvenant 2010-2012 wenst de sector verder te zetten in dit convenant. Om de aandachtspunten en uitdagingen aan te pakken worden de acties verdergezet, verdiept en versterkt rekening houdend met de lessen die er getrokken kunnen worden uit de vorige jaren, de accenten die naar voren worden gebracht in het Vlaamse beleidskader en de bestaande of nieuwe noden in de sector. De onderstaande visie werd opgedeeld in een instroom, doorstroom en uitstroomluik. Na elke onderdeel wordt er een overzicht gegeven van de prioriteiten en acties die van toepassing zijn op het desbetreffende onderdeel. Het initiëren, stimuleren en financieren van projecten is een rode draad om de uitdagingen aan te gaan met kwaliteitsvolle partnerschappen. De kwaliteit van deze samenwerkingen en partnerschappen wensen we dan ook centraal te zetten. We willen verder inzetten op het creëren van oplossingen die antwoorden kunnen bieden op de vragen die er leven op de arbeidsmarkt, de onderwijs- en vormingswereld en het Vlaams beleid.
3.1.
INSTROOM
Vacatures die lange tijd open staan of niet ingevuld geraken, de verdere vergrijzing, de noodzaak voor juiste basiscompetenties in kader van stijgende competitiviteit en technologische innovatie, een lage instroom in opleidingen die leiden naar de autosector en aanverwante sectoren, … Het zijn allemaal elementen waarmee de 4 sectoren te kampen hebben en die de komende jaren met een nog luidere stem zullen weerklinken. EDUCAM wenst deze instroom-uitdagingen aan te pakken op 2 grote actievelden: -
acties gericht op het onderwijs (in de brede zin van het woord): prioriteit 1-5
-
acties gericht naar werkzoekenden ( via VDAB en derdenorganisaties): prioriteit 6
De kerngedachten die we met de acties willen verwezenlijken zijn een verhoging van de instroom in de opleidingen en onderwijsrichtingen die leiden tot de beroepen in de verschillende sectoren en het verhogen van de kwaliteit en kwantiteit van de instroom op de arbeidsmarkt en dit in samenwerking met meerdere partners. De sector wenst het vak te promoten en dus een grotere bekendheid na te streven bij leerlingen, scholen, cursisten, werkzoekenden, werkenden, ouders, … van de beroepen, uitdagingen, opportuniteiten en loopbaanmogelijkheden die er zijn in de verschillende sectoren. Ook het hoger onderwijs dient gepromoot te worden om de toekomstige behoeften aan technisch (hoger en minder hoog) geschoolden in onze sectoren te kunnen opvangen. De school- en beroepskeuze van jongeren beïnvloeden en begeleiden is hierbij een cruciaal element. Een positieve keuze om te willen werken in de auto- en aanverwante sectoren, dat is een te bereiken doel. Maar de positieve keuze voor technologie is niet alleen een probleem in de auto en aanverwante sectoren. De handen in elkaar slaan en een intersectorale samenwerking nastreven voor de promotie van techniek is dan ook een
7
doelstelling de komende jaren. De mogelijkheden die het STEM-actieplan aanreikt, ‘de Talentenfabriek’ van Technopolis, intersectorale overlegplatformen, … willen we dan ook met beide handen aangrijpen. Naast de promotie van de technische beroepen is het verhogen van de kwaliteit van de instroom op de arbeidsmarkt een echte uitdaging. Dit kan op verschillende manieren aangepakt worden nl. -
De opleidingsprogramma’s afstemmen op de noden die er leven op de arbeidsmarkt: een betere afstemming van de behoeften van de sector kan mogelijk gemaakt worden door de bestaande leerprogramma’s beter af te stemmen of nieuwe in te voeren. De sector pleit ook voor een competentiegericht onderwijs en het belang om competenties van leerlingen én leerkrachten te versterken. De sector wenst dan ook de uitdaging om mee te werken aan de Vlaamse Kwalificatiestructuur aan te gaan en de komende jaren beroepskwalificatiedossiers in te dienen.
-
De ondersteuning van leerkrachten, lesgevers en instructeurs is een zeer belangrijke schakel voor de kwalitatieve instroom in de sector. Het kwalificatieniveau van de ‘nieuwe’ werknemers staat of valt immers met het opleidingsniveau van hun leerkrachten/trainers. De sector zal om deze reden volgende acties verderzetten en/of verdiepen: o
Het opleidingsaanbod leerkrachten/trainers
(verder)
ontwikkelen
op
maat
van
de
o
didactische tools en leermiddelen ontwikkelen die de leerkrachten na de opleiding kunnen gebruiken als ondersteuning van hun lessen en kunnen overdragen aan de leerlingen/cursisten. Centraal staan namelijk de leerlingen/cursisten. Zij moeten immers de vruchten dragen van de opleidingen die hun leerkrachten/trainers gevolgd hebben.
o
Opleidingen organiseren specifiek voor de jongeren. Op deze manier kan deze doelgroep al in een vroege fase gesensibiliseerd worden voor opleiding en het belang van levenslang leren in een loopbaan.
De transitie van onderwijs naar arbeidsmarkt is van cruciaal belang in de loopbaan van een individu. De werkloopbaan moet gestart worden met een solide basis om van daaruit via levenslang leren nieuwe competenties te ontwikkelen en te groeien in de loopbaan. Praktijkervaring staat centraal in dit gegeven. Het aanreiken van mogelijkheden met betrekking tot praktijkervaring is een andere belangrijke pijler. Werkplekleren krijgt ook de nodige aandacht voor jongeren enerzijds en voor werkzoekenden anderzijds. Zo zal er een sectorale visie ontwikkeld worden rond werkplekleren in het secundair onderwijs maar zal er ook in samenwerking met de VDAB een stagebegeleider aangeworven worden. In beide acties zal de nodige aandacht gaan naar het thema diversiteit. Verder dienen ondernemingen gesensibiliseerd en ondersteund te worden bij het organiseren van werkplekleren, stages en werkleerplekken in het bedrijf, wat de instroom vanuit het onderwijs en de beroepsopleidingen kan verbeteren. Maar ook de nodige ondersteuning bieden met de ontwikkeling van peterschapsopleiding behoort tot de mogelijkheden. Samenwerkingen zijn in dit gegeven cruciaal. Deze zullen verder uitgewerkt worden met: -
De onderwijspartners uit het BSO, TSO, DBSO en volwassenonderwijs
-
SYNTRA Vlaanderen
-
VDAB en sociale initiatieven
8
-
De provinciale RTC’s en RTC Netwerk die opereren als intermediair tussen de onderwijswereld en arbeidsmarkt. Door hun wederzijdse contacten en samenwerkingsverbanden zijn ze een onmisbare schakel in dit project.
-
Andere opleidingspartners zoals CNO
-
Samenwerkingen met bedrijven uit de verschillende sectoren
In onze bedrijfstak leeft nog enorm veel onbenutte kennis en creativiteit. De sociale partners willen het contact stimuleren tussen ervaring en jong talent, tussen denkers en doeners, tussen vragers en aanbieders. Hoe opener de samenwerking is, hoe beter elkaars meerwaarde wordt gezien. Met elkaar praten, kennis delen en nieuwe ideeën en inspiratie verwerven, is belangrijk. De autosector en de aanverwante sectoren werken voor het luik instroom aan de uitvoering van de volgende prioriteiten en acties van dit sectorconvenant:
o
Prioriteit 1: De sector treedt op als draaischijf met het oog op een beleid inzake innovatie en competentieontwikkeling o
o
o
Actie 1. Het ontwikkelen van de sectorale competentieagenda voor de instroom in de sector
Prioriteit 2: Het onderwijs verder afstemmen op de uitdagingen en evoluties van de autosector en aanverwante sectoren en de samenwerking met scholengemeenschappen stimuleren om talent naar de sector te leiden en om de ongekwalificeerde instroom in te dijken o
Actie 1. De platformtekst: Samenwerking en overleg via het overlegpanel
o
Actie 2. De ontwikkeling van acties, instrumenten, producten, … voor jongeren, leerlingen en lesgevers in samenwerking met de onderwijs- en vormingspartners (zie ook prioriteit 3).
o
Actie 3. Ontbrekende leerprogramma’s signaleren en helpen invoeren en bestaande leerprogramma’s helpen afstemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt
o
Actie 4. Jongeren bewust maken voor groene economie
o
Actie 5. Samenwerking met de verschillende RTC’s om nieuwe technologieën uit de auto- en aanverwante sectoren in het onderwijs te introduceren
o
Actie 6. Een kwaliteitsvolle en intensieve samenwerking tussen de sector en SYNTRA Vlaanderen in kader van de uitdovende leertijdopleiding Garagehouder-Hersteller en de nieuwe opleiding Polyvalent Mecanicien lichte voertuigen
o
Actie 7. Optimaliseren van de samenwerking met het DBSO en het volwassenonderwijs
Prioriteit 3: De autosector en metaalaanverwante sectoren beter kenbaar maken en een optimale doorstroming realiseren binnen het onderwijs en van het onderwijs naar de bedrijven o
Actie 1. Stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze
9
Prioriteit 4: De beroepsspecifieke competenties van leerkrachten en leerlingen versterken
o
o
Actie 1. Didactisch materiaal voor de auto- en aanverwante studiegebieden
o
Actie 2. Organiseren van infosessies, lezingen, nascholingen, certificeringen voor lesgevers/instructeurs
o
Actie 3. Competentietool voor lesgevers
o
Actie 4. Organiseren van infosessies en opleidingen voor jongeren
o
Actie 5. Sectorale actie met betrekking tot koetswerkopleidingen voor stagiairs
Prioriteit 5: Verschillende vormen van leren op de werkvloer implementeren en ondersteunen
o
o
Actie 1. De kwaliteit en matching verbeteren voor werkervaringsplaatsen en stageplaatsen
o
Actie 2. Intersectorale werkgroep SERV
Prioriteit 6: Bevorderen van de inspanningen om de aansluiting tussen werkzoekenden en de arbeidsmarkt te verbeteren
o
3.2.
o
Actie 1. Instroom van (jonge) werkzoekenden bevorderen via kwalitatieve begeleiding
o
Actie 2. Ondersteunen van VDAB-trainers met kennis en knowhow over veiligheidsvoorzorgen in verband met de nieuwste technologie (bv. hybride en elektrisch aangedreven voertuigen)
o
Actie 3. IBO verder ondersteunen
o
Actie 4. Addendum werkplekleren
o
Actie 5. Knelpuntberoepen in de autosectoren verminderen i.s.m. VDAB
DOORSTROOM (COMPETENTIEBELEID EN TALENTONTWIKKELING: LEVENSLANG LEREN)
Hoe ziet de arbeidsmarkt van morgen eruit? Waar gaan onze kinderen later werken? Welke vaardigheden en competenties moeten we ontwikkelen? Moeilijke en cruciale vragen voor de burger, werkgever, opleidingsverstrekkers, en beleidsmakers met het oog op gerichte keuzes. Met meer gemiddeld langer blijven werken en een vlotte overgang van werk naar werk bewerkstelligen is een cruciale uitdaging voor de komende jaren. Het kennis- en opleidingsfonds geeft de veranderingen, gebeurtenissen en activiteiten weer vanuit de hele sector en, op een hoger niveau, in de wereld. Deze weergave en kennisdeling gebeuren op verschillende manieren nl.: -
Continue gegevensverzameling en -analyse over beroepen en competenties op nationaal en internationaal vlak (vb.; onderzoeken van INNOVAM, BOVAG, ICDP)
-
Het in kaart brengen van trends en uitdagingen die afkomen op de sector in Vlaanderen, Europa en de wereldeconomie aan de hand van desk research en/of een verkennende workshop.
-
Het detecteren van bedrijfsbezoeken.
toekomstige
competentienoden
aan
de
hand
van
10
-
Een vergelijking van opleidingsaanbod.
-
Het opstellen van onderzoeksproces
de
een
toekomstige actieplan
op
competentienoden basis
van
de
met
het
bevindingen
huidige in
het
De voorspellingen over de tekorten met betrekking tot technisch gekwalificeerd personeel worden meer en meer een deel van de realiteit. Een anticipatieve houding met betrekking tot de vergrijzing en ontgroening is dan ook noodzakelijk. Er is dus behoefte aan inzicht in vaardigheden, competentie-eisen en –profielen en kijken over de grenzen van diversiteit. KMO-sector De auto- en aanverwante sectoren bestaan voor 81% uit ondernemingen met minder dan 10 werknemers (55% van de werknemers). Zo stelt een bedrijf in Vlaanderen gemiddeld 8,5 werknemers te werk. Het gemiddelde aantal arbeiders per bedrijf bedraagt 3,8. Sinds jaren zijn de sectorale acties erop gericht om zo veel mogelijk begeleiding "op maat" aan te bieden in persoonlijke contacten (zie later de one-stop-shop benadering) en bedrijfsbezoeken bij de KMO’s om een persoonlijk antwoord te vinden op de noden van de bedrijven. Veelvuldig persoonlijk contact is immers dé manier om zicht te krijgen op de opleidingsvragen van de bedrijven. Deze benadering maakt de werking van het opleidingscentrum voor de auto- en aanverwante sectoren arbeidsintensief. De bezoeken worden versterkt met een actieve communicatie gericht op het bedrijf zelf via mailings, catalogi, sectorspecifieke communicatie in magazines van werkgevers- en werknemersorganisaties. Verder wensen we te investeren in een proactieve, doelgerichte, gestructureerde en georganiseerde communicatie met de media om de verschillende doelgroepen binnen de sector te bereiken (prioriteit 10). Het opleidings- en kenniscentrum heeft de opdracht om de ondernemingen te begeleiden naar een performant en strategisch competentiebeleid en talentontwikkeling (prioriteit 7). Het is dus de uitdaging om ondernemingen in de sector te hebben met competent personeel of hen te ondersteunen in het vinden van competent personeel, om het competentieniveau van werknemers te verhogen of werknemers competent te houden om hun kansen op de arbeidsmarkt intact te houden én de ondernemingen competitief te houden. Optimalisering van het vakmanschap en verdere professionalisering van de mobiliteitsbranche en aanverwante sectoren voor werknemers en bedrijven, daar draait het om en daar staat EDUCAM voor. Het opleidings- en kenniscentrum heeft hiervoor een leidraad opgesteld met diensten, producten en tools. Er dient werk te worden gemaakt van de begeleiding van werknemers door het opstellen van kwalitatieve opleidingsplannen, ondersteuning via een opleidings-cv, de sectorale beroepsprofielen, met aandacht voor het oogpunt van de individuen en het oogpunt van de ondernemingen. Verder zal er ook werk worden gemaakt van het verzamelen van goede praktijken opdat bedrijven uit de sector zich hieraan kunnen spiegelen en van elkaar kunnen leren. Een continue sensibilisering van de bedrijven met betrekking tot competentiebeleid en talentontwikkeling blijft enorm belangrijk. We willen de boodschap meegeven dat competentiebeleid en talentontwikkeling mogelijk is voor elk bedrijf ongeacht de grootte ervan. Dit beleid kan uit kleine acties bestaan, maar die wel veel teweegbrengen en ten goede komt aan de medewerkers en het bedrijf. Het uitreiken van een "ervaringsbewijs" of sectorale certificering behoort ook tot de mogelijkheden. In tijden van economisch ongunstige conjunctuur en nakende ontslagen is er ook een belangrijke rol weggelegd voor de werknemer zelf om initiatief te tonen en zijn/haar inzetbaarheid aan te tonen. Dit kan o.a. via de bovenvermelde competentietools.
11
Verder zal aandacht geschonken worden aan kennisretentie en – transfer, aan doorgroeimogelijkheden enz. EDUCAM zorgt er voor dat zowel de bedrijven als de huidige en toekomstige medewerkers zich kunnen (blijven) ontwikkelen. Op die manier draagt het opleidings- en kenniscentrum bij tot het succes van de ondernemingen van de sector. Tegen het licht van een snel veranderende economie, neemt het belang van een systeem voor de detectie van toekomstige arbeidsmarktbehoeften en competentienoden toe. Zo is de impact van elektrische en hybride voertuigen op de atelieractiviteit niet te onderschatten en blijvende aandacht is noodzakelijk. De werknemers en bedrijven voorbereiden en versterken in deze evolutie is dan ook belangrijk. Het opleiden en ontwikkelen van medewerkers en het bedrijf zijn cruciaal om de kennis, vakbekwaamheid en professionaliteit van medewerkers en bedrijven te vergroten maar ook om de deelname aan permanente vorming te blijven stimuleren. Daarom wordt het sectorale aanbod van performante en arbeidsmarktgerichte opleidingen up-to-date gehouden, voortdurend aangepast aan de vraag, en in een eenvoudig hanteerbare tool aangeboden opdat iedereen de juiste vaardigheden meekrijgt voor de banen van vandaag en morgen. Ook de veiligheids- en milieuopleidingen moeten in het algemeen meer aandacht krijgen en in het bijzonder beter onder de aandacht van de ondernemingen gebracht worden (prioriteit 8). Diversiteit Kijken over de grenzen van diversiteit is noodzakelijk voor een sector die zelf al behoorlijk "divers en vergrijsd" is. De sectorale sociale partners stellen dan ook dat de acties om meer diverse werknemers aan te trekken, die we sinds jaar en dag op dit vlak ontwikkelen, ondertussen opgenomen zijn in de CAO. Informatie- en sensibiliseringsacties alsook ondersteunende acties (i.s.m. met partners zoals SERV, RESOC’s, VDAB, SYNTRA Vlaanderen, …) blijven aangewezen. Het belang van de competenties van een werknemer wensen we centraal te plaatsen bij de bedrijven en niet de afkomst, handicap of leeftijd. In kader van de diversiteit in de sectoren is een continue promotie en sensibilisering belangrijk en dit bij instroom, doorstroom en uitstroom (diversiteitscheck per actie en prioriteit 9). Tot slot, innoveren is grenzen verleggen. Verbanden vinden waar anderen verschillen zien. Bruggen bouwen waar anderen tegen muren aanlopen. Vragen blijven stellen, ook als iedereen denkt het antwoord al lang te kennen. Grenzen verleggen is mensenwerk. Samen de schouders eronder zetten en iets voor elkaar krijgen wat anderen niet voor mogelijk houden. De autosector en de aanverwante sectoren werken voor het luik doorstroom aan de uitvoering van de volgende prioriteiten en acties van dit sectorconvenant:
o
Prioriteit 7: Bedrijven ondersteunen bij het ontwikkelen en implementeren van een duurzaam strategisch competentiebeleid en talentontwikkeling o
Actie 1. De sectorale competentieagenda bedrijven en werknemers
o
Actie 2. Het kwalitatief Opleidingsplan
o
Actie 3. Het OpleidingsCV
o
Actie 4. Sectorale Beroepsprofielen
o
Actie 5. Ervaringsuitwisseling
o
Actie 6. Werkplekleren
o
Actie 7. Ervaring en competenties herkennen en erkennen
o
Actie 8. Meewerken aan het digitaal platform COMPETENT (SERV)
o
Actie 9. Meewerken aan de invulling van de Vlaamse Kwalificatiestructuur
12
o
o
o
3.3.
Prioriteit 8: Inspanningen leveren om talent van de werknemers in de sector te activeren of te bevorderen en competenties te versterken o
Actie 1. Competenties versterken: talent in de sector activeren en begeleiden en continu het kwalificatieniveau bevorderen
o
Actie 2. Opleidingen voor arbeiders uit onze sectoren krachtiger en doelgericht inzetten
Prioriteit 9: Een diversiteitsbeleid in de bedrijven uit de autosector en aanverwante sectoren stimuleren en ondersteunen o
Actie 1. De sector werkt samen in het kader van diversiteit met de projectontwikkelaars van de SERR/RESOC’s
o
Actie 2. Actieve communicatie en sensibilisering naar de bedrijven toe met betrekking tot diversiteit
o
Actie 3. Non-discriminatieclausule in het kader van stagebegeleiding VDAB
Prioriteit 10: Versterken en uitbouwen van duurzame partnerschappen communicatiekanalen met het oog op informeren, sensibiliseren en faciliteren
en
o
Actie 1. De uitbouw van communicatiekanalen met het oog op informeren, sensibiliseren en faciliteren van de sector
o
Actie 2. Optreden als kenniscentrum op basis van de arbeidsmarktvisie
o
Actie 3. Het versterken en uitbouwen van duurzame partnerschappen
UITSTROOM
We stellen vast dat de sector krimpt en er een stijgende vergrijzing is. Uitstroom is dus onvermijdelijk. Oudere werknemers dienen geboost te worden om bij te scholen of om te scholen (nieuwe technologie), om langer aan het werk te blijven en om hun opvolgers voor te bereiden (mentorrol in het bedrijf). Bovendien dient een sociaal innoverend beleid ingang te vinden waarbij werken aan "werkbaar werk" ook aandachtspunten zijn. Kennisretentiebeleid voor uitstromende werknemers dient aan belang te winnen. Deze kennisretentie kan via de mogelijkheden van peterschap enerzijds en de continue aandacht voor opleiding ook in periodes van algemene economische laagconjunctuur anderzijds deze retentie ondersteunen. Boosten kan tevens door de oudere werknemers scherp te houden m.b.t. huidige of toekomstige kennis & technologie en te blijven prikkelen m.b.t. huidige socio-economische of demografische evoluties.
13
De autosector en de aanverwante sectoren werken voor het luik doorstroom aan de uitvoering van de volgende prioriteiten en acties van dit sectorconvenant:
o
3.4.
Prioriteit 11: Inspanningen leveren om de uitstroom van talent in de sector in te dijken of vruchtbaar te laten verlopen o
Actie 1. Begeleiden bij herstructureringen.
o
Actie 2. Samenwerking met interventieadviseur en de participerende rol in de tewerkstellingscellen
o
Actie 3. Competenties centraal stellen en een competentiebeleid m.b.t. de doelgroep van de uitstroom bij de ondernemingen en opleidingscentra stimuleren
o
Actie 4. Analyse van werkbaarheid.
AANKNOPINGSPUNTEN MET HET BELEID
Het is duidelijk dat de sector raakvlakken vindt met de ambities en engagementen zoals voorgesteld in: - het Regeerakkoord - het Loopbaanakkoord - Beleidsnota Werk ’09-’14: art. 2.6, art. 3.1., art.3.1.1, art.3.2.1, art.3.4.2, art.3.4.4, art.3.6, art.3.6.1, art. 3.6.2., art.3.8, art. 3.9, art. 3.12, art. 3.12.1. - Beleidsnota Onderwijs & Vorming ’09-’14: art 1.6, 2.4, 2.6, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.7 en 4.8 - Beleidsbrief Werk - Beleidsbrief Onderwijs - Het decreet op de sectorconvenants - De evaluatie van de competentieagenda 2007-2010 - de Lissabon-strategie - VIA - Agenda New Skills for New Jobs - Pact 2020: punt 5 doelstelling 11 3.5.
SLOT
Samen op weg naar een mooie toekomst voor de bedrijven, (toekomstige werknemers) in de verschillenden sectoren! Samen willen we inspanningen leveren om bestaande initiatieven voort te zetten, te consolideren, de focus te houden en innoverende acties op touw te zetten. De sector is ervan overtuigd dat hij samen met de Vlaamse Overheid en de verschillende partners synergetisch kan werken, dat we elkaar kunnen stimuleren en wederzijds inspireren. De onderstaande prioriteiten en acties zijn een vertaling van de nodige inspanningen. Voor EDUCAM betekent het uitvoeren van het protocol van samenwerking met de Vlaamse Regering echt teamwerk, waar een hele ploeg mee aan werkt. Zo worden de 6 VTEsectorconsulenten ingezet in verschillende departementen nl. 3 VTE-en in het team van bedrijfsconsulenten voor de doorstroom- en uitstroomacties, 2 VTE- consulenten die de
14
acties op vlak instroom en diversiteit realiseren en 1 VTE in het team van de studiedienst. Deze 6 VTE’s versterken EDUCAM voor de onderstaande prioriteiten en acties. Together we know how … Samen staan we sterk! 4. PRIORITEITEN EN ACTIES 4.1.
Instroom
15
Instroom
PRIORITEIT 1 De sector treedt op als draaischijf met het oog op een beleid inzake innovatie en competentieontwikkeling Motivatie De sector tekent een beleid uit en zet acties op ten aanzien van lesgevers, leerlingen en werkzoekenden: detecteren van competentiebehoeften bij technologische veranderingen, zicht houden op huidige en toekomstige sectorale competentiebehoeften en arbeidsorganisatorische innovaties en veranderingen in de productportfolio. Hierbij staat praktijkervaring en –kennismaking centraal. De competentienoden en behoeften worden via verschillende acties geïntegreerd in een algemene competentieagenda specifiek gericht op de verschillende instroomdoelgroepen.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Het verder zetten en actualiseren van de sectorale competentieagenda voor de instroom in de sector Omschrijving Als kenniscentrum van en voor de autosector en aanverwante sectoren zet EDUCAM zich al meer dan 20 jaar in om het competentie- en kennisniveau van lesgevers en (toekomstige) werknemers op peil te brengen en te houden. Met specifieke tools en diensten wordt de sectorale competentieagenda voor de instroom verdergezet. Deze agenda is het kader waarbinnen de acties van de sector naar onderwijs en vorming toe worden geplaatst. Van studiekeuze over technische opleidingen tot EDUSCAN, elk van de tools is een puzzelstukje van de agenda. De ontwikkelde agenda wordt jaarlijks geactualiseerd en het resultaat wordt gecommuniceerd aan scholen, partners, lesgevers met de instroomcatalogus. Deze catalogus is ook terug te vinden op de website van EDUCAM. •
Studiekeuze
Uitbouwen van competenties in het onderwijs: een loopbaan start al in het onderwijs. •
Sectorale competentienoden
De sociale partners en EDUCAM stippelen de beroepenstructuren uit en detecteren dus de competentiebehoeften die ontstaan bij technologische veranderingen en behouden het zicht op huidige en toekomstige sectorale competentiebehoeften, arbeidsorganisatorische innovatie en verandering in de productportfolio via de werking van de sectorale beroepsprofielen (zie prioriteit 1 –actie 2).
16
•
Certificering
Het inzetten van meetinstrumenten dat experts uit de sector uitwerkten op basis van de sectorale beroepsprofielen en dat eveneens werd afgetoetst aan de sectorale arbeidsmarkt helpt om kennis- en competentieniveau objectief zichtbaar te maken. Op die manier krijgt de sector een zicht op de nog te ontwikkelen competenties en krijgen de bedrijven uit de sector duidelijkheid over het instroomniveau (zie prioriteit 1 – actie 2). •
Werkplekleren
Meer & beter werkplekleren (stage én leerwerkplek) en streven naar een verdere uitbreiding van het aanbod en een kwalitatieve verbetering van de werkervaring als methodiek. •
EDUSCAN
Met EDUSCAN hoopt de sector de lesgevers te ondersteunen via de mogelijkheid om zelf een scan uit te voeren op hun technische competenties. •
Informeren
Informeren en sensibiliseren over competentiebeleid en talentontwikkeling: de Talenten Hefboom, de sectorale beroepsprofielen, de Toekomstopwielen.be posters/onthaalkit/lesbrieven voor leerkrachten, de instroomcatalogus, de sectorale studies. Betrokken partners De VDAB, het onderwijsveld, SYNTRA, ESF-agentschap Vlaanderen, SERV, de sociale partners, de sector.
Voortgangsindicatoren •
Er zal een kwalitatief actieplan uitgewerkt worden in kader van werkplekleren
•
Er worden jaarlijks 1000 geüpdatete instroomcatalogi gedrukt en verspreid onder de partners van de vormings-en onderwijswereld. De update gebeurt op basis van externe en interne feedback.
•
De sector zal de sectorale beroepsprofielen verder ontwikkelen en actualiseren
•
De sectorale studies worden jaarlijks of tweejaarlijks geüpdatet.
•
Er wordt een infotool voor studie- en beroepskeuze ontwikkeld
•
EDUSCAN bekend maken bij alle lesgevers
Diversiteitscheck Het opleidings- en kenniscentrum streeft ernaar een diversiteitsbeleid in onze sectoren te stimuleren, kortom een divers personeelsbeleid te voeren, acties om de instroom in bedrijven te verbeteren, aandacht voor jonge laaggeschoolde werkzoekenden, allochtonen, deeltijds lerende jongeren, laaggeschoolde arbeiders. Herkennen en erkennen van verworven competenties op de arbeidsmarkt is een pleidooi van de sector in dit kader: zichtbaar maken van alle competenties en ervaringen, valideren van de vaardigheden en kennen van verworven competenties op de arbeidsmarkt. De instrumenten van de competentieagenda worden aan alle partners aangereikt opdat alle groepen bereikt kunnen worden en de competenties van de jongeren en lesgevers centraal staan. De doelstelling is ook om in kader van de stagebegeleiding voor de werkzoekenden i.s.m. de VDAB te werken aan een non-discriminatieclausule voor de stagecontracten die afgesloten worden tussen de werkzoekenden en de bedrijven.
17
Instroom
PRIORITEIT 2 Het onderwijs verder afstemmen op de uitdagingen en evoluties van de autosector en aanverwante sectoren en de samenwerking met scholengemeenschappen stimuleren om talent naar de sector te leiden en om de ongekwalificeerde instroom in te dijken Motivatie Vacatures in de autosector en aanverwante sectoren worden vaak niet of traag ingevuld (knelpuntberoepen). Onderwijs en vorming zijn en blijven één van de belangrijkste instroomkanalen voor onze sectoren. Daarom is het voor onze sectoren van het grootste belang om de gezamenlijke visie rond knelpunten in de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te delen, actiepistes te ontwikkelen om de knelpunten stap voor stap weg te werken en ons te engageren voor concrete acties op korte, middellange en lange termijn. Verder is een betere afstemming van de leerprogramma’s op de behoeften van de sector van cruciaal belang voor een kwalitatieve instroom. Alles start natuurlijk met de instroom van jongeren in de studierichtingen die toeleiden naar de autosector en aanverwante sectoren. Een intersectorale samenwerking voor de promotie van technische opleidingen is dan ook een must. Voor een goed begrip: met de term "onderwijs" verwijst de sector naar de wereld waarin jongeren en (jonge) volwassenen (uit het onderwijsveld en het alternerend leersysteem) onderricht krijgen.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: De platformtekst: Samenwerking en overleg via het overlegpanel Omschrijving De sector zal verder via het "overlegpanel platformtekst Opleidingen Autotechniek voor Jongeren (Onderwijs en Vorming)" – geïnstalleerd met vertegenwoordigers uit de sector (sociale partners), uit het onderwijs- en vormingslandschap en observatoren van uit het beleid – overlegmomenten organiseren met de verantwoordelijken van de verschillende onderwijsnetten en de beroepsopleiding.
18
De arbeidsmarkt zal ook zijn plaats krijgen binnen het overlegpanel om praktijkgerichte insteek te geven binnen dit kader om echte kennisdeling te kunnen bereiken. Voor deze overlegmomenten zal de SERV zijn voorzittersrol opnemen en samen met de sector de overlegmomenten trekken. De mogelijkheden zullen bekeken worden om een addendum op te maken bij de bestaande platformtekst. In dit constructief overlegplatform is er ruimte voor gedeelde inzichten en wederzijdse kennis, gezamenlijke stand- en aandachtspunten, gedeelde verantwoordelijkheid en concretisering van engagementen via werkgroepen. Kortom, sectorale acties met betrekking tot het onderwijs worden er besproken en engagementen geconcretiseerd in verdere acties van de sector, het onderwijs, de basisvorming en het beleid. De partners van de platformtekst zullen samen met de sector noden en behoeften detecteren zoals er is gebeurd in samenwerking RTC Netwerk en VDAB met betrekking de certificering ‘De terugwinning van gefluoreerde broeikasgassen uit klimaatregelingssystemen in bepaalde motorvoertuigen’. Ook intersectorale acties en acties van uit het beleid hebben hier hun plaats zoals de evoluties in kader van het STEM-actieplan en de overlegmomenten techniek bij RTC OostVlaanderen. Het overlegpanel platformtekst kent zijn equivalenten in het Franstalig en Duitstalig landsgedeelte. Het is een uniek platform dat regionale, communautaire en sectorale actoren samenbrengt en voor uniformiteit zorgt in een steeds meer aan belang winnende internationale context. Een voorbeeld dat in 2012 werd gelanceerd en dat zijn oorsprong kent in deze overlegmomenten is EDUSCAN. Deze tool zal verder verdiept en ontwikkeld worden in de komende jaren en binnen het kader van de platformtekst. Niet alleen de overlegmomenten met het voltallige overlegpanel maar ook de verderzetting en start van bilaterale overlegmomenten met de partners apart wordt een streefdoel de komende jaren. De combinatie van deze bilaterale overlegmomenten en het voltallige overlegpanel kan een versterking betekenen van de samenwerking. De actie Toekomstopwielen.be heeft natuurlijk ook zijn plaats binnen het samenkomen met de vertegenwoordigers van de verschillende onderwijsnetten om te peilen naar de behoeften betreffende de didactische ondersteuning van het onderwijs. Betrokken partners De sociale partners, FEBIAC, EDUCAM studiegebied verantwoordelijken van de onderwijsnetten voor TSO, BSO, CVO, DBSO; vertegenwoordigers vanuit DBO, CNO, VLOR, VDAB, SYNTRA Vlaanderen, de provinciale RTC’s en RTC Netwerk en de SERV. Beoogde sectorale rol/inbreng De sector engageert er zich toe om de overlegmomenten te organiseren en beoogt een optimale afstemming van de acties naar onderwijs en vorming in samenwerking met de partners van de platformtekst. De trekker van dit overlegplatform is de sector onder andere via Toekomstopwielen.be en de voorzittersrol wordt opgenomen door de SERV.
Voortgangsindicatoren • • •
De sector zal minimum 2 bijeenkomsten organiseren met alle leden van platformtekst De mogelijkheid wordt onderzocht om een addendum op te maken Het verderzetten of opstarten van de bilaterale overlegmomenten met de leden van de platformtekst
19
Actie 2: De ontwikkeling van acties, instrumenten, producten, … voor jongeren, leerlingen en lesgevers in samenwerking met de onderwijs- en vormingspartners (zie ook prioriteit 3) Omschrijving De ondersteuning van leerkrachten, lesgevers en instructeurs is een zeer belangrijke schakel voor de kwalitatieve instroom in de sector. Het kwalificatieniveau van de ‘nieuwe’ werknemers staat of valt immers met het opleidingsniveau van hun leerkrachten/trainers en de beschikbare didactische tools en leermiddelen. De sector zal om deze reden volgende acties verderzetten en/of verdiepen: •
Producten, diensten en concepten o Op basis van de input vanuit de evoluties in de sector en de instroomwereld zal de sector jaarlijks een aantal nieuwe producten, diensten, concepten en flexibele opleidingsinitiatieven ontwikkelen specifiek voor het instroompubliek in de onderwijsen vormingswereld. o De sector stelt hiervoor zijn beroepenobservatorium open, ontwikkelt een actuele visie over de beroepen en de gerelateerde macrocompetenties en houdt rekening met de fundamentele technologische facelift. o De sector zal basiscompetenties ondersteunen, aandacht hebben voor de problematiek, alternatieven, maatregelen en oplossingen in het kader van de technologische (r)evolutie (belang van veiligheid en milieu aan bijvoorbeeld toekomstige hybride en elektrische wagens, aan abstract redeneren, elektriciteit, hydraulica, zelfstandig werken en algemene kennis). o Praktijkervaring en opleiding blijven voor de sector één van de belangrijkste onderdelen voor de instroomopleidingen. De betrokken partners zullen afspraken maken omtrent de uitwisseling aangaande infosessies over nieuwe technologieën, train the trainers m.b.t. de nieuwe technologieën en didactisch materiaal m.b.t. nieuwe technologieën de ontwikkeling van praktijkoefeningen. o Het nieuwe opleidingscentrum van de sector fungeert als uitstalraam en stelt de deuren van zijn infrastructuur open voor opleidingen, Train-The-Traineropleidingen (m.b.t. de nieuwe technologie), intersectorale opleidingen (veiligheid met betrekking tot hybride en elektrische voertuigen voor auto en metaalaanverwante sectoren, transportsector, metaalsector, elektriciteitssector, …) zodat kennis genomen kan worden van (nieuw/toekomstig) didactisch materiaal (voor elektriciteit, hybride en koetswerk) en het bedrijfsgebeuren. Verschillende doelgroepen jongeren, werknemers en bedrijven zullen er elkaar treffen. o De sector zal de werknemersopleiding in de scholieren/jongeren tijdens hun stage gratis aanbieden.
koetswerksector
voor
o Met EDUSCAN hoopt de sector de lesgevers te ondersteunen via de mogelijkheid om zelf een scan uit te voeren op hun technische competenties. o AUTOWEB is een ondersteunend e-learningpakket ter voorbereiding van praktijkervaring waarmee jongeren en leerkrachten in de klas of thuis heel wat kunnen opsteken van autotechnische thema’s zoals diagnose, commonrail, klimaatbeheersing, multiplex, scoop, elektriciteit en hybride en elektrische voertuigen. De sector engageert er zich toe om jaarlijks minimaal 40 overeenkomsten af te sluiten met individuele scholen en SYNTRA-lesplaatsen in het kader van het gebruik van didactische pakketten voor AUTOWEB ten behoeve van jongeren en leerkrachten. AUTOWEB: een continue update van de inhoud wordt voorzien. In samenwerking met de provinciale RTC’s worden de scholen ingelicht over het mogelijkheden van AUTOWEB.
20
•
Didactisch Materiaal
De sector zal initiatieven in kader van basisuitrusting ontwikkelen en indien mogelijk ondersteunen. In de samenwerking met SYNTRA Vlaanderen voor de opleiding garagehouder-hersteller wordt er met een co-financieringssysteem materiaal voorzien voor de opleiding van de leerjongeren. De initiatieven m.b.t. veiligheid & milieu zullen worden verdergezet en stelt veiligheid- en milieukoffers aan de scholen via de RTC’s en andere partners zoals SYNTRA Vlaanderen. De betrokken partners zullen hieromtrent verdere afspraken maken. Een update van deze koffers wordt voorzien. Het nodige didactisch materiaal in kader van Hybride en elektrische voertuigen wordt aangeboden aan instroompartners. Hieromtrent zullen verdere afspraken gemaakt worden. •
Werkplekleren
De sector stelt voor om samen met de instroompartners een actieplan op te stellen om de (kwalitatieve) uitwerking en begeleiding van de werkervaringsplaatsen te stimuleren. Dit actieplan zal ontwikkeld worden op basis van het sectoraal lastenboek over ‘Oriëntatie, opleiding en ervaring in de bedrijfswereld’ en de uitwerking van een pilootproject in kader van werkplekleren in samenwerking met GO! Bedoeling is om de resultaten van dit pilootproject te delen met de andere leden van de platformtekst en op deze manier een sectorale visie te ontwikkelen m.b.t. werkplekleren. De mogelijkheden in kader van de ontwikkeling van een opleiding peterschap zullen onderzocht worden in kader van werkplekleren, stages, werkervaringen, instromende werknemers, … •
Certificering
Het sectoraal opleidings- en kenniscentrum is er voor en door de sector. Het zet een meetinstrument in dat experts uit de sector uitwerkten op basis van de sectorale beroepsprofielen en dat eveneens werd afgetoetst aan de sectorale arbeidsmarkt. Met dit instrument wordt het kennis- en competentieniveau objectief zichtbaar. Op die manier krijgen de bedrijven uit de sector dus duidelijkheid over het instroomniveau. Deze sectorale proeven zijn externe indicatieve evaluaties en vervangen geenszins het diploma of gelijk welk ander certificaat dat onze verschillende partners uitreiken. De sectorale certificering volgt na het succesvol afleggen van een theorie- en praktijkproef, die eenmaal per jaar worden georganiseerd in samenwerking met SYNTRA Vlaanderen en de SYNTRA-koepels. Jongeren die deze proeven met succes afleggen, kunnen een sectoraal certificaat behalen voor drie beroepen (Onderhoudsmecanicien, Polyvalent mecanicien, Onderhouds- en autodiagnosetechnicus) Ook wordt de mogelijkheid voorzien voor het opstellen van meetinstrumenten in kader van de sectorale beroepsprofielen in samenwerking met onderwijspartners. Het project in samenwerking met RTC Antwerpen en de bijhorende evaluatie zal de basis vormen voor nieuwe ontwikkelingen in 2013 en 2014. De sector engageert zich ertoe om de kwaliteitsopvolging en validering van de producten zoals de validering van proeven voor het Ervaringsbewijs te realiseren. •
Toekomstopwielen.be
Gezien het succes van het project Toekomstopwielen.be, dat bleek uit de effectenmeting, uitgevoerd in het schooljaar 2010-2011, kozen de diverse partners van Toekomstopwielen.be ervoor de garagastenactie, de turbostartactie en de nieuwsbrief voor leraren te continueren. De instrumenten en acties worden dus verdergezet en/of geïntensifieerd. De acties die kaderen in dit initiatief worden toegelicht in prioriteit 2 - actie 1.
21
•
Instroomcatalogus
De sector zal pedagogisch en didactisch materiaal, die binnen de sectorale opleidingsvisie kaderen en hierboven worden vernoemd, structureren (catalogusconcept) en beschikbaar stellen. Deze wordt ook jaarlijks geüpdatet. •
Samenwerking met studiediensten
De sector zal verder zijn ruime ervaring in heel uitlopende onderzoeksterreinen delen: arbeidsmarktonderzoek (sectorfoto’s/in en out), marktanalyses, tevredenheidonderzoek, imago-onderzoek, trendonderzoek/innovatiemontering, beleidsonderzoek, benchmark en onderzoek naar beroepsprofielen zullen met de betrokken partners gedeeld worden. Betrokken partners Partners van de platformtekst: de onderwijsnetten en –koepels, BSO, TSO, DBSO, het basis- en secundair onderwijs, de leerlingen, lesgevers, jongeren uit de leertijd, de werknemers, de RTC's, SYNTRA Vlaanderen, Toekomstopwielen.be, de CLB's, VDAB, ESFAgentschap Vlaanderen.
Voortgangsindicatoren •
Er zullen jaarlijks minimum twee nieuwe producten ontwikkeld worden
•
Er zullen jaarlijks minstens 40 overeenkomsten afgesloten worden met scholen en opleidingscentra voor het gebruik van AUTOWEB
•
Er zal een kwalitatief actieplan uitgewerkt worden in kader van werkplekleren
•
Er worden jaarlijks 1000 geüpdatete instroomcatalogi gedrukt en verspreid onder de partners van de vormings-en onderwijswereld.
•
De sectorale studies worden jaarlijks of tweejaarlijks geüpdatet.
•
Er wordt regelmatig een nieuwsbrief (EduNews – EduFlash) verstuurd naar de leerkrachten met meer informatie over de bestaande of nieuwe producten.
Actie 3: Ontbrekende leerprogramma’s signaleren en helpen invoeren en bestaande leerprogramma’s helpen afstemmen op de behoeften van de arbeidsmarkt Omschrijving De auto- en aanverwante sectoren engageren zich ertoe de nodige ondersteuning te bieden bij het opsporen van tekorten in het onderwijs, nieuwe opleidingen bijgevolg op te starten. Deze ondersteuning gebeurt op basis van: • Het actualiseren van sectorale beroepsprofielen • Het inschalen van beroepskwalificatiedossiers voor de Vlaamse Kwalificatiestructuur. (Zie ook prioriteit 7 – actie 4) • De verdere operationalisering van Competent en de validering van de competentfiches • Een sectorale focusstudie naar toekomstige competentienoden in het kader van de ESF oproep VLAMT (2013, mits goedkeuring projectvoorstel) Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Zicht houden op huidige en toekomstige sectorale competentiebehoeften, arbeidsorganisatorische innovatie en verandering in de productportfolio Betrokken partners DBSO, TSO, BSO, CVO, SYNTRA Vlaanderen, VLOR, DBO, AKOV, HBO, Se-n-Se, hoger onderwijs, SERV, VDAB.
22
Voortgangsindicatoren Tijdig signaleren van nieuwe competentie- en opleidingsnoden. Actie 4: Jongeren bewust maken voor groene economie Omschrijving De auto- en aanverwante sectoren hebben oog voor groene economie en het potentieel die deze voor de sector inhoudt. We denken aan volgende realisaties: • De sector wenst de bewustwording met betrekking de veiligheid en technologie van elektrische en hybride voertuigen verder te verspreiden via o.a. de sectorale certificering elektrische en hybride voertuigen, didactisch materiaal elektrische en hybride voertuigen, opleidingen elektrische en hybride voertuigen, … • de sector wisselt informatie uit over de technologische evoluties aan opleidingsinstellingen, • het sectorfonds wisselt informatie uit op events en bijeenkomsten zoals de Clean Week, SID-In, Autotechnica, Gouden Autosleutelhanger, … via infosessies voor jongeren en/of lesgevers, • de sector en haar sociale partners wisselen informatie uit over groene economie, • didactisch materiaal ‘veiligheid en milieu’ ter beschikking stellen, • eco-affiches met betrekking tot "groen werken" (energiebesparende attitude) op de werkvloer voor jongeren en werknemers ( in kader van Garagasten). • De mogelijkheid bekijken voor de samenwerking met Technopolis in het kader van “de Talentfabriek” en de groen thema’s hierbij betrekken (zie prioriteit 2 – actie 1). Betrokken partners De platformtekstpartners, de leerlingen in scholen voor technisch en beroepsonderwijs, leerkrachten, de jongeren uit de leertijd, SYNTRA Vlaanderen, RTC’s, de werkgever, de werknemers en de sectoren. Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Bewustwording en mentaliteitswijziging ten gunste van de milieuproblematiek en de groene economie.
Voortgangsindicatoren •
De ontwikkeling van eco-affiches
•
Het organiseren van infosessies op verschillende events
•
Het schenken van didactisch materiaal aan de verschillende partners
Actie 5: Samenwerking met de verschillende RTC’s om nieuwe technologieën uit de auto- en aanverwante sectoren in het onderwijs te introduceren Omschrijving Op een efficiënte en structurele manier nieuwe technologieën ingang laten vinden in het onderwijs is een doelstelling in kader van de samenwerking met de RTC’s. EDUCAM zal hiervoor deelnemen aan de advies/werkgroepen van de RTC’s en mee projecten initiëren en ondersteunen. Hierbij kan de sector een adviserende rol spelen betreffende de beoordeling van nieuwe projecten en streven naar meer samenwerking tussen partners uit het bedrijfsleven en het opleidingslandschap. De sector streeft ernaar om de samenwerking met alle RTC’s verder te zetten rekening houdend met hun eigenheid. De prioritaire doelgroep van de RTC’s zijn de leerlingen en leerkrachten uit de derde graad van het voltijds technisch en beroepssecundair onderwijs, uit deeltijdse leerstelsels, van het
23
buitengewoon secundair onderwijs en studenten van het hoger beroepsonderwijs met studiegebied "Auto", gelegen in Vlaanderen en het Brussel Hoofdstedelijk Gewest. Andere studiegebieden zoals mechanica-elektriciteit en Land- en Tuinbouw kunnen aansluiten bij het aanbod in samenwerking met EDUCAM van RTC als dit de beschikbaarheid voor de prioritaire doelgroep niet in het gedrang brengt Daarnaast richt het RTC zich ook op studenten hoger onderwijs en cursisten in het volwassenonderwijs. De betrokken partners zullen afspraken maken over de uitwisseling aangaande Betrokken partners De provinciale RTC's, RTC Netwerk, lesgevers en leerlingen
Voortgangsindicatoren •
Het organiseren van infosessies en opleidingen over nieuwe technologieën voor jongeren en lesgevers;
•
Het organiseren van Train-The-Trainers over nieuwe technologieën voor lesgevers (vb. hybride en elektrische voertuigen);
•
Het ontwikkelen van didactisch materiaal m.b.t. nieuwe technologieën;
•
Het organiseren van meer dan 40 opleidingsdagen voor leerlingen en/of leerkrachten;
•
Deelname aan de advies- of werkgroepen van de verschillende RTC’s
•
Het gratis aanbieden van 7 didactische pakketten (AUTOWEB) aan de hierboven vernoemde prioritaire doelgroep
•
Het organiseren van jaarlijks evaluatiemoment met alle RTC’s
Actie 6: Een kwaliteitsvolle en intensieve samenwerking tussen de sector en SYNTRA Vlaanderen in kader van de uitdovende leertijdopleiding Garagehouder-Hersteller en de nieuwe opleiding Polyvalent Mecanicien lichte voertuigen Omschrijving De sector zal in het kader van de opleiding van de deeltijds leerplichtigen een kwalitatief en paritair beheerd alternerend opleidingssysteem verder uitbouwen. De samenwerking met SYNTRA Vlaanderen heeft in dit kader plaats. Vanaf het schooljaar 2012-2013 start SYNTRA Vlaanderen in kader van het decreet Leren en Werken met het vernieuwde opleidingstraject onderhoudsmecanicien – polyvalent mecanicien. Dit traject wordt geleidelijk ingevoerd. Voor de aanpassingen worden er samenwerkingsmogelijkheden onderzocht in samenwerking met de sector. De komende jaren staan dan ook in het teken van de deze transities. De volgende acties staan centraal in deze samenwerking: •
Een technische en pedagogische opleiding elektrotechniek voor alle Syntravakleerkrachten in kader van de vernieuwde leertrajecten en bijhorende handboeken voor de jongeren;
•
Een extra pakket elektriciteit van 64 uur voor de jongeren, bovenop het bestaande lespakket in de Syntra-lesplaats;
•
Een intensieve technisch-pedagogische begeleiding door de leertrajectbegeleider van zowel de jongere als de werkgever. Bijkomende technische ondersteuning wordt verschaft door EDUCAM;
•
Een uitrustingslijst voor patroons en voor de SYNTRA-ateliers;
•
Een cofinanciering voor het didactisch materiaal in de Syntra-lesplaatsen/koepels op basis van de uitrustingslijst voor de SYNTRA-ateliers;
24
•
Een TTT Veiligheid en milieu voor de leerkrachten en de beschikbaarstelling van de bijbehorende koffers voor de jongeren;
•
Startende leerjongeren in de uitdovende opleiding garagehouder-hersteller en nieuwe opleiding polyvalent mecanicien voor lichte voertuigen ontvangen een rugzak Veiligheid en milieu i.k.v. de sensibilisering van de jongeren van de persoonlijke beschermingsmiddelen.
•
De mogelijkheid om de e-learningpakketten van Autoweb te gebruiken in de opleiding.
•
Continue evaluatie van de reeds opgestarte projecten via bilaterale overlegmomenten
•
De leertijdcommissie mobiliteit als adviesorgaan van de Praktijkcommissie van Syntra met als samenstelling komt een aantal keer par jaar bijeen en heeft adviesbevoegdheid over de volgende punten:
• •
o alle aspecten met betrekking tot de uitvoering van de leerovereenkomst o alle aspecten met betrekking tot het opleidingsprogramma, zoals Sectorale proeven, modulair opgevat voor de jongeren; Sectorale certificaten voor wie voor de sectorale proeven slaagt en een sectorale uitreiking van deze certificaten
De sectorale certificering is een belangrijke schakel in dit project. Ze staat in het teken van projecten die de kwalificaties van toekomstige werknemers in de sector verbeteren. Deze proeven zijn externe indicatieve evaluaties en vervangen geenszins het diploma of gelijk welk ander certificaat dat onze verschillende partners uitreiken. De sectorale certificering volgt na het succesvol afleggen van een theorie- en praktijkproef, die eenmaal per jaar worden georganiseerd. Hiermee wordt getoetst of de kandidaten de voor het beroep noodzakelijke competenties bezitten en de werkwijzen begrijpen en beheersen zoals ze door vertegenwoordigers van het beroep zijn vastgelegd. Jongeren die deze proeven met succes afleggen, kunnen een sectoraal certificaat behalen voor drie beroepen: • Onderhoudsmecanicien • Polyvalent mecanicien • Onderhouds- en autodiagnosetechnicus Betrokken partners Het SYNTRA Vlaanderen, SYNTRA-koepels, de sociale partners en EDUCAM Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng In het kader van de opleiding van de deeltijds leerplichtigen engageert de sector zicht tot het verder uitbouwen van een kwalitatief en paritair beheerd alternerend opleidingssysteem. Leren & werken dus als een volwaardig alternatief voor voltijds onderwijs aanbieden.
Voortgangsindicatoren •
Het aantal leerovereenkomsten: Dit is voor het schooljaar 2009-2010 = 222; voor het schooljaar 2010-2011 = 213 en voor het schooljaar 2011-2012 = 227.
•
Het organiseren van TTT’s en opleidingen voor jongeren en lesgevers
•
Het organiseren van regelmatige bilaterale overlegmomenten met SYNTRA Vlaanderen
•
Actieve deelname aan de Leertijdcommissie
25
Actie 7: Optimaliseren volwassenonderwijs
van
de
samenwerking
met
het
DBSO
en
het
Omschrijving De mogelijkheid wordt onderzocht om in kader van de bilaterale overlegmomenten met de partners van de platformtekst deze overlegmomenten op te starten met het deeltijds onderwijs en het volwassenonderwijs uit de verschillende onderwijsnetten. Op deze manier kan er gedetecteerd worden welke behoeften, noden en samenwerkingsmogelijkheden er zijn. De intersectorale infomomenten voor de CDO’s worden verdergezet. Betrokken partners DBSO, CVO, de auto en aanverwante sectoren, andere sectoren, CDO’s. Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Verbeteren van het netwerk tussen sectoren en enerzijds DBSO en anderzijds het volwassenonderwijs om een betere samenwerking, matching en opvolging van de trajecten te verkrijgen.
Voortgangsindicatoren •
Het organiseren van minimum één overlegmoment met de bovenstaande partners
•
Deelname aan de infomomenten voor de CDO’s
Diversiteitscheck Alle ontwikkelde instrumenten en producten zijn toegankelijk voor alle doelgroepen in de samenwerkingsverbanden met de partners. In de platformtekst zetelen er vertegenwoordigers van alle mogelijke opleidings- en vormingspartners dit om de acties indien mogelijk open te stellen voor alle doelgroepen. Zo is er een uitgebreide samenwerking met de leertijd en wordt er bekeken welke acties er mogelijk zijn in samenwerking met het DBSO. Een kwaliteitsvolle opleiding voor alle jongeren is de hoofddoelstelling.
26
Instroom
PRIORITEIT 3 De autosector en aanverwante sectoren beter kenbaar maken en een optimale doorstroming realiseren binnen het onderwijs en van het onderwijs naar de bedrijven Motivatie De auto- en aanverwante sectoren hebben nog steeds te maken met een imagoprobleem en zijn nog te weinig gekend bij leerlingen. Dit imagoprobleem situeert zich zowel in het basis onderwijs, bij de ouders als in het secundair onderwijs. Niet alleen de onderwaardering van technische studierichtingen vormt een probleem. Ook de vergrijzing is een knelpunt. Om in de toekomst een tekort aan arbeiders, die de sector zullen verlaten, op te vangen zijn onze sectoren er zich van bewust dat actief werken aan het imago en beter kenbaar maken van de sector bij zowel leerlingen uit het basisonderwijs als het secundair onderwijs noodzakelijk is en dit op sectoraal als intersectoraal vlak.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Stimuleren van een geïnformeerde studie- en beroepskeuze Omschrijving De sector engageert er zich toe om een geïnformeerde studie- en beroepskeuze te stimuleren, te promoten en te sensibiliseren rond techniek/technologie in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en bij de verschillende doelgroepen, zoals ouders en CLB's. Ook andere acties zullen opgezet worden om de opwaardering van technische beroepen en technisch onderwijs te bewerkstelligen. De prioritaire doelgroepen voor acties die het onderwijsveld en de sector kunnen voeren, zijn de leerlingen uit het lager onderwijs en secundair onderwijs, de leerkrachten uit het lager en secundair onderwijs. •
Toekomstopwielen.be
Gezien het succes van het project Toekomstopwielen.be, dat bleek uit de effectenmeting, uitgevoerd in het schooljaar 2010-2011, kozen de diverse partners van Toekomstopwielen.be ervoor de garagastenactie, de turbostartactie en de nieuwsbrief voor leraren te continueren. Verder wordt werk gemaakt van een infotool die als doel heeft informatie te verschaffen aan jongeren en ouders rond de beroepen, onderwijs-, vormings-, carrière- en doorstroommogelijkheden in de sector met een verwijzing naar de website van de Onderwijskiezer. Bedoeling is dat jongeren hieromtrent op een meer doeltreffende,
27
efficiëntere en vluggere manier informatie kunnen opzoeken en verkrijgen via internet en de sociale media. De verschillende doelgroepen zullen op die manier gemakkelijker toegeleid worden tot de site van Toekomstopwielen.be, die vanaf september 2012 een nieuw kleedje krijgt). Het doel is om media en internet meer aan te grijpen om technische beroepen te promoten want jonge mensen lezen minder en media zijn een belangrijk instrument om jongeren te bereiken, evenals internet en e-learning. Met de Garagastengids en Turbostart van Toekomstopwielen.be worden jongeren bereikt die nog moeten kiezen of al voor het technisch onderwijs hebben gekozen. Met de lesbrieven en nieuwsbrieven voor leerkrachten uit het lager onderwijs en het technisch en beroepsonderwijs proberen we ook nieuwe invalshoeken en thema’s aan te reiken. Het is opportuun om in de toekomst ook leerkrachten uit andere vakken te proberen te bereiken. De spelletjes van de huidige garagastensite worden tevens geüpdatet. Via de site zullen ook de mogelijkheden die de metaalsector biedt ruimer interactief worden voorgesteld. Om de beroepen uit de sector naar jongeren toe te promoten en meer aanschouwelijk voor te stellen wordt momenteel gepeild naar een mogelijke samenwerking met Technopolis. Technopolis plant op korte termijn een initiatief waarbij een uitbreiding tot stand zal komen, genaamd “de Talentfabriek”. Bedoeling is de jongeren reeds vanaf de lagere school bekend te maken met specifieke beroepen aan de hand van talenten en competenties. Een schets van de "beroepen van de toekomst" staat centraal, met een eigen zone waar deze worden uitgebeeld aan de hand van bestaande beroepen. Deze extra aanvullende hal zal operationeel zijn vanaf maart 2013. Het past in een bredere context om jongeren warm te maken voor wetenschap en techniek. Men wil in ieder geval ook streven naar een zone waar wagens tentoon worden gesteld en waar kennis via infozuilen wordt overgedragen. Er zal worden gewerkt naar 3 doelgroepen: 8j-14j 14j-18j Leerkrachten Verder worden autotechniek en technologie gepromoot bij ouders en leerkrachten lager onderwijs via de nascholingsdag voor techniek en TOP-dag in Technopolis (promotie van beroepen via Toekomstopwielen.be en zo leraren lager onderwijs en leraren technologische opvoeding 1e graad secundair bereiken). Er zal worden onderzocht op welke manier de acties van toekomstopwielen.be kunnen uitgebreid worden naar de sector metaalhandel naast de bestaande acties in de auto- en koetswerksector. •
Evenementen
Op de stand “Autosalon”, stand "Autotechnica" en andere evenementen en manifestaties zal de sector gedegen informatie verschaffen over de sector en over de verschillende beroepen. De sector zal deelnemen aan de Studie-Informatiedagen (Sid-In's), dat de bedoeling heeft laatstejaarsleerlingen uit het secundair onderwijs kennis te laten maken met studie- en beroepsmogelijkheden na het secundair onderwijs. De informatie gaat over de inhoud van beroepen, tewerkstellingsmogelijkheden en interne vormingsmogelijkheden. Ook voor laatstejaarsleerlingen die verder willen studeren is het interessant te weten welke opleiding best geschikt is om een bepaald beroep uit te oefenen, en in welke beroepssector ze terecht kunnen met een bepaald diploma. De sector zal ook deelnemen aan het proefproject ‘Verruim je Horizon’ van het VCLB Limburg. Met dit initiatief worden leerlingen uit het laatste jaar BSO, TSO en DBSO volgend schooljaar in Limburg, naast de bestaande Sid-in, bereikt via een provinciale infobeurs over de verdere studie- en beroepsmogelijkheden, gebruik makend van aangepaste methodieken (vb. workshops).
28
De sector (FEDERAUTO) zal de Gouden Autosleutelhanger (wedstrijd voor jonge technici) organiseren. •
Werkplekleren en bedrijfsbezoeken
Promotie van de sector bij de jongeren kan alleen slagen als de jongeren tijdens hun leercarrière in contact komen met bedrijven. Dit wensen we te bewerkstelligen via:
De sector stelt voor om een actieplan op te stellen om de (kwalitatieve) uitwerking en begeleiding van de werkervaringsplaatsen te stimuleren (zie prioriteit 1 – actie 2). De sector zal de werknemersopleiding in de koetswerksector voor scholieren/jongeren tijdens hun stage gratis aanbieden. De mogelijkheden in kader van de ontwikkeling van een opleiding peterschap zullen onderzocht worden in kader van werkplekleren, stages, werkervaringen, instromende werknemers, … Bedrijven informeren en sensibiliseren over hoe de jongeren, scholen, lesgevers te kunnen bereiken. •
Intersectorale acties o STEM-actieplan o Overlegplatform Techniek van RTC Oost-Vlaanderen o Werk voor Durvers o E.a.
Betrokken partners Onderwijsinstellingen, SYNTRA Vlaanderen, partners van de platformtekst, CLB’s, ouders, Technopolis, Toekomstopwielen.be, EDUCAM-sectoren, intersectorale actoren, SERV Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Ervoor zorgen dat jongeren en de betrokken partners zoals hierboven vermeld geïnformeerd blijven over de auto- en aanverwante sectoren en zijn evoluties.
Voortgangsindicatoren •
Er worden jaarlijks 2 magazines Turbostart uitgebracht
•
Er wordt jaarlijks minimum één didactische posters gemaakt en verspreid
•
Er wordt jaarlijks minimum één garagastengids gemaakt en verspreid
•
Er wordt een infotool voor studie- en beroepskeuze ontwikkeld
•
Deelname aan intersectorale vergaderingen in verband met Techniek
•
Deelname aan 3 SID-In’s
•
Deelname aan de infobeurs ‘ Verruim je horizon’
•
Deelname aan evenementen zoals Autotechnica en het Autosalon
Diversiteitscheck Elke actie van Toekomstopwielen.be is toegankelijk voor elke doelgroep De producten in kader van Garagasten en Turbostart zijn beschikbaar op een papieren drager en via de website wat de toegankelijkheid verhoogt. Ondersteuning en het geven van informatie over de mogelijke studie- en/of beroepskeuze kan de jongeren en werkzoekenden bewuster maken van hun keuze en hun kansen op de arbeidsmarkt verhogen.
29
Instroom
PRIORITEIT 4 De beroepsspecifieke competenties van leerkrachten en leerlingen versterken Motivatie Onze sectoren kennen de laatste jaren een ingrijpende nieuwe technologische evolutie. Een steeds meer computergestuurde en geautomatiseerde machinepark en technieken kan men opmerken. Leerkrachten en instructeurs kunnen deze evolutie nauwelijks volgen aangezien zij vaak al verschillende jaren onttrokken zijn van de werkvloer. Voor de auto- en aanverwante sectoren is het dan ook van groot belang deze evoluties aan leerkrachten/instructeurs over te brengen, zodat ze de toekomstige werknemer optimaal kunnen voorbereiden op de nodige competenties van de arbeidsmarkt. Ook de jongeren in contact brengen met deze evoluties is een doelstelling van de sector. Het omzetten van geleerde theorie in praktijk blijft een uitdaging. Dit zal verder worden bewerkstelligd met behulp van opleidingen, infosessies en via het sensibiliseren van bedrijven uit de sector met betrekking tot werkplekleren.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Didactisch materiaal voor de auto- en aanverwante studiegebieden (zie prioriteit 1 – actie 2) Omschrijving Didactisch materiaal (veiligheid en milieukoffers en rugzakken, AUTOWEB, Koffers Hybride en Elektrische voertuigen, …) wordt ter beschikking gesteld aan de instroompartners in kader van verschillende samenwerkingsovereenkomsten. Betrokken partners De partners van de platformtekst, de RTC’s, lesgevers, SYNTRA Vlaanderen Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De sector participeert aan de gesprekken met bovenvermelde partners over het opleidingstraject voor leerkrachten en stelt actueel didactisch materieel beschikbaar.
Voortgangsindicatoren •
Er zullen jaarlijks minimum twee nieuwe producten ontwikkeld worden
•
Er zullen jaarlijks minstens 40 overeenkomsten afgesloten worden met scholen en opleidingscentra voor het gebruik van AUTOWEB
•
Er wordt regelmatig een nieuwsbrief (EduNews – EduFlash) verstuurd naar de leerkrachten met meer informatie over de bestaande of nieuwe producten.
30
Actie 2: Organiseren van infosessies, lezingen, nascholingen, certificeringen voor lesgevers/instructeurs (zie prioriteit 1 – actie 2) Omschrijving De sector engageert zich ertoe om nascholing/opleidingen te organiseren over nieuwe technieken, specifiek voor de doelgroep leerkrachten en instructeurs auto en aanverwante opleidingen in kader van de bestaande en/of nieuwe samenwerkingsakkoorden. Het zal tevens de bedoeling zijn om bedrijfsbezoeken te organiseren voor lesgevers en instructeurs, waarbij een realistisch beeld van de sector wordt voorgesteld. Betrokken partners Lesgevers en instructeurs uit het onderwijs, SYNTRA, VDAB, RTC’s en EDUCAM. De betrokken partijen zullen hieromtrent afspraken maken. Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Leerkrachten en instructeurs de mogelijkheid bieden zich bij te scholen, een realistische visie van de sector te ontwikkelen en mee te evolueren met de nieuwe evoluties in de sector, zodat zij hun ervaringen door kunnen geven aan leerlingen/cursisten.
Voortgangsindicatoren •
Het organiseren van TTT’s en opleidingen voor lesgevers in samenwerking met de verschillende partners. Er wordt gestreefd naar minimum 40 opleidingsdagen per jaar.
Actie 3: Competentietool voor lesgevers Met EDUSCAN hoopt de sector de lesgevers te ondersteunen via de mogelijkheid om zelf een scan uit te voeren op hun technische competenties. De basis voor de inhoud van deze tool zijn de sectorale beroepsprofielen. Verdere ondersteuning bij de competentieversterking van de leerkrachten door op maat gemaakte en toegespitste opleidingsinstrumenten te voorzien, zoals opleidingen, TTT's en ander pedagogisch en didactisch materiaal.
Voortgangsindicatoren •
De inhoud van EDUSCAN up to date houden
•
EDUSCAN bekend maken bij alle lesgevers. Momenteel zijn er ongeveer 100 lesgevers ingeschreven. De bedoeling is om dit aantal minimum met 5 procent te verhogen
Actie 4: Organiseren van infosessies en opleidingen voor jongeren (zie prioriteit 1 – actie 2) Praktijkervaring en opleiding blijft voor de sector één van de belangrijkste onderdelen voor de instroomopleidingen. Zo zullen er praktijkopleidingen van EDUCAM georganiseerd worden in samenwerking met de verschillende partners. Verder zullen er op evenementen zoals Autotechnica of de Clean Week infosessies georganiseerd worden voor leerlingen en/of lesgevers
31
Voortgangsindicatoren •
Het organiseren van infosessies en opleidingen voor jongeren in samenwerking met de verschillende partners
Actie 5: Sectorale actie met betrekking tot koetswerkopleidingen voor stagiairs Omschrijving De actie die in juli 2010 in kader van het impulsplan werd opgestart wordt verdergezet. De sector maakt het dus mogelijk om de werknemersopleiding in de koetswerksector voor scholieren tijdens hun stage en leerjongeren gratis aan te bieden. Betrokken partners De sector, onderwijs, SYNTRA Vlaanderen
Voortgangsindicatoren •
Het aantal jongeren dat heeft deelgenomen aan deze actie
Diversiteitscheck Iedereen moet meekunnen met de technologische evolutie in de sector. Alle ontwikkelde instrumenten en producten zijn toegankelijk voor alle doelgroepen in de samenwerkingsverbanden met de partners Met de overgebrachte informatie voor de lesgevers kunnen zij de toekomstige werknemer optimaal voorbereiden op de nodige competenties van de arbeidsmarkt. Voor de jongeren blijft het omzetten van geleerde theorie in praktijk blijft een uitdaging. De versterking van de competenties van de jongeren en leerkrachten vergroot hun kansen op de arbeidsmarkt en dit voor alle doelgroepen.
32
Instroom
PRIORITEIT 5 Verschillende vormen van leren op de werkvloer implementeren en ondersteunen Motivatie De schoolomgeving geeft niet altijd een actueel en correct beeld van de werkvloer omdat de onderwijsinstellingen niet altijd over de gepaste infrastructuur beschikken om leerlingen bepaalde competenties eigen te maken. Deze leerlingen zijn de toekomstige werknemers. Het is daarom belangrijk dat leerlingen de kans krijgen werkervaring op te doen en geconfronteerd worden met de realiteit. Stages, werkplekleren en leren en werken zijn hiervoor geschikte instrumenten.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: De kwaliteit en matching verbeteren voor werkervaringsplaatsen en stageplaatsen Omschrijving De sector engageert zich ertoe om ondersteuning te bieden aan het systeem afwisselend leren en werken en het realiseren van meer en kwaliteitsvolle werkervarings- en stageplaatsen. De finaliteit is steeds een verhoogde kans op de doorstroming naar werk. De sectorale sociale partners engageren zich tot het aanbieden van meer en betere werkervaringsplaatsen en stageplaatsen en staan mee borg voor de wisselwerking tussen opleiding en werkervaring. Een degelijke begeleiding, zowel op de werkvloer als door de onderwijsverstrekker, is daarbij noodzakelijk. Het dient te gaan om interessante stageopdrachten die aansluiten bij de (leerplan)doelstellingen van de betrokken studierichting en gepaard gaan met een verantwoorde stage- of werkbegeleiding door de stagegever en de onderwijsinstelling. Deze conclusie kwam voort uit de evaluatie van de actie stagesopwielen.be. Het project kende echter geen groot succes. Dit betekent echter niet dat de bedrijven geen stages voor jongeren organiseren, wel integendeel, maar de meeste hebben daarover al langer lokale akkoorden met onderwijsinstellingen en zagen het nut niet in van een medewerking met “stagesopwielen.be”. Er bleek niet direct een nood te bestaan voor een dergelijk databestand waar scholen en bedrijven mekaar vinden. Uit de evaluatie bleek eerder nood aan het verhogen van de kwaliteit van stages onder andere via betere begeleiding van jongeren/stagiaires, beginnende werknemers die reeds voor de sector kozen. •
De sector stelt voor om samen met het onderwijs een actieplan op te stellen om de kwalitatieve uitwerking en begeleiding van de werkervaringsplaatsen te stimuleren. (zie prioriteit 1 – actie 2).
33
•
De sector zal de werknemersopleiding in de scholieren/jongeren tijdens hun stage gratis aanbieden.
•
De mogelijkheden in kader van de ontwikkeling van een opleiding peterschap zullen onderzocht worden in kader van werkplekleren, stages, werkervaringen, instromende werknemers, …
•
In kader van de samenwerking met VDAB wordt er een sectorale stagebegeleider aangesteld voor de begeleiding van de werkzoekenden in hun stage. De begeleiding wordt gefinancierd door de VDAB op basis van geleverde prestaties.
•
De sector biedt technische en sectorale ondersteuning aan voor de leertrajectbegeleiders binnen SYNTRA Vlaanderen in kader van de uitdovende leertijdopleiding Garagehouder-hersteller en de nieuwe leertijdopleiding polyvalent mecanicien. De technische ondersteuning bestaat uit kennis over de competenties van het beroep, kennis van de technische uitrusting noodzakelijk om de opleiding te kunnen geven in het SYNTRA-atelier en bij de patroon. Met de sectorale ondersteuning wordt er aan de leertrajectbegeleider meer informatie gegeven over de kenmerken en eigenschappen van de sector en de bedrijven binnen de sector.
•
De sector zal steeds zijn brugfunctie opnemen om bij aanvragen van scholen en bedrijven deze te informeren en met elkaar in contact te brengen voor bedrijfsbezoeken, stages, werkervaring, … samen met de provinciale RTC’s. De samenwerking met de provinciale RTC’s en het bundelen van krachten staan hierbij centraal.
koetswerksector
voor
Betrokken partners SYNTRA Vlaanderen, leertrajectbegeleiders, de leerlingen, scholen, RTC’s, de bedrijven en de sector, partners van de platformtekst, VDAB Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Voldoende kwalitatieve en werkervaringsplaatsen aanbieden.
Voortgangsindicatoren •
Er zal een kwalitatief actieplan uitgewerkt worden in kader van werkplekleren
•
Een verhoging van het aantal jongeren die deelnemen aan de werknemersopleidingen in de koetswerksector
•
Het aantal stagebegeleidingen in kader van de samenwerking met de VDAB met een maximum aantal van 130 stagebegeleidingen
•
Het aantal bezoeken van de leertrajectbegeleiders samen met de sectorale ondersteuning bij de jongeren uit de leertijd.(afhankelijk van het aantal jongeren)
Actie 2: Intersectorale werkgroep SERV Omschrijving Deelname aan de intersectorale werkgroep (SERV) zoals vb. voor leren en werken, waar ervaringen worden uitgewisseld. Dit kan inspiratie opleveren om gezamenlijke initiatieven op te starten. Betrokken partners Andere sectoren, SERV, EDUCAM.
34
Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng EDUCAM zal met andere sectoren deelnemen aan bestaande en toekomstige werkgroep met andere sectoren. Dit bevordert de ervaringsuitwisseling en de afstemming tussen sectoren. Nieuwe intersectorale initiatieven kunnen hierdoor ontstaan.
Voortgangsindicatoren •
Het aantal vergaderingen waaraan de sector zal deelnemen afhankelijk van de georganiseerde initiatieven
Diversiteitscheck Het opleidings- en kenniscentrum streeft ernaar een diversiteitsbeleid in onze sectoren te stimuleren, kortom een divers personeelsbeleid te voeren, acties om de instroom in bedrijven te verbeteren, aandacht voor jonge laaggeschoolde werkzoekenden, allochtonen, deeltijds lerende jongeren, laaggeschoolde arbeiders. De mogelijkheden worden bekeken om de ontwikkelde instrumenten in kader van het ESF-project BASTA! te promoten of in te zetten. De doelstelling is ook om in kader van de stagebegeleiding voor de werkzoekenden i.s.m. de VDAB te werken aan een non-discriminatieclausule voor de stagecontracten die afgesloten worden tussen de werkzoekenden en de bedrijven.
35
Instroom
PRIORITEIT 6 Bevorderen
van
aansluiting
tussen
de
inspanningen
om
de
werkzoekenden
en
de
arbeidsmarkt te verbeteren Motivatie De sector engageert zich ertoe om ondersteuning te bieden om het (verloren) talent naar de sector te leiden en de kwalitatieve instroom van het (verloren) talent in de sector te bevorderen.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Instroom van (jonge) werkzoekenden bevorderen via kwalitatieve begeleiding Omschrijving In de nieuwe samenwerking zal er projectmatig samengewerkt worden om in te spelen op de specificiteiten en doelgroepen. Gesprekken met de VDAB zullen gevoerd worden om afspraken te maken over de actieve screening, de investeringen in opleidingsinfrastructuur en de zichtbaarheid van deze investeringen, de oriënterings- en opleidingsstages en de deontologische code. De sector en de VDAB maken afspraken om dit plan (ook financieel) te realiseren. De sector of de VDAB zullen afwisselend in regie (opdracht) of als actor (operator) elkaar ondersteunen op basis van elkaars meerwaarde en/of lacunes en maken hierover afspraken (bv. aircotrainingen). De volgende punten geven een overzicht van mogelijke te ontwikkelen acties en projecten. •
De sector en de VDAB zullen studies realiseren en informatie uitwisselen. De sector zal met de in- en uitstudies 2010 over informatie beschikken die een zicht geeft op de sectorale tewerkstellingsevolutie en de initiatieven en opleidingscapaciteiten die nuttig en nodig zijn.
•
De sector ondersteunt een tripartiete samenwerking met de VDAB, het onderwijs en de sector rond (finaliteits)opleidingen in het kader van de bestrijding van jeugdwerkloosheid om jonge (afgestuurde) werkzoekenden snel en kwaliteitsvol te laten instromen in de sector. Elke partner heeft daarin zijn rol te vervullen. De sectorale rol bestaat erin om onder regie van de VDAB "boost"-opleidingen te geven. De sector zal de VDAB ondersteunen om een brede en degelijke basisopleiding aan deze jonge werkzoekenden te verschaffen.
36
•
Betere afstemming tussen vraag en aanbod, betere sectorale tewerkstelling van werkzoekenden na opleiding en begeleiding in het bedrijf. VDAB en EDUCAM zullen hieromtrent doelstellingen en indicatoren vastleggen.
•
De sector en de VDAB maken afspraken en bekijken samen het minimaal vereiste niveau van de cursisten, de instapvoorwaarden en de competenties.
•
De mogelijkheden worden bekeken voor de integratie van de sectorale certificering in de opleidingen van de werkzoekenden
•
In kader van de samenwerking met VDAB wordt er een sectorale stagebegeleider aangesteld voor de begeleiding van de werkzoekenden in hun stage. De begeleiding wordt gefinancierd door de VDAB op basis van geleverde prestaties.
•
De sector onderzoekt of ze een maatschappelijk initiatief kan ondersteunen. Verkennende gesprekken vinden momenteel plaats met verschillende instanties en sociaal economische organisaties om laaggeschoolde, werkzoekende jongeren aan het werk zetten, te integreren en in onze sectoren te laten instromen.
•
Samenwerking in kader van het Ervaringsbewijs: herkennen en erkennen van verworven competenties op de arbeidsmarkt is een pleidooi van de sector: zichtbaar maken van alle competenties en ervaringen, valideren van de vaardigheden en kennen van verworven competenties op de arbeidsmarkt. Daarbij kunnen het ervaringsbewijs en het persoonlijk ontwikkelingsplan met stimuli van ESFprojectwerking (ervaringsbewijs) een troef zijn. EDUCAM verleent loopbaanbegeleiding en opleidingsadvies tijdens de begeleiding en fungeert sinds 2009 als testcentrum. De sector pleit ervoor dat er nagedacht wordt over de haalbaarheid, de duurzaamheid, de projectmatige werking en de relevantie van het ervaringsbewijs-concept.
Betrokken partners De VDAB, het ESF-agentschap, het onderwijs, (jonge) werkzoekenden Beoogde sectorale acties Werkzoekenden en het niveau van instroom in onze sectoren optimaliseren.
Voortgangsindicatoren •
De ontwikkelde projecten in samenwerking met de VDAB
•
Het aantal stagebegeleidingen in samenwerking met de VDAB met een maximum van 130 per jaar
•
Het aantal kandidaten in kader van het Ervaringsbewijs
Actie 2: Ondersteunen van VDAB instructeurs met kennis en knowhow over veiligheidsvoorzorgen in verband met de nieuwste technologie (bv. hybride en elektrisch aangedreven voertuigen) Omschrijving De sector zal de VDAB ondersteunen in de confrontatie met de technologie en informeren over de noodzakelijke veiligheidsvoorschriften dit via opleidingen en certificeringen. Betrokken partners De VDAB Beoogde sectorale acties De sector zal haar partners ondersteunen in de (technologische) (r)evolutie in de sector in kader van de afgesloten samenwerkingsakkoorden.
37
Voortgangsindicatoren •
Het voor de eerste maal opstellen van een jaarlijks opleidingsprogramma voor de instructeurs
•
Het aantal bereikte VDAB-instructeurs
•
Het aantal georganiseerde opleidingsuren: de eerste meeting is mogelijk in 2013
Actie 3: IBO verder ondersteunen Omschrijving In samenwerking met de VDAB zal naar de kwaliteit van het IBO gepeild worden. De rol van de begeleiding in het bedrijf zal verder onderzocht worden en de combinatie van externe opleiding en werkervaring in het bedrijf zal verder geëxploreerd worden. Betrokken partners VDAB, IBO-consulenten, EDUCAM, derden organisaties Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Kwaliteitsvolle intensievere ondersteuning en begeleiding gedurende de duur van de IBO. Actie 4: Addendum werkplekleren Omschrijving De mogelijkheden worden bekeken om een addendum in te dienen rond het thema werkplekleren om de bedrijven te ondersteunen. De actie wordt opgenomen in kader van het addendum. Betrokken partners Te bepalen Actie 5: Knelpuntberoepen in de autosectoren verminderen i.s.m. VDAB De sectoren blijven geconfronteerd met knelpuntberoepen. Voor onze bedrijven is het zeer moeilijk om hun vacatures kwalitatief en kwantitatief ingevuld te krijgen. De sectorale sociale partners willen het aantal knelpuntvacatures verminderen. Betrokken partners VDAB, EDUCAM, bedrijven Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Het verminderen van knelpuntberoepen en een betere afstemming tussen vraag en aanbod.
Voortgangsindicatoren •
De jaarlijkse overlegmomenten met de studiedienst van de VDAB in kader van de knelpuntberoepen
38
Diversiteitscheck Een verhoogde en kwaliteitsvollere instroom van werkzoekenden op de arbeidsmarkt kan bereikt worden door meer aandacht te besteden aan de toeleiding en de begeleiding van kansengroepen en ze klaar te stomen voor reële tewerkstelling (maatpakbeleid = kansenbeleid). Verder zal de sector onderzoeken of ze een maatschappelijk initiatief kan ondersteunen. Verkennende gesprekken vinden momenteel plaats met verschillende instanties en sociaal economische organisaties om laaggeschoolde en /of langdurig werkzoekenden aan het werk zetten, te integreren en in onze sectoren te laten instromen. De doelstelling is ook om in kader van de stagebegeleiding voor de werkzoekenden i.s.m. de VDAB te werken aan een non-discriminatieclausule voor de stagecontracten die afgesloten worden tussen de werkzoekenden en de bedrijven.
39
Doorstroom
PRIORITEIT 7 Bedrijven ondersteunen bij het ontwikkelen en implementeren van een duurzaam strategisch competentiebeleid en talentontwikkeling Motivatie Samen kennis delen om in een hogere versnelling een betere toekomst voor te bereiden en onderzoeken welke talenten daarvoor nog ontwikkeld moeten worden. Hoe men talenten naar competenties kunnen gaan en van competenties naar succes. Samen ontdekken hoe men talent kan laten groeien en hoe werknemers nog meer kunnen bijdragen tot het succes van de onderneming. Duurzaam competentiebeleid en talentontwikkeling moeten de bedrijven ertoe aanzetten om na te denken over hoe men de uitdagingen van vandaag en van de toekomst op de werkvloer moet aanpakken. Het sectoraal aanbod hiervoor willen we continueren en daar waar nodige bijsturen. De bestaande instrumenten hieromtrent willen we ruim verspreiden binnen al de sectoren die het sectoraal fonds vertegenwoordigt en binnen onze bedrijven via een sectorale competentieagenda. In opdracht van de sociale partners worden opleidingen, die zich richten tot leidinggevenden op verschillende niveaus in de ondernemingen om hun managementkwaliteiten te verbeteren in diverse domeinen; visieontwikkeling en strategie, financiën, marketing, en ten slotte operationeel en personeelsmanagement, georganiseerd. Vooral op dat laatste vlak wordt de nadruk gelegd op de ontwikkeling van een permanent lerende organisatie en competentiebeleid, evenals op het belang van een positief bedrijfsklimaat dat zorgt voor “medewerkers” en niet voor “tegenwerkers”. De begeleiding van nieuwkomers, van oudere werknemers, de voortdurende bijscholing, competentiemanagement op basis van behoeftedetectie aan de hand van sectorale en bedrijfseigen beroepsprofielen
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: De sectorale competentieagenda voor bedrijven en werknemers Omschrijving Actief ondersteunen van het strategisch competentiebeleid in de bedrijven. Met het oog op de erkenning, inzet en verdere ontwikkeling van elk talent in de onderneming ondersteunen de sectorale sociale partners de bedrijven in de sector bij het ontwikkelen van een strategisch competentiebeleid. Een strategisch competentiebeleid maakt het mogelijk om de competentieontwikkeling van personeelsleden af te stemmen op de organisatiedoelstellingen. Het omvat het strategisch onderkennen, inzetten en ontwikkelen van competenties. Een constructieve dialoog tussen werkgevers en werknemers is bij het realiseren van een competentiebeleid een kritieke succesfactor.
40
Een goed competentiebeleid in de bedrijven en organisaties: ook bedrijven en organisaties zijn gebaat met een eigen competentiebeleid (vanuit de bedrijfsvoering via een businessplan een koppeling maken met het innovatie- en competentiebeleid). De sectorale competentieagenda voor de bedrijven omvat het strategisch onderkennen, inzetten en ontwikkelen van competenties. Een constructieve dialoog tussen werkgevers en werknemers met het kennis- en opleidingscentrum als bijrijder is bij het realiseren van een competentiebeleid een kritieke succesfactor. EDUCAM ondersteunt het overleg over de opmaak van kwalitatieve opleidings- of competentieplannen en communiceert over het bestaan van het opleidings-CV, de sectorale beroepsprofielen om zo een beeld te krijgen van de competenties waaraan de bedrijven behoefte hebben. Ook de bedrijfsorganisatie van EDUCAM staat in het teken van de kwaliteit. Onder het motto "meten is weten" monitort EDUCAM de interne prestaties en gebruikt hiervoor geëigende tools en methodes. Vervolgens kunnen, waar nodig, de processen van de organisatie bijgestuurd en verbeterd worden. Tevens moeten de eigen competenties optimaal benut of uitgebouwd worden. Gezien de missie van de organisatie en de toenemende internationalisering, wordt het nog belangrijker deze competenties in te zetten en voluit te kiezen voor een hoogprofessionele dienstverlening. Door een grondige gestructureerde aanpak (met een projectteam om het goede verloop van dit competentieproces na te streven) wordt het mogelijk om te evolueren naar een competentiegerichte organisatie die uiterst professionele diensten biedt. Actie 2: Het Kwalitatief Opleidingsplan Het kwalitatief opleidingsplan bestaat uit 2 onderdelen: o
Een leidraad voor het kwalitatief invullen van het opleidingsplan
o
Het opleidingsplan
Met deze twee onderdelen wenst EDUCAM de doelstelling te bereiken om het bedrijf te ondersteunen met betrekking tot de behoefteanalyse in kader van opleidingen. Stap voor stap wordt er aan de bedrijven uitgelegd hoe het opleidingsplan op een kwalitatieve manier kan ingevuld worden. o
Een leidraad voor het kwalitatief invullen van het opleidingsplan In de leidraad worden er specifieke vragen gesteld zodat opleiding als een volwaardig onderdeel binnen het bedrijf onder de loep wordt genomen. Deze vragen worden onverdeeld in 2 grote luiken:
Een klare kijk op het bedrijf
Overzicht van het personeel
In het eerste onderdeel worden de activiteiten van het bedrijf van dichterbij bekeken nl. op vlak van klanten, certificaten, concurrenten, leveranciers en de ontwikkelingen van de sector. Het tweede luik bekijkt de noden van het personeel met betrekking tot opleiding dichterbij enerzijds op niveau van de bedrijfsspecifieke beroepsprofielen en anderzijds op niveau van de personeelsontwikkeling van de medewerkers. Na elke onderdeel is er een conclusieluik voorzien waar het bedrijf de nodige opleidingen in kan oplijsten en vervolgens direct in het opleidingsplan kan invullen. o
Het opleidingsplan: De keuze werd gemaakt om het opleidingsplan in te delen in algemene thema’s zodat het bedrijf ook de ruimte krijgt om interne, externe of wettelijk
41
verplichte opleidingen in te vullen. Met behulp van de leidraad en de ondersteuning van de EDUCAM-consulent kan het bedrijf het opleidingsplan op een kwalitatieve manier invullen. De doelstelling bestaat erin het opleidingsbeheer van de bedrijven te professionaliseren, zodat de opmaak van een kwaliteitsvol, onderbouwd en gefundeerd opleidingsplan mogelijk wordt. Actie 3: Het Opleidings-CV Het is een inventaris van de uitgeoefende functies, gevolgde professionele opleidingen en behaalde certificaten van een arbeider. Dit CV wordt voor iedere arbeider ingevuld en bijgehouden door elk bedrijf uit de garagesector en de sector metaalhandel. Met dit instrument heeft iedere medewerker een overzicht van de gevolgde opleidingen en behaalde certificaten, bestaat er een persoonlijk ontwikkelingsplan per medewerker en wordt het vormings-, trainings- en opleidingsbeleid van een bedrijf in kaart gebracht. Actie 4: Sectorale beroepsprofielen Met behulp van de sectorale beroepsprofielen wensen we de bedrijven ook te ondersteunen om bedrijfsspecifieke beroepsprofielen op te maken die direct inzetbaar zijn in de bedrijven zelf. Actie 5: Ervaringsuitwisseling Kennis delen rond kritische succesfactoren, do’s en dont's, goede praktijken in onze sectoren zullen verzameld en verspreid worden. Hierdoor kan knowhow op dit vlak uitgewisseld, vergeleken en versterkt worden. Op die manier groeien deze praktijken uit tot een "dialoog" en kunnen we het sectoraal competentiebeleid up to date houden, waarmee bedrijven een aanzet krijgen om hun bestaande beleid te verbeteren of er één op te zetten. Samen weten we hoe talent kan groeien. Niet alleen het partnerschap "bedrijf en EDUCAM” maar ook het partnerschap tussen de sector en de SERR-RESOC’s en andere partners is belangrijk in het verspreiden en actief houden van competentiebeleid en talentontwikkeling in de sectoren Actie 6: Werkplekleren De sector zal de bedrijven ondersteunen bij het onthaal van nieuwe werknemers en communicatie, via de HR-tool van Toekomstopwielen.be. De mogelijkheden in kader van de ontwikkeling van een opleiding peterschap zullen onderzocht worden in kader van werkplekleren, stages, werkervaringen, instromende werknemers, … Betrokken partners Ondernemingen (werkgevers en werknemers), werkzoekenden, de sociale partners, SYNTRA Vlaanderen, Syntra West, de VDAB, de SERV, SERR- RESOC's. Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De kwalitatieve inzetbaarheid van werknemers verhogen en de bedrijven competent en competitief maken.
Voortgangsindicatoren • •
Een verhoging van het aantal ingediende opleidingsplannen. door bedrijven met meer dan 15 werknemers De opmaak van een tool voor de bedrijven om het OpleidingsCV op te maken.
42
• •
Het informeren en stimuleren van KMO’s in kader van competentiebeleid en talentontwikkeling met de communicatiemiddelen ( zie prioriteit 10) en met bedrijfsbezoeken. Het opmaken van een databank met good practices in de verschillende sectoren
Actie 7: Ervaring en competenties herkennen en erkennen Omschrijving De sector engageert zich ertoe om ervaring en dus verworven competenties, verbonden aan de uitoefening van een beroep/functie te herkennen en erkennen. Het kennis- en opleidingsfonds zal het actief beheren van de eigen loopbaan van de werknemers stimuleren en de dienstverlening betreffende het ervaringsbewijs ondersteunen. Het hierboven vermelde ervaringsbewijs kan in het kader van herstructurering en outplacement de basis vormen voor het opleidings-CV dat in economisch ongunstigere conjunctuur de hertewerkstelling kan bevorderen. Met behulp van de sectorale beroepsprofielen wensen we de bedrijven ook te ondersteunen om bedrijfsspecifieke beroepsprofielen op te maken die direct inzetbaar zijn in de bedrijven zelf. Verder wordt er ook nagedacht over assessment-mogelijkheden in kader van competentiebeleid en talentontwikkeling voor het opstellen van persoonlijke opleidingsplannen. Competentieontwikkeling voor de individuele werknemer: niet alleen voor bedrijven is competentieopbouw belangrijk. Ook voor de werknemers zelf is het zinvol om te kunnen groeien. Werknemers moeten groeien in hun job. Betrokken partners SERV, bedrijven, individuen, EDUCAM, VDAB Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De sector wenst met deze instrumenten de inzetbaarheid en mobiliteit van werknemers op de arbeidsmarkt hierdoor te versterken.
Voortgangsindicatoren De sector zal de deuren openen voor kandidaten die hun ervaring wensen te valoriseren. 5 testcentra voor de respectieve beroepen in de auto- en carrosseriesector mecanicien, spuiter (koetswerk) (de)monteur (koetswerk), plaatwerker ( koetswerk) en voorbewerker ( koetswerk) verder worden opengesteld in het kader van Ervaringsbewijs i.s.m. VDAB. Actie 8: Meewerken aan het digitaal platform COMPETENT (SERV) Omschrijving De sector zal Competent van de SERV verder ondersteunen en meewerken aan de operationalisering en validering ervan. . De sector is bereid om het gebruik van Competent te promoten bij ondernemingen in de sector na de validering van de competentfiches. Betrokken partners SERV, EDUCAM, bedrijven, sectorale sociale partners Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Terugdringen van knelpuntvacatures door de matching te versoepelen. Timing: Wordt volledig bepaald door de SERV (Sector is vragende partij om Competent zo snel mogelijk te operationaliseren).
43
Voorgangsindicator •
Gevalideerde Competentfiches.
Actie 9: Meewerken aan de invulling van de Vlaamse Kwalificatiestructuur Omschrijving Onze sectoren engageren zich om mee te werken aan de invulling van de VKS. EDUCAM zal medewerking verlenen aan de uitbouw van de Vlaamse Kwalificatiestructuur, de blauwdruk voor het secundair onderwijs, de leerprogramma’s, BSO, TSO enz… (zie prioriteit 1 – actie 3) Betrokken partners AKOV, EDUCAM, sectorale sociale partners, Vlaamse Overheid. Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Over de verschillende opleidingsvormen heen de leerprogramma’s beter op elkaar afstemmen en leerinhouden afstemmen op de gevraagde competenties op de arbeidsmarkt
Voortgangsindicatoren •
De sector zal starten met de ontwikkeling van beroepskwalificatiedossiers in kader van de VKS.
Diversiteitscheck Het opleidingscentrum zal een holistisch competentie- en talentontwikkelingsbeleid voeren waarin het diversiteitsbeleid integraal deel vanuit maakt. De arbeidsdeelname van prioritaire kansengroepen is belangrijk. De sector zal daartoe info- en sensibiliseringskanalen voorzien (Talenten Hefboom, de sectorale werking, ontbijtsessies i.s.m. SERR- RESOC’s). Opdat zowel de bedrijven als de individuele werknemers bereikt worden zijn er verschillende instrumenten ontwikkeld die een begeleiding op maat met zich meebrengen nl. het opleidingsCV, het kwalitatief opleidingsplan, opleidingen, certificering,... Op deze manier worden competenties erkend en herkend en worden discriminatiefactoren zoals vooroordelen en het diploma vermeden. Op deze manier wordt er gestreefd naar een gelijke kans voor elke werknemer.
44
Doorstroom
PRIORITEIT 8 Inspanningen
leveren
om
talent
van
de
werknemers in de sector te activeren of te bevorderen en competenties te versterken Motivatie Het kennis- en opleidingscentrum van de sector heeft tot belangrijkste doelstelling het vakmanschap op peil te houden van werknemers. Dit wordt gerealiseerd door opleidingen te organiseren voor arbeiders uit de auto en aanverwante sectoren. Alle initiatieven zullen in de eerste plaats gefocust zijn op deze doelgroep en de aanpak van de opleidingen om de competenties van de werknemers te optimaliseren. Op die manier kan deze doelgroep haar positie op de arbeidsmarkt versterken en kan ze de technische en technologische evoluties in de sector volgen. Hierdoor kunnen onze bedrijven performant en competitief presteren. Het sectorale aanbod aan performante en arbeidsmarktgerichte opleidingen moet up-to-date worden gehouden, voortdurend aangepast worden en in een transparant en administratief eenvoudige “tool” worden aangeboden die toegankelijk is voor de vele KMO’s in de verschillende sectoren. Verworven competenties moeten in kaart worden gebracht. Verder dienen de bedrijven op de hoogte gehouden te worden van mogelijke financiële ondersteuningen in kader van opleiding maar ook in kader van competentiebeleid en talentontwikkeling. Met de toenemende internationalisering en de (technologische) evolutie in de sector en de arbeidsmarkt wordt het nog belangrijker om deze competenties optimaal in te zetten. De sector heeft minder behoefte aan traditionele kennis. Dit maakt dat de traditionele inspanningen en opleidingswensen veranderen qua vorm en inhoud.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Competenties versterken: talent in de sector activeren en begeleiden en continu het kwalificatieniveau bevorderen Omschrijving Talent kan geactiveerd en begeleid worden via de one-stop-shopbenadering naar KMO’s toe en de geïntegreerde aanpak bij de bedrijfsbezoeken, waarbij er wordt uitgegaan van de kennis van de ruimere bedrijfsomgeving om dan- vanuit deze context- het bedrijf te inspireren en verder te helpen. Het kennis- en opleidingsfonds zal in haar permanente werking deze benadering implementeren. Vooral de niet-vormingsbedrijven zullen onderwerp zijn van deze benadering. Deze bedrijven kunnen immers niet terugvallen op een ondersteunende structuur die de veranderende marktomstandigheden vertaalt naar opleiding. Paradoxaal genoeg is dat er extra sensibilisering nodig is voor deze nietvormingsbedrijven met een sterk KMO-karakter(onafhankelijk garagebedrijf”, “koetswerk” en
45
“metaalhandel”). Specifiek voor de sector metaalhandel zal het aanbod van opleidingen uitgebreid worden. Deze benadering impliceert dat vertrekkende vanuit het luisteren naar de doelgroepbedrijven, die een breder niveau van dienstverlening vragen, centraal staat (strategisch opleidingsadvies, diversiteit, hulp bij de opmaak van een kwaliteitsvol opleidingsplan, bedrijfsspecifieke beroepsprofielen, enz.). Volgende inspanningen kunnen hierin begrepen worden: •
ondersteuning bij de opleidingsplannen en dus een kwalitatief aspect uitwerken en hierin ook het competentiebeleid integreren met behulp van de leidraad;
•
ontwikkelen van een actieplan waarbij meer curriculumtrainingen kunnen worden opgenomen;
•
opvolgen van de wettelijke verplichtingen waaraan bedrijven zijn onderworpen en deze omzetten in opleidingen;
•
samenwerken met (commercieel georiënteerde) Qualigarage, SigmaCert, ESF, enz.);
•
kennis verzamelen en bundelen;
•
opvolgen van trends in de markt (expertise, waakfunctie);
•
informeren over stimuleringen op Vlaams niveau (KMO-portefeuille, tewerkstellingsmaatregelen, bedrijfsadvies, sectorale ondersteuning enz.);
•
de doelgroepbedrijven opvolgen;
•
een advies- en doorverwijsfunctie ontwikkelen;
•
het projectmatig werken verbreden;
•
de samenwerking met relevante stakeholders verbreden.
kwaliteitslabels
(Eurogarant,
Betrokken partners De bedrijven, de sociale partners, EDUCAM, RESOC- projectontwikkelaars
Voortgangsindicatoren •
Het kennis- en opleidingsfonds zal via een effectief bedrijfsbezoek door een sectorconsulent 1250 niet-vormingsbedrijven bereiken (onafhankelijk garagebedrijf”, “koetswerk” en “metaalhandel”) voor 2 jaar, met bijzonder aandacht voor KMO’s. Via deze bedrijfsbezoeken worden de bedrijven van individueel advies en begeleiding voorzien.
•
Het opleidings- en kenniscentrum zal in 2013 en in 2014 tenminste 5% meer werknemers (landelijk cijfer) stimuleren om hun vakmanschap op peil te houden, levenslang leren stimuleren en dus via opleiding deze werknemers te bereiken.
•
Het opleidings- en kenniscentrum is erop gericht om de opleidingsdeelname van werknemers in de sector te verhogen en dit via het vormingskrediet.
•
De sectorale sociale partners engageren er zich toe om verder bijkomende inspanningen te leveren op het vlak van competentieontwikkeling, met bijzondere aandacht voor KMO’ s en niet-vormingsbedrijven.
46
Actie 2: Opleidingen voor arbeiders uit onze sectoren krachtiger en doelgericht inzetten Omschrijving Het kennis- en opleidingscentrum zal voorsprong nemen op de ontwikkeling van unieke producten, diensten, concepten en een vraaggericht en flexibel opleidingsaanbod bieden voor de bedrijven en hun werknemers (luisteren, inside/outside noden en behoeftedetectie, maatgericht, in het opleidingscentrum of op de werkvloer en aandacht voor focus). Dit op technisch en niet-technisch vlak. Soft skills winnen aan belang bij de technische profielen. Nieuwe competentieterreinen zullen bijgevolg worden aangeboord en verder ontwikkeld Het sectorale opleidingsaanbod wordt kwalitatief en kwantitatief verder uitgebouwd waarbij rekening wordt gehouden met nieuwe technieken en technologieën die arbeidsmarktgericht zijn. Het onderkennen van trends is voor de sectoren van cruciaal belang en de werknemers hierbij ondersteunen met een toekomstgericht opleidingsaanbod is een uitdaging voor de komende jaren. Samenwerking met andere sectoren voor het aanbod behoort tot de mogelijkheden. De opleidingen in de verschillende sectoren zijn op technisch en niet-technisch vlak vaak zeer specifiek en sectorgebonden. Waar mogelijk wordt er wel gekeken naar synergiën. Nieuwe technologieën brengen nieuwe uitdagingen met zich mee, ook nieuwe risico’s. Als kenniscentrum van de sector, heeft EDUCAM de missie om de sector op de hoogte te brengen van deze risico’s en de nodige acties te ondernemen om de werkgevers en werknemers te ondersteunen in deze nieuwe uitdagingen. Inderdaad, op het eerste gezicht lijken veel elektrische en/of hybridevoertuigen zowel qua gebruik als uitzicht op conventionele voertuigen. Toch is het belangrijk te weten dat ze op technisch vlak de vergelijking nauwelijks kunnen doorstaan. Deze trends en ontwikkelingen stellen de hele sector voor enkele gigantische uitdagingen. Enerzijds moeten werkgevers worden ondersteund in hun verantwoordelijkheid. Anderzijds moet de veiligheid van hun medewerkers worden gewaarborgd bij het uitvoeren van werkzaamheden aan deze voertuigen onder hoge spanning. Informatie over het concept, de opleidingsniveaus en de certificering op de EDUCAM-website, in de E-news, via productfiches. Het concept wordt ook ruim toegelicht in de productcatalogi die naar de bedrijven gestuurd werden. Het individueel recht maakt zijn intrede in de CAO’s van de sector metaalhandel en de garagesector. In dit kader is een kwalitatieve invulling van de opleidingsplannen van cruciaal belang. Dit aangevuld met het opleidings-CV maakt dat de bedrijven enerzijds gesensibiliseerd worden voor het gebruik ervan en anderzijds natuurlijk ook versterkt worden met behulp van deze instrumenten. Betrokken partners De bedrijven, de sector, sociale partners, leveranciers, derden… Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De competenties van de werknemers versterken en up-to-date houden en de employability van de werknemers verhogen en verbeteren. Hierdoor kunnen bedrijven competitief gehouden worden. Het sectoraal fonds wil meewerken om de 1,9% doelstelling in het kader van de opleidingsinspanningen te halen. Meer en betere opleidingen zijn daartoe noodzakelijk.
Voortgangsindicatoren •
Het opleidings- en kenniscentrum zal in 2013 en in 2014 tenminste 5% meer werknemers (landelijk cijfer) stimuleren om hun vakmanschap op peil te houden, levenslang leren stimuleren en dus via opleiding deze werknemers te bereiken.
•
Een ontwikkelingscel voor het ontwikkelen van 30 nieuwe opleidingen en het herwerken van 5 bestaande opleidingen
47
Diversiteitscheck Het opleidings- en kenniscentrum zal het risicogroepenbeleid en arbeidsdeelname van prioritaire kansengroepen stimuleren. Dit beleid is in de CAO ingebed. De CAO voorziet twee grote actieterreinen om de EDUCAM- opdracht te omschrijven • de werkgeversbijdragen voor bijscholing • de opleiding van personen die tot de risicogroepen behoren namelijk langdurig werkzoekenden, laaggeschoolde werkzoekenden, werkzoekenden van 45 jaar en ouder, herintreders, leefloners, personen met een arbeidshandicap, allochtonen, werkzoekenden met een herinschakelingsstatuut, deeltijds lerende jongeren, laaggeschoolde arbeiders, arbeiders die geconfronteerd worden met meervoudig ontslag/ herstructurering of de introductie van nieuwe technologie, arbeiders van 45 jaar en ouder. Het gaat om acties die bij CAO zijn vastgelegd, waarvan sociale partners de uitvoering op het terrein aan EDUCAM hebben toevertrouwd. Dit maakt dus deel uit van de reguliere werking. Verder is er in de garagesector en de sector van metaalhandel een individuele opleidingsplicht. In de koetswerksector is er een individueel opleidingsrecht. Met deze elementen wil de sector iedereen de mogelijkheid bieden om opleiding te volgen.
48
Doorstroom
PRIORITEIT 9 Een diversiteitsbeleid in de bedrijven uit de autosector en aanverwante sectoren stimuleren en ondersteunen Motivatie Uit cijfers blijkt dat bepaalde kansengroepen in vele sectoren ondervertegenwoordigd zijn. Specifieke acties zijn dan ook noodzakelijk om de kansengroepen ingang te doen vinden in de sectoren.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: De sector werkt samen in het projectontwikkelaars van de SERR/RESOC’s
kader
van
diversiteit
met
de
Omschrijving De sector ondersteunt de SERR/RESOC-projectontwikkelaars in het afsluiten van diversiteitsplannen. Bij de opmaak van een diversiteitsplan kan EDUCAM helpen door het opleidingsplan te koppelen aan het diversiteitsplan. Daarnaast zal de sector deelnemen aan events en netwerkbijeenkomsten rond het thema diversiteit van de diverse RESOC-SERR’s. Betrokken partners Bedrijven autosectoren, instructeurs/lesgevers opleidingen communicatie- en persoonlijke vaardigheden, collega’s sectoren, RESOC-projectontwikkelaars Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Een holistisch competentiebeleid en talentontwikkeling stimuleren waarbij diversiteitsaanpak integraal deel van uitmaakt.
Voortgangsindicatoren •
Deelname aan de overlegmomenten van de SERR/RESOC’s
•
Het organiseren van bilaterale overlegmomenten met de SERR-RESOC’s
49
Actie 2: Actieve communicatie en sensibilisering naar de bedrijven toe met betrekking tot diversiteit Omschrijving Het thema diversiteit in al zijn facetten communiceren naar de bedrijven toe met als boodschap dat de competenties van de werknemer centraal staan. Deze communicatie kan sectoraal en natuurlijk ook intersectoraal georganiseerd worden. De sector zal een specifieke communicatiecampagne ontwikkelen met betrekking tot diversiteit in de auto- en aanverwante sectoren. Op het moment van schrijven is het nog niet duidelijk hoe deze campagne vorm krijgt. Verder zullen bestaande websites en acties i.k.v. diversiteit gepromoot worden naar de bedrijven uit de autosector en aanverwante sectoren. Betrokken partners Bedrijven autosectoren, instructeurs/lesgevers opleidingen communicatie- en persoonlijke vaardigheden, collega’s sectoren, SERV.
Voortgangsindicatoren •
De opmaak van een sectorale diversiteitscampagne
•
Gebruik van de sectorale communicatiemiddelen ter promotie van het thema diversiteit (zie prioriteit 10)
Actie 3: Non-discriminatieclausule in het kader van stagebegeleiding VDAB Omschrijving De doelstelling is om in kader van de stagebegeleiding voor de werkzoekenden i.s.m. de VDAB te werken aan een non-discriminatieclausule voor de stagecontracten die afgesloten worden tussen de werkzoekenden en de bedrijven Betrokken partners Bedrijven autosectoren, VDAB, de sector Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Sectorale stagebegeleider
Voortgangsindicator •
Het aantal ondertekende non-discriminatieclausules
50
Doorstroom
PRIORITEIT 10 Versterken
en
uitbouwen
van
duurzame
partnerschappen en communicatiekanalen met het oog op informeren, sensibiliseren en faciliteren Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: De uitbouw van communicatiekanalen met het oog op informeren, sensibiliseren en faciliteren door en voor de sector Omschrijving Informeren, sensibiliseren en faciliteren door de sector en voor de sector staat hier centraal. De communicatie naar de bedrijven toe over de sectorale acties (werkplekleren, competentieagenda, opleidingen, certificering,…) verloopt via verschillende communicatiekanalen namelijk: •
De uitvoering van een nieuw communicatieplan
•
De nieuwe EDUCAM-website
•
Een "Contact nieuwsbrief" voor invoerders en netten.
•
Het magazine "EDUMAG" voor bedrijven met meer dan 10 werknemers.
•
Edu-News (elektronische nieuwsbrief) & Edu-Flash (elektronische korte boodschap)
•
Infoavonden (circa 15 per jaar) in samenwerking met FEDERAUTO, federaties en grossiers
•
Aanwezigheid op Autotechnica
•
Aanwezigheid op het Autosalon
•
Een vaste rubriek in het FEDERAUTO -magazine
•
Een vaste rubriek in het FEDERAUTO Bulletin
•
Een rubriek in De Nieuwe Werker (ABVV-Metaal)
•
Een rubriek in Visie (ACV-CSC Metea)
•
Aanwezigheid op meerdere manifestaties van werknemersorganisaties
•
Service Level Agreement-afspraken met operatoren
•
Marktonderzoeken om de behoeften in kaart te brengen
•
De EDUCAM-catalogus
•
De EDUCAM-certificaten
•
Acties m.b.t. de kwaliteit van de opleiding
51
Betrokken partners De sociale partners en EDUCAM, EDUCAM
Voortgangsindicatoren •
Het aantal verstuurde catalogussen
•
Het aantal verstuurde EDUMAG’s
•
Deelname aan jaarlijkse evenementen
•
Het aantal verstuurde EDU-news en Edu-flash
Actie 2: Optreden als kenniscentrum op basis van de arbeidsmarktvisie Omschrijving Al meer dan 20 jaar heeft EDUCAM als doel de kennis en vakbekwaamheid van (toekomstige) werknemers in de autosector en de aanverwante sectoren op peil te brengen en te houden. Om deze doelstelling te kunnen realiseren onderzoekt het departement studies en marketing zelf de arbeids- en opleidingsmarkt. Dit departement brengt ook de noden van de klanten in kaart en peilt naar hun tevredenheid over de samenwerking met het sectorfonds. Door middel van de ‘trend watching’ blijft EDUCAM op de hoogte van de laatste trends en evoluties waarmee zijn sectoren geconfronteerd worden. Dit is noodzakelijk om het opleidingsaanbod up-to-date te houden. De opgedane kennis wordt vertaald naar een actief marketingbeleid. Zo werkt het departement, in samenwerking met andere afdelingen van EDUCAM, concrete marketingplannen uit en waakt het over de uitvoering ervan. De onderzoeksresultaten dienen ook als ondersteuning van het beleid van de sociale partners die EDUCAM beheren. De kennis die het departement studies en marketing opdoet wordt ter beschikking gesteld van iedereen die daarin interesse vertoont. Zo kan iedereen vanaf de website van EDUCAM de verschillende sectorstudies gratis downloaden en worden er artikels in verschillende media gepubliceerd. Verder wordt er geïnvesteerd in een proactieve, doelgerichte, gestructureerde en georganiseerde communicatie met de media om de verschillende doelgroepen binnen de sector te bereiken. Ook wordt er volop kennis en informatie uitgewisseld met andere onderzoeksinstanties uit zowel de publieke als de private sector (vb. ICDP, Innovam, BOVAG). Betrokken partners VDAB, SYNTRA, de bedrijven, de sociale partners en EDUCAM.
Voortgangsindicatoren •
Een jaarlijks klantenonderzoek
•
Het jaarlijks uitbrengen van sectorale studies
•
De uitwerking van een actief marketingbeleid
Actie 3: Het versterken en uitbouwen van duurzame partnerschappen Sluiten van duurzame partnerschappen met ondernemingen (werkgevers en werknemers) staat in deze actie centraal. De sector gaat interregionale – transnationale samenwerkingsverbanden aan. De sector vindt het belangrijk om internationaal te denken. Zo kan de organisatie haar knowhow op peil houden en dus het kenniscentrum van de sector blijven. Daarnaast leeft het inzicht dat in de globaliserende wereldeconomie het begrip "Belgische klant" aan betekenis verliest. Het kennis- en opleidingscentrum wil ook klaarstaan voor buitenlandse
52
ondernemingen die in België actief zijn. Deze internationale instelling vertaalt zich in samenwerkingsverbanden over de landsgrenzen heen (GNFA in Frankrijk, Innovam in Nederland) voor info-uitwisseling op vlak van doorstroomactiviteiten en dienstverlening naar de sector toe. Het sectoraal centrum neemt deel aan internationale rondetafelconferenties en bevindt zich aan de bron van elke fundamentele evolutie in de sector (NADA enz.). Betrokken partners Invoerders en hun netten, de bedrijven en grossiers, de federaties, FEDERAUTO, de werknemersorganisaties, opleidingsoperatoren, GNFA en Innovam, Cevora, RTC's.
Voortgangsindicatoren •
De bestaande partnerschappen versterken en verder uitbouwen
•
Mogelijk nieuwe partnerschappen zoeken
Diversiteitscheck Iedereen kan vanaf de website van EDUCAM de verschillende sectorstudies en -publicaties gratis downloaden. Verder wordt er geïnvesteerd in een proactieve, doelgerichte, gestructureerde en georganiseerde communicatie met de media om de verschillende doelgroepen binnen de sector te bereiken. In de sectorale communicatie is er regelmatig aandacht voor het thema diversiteit door publicaties over het belang van competenties, de mogelijkheden van het diversiteitsplan en foto’s die de diversiteit in de sector weergeven De studie over de instroom- en uitstroom in de verschillende sectoren geven een goed zicht op de noden in de sector en welke mogelijkheden er zijn voor bepaalde groepen.
53
Uitstroom
PRIORITEIT 11 Inspanningen leveren om de uitstroom van talent in de sector in te dijken of vruchtbaar te laten verlopen Motivatie Oudere werknemers moeten worden aangezet om bij te scholen, om langer aan het werk te blijven en om hun opvolgers voor te bereiden op het overnemen van de taken. Er moet ook meer werk worden gemaakt van het kennisretentiebeleid van ontslagen werknemers. De sectorale aanpak van tijdelijke werkloosheid leidt er onder meer toe dat in periodes van algemene economische laagconjunctuur de werknemers toch in de onderneming blijven.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten: Actie 1: Begeleiden bij herstructureringen Omschrijving De sectorale sociale partners verbinden er zich toe de begeleidingsmogelijkheden van met ontslag bedreigde werknemers actief te ondersteunen (tewerkstellingscel). Dit kan gebeuren via hun betrokkenheid in de tewerkstellingscel en via de mogelijkheden van het Herplaatsingsfonds. Aan de betrokken bedrijven wordt zoveel mogelijk informatie verstrekt over sectorale mogelijkheden op dit vlak. Bij de ondersteuning van deze begeleiding wordt gestreefd naar een snelle re-integratie op de arbeidsmarkt van de ontslagen werknemer, bij voorkeur in de sector. De verdere ondersteuning van de sector bestaat eruit om kennis over de sector in de tewerkstellingscel beschikbaar te stellen, de goede kennis van sectorfoto’s, in- en uitstudies te delen, de gedegen terreinervaring uit te wisselen en advies te geven over opleidingsaangelegenheden. De sectorale beroepsprofielen kunnen ook ondersteuning bieden tijdens deze vergaderingen. Het opleidings-CV biedt aan de met ontslag bedreigde werknemers een extra steun in de rug met betrekking tot zijn re-integratie op de arbeidsmarkt samen met de sectorale beroepsprofielen. Het opleidings-CV kan ook meer worden ingezet om een zicht te krijgen op de competenties van de werknemer bij outplacement of in kader van een tewerkstellingscel. De sectorale sociale partners en de Vlaamse Regering bevorderen de ontwikkeling van basiscompetenties en de functionele geletterdheid, met andere woorden: geletterdheid, gecijferdheid, multimediale en digitale vaardigheden om te kunnen functioneren in verschillende breed-maatschappelijke en sociaaleconomische contexten. Men voorziet jaarlijks een bereik van minimaal 190 werkzoekenden en 380 werknemers. Men kan hierbij
54
een beroep doen op de opleidingsmodules en maatwerkformules zoals ze uitgewerkt worden door de VDAB, basiseducatie en/of de centra voor volwassenenonderwijs en SYNTRA. De sector kan op maat en ritme van de sector multilaterale samenwerkingsakkoorden aangaan met de VDAB, SYNTRA en andere opleidingsverstrekkers om competentieontwikkeling te realiseren en knelpuntberoepen te verhelpen. Betrokken partners De sectorale sociale partners, de sector, het Herplaatsingsfonds, de bedrijven, de interventieadviseurs van de VDAB, Syntra, andere opleidingsverstrekkers, outplacementbureaus, werknemers, vooral oudere werknemers de Vlaamse regering, de centra voor volwassenenonderwijs. Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng De rol bestaat erin om technische knowhow, een specifieke methode voor competentiebeleid voor de betrokken sector, marktgegevens, terreinervaring e.d. zullen worden uitgewisseld (adviserende rol). Het doel is dus om de getroffen werknemers een kwaliteitsvolle, professionele begeleiding bij hun zoektocht naar nieuw werk te geven met het oog op een duurzame tewerkstelling. De kansengroep die in deze actie centraal staat zijn oudere werknemers.
Voortgangsindicatoren •
Betrokkenheid in de tewerkstellingscellen
Actie 2: Samenwerking met de interventieadviseurs en de participerende rol in de tewerkstellingscellen Omschrijving De sectorale sociale partners van de autosector en aanverwante sectoren voorzien een kader voor begeleiding na ontslag voor de ontslagen werknemers. De begeleiding na ontslag is een belangrijke stap naar de herinschakeling. Maatwerk in het outplacementaanbod is essentieel en er moet meer aandacht besteed worden aan competentieversterking van de getroffen ontslagen werknemer. Betrokken partners Outplacementkantoren, interventieadviseurs VDAB, EDUCAM Beoogde sectorale doelstelling en rol/inbreng Sectoraal vangnet aanbieden bij het verlies van hun job. Ontslagen werknemers stimuleren om in de sector te blijven en de samenwerking tussen de sector en de tewerkstellingscellen beter op elkaar afstemmen.
Voortgangsindicator •
Het aantal vragen voor meer informatie in kader van outplacement
55
Actie 3: Competenties centraal stellen en een competentiebeleid m.b.t. de doelgroep van de uitstroom bij de ondernemingen en opleidingscentra stimuleren Omschrijving Strategisch competentiebeleid en talentontwikkeling stimuleren, door beroepen duidelijk te definiëren qua vereiste competenties en het stimuleren van het competentiebeleid in bedrijven. De doelstelling bestaat erin het opleidingsbeheer van de bedrijven te professionaliseren, zodat de opmaak van een kwaliteitsvol, onderbouwd en gefundeerd opleidingsplan mogelijk wordt. Met het kwalitatief opleidingsplan en het opleidings-CV kunnen de bedrijven de uitstroom door pensioen plannen en kennisretentie en -overdracht op tijd in gang zetten (zie prioriteit 7). De sociale partners ijveren voor: een leeftijdsbewust personeelsbeleid, dat erop gericht is om zo lang mogelijk kwaliteitsvolle, ervaren oudere werknemers aan de slag te houden (pistes: promoten van de multitasking man, oudere werknemers toegang blijven verlenen tot opleiding, kennis van oudere werknemers valoriseren en borgen, enz.). De mogelijkheden met betrekking tot peterschapsopleiding zullen verder onderzocht worden. Het sectorfonds zal arbeiders die geconfronteerd worden met de invoering van nieuwe technologieën via opleidingen ondersteunen. Circa 9700 Vlaamse werknemers, waarvan 25% ouder dan 45 jaar zullen hieraan onderworpen worden. De sociale partners zullen brainstormmomenten inbouwen om de premieregeling te actualiseren. De sector denkt na of er een mogelijkheid is om premies in te zetten voor bepaalde opleidingen maar ook voor specifieke doelgroepen zoals de 45-plussers. Betrokken partners Bedrijven, de sociale partners, EDUCAM, SERR-RESOC’s, Toekomstopwielen.be; VDAB, ESF.
Voortgangsindicator •
Quasi 9700 Vlaamse werknemers, waarvan 25% ouder dan 45 jaar zullen onderworpen worden aan opleidingen nieuwe technologieën. In de in- en uitstroomstudies is terug te vinden tot welke leeftijdsgroepen de arbeiders in de verschillende sectoren behoren.
•
De promotie van het kwalitatief opleidingsplan en het opleidingsCV
Actie 4: Analyse van werkbaarheid De instrumenten en studies die bestaan in kader van Werkbaar werk zullen naar de bedrijven gecommuniceerd worden zoals de Vlaams Workability Index (WAI) en de Toolkit ‘ Werken aan Werkbaar Werk’ In kader van het addendum werkbaarheid bekijkt de sector de mogelijkheden om een voorstel in te dienen voor een onderzoek naar de verschillende factoren van werkbaarheid in de sector. De actie wordt opgenomen in kader van het addendum. Diversiteitscheck Het EAD en diversiteitbeleid wordt in de sectorale competentieagenda (gericht naar de bedrijven) ingebed. De sector tekent in op de aanpak om verworven competenties op de arbeidsmarkt te waarderen, alle competenties en ervaringen zichtbaar te maken, vaardigheden en verworven competenties op de arbeidsmarkt (ervaringsbewijs) te kennen en valideren, teneinde discriminatie op basis van leeftijd, geslacht, … tegen te gaan.
56
EDUCAM verleent de loopbaanbegeleiding en (opleidings)advies tijdens de begeleiding en fungeert sinds 2009 als testcentrum. Oudere werknemers langer aan het werk houden en krijgen is een noodzakelijk element op de arbeidsmarkt van vandaag. Manieren om deze doelgroep te bereiken zijn het geven van opleidingen, het opleidings-CV up-to-date houden, de rol van leermeester of peter verder uitbouwen, ....
57
[Algemene bepalingen inzake beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst] Beëindiging - Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van twee jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd. - Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie van het tussentijds rapport door het departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie voor Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid - De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen is het sectorconvenant tijdens de looptijd van het sectorconvenant worden doorgevoerd.
Evaluatie - Het departement Werk en Sociale Economie pleegt overleg met de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties over de bevindingen van het tussentijds rapport en van het eindrapport. Dit gebeurt aan de hand van formele en informele opvolgingsmomenten en fysieke en/of desk evaluaties. Het departement Werk en Sociale Economie voorziet hiertoe een sjabloon voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij die opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht - De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
58