Sectorconvenant 2013-2014 tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sectoren transport en logistiek (PsC 140.03) en grondafhandeling op luchthavens (PsC 140.04) Tussen de Vlaamse Regering, hierbij vertegenwoordigd door:
De heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport; De heer Pascal Smet, Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel
en de sociale partners van de sector transport en logistiek: met als vertegenwoordigers voor de werkgevers: Mevrouw Ingrid Vancraeynest, Adjunct-secretaris-generaal TLV; De heer Philippe Degraef, Directeur FEBETRA; De heer Bruno Velghe, Voorzitter UPTR
en als vertegenwoordigers voor de werknemers: De heer Jan Sannen, Algemeen sectorverantwoordelijke Goederenvervoer en Logistiek ACV-TRANSCOM; De heer Frank Moreels, Federaal secretaris Transport en Logistiek ABVV-BTB
en de sociale partners van de sector grondafhandeling op luchthavens: met als vertegenwoordiger voor de werkgevers: De heer Philippe Degraef, Directeur FEBETRA
en als vertegenwoordigers voor de werknemers: De heer Kurt Callaerts, Algemeen sectorverantwoordelijke Mobiliteit ACVTRANSCOM; De heer Frank Moreels, Federaal secretaris Transport en Logistiek ABVV-BTB
1
[Wordt overeengekomen wat volgt] Verbintenissen van de Vlaamse Regering Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014 een maximale toelage van 612.000,00 EUR uit te betalen aan het Sociaal Fonds Transport en Logistiek (de Smet de Naeyerlaan 115 - 1090 Brussel; bankrekeningnummer: BE83 3930 0309 6615; ondernemingsnummer: 0426.278.970) ter financiering van 6 VTE sectorconsulenten. Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst, door: 1. het organiseren van ad hoc- overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren; 2. het organiseren van klankbordvergadering waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren; 3. het organiseren van netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten, via de SERV, die fungeren als doorgeefluik van informatie en die in het teken staan van ondermeer ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, en sectoroverschrijdende samenwerking.
Verbintenissen van de sector Artikel 3. De sectoren transport en logistiek en grondafhandeling op luchthavens verbinden zich ertoe om, op basis van het door de VESOC-partners goedgekeurde, inhoudelijk kader voor de sectorconvenants, een sectorale visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn inspanningsverbintenissen en hebben betrekking op het ondersteunen en uitvoeren van: -
de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt;
-
een competentiebeleid, waaronder leven lang leren;
-
het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt.
Artikel 4. De sectoren verbinden er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe worden effectief 6 VTEsectorconsulenten ingezet. Zij werken in de sectoren onder paritair toezicht en zijn er belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant. De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Periodes van tijdskrediet of loopbaanonderbreking komen niet in aanmerking voor financiering tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er wordt uitgeoefend. De sectoren zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen, wijzigingen melden en een sectorconsulent(e) (per netwerk) aanduiden voor de SERV netwerkbijeenkomsten.
2
Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2014 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2015 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en het eindrapport omvatten: - de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan; - de toetsing van de realisaties aan de voortgangsindicatoren en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant en het actieplan; - de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport). Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt tijdig aan de sector het modelformulier inzake de rapportering. De sectoren van transport en logistiek en grondafhandeling op luchthavens werken vanuit volgende sectorale visie aan de uitvoering van de prioriteiten en acties van dit sectorconvenant:
3
De sector Transport en Logistiek telt in Vlaanderen 3 403 bedrijven, die 45 008 arbeiders tewerkstellen. Het betreft arbeiders van RSZ-categorie 083 die werken in bedrijven die ressorteren onder het Paritair Subcomité 140.03 (voorheen 140.04 en 140.09), dat echter nog niet officieel samengesteld werd. Bedrijfsgroot te (aantal arb.) Aantal bedrijven Aantal arbeiders
1-4
4-9
10-14
20-49
50-99
100-199
200-499
500-999
1000+
1623
695
515
413
99
45
11
2
0
3312
4601
7064
12488
7000
6183
3288
1072
0
(bron: RSZ/SMALS, 30 juni 2011). Het betreft dus een uitgeproken KMO-sector met heel veel kleine bedrijven: 95 % van de bedrijven heeft minder dan 50 arbeiders in dienst, 2 318 van de 3 403 ofwel meer dan 2/3 van de bedrijven zijn micro-ondernemingen met minder dan 10 arbeiders. De bedrijven met minder dan 50 arbeiders, stellen in totaal 61 % van de arbeiders te werk. Rijdend versus niet-rijdend personeel Evolutie rijdend /niet-rijdend personeel (%): % 2004 2005 2006 Rijdend 64,24 63,12 62,64 Niet-rijdend 35,76 36,88 37,36 Totaal 100,00 100,00 100,00 (bron: RSZ-SMALS)
2007 61,34 38,66 100,00
2008 60,09 39,91 100,00
2009 59,73 40,27 100,00
2010 59,88 40,12 100,00
Bovenstaande tabel, gebaseerd op gegevens van de RSZ-SMALS, toont duidelijk aan dat de logistieke pijler van de sector de laatste jaren groeit, gezien de stijging van het niet-rijdend personeel. De transportpijler blijft echter de dominante pijler van de sector gezien grof geschat gesteld kan worden dat 60% van de arbeiders in de sector vrachtwagenchauffeur is en dus tot het rijdend personeel behoord. Vergrijzing en instroom Als we naar de leeftijdspiramide van de sector kijken, stellen we vast dat de vergrijzing in de sector een algemene tendens is. Tussen 2004 en 2010 stijgt het percentage 45-plussers zowel in de subsector transport als in de subsector logistiek, zoals de onderstaande tabel aantoont. De vergrijzing zet zich relatief veel sterker door bij het “rijdend personeel”, de vrachtwagenchauffeurs. Bij het “rijdend personeel” stijgt het percentage 45-plussers tussen 2004 en 2010 immers met 9% van 38% naar 47%, bij het “niet-rijdend” personeel met 7% van 24% naar 31%. Aantal 45-plussers: % 2004 2010 (bron: RSZ, SMALS)
Rijdend 38 % 47 %
Niet-rijdend 24 % 31 %
Uit de leeftijdsstatistieken blijkt eveneens dat er bij het rijdend personeel minder jongeren zijn dan bij het niet-rijdend personeel. Dat er weinig jongeren in de sector werkten, was te wijten aan de leeftijd om een rijbewijs C en/of te CE te kunnen behalen. Die lag, tot in september
4
2009, toen de Europese Richtlijn 2003/59 betreffende de vakbekwaamheid van vrachtwagenchauffeurs werd ingevoerd, op 21 jaar. De instroom van jongeren werd ook sterk beknot door de definitieve afschaffing van de legerdienst in 1994: voordien behaalden namelijk veel chauffeurs hun rijbewijs C en/of CE in het leger, en stroomden nadien in de sector in. Niet toevallig dus werd de opleiding Vrachtwagenchauffeur in 1992 opgestart in de derde graad van het beroepssecundair onderwijs (BSO). Later volgde ook het Volwassenenonderwijs. Momenteel wordt de opleiding aangeboden in zes BSO-scholen en in vijf Centra voor Volwassenenonderwijs. De sector werkt al sinds 1971 samen met de VDAB (voorheen: RVA) voor de opleiding tot vrachtwagenchauffeur. Zowel bij VDAB als onderwijs stelt de sector opleidingsvoertuigen ter beschikking. De jongste jaren stellen we vast dat vooral de instroom in de opleiding tot vrachtwagenchauffeur in het beroepssecundair onderwijs een sterk neerwaartse trend vertoont. Rekening houdend met de vergrijzing, dringen extra promotiemaatregelen zich op. Te meer omdat een hoofdoorzaak van de tanende belangstelling van de jongeren het negatieve imago van het beroep van vrachtwagenchauffeur is. Competenties en arbeidsomstandigheden De invoering van de Europese Richtlijn inzake de Vakbekwaamheid van Beroepschauffeurs baart de sector grote zorgen. Die richtlijn bepaalt dat alle vrachtwagenchauffeurs verplicht zijn een cyclische nascholing te volgen van minstens 5 dagen over een periode van 5 jaar. Chauffeurs die niet aan die verplichting voldoen, mogen hun beroep niet langer uitoefenen. Heel wat transportbedrijven, in het bijzonder de micro-ondernemingen, zijn nog niet of onvoldoende op de hoogte van die richtlijn en de mogelijk desastreuze gevolgen. Ook de logistieksector wordt hoe langer hoe meer geconfronteerd met toenemende eisen op het vlak van benodigde competenties en certificering voor magazijnarbeiders. Zo moeten bedrijven er bij KB voor zorgen dat bestuurders van gemotoriseerde interne transportmiddelen – een heftruck bijvoorbeeld – voldoende passende opleiding hebben genoten. Qua arbeidsomstandigheden leidt fysiek belastende arbeid, bijvoorbeeld in het geval van arbeiders die veel hef- en tilwerk moeten verrichten, bij 45-plussers vaak tot lichamelijke klachten en motivatieverlies. Dat verhoogt het risico op uitstroom, wat het vergrijzings- en instroomprobleem van de sector nog zou vergroten en verergeren. Daarom dient werk gemaakt te worden van het werkbaar houden van het werk. De sector Grondafhandeling op Luchthavens is in vergelijking met de sector transport en logistiek een kleine sector. Het betreft arbeiders van (de recent opgerichte) RSZ-categorie 283 die werken in bedrijven die ressorteren onder het paritair subcomité 140.04 (voorheen 140.08). Net als bij transport en logistiek is het paritair subcomité nog niet officieel samengesteld. Het Sociaal Fonds voor Afhandeling op Luchthavens werd pas opgericht bij CAO van 11 december 2009. Voorheen was er van sectorale werking geen sprake, er was enkel en alleen de uitbetaling van een syndicale premie van de arbeiders van de bedrijven van de sector luchtafhandeling. Het Sociaal Fonds voor Afhandeling op Luchthavens heeft geen personeel in dienst, maar doet tot op heden beroep op het Sociaal Fonds Transport en Logistiek voor zijn activiteiten.
5
De Raad van Beheer van dit fonds kwam voor het eerst samen op 19 maart 2010. Er werd via CAO besloten om een werkgeversbijdrage te innen via de RSZ en dat werd effectief ingevoerd vanaf het vierde kwartaal 2011. Er zijn dus momenteel nog geen DmfA-gegevens beschikbaar over het aantal bedrijven en werknemers. Een aantal bedrijven werd door de RSZ niet opgenomen in de nieuw opgerichte RSZcategorie 283, maar valt nog onder verschillende paritaire comités. De sociale partners hebben al stappen gezet om regularisatie aan te vragen. Volgens de gegevens waarover we momenteel beschikken, ressorteren zes bedrijven (waarvan vijf actief in Vlaams-Brabant en één in Oostende) onder de sector van de afhandeling op luchthavens. Er bestaan geen officiële RSZ-statistieken over het aantal tewerkgestelde arbeiders. Op basis van het aantal personen dat een formulier kreeg waarmee de uitbetaling van de syndicale premie 2011 kon worden aangevraagd, kan een schatting gemaakt worden. In totaal tellen we 2042 arbeiders die minstens een maand in de sector werkten (waarvan er 1 663 gedurende de volledige referteperiode in de sector werkten). Van deze arbeiders is 36% ouder dan 45 jaar. Verdere sectorale statistieken zijn niet beschikbaar. Vanuit de sector afhandeling op luchthavens werd nog geen enkele samenwerking met VDAB noch onderwijs opgezet. Er zijn wel al verkennende gesprekken gevoerd om te komen tot gestructureerde samenwerkingen. Wat opleidingsnoden- en behoeften betreft, zal een brede analyse gemaakt moeten worden om dan te kunnen bekijken hoe VDAB, onderwijs en eventuele andere opleidingspartners daarop een antwoord kunnen bieden. Uit ervaring kan gesteld worden dat de sector drempels ondervindt inzake instroom, imago, (voldoende) kennis van de Nederlandse taal, mobiliteit, vervroegde uitstroom … De beide sectoren zijn ervan overtuigd dat de samenwerking die in het kader van dit sectorconvenant wordt gerealiseerd aan alle partijen een meerwaarde biedt.
6
PRIORITAIRE UITDAGINGEN De sectorfoto wijst uit dat het voor bedrijven uit de sector Transport en Logistiek en de sector Grondafhandeling op Luchthavens alsmaar moeilijker wordt om voldoende arbeiders met voldoende competenties aan te trekken en te behouden. Drie factoren zijn daarvan de oorzaak. 1.
2.
3.
Primo het imago- en instroomprobleem. Omwille van het negatieve imago waaronder de sectoreigen beroepen gebukt gaan, kampen zowel de sector Transport en Logistiek als de sector Grondafhandeling op Luchthavens met een prangend instroomprobleem in de beroepen en in de opleidingen die op deze beroepen voorbereiden. Secundo en specifiek voor de sector Transport en Logistiek: de vergrijzing van het beroep van vrachtwagenchauffeur. Gezien een kwart tot een derde van de chauffeurs die vandaag nog actief zijn tegen 2020 op pensioen is, dreigen transportbedrijven binnen afzienbare tijd niet meer te kunnen beschikken over voldoende rijdend personeel. Bovendien dreigt ook heel veel ervaring en knowhow verloren te gaan. Wat het beroep van vrachtwagenchauffeur betreft, staan de vergrijzing en het imagoen instroomprobleem bovendien niet los van elkaar. Hoe groter de uitstroom wegens pensionering en hoe kleiner de instroom ten gevolge van het slechte imago, des te nijpender het risico op personeelstekort en op verlies aan ervaring en knowhow. Het beroep van vrachtwagenchauffeur loopt dus helaas het risico uit te groeien tot het knelpuntberoep bij uitstek. Tertio de alsmaar stijgende vakbekwaamheidsvereisten in de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens. Gezien de snelle technologische evoluties en de frequente wijzigingen op het vlak van regelgeving en van veiligheidsen werkprocedures, dienen de arbeiders uit beide sectoren aan alsmaar toenemende competentievereisten te beantwoorden om toegang tot het beroep te krijgen en om het beroep te mogen blijven uitoefenen. In het bijzonder de verplichting tot cyclische nascholing die opgelegd wordt door de Europese Richtlijn 2003/59 betreffende de Vakbekwaamheid van Beroepschauffeurs, springt hier in het oog.
Wat betreft de opleidingen die toegang tot de sectoreigen beroepen verstrekken, zet deze tendens grote druk op het aanpassingsvermogen van de opleidingsverstrekkers. Zij zijn immers voortdurend genoopt passend op de wijzigingen en nieuwigheden in te spelen om voldoende aansluiting tussen onderwijs, opleiding en arbeidsmarkt te kunnen behouden. Wat betreft levenslang leren van werknemers, vergt die tendens substantiële nieuwe en bijkomende inspanningen van de bedrijven en van de werknemers. Zeker voor de sector Transport en Logistiek met zijn door micro-ondernemingen gedomineerd KMO-landschap, waar bij bedrijven en bij werknemers geen traditie van opleidingscultuur bestaat, is dit noch een evidentie noch een sinecure.
VISIE De sector Transport en Logistiek en de sector Grondafhandeling op Luchthavens willen op basis van volgende visie een antwoord proberen te bieden op de drie hierboven beschreven prioritaire uitdagingen. 1. De eerste kerngedachte van de visie: zonder chauffeurs om ze te besturen, zijn vrachtwagens en heftrucks verliesposten. Worden ze bestuurd door incompetente chauffeurs, dan zijn ze dat ook. Zonder ramp bagage handlers om de reiskoffers in het vliegtuig te laden, kan het niet vertrekken. Worden de reiskoffers ingeladen door onbekwame ramp bagage handlers, dan vertrekt het vliegtuig met vertraging. Kortom, zonder voldoende arbeiders (kwantiteit) met voldoende competenties (kwaliteit) kan een
7
onderneming niet volwaardig functioneren en komt de rendabiliteit van die onderneming in het gedrang. 2. De tweede kerngedachte van de visie: werkzoekenden maken enkel kans op werk en werknemers alleen kans op werkzekerheid indien ze in voldoende mate over de benodigde competenties beschikken en blijven beschikken. Dat geldt a fortiori voor werkzoekenden en werknemers uit de kansengroepen. Dat alles met aandacht voor grote en zeker de kleine ondernemingen. MISSIE In de lijn met deze kerngedachten bestaat de missie van de sociale partners van beide sectoren erin om er voor te (helpen) zorgen dat zowel het aantal arbeiders (in wording) als hun vakgebonden en generieke competenties op peil gehouden worden. Bij de operationalisering van deze missie dient bijzondere aandacht te gaan naar volgende aandachtspunten. 1. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens dienen verder in te zetten op de optimalisering en de verdere uitbouw van de samenwerking met VDAB, onderwijs en andere relevante opleidingspartners. Enkel zo kan gewaarborgd worden dat werkzoekenden en leerlingen kunnen rekenen op kwaliteitsvolle kennisoverdracht en kennisborging en dat zij in voldoende mate de competenties kunnen verwerven die noodzakelijk zijn om succesvol de transitie van leren en opleiding naar werk te maken. Beide sectoren dienen ook de synergie tussen VDAB en onderwijs te bevorderen om winwineffecten te realiseren en om met minder middelen meer te kunnen doen. 2. Een actief promotiebeleid en een doorgedreven campagne ter bevordering van het imago zijn en blijven absoluut noodzakelijk om de instroom in de opleidingen en de beroepen uit de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens te vergroten. 3. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens dienen verder in te zetten op de promotie voor en ondersteuning van levenslang leren, kennisretentie en kennisborging in de bedrijven. Enkel zo kan gewaarborgd worden dat werknemers in voldoende mate over de benodigde vakgebonden en generieke competenties blijven beschikken om hun baan te kunnen blijven uitoefenen en om op de arbeidsmarkt mobiel te kunnen blijven. Specifiek de sector Transport en Logistiek dient met het oog op de vergrijzing van het beroep van vrachtwagenchauffeur verder werk te maken van het stimuleren en ondersteunen van retentiebeleid. In dat verband moet er zeker ook ingezet worden op het vergroten van de werkbaarheid van het werk van oudere vrachtwagenchauffeurs door hun arbeidsomstandigheden minder belastend te maken. Specifiek de sector Transport en Logistiek bestaat dominant uit KMO’s: zo zijn meer dan 50% van de bedrijven micro-ondernemingen met maximum 5 werknemers. De sector dient goed voor ogen te houden dat het succesvol sensibiliseren van dat soort bedrijven voor levenslang leren enkel en alleen een slaagkans heeft als daarbij een aanpak op de juiste maat gehanteerd wordt. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens zijn de overtuiging toegedaan dat sectoren samen sterker staan dan alleen. Door intersectorale samenwerking en synergie op het vlak van kennis, expertise, knowhow, ervaringsdeskundigheid, mensen en middelen kan vaak veel meer bereikt en gerealiseerd worden dan wanneer elk voor zich opereert. Vandaar dat de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens gezamenlijk een convenant willen afsluiten voor 2013-2014. Vandaar ook dat, waar en wanneer dat relevant is een meerwaarde oplevert voor alle betrokken partijen, de sectoren Transport en Logistiek en
8
Grondafhandeling op Luchthavens constructieve allianties aangaan met andere sectoren in het bijzonder LOGOS. Alle consulenten zullen de aandacht voor de bedrijven uit beide sectoren horizontaal meenemen. 4. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens zijn onverminderd de overtuiging toegedaan dat de kansengroepen een belangrijk reservoir van potentiële arbeidskrachten vormen dat maximaal aangeboord moet blijven worden. Op het vlak van promotie voor en instroom in beroepen en opleidingen dient daarom verder werk gemaakt te worden van drempelverlagende acties naar kansengroepen toe, zodat zij in beide sectoren vlot kunnen instromen. Daarnaast dienen diversiteit en evenredige arbeidsdeelname op de werkvloer verder gestimuleerd en ondersteund te worden. Bij de operationalisering van die visie/missie maakt de sector Transport en Logistiek en de sector Grondafhandeling op Luchthavens werk van het aanpakken van de volgende prioriteiten (zie prioriteitenfiches): o
Prioriteit 1: Werken rond instroom met bijzondere aandacht voor de samenwerking met VDAB en met onderwijs en voor het bevorderen van de synergie tussen VDAB en onderwijs.
o
Prioriteit 2: Werken rond imago en promotie met bijzondere aandacht voor diversiteit.
o
Prioriteit 3: Werken rond competentiebeleid met bijzondere aandacht voor KMO’s, levenslang leren, retentiebeleid en intersectorale samenwerking.
o
Prioriteit 4: Werken rond diversiteit en evenredige arbeidsdeelname.
9
PRIORITEIT 1 Werken rond instroom met bijzondere aandacht voor de samenwerking met VDAB en met onderwijs en voor het bevorderen van de synergie tussen VDAB en onderwijs Motivatie De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens dienen verder in te zetten op de optimalisering en de verdere uitbouw van de samenwerking met VDAB, onderwijs en andere relevante opleidingspartners. Enkel zo kan gewaarborgd worden dat werkzoekenden en leerlingen kunnen rekenen op kwaliteitsvolle kennisoverdracht en kennisborging en dat zij in voldoende mate de competenties kunnen verwerven die noodzakelijk zijn om succesvol de transitie van leren en opleiding naar werk te maken. Beide sectoren dienen ook de synergie tussen VDAB en onderwijs te bevorderen om winwineffecten te realiseren en om met minder middelen meer te kunnen doen. Om de transitie van leren naar werken en van werkloosheid naar werk vlot te laten verlopen is het van belang om: • • • •
te zorgen voor een goed overleg tussen sectoren en onderwijs/VDAB. leerlingen en cursisten een kwalitatieve opleiding aan te bieden. te zorgen voor afstemming/samenwerking met het bedrijfsleven en voor tewerkstelling achteraf. synergie tussen de opleidingspartners te bevorderen om met dezelfde middelen en mensen meer te kunnen doen.
Voortgangsindicatoren •
Realisatie beoogde aantal ingevulde werkervaringsplaatsen en stageplaatsen per schooljaar. Specifiek werkervaringsplaatsen voor DBSO-leerlingen: diversiteitscheck.
•
De cijfers betreffende het bereik en de participatie van kansengroepen in VDAB opleidingen – diversiteitscheck.
Acties De sectoren Transport en Logistiek (Actie 1, Actie 2: Subactie 1/Subactie 3/Subactie 4, Actie 4: Subactie 3) en Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens (Actie 2: Subactie 2/Subactie 5, Actie 3: Subactie 1/Subactie 2, Actie 4: Subactie 1/Subactie 2) engageren zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten:
10
Actie 1: Regie overlegorganen met onderwijs en VDAB Beoogde sectorale doelstelling: De samenwerkingsovereenkomst van de sector Transport en Logistiek met de Vlaamse Minister van Onderwijs en Vorming en de netten en onderwijsverstrekkers wordt verder uitgevoerd en opgevolgd in de Begeleidingscommissie Onderwijs en de (specifiekere) Subcommissies. Partner: de onderwijsgemeenschap (zowel de onderwijsverstrekkers –scholen, CDO’s, CVO’s– als de netten en het Departement Onderwijs en Vorming). De samenwerkingsovereenkomst van de sector Transport en Logistiek met de VDAB wordt verder uitgevoerd en opgevolgd in de Begeleidingscommissie en Lokale OpvolgingsCommissies. Overkoepelende partner: VDAB. De sector Transport en Logistiek neemt deel aan overleg om adviezen te formuleren betreffende het onderwijs- en werkzoekendenbeleid. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • • • • • • •
Organisatie van de Begeleidingscommissie Onderwijs: minstens 1x per jaar. Organisatie van de Begeleidingscommissie VDAB: minstens 1x per jaar. Organisatie van elk van de drie Subcommissies (Vrachtwagenchauffeur BSO-VO, Logistiek BSO-VO en Logistiek DBSO): minstens 1x per jaar. Organisatie van Lokale OpvolgingsCommissies bij de VDAB Competentiecentra met de opleiding Vrachtwagenchauffeur: 2x per jaar. Organisatie van Lokale OpvolgingsCommissies bij de BSO-scholen en de CVO’s met de opleiding Vrachtwagenchauffeur: 1x per jaar. Permanente opvolging van de afspraken met onderwijs en VDAB. Permanente actualisering van de samenwerkingsovereenkomst met onderwijs.
Actie 2: Kwaliteit van opleidingen waarborgen SUBACTIE 1: TER BESCHIKKING STELLEN VAN DIDACTISCH MATERIAAL EN FLANKERENDE ACTIES Beoogde sectorale doelstelling: Om kwalitatieve opleidingen te kunnen aanbieden, is het noodzakelijk dat de VDAB en de onderwijsverstrekkers die zijn opgenomen in het convenant met de sector Transport en Logistiek kunnen beschikken over degelijk didactisch materiaal (voertuigen, cursusmateriaal, enz.). Leerlingen en cursisten dienen tevens in de mogelijkheid te worden gesteld om studierichtingen/opleidingen te volgen en diploma’s, getuigschriften, certificaten en attesten te behalen die nodig zijn in hun opstap naar werk. Overkoepelende partner: onderwijsgemeenschap/VDAB. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • • • • • •
Ter beschikking stelling van les- en examenvoertuigen aan en wagenparkbeheer voor VDAB en scholen die aangesloten zijn bij het convenant met onderwijs. Terugbetaling van de drukkosten van de cursussen a rato van één exemplaar per leerling. Aankoop bepaalde handboeken (bijvoorbeeld ADR-handboeken voor leerlingen en cursisten). Levering CD-roms met logistiek cursusmateriaal voor convenantscholen met logistieke opleidingen. Aanbod toegangskaarten voor leerlingen, cursisten, leerkrachten en instructeurs voor interessante vakbeurzen. Financiering van de wettelijk verplichte medische schifting en de ADR-examens voor leerlingen.
11
• •
Financiering van de opvullingen van de blustoestellen (voor brandblusoefeningen). Voorwaardelijke regeling van terugbetaling van de opleidingskost voor CVO-cursisten ‘vrachtwagenchauffeur’.
SUBACTIE 2: OPLEIDINGSAANBOD VOOR LEERKRACHTEN Beoogde sectorale doelstelling: Goed opgeleide leerkrachten/instructeurs zorgen voor goed opgeleide leerlingen/cursisten. Daarom is het belangrijk om in overleg met onderwijs een opleidingsaanbod op maat te voorzien voor leerkrachten, zodat hun vakkennis op peil kan worden gehouden. VDAB verzorgt zelf een opleidingsaanbod voor de instructeurs. Overkoepelende partner: de onderwijsgemeenschap (onderwijsverstrekkers (scholen, CDO’s, CVO’s) en inrichtende machten). Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • • • •
Jaarlijkse detectie opleidingsnoden in Subcommissies en in functie daarvan organisatie opleidingsaanbod. Opleiding voor leerkrachten BSO/VO vrachtwagenchauffeur in het kader van verplichte nascholing voor beroepschauffeurs. Permanente info-deskrol betreffende regelgeving FOD Mobiliteit en Vervoer. Praktische samenwerking met LOGOS en de sector Grondafhandeling op Luchthavens voor specifiek het opleidingsaanbod voor leerkrachten logistiek, van scholen die een samenwerkingsovereenkomst hebben met één der betrokken sectoren: om de vakkennis van de leerkrachten logistiek op peil te houden en hen in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van nieuwe ontwikkelingen in de logistieke sector organiseren de sectoren Transport en Logistiek, Grondafhandeling op Luchthavens en LOGOS gezamenlijk een jaarlijks opleidingsaanbod dat voor alle leerkrachten relevant is. In 2013 is het de bedoeling om de opleiding te laten plaatsvinden op de luchthaven om zo meteen de sector Grondafhandeling op Luchthavens in de kijker te zetten.
SUBACTIE 3: SYNERGIE ONDERWIJS – VDAB IN HET TEKEN VAN EXCELLENTE PARTNERSCHAPPEN Beoogde sectorale doelstelling: De opleidingen binnen onderwijs en VDAB zijn verschillende leerwegen die elk respectievelijk leerlingen en cursisten voorbereiden op een transitie naar een succesvolle werkloopbaan. Het bevorderen van synergie tussen deze opleidingspartners in het teken van de realisatie van Excellente Partnerschappen creëert win-winsituaties. De samenwerking tussen onderwijs en VDAB rond de opleidingen die toeleiden naar een werkloopbaan als chauffeur werd geïntensifieerd naar aanleiding van de invoering van de Europese Richtlijn betreffende de Vakbekwaamheid voor beroepschauffeurs. Zie de omschrijving van de concrete acties voor de rol en inbreng daarin van de sector. De toeleiding naar een werkloopbaan in de logistieke sector werd gefaciliteerd door de verderzetting van de samenwerking voor de opleiding hef- en reachtruck. Afhankelijk van de resultaten van de brede analyse van de opleidingsnoden en –behoeften in de sector Grondafhandeling op Luchthavens (zie sectorfoto/omgevingsanalyse) zal de samenwerking met de VDAB ook toegespitst worden op het beantwoorden aan de noden. Hetzelfde geldt voor de samenwerking met onderwijs en eventuele andere partners. Overkoepelende partner: de onderwijsgemeenschap (onderwijsverstrekkers (scholen, CDO’s, CVO’s) en inrichtende machten) en VDAB. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
Europese Richtlijn Vakbekwaamheid beroepschauffeurs: de sector Transport en Logistiek heeft ervoor geijverd dat de leerlingen BSO-Vrachtwagenchauffeur hun gecombineerd examen Rijbewijs CE-Vakbekwaamheid Groep C gratis kunnen afleggen bij de VDAB. De sector Transport en Logistiek verzorgt op verzoek van
12
•
• •
•
• •
onderwijs en VDAB de planning van de gecombineerde examens rijbewijsCEVakbekwaamheid, verzorgt de opvolging en oplijsting van de resultaten en verzorgt de opleiding van leerkrachten betreffende wijzigingen in de regelgeving inzake de inhoud en beoordeling van de examens ten gevolge van wijzigingen aan de federale regelgeving. Scholen/CDO’s/CVO’s die een opleiding tot vrachtwagenchauffeur aanbieden, kunnen samenwerken met de VDAB voor brandblusoefeningen en simulatoropleidingen. De sector Transport en Logistiek betaalt de facturen voor het bijvullen van de brandblusapparaten en helpt er ook mee voor zorgen dat de communicatie rond planning tussen VDAB en onderwijs zo vlot mogelijk verloopt en bemiddelt wanneer nodig. Onderzoek naar opleiding en certificering van leerkrachten tot simulatorbediener zodat de simulatoren optimaal kunnen worden ingezet. Scholen/CDO’s/CVO’s die een logistieke opleiding aanbieden, kunnen samenwerken met de VDAB voor een praktijkopleiding hef- en reachtruck voor hun leerlingen. De sector Transport en Logistiek is in dit verband vragende partij voor het aanhouden van de 72-uren regeling door VDAB. De sector Transport en Logistiek helpt er ook mee voor zorgen dat de communicatie rond planning tussen VDAB en onderwijs zo vlot mogelijk verloopt en bemiddelt wanneer nodig. Stimulering van uitwisseling van les- en cursusmateriaal in het kader van de synergie tussen de VDAB en het onderwijs door middel van organisatie van netoverschrijdende werkgroepen met leerkrachten uit het dag- en volwassenenonderwijs om cursusmateriaal (verder) te ontwikkelen en actueel te houden die worden georganiseerd en aangestuurd door de sector Transport en Logistiek. Bevorderen van inzet van leerkrachten om extra opleidingen te geven aan werkzoekenden met de voertuigen van de sector Transport en Logistiek tijdens de collectieve sluiting van de VDAB-Competentiecentra in de zomervakantie. De sector Transport en Logistiek zal onderzoeken of en hoe het E-learningpakket theorie B, C en vakbekwaamheid C dat VDAB gebruikt bij de intakeperiode van kandidaten-cursisten, ook kan ingezet worden bij andere doelgroepen: o Leerlingen 3e graad BSO Vrachtwagenchauffeur o CVO-cursisten Vrachtwagenchauffeur uit het Volwassenenonderwijs o IBO-cursisten Vrachtwagenchauffeur – C/CE (eventueel) werknemersbijscholing.
SUBACTIE 4: ONDERSTEUNING EN OPVOLGING GIP BSO – VRACHTWAGENCHAUFFEUR Beoogde sectorale doelstelling: De GIP wordt gerealiseerd in nauw overleg tussen de scholen, de pedagogische begeleiders en de sector en wordt geactualiseerd in functie van de evoluties binnen de sector. Met respect voor de autonomie van de onderwijsverstrekkers maakt de sector in zeer nauwe samenwerking met onderwijs - via actieve betrokkenheid van scholen en pedagogische begeleiders van de onderwijsnetten bij de opmaak - Vademecums op die een overzicht geven van: • • • •
de structuur van de GIP de procedure, opstelling en evaluatiecriteria van de praktische proeven de procedure, structuur en evaluatiecriteria van de internationale transportopdracht de deliberatieregels.
Dat didactisch instrument dient om het verloop van de GIP in goede banen te leiden en misverstanden te voorkomen. Vertegenwoordigers van de sector Transport en Logistiek volgen de GIP op en nemen als jurylid deel aan de evaluatie/jurering.
13
Overkoepelende partner: onderwijsverstrekkers (scholen, CDO’s, CVO’s) en inrichtende machten. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • • •
Uitnodiging juryleden Permanente infodeskrol betreffende wijzigingen aan de evaluatieprocedures Permanente opvolging van de GIP en regelmatige evaluatie van de Vademecums.
SUBACTIE 5: RTC’S Beoogde sectorale doelstelling: Via synergie met de RTC’s de kwaliteit van de studierichtingen/opleidingen en van de transitie van leer- naar werkloopbaan bevorderen. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
• •
De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens staan open voor alle vormen van samenwerking met de provinciale RTC’s op vlak van studie- en beroepskeuze, infrastructuur, opleidingsaanbod, stage- en tewerkstellingsplaatsen, enz. De sector Transport en Logistiek onderzoekt samen met het RTC-Netwerk de mogelijkheid om op niveau van het RTC-Netwerk een adviesgroep Transport en Logistiek op te starten. De sector Transport en Logistiek streeft waar en wanneer relevant synergie met LOGOS en de sector Grondafhandeling op Luchthavens na in de communicatie en samenwerking met RTC-Netwerk, provinciale RTC’s, POM’s en dergelijke organisaties.
Actie 3: Transitie initiële leerloopbaan naar de eerste job SUBACTIE 1: WERKERVARINGSPLAATSEN VOOR LEERLINGEN UIT HET DBSO Beoogde sectorale doelstelling: De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens zullen de logistieke- en luchthavengebonden opleidingen in het DBSO bekendmaken en bedrijven stimuleren om werkervaringsplaatsen aan te bieden aan leerlingen uit het DBSO. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens bewaken mee dat de werkervaringsplaatsen beantwoorden aan de voorwaarden voor kwaliteitsvol werkplekleren Overkoepelende partner: CDO’s Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
•
•
De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens zetten een communicatie op ten aanzien van werkgevers zodat werkgevers weten dat ze bij de sectoren terecht kunnen indien ze knelpunten ondervinden bij de tewerkstelling van leerlingen. De sectoren nemen bij het vernemen van knelpunten een doorverwijsfunctie op ten aanzien van de eerstelijnsexperts (tewerkstellingsbegeleiders,...) Promotie tijdens bedrijfsbezoeken voor de CDO’s en wanneer opportuun vervulling van een brugfunctie tussen de CDO’s en de bedrijven - extra aandacht voor KMO’s om hen ertoe te bewegen leerlingen een werkervaringsplaats aan te bieden. De brugfunctie bestaat erin dat consulenten wanneer meerwaarde samen met tewerkstellingsbegeleiders van CDO’s op bezoek gaan bij bedrijven om de kans tot effectieve samenwerking tussen CDO en bedrijf te vergroten. Om kwaliteitsvol werkplekleren voor DBSO-leerlingen te waarborgen, benadrukken de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens in de
14
•
• • •
• •
communicatie met bedrijven dat kritische succesfactoren erin bestaan dat het bedrijf beschikt over werknemers met voldoende vakkennis, ervaring en voldoende kennis van op- en begeleidingstechnieken om de DBSO-leerling deugdelijk op te leiden, dat deze werknemers ook nog voor voldoende tijd moeten kunnen vrijgesteld worden om het opleidingsprogramma op een passend tempo af te kunnen werken en dat de DBSO-leerling jong is en nog veel te leren heeft en dat het bedrijf daar terdege rekening mee moet (willen) houden. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens nemen de doelgroep van leerlingen ook mee in het kader van de diversiteitsplannen door bedrijven er attent op te maken welke acties een win-winsituatie voor zowel school, leerlingen als bedrijf kan vormen, bijvoorbeeld samenwerking met CDO’s. Ter beschikking stelling van een Werkgeversrepertorium met gebruiksvriendelijke handleiding aan en ondersteuning van de stagebegeleiders. Dat repertorium laat toe om snel en vlot na te gaan of een bedrijf al dan niet tot onze sector behoort. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens volgen binnen het PLC 140 alle relevante evoluties op en evalueren erkenningsaanvragen van ondernemingen en leerovereenkomsten van leerlingen. Engagement van de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens om de invulling van minimaal 20 werkervaringsplaatsen te realiseren per schooljaar. Dit streefcijfer is gebaseerd op jarenlange ervaring die leert dat de DBSO-leerlingen die een logistieke opleiding volgen vaak (helaas) niet tewerkgesteld kunnen worden en dat de tewerkgestelde leerlingen vaak bij bedrijven werken die niet tot de sector Transport en Logistiek of Grondafhandeling op Luchthavens behoren. Zo volgden in het schooljaar 2010-2011 308 leerlingen een logistieke opleiding in het DBSO waarvan er 198 werden tewerkgesteld waarvan 40 in de sector Transport en Logistiek. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens organiseren gezamenlijk een infodag voor tewerkstellingsbegeleiders van de CDO’s over de werking van het PLC 140, het ILW e.d. De sector werkt verder aan de uitbouw van een opleiding in samenwerking met het deeltijds onderwijs die rechtstreeks dient toe te leiden naar de sector Grondafhandeling op Luchthavens. Het is op dit moment al mogelijk om DBSOleerlingen met een ILC-contract tewerk te stellen in de sector Grondafhandeling op Luchthavens.
SUBACTIE 2: STAGEPLAATSEN VOOR LEERLINGEN UIT HET VOLTIJDS BSO EN VOOR VDABCURSISTEN Beoogde sectorale doelstelling: De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens zullen de relevante opleidingen bekendmaken en bedrijven stimuleren om stageplaatsen aan te bieden aan leerlingen en cursisten. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens bewaken mee dat de stages beantwoorden aan de voorwaarden voor kwaliteitsvol werkplekleren. Overkoepelende partner: scholen die zijn aangesloten bij het onderwijsconvenant en VDAB. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
•
Promotie tijdens bedrijfsbezoeken voor samenwerking met het onderwijs en de VDAB. Wanneer opportuun vervulling van een brugfunctie tussen de scholen/Competentiecentra en de bedrijven - extra aandacht voor KMO’s om hen ertoe te bewegen leerlingen/cursisten een stageplaats aan te bieden. De brugfunctie bestaat erin dat consulenten wanneer meerwaarde samen met tewerkstellingsbegeleiders van CDO’s of klantenconsulenten van Competentiecentra
15
•
•
• •
op bezoek gaan bij bedrijven om de kans tot effectieve samenwerking tussen CDO/Competentiecentrum en bedrijf te vergroten. Om kwaliteitsvol werkplekleren voor BSO-leerlingen die stage lopen te waarborgen, benadrukken de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens in de communicatie met bedrijven dat kritische succesfactoren erin bestaan dat het bedrijf beschikt over werknemers met voldoende vakkennis, ervaring en voldoende kennis van op- en begeleidingstechnieken om de BSO-leerling deugdelijk op te leiden, dat deze werknemers ook nog voldoende tijd moeten kunnen vrijgesteld worden om het stageprogramma op een passend tempo af te kunnen werken en dat de BSO-leerling jong is en nog veel te leren heeft en dat het bedrijf daar terdege rekening mee moet (willen) houden. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens nemen de doelgroep van leerlingen en cursisten ook mee in het kader van de diversiteitsplannen door bedrijven er attent op te maken welke acties een winwinsituatie voor zowel school/opleidingscentrum, leerlingen/cursisten als bedrijf kan vormen, bijvoorbeeld werken met de IBO-formule. Ter beschikking stelling van een Werkgeversrepertorium met gebruiksvriendelijke handleiding aan en ondersteuning van de stagebegeleiders. Dat repertorium laat toe om snel en vlot na te gaan of een bedrijf al dan niet tot onze sector behoort. Engagement om minstens 200 stageplaatsen in totaal voor leerlingen te realiseren per schooljaar. Dit streefcijfer is gebaseerd op de evolutie in de cijfers uit de jaarverslagen over de samenwerking met onderwijs betreffende BSO-leerlingen die een transport- of logistieke opleiding volgen. Zo waren er in het schooljaar 2010-2011 voor 103 BSOleerlingen Vrachtwagenchauffeur uit het 5de en 7de jaar (de leerlingen van het 6de jaar gaan niet op stage) 190 stageplaatsen. Voor de 95 leerlingen 7 BSO Logistiek waren er 53 stageplaatsen.
Actie 4: Transitie van werkloosheid naar werk SUBACTIE 1: ONDERSTEUNING VAN DE WERKING VAN DE VDAB Beoogde sectorale doelstelling: Het bijdragen aan het optimaliseren van de werking van de VDAB met oog voor de realisatie van Excellente Partnerschappen. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • •
• •
Ondersteuning van de VDAB-vacaturewerking: de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens stimuleren de bedrijven om hun vacatures systematisch door te geven aan de VDAB. De sector Transport en Logistiek zal haar ondersteuning blijven aanbieden aan de initiëring van creatieve samenwerkingsformules tussen VDAB en derden (onderwijs en andere opleidingspartners) om te komen tot de vorming van Excellente Partnerschappen in functie van capaciteitsverhoging van de chauffeursopleiding. De verlaging van de wachttijden door een optimalisering van de screening. De sector Transport en Logistiek en VDAB onderzoeken gezamenlijk welke nazorgtrajecten opgezet kunnen worden voor cursisten die de opleiding Vrachtwagenchauffeur met succes volbrachten maar niettemin geen werk vonden na de opleiding.
16
SUBACTIE 2: PROMOTIE VAN DE IBO Beoogde sectorale doelstelling: De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens maken promotie voor de Individuele Beroepsopleiding in een Onderneming (IBO) om een naadloze ingroei van werkzoekenden in de functie en de onderneming te bevorderen. De sector Transport en Logistiek bewaakt mee dat de IBO voor Beroepschauffeur beantwoordt aan de voorwaarden voor kwaliteitsvol werkplekleren. Overkoepelende partner: VDAB. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
•
•
•
• •
•
Om kwaliteitsvol werkplekleren voor IBO-cursisten Vrachtwagenchauffeur te waarborgen, sloot de sector Transport en Logistiek daarover met VDAB een Raamakkoord af met een aantal richtlijnen. In 2012 werd dat Raamakkoord geactualiseerd. Waar nodig/wenselijk zal de sector Transport en Logistiek haar medewerking verlenen aan infosessies voor VDAB-consulenten/derden/enz. om daaraan bekendheid te geven. Meer bepaald zal de aandacht gevestigd worden op de sectorspecifieke incentives (o.a. financiële tussenkomsten rijopleidingskosten + basiskwalificatie). Om kwaliteitsvol werkplekleren voor IBO-cursisten Vrachtwagenchauffeur te waarborgen, stelde de sector Transport en Logistiek samen met VDAB een model van opleidingsprogramma op dat door IBO-consulenten van VDAB en bedrijven kan gebruikt worden als hulpmiddel en leidraad om een opleidingsprogramma op maat op te stellen. De sector Transport en Logistiek en VDAB controleren op regelmatige basis de bruikbaarheid van dit model van opleidingsprogramma en verrichten, voor zover nodig, de nodige aanpassingen. Om kwaliteitsvol werkplekleren voor IBO-cursisten Vrachtwagenchauffeur te waarborgen, benadrukt de sector Transport en Logistiek in de communicatie met bedrijven dat 2 kritische succesfactoren erin bestaan dat het bedrijf beschikt over werknemers met voldoende vakkennis, ervaring en voldoende kennis van op- en begeleidingstechnieken om de IBO-cursist deugdelijk op te leiden en dat deze werknemers ook nog voldoende tijd moeten kunnen vrijgesteld worden om het opleidingsprogramma op een passend tempo af te kunnen werken. Om de instroom van allochtonen met een beperkte beheersing van het Nederlands in de IBO te bevorderen, maakt de sector Transport en Logistiek bij de bedrijven systematisch promotie voor de opleiding Nederlands op de Werkvloer van VDAB die, dankzij de Kredietlijnkorting die de sector bij de VDAB geniet, 100% gratis is – diversiteitscheck. Streefdoel is om gezamenlijk jaarlijks 100 IBO’s te halen. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens grijpen de maandelijkse overzichten van de IBO’s bij bedrijven uit de sector aan als hefboom om bezoeken aan deze bedrijven te brengen met het oog op ondersteuning. Bij de sensibilisering van bedrijven uit de sector Grondafhandeling op Luchthavens voor het werken met de IBO-formule wordt dezelfde aanpak m.b.t. kwaliteitsvol werkplekleren als bij de bedrijven uit de sector Transport en Logistiek gehanteerd wanneer het gaat om het benadrukken van het belang van de twee kritische succesfactoren. De sector Transport en Logistiek en VDAB onderzoeken gezamenlijk welke trajecten kunnen opgezet worden om toeleiding naar de IBO-formule te realiseren voor cursisten van de opleiding Vrachtwagenchauffeur die wel voor het theoretisch gedeelte van de examens slaagden, maar niet voor het praktijkgedeelte en dus de beroepsopleiding verlieten zonder rijbewijs C/CE. Dat om ongekwalificeerde uitstroom tegen te gaan.
17
SUBACTIE 3: SAMENWERKING MET SYNTRA VLAANDEREN (SVL) Voor de looptijd van het sectorconvenant 2011-2012 sloten de sector Transport en Logistiek en LOGOS met Syntra Vlaanderen een samenwerkingsovereenkomst. Beoogde sectorale doelstelling: Voortzetting van de samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2013-2014. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • •
Via een tweemaandelijkse deelname aan de Sectorcommissie Transport en Logistiek van SVL structurele uitwisseling van informatie over ontwikkelingen op het vlak van sectorale opleidingsnoden en sectoraal competentiebeleid. Synergie met focus op de bevordering van de realisatie en bekendmaking van kwalitatieve en arbeidsmarktgerichte leertrajecten die inspelen op de sectorale opleidings- en competentiebehoeften.
18
PRIORITEIT 2 Werken rond imago en promotie met bijzondere aandacht voor diversiteit Motivatie Gezien het alsmaar toenemende belang voor de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens om in te zetten op imago, werving en promotie, heeft deze problematiek het statuut van een aparte prioriteit gekregen. Om verschillende redenen kampen de arbeidersberoepen uit de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens met een hardnekkig imagoprobleem. Deze negatieve beeldvorming legt een zware hypotheek op de instroom in de sectoreigen beroepen en de opleidingen die voorbereiden op deze arbeidersberoepen. Bijsturing van deze negatieve beeldvorming is dus een prioritaire uitdaging en opgave. Die bijsturing vereist een grondige aanpak en is een werk van lange adem: alleen een doordachte en volgehouden imagocampagne met gerichte promotionele acties, in combinatie met het werken aan werkbaarder werk voor vrachtwagenchauffeurs (zie Actie 5 bij Prioriteit 3) kan het tij doen keren. Door een negatieve wisselwerking tussen het imagoprobleem en de vergrijzing in de sector Transport en Logistiek is het beroep van vrachtwagenchauffeur het knelpuntberoep bij uitstek. In dat kader ligt de focus daarom op de opleiding tot vrachtwagenchauffeur in het BSO, die de afgelopen jaren helaas een alsmaar dalend aantal nieuwe inschrijvingen kent. Gezien het belang van kansengroepen als reservoir van potentiële arbeidskrachten voor de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens wordt daar in de promotionele acties ook bewust op ingespeeld.
Acties De sector Transport en Logistiek (Actie 1 & 2) en de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens (Actie 3 & 4) engageren zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit: Actie 1: Educatief aanbod, specifiek gericht op transport Beoogde sectorale doelstelling: Via een educatief aanbod met als instrumenten de TruckXperience en de educatieve pakketten ‘Vrachtwagenvragen’ en ‘Vrachtwagenavonturen’ de beeldvorming van het beroep Vrachtwagenchauffeur bijsturen bij leerlingen uit het 5de en 6de leerjaar van het basisonderwijs en uit de 1ste graad van het secundair onderwijs. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • •
Verdere verspreiding van de educatieve pakketten ‘Vrachtwagenvragen’ en ‘Vrachtwagenavonturen’ voor leerlingen uit het 5de en 6de jaar van het basisonderwijs en uit de 1ste graad van het secundair onderwijs. Verfijning en uitbreiding van dit educatief aanbod door het ontwikkelen van nieuwe modules rond het thema Transport.
19
• •
•
•
Verdere organisatie in scholen van de ‘TruckXperience’, een interactieve kennismaking met het beroep van vrachtwagenchauffeur met gebruik van een speciaal daartoe uitgeruste vrachtwagen. Onderzoek naar de mogelijkheid om het concept TruckXperience uit te breiden en te verbreden naar inzetbaarheid voor specifieke doelgroepen: o Leerlingen uit het BUSO – diversiteitscheck; o Volwassenen - van deelnemers aan een opendeurdag bij transportbedrijven tot ouders van leerlingen; o Leerlingen uit de 2de en 3de graad BSO Kantoor en Verkoop. De sector Transport en Logistiek zal tijdens deze convenantperiode een pilootproject opzetten om via TruckXperiences allochtonen te informeren over het beroep Vrachtwagenchauffeur. Daarbij zou de methodiek van het vindplaatsgericht werken gehanteerd worden via samenwerking met buurthuizen, jeugdhuizen, culturele verenigingen en dergelijke. Het knelpuntberoep Vrachtwagenchauffeur wordt zo rechtstreeks en op maat aan deze populatie toegelicht. We hebben als doel zo een steentje bij te dragen om de sensibilisering voor en de instroom van allochtonen in de opleiding tot Vrachtwagenchauffeur in het BSO, VO en bij de VDAB te verhogen diversiteitscheck. Onderzoek naar vernieuwende samenwerkingsverbanden met o Derden organisaties: De mogelijkheid verkennen om een pool aan te leggen van getrainde begeleiders die inzetbaar zijn voor verschillende promoacties (indien zinvol en haalbaar bij voorkeur i.s.m. andere sectoren). De mogelijkheid verkennen om een structureel promo-aanbod te hebben/behouden bij organisaties zoals het Beroepenhuis en Technopolis. o Onderwijs Zoeken naar mogelijkheden, eventueel in samenwerking met andere sectoren, om leerkrachten (in opleiding) structureel te informeren over ons educatief aanbod.
Actie 2: Continuering en verdere uitbouw van flankerende promotie-instrumenten voor het beroep van Vrachtwagenchauffeur Beoogde sectorale doelstelling: Via flankerende promotie-instrumenten de imagocampagne rond het beroep van Vrachtwagenchauffeur verbreden en versterken. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • • • •
Verdere uitbouw, verfijning en verankering van de internetclub “Star Truck Club” voor jongeren van 10 tot 16 jaar. Leden kunnen deelnemen aan wedstrijden en mooie prijzen winnen. Verdere uitbouw, verfijning en verankering van www.vrachtwagenchauffeur.be de website die als koepelwebsite fungeert voor het centraliseren van alle info rond het beroep en rond de verschillende opleidingen die toeleiden naar dit beroep. Onderzoek naar de bruikbaarheid van bijkomende nieuwe promotiekanalen zoals de sociale media. Ontwikkeling van gadgets die voor onze doelgroepjongeren (10- tot 16-jarigen) zowel wervend als aantrekkelijk zijn.
Actie 3: Educatief aanbod gericht op logistiek en luchtafhandeling Beoogde sectorale doelstelling: Ook de arbeidersberoepen van de sector Grondafhandeling op Luchthavens en de logistieke arbeidersberoepen van de sector
20
Transport en Logistiek kampen met een imagoprobleem dat een zware negatieve impact heeft op de instroom. De ontwikkeling van een educatief aanbod op maat van deze beroepen in functie van een imagocampagne dringt zich dus op. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • • •
Onderzoek naar de ontwikkeling van een passend educatief aanbod voor de arbeidersberoepen van de sector Grondafhandeling op Luchthavens. Onderzoek naar de ontwikkeling van een passend educatief aanbod voor de logistieke arbeidersberoepen uit de sector Transport en Logistiek. Hierbij dient terdege rekening gehouden te worden met de wijzigingen die de Vlaamse Minister van Onderwijs wil doorvoeren in de leerplannen van de 2de en 3de graad BSO Kantoor en Verkoop in het teken van Logistiek. De 2de graad zal leerlingen oriënteren zodat ze aan het eind van de 2e graad een doordachte keuze kunnen maken uit een breed gamma van beroepsgerichte logistieke opleidingen die in de 3de graad gevolgd kunnen worden. Het VKSO wil van deze wijzigingen al werk beginnen te maken in het schooljaar 2013-2014 via de integratie van een keuzemodule Logistiek Medewerker in de 3de graad van de opleidingen Kantoor en Verkoop. Deze onderzoeken worden ingeschreven in de logica van de Vlaamse Kwalificatie Structuur en COMPETENT, waarbij de sector Transport en Logistiek zich engageert om mee te werken aan de ontwikkeling van beroepskwalificatiedossiers die als basis kunnen dienen voor de onderwijsopleidingen. Zie ook Actie 1 en 2 bij Prioriteit 3.
Actie 4: Ontwikkeling van flankerende promotie-instrumenten voor de arbeidersberoepen van de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens in synergie met andere actoren Beoogde sectorale doelstelling: Via de ontwikkeling van flankerende promotieinstrumenten in synergie met andere actoren de imagocampagne rond de arbeidersberoepen van beide sectoren verbreden en versterken. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
•
•
Ontwikkeling van een ondersteunend kader en overlegplatform ten behoeve van de scholen/CDO’s/CVO’s met opleidingen die toeleiden naar de arbeidersberoepen uit de sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens om hun actieve deelname aan promotie-acties te bevorderen. De sector Transport en Logistiek ontwikkelde daarvoor een eigen overlegplatform met de betrokken scholen en ook de sector Grondafhandeling op Luchthavens zal daarvan gebruik kunnen maken. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens engageren zich om de bezoekers van de SID-In beurzen een correct en volledig beeld te geven van de beroepen, opleidings- en tewerkstellingsmogelijkheden in de sector. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens hebben LOGOS bereid gevonden om ook in hun plaats op de SID-In beurzen aanwezig te zijn en de vertegenwoordiging van de drie sectoren op zich te nemen. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens geven blijvende input voor de website www.onderwijskiezer.be. Die website geeft bezoekers een volledig beeld van alle mogelijke voor de sector relevante studierichtingen op elk onderwijsniveau. Daarnaast wordt meer uitleg gegeven over de tewerkstellingsmogelijkheden na het volgen van een bepaalde studierichting en over de verschillende soorten jobs die de sector te bieden heeft.
21
PRIORITEIT 3 Werken rond competentiebeleid met bijzondere aandacht voor KMO’s, levenslang leren, retentiebeleid en intersectorale samenwerking Motivatie Bedrijven hebben continue nood aan arbeiders met voldoende competenties om efficiënt en rendabel te kunnen functioneren. De regelgeving en de arbeidsmarkt vereisen dat arbeiders zowel nieuwe competenties verwerven als de vroeger verworven competenties op peil houden. Dit vereist dat bedrijven gestimuleerd worden om en ondersteund worden bij het opzetten van een competentiebeleid in functie van levenslang leren, kennisborging, loopbaan-, retentie-en leeftijdsbewust beleid. Het uitgangspunt van de sector Transport en Logistiek daarbij is dat het stimuleren van bedrijven om in het kader van de noodzaak aan levenslang leren, te meer gezien de verplichte cyclische nascholing voor vrachtwagenchauffeurs, te werken aan permanente vorming de Koninklijke weg is om bedrijven te sensibiliseren en activeren op het vlak van competentiebeleid. Als je daar niet van vertrekt, dan vertrek je niet en blijf je stilstaan. Daarom krijgen de bedrijven sinds 2009 jaarlijks een opleidingsbudget dat ze kunnen benutten om opleidingskost te recupereren. Dat budget mag maximum 2 jaar meegenomen worden, daarna vervalt het. Bedrijven die dreigen hun budget te laten vervallen, worden gecontacteerd om hen daarop te wijzen en om hen aan te sporen hun budget effectief te benutten. In essentie bestaat de sectorale strategie er dus in om, door een budget aan te bieden en actief op te volgen wat er met dat budget gebeurt, vraag te creëren bij de bedrijven en zo de stap te zetten naar competentiebeleid. Conform de Vlaamse werkbaarheidsmonitor van de Stichting Innovatie en Arbeid hebben belastende arbeidsomstandigheden een negatieve impact op de motivatie en het welbevinden in het werk van oudere vrachtwagenchauffeurs, wat gezondheidsklachten veroorzaakt en de kans hypothekeert dat zij tot aan de pensioengerechtigde leeftijd aan de slag blijven. Tegen de achtergrond van de vergrijzing van het beroep van vrachtwagenchauffeur dient, met het oog op het bevorderen van retentiebeleid en leeftijdsbewust personeelsbeleid, ingezet te worden op het werkbaarder maken van het werk van oudere vrachtwagenchauffeurs door bedrijven te stimuleren initiatieven te nemen om de arbeidsomstandigheden van die chauffeurs minder belastend te maken. Hiervoor wordt actief samengewerkt met het federale Ervaringsfonds. In tegenstelling tot de sector Grondafhandeling op Luchthavens en de logistieke bedrijven van de sector Transport en Logistiek vormen de transportbedrijven binnen de sector Transport en Logistiek een typisch KMO-landschap waarbij bijna de helft van de bedrijven micro-ondernemingen met maximum 5 werknemers zijn. Om deze bedrijven te overtuigen van de noodzaak aan competentiebeleid en om deze bedrijven zover te krijgen effectief concrete stappen te zetten om die visie te realiseren, is een conditio sine qua non dat een doelmatige laagdrempelige maatwerkaanpak wordt gehanteerd qua benadering die in staat is drempels in voldoende mate weg te werken.
22
Acties De sectoren Transport en Logistiek (Actie 4, Actie 5, Actie 6, Actie 7, Actie 8, Actie 9, Actie 11) en Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens (Actie 1, Actie 2, Actie 3, Actie 10, Actie 12) engageren zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteiten. Fundamentele methodische vuistregels om daarbij een laagdrempelige, efficiënte en effectieve aanpak te realiseren zijn:
Spreek letterlijk en figuurlijk een taal die de ondernemer begrijpt. Vermijd dus jargon
dat enkel voor ingewijden verstaanbaar is.
Wees to the point, verlies je niet in irrelevante bijkomstigheden.
Focus op de hoofdzaken, verlies je niet in bijzaken.
Luister aandachtig naar zijn verhaal en stel gericht vragen om te weten te komen wat
bij de ondernemer aan de orde is en wat niet. Selecteer op basis daarvan oordeelkundig wat je al dan niet aankaart in functie van zaken die aan de orde zijn en waar je op kan inspelen.
Een persoonlijk gesprek is een betere manier om de ondernemer van iets te
overtuigen dan brieven, mails en dergelijke.
Hou rekening met de tijd die de ondernemer in het gesprek kan en wil investeren. Je
kunt gespreksstof opsparen voor een bijkomend gesprek.
Overlaad de ondernemer niet met informatie, maar doseer oordeelkundig. Ook in dat
verband kan je gespreksstof opsparen voor een bijkomend gesprek.
Reik instrumenten aan die haalbaar zijn voor het draagvermogen van de
onderneming. Een micro-onderneming en een ESF-dossier gaan moeilijk samen.
Wat je ook aandraagt, je zult de ondernemer er enkel en alleen toe kunnen overhalen
er iets mee te doen, als hij in voldoende mate overtuigd is dat zijn onderneming ermee gebaat zal zijn.
Iets proberen op te dringen werkt contraproductief, de ondernemer moet zelf tot de
bevinding komen dat iets interessant genoeg is om het uit te proberen.
Laat namen van andere bedrijven die al het goede voorbeeld hebben gegeven vallen,
dat kan een wervend effect hebben omdat men qua noden en behoeften vaak in dezelfde boot zit. De vuistregels zijn transversaal in die zin dat ze bij elke actie waarbij rechtstreeks gecommuniceerd wordt met KMO’s, in het bijzonder met micro-ondernemingen, in acht genomen dienen te worden. Ze zijn concreet bij uitstek van toepassing op de acties 3 t/m 6 hieronder.
23
Actie 1: COMPETENT Beoogde sectorale doelstelling: De beroepen in de sector Transport en Logistiek en de sector van Grondafhandeling op Luchthavens kenmerken zich door technologische evoluties en door frequente wijzigingen op het vlak van regelgeving, veiligheidsprocedures en methodiekmodi. Daarom is het belangrijk dat de COMPETENT-fiches jaarlijks geactualiseerd worden. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens verbinden er zich toe om mee te werken aan alle initiatieven om die instrumenten verder te verfijnen en/of te ontwikkelen.
Actie 2: Vlaamse Kwalificatiestructuur Beoogde sectorale doelstelling: De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens wensen dat er qua competentievereisten een transparant vergelijk mogelijk is tussen de gevraagde competenties in de vacatures van de werkgevers en de competentieprofielen van de werkzoekenden. Het is daarom belangrijk dat er voor de verschillende beroepen van de beide sectoren een matchingsysteem bestaat of (verder) ontwikkeld wordt dat door de verschillende actoren op de arbeidsmarkt als uniform en eenduidig benchmarkinstrument kan geïmplementeerd worden. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens werken mee aan alle initiatieven met betrekking tot de beroepskwalificatiedossiers, die gelieerd zijn aan de COMPETENT-fiches. Actie 3: Ondersteuning van bedrijven en werknemers Beoogde sectorale doelstelling: De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens vinden het noodzakelijk dat de werkgevers en werknemers continu geïnformeerd worden over de begeleidingsaanpak met betrekking tot opleidingen. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
• •
•
Door middel van mailings en brieven, via de ledenbladen van de werkgevers- en werknemersorganisaties uit de sector Transport en Logistiek en de sector Grondafhandeling op Luchthavens, en via gerichte infosessies door de sectorale sociale partners voor hun leden worden de bedrijven op continue basis geïnformeerd over het systeem van de opleidingsplannen en het hieraan gekoppeld opleidingsbudget. Specifiek naar de KMO’s zullen daarover gerichte communicatieacties opgezet worden via rechtstreekse bedrijfscontacten. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens zullen jaarlijks minstens 200 bedrijfsbezoeken verrichten waarbij de sector Transport en Logistiek zich als eerste prioriteit zal richten op bedrijven die nog geen opleidingsplan hebben ingediend. Door middel van een specifiek daartoe ontwikkelde softwaretool zal de sector Transport en Logistiek de bedrijven opvolgen op het vlak van hun opleidingsinspanningen. Die tool laat namelijk toe in kaart brengen of, wanneer en voor welke opleidingen bedrijven gebruik gemaakt hebben van de financiële tussenkomsten van de sector in de opleidingskost. Bedrijven die geen gebruik hebben gemaakt van de tussenkomsten worden systematisch gecontacteerd om hen
24
•
daar attent op te maken. Zo krijgt de sector bij deze bedrijven voet aan de grond en kan, wanneer opportuun, van de gelegenheid gebruikt gemaakt worden om het contact met en de dienstverlening aan de bedrijven verder te personaliseren en uit te bouwen. De sector Transport en Logistiek en de sector Grondafhandeling op Luchthavens zullen samen bekijken of het een interessante piste is om deze tool ook voor de sector Grondafhandeling op Luchthavens toe te passen en, indien zo, gezamenlijk ontwikkelen.
Actie 4: Competentiebeleid voor transportbedrijven Beoogde sectorale doelstelling: De sector Transport en Logistiek is er zich bewust van dat transportbedrijven, meer bepaald kleinere KMO’s, niet altijd de mogelijkheid hebben om zelfstandig een gericht competentiebeleid op te bouwen. De verplichte nascholing voor chauffeurs in functie van de vakbekwaamheid is een sleutelmoment om bedrijven te stimuleren om hier werk van te maken en om daarbij ondersteuning te verlenen. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
•
•
•
De sector Transport en Logistiek zal in het bijzonder aandacht besteden aan het bezoeken van bedrijven met minder dan 20 arbeiders om de door de sector Transport en Logistiek ontwikkelde KMO-tool “STAPPENPLAN VERPLICHTE NASCHOLING CHAUFFEURS” toe te lichten en zo het bedrijf de eerste stappen te helpen zetten op weg naar de ontwikkeling van een beleid met aandacht voor opleidings-, competentie- en loopbaanmanagement. De KMO-tool is een instrument dat de werkgever ertoe brengt de verplichte cyclische nascholing vanuit een SWOT-analyse te beschouwen en te benutten als een opportuniteit om per chauffeur diens gebrekkige competenties op te lijsten en dankzij een oordeelkundige selectie en keuze van opleidingen die gebrekkige competenties te versterken en dus de vakbekwaamheid te vergroten. Dit komt niet alleen zowel de kwaliteit van de werking als van de dienstverlening van het bedrijf en dus de marktpositie van de firma ten goede, maar versterkt ook de arbeidsmarktpositie van de chauffeurs, te meer omdat de werkgever bij CAO verplicht is de gevolgde opleidingen te registreren in de persoonlijke Competentiepas van de chauffeurs. Ondervangen van de weerstand die er leeft bij oudere werknemers als gevolg van de invoering van de EU-richtlijn over de Vakbekwaamheid via samenwerking met de syndicale loopbaan-, bijblijf- en diversiteitsconsulenten en via infosessies voor vakbondsafgevaardigden – diversiteitscheck. De focus zal de komende jaren vooral liggen op retentie van 50+-ers. Veel chauffeurs uit die leeftijdscategorie zien de verplichte nascholing als een extra belasting, wat demotiverend werkt en heel wat chauffeurs doet overwegen om vroegtijdig uit het beroep te stappen. Er zal onderzocht worden of er in samenwerking met de loopbaan- en bijblijfconsulenten van de vakbonden kan toegekomen worden om via gerichte vormingssessies te trachten chauffeurs van 50+ ertoe te brengen de verplichte nascholing te zien als een erkenning van hun beroep als volwaardig en als een middel om hun vakbekwaamheid op peil te houden en te versterken en ze zo te motiveren om met een positieve attitude verder aan de slag te blijven in hun beroep. – diversiteitscheck. Drempelverlaging van de nascholing voor chauffeurs uit de kansengroepen (kortgeschoolden, allochtonen en ouderen). Chauffeurs uit deze kansengroepen ervaren de verplichte nascholing vaak als een bedreiging vanuit de vrees dat het niveau voor hen te hoog zal liggen om mee te kunnen, wat demotiverend en drempelverhogend werkt. In overleg met de sociale partners wordt via bedrijfsbezoeken en gerichte vormingssessies voor patroons getracht om hen ertoe te brengen bij de bespreking van de verplichte nascholing met hun chauffeurs
25
•
duidelijk aan te geven dat ze niet moeten vrezen niet mee te kunnen, omdat de patroon, voor zover nodig, voor opleidingsverstrekkers kan kiezen die over een aangepaste opleidingsmethodiek beschikken. Inzet van gepensioneerde chauffeurs zal voor veel transportbedrijven noodzakelijk zijn om over voldoende chauffeurs te beschikken om de dienstverlening te kunnen waarborgen. In het kader van loopbaan- en retentiebeleid wordt met de KMO-tool daarom ook expliciet ingespeeld op het bevorderen van die piste. Bedrijven worden er bij de toelichting van de KMO-tool toe aangespoord en er attent op gemaakt dat zij er dan ook voor moeten zorgen dat ook die chauffeurs in orde blijven met de verplichte nascholing.
Actie 5: De werkbaarheid van het werk van vrachtwagenchauffeurs vergroten Beoogde sectorale doelstelling: Het werk van vrachtwagenchauffeurs werkbaarder maken door bedrijven te stimuleren om initiatieven te nemen om de arbeidsomstandigheden van die chauffeurs minder belastend te maken. Zo worden zowel het beroep als het imago van het beroep van vrachtwagenchauffeur ook aantrekkelijker, wat dan weer een positief effect heeft op de instroom in het beroep. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar oudere vrachtwagenchauffeurs (45-plussers). Daarvoor wordt actief samengewerkt met het federale Ervaringsfonds. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector In samenwerking met het Ervaringsfonds sensibilisering van de geprospecteerde ondernemingen om, waar mogelijk met behulp van de ondersteuning van het Ervaringsfonds, initiatieven te nemen en een werkbaarheidsbeleid te ontwikkelen dat de arbeidsomstandigheden van chauffeurs minder belastend maakt en er daardoor voor zorgt dat zij gemotiveerd en wel aan de slag blijven. – diversiteitscheck. Actie 6: Competentiebeleid voor logistieke bedrijven Beoogde sectorale doelstelling: Voor bedrijven waarbij het logistieke proces in het bedrijf zelf plaatsvindt, zijn opleidingen in het kader van de veiligheidsfunctie(s) een evenwaardige hefboom om een opleidingsklimaat te genereren. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
•
•
De sector Transport en Logistiek zal de systemen van onderzoek en ontwikkeling van de KMO-tool “STAPPENPLAN VERPLICHTE NASCHOLING CHAUFFEURS” uitbreiden naar de logistieke tak van de sector. Daarvoor zal de sector o.a. gebruik maken van de BCP’s (beroepscompetentieprofielen), de BKD’s (beroepskwalificatiedossiers) en de fiches uit COMPETENT. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens zullen samen bekijken of het concept van de KMO-tool ook in hun sector toepasbaar en aan de orde is. Als dat zo is, ontwikkelen zij gezamenlijk een KMO-tool op maat van de sector Grondafhandeling op Luchthavens. De sector Transport en Logistiek stelt aan LOGOS de door de sector Transport en Logistiek ontwikkelde KMO-tool ter beschikking, zodat LOGOS die kan gebruiken als uitgangspunt voor de ontwikkeling van een KMO-tool voor hun bedrijven.
26
Actie 7: Synergie inzake opleiding van werknemers met de sector van verhuizing, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten Beoogde sectorale doelstelling: Samenwerking inzake opleiding van werknemers realiseren tussen de sector van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten enerzijds en de sector Transport en Logistiek anderzijds. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector De sector van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten en de sector Transport en Logistiek zullen onderzoeken of vanaf 2013 in het kader van opleiding van werknemers een samenwerking ingang kan vinden via het voor elkaar openstellen van de bestaande opleidingen en/of opleidingsmodaliteiten. Actie 8: Ervaringsbewijzen Magazijnmedewerker – Heftruckchauffeur – Reachtruckchauffeur Beoogde sectorale doelstelling: De sector Transport en Logistiek wil verder promotie maken voor de logistieke Ervaringsbewijzen. De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens vinden EVC (erkenning van eerder en elders verworven competenties) een belangrijk middel om de positie en de mobiliteit op de arbeidsmarkt van arbeiders te versterken en te werken aan kennisborging en –retentie en loopbaanbeleid. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • •
De sector Transport en Logistiek zal bij bedrijfsbezoeken deze bedrijven informeren over de Ervaringsbewijzen. Indien de VDAB als promotor voor de periode 2013-2014 het ESF-project voor de logistieke Ervaringsbewijzen van de beroepen Magazijnmedewerker, Hef- en Reachtruckbestuurder verderzet, is de sector Transport en Logistiek bereid als partner de volledige trajectbegeleiding van de aanvragers te blijven verzorgen.
Actie 9: Peter-/meterschapsopleiding voor ervaren arbeiders – rijdend personeel Beoogde sectorale doelstelling: De deelnemers van deze opleiding worden ingezet voor de opleiding en begeleiding van BSO-leerlingen en VDAB-cursisten die stage lopen, IBOcursisten van VDAB en nieuw aangeworven chauffeurs. De opleiding focust op het bijbrengen van opleidings- en begeleidingstechnieken om mensen die op de werkplek leren een goede opleiding en begeleiding te geven. De sector Transport en Logistiek ziet de opleiding als een hefboom om te zorgen voor kwaliteitsvol werkplekleren. Een kritische succesfactor voor werkplekleren is immers dat de lerende opgeleid en begeleid wordt door mensen die niet alleen over voldoende vakkennis en ervaring beschikken, maar ook over goede opleidings- en begeleidingstechnieken. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • • • •
De sector Transport en Logistiek stimuleert en sensibiliseert de bedrijven om ervaren chauffeurs naar peterschapsopleidingen te sturen. Organiseren van minimaal 3 sessies per jaar met telkens maximum 15 deelnemers. Systematische terugkoppeling naar de projectontwikkelaars voor diversiteitsplannen van de Vlaamse Overheid over de bedrijven die een peterschapsopleiding bij het SFTL plannen. Systematisch informeren van LOGOS over de bedrijven die deelnemen aan de peterschapsopleiding.
27
Actie 10: Peter-/meterschapsopleiding voor ervaren arbeiders – niet-rijdend personeel Beoogde sectorale doelstelling: De sector Transport en Logistiek wil nagaan of de peterschapsopleiding voor chauffeurs verder kan uitgebouwd worden naar de logistieke kant van de sector en de sector Grondafhandeling op Luchthavens. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
•
De sector Transport en Logistiek onderzoekt via een bevraging bij een representatieve staalkaart van logistieke bedrijven de mogelijkheden, de haalbaarheid en de behoefte om het concept van de peterschapsopleiding uit te breiden naar en uit te werken op maat van de logistieke bedrijven uit de sector. De sector Transport en Logistiek zal de bevindingen van het onderzoek samen met de sector Grondafhandeling op Luchthavens bekijken om samen in te schatten of de ontwikkeling van een peter-/meterschapsopleiding op maat van de sector Grondafhandeling op Luchthavens een interessante en haalbare piste is. Als dat zo is, wordt die gezamenlijk ontwikkeld.
Actie 11: Optimalisering van het gebruik van de Competentiepas Beoogde sectorale doelstelling: Bij CAO is elke werkgever uit de sector Transport en Logistiek vanaf 1 januari 2010 verplicht om van elke arbeider een competentiepas bij te houden. Daarmee wil de sector Transport en Logistiek het belang onderstrepen van de noodzaak om er, in het kader van kennisborging en loopbaanbeleid, als sector voor te zorgen dat werknemers beschikken over een sectoraal erkend document dat hun persoonlijk eigendom is en dat een volledig en transparant overzicht geeft van de opleidingen/bijscholingen die zij gevolgd hebben gedurende hun loopbaan. Op die manier wordt de arbeidsmarktpositie van de werknemers versterkt en kunnen eventuele transities van werk naar werk, zowel binnen als buiten de sector, beter onderbouwd worden. De sector Transport en Logistiek maakte daarom een gebruiksvriendelijk model van de Competentiepas ten behoeve van de werkgevers, dat ook voor KMO’s bruikbaar is. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector • • • • •
De sector Transport en Logistiek zal een specifieke website ontwikkelen. Om de toegang tot de website kenbaar te maken, zal de sector Transport en Logistiek op regelmatige tijdstippen via mailings en artikels in de vakbladen de bedrijven informeren. Specifiek naar de KMO’s zullen gerichte communicatieacties opgezet worden via rechtstreekse bedrijfscontacten. De sector Transport en Logistiek ondersteunt LOGOS bij de ontwikkeling van een Competentiepas voor de bedienden uit de sector die voortbouwt op de door de sector Transport en Logistiek ontwikkelde Competentiepas. De sector Transport en Logistiek zal samen met de sector Grondafhandeling op Luchthavens bekijken of de ontwikkeling van een Competentiepas voor de sector Grondafhandeling op Luchthavens een interessante en haalbare piste is. Als dat zo is, wordt die gezamenlijk ontwikkeld.
28
Actie 12: Transfer ‘goede praktijken’ van de sector Grondafhandeling op Luchthavens naar de sector Transport en Logistiek Beoogde sectorale doelstelling: De bedrijven uit de sector Grondafhandeling op Luchthavens zijn grotere bedrijven met ervaring en knowhow op het vlak van opleidings- en competentiebeleid. De ‘goede praktijken’ die die bedrijven op dat terrein ontwikkeld hebben, kunnen voor de bedrijven uit de sector Transport en Logistiek als voorbeeld dienen en als hefboom benut worden. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng van de sector • • •
Gerichte bedrijfsbezoeken aan de bedrijven uit de sector Grondafhandeling op Luchthavens om hun ervaring en knowhow op het vlak van opleidings- en competentiebeleid in kaart te brengen. In kaart brengen van ‘goede praktijken’ bij bedrijven uit de sector Grondafhandeling op Luchthavens die overdraagbaar zijn naar de sector Transport en Logistiek. De bedrijven uit de sector Transport en Logistiek via o.a. bedrijfsbezoeken informeren over die ‘goede praktijken’ en motiveren om die ‘goede praktijken’ over te nemen als bouwstenen voor hun opleidings- en competentiebeleid.
29
PRIORITEIT 4 Werken rond diversiteit en evenredige arbeidsdeelname Motivatie De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens zijn onverminderd de overtuiging toegedaan dat de kansengroepen een belangrijk reservoir van potentiële arbeidskrachten vormen dat maximaal moet aangeboord blijven worden. Op het vlak van promotie voor en instroom in beroepen en opleidingen dient daarom verder werk gemaakt te worden van drempelverlagende acties naar kansengroepen toe, zodat zij in beide sectoren vlot kunnen instromen. Daarnaast dienen diversiteit en evenredige arbeidsdeelname op de werkvloer verder gestimuleerd en ondersteund te worden.
Voortgangsindicatoren De jaarlijkse rapportage die VDAB aan de sector Transport en Logistiek overmaakt betreffende de opleiding tot vrachtwagenchauffeurs bevat gedetailleerde cijfers betreffende het bereik en de participatie van kansengroepen - Diversiteitscheck.
Acties De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens engageren zich om de volgende concrete acties op te zetten om werk te maken van de gekozen prioriteit: Actie 1: Bevordering diversiteit en evenredige arbeidsdeelname SUBACTIE 1: DREMPELVERLAGING VOOR PERSONEN UIT DE KANSENGROEPEN
Beoogde sectorale doelstelling: De sector Transport en Logistiek werkt met VDAB structureel verder aan de drempelverlaging van de opleiding en de bijscholing voor personen uit de kansengroepen. Overkoepelende partner: VDAB. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
Onder auspiciën van Stad Antwerpen, VDAB Antwerpen en de sector Transport en Logistiek organiseerde de Antwerpse vzw Kiem jarenlang de Vooropleiding Vrachtwagenchauffeur voor werkzoekenden uit de kansengroepen – in het bijzonder allochtonen – die interesse hadden om via de opleiding Vrachtwagenchauffeur van VDAB Temse of Herentals in te stromen in het beroep, maar omwille van te beperkte basiscompetenties – bijvoorbeeld een te geringe kennis van het Nederlands –niet in aanmerking kwamen voor de opleiding. Het doel daarvan was om de basiscompetenties van de deelnemers aan de Vooropleiding op het vereiste minimumpeil te brengen. De Vooropleiding bleek zo succesvol dat de sector Transport en Logistiek en VDAB het model onder de noemer ‘Schakelopleiding’ in gans Vlaanderen hebben gemultipliceerd. De sector Transport en Logistiek staat in voor de monitoring en de bewaking dat personen uit de kansengroepen via de ‘Schakelopleiding voor anderstaligen en kortgeschoolden’ in voldoende mate blijven instromen in de beroepsopleiding tot vrachtwagenchauffeur en zo in het beroep.
30
•
•
Sensibilisering van bedrijven via rechtstreekse bedrijfscontacten en mailings om met gebruik van de kredietlijn waarover de sector Transport en Logistiek bij de VDAB beschikt werknemers te laten deelnemen aan Nederlands op de Werkvloeropleidingen van VDAB. De sector Transport en Logistiek participeerde in 2012 aan de expertisegroep van het pilootproject ‘Geïntegreerde schakelmodule vrachtwagenbestuurder’ dat in het CC Wondelgem heeft gelopen. De sector zal bij een positieve eindevaluatie die rond eind 2012 verwacht wordt er mee over waken dat de ontwikkelde methodieken uit het pilootproject in alle VDAB-Competentiecentra ingang vinden.
SUBACTIE 2: SENSIBILISERING BEDRIJVEN
Beoogde sectorale doelstelling: De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens blijven onverminderd en in nauwe samenwerking met de EADprojectontwikkelaars de bedrijven maximaal stimuleren en actief sensibiliseren om zich te engageren voor een personeelsbeleid in het teken van diversiteit en evenredige arbeidsdeelname. Dat om een evenredige arbeidsdeelname te waarborgen van personen uit de kansengroepen op het vlak van instroom, doorstroom en retentie. Daartoe kunnen diverse instrumenten van de overheid, zoals de Vlaamse diversiteitsplannen, aangewend worden. Overkoepelende partners: EAD-projectontwikkelaars van ERSV/SERR/RESOC. Omschrijving concrete acties met rol/inbreng sector •
•
•
•
•
•
De sectoren Transport en Logistiek en Grondafhandeling op Luchthavens zullen jaarlijks 200 bedrijven prospecteren, waarbij de bedrijven actief gestimuleerd en gesensibiliseerd worden om zich te engageren voor een personeelsbeleid in het teken van diversiteit en evenredige arbeidsdeelname. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de bedrijven uit de sector Grondafhandeling op Luchthavens om meer en beter zicht te krijgen op de situatie bij hun bedrijven. Diversiteitsplannen: er wordt nauw samengewerkt met de EAD- projectontwikkelaars van de SERR/RESOC/ERSV’s. Er wordt getracht het EAD-netwerk nog verder uit te bouwen door een samenwerking op te zetten met diversiteits-, loopbaan- en bijblijfconsulenten van de vakbonden en met de Jobkanaalconsulenten. Er wordt naar gestreefd om 25 diversiteitsplannen af te sluiten per jaar. Arbeidsgehandicapten: de sector Transport en Logistiek continueert de samenwerking met het CARA, het Centre d’Adaptations/Centrum voor Rijaanpassingen van het Belgische Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV). De sector Transport en Logistiek zal op vraag gerichte informatie verstrekken aan de scholen, VDAB en de bedrijven en waar nodig doorverwijzen naar de bevoegde diensten. Arbeidsgehandicapten: de sector Transport en Logistiek schafte een nieuw voertuig C aan dat uitgerust is met een automatische versnellingsbak en dus kan gebruikt worden om mensen op te leiden die enkel in aanmerking komen voor een code ‘Voertuig met automatische schakeling vereist’ op hun rijbewijs. Voor een eventuele CE-opleiding kan aan het voertuig een aanhangwagen of wipcar gekoppeld worden. Zo is er voor mensen met een fysieke handicap naast het CARA-voertuig een extra voertuig beschikbaar om opleiding tot vrachtwagenchauffeur te kunnen volgen en toegang tot het beroep te kunnen krijgen. Partnerschap tussen de sector Transport en Logistiek, de sector Grondafhandeling op Luchthavens en LOGOS: de 3 partners informeren elkaar systematisch over ondernemingen waar diversiteitsplannen worden opgestart en proberen, voor zover zinvol, gezamenlijk op te treden naar die bedrijven toe. De sectoren Transport en Logistiek, Grondafhandeling op Luchthavens en LOGOS werken samen in het kader van de SERV-initiatieven rond diversiteit.
31
[Algemene bepalingen inzake beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst] Beëindiging Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van twee jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd. Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie van het tussentijds rapport door het departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie voor Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen is het sectorconvenant tijdens de looptijd van het sectorconvenant worden doorgevoerd.
Evaluatie Het departement Werk en Sociale Economie pleegt overleg met de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties over de bevindingen van het tussentijds rapport en van het eindrapport. Dit gebeurt aan de hand van formele en informele opvolgingsmomenten en fysieke en/of desk evaluaties. Het departement Werk en Sociale Economie voorziet hiertoe een sjabloon voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij die opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
32