Sectorconvenant 2016-2017 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder (PC 140.02)
Tussen de Vlaamse Regering, hierbij vertegenwoordigd door: Mevrouw Hilde Crevits, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs; De heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport
en de sociale partners van de sector van de taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder, met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: De heer Paul Van Avermaet, Voorzitter van het Sociaal Fonds voor de taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder; De heer Pierre Steenberghen, Secretaris-generaal van de Nationale Groepering van ondernemingen met Taxi en Locatievoertuigen met chauffeur
met als vertegenwoordigers voor de werknemers: De heer Jan Sannen, Algemeen sectorverantwoordelijke vervoer over de weg en logistiek ACV-Transcom; De heer Frank Moreels, Federaal secretaris wegvervoer en logistiek ABVV-BTB
1
2
Wordt overeengekomen wat volgt Verbintenissen van de Vlaamse Regering Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017 een maximale toelage van 147.000,00 EUR uit te betalen aan het Sociaal Fonds voor de Taxiondernemingen en de Diensten voor het Verhuur van Voertuigen met Bestuurder, Metrologielaan 8 te 1130 Brussel (ondernemingsnummer: 0412.541.790 bankrekeningnummer: BE56 0012 1225 6688) ter financiering van 1,5 VTE sectorconsulenten. Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst, door: 1. het organiseren van ad hoc- overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren; 2. het organiseren van klankbordvergaderingen waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren; 3. het organiseren van intervisiemomenten met vertegenwoordigers van de sector, die fungeren als doorgeefluik van informatie. Verbintenissen van de sector Artikel 3. De sector van de taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder verbindt zich ertoe om, op basis van het door de VESOC-partners goedgekeurde, inhoudelijk kader voor de sectorconvenants 2016-2017, een sectorale visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn verbintenissen die betrekking hebben op het ondersteunen en uitvoeren van: -
de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt;
-
een competentiebeleid, waaronder leven lang leren;
-
het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt.
Artikel 4. De sector verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe worden effectief 1,5 VTE- sectorconsulenten ingezet. Zij zijn tewerkgesteld in een paritair beheerde organisatie en werken onder paritair toezicht. Ze zijn belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant. De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Periodes van tijdskrediet of loopbaanonderbreking komen niet in aanmerking voor financiering tenzij wordt aangetoond dat de functie
3
van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er afdoende wordt uitgeoefend. De maximale werkingssubsidie wordt toegekend voor de inzet van 1,5 VTE op jaarbasis. Indien de sectorconsulent tijdens zijn of haar afwezigheid niet afdoende vervangen wordt voor het continueren van de inspanningen in het kader van het sectorconvenant, vermindert de maximale werkingssubsidie. De werkingssubsidie wordt dan berekend per consulent per dag van de looptijd. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen waarop geen/te weinig consulenten tewerk gesteld waren en in mindering gebracht. De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen en wijzigingen melden. Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2017 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2018 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en eindrapport omvatten: -
de rapportering over de verschillende realisering van het actieplan;
initiatieven
-
de toetsing van de realisaties aan de resultaatsindicatoren en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant;
-
de verantwoording van de aanwending van subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport).
Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt sector het modelformulier inzake de rapportering.
de
ter
ontvangen
tijdig
aan
de
De sector van de taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder werkt vanuit volgende sectorale visie aan de uitvoering van de prioriteiten en acties van dit sectorconvenant:
4
1. Omgevingsanalyse 1.1 Afbakening en indeling van de sector De werkgevers en hun werknemers zijn actief in de sector van het bezoldigd personenvervoer over de weg, in de volgende subsectoren: a) ondernemingen voor taxidiensten Onder taxidiensten wordt begrepen: de taxidiensten in overeenstemming met de wetgeving van toepassing in het gewest van de zetel van de onderneming. Het vervoer verricht per taxi wordt uitgevoerd met een voertuig van maximaal 9 plaatsen (chauffeur inbegrepen), uitgerust met een taxameter en een taxilicht op het dak van het voertuig. De taxibedrijven, die met een of meerdere wagens ad hoc klanten vervoeren, vormen de deelsector die het grootste deel van de tewerkstelling voor zijn rekening neemt. Deze bedrijven staan voor ongeveer zeventig procent van de sectorale tewerkstelling. In nagenoeg alle gevallen gaat het om chauffeurs. Enkel de grootste taxiondernemingen hebben ook personeel in dienst dat werkt als dispatcher (opvangen en verdelen van de ritten) of in ondersteunende activiteiten (bv. onderhoud van het wagenpark). b) ondernemingen voor verhuur van voertuigen met chauffeur (VVB) Deze bedrijven staan in voor personenvervoer met wagens van maximaal negen plaatsen. Voorbeelden zijn luchthaventransport, mindervalidenvervoer, limousines, zakelijk vervoer, VIP-vervoer,… Het gaat om kleinschalig en niet-dringend personenvervoer. Ze betreffen bijna dertig procent van de sectorale tewerkstelling.
1.2 Kenmerken van de sector 1.2.1 Enkele cijfers Aantal taxivergunningen en –voertuigen voertuigen in 2015 in Vlaanderen.
en
VVB-vergunningen
en
–
- Taxi’s: 1.875 taxivoertuigen Aantal exploitanten: 1.151
5
- Diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder (VVB): 2.831 voertuigen Aantal exploitanten: 1.159 - Algemeen totaal exploitanten
voor
Vlaanderen:
4.706
voertuigen
en
2.310
Bron: Vlaamse overheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, mei 2015
1.2.2 KMO-sector met concentratie in Antwerpen en Brussel De sector heeft een uitgesproken KMO-karakter. 91% van de bedrijven heeft minder dan 20 werknemers in dienst. De activiteit van de bedrijven concentreert zich sterk op de as Antwerpen-Brussel: de taxi-en VVB-bedrijven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (26,4%) en de provincies Antwerpen (18,4%) en Vlaams-Brabant (11,6%) zijn samen goed voor 54,7% van de tewerkstelling. Tabel 1: Bedrijfsgrootte uitgedrukt werknemers per werkgever (Vlaanderen) Aantal werknemers per werkgever < 5 5-9 10-19 20-49 50-99 100-199 199 < TOTAAL
in
aantal
tewerkgestelde
Aantal werkgevers in Vlaanderen 233 80 42 23 6 3 1 388
Bron: Sociaal Fonds taxi en VVB, juli 2015, gegevens van december 2014
In Vlaanderen zijn er in totaal 388 werkgevers actief. Hiervan telt 83 procent slechts 1 tot 10 werknemers. Nog eens 12 procent telt 11 tot 29 werknemers, zodat bedrijven met 30 werknemers of meer amper 5 procent uit maken van onze sector. Meestal tellen ze minder dan 100 werknemers. Slechts vier bedrijven hebben meer dan 100 werknemers in dienst. Het grootste Vlaamse bedrijf telt 296 werknemers. Het hoeft bijgevolg weinig betoog dat zelfs de grotere Vlaamse taxibedrijven in veel andere sectoren nog bij de kleinere bedrijven (of zelfs KMO’s) zouden gerekend worden. Naast de 388 werkgevers, zijn er in Vlaanderen naar schatting nog 1.922 zelfstandige taxi-of VVB-chauffeurs aan de slag.
6
1.3 Wie is de taxi- of VVB-chauffeur1? Een van de 6.487 die er in ons land zijn - Eind 2014 telde de sector 6.487 werknemers, waarvan de helft (50,5%) in Vlaanderen werkt. De cijfers illustreren dat de sector door de jaren heen een stapsgewijs groeiende tewerkstelling kent, met een totale toename van 19% in 2014 tegenover 2004.
Grafiek 1: Evolutie van het aantal werknemers in België in het Paritair Subcomité 140.02 per werknemerskengetal van 2004 t.e.m. 2014
Om een statistisch beeld te krijgen over wie de taxi- of VVB-chauffeur nu eigenlijk is, hebben we ons gebaseerd op 2 soorten gegevens: Enerzijds op de gegevens uit de bestaande databank van het Sociaal Fonds Taxi & VVB. Een daarop toegespitste analyse en onderlinge gegevenskoppeling bracht informatie over de gemiddelde leeftijd van de chauffeurs, het werkregime (deeltijds of voltijds), de anciënniteit,… Omdat deze databank informatie inventariseert over alle werknemers in de sector, levert de analyse ervan een bijzonder betrouwbaar beeld op. Anderzijds werd binnen het ESF-project ‘Werkbaarheid in de taxisector’ een telefonische enquête bij 162 (ex-)werknemers uit de sector afgenomen: 128 huidige werknemers (110 taxichauffeurs en 18 VVB-chauffeurs) en 34 exwerknemers (32 ex-taxichauffeurs en 2 voormalige VVB-chauffeurs). Ook daaruit kon heel wat relevante informatie gehaald worden. 1
7
Bron:
Sociaal
Fonds
voor
Taxi's
en
VVB.
Gegevens
per
10
april
2015,
situatie december 2014 Legende: -
-
-
013: Taxichauffeurs voor personenvervoer tewerkgesteld door werkgevers met werkgeverscategorie 068 (loonmatigingsbijdrage niet verschuldigd) en leerlingen van deze categorie vanaf het jaar waarin ze 19 jaar worden 015: (VVB-chauffeurs) Werklieden van de gewone categorie en leerlingen van deze categorie vanaf het jaar waarin ze 19 jaar worden 024: Gesubsidieerde contractuelen, handarbeiders die met reëel loon worden aangegeven 011: Werklieden van de speciale categorie aan te geven met forfaitaire lonen door werkgevers 027: Leerplichtigen - werklieden en stagiairs van de gewone categorie (zie werknemerskengetal 015) tot 31 december van het jaar waarin ze 18 jaar worden. 035: Leerlingen en gelijkgestelden - handarbeiders tot 31 december van het jaar waarin ze 18 jaar worden: - leerlingen met erkende leerovereenkomst
In Vlaanderen, één van de 3.276 - Eind 2014 bestond de tewerkstelling in Vlaanderen uit 3.276 chauffeurs. Zoals in de grafiek hieronder te zien is, kent de provincie Antwerpen het grootste aantal chauffeurs (38%), gevolgd door Vlaams-Brabant (25%), Oost-Vlaanderen (21%), West-Vlaanderen (11%) en Limburg (5%). Grafiek 2: Evolutie van het aantal werknemers in Vlaanderen in het Paritair Subcomité 140.02 van 2004 t.e.m. 2014
Bron: Sociaal Fonds taxi en VVB, juli 2015, gegevens december 2004-2014
8
Werkt op de as Antwerpen-Brussel — De tewerkstelling in de sector concentreert zich op de as Antwerpen-Brussel. Maar liefst 54,7% werkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (26,4%), Antwerpen (18,4%) of Vlaams-Brabant (11,6%). Nog 19,9% werkt elders in Vlaanderen en 21,9% in Wallonië. Grafiek 3:
Een man — In 2013 telde de sector slechts 503 vrouwelijke chauffeurs (7,9%). Ter vergelijking: in 2013 was op de Belgische arbeidsmarkt 46,9% van alle werkenden een vrouw (Federale Overheidsdienst Economie, Enquête naar Arbeidskrachten). Rijdt met een taxi — In de taxi- en VVB-sector staat 70,9% van alle werknemers geregistreerd als taxichauffeur. 28,5% is chauffeur in ondernemingen die voertuigen met chauffeur verhuurt (VVB). Werkt voltijds — 58,8% van alle chauffeurs werkt voltijds. Ten opzichte van de totale beroepsbevolking in België komt deeltijds werk in de taxi- en VVB-sector aanzienlijk meer voor. Van alle werkenden in België had slechts 26,5% in 2013 een deeltijds arbeidscontract. Vrouwelijke chauffeurs werken vaker deeltijds dan mannen: 58,7% van alle vrouwen werkt deeltijds, ten opzichte van 39,9% bij de mannen. Taxichauffeurs werken iets vaker voltijds dan VVB-chauffeurs (60,3% tegenover 54,4%).
9
Grafiek 4: Aantal tewerkgestelde chauffeurs in België per geslacht, statuut en kengetal voor het jaar 2013
Bron: Sociaal Fonds taxi en VVB, juli 2014, gegevens van december 2013
46 jaar — De gemiddelde leeftijd van taxi- en VVB-chauffeurs bedraagt 46 jaar. Het leeftijdsgemiddelde voor vrouwelijke chauffeurs (45 jaar) wijkt nauwelijks af van dat van hun mannelijke collega’s (46 jaar). Ook tussen taxi- en VVB-bedrijven tekenen er zich geen significante verschillen af, met leeftijdsgemiddelden van respectievelijk 46 en 47 jaar. Met een gemiddelde leeftijd van 48 jaar zijn de deeltijdswerkende chauffeurs doorgaans nauwelijks ouder dan chauffeurs die voltijds werken (gemiddeld 45 jaar). Het valt op dat de sector erg weinig jonge chauffeurs telt. Slechts 2,6% is jonger dan 25 jaar. Daartegenover staat 8,7% chauffeurs die 65 jaar of ouder zijn. De jongste chauffeurs in de sector zijn, zoals wettelijk voorgeschreven, 21 jaar. De oudsten zijn 84 jaar (2 chauffeurs in 2013).
10
Grafiek 5: Evolutie van het aantal werknemers in België in het Paritair Subcomité 140.02 per leeftijdscategorie van 2004 t.e.m. 2014
Legende: elk gekleurd vak geeft het aantal werknemers weer per leeftijdsblok van 10 jaar. Bijv. oranje 20 t.e.m. 29 jaar Bron: Sociaal Fonds voor Taxi's en VVB. Gegevens per 10 april 2015, situatie december 2014
Uit bovenstaande grafiek kan toch een geleidelijke stijging vastgesteld worden van het aantal 20 tot 29-jarigen. Waar er in 2004 slechts 3 chauffeurs jonger waren dan 30 jaar, is dit aantal intussen reeds gestegen tot 792. Starten op 41 jaar — Met een gemiddelde leeftijd van 46 jaar is de doorsnee chauffeur in de sector niet van de jongsten. Die hogere leeftijd tekent zich meteen af bij de start van de chauffeursloopbaan. Beginnelingen zijn gemiddeld 41 jaar wanneer ze starten aan hun loopbaan. Chauffeurs die kiezen voor een voltijdse baan als taxiof VVB-chauffeur zijn met een gemiddelde intredeleeftijd van 42 jaar wel iets ouder dan starters die deeltijds in de sector aan de slag gaan (gemiddelde intredeleeftijd van 39 jaar). Twee op tien heeft een migratie-achtergrond — Uit de telefonische enquêtering blijkt dat bijna twee op tien (18,5%) van de huidige chauffeurs een migratieachtergrond heeft. Hoewel op basis van de
11
enquêteresultaten (met een beperkt aantal respondenten van nietBelgische origine) enkel uiterst voorzichtig conclusies kunnen worden getrokken, lijkt het erop dat het aantal werknemers met een migratieachtergrond in stijgende lijn zit. Bij de chauffeurs van 30 jaar of jonger (N=11) heeft bijna 4 op 10 een migratieachtergrond. Bij de werknemers van 50 jaar of ouder (N=61) is dat minder dan 1 op 10. Ook valt in de enquête op dat alle respondenten met een migratie-achtergrond als taxichauffeur aan de slag zijn. Geen enkele respondent van niet-Belgische origine werkt in een VVB-bedrijf. Meer dan vijf procent spreekt matig tot slecht Nederlands — De grote meerderheid van de geënquêteerde chauffeurs spreekt goed tot zeer goed Nederlands. Slechts 5,6% van alle bevraagden drukte zich matig tot slecht uit in het Nederlands. Dit cijfer mag echter niet gegeneraliseerd worden voor de totale populatie van taxi- en VVBchauffeurs. 3,7% van de contactpogingen voor enquêtes liep immers vast omdat de respondenten te weinig Nederlands beheersten om alle vragen te kunnen begrijpen en te beantwoorden. Stellen dat slechts 5,6% van de chauffeurs de Nederlandse taal niet goed beheerst, zou dus een onderschatting zijn. Een laag scholingsniveau — Taxi- en VVB-chauffeurs zijn doorgaans laaggeschoold. In de enquête heeft 83,5% van de huidige werknemers maximum een diploma van middelbaar onderwijs. Voor 18,9% van deze groep is het diploma van lager onderwijs het hoogst behaalde diploma.
12
2.
SWOT-analyse
2.1 Sterktes 2.1.1 De toegang tot het beroep De drempel om te starten als taxichauffeur ligt relatief laag. Er moet slechts aan enkele voorwaarden voldaan worden:
minimum 21 jaar zijn;
in het bezit zijn van een Europees rijbewijs;
beschikken aantoont;
Steden of gemeenten kunnen bijkomende voorwaarden opleggen aan chauffeurs in taxibedrijven op hun grondgebied. Een kandidaatchauffeur moet bijvoorbeeld een bewijs van goed gedrag en zeden voorleggen, een examen afleggen,…
over
De sector biedt Vlaanderen.
een
daarom
attest
heel
dat
wat
de
medische
kansen
aan
geschiktheid
nieuwkomers
in
2.1.2 Stabiele tewerkstellingscijfers De tewerkstelling in de sector blijft jaar na jaar stabiel. Grafieken 1 en 2 tonen deze trend duidelijk aan. Waar andere sectoren kampen met een sterke daling in het tewerkstellingscijfer blijft de taxi- en VVB-sector een stabiele sector om in te werken. 2.1.3 Specifieke jobkenmerken loopbaan als chauffeur
overtuigen
werkzoekenden
tot
een
69,5% van de respondenten uit de enquête (zie hoger) startte ooit als taxi- of VVB-chauffeur omwille van jobspecifieke kenmerken: ze kozen er voor omwille van de klantencontacten, omdat ze het werk associeerden met een hoge mate van vrijheid, omwille van de afwisseling in het werk,… Het beroep van chauffeur is dus aantrekkelijk bij werkzoekenden. 2.1.4 Een onderscheiding voor de job Een chauffeur geeft zijn baan een 7,8 op 10 wanneer hem gevraagd wordt hoe tevreden hij is over zijn werk, zo blijkt uit de enquête. Daarmee slaagt het beroep van taxi- of VVB-chauffeur met een ruime onderscheiding. Met een gemiddelde 7,7 op 10 voor de taxichauffeurs
13
(N=110) en 8,0 op 10 voor de VVB-chauffeurs (N=18) wijkt jobwaardering in beide subsectoren nauwelijks van elkaar af.
de
2.2 Opportuniteiten 2.2.1 Besparingen bij De Lijn De Vlaamse Regering wil van het concept ‘basismobiliteit’ (overal bushaltes en buslijnen, ook in landelijk gebied) evolueren naar ‘basisbereikbaarheid’ waarbij De Lijn zich meer moet toespitsen op haar kerntaken en minder rendabele lijnen (eventueel ook haltes) afschaffen. Het aanbod van De Lijn kan volgens de regering aangevuld worden met kleinschalig en vraagafhankelijk vervoer (bv. taxi) dat gestuurd wordt door provinciale regiecentrales. Hoe dit alles vorm zal krijgen, zal de toekomst uitwijzen, maar zeker is alvast dat er voor de taxi’s en VVB een prominentere rol zal weggelegd zijn in het openbaar vervoer in Vlaanderen.
2.3 Zwaktes 2.3.1 Hoog verloop maakt het chauffeursberoep tot knelpuntfunctie Ondanks de lage instapdrempel blijkt het beroep van taxi- en VVBchauffeur een knelpuntfunctie. Het probleem ligt niet zozeer bij de instroom, maar wel bij de retentie. De sector kenmerkt zich door een indrukwekkend verloop. In 2013 stroomde 27,3% van de in totaal 6.456 chauffeurs uit. Dit cijfer onderscheidt zich opvallend van het verloopcijfer dat Securex berekende voor de Belgische arbeidsmarkt in 2013 (Securex, White Paper. Personeelsverloop 2013). Dit bedraagt 19,4%. Het verloop in de taxi- en VVB-sector ligt dus bijna 8 procentpunten hoger. Het verloop in de sector van taxi- en VVBbedrijven neemt ook jaar op jaar toe. Sinds 2005 is het bijna verdrievoudigd. De tabel hieronder geeft het verloop weer van de werknemers die het bedrijf verlieten. Dezelfde werknemer kan hierna bij een andere werkgever in de sector gestart zijn, maar dit wordt niet geïncorporeerd in deze verloopcijfers. Het verloop manifesteert zich behoorlijk vroeg in het loopbaanparcours van de werknemers. Na drie jaar tewerkstelling valt het verloop nagenoeg stil. Bij toenemende anciënniteit ligt het verloopcijfer dus aanzienlijk onder het verlooppercentage dat voor de gehele Belgische arbeidsmarkt geldt. Vrouwelijke chauffeurs blijken de job (nog) sneller voor bekeken te houden dan hun mannelijke collega’s. In 2013 stapten 5 op 10 van de mannelijke chauffeurs binnen het eerste jaar van hun tewerkstelling weer op. Bij de vrouwen was dat 6 op 10.
14
Grafiek 6:
2.3.2 De werkomstandigheden Een voltijdse taxichauffeur heeft een diensttijd van gemiddeld 50 uur per week. Daarvan wordt 24% niet gerekend als arbeidsduur. 63,3% van de bevraagde chauffeurs werkt vijf of zes dagen per week. Taxi’s moeten 365 dagen op 365 beschikbaar zijn, 24 u op 24. Een taxichauffeur is dus niet altijd vrij tijdens de weekends. 18,7% van de bevraagde chauffeurs rijdt altijd in het weekend en 14,9% is altijd aan de slag op feestdagen. De werkomstandigheden worden door heel wat factoren beïnvloed: druk verkeer, uren in de files zitten, moeilijke klanten, etc. 2.3.3 De verloning Het loon van de taxichauffeur staat in relatie tot zijn recette (omzet). Daardoor is het inkomen van de taxichauffeur variabel per maand, met steeds het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI) als minimum. De VVB-chauffeur verdient in tegenstelling tot de taxichauffeur een vast uurloon. Gezien de loonbarema’s in de sector en gezien de taxichauffeurs op recette rijden, lijkt het er op dat een groot deel van de chauffeurs het met een bescheiden inkomen moet stellen.
15
2.3.4 ‘Verdoken’ fysieke belasting 19,8% van alle bevraagde chauffeurs (zowel de huidige als de uitgestroomde werknemers) zegt ooit fysieke problemen te hebben ondervonden ten gevolge van deze job. Van die groep zegt 84,4% (27 op 32) dat dit blijvende of terugkomende problemen veroorzaakte. Omdat chauffeurs doorgaans geen zware lasten tillen, geen buitenwerk in gure weersomstandigheden verrichten, niet met gevaarlijke producten werken, … kan de indruk ontstaan dat de job weinig fysieke belasting inhoudt en lijkt een aandeel van één op vijf werknemers die fysieke klachten toeschrijven aan hun baan als chauffeur, behoorlijk hoog. Bij de enquêtering waren het ook de chauffeurs zelf die de link legden tussen lichamelijke problemen en hun beroep. Het ging niet om een medische vaststelling. Toch zetten bepaalde jobkenmerken de fysieke gezondheid onder druk:
Afwisselende shiften raken aan het slaapritme.
Het is een uitgesproken ‘zittend’ lichaamsbeweging komt kijken.
De arbeidsomstandigheden en het werkritme brengen de chauffeurs er al snel toe om te kiezen voor een snelle snack en (ongezonde) tussendoortjes, in plaats van een evenwichtige maaltijd waarvoor ze de tijd kunnen nemen.
beroep
waarbij
weinig
De fysieke belasting is daarmee misschien minder zichtbaar, maar wel degelijk aanwezig. 2.3.5 Hoog aantal ongevallen – veel verkeersovertredingen 26 van de 128 chauffeurs (20,3%) uit de werknemersbevraging zegt tijdens het voorbije jaar betrokken te zijn geweest bij minstens 1 ongeval. Slechts 1 chauffeur meldt meer dan 2 ongevallen te hebben meegemaakt tijdens het voorbije jaar. Slechts een minderheid van 44 chauffeurs (34,4%) maakte het jaar rond zonder verkeersovertredingen. Van de overige 84 chauffeurs waren er 26 (31,0%) die 3 keer of meer beboet werden tijdens het voorbije jaar.
2.4 Bedreigingen 2.4.1 Oneerlijke concurrentie ‘taxidienst’ UBER In februari 2014 is UBER gestart in Brussel, met zijn ‘taxidienst’ UberPop. Met behulp van een smartphone kan men een ‘taxi’ bestellen en de rit betalen via een kredietkaart. Daarbij wordt niet gewerkt met professionele chauffeurs, maar met particulieren die passagiers tegen betaling kunnen meenemen in de wagen.
16
In feite gaat het om een illegale vorm van taxidiensten en fraude waarbij de UberPop-chauffeurs op flagrante wijze de gewestelijke regel op het bezoldigend personenvervoer en de Federale regels over de BTW, sociale bijdragen, belastingen, technische keuring van voertuigen, verzekeringen, enz. ontduiken. Omdat er illegaal gewerkt wordt, krijgen de klanten gunstigere prijzen voor ritten die zij via UberPop bestellen maar krijgen de reguliere taxi’s te kampen met een vorm van oneerlijke concurrentie. De Brusselse Rechtbank van Koophandel heeft daarom beslist dat het Amerikaans bedrijf UBER zijn dienst UberPop in Brussel moet stoppen of anders een dwangsom moet te betalen per overtreding. Op 24 september heeft ook de Brusselse Handelsrechtbank UberPop illegaal verklaard. UBER is echter nooit gestopt met het aanbieden van zijn diensten in Brussel. Zolang UBER de vereisten, die een professionele taxichauffeur moet volgen, ontloopt blijft het een oneerlijke concurrent voor de professionele taxichauffeurs.
3.
Visie – Uitdagingen voor de sector
Vanuit de sectorale omgevingsanalyse en de daarop volgende SWOTanalyse kunnen we de volgende drie uitdagingen en de visie voor de sector in de komende jaren distilleren:
Instroom Aangezien de instapvoorwaarden om chauffeur te worden in de sector laag zijn, komt de instroom van nieuwe werknemers vooral uit de kansengroepen (anderstaligen, laaggeschoold,…). Bovendien hebben we ook statistisch kunnen vaststellen dat onze sector kampt met een enorm grote uitstroom en verloop, dat zich hoofdzakelijk stelt in de eerste 3 jaren van de loopbaan. Toch blijft het tewerkstellingscijfer in onze sector stabiel en mogen we er van uit gaan dat de toekomst ook positieve perspectieven biedt. Het inzetten van taxi’s in het openbaar vervoer schept namelijk nieuwe tewerkstellingskansen. Al deze factoren maken dat we als sector vooral moeten inzetten op een kwalitatief instroombeleid. We moeten de nieuwkomers in onze sector een degelijke opleiding kunnen aanbieden. We gaan ervan uit dat nieuwe (anderstalige) werknemers, dankzij een kwalitatieve opleiding, meer gemotiveerd zijn, beter kunnen inschatten in welke sector ze terecht komen en op die manier ook bewuster voor het beroep kiezen. Dit zorgt ervoor dat men blijvend in de sector aan het werk gaat.
17
Om het kwalitatief instroombeleid vorm te geven, kunnen we samenwerken met diverse partners.
Retentiebeleid - competentiebeleid – werkbaar werk Om de hoge uitstroom in het begin van de loopbaan aan te pakken, is het enerzijds belangrijk om te zorgen voor een kwalitatieve instroom, maar evenzeer is het van belang om de uitstroom in het begin van de loopbaan zelf tegen te gaan. We moeten er voor zorgen dat de chauffeur zijn job in de sector als een ‘werkbare job’ kan beschouwen. We zullen dit doen door sterk in te zetten op competentieontwikkeling. De voorbije jaren werden in de sector de eerste stappen richting permanente vorming en een competentiebeleid gezet met een positief resultaat als gevolg. Het aantal permanente opleidingen steeg jaarlijks. Toch is het niet evident om in een sector met hoofdzakelijk kleine KMO’s en micro-ondernemingen iedereen warm te maken en mee te krijgen in het competentieverhaal. Hiervoor zullen we de komende jaren extra inspanningen doen.
Diversiteit De sector is (ook in de publieke opinie) gekenmerkt door zijn grote diversiteit. Hiervoor moeten we alvast geen extra inspanningen leveren. Als gevolg van deze diversiteit, duiken er soms een aantal problemen op, waar werkgevers niet altijd direct een passend antwoord op kunnen formuleren. Denken we vooral aan de problematiek van het gebrek aan kennis van het Nederlands. We zullen als sector proberen werkgevers hier ter hulp te schieten.
4.
Prioriteiten
Vanuit de geschetste sectorale visie en vanuit de sectorspecifieke uitdagingen waar de sector op korte en langere termijn voor staat, maakt de sector werk van het aanpakken van de volgende prioriteiten (zie prioriteitenfiches):
Prioriteit 1: De kwalitatieve instroom van chauffeurs in de sector mee helpen bevorderen
Prioriteit 2: Door middel van een actief retentie- en competentiebeleid een duurzame tewerkstelling en werkbaar werk in de sector nastreven
18
5.
Prioriteit 3: waarborgen
Diversiteit
en
evenredige
arbeidsdeelname
Intersectorale samenwerking
Door het wegvallen van de SERV-netwerken, bleek al heel snel de nood aan informatie-uitwisseling. Waar in de netwerken tijdens informele contacten veel werd besproken en uitgewisseld, was dit ineens volledig weggevallen. Vanuit de veronderstelling dat we de meeste verwantschappen hebben met onze collega’s van het Paritair Comité 140 (Vervoer en Logistiek), zijn we begin 2015 met een structureel overleg gestart. Samen met de verhuissector, de autocar-autobussector en de transport en logistieke sector wordt op regelmatige basis informeel gediscussieerd en gepraat over allerhande thema’s die onze sectoren aanbelangen. Binnen dit structureel overleg wordt nagedacht over mogelijke concrete samenwerkingsverbanden en acties in de nabije toekomst. Eén gezamenlijke actie rond promotie van de transportberoepen werd alvast in dit convenant opgenomen.
19
PRIORITEIT 1 De kwalitatieve instroom van chauffeurs in de sector mee helpen bevorderen Motivatie Aangezien de instapvoorwaarden om chauffeur te worden in de sector laag zijn, komt de instroom van nieuwe werknemers vooral uit de kansengroepen (anderstaligen, laaggeschoold,…). Bovendien hebben we ook statistisch kunnen vaststellen dat onze sector kampt met een enorm grote uitstroom en verloop, dat zich hoofdzakelijk stelt in de eerste 3 jaren van de loopbaan. Toch blijft het tewerkstellingscijfer in onze sector stabiel en mogen we er van uit gaan dat de toekomst ook positieve perspectieven biedt. Het inzetten van taxi’s in het openbaar vervoer schept namelijk nieuwe tewerkstellingskansen. Al deze factoren maken dat we als sector vooral moeten inzetten op een kwalitatief instroombeleid. We moeten de nieuwkomers in onze sector een degelijke opleiding kunnen aanbieden. We gaan ervan uit dat nieuwe (anderstalige) werknemers, dankzij een kwalitatieve opleiding, meer gemotiveerd zijn, beter kunnen inschatten in welke sector ze terecht komen en op die manier ook bewuster voor het beroep kiezen. Dit zorgt ervoor dat men blijvend in de sector aan het werk gaat. Om het kwalitatief instroombeleid vorm te geven, kunnen we samenwerken met diverse partners.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit:
Resultaatsindicator Jaarlijks 20 vakbekwame en gemotiveerde taxichauffeurs opleiden bij Kiem en in de Antwerpse taxisector tewerkstellen.
1. SAMENWERKING
MET DE
VDAB
Actie 1. De sector werkt samen met de VDAB rond opleidingen
20
1.1 Ondersteuning van de vooropleiding taxichauffeur in Antwerpen Omschrijving: In 2011 startte in Antwerpen de vooropleiding taxichauffeur, georganiseerd door de vzw Kiem, die hiervoor financiële middelen krijgt van de VDAB. De werkzoekenden worden tijdens de opleiding voorbereid op het examen van de stad Antwerpen om het taxibrevet te behalen. De vooropleiding duurt 2 maanden en richt zich op de werkzoekenden uit de kansengroepen. Binnen deze vooropleiding is een meerijstage voorzien bij de Antwerpse taxibedrijven. De sector zorgt voor: - Financiële inbreng (in een akkoord tussen het Sociaal Fonds en vzw Kiem werd afgesproken dat het Sociaal Fonds aan Kiem een financiering van 250 EUR toekent per opgeleide werkzoekende, die geslaagd is in de vooropleiding taxi én die het taxibrevet van de stad Antwerpen heeft behaald) - Les over de (sociale) wetgeving - Ondersteuning taxibedrijven
tijdens
contacten
met
de
VDAB,
de
Antwerpse
- Deelname aan de stuurgroep
Timing: Jaarlijks 3 à 4 vooropleidingen. Partners: Kiem vzw, de VDAB, de Antwerpse taxibedrijven. Doelstelling: Jaarlijks 20 vakbekwame en gemotiveerde taxichauffeurs opleiden en in de Antwerpse taxisector tewerkstellen.
1.2 Ondersteuning van de opleiding tot taxichauffeur in Gent Omschrijving: De sector heeft reeds een aantal jaar getracht een opleiding voor taxichauffeurs te organiseren in Gent, naar analogie met de vooropleiding in Antwerpen. In Gent bestaat er evenwel geen examen voor nieuwe taxichauffeurs, maar de sector is er wel goed vertegenwoordigd en ook de arbeidsmarkt heeft voldoende potentieel.
21
In de zomer van 2015 heeft de VDAB uiteindelijk beslist een aanbesteding uit te schrijven om een opleidingspartner aan te stellen. Welke rol de sector zal spelen in deze nieuwe opleiding, zal gaandeweg blijken, maar we zullen alvast onze kennis en expertise ten dienste stellen van de opleidingspartner teneinde een opleidingsprogramma op maat van de sector te ontwikkelen. Timing: Opstart van de opleiding eind 2015, begin 2016. Partners: De VDAB, de opleidingsinstantie aangeduid, de Gentse taxibedrijven.
die
via
aanbesteding
wordt
Doelstelling: Vakbekwame en gemotiveerde taxichauffeurs opleiden en in de Gentse taxisector tewerkstellen. Een positieve evaluatie van een eerste opleidingstraject kan leiden tot het structureel verder zetten van de taxi-opleiding in Gent.
1.3 Organisatie van de opleiding tot taxichauffeur in Zaventem in samenwerking met de VDAB Omschrijving: Sinds enkele jaren worden er voor werkzoekenden opleidingen tot taxichauffeur georganiseerd in Zaventem, in een samenwerkingsverband tussen de VDAB en de sector. De opleidingen, die 2 weken duren, gaan door in een taxibedrijf dat door het Sociaal Fonds is aangeduid. Omdat de sector deze opleidingen voor werkzoekenden organiseert, wordt er door de VDAB een financiële steun per opgeleide werkzoekende voorzien. Het opleidingsprogramma werd door de sector in samenspraak met de VDAB vastgelegd. Ook de praktische en administratieve modaliteiten worden in onderling overleg vastgelegd en worden tijdens de jaarlijkse evaluatievergaderingen (zowel met de centrale diensten als met de verantwoordelijke provinciale diensten van de VDAB) besproken. De sector zorgt voor: - Informeren en doorverwijzen van werkzoekenden - De organisatie van de opleiding - Facturatie Timing: De opleidingen worden het ganse jaar door georganiseerd.
22
Partners: De VDAB, het taxibedrijf in Zaventem. Doelstelling: Jaarlijks 30 vakbekwame en gemotiveerde taxichauffeurs opleiden.
1.4 Opvolging van de opgeleide werkzoekenden in Zaventem in samenwerking met de VDAB Omschrijving: Het aantal werkzoekenden dat na de opleiding in Zaventem aan de slag gaat als taxichauffeur in de sector daalt jaar na jaar. Ongeveer de helft van de opgeleide werkzoekenden kan starten in het taxibedrijf dat de opleiding organiseert. De andere helft moet op zoek naar een job in de andere taxibedrijven in de regio. Deze zoektocht verloopt niet altijd vlot. De sector zal zich engageren om samen met de klantenconsulent van de VDAB door middel van een betere opvolging van de werkzoekenden na de opleiding, de onmiddellijke tewerkstelling trachten te verhogen. Timing: Na elke opleiding. Partners: De VDAB, de taxibedrijven. Doelstelling: 70% van de opgeleide taxichauffeurs na de opleiding in Zaventem aan het werk krijgen in de sector.
Actie 2. Informatie-uitwisseling met en ondersteuning van de sectorpunten transport van de VDAB Omschrijving: De VDAB is steeds meer sectoraal georganiseerd en gestructureerd. Het is dus van belang dat de sector de sectorale werkwinkels (sectorpunten transport) voldoende ondersteuning biedt zodat zij werkzoekenden met interesse in de sector, op de beste manier kunnen verder helpen. Eventueel kan daarvoor transportsectoren.
worden
samengewerkt
met
de
andere
Timing: 2016-2017 Partners:
23
De sectorpunten transport van de VDAB(, andere transportsectoren). Doelstelling: We streven naar een betrokken werkwinkels.
correcte
informatie-uitwisseling
met
de
Actie 3. De vacaturemelding op de VDAB-website door de bedrijven blijven promoten Omschrijving: De bedrijven uit de sector maken zeer weinig gebruik van de VDABwebsite om hun vacatures kenbaar te maken. De rekrutering van nieuwe chauffeurs gebeurt via andere kanalen: mond-aan-mondreclame, artikels in lokale kranten,… In 2013 werd een link naar de VDAB-vacaturedatabank op de eigen website geplaatst. Toch blijft het aantal geregistreerde vacatures laag. Daarom zal de sector blijvend vacatureregistratie van de VDAB.
promotie
maken
voor
de
Timing: 2016-2017 Partners: De VDAB, de bedrijven uit de sector. Doelstelling: Meer vacatures laten registreren in de VDAB-databank.
2. ONDERSTEUNING
ONDERWIJSPARTNERS
Actie 4. Informatie over de beroepen in de sector aanbieden via de website ‘onderwijskiezer’ en de brochure ‘Wat na het secundair onderwijs’ Omschrijving: De sector zal informatie over de beroepen in de taxisector aanbieden en up-to-date houden voor alle belanghebbenden in het onderwijsveld, ouders, leerlingen,… Timing: 2016-2017 Partners: Onderwijskiezer, Departement Onderwijs en Vorming. Doelstelling: De belanghebbenden op beroepen in de sector.
een
correcte
wijze
informeren
over
de
24
Actie 5. De beroepskwalificaties in de sector promoten Omschrijving: De sector werkte mee met AHOVOKS aan de opmaak van de beroepskwalificaties ‘taxibestuurder’ en ‘planner en dispatcher personenvervoer’. We zullen deze BK’s promoten bij de taxibedrijven als leidraad voor het opstellen van vacatures én voor de opmaak van het opleidingsplan voor de bedrijfsopleiding. Timing: 2016-2017 Partners: AHOVOKS, de bedrijven uit de sector. Doelstelling: Een volledig opgelijst referentiekader van competenties aanbieden aan de taxibedrijven.
3. KWALITEITSVOL
WERKPLEKLEREN IN DE SECTOR
Actie 6. Bewaken van de kwaliteit van de bedrijfsopleidingen Omschrijving: In de grote taxi- en VVB-bedrijven worden nieuwe medewerkers intern opgeleid tot taxi-of VVB-chauffeur. De competenties om chauffeur te worden, worden op de werkvloer aangeleerd. We kunnen hier dus spreken over werkplekleren. De bedrijfsopleidingen worden op basis van hun inhoud door het Sociaal Fonds beoordeeld alvorens een erkenning te krijgen, die nodig is voor het verkrijgen van financiële steun van het Sociaal Fonds. De bedrijfsopleidingen zullen worden opgevolgd en geëvalueerd om de kwaliteit van het werkplekleren te verzekeren. Timing: 2016-2017 Partners: De taxi- en VVB-bedrijven met een erkenning van het Sociaal Fonds. Doelstelling: In elk erkend opleidingsbedrijf de opleiding minstens één keer evalueren.
25
Actie 7. Organisatie van een opleiding ‘train-the-trainer’ Omschrijving: Om ervoor te zorgen dat de lesgevers/trainers die in de bedrijven de erkende opleidingen geven, zich kunnen bijscholen voor wat betreft het luik ‘pedagogische vaardigheden’ zal een opleiding ‘train-the-trainer’ worden georganiseerd. Vanuit een gezamenlijke behoefte is daarvoor een samenwerking op poten gezet met de verhuissector. De opleidingspartner is Groep Intro. Timing: Een eerste opleiding wordt georganiseerd in 2016. Partners: Groep Intro, de taxi- en VVB-bedrijven met een erkenning van het Sociaal Fonds, de verhuissector. Doelstelling: Via deze bijscholing van de lesgevers de bedrijfsopleidingen waarborgen en/of verhogen.
kwaliteit
van
de
Actie 8. Het aantal IBO’s in de sector verhogen Omschrijving: Het aantal IBO’s in bovendien jaarlijks.
de
sector
is
betrekkelijk
laag
en
daalt
Nochtans is de IBO het instrument bij uitstek om te zorgen voor een kwalitatieve instroom in de taxibedrijven. De sector zal verder promotie maken via diverse kanalen. Timing: 2016-2017 Partners: De VDAB, de bedrijven uit de sector. Doelstelling: Jaarlijks 10% meer IBO’s organiseren in de sector.
Actie 9. Opleidingsplannen voor de IBO’s in de sector opmaken in samenwerking met de VDAB Omschrijving: Om het gebruik van de IBO in de sector te vergemakkelijken en bijgevolg het aantal te verhogen, zal de sector met de VDAB opleidingsplannen opmaken. De bedrijven en de IBO-consulenten van de VDAB kunnen dit opleidingsprogramma beschouwen als een keuzemenu waaruit men de
26
opleidingsonderdelen kan selecteren die nodig zijn voor de IBO van hun kandidaat. De sector hoopt op die manier het administratieve werk voor de bedrijven en de IBO-consulenten van de VDAB te verlichten. Timing: 2016-2017 Partners: De VDAB. Doelstelling: Het gebruik van de IBO als instroom- en opleidingskanaal voor de bedrijven in de sector vereenvoudigen. Actie 10. Opvolging van de opleiding van nieuwe taxichauffeurs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Omschrijving: In 2014 werd het opleidingstraject voor nieuwe taxichauffeurs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volledig hertekend. Om het bekwaamheidscertificaat voor taxichauffeurs te verkrijgen, moeten kandidaten slagen voor enkele gedragstesten. Nadien volgt een theoretische opleiding met daaraan een examen gekoppeld. Uiteindelijk moet de kandidaat een stage van 6 maand voltooien in een Brussels taxibedrijf. Het Sociaal Fonds neemt deel aan de evaluatieen coördinatievergaderingen van de Brusselse Directie der Taxi’s in verband met deze opleiding. Timing: De opleidingen worden het ganse jaar door georganiseerd. Partners: De Brusselse Directie der Taxi’s (Brusselse Administratie). Doelstelling: Streven naar een opleidingstraject dat zorgt voor een kwalitatieve en voldoende instroom in de Brusselse taxisector.
4. EEN
POSITIEF IMAGO VOOR DE SECTOR EN DE TAXICHAUFFEUR
Actie 11. Deelname aan de Verruim-je-Horizon-beurs in Limburg Omschrijving: De Centra voor Leerlingenbegeleiding Limburg organiseren elk jaar de jobbeurs ‘Verruim je Horizon’ waar leerlingen uit de derde graad van het beroeps- en technisch onderwijs uit gans Limburg aan
27
kunnen deelnemen. De sector zal jaarlijks deelnemen om het beroep van taxi- en VVB-chauffeur bij deze jongeren te promoten. Timing: Jaarlijks in het voorjaar. Partners: Centra voor leerlingenbegeleiding Limburg. Doelstelling: De sector en het beroep van taxi-en VVB-chauffeur bekend maken bij jongeren uit het beroeps- en technisch onderwijs. Actie 12. Opzetten van een communicatie- en promotiecampagne voor/door de sector Omschrijving: Met de komst van Uber in België en de rest van Europa en de wereld heeft het imago van de sector en van het beroep van taxichauffeur een enorme deuk gekregen. De taxichauffeur werd in de pers, door politici en op sociale media vaak bekritiseerd. Om daar iets aan te veranderen zal de sector communicatie- en promotiecampagne op poten zetten.
een
heuse
Timing: 2016 Partners: Communicatiebureau dat wordt werknemers uit de sector.
aangeduid,
de
werkgevers
en
Doelstelling: Deze campagne, die bestaat uit een blog en een pagina op Facebook, is in eerste instantie gericht naar de chauffeurs en werkgevers uit de sector zelf. Door positieve berichten te posten over allerhande acties, opleidingen enz. willen we goede voorbeelden bekend maken binnen de ganse sector. In tweede instantie hopen we met deze positieve berichtgeving ook de publieke opinie te overtuigen van de meerwaarde van het beroep van taxichauffeur.
28
Actie 13. Binnen de PC 140-cluster synergie ontwikkelen rond imagobevordering en promotie van beroepen en opleidingen Omschrijving: Samen met de collega-sectoren van de PC 140-cluster richten we een werkgroep ‘Imago en promotie’ op om effectieve samenwerking en krachtenbundeling op dit terrein te realiseren. Timing: 2016-2017 Partners: De collega-sectorconsulenten van PC 140.01, PC 140.03, PC 140.04 en PC 140.05. Doelstelling: Vergroten en versterken van het effect en het bereik van sectorale inspanningen op het vlak van imagobevordering promotie van beroepen en opleidingen.
de en
29
PRIORITEIT 2 Door middel van een actief retentieen competentiebeleid een duurzame tewerkstelling en werkbaar werk in de sector nastreven Motivatie Om de hoge uitstroom in het begin van de loopbaan aan te pakken, is het enerzijds belangrijk om te zorgen voor een kwalitatieve instroom, maar evenzeer is het van belang om de uitstroom tegen te gaan. We moeten er voor zorgen dat de chauffeur zijn job in de sector als een ‘werkbare job’ kan beschouwen. We zullen dit doen door sterk in te zetten op competentieontwikkeling. De voorbije jaren werden in de sector de eerste stappen richting permanente vorming en een competentiebeleid gezet met een positief resultaat als gevolg. Het aantal permanente opleidingen steeg jaarlijks. Toch is het niet evident om in een sector met hoofdzakelijk kleine KMO’s en micro-ondernemingen iedereen warm te maken en mee te krijgen in het competentieverhaal. Hiervoor zullen we de komende jaren extra inspanningen doen.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit:
Resultaatsindicator We zullen jaarlijks 5 p/meters opleiden.
1. INFORMEREN
EN ONDERSTEUNEN VAN WERKGEVERS EN WERKNEMERS
Actie 1. Informatiebrochure voor de nieuwe werknemers in de sector Omschrijving: Veel chauffeurs komen in de sector terecht zonder goed op de hoogte te zijn over de geldende loon- en arbeidsvoorwaarden, de wetgeving in de sector, hun rechten en plichten als taxichauffeur,... Dit kan er toe leiden dat zij voor een aantal verrassingen komen te staan en na een korte carrière de sector snel weer verlaten.
30
We willen de nieuwe chauffeurs bij de start van hun loopbaan in de sector voldoende informeren door hen een brochure toe te sturen met relevante informatie. Timing: 2016-2017 Partners: De werknemers uit de sector. Doelstelling: Door de nieuwe werknemers beter te informeren, hopen we de uitstroom bij het begin van de loopbaan in de sector terug te dringen.
Actie 2. Informatie(uitwisseling) voor de werkgevers Omschrijving: De sector bestaat hoofdzakelijk uit KMO’s en micro-ondernemingen. Voor deze bedrijven is het niet evident om op de hoogte te blijven over de sociale wetgeving in de sector, over de opleidingsmogelijkheden voor hun werknemers, over allerhande premies vanuit de federale en regionale overheid,… We willen daarom op regelmatige basis nieuwsbrieven versturen, waarmee we de bedrijven informeren over relevante thema’s. Daarnaast zullen we er ook naar streven om regelmatig aanwezig te zijn op nationale, regionale en lokale vergaderingen van werkgevers en werkgeversorganisaties om informatie-uitwisseling te bewerkstelligen. Timing: 2016-2017 Partners: De werkgevers uit de sector. Doelstelling: De bedrijven zo goed mogelijk op de hoogte houden over relevante (sociale) wetgeving.
Actie 3. Ontwikkeling van een opvolgingstool voor personeelsadministratie en opleiding, gericht naar KMO’s en microondernemingen
Omschrijving:
31
De werkgevers uit de sector moeten op administratief vlak heel wat informatie bijhouden over hun chauffeurs (chauffeurspas, medische schifting,…) en hun voertuigen (keuring, vergunning, ijking taxameter,…). Voor kleine KMO’s waar de baas ook zelf de (personeels)administratie op zich moet nemen, is dit niet evident. Bovendien organiseren sommige bedrijven opleidingen voor hun chauffeurs of worden chauffeurs ingeschreven in externe opleidingen, zonder dat men achteraf registreert welke chauffeur aan welke opleiding deelnam. Geïnspireerd door de tool die het Sociaal Fonds Transport en Logistiek heeft opgemaakt, zal de sector een dergelijk opvolgingsinstrument ontwikkelen voor de bedrijven uit de sector. Timing: 2016-2017 Partners: Het SFTL, de werkgevers uit de sector. Doelstelling: Een tool aanbieden aan de bedrijven als ondersteuning bij hun personeelsadministratie en chauffeursopleidingen.
2. STIMULEREN
VAN COMPETENTIEONTWIKKELING EN PERMANENTE VORMING
Actie 4. Stimuleren van het gebruik van het opleidingsbudget voor permanente vorming Omschrijving: Er is een opleidingsbudget vanuit het Sociaal Fonds voorzien voor permanente vorming voor elk bedrijf dat voor zijn chauffeurs opleidingen organiseert. Het Sociaal Fonds voorziet maximum € 100 per chauffeur per opleidingsdag. De permanente vorming moet kaderen binnen de volgende thema’s: Anti-agressietrainingen, Opleidingen in klantvriendelijkheid, communicatie, sociale vaardigheden, Toeristische kennis, Defensief rijden en Ecodrive, Peterschapsopleidingen, Vervoer van mindervaliden, EHBO, Tilen Heftechnieken, Invullen ongevalsaangifte, Bijkomende taalopleidingen. We zullen het gebruik van dit opleidingsbudget blijven promoten Timing: 2016-2017. Partners: De bedrijven uit de sector.
32
Doelstelling: We hopen door te voorzien in dit opleidingsbudget, dat er jaarlijks meer permanente opleidingen worden georganiseerd voor de chauffeurs, in het bijzonder bij de KMO’s en micro-ondernemingen.
Actie 5. Organisatie van de opleidingen ‘Info on the go’ Omschrijving: In 2013 en 2014 werden in de kunststeden Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven en Mechelen opleidingen voor de taxichauffeurs georganiseerd in het kader van het project ‘Info on the go’. Tijdens deze opleidingen werden de taxichauffeurs gevormd tot klantvriendelijke ambassadeurs van hun stad. In totaal namen 604 taxichauffeurs deel aan de opleidingen. Het project werd dus een groot succes. De opleidingen werden georganiseerd met financiële steun van Toerisme Vlaanderen, de respectievelijke kunststeden en het Sociaal Fonds Taxi. Door de afloop van het project zijn de subsidies van Toerisme Vlaanderen weggevallen, maar de sector heeft beslist om samen met de kunststeden dit project verder te zetten. Timing: 2016-2017 Partners: Groep Intro, de kunststeden, de bedrijven uit de sector. Doelstelling: Een positief project verderzetten, zodat ook de nieuwe chauffeurs de mogelijkheid krijgen om de opleiding te volgen.
Actie 6. Promoten van de door de sector ontwikkelde zelftest Omschrijving: In het kader van het sectoraal ESF-project ‘Werkbaarheid in de taxisector’ werd in samenwerking met het BIVV een zelftest voor de chauffeurs ontwikkeld. De bedoeling van de zelftest is dat deze chauffeurs hun kennis over de wegcode (kennis voorrangsregels, regels rond parkeren en stilstaan, plaats op de weg, gordeldracht) kunnen aftoetsen. Ook hun kennis van het Nederlands en hun klantgerichtheid worden geëvalueerd. Hierbij worden steeds tips gegeven over hoe de chauffeur zijn kennis kan verbeteren. Voor iedere vraag kunnen ze ook vergelijken hoe ze scoren ten opzichte van de collega’s.
33
De bedoeling van de zelftest is dat de chauffeurs zich bewust worden van hun competenties, en indien nodig ook sneller de stap naar permanente vorming zetten. Timing: 2016-2017 Partners: BIVV, de chauffeurs uit de sector. Doelstelling: Het aantal chauffeurs dat aan de zelftest deelneemt, verhogen.
Actie 7. Organisatie van een opleiding ‘verkeersveiligheid’ Omschrijving: In navolging van de ontwikkeling van de zelftest, zal een opleiding ‘verkeersveiligheid’ worden uitgewerkt in samenwerking met het BIVV. Chauffeurs die na het invullen van de zelftest, nood hebben aan een extra opfrissing en bijscholing met betrekking tot de wegcode, zullen worden doorverwezen naar de opleiding (op maat van de sector). Timing: 2016-2017. Partners: BIVV, de bedrijven uit de sector. Doelstelling: Permanente vorming aanbieden aan de chauffeurs in de sector.
Actie 8. Organisatie van een opleiding ‘levenskwaliteit’ Omschrijving: In het kader van het ESF-project ‘Werkbaarheid in de taxisector’ werden in 3 pilootbedrijven in de sector, in samenwerking met IDEWE opleidingen rond ‘levenskwaliteit’ georganiseerd. De bedoeling is om chauffeurs bewust te maken van het belang van gezonde voeding en beweging, ook al lijkt dit voor hen niet evident tijdens de uitoefening van hun beroep. Door de positieve evaluatie van deze opleidingen bij elk van de 3 pilootbedrijven, zullen we via een open opleidingsaanbod proberen ook andere bedrijven en chauffeurs warm te maken voor deze opleiding.
34
Timing: 2016-2017 Partners: IDEWE, de bedrijven uit de sector. Doelstelling: Bewustmaking bij de chauffeurs van het belang van gezonde voeding en beweging.
3. P/METERSCHAPSOPLEIDING
VOOR ERVAREN ARBEIDERS
Actie 9. Organisatie van p/meterschapsopleidingen (met specifieke aandacht voor oudere werknemers) Omschrijving: Het onthaal en de begeleiding van nieuwe chauffeurs is van groot belang in hun integratieproces in het bedrijf. Hoe beter het onthaal en de begeleiding verlopen, des te sneller voelt de nieuwe werknemer zich thuis, levert hij een kwaliteitsvolle dienstverlening en is de kans groter dat hij lang in de sector tewerkgesteld blijft. Daarnaast is de inzet van ervaren chauffeurs als p/meter voor nieuwe collega’s een erkenning van hun vakmanschap en een valorisatie van hun ervaring. Dankzij hun p/meterschap gaan hun kennis en kunde niet verloren, maar worden deze systematisch overgedragen op de nieuwe krachten. De inzet als p/meter kan voor de betrokken chauffeurs ook een nieuwe uitdaging vormen in hun loopbaanontwikkeling. Tegelijkertijd zorgen we hiermee ook voor de retentie van oudere werknemers. Daarom werd er in 2013 gestart met de organisatie van p/meterschapsopleidingen in samenwerking met de verhuissector, de sector van de brandstoffenhandel en Groep Intro. We blijven nu verder streven naar 2 p/meterschapsopleidingen op jaarbasis. Timing: 2 opleidingen op jaarbasis (voorjaar en najaar). Partners: Groep Intro, de bedrijven uit de sector, de verhuissector en de sector van de brandstoffenhandel. Doelstelling: We trachten jaarlijks 5 p/meters op te leiden.
35
4. KWALITATIEF
OUTPLACEMENT VOOR ONTSLAGEN WERKNEMERS
Actie 10. Bewaken van de kwaliteit van het sectoraal outplacementaanbod Omschrijving: We blijven nog steeds de aangeboden outplacementbegeleiding voor ontslagen 45+’ers opvolgen wat betreft het aantal, de duurtijd en de resultaten (al dan niet herintrede op de arbeidsmarkt). Hiervoor wordt jaarlijks een evaluatiemoment georganiseerd met Ascento (outplacementbureau). Timing: Jaarlijks op het einde van het jaar. Partners: Ascento (outplacementbureau). Doelstelling: De kwaliteit van het aangeboden outplacement waarborgen.
36
PRIORITEIT 3 Diversiteit en evenredige arbeidsdeelname waarborgen Motivatie De sector is (ook in de publieke opinie) gekenmerkt door zijn grote diversiteit. Hiervoor moeten we alvast geen extra inspanningen leveren. Als gevolg van deze diversiteit, duiken er soms een aantal problemen op, waar werkgevers niet altijd direct een passend antwoord op kunnen formuleren. Denken we vooral aan de problematiek van het gebrek aan kennis van het Nederlands. We zullen als sector proberen werkgevers hier ter hulp te schieten. Ook in prioriteit 1 en 2 is ruime aandacht voor het thema diversiteit. Hieronder een overzicht: Prioriteit 1: Acties 1-2-3-4 (instroom van kansengroepen in de sector) – 14 (bekendmaking sector bij jongeren). Prioriteit 2: Alle acties in het kader van competentie-ontwikkeling en permanente vorming.
Resultaatsindicator Jaarlijks twee bedrijven uit de sector met minder dan 50 werknemers, ondersteunen bij de opmaak van een eigen onthaalbrochure.
Acties De sector engageert zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit: Actie 1. Promotie van de onthaalbrochure voor bedrijven Omschrijving: Het onthaal en de begeleiding van nieuwe chauffeurs is van groot belang in hun integratieproces in het bedrijf. Hoe beter het onthaal en de begeleiding verlopen, des te sneller voelt de nieuwe werknemer zich thuis, levert hij een kwaliteitsvolle dienstverlening en is de kans groter dat hij lang in de sector tewerkgesteld blijft. Om de bedrijven te ondersteunen in dit ‘onthaalproces’, heeft de sector een sjabloon voor een onthaalbrochure ontwikkeld die werkgevers kunnen personaliseren en gebruiken bij het onthaal van hun nieuwe chauffeurs. Het sjabloon werd opgemaakt met aandacht
37
voor anderstalige werknemers. Het gebruik van symbolen maakt het begrijpelijk voor iedereen.
pictogrammen
en
Timing: 2016-2017 Partners: De bedrijven uit de sector. Doelstelling: De bedrijven ondersteunen in hun onthaalbeleid door het gebruik van de onthaalbrochure aan te moedigen. Jaarlijks twee bedrijven werknemers, ondersteunen onthaalbrochure.
uit de sector met minder dan 50 bij de opmaak van een eigen
Actie 2. Promotie van relevante toolboxen en HR-instrumenten Omschrijving: De voorbije jaren ontwikkelden verscheidene diensten en organisaties een aantal toolboxen waarin HR-instrumenten werden verzameld die een antwoord kunnen bieden op allerhande problematieken in het kader van een divers werknemersbestand. Voorbeelden zijn de Toolkit ‘Werkbaar werk’, de Toolbox 50+, de Juiste Stoel, Talentontwikkelaar, enz. We zullen relevante tools bedrijven in de sector.
en
instrumenten
promoten
bij
de
Timing: 2016-2017 Partners: De bedrijven uit de sector. Doelstelling: De aandacht van de bedrijven vestigen op een aantal nuttige tools die hen kunnen helpen in hun HR-beleid.
Actie 3. Werken aan het ‘Nederlands op de Werkvloer’ Omschrijving: De lage instapdrempel om als taxi-of VVB-chauffeur in de sector aan de slag te gaan, zorgt dat er veel instroom is van nieuwkomers in Vlaanderen en anderstaligen. De gebrekkige kennis van het Nederlands zorgt vaak voor problemen in de communicatie tussen de chauffeur en de klant, maar evenzeer
38
tussen de chauffeur en de dispatcher of tussen collega-chauffeurs onderling. Aangezien de chauffeurs continu onderweg zijn, is het niet evident om een cursus Nederlands op de werkvloer te organiseren. We zullen onderzoeken op welke manier en met welke partners er kan gewerkt worden rond het thema, om toch een oplossing te kunnen bieden aan deze problematiek. Timing: 2016-2017 Partners: Huizen van het Nederlands, de VDAB, de bedrijven uit de sector, Kiem vzw,… Doelstelling: Een antwoord bieden op de problematiek van anderstaligen in de taxisector.
39
[Algemene bepalingen inzake beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst] Algemene bepalingen inzake financiering, beëindiging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst
wijziging,
Financiering Tien procent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsindicator per prioriteit is behaald. Als een indicator niet wordt behaald, wordt de tien procent a rato van het aantal behaalde prioriteiten uitbetaald. Beëindiging - Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van 2 jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd. - Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgeversen werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding. Wijzigbaarheid - De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen in het sectorconvenant tijdens de looptijd worden doorgevoerd. Evaluatie - Het departement Werk en Sociale Economie voorziet een sjabloon voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten
40
en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt. Controle en toezicht - De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
41
Opgemaakt in drie originele exemplaren te Brussel op………………………………………, waarvan elke partij een exemplaar ontvangt.
Namens de Vlaamse Regering,
Mevrouw Hilde CREVITS, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs;
De heer Philippe MUYTERS, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport
Namens de sociale partners van de sector van de taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder,
42
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De heer Paul VAN AVERMAET, Voorzitter van het Sociaal Fonds voor de taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder
De heer Pierre STEENBERGHEN, Secretaris-generaal van de Nationale Groepering van ondernemingen met Taxi en Locatievoertuigen met chauffeur
43
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De heer Jan SANNEN, Algemeen sectorverantwoordelijke vervoer over de weg en logistiek ACV-Transcom
De heer Frank MOREELS, Federaal Secretaris wegvervoer en logistiek ABVV-BTB
44