Tuinstraat 4 te Lochem Adviesnummer Straat +nr Postcode Huidige functie Oorspr. Functie
: 51 : Tuinstraat 4 : 7241 AN : Woonhuis : Woonhuis
BESCHRIJVING Historie en ligging: Het als een kleine middenstandsvilla opgezette pand aan de Tuinstraat 4 dateert uit omstreeks 1890 en ontstond kort na de aanleg van de straat (maart 1890). Deze was voor rekening van de familie Sölner gerealiseerd in de ruime tuin van haar villa (alhier het latere St.-Gudulagesticht). De Lochemse Spaarbank kocht vervolgens straat en tuin aan. Korte tijd later kwamen deze in handen van de gemeente en werd er huizenbouw ontwikkeld. De benaming Tuinstraat werd vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 18 december 1891. Voorheen was dit deel van de binnenstad zeer dun bebouwd met een perifeer karakter. Door de aanleg van de Tuinstraat kwam er een nieuwe toegang tot de binnenstad, met een brug over de voormalige singel, vanuit het oosten, waar net buiten de singel de Kastanjelaan tot stand was gekomen. Deze verbinding was mede aangelegd om het nieuwe villapark dat iets verder ten oosten van de binnenstad was gelegen, beter bereikbaar te maken. De Tuinstraat maakt opmerkelijk genoeg een hoek bij de kruising met de Gudulastraat. Bedoeld pand op nr. 4 ligt halverwege het in noord/zuidrichting verlopende deel van de straat. Op de kadastrale kaart van 1832 zijn er op de plek van de latere Tuinstraat alleen nog maar ruime tuinen aangegeven. Omstreeks 1885 zijn ze deels verkaveld. De straat is ook tegenwoordig nog een klein straatje met een beperkte verkeersfunctie, waaraan historische bebouwing met eenlaags woonhuizen – deels met winkels. Tuinstraat 4 staat geheel vrij, met enige tussenruimte ten opzichte van de belendende panden. De kavel wordt rondom de woning bepaald door een tuin met erf, waarvan het voorste gedeelte via smeedijzeren hekken aansluit op de rooilijn van de straat. Het pand vormt een belangrijk onderdeel van de min of meer gelijktijdig tot stand gekomen reeks vergelijkbaar vormgegeven woningen die zich aan de oostzijde van de straat bevinden. Zoals gezegd ontstond Tuinstraat 4 rond 1890. Het woonhuis is gebouwd voor de landbouwonderwijzer Bernard van Krimpen die er zich met zijn vrouw vestigde. Van Krimpen speelde jarenlang een belangrijke rol in het Lochemse gemeenschapsleven. In 1908 kreeg hij vergunning voor de toevoeging van een serre met balkon alsmede een op dit balkon aansluitend dakhuis. In 1911 liet hij onder de pannenkap een slaapkamer realiseren, waardoor een dakkapel werd toegevoegd. Van Krimpen bleef in het huis wonen tot 1959, waarna er enkele eigendomswisselingen volgden voordat de huidige bewoners het pand kochten. De woning is nog steeds als zodanig in gebruik, maar onderging in een recente periode vooral inwendig ingrijpende vernieuwingen. Hierdoor ging de originele indelingsstructuur deels verloren, alhoewel de karakteristieke opzet met een middengang en een opkamer gehandhaafd bleef. Vernieuwde interieurafwerkingen. In de achtergevel bevindt zich een modern keukenvenster. Vernieuwde serre en dito balkon.
Plattegrond en opbouw: Tuinstraat 4 heeft een rechthoekige plattegrond, één bouwlaag, een kelder- en een zolderverdieping. Gevels: De gevels zijn gemetseld in bruine baksteen in kruisverband, met knipvoegen. Gepleisterde plinten. Aan de bovenzijde van de gevels een gepleisterd fries met houten architraaf en dito kroonlijst (lijstgoot). Ter hoogte van de balklagen bevinden zich smeedijzeren staafankers. De gevelopeningen zijn voorzien van een ½-steens bakstenen strek, binnen de voorgevel met een gepleisterde sluitsteen met diamantkop. De vensters kregen een gepleisterde lekdorpel. Ongeprofileerde houten kozijnen. De voorgevel: Deze op het westen gerichte en symmetrisch ingedeelde gevel heeft een breedte van drie gevelassen, waarvan de centrale as een risaliet vormt. De gevelhoeken worden geleed door een bakstenen liseen. Gepleisterde speklagen doorspekken de gevel. Binnen het risaliet bevindt zich de hoofdingang, opgenomen binnen een portiek. Alhier een vernieuwde (niet-beschermenswaardige) vloer. De ingang bevat een vernieuwde (niet-beschermenswaardige) deur in historiserende stijl. Boven het kalf een enkelruits bovenlicht. Aan weerskanten van het risaliet bevat de gevel een venster met een enkelruits schuifraam met blank kathedraalglas in het bovenlicht. Rechter zijgevel: De rechter zijgevel (zuidgevel) bevat uiterst links een smal venster met een enkelruits schuifraam en blank kathedraalglas in het bovenlicht. Centraal binnen de gevel een venster met enkelruits schuifraam. Uiterst rechts een hoog liggend venster met enkelruits raam. Linker zijgevel: Deze gevel (noordgevel) bevat rechts een blindvenster, met lekdorpel en strek. Links twee vensters met een T-schuifraam met blank kathedraalglas in het bovenlicht. Boven deze vensters mondt de gevel uit in een bakstenen dakhuis dat omhoekt langs de achtergevel. Het dakhuis heeft een plat dak en houten boeilijsten met profilering. Aan de linker zijde van het pand bevat het dakhuis een venster met een T-schuifraam. Achtergevel: De op het oosten gerichte achtergevel bevat links een vernieuwd (nietbeschermenswaardig) keukenvenster. Rechts hiervan een ingang met een vernieuwde (niet-beschermenswaardige) keukendeur en dito bovenlicht. Rechts sluit op de gevel een bordes aan, met een vernieuwde (niet-beschermenswaardige) serre. Aan de binnenzijde van de serre bevat de achtergevel van het pand een ingangspui met een dubbele 2-ruits schuifdeur en een 2-ruits bovenlicht. Bovengenoemd dakhuis is aan de achterzijde van het pand voorzien van een vernieuwd (nietbeschermenswaardig) balkon. Dit is bereikbaar via een pui met een ½-steens bakstenen rollaag en een vernieuwde (niet-beschermenswaardige) dubbele enkelruits balkondeur. Links van het dakhuis een klein venster binnen het gevelfries. Dit venster sluit aan op het trappenhuis en bevat een enkelruits raampje.
Het dak: De zolder is opgenomen binnen een schilddak met de nok haaks op de voorgevel. De dekking bestaat uit gesmoorde Oudhollandse pannen. Op het voorschild bevindt zich centraal een vernieuwde (niet-beschermenswaardige) dakkapel, op het achterschild eveneens een vernieuwde (niet-beschermenswaardige) dakkapel. Hier bovendien een langs het linker schild omhoekend dakhuis (zie hierboven). Een enkel modern (niet-beschermenswaardig) dakraam. Interieur: Het interieur onderging wijzigingen, waardoor de originele indelingsstructuur deels verloren ging. Er zijn nog enkele historische interieurelementen. De bewaard gebleven onderdelen van de authentieke indelingsstructuur betreffen onder meer een haaks op de hoofdingang gelegen middengang. Aan de rechterzijde hiervan bevindt zich een kleine zijkamer met toegang tot een eveneens langs de rechter zijgevel gelegen opkamer. Rechtsachter een keuken. Langs de linker zijgevel bevindt zich een woonkamer die bestaat uit twee samengevoegde kamers, aansluitende op een serre. Het middenachter gelegen trappenhuis biedt toegang tot de zolderverdieping met een vernieuwde (niet-beschermenswaardige) invulling. Doorgangen bevatten authentieke (afgeloogde) paneeldeuren en (deels afgevlakte) profiellijsten. De enkelvoudige balklaag van authentieke plafonds bleef boven de moderne (niet-beschermenswaardige) plafonds behouden. De onder de opkamer gelegen kelder bevat een enkelvoudige balklaag met vellingkanten. De op deze balklaag gelegen vloerdelen bevatten een kraalprofiel. Houten toegangstrapje. De trapopgang naar de verdieping is omtimmerd met houten kraaldelen. Voor het overige hebben begane grond en verdieping een vernieuwde (nietbeschermenswaardige) interieurafwerking. Tuin/ hekwerken/ groenelementen: Het pand is gelegen op een kavel dat is ingevuld als een tuin met diverse groenelementen. Aan de voorzijde van het pand wordt de tuin omsloten door smeedijzeren sierhekken, met een dito draaihekje. Literatuur/bronnen: Informatie van de Stichting Streekgeschiedenis Lochem en omgeving (verkregen via de huidige eigenaar van het pand).
MOTIVATIE VOOR PLAATSING OP DE GEMEENTELIJKE MONUMENTENLIJST Basisnormen: Het pand voldoet aan de basisnormen. Architectuurhistorische waarde en esthetische waardering 1. Het object heeft een historisch waardevolle kern, van belang voor de ontwikkelingsgeschiedenis van de ( plaatselijke) bouwkunst. - N.v.t. 2. Het object heeft een interessante ( bouw) geschiedenis, die nog afleesbaar is. - N.v.t. 3. Het object valt op door bijzonder gave verhoudingen en/ of materiaalgebruik. - Kleinschalig, laat 19de-eeuws woonhuis, gekenmerkt door een gave hoofdvorm, harmonieuze verhoudingen en markant, voor de bouwperiode typerend afwisselend kleur- en materiaalgebruik, met gepleisterde detaillering en een symmetrische voorgevel met portiek. 4. Het object heeft bijzondere en ( reeds) zeldzame vormen, opvallende bouwonderdelen of details. - Markante symmetrisch opgezette voorgevel, met middenrisaliet en portiek en schilderachtige detaillering in baksteen en pleisterwerk. 5. Het object vertegenwoordigt een ( uitzonderlijk) gaaf voorbeeld van een bepaalde stijl of bouwwijze. - Het pand is vooral wat betreft het exterieur een in vrij gave staat bewaard gebleven voorbeeld van een middenstandswoning uit het einde van de 19de eeuw, van een binnen de gemeente Lochem destijds gebruikelijk type. Karakteristiek is de opzet in neo-renaissancetrant (speklagen, fries en kroonlijst, sluitstenen). Bij een verbouwing in 1908 is het dakhuis toegevoegd. Het interieur onderging ingrijpende wijzigingen en heeft een deels bewaard gebleven authentieke indelingsstructuur met middengang en opkamer. 6. De ontwerper van het gebouw heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van de plaatselijke bouwkunst. - Niet bekend. Situeringswaarde 7. Het object is bepalend voor het behoud of zichtbaar houden van een historisch gevormde situatie. - Het pand maakt deel uit van een reeks van gelijktijdig ontstane panden in het in noord/zuidrichting verlopende deel van de Tuinstraat, die rond 1890 in een voormalige tuin is aangelegd. De straat ontstond in de periferie van de binnenstad. Ondanks de bouw van het grote verzorgingstehuis ten noordoosten van de Tuinstraat is dit historisch perifere karakter nog min of meer herkenbaar, hetgeen mede wordt bepaald door de bescheiden schaal
van het onderhavige pand en de andere contemporaine panden. 8. Er is duidelijk verband tussen het gebouw en de historische verkaveling. - Het pand werd gebouwd op een nieuwe kavel die was ontstaan door de opdeling destijds van grote oude tuinkavels, aan de nieuw aangelegde Tuinstraat. 9. Het object maakt onderdeel uit van een bijzondere stedenbouwkundige of landschappelijke situatie. - De Tuinstraat heeft nog een historisch laat 19de-eeuws karakter door de verschillende vrijstaande panden van bescheiden schaal die hier staan. Het bedoelde pand vormt een onlosmakelijk onderdeel van deze bebouwing. In de combinatie met een bijbehorende tuin en de overige historische panden maakt nr. 4 deel uit van een waardevol ensemble. Sociaal-economisch en cultuurhistorische waardering 10. De bebouwing is van belang i.v.m. het zichtbaar houden van sociaaleconomische of cultuurhistorische ontwikkelingen of feiten. - Het pand ontstond als een kleine middenstandsvilla en werd in eerste instantie bewoond door de landbouwonderwijzer B. van Krimpen die een belangrijke rol speelde in het Lochemse gemeenschapsleven. Het woonhuis weerspiegelt de ideeën omtrent de opzet van middenstandswoningen in een middelgrote stad, zoals die bestonden in de ontstaansperiode. Nog altijd heeft het pand een woonfunctie. Het object TUINSTRAAT 4, bestaande uit een woonhuis, bezit een groot aantal van bovenstaande historische waarden en is derhalve beschermenswaardig als gemeentelijk monument in de gemeente Lochem
MONUMENTEN ADVIES BUREAU 24-06-2004