TTO: N°24
TTO-Noordzee vzw.
1
Colofon: Deze TTO-Nieuwsbrief is een uitgave van de vzw. TTO-Noordzee. Deze uitgave kwam tot stand onder leiding van Pierre De Meyer, voorzitter. Eddy Geuvels: Hoofdredactie en opmaak Teksten: Eddy Geuvels, Armgard Detemmerman, Erik Dekeukeleir Foto’s: Eddy Geuvels tenzij anders vermeld Meer info op: www.ttonoordzee.be Of
[email protected]
In dit nummer: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
De campagne: “De Kust kijkt verder” De award: “Duurzaam Kustbeheer 2012” Nieuwe website: “Tram des Tijds” Transport bijwagen 60 van Burdinne naar Weelde Tramhappening aan Zee Levensloop motorwagen type SO Het evenement: “Iedereen Kust” Who is Who: Het TTO bestuur in 2012 De SE9104 wordt trammonument META-ontmoetingsdag
Ook andere actoren aan de Kust kunnen hierbij betrokken worden en beloond worden voor het goede werk. En zo is het idee voor een award gegroeid : “De Kust kijkt verder”. Het Coördinatiepunt Duurzaam Kustbeheer wil inderdaad verder in de toekomst kijken : hoe kunnen initiatieven ondersteund worden om een duurzame richting uit te gaan. “De Kust kijkt verder” sloot perfect aan bij deze doelstelling. De eerste awards werden uitgereikt in 2006. Het toekennen van het label “duurzaam kustproject” was niet zomaar natte vinger werk. De beoordeling moet vanzelfsprekend zoveel mogelijk geobjectiveerd worden. Hiertoe werden duurzaamheidscriteria (*) als hulpmiddel gebruikt. Een jury bestaande uit professionelen beoordeelden voor elk project de criteria en konden zo een algemene beoordeling opmaken. Als de criteria overwegend positief waren, dan werd het label “duurzaam kustproject” toegekend. Het systeem werkt dus niet met een score van x positieve criteria, maar ook het gewicht van de criteria werd meegerekend. Er werd een inschatting gemaakt hoe de elementen kunnen bijdragen tot de bredere duurzame ontwikkeling van de streek. Een awardwinnaar kan van de jury tevens de bijzondere vermelding 'uitmuntend' krijgen. Hierbij wordt rekening gehouden met het vernieuwende karakter en de voorbeeldfunctie ervan voor de hele kustregio. Een 'beloftevol' project krijgt van de jury tips mee om de duurzaamheid te verhogen en zo alsnog mee te dingen naar een award in de volgende editie. (*) Dit zijn de duurzaamheidscriteria:
TTO-Noordzee is lid van de koepelorganisatie META vzw. Het project”Rijden met historische trams aan de kust” wordt mede mogelijk gemaakt door de steun van de Vlaamse regering in het kader van het Kustactieplan 2010-2012
De campagne ‘De Kust kijkt verder’ Na 3 succesvolle edities reikte het Coördinatiepunt Duurzaam Kustbeheer voor de vierde keer de awards “Duurzaam Kustproject” uit. Dat gebeurde op het Kustforum 2012 in het CC Scharpoord in Knokke-Heist. Deze awardshow zet toekomstgerichte en duurzame initiatieven aan de kust in de spotlights. Dit jaar nam De Lijn, samen met vier andere projecten, deel aan deze prestigieuze competitie, met “125 jaar Kusttram”. En met succes, want we vielen in de prijzen! Met dit project belichtte De Lijn het belang van de Kusttram gisteren, vandaag en morgen. De Kusttram heeft een grote impact op de ontwikkeling van de streek en is voor miljoenen toeristen per jaar onlosmakelijk met onze kust verbonden. Wat we jullie ten zeerste aanbevelen, zijn de erfgoedzoektochten en de virtuele tentoonstelling “Tram in Zicht”, die je binnenkort kan bezoeken via www.delijn.be/dekusttram. In navolging van de campagne “De Kust, Kwestie van evenwicht” in 2003 groeide bij het Coördinatiepunt Duurzaam Kustbeheer het idee om meer te doen met het concept van ‘duurzaam kustbeheer’. De base-line bleek zodanig goed aan te sluiten bij de dagelijkse activiteit –het zoeken van evenwichten- dat beslist werd om van het campagnebeeld een label te maken.
Blijk geven van een streven naar innovatie Ontwikkelen van een visie op lange termijn, dat wil zeggen denken en handelen in het voordeel van de huidige generaties zonder dat het nadelige effecten heeft voor volgende generaties Vermijden van schadelijke gevolgen Uitgaan van een stevige wetenschappelijke basis Afstemming tussen verschillende beleidsniveaus en met de lokale situatie Rekening houden met milieukosten en -baten De samenwerking bevorderen tussen diverse beleidsniveaus en tussen verschillende sectoren Blijk geven van aandacht voor communicatie en participatie Nastreven van solidariteit en sociale rechtvaardigheid
Award 'Duurzaam Kustbeheer' 2012 De Awards “Duurzaam Kustproject 2012” werden, na de 3 succesvolle edities van 2010, 2008 en 2006 in 2012 voor de vierde maal uitgereikt door het Coördinatiepunt Duurzaam Kustbeheer op het Kustforum 2012 in het CC Scharpoord te Knokke-Heist. In totaal dienden vijf projecten een aanvraag in om mee te dingen naar de Award 'Duurzaam Kustproject 2012'. Voor vierde editie mogen vier projecten de Award in ontvangst nemen, waarvan één de bijzondere vermelding 'uitmuntend project' krijgt. Voor de toekenning van het label 'uitmuntend' werd rekening gehouden met het vernieuwende karakter en de voorbeeldfunctie van het project voor de hele kustregio. Hiermee hopen we tevens potentiële projectindieners te bereiken. De duurzaamheidstcriteria werden alvast door menig initiatiefnemers gebruikt als toetssteen. Op die manier kan iedereen zelf testen hoe men optimaal kan bijdragen aan het duurzaam beheer van de kust. Kregen een award 'Duurzaam Kustproject 2012' uit handen van gedeputeerde Guido Decorte:
2
Wat is er te bezoeken? Initiatieven zoals de publicatie “De Kusttram” en de erfgoedzoektocht blijven doorgaan. De bakens blijven aan de kusttramhaltes te bezichtigen. META-Tram des Tijds/TTO-Noordzee organiseert ritten met de oude trams (www.ttonoordzee.be). De ontsluiting Oral History en de virtuele toer door de tentoonstelling Tram in Zicht komen binnenkort op de website van de Kusttram: www.delijn.be/dekusttram/. Vakbeurs: Business & Meeting Solutions
De lichtenlijn te Heist (Kathleen Bernaert, MDK Afdeling Kust) De veerdienst Nieuwpoort en Oostende (Isabel D'Hooghe, MDK Afdeling Kust) Het Oostends Krekengebied (UITMUNTEND PROJECT Klaas De Smet VLM en Wim Pauwels Agentschap voor Natuur en Bos) 125 jaar Kusttram (Luc De Man en Dirk Schokaert van De Lijn) 125 jaar Kusttram – De Lijn: Samen richting toekomst Met het project 125 jaar Kusttram onderstreepte De Lijn het belang van de Kusttram in het verleden, het heden en de toekomst. De Kusttram heeft een grote impact gehad op de ontwikkeling van de kust en ze heeft een belangrijke rol gespeeld in het kusttoerisme.
Conceptum Exhibitions organiseerde op 21 en 22 maart 2012 de eerste editie van de vakbeurs ‘Business & Meeting Solutions’, die plaatsvond in paleis 2 van Brussels Expo. Deze nieuwe vakbeurs werd onderverdeeld in 5 zones: Meeting Solutions, Promo Factory, Office Solutions, Exhibitor Solutions et Catering Solutions. Door het samenbrengen van deze 5 zones, wat uniek is in België, werd Business & Meeting Solutions de onmisbare nationale afspraak voor bedrijven en professionelen uit de event sector. Op de stand van Toerisme Vlaanderen was META/Tram des Tijds vertegenwoordigd onder de koepel van het Westvlaams provinciaal bedrijf voor toerisme en recreatie Westtoer. Gloednieuwe website: Tram des Tijds op de rails Van harte welkom op onze gloednieuwe site. Voortaan begint hier je avontuur met de Tram des Tijds op: www.tramdestijds.be
Het project was niet louter een historische evocatie van de geschiedenis van de Kusttram, maar een interdisciplinaire benadering die de tram in al haar aspecten belichtte. Om 125 jaar Kusttram te vieren, organiseerde De Lijn diverse activiteiten en projecten. Alle projecten waren uiteraard nauw verbonden met de Kusttram: historische groei, belang van de huidige tram en het transport, toeristische aspecten en de uniciteit van een dergelijke trambaan op internationaal vlak. Deze invalshoeken zorgden voor verrassing omdat ze onbekende aspecten van de Kusttram aan het licht brachten. Alle projecten vormden samen een mooi pakket aan evenementen die op diverse wijzen het belang van de Kusttram konden onderstrepen en beklemtonen. Sportieve, informatieve, hedendaagse en historische elementen wisselen elkaar op evenwichtige wijze af. De Lijn organiseerde een overzichtstentoonstelling “Tram in zicht!”, een viertalige publicatie, een traject rond mondelinge geschiedenis “Tramverhalen”, een erfgoedzoektocht “Trammysterie”, een tramparade en historische tramtentoonstelling “Tram des tijds”, bakens, een fotowedstrijd “Trammomenten”, een Kusttramloop, permanente ontsluiting van de overzichtstentoonstelling via 360° project, een website en een interactieve Kusttramblog. Het project 125 jaar Kusttram moet dienen als basis om de rol van de Kusttram aan de kust verder te onderzoeken. Zo is De Lijn bezig met de ontwikkeling van het Neptunusplan met o.a. de doortrekking van de Kusttram van Koksijde naar Veurne.
Ontdek eerst onze verschillende historische trams en bekijk dan welke formule het best past bij het evenement. Bij 'In Beeld' kan je inspiratie opdoen door te scrollen doorheen de foto’s van vorige evenementen en van onze trams. Verder vind je er ook informatie over de werking van onze vereniging TTO-Noordzee vzw. Wil je graag op de hoogte zijn als we met iets nieuws uitpakken? Schrijf je dan in op de nieuwsbrief. Of word fan van Tram des Tijds op Facebook! Veel plezier met en op de Tram des Tijds!
Waarom duurzaam? De Lijn heeft het evenement rond 125 jaar Kusttram op een innovatieve manier uitgewerkt. Er werd een gevarieerd communicatief project uitgewerkt voor verschillende doelgroepen, met aandacht voor de plaats die de Kusttram nu en in de toekomst zal innemen aan de kust. De resultaten van het initiatief hebben een blijvende waarde, en onderdelen ervan dragen bij aan de toekomstvisie voor de kusttram.
Actief meewerken binnen TTO-Noordzee? Wilt u actief meewerken in de TTO-klusploeg? In een gezellige sfeer kunt u zich op vele manieren verdienstelijk maken. Er ligt voldoende werk om actief bezig te zijn. Onder het motto: vele handen maken licht werk, is er altijd plaats voor mensen die als lasser, houtbewerker, schilder, elektricien, tekstschrijver, bankwerker, of administratieve kracht hun steentje willen bijdragen. Neem dan contact op met Jan Thijs:
[email protected]
3
TRANSPORT BIJWAGEN 60 VAN BURDINNE NAAR WEELDE Op vrijdag 13 januari werd er een transport uitgevoerd van bijwagen 60, een aanhangrijtuig dat in 1912 voor het eerst in gebruik werd genomen. Sinds 2007 stond dit rijtuig in de stelplaats van TTA in Burdinne, maar nu komt bijwagen 60 naar het museumdepot in Weelde.
Ter voorbereiding van het evenement even het dossier van bijwagen 60 nagelezen en wat blijkt? In 1911 bestelde de Gentse trammaatschappij bij "Nivelles" 10 bijwagens (55 tot 64). Die werden begin 1912 geleverd. We hadden op vrijdag 13 januari dus met een eeuweling te doen!! Voorzitter Jan pikte Marcel en mij zoals afgesproken in Gent op en weg waren we... Ons enthousiasme kreeg een onverwachte deuk toen we ons in het zicht van onze bestemming bijna vastreden in de steppen van Burdinne! Bleek dat de stelplaats in de "Rue de la Gare" gedeeltelijk is omgebouwd tot gemeentelijke bibliotheek. We waren geen minuut te vroeg, want transporteur Dick was net begonnen met de aanleg van het spoor naar de loods. André Corteil was ook van de partij en maakte filmopnamen van het evenement. Een vluchtige "keuring" van het interieur zorgde voor de nodige euforie: de merkwaardig goede staat zou je niet vermoeden gezien de schrammen aan het koetswerk. Het opladen verliep als steeds deskundig en snel. Eens de 60 uit het zicht was verdwenen namen we afscheid van André, waarna we op een gezapig tempo en met de nodige stops belandden bij de loods in Weelde, waar secretaris De Meyer net klaar was met opnamen over het lossen van de 60 !! Natuurlijk maakten we van de gelegenheid gebruik het zo vaak besproken "Walhalla van het Vlaamse rollend erfgoed" grondig te verkennen. Naast rijtuigen uit andere Vlaamse regio's ging onze aandacht uiteraard naar onze old-timers: PCC 54, de kast van de 403 en uiteraard de drieassers 332 Iedereen was het er roerend over eens dat de 378 zich in een lamentabele staat bevindt, enerzijds wegens de vele jaren van blootstelling op de koer in Schepdaal, anderzijds door enkele onvoorzichtigheden bij het transport. Pierre maakte van de gelegenheid gebruik uit het grote aanbod losse onderdelen die in de loods gesorteerd liggen, enkele stukken te recupereren die goed van pas kunnen komen bij de renovatie van pakwagen 50 te Gentbrugge. Ons trio kan na een voorspoedige terugkeer naar Gent dan ook met genoegen vaststellen dat alweer een nieuwe stap in het verwerven van ons rollend erfgoed tot een goed einde is gebracht !! Verslaggever: Erik Dekeukeleir Vers van de pers: “De Gentse Trolleys” schetst op 48 bladzijden de (korte) geschiedenis van trolleybuslijn 3 in Gent. Zoals vorige publicatie is dit werkje op A4 op glanzend papier uitgegeven en bevat 38 kleurenfoto’s en 4 z/w-foto’s. Zowel de lijn, het rollend materieel als de infrastructuur komen aan bod. Er werd eveneens aandacht besteed aan het verblijf van enkele trolleys in Arnhem, en de verkoop van de vloot aan Plovdiv (met exclusieve foto’s).
Bestellen van het boek kan door storting op rekening van VZW De Poldertram van 15 euro (afhaling in Antwerpen of Aartselaar) of 18 euro (verzending per post). BIC KREDBEBB IBAN BE54 7370 2216 9997 Tramhappening aan Zee met de Tram des Tijds & TTO-Noordzee: Met de Tram des Tijds keer je terug naar de grandeur van de jaren ’30. De vereniging TTO Noordzee restaureerde authentieke tramstellen uit vervlogen tijden. Zo zetten we dit erfgoed in de kijker. De historische tramstellen zijn te bewonderen tijdens de weekends en feestdagen in juli en augustus in de oude stelplaats van De Lijn in De Panne. De vrijwilligers van TTO Noordzee leiden er je graag rond. Eveneens krijg je dan de kans om een ritje te maken met een van de historische trams. Praktisch: Open van 30 juni tot en met 9 september alle zaterdagen, zondagen en feestdagen tussen 10u30 en 16u30 Het bezoek aan de stelplaats is gratis. Pendelritten met historische trams tussen de stelplaats van De Panne en Adinkerke station en terug. Vertrek vanuit de stelplaats van De Panne om 11u30, 13u30, 14u30, 15u30 en 16u30 onder voorbehoud. Prijs van de rit 2 € (tot en met 6 jaar gratis) Verder nog: Op 7, 14, 21 en 28 juli zijn er rondleidingen voor doofstommen (gans de dag door). En zoals vorig jaar een grote shop met boeken, DVD's, postkaarten, foto's, speelgoedtrams enz. en extra ritten op 9 september tijdens het TTO-tramfestival in het kader van Open Monumentendag 2012.
4
Motorwagen type SO Inleiding: Op 31 augustus 2012 zal het precies 30 jaar geleden dat de NMVB rijtuigen van het type S-Oostende, hun laatste kilometers aflegden in de normale reizigersdienst op de kusttramlijn Knokke – Oostende – De Panne. Op 31 augustus 1982, werd na 26 jaar een punt gezet achter de exploitatie met deze karakteristieke motorrijtuigen van de kusttramlijn. Getooid met een krans, reed SO 9014 zijn laatste slag van Oostende naar De Panne, om dan even na 13 uur voor de laatste maal het Kaaistation te Oostende binnen te rijden. Dit motorrijtuig vervoegde de SO 9008, die eveneens in de morgen zijn laatste diensten had uitgevoerd. Voor de motorrijtuigen SO 9014 en de SO 9028 werd als museumtrams een tweede leven weggelegd. Voor de ontwikkeling, oorsprong en levensloop van deze rijtuigen, dienen we ruim 50 jaar terug in de tijd te gaan toen de NMVB het rijtuig type N ontwikkelde. De ontwikkeling van het type N: Na de tweede wereldoorlog werd de NMVB gestreefd naar vernieuwing van het bestaande wagenpark, en diende dit samen met de uitbreiding van het elektrisch net, aangepast te worden aan de toenmalige normen gesteld aan het openbaar vervoer in die tijd. De behoefte aan moderne rijtuigen als vervanger voor de twee assers van voor 1920 werd omstreeks 1940 gevoeld. Het oude 2assige materieel was bovendien sterk verouderd en verkeerde door oorlogshandelingen soms in slechte staat. Door de oorlogsomstandigheden moest men zich beperken tot het ontwerp en de bouw van prototypes. Deze vertraging heeft er wel toe geleid dat het eindproduct veel moderner was dan wanneer de oorlog er niet was geweest, en de reeksproductie 5 jaar eerder was gestart. Er werd toen gezocht naar een geschikte vervanger. De Presidents-Conference-Committee-Car (PCC) was een naoorlogse politieke beslissing, en de Braine-le-Comte (BLC), was bedoeld als lichtgewicht materieel voor de lange interstedelijke lijnen, maar werd een mislukking. Naast deze trams werd een nieuw soort rijtuig ontworpen onder de naam: type N. Deze laatste werd volledig door de NMVB zelf gebouwd en was een licht en snel bogierijtuig met een vervoervermogen van 110 reizigers, waarvan er 32 een zitplaats innamen, plus twee ontvangersplaatsen.
Motorwagen type N.10481 en onbekend soortgenoot ,in dienst op de Brusselse voorstadslijn BW, aan het typische NMVB station te Wemmel in 1973.Foto Ronny Standaert
Dit type rijtuig werd vooral bestudeerd ter verbetering van het comfort en de veiligheid van reizigers en personeel. Dit tweerichting motorrijtuig werd opgevat voor intens vervoer in de stadsdiensten. Het werd eveneens ingezet tijdens de daluren op de interstedelijke lijnen. Vermelden we in het kort volgende karakteristieke constructie eigenschappen van de rijtuigkast: Deze bestond uit een chassis van samengeklonken normale profielijzers in gewalst staal en een geraamte, eveneens vervaardigd uit normale profielijzers. Beiden waren met elkaar door middel van klinknagels verbonden wat tot de stevigheid van het geheel bijdroeg. De mechanische onderdelen zoals de handrem, tractie, compressor, zandbakken, controllers, zijn rechtstreeks vastgemaakt op het chassis. De uitwendige bekleding van het geraamte, bestond uit gelaste aluminiumplaten van 2 mm dikte. De inwendige bekleding was uitgevoerd in platen uit bakeliet en aluminium. De twee tractiemotoren opgehangen aan het chassis hebben een bestendig vermogen van 82 pk onder 600V. De aandrijving van de motoren gebeurde door middel van de klassieke controller met serie-parallelschakeling. De beremming van deze wagens werd pneumatisch bediend door middel van een Westinghouse-reminrichting. De bediening van de remkraan was rechtstreeks en regelbaar, voor zowel het vastzetten als voor het lossen van de remmen. De automatische vouwdeuren werden electro-pneumatisch bewogen. De binnenverlichting geschiedde door middel van acht buislampen achter reflectors verscholen, gevoed door gelijkstroom 600V. De verwarming opgewekt door onder de zitplaatsen geïnstalleerde elektrische weerstanden, zet een vermogen van 4.500W om. De bestuurderspost werd ergonomisch ontwikkeld, en de geleider beschikte over een opklapbare zitplaats. Een weerstand van 400W verwarmde deze stuurpost. Het type N was niet ingericht om aanhangrijtuigen te trekken. Het type N werd in diverse reeksen tussen 1949 en 1953 gebouwd en werden uitsluitend gebruikt voor de netten van Brussel, Leuven en Gent. Een project om de rijtuigen ook in te zetten op de lijn Spa-Verviers kwam te laat om de lijn te redden. Hun oorspronkelijke inzet was te Brussel, later in beperkte mate ook in Gent, omdat daar het ook toen al licht vervoer de bijwagendienst op enkele lijnen overbodig maakte. Op de lijn B van Leuven kwam type N als een soort ‘laatste redmiddel’ nadat de inzet van de PCC en de BLC jammerlijk faalde. Het type N werd wel een succes, tot de NMBS de spoorlijn Brussel-Leuven elektrificeerde. Het type N werd oorspronkelijk ontwikkeld voor de Brusselse NMVB-lijn N, die het toenmalige Noord- en Zuidstation verbond via Scheut, en een zeer druk vervoer kende, waardoor de twee –assers niet meer voldeden. De BLC tweeassers waren 10 jaar oud toen men begon met de ontwikkeling van het type N. Tegen de tijd van de reeksbouw waren ze 20 jaar oud. In die periode bestond immers de Noord-Zuid verbinding van de spoorwegen nog niet. Deze motorrijtuigen waren zeer modern voor hun tijd. Ze vielen behoorlijk in de smaak van de reizigers en het personeel en kende een zeer groot succes. Men besloot dan ook om ermee door te gaan om zo geleidelijk de oudere 2-assige stadstrams te vervangen. Eveneens rond 1953 waren de houten Standaard-motorrijtuigen en kwarteeuw oud en dringend aan verbetering toe. Een gewone verbouwing van deze rijtuigen bleek te duur te zijn en na het succes met het type N besloot de NMVB een volledige herbouw in dezelfde trend te bestuderen. Deze studie wees uit dat de hierboven constructieprinciepes en koetswerk van het type N behouden konden blijven. Enkel het
5
middendeel van het chassis diende aangepast te worden om de Pensylvania-motordraaistellen met open zwanenhalzen in te bouwen. Dit schamelstel was uitgerust met een aslager uit een legering van brons en antimonium. Eveneens werden onderstellen en het grootste gedeelte van de elektrische uitrusting herbruikt. In tegenstelling tot het type N, had het type S vier motoren ACEC/MTV 215/2 of SEM 503-motoren. Het type S: In september 1953 verliet de eerste type S de werkplaats Kuregem/Anderlecht en werd aan proefritten onderworpen en schonk hieraan volledige voldoening. Het type S was geboren. Dit tramtype was uiterlijk herkenbaar aan de luchtslangen voor -en achteraan voor het beremmen van de aanhangrijtuigen. Geleidelijk aan, tot in 1959 werden bijna alle houten standaard en een groot aantal metalen standaard rijtuigen omgebouwd tot type S -in totaal 200 rijtuigen-. Ze deden dienst op bijna alle elektrische lijnen van het land.
Staatsiepotret van S.9948 aan het Kaaistation te Oostende in 1973.Foto Ronny Standaert
Een type S in Brusselse uitvoering. De S.9974, in dienst op lijn G tussen het Brusselse Noordstation en Grimbergen, op de Jubelfeestlaan in 1973. Voor het Brusselse net werden de S-en uitgerust met twee trolleystangen voor de stroomafname. Foto Ronny Standaert Dit aantal omvatte eveneens twee speciale reeksen trams. Een eerste speciale reeks werd gebouwd specifiek aangepast voor de exploitatie van de kusttramlijn, en bestond uit 28 stuks type SOostende (SO). In tegenstelling tot het type S, waren dit éénrichtingstrams. Een tweede speciale reeks van 13 stuks, het type S-Expo (SE) ontstond in 1958 ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling Expo ’58 te Brussel. Het enige verschil was het luxueuzere interieur en controllers van het fabrikaat Kiepe, die het reostatisch remmen in gewone dienst mogelijk maakte. Verder werd de overbrenging gewijzigd, zodat deze rijtuigen sneller konden rijden dan hun soortgenoten. In de jaren 1960-1980 kwamen verscheidene motorrijtuigen van het type S en SE naar de kust. Ze werden ingezet voor de dienst Weg & Werken, of verzekerden bijkomende reizigersdiensten naar de Renbaan, deden ontdubbelingsritten naar De Haan op schooldagen, naar Bredene-Duinen in de zomer, of op zondagavond als ‘soldatentram’ naar Lombardsijde en Zeebrugge. Hiervoor werden koppels 9095-9102 en 9104-9105, omgebouwd om twee stellen te vormen met bruikbare stuurposten alleen op beide uiteinden.
Het koppelstel S.9104-9105,in 1980 aan het Kaaistation te Oostende. Foto Eddy Geuvels Het type Houten Standaard-Kust: Deze motorrijtuigen uit 1929, mogen samen met het voornoemde type N, terecht beschouwd worden als de voorloper en basis van het type S-Oostende. In 1928 werd een nieuw type gestandaardiseerd motorrijtuig op schamelstellen door de NMVB ontworpen. Aangezien het kusttramnet sneller en comfortabel materieel nodig had, werd dit nieuw ontwerp aan de plaatselijke omstandigheden aangepast en in serie besteld bij de constructeur Familleureux. De rijtuigen van de reeks 9729-9731, werden aldus de eerste motorrijtuigen op schamelstellen in dienst bij de NMVB. Deze motorrijtuigen hadden een kast met een houten geraamte. De rechthoekige kopwanden werden voorzien van verbindingsdeuren. De wagens waren voorzien van een compartiment eerste en tweede klas. De toegang tot de balkons gebeurde via schuifdeuren. De remweerstanden bevonden zich in een spiraaldraad op het dak. Voor de remming werd er een handrem van het type Ackley, en een oleo-pneumatische dienstrem van het type H. Pieper ingebouwd Samen met deze nieuwe gestandariseerde motorrijtuigen werden passende aanhangwagens ontworpen. Omwille van de
6
standarisatie werden ze volgens dezelfde plannen en constructieprinciepes gebouwd. Zo konden tijdens de winter 1932-1933, veertien aanhangwagens omgevormd worden tot motorrijtuig. Door de vermindering van het openbaar vervoer aan de kust tijdens Wereldoorlog II, doordat het toerisme verboden werd, en het kustgebied als Militär Sperrgebiet, uitgeroepen werd, werden verschillende motorrijtuigen naar andere Exploitatiegroepen overgebracht. Van de in totaal 21 eenheden die naar het binnenland werden overgeheveld, kwamen er slechts 18 na de oorlog terug naar de kust. De overige drie wagens, werden door sabotagedaden vernield.
In oktober 1955 werd in het kader van dit moderniseringsprogramma, een nieuw rijtuig type S (S.10075) naar Oostende gestuurd om proeven uit te voeren, en om met de resultaten hiervan, een speciaal voor de kustlijnen afgeleid type van dit rijtuig te kunnen bestuderen. De motorrijtuigen type S-Oostende waren wat betreft de afmetingen, en de technisch samengestelde delen, nagenoeg identiek als zijn soortgenoten, het type S, uit het binnenland. De rijtuigen hadden vier motoren van elk 65 pk van het type ACEC MTV215, en controllers waren van het type TC476. Echter het belangrijkste verschil was gezien de inrichting van het kustnet, dat men de mogelijkheid had om enkel-richtingsrijtuigen te gebruiken. Door deze bijzonderheid kon men in hoofdzaak de indeling en de inrichting van het interieur aanpassen. Zo werden de zetels in de rijrichting geplaatst . De zeer knusse zitplaatsen, links van de middengang, een enkele rij, rechts van de middengang, een dubbele rij, werden voorzien van schuine rugkussens en van armleuningen uitgevoerd in groen similileder. Terwijl het interieur van de rijtuigen type N en S voornamelijk in het beige was geschilderd was, kregen de kustrijtuigen voornamelijk een groene tint van binnen. De zetels, de zijpanelen, en de rubbervloerbekleding werden in het groen uitgevoerd. Dit alles gaf aan deze reeks rijtuigen een comfortabel en weelderig uitzicht.
Een Houten Standaard Kust aan het station van Blankenberge in de jaren vijftig. Auteur onbekend Vanaf 24 februari 1956 begonnen de NMVB-werkplaatsen met de bouw van het type S-Oostende, waarbij de elektrische uitrusting en de schamelstellen gebruikt zullen worden in dit nieuw type rijtuig. De kasten van de na de tweede wereldoorlog overgebleven motorrijtuigen werden op hun beurt herbruikt om tot aanhangwagen omgebouwd te worden. De buitendienststelling van deze aanhangwagens begon geleidelijk vanaf 1968, bij het in gebruik nemen van de tot aanhangwagens omgebouwde motorrijtuigen type N. Het type S-Oostende (SO): Wanneer de NMVB het besluit getroffen heeft om het verpachtingscontract met de Naamloze Maatschappij voor Exploitatie der Elektrische Buurtlijnen van Oostende en Belgische Badplaatsen, dat afliep op 1 januari 1956, niet meer te vernieuwen, en om in eigen beheer de lijnen van de kust te gaan exploiteren, had zij zich tevens voorgenomen om het rollend materieel te gaan moderniseren. Het stadsnet van Oostende, de regionale lijnengroep van Veurne, en de verbinding Knokke-Brugge, werden verbust, zodat enkel de tramlijn Knokke(Het Zoute)-Oostende-De Panne overbleef, en men zich hierop kon toespitsen wat betreft de vernieuwing van het rollend materieel voor deze lijn. Net zoals in de ander Exploitatiegroepen van de NMVB bevatte dit moderniseringsprogramma twee hoofdpunten: 1° Het vervangen van de houten rijtuigkasten van de bogierijtuigen door kasten type S, met behoud van de bogies en de elektrische uitrusting. 2° Het herbruiken van de vrijgekomen houten rijtuigkasten voor de bouw van bogieaanhangwagens.
Motorwagen S.10004, aan het eindpunt De Panne-Terminus, in juni 1974. Dit is een compleet verdwenen stadsbeeld! Foto Ronny Standaert Door het ontbreken van één stuurpost, kon het aantal zitplaatsen tot 34 eenheden uitgebreid worden, terwijl er bovendien op ieder balkon, langs de zijde van het tegenspoor –waar de deuren afgeschaft werden- vier klapstoeltjes geplaatst konden worden, wat het totaal op 42 zitplaatsen bracht. De verbindingsdeur aan de achterzijde van het rijtuig, die eveneens al werd toegepast op de rijtuigen Houten Standaardkust, liet de ontvanger toe gelijktijdig meerdere rijtuigen te bedienen. Het instappen gebeurde achteraan, het uitstappen vooraan. De oorspronkelijk aangebrachte ontvangerspost achteraan, om de opstappende reizigers te bedienen werd vrij vlug afgeschaft en nooit meer gebruikt, behalve door de reizigers dan. Op het achterplatform werd een hulpstuurpost voorzien, die zeer weinig plaats innam, en die het gevaar bij het manoeuvreren in grote mate diende te verminderen. Deze stuurpost bestond uit een kleine controller, waarmee enkel in ‘serie-parallel’ kon geschakeld worden, een Westinghouseremkraan met zandstrooiinrichting, een schakelaar voor de knipperlichten en het geluidssignaal vervolledigde het geheel .
7
Dit veralgemeend type, welk minder storingsgevoelig is en minder onderhoud vergt, en in gebruik is bij diverse trambedrijven in Europa, werd uiteindelijk gekozen na een reeks van proeven met zogenaamde éénbeenpanto’s.
S.9819 voert manoeuvers uit voor het directiegebouw aan de Nieuwpoortsesteenweg te Oostende.Foto Ronny Standaert De voor het type S, karakteristieke remslangen, vier in het totaal, waren uiteraard, gelet op het enkelrichtingskarakter van deze tram enkel achteraan aangebracht, en hierdoor voorkwam men dat niet alle rijtuigen in de tram in dezelfde richting moesten staan, omdat de remslangen anders de verbindingsdeur(en) onbruikbaar zouden maken. De kop van het rijtuig kreeg ter verfraaiing de karakteristieke Vvormige snor opgeschilderd. Een pantograaf met dubbel sleepstuk werd boven de stuurpost geplaatst.
Op 1 januari 1976 werd het volledige elektrisch rollend spoormaterieel van de NMVB van een nieuwe nummering voorzien. Net zoals het autobussenpark genummerd werd, kreeg het trammaterieel eveneens een nieuw viercijferig nummer, herkenbaar aan het streepje onder het eerste cijfer, en dit om een éénvormigheid te kunnen aannemen, en een vereenvoudiging te verkrijgen inzake beheer en administratie van het rijtuigenpark Voor de elektrische motorwagens aan de kust betekende dit dat de nog 27 overgebleven type S-Oostende, met originele nummering: S.9818-S.9819, S.9941-S.9945, S.9947-S.9948, S.10001-S.10002, S.10004-S.10005 en S.10041-S.10054. de nummers 9000-9003, 9005-9018, 9020-9028 toegewezen kregen. De hogervermelde originele nummering van de rijtuigen werd in princiepe overgenomen van het nummeringsschema van het type Houten Standaard Kust, welke ze vervingen. Op het einde van de loopbaan van het type S-Oostende, kreeg men naar aanleiding van diverse ongevallen te maken met het herstellen van de rijtuigkoppen. Minder ingrijpend en minder kostbaar, dan het herstellen van een zwaar beschadigde kop, was het lossnijden van de kop van een buiten dienst gesteld voertuig, om het aan een ander rijtuig te bevestigen.
De eerste type S-Oostende, met het nummer 10003 kwam te Oostende toe op 16 maart 1956. 27 soortgenoten volgden, waarmee de 10049 op 13 juli 1957 de rij afsloot. De 10003 was tevens een buitenbeentje, daar deze voorzien werd, en dit als experiment, van elastische Osnabrück-wielen en een Henzo rubbervering op de bogies. Dit geheel vormde samen met de van rollagers voorziene assen (i.p.v. olielagers), het meest geluidloze en soepelste rijtuig type S wat de NMVB in dienst had. Dit rijtuig, of de oudste S-Oostende, werd op 31 augustus 1962 bij een ongeval te Wenduine zwaar beschadigd, en als eerste verschroot in november 1964. In het midden van de jaren zeventig, werd geleidelijk de typische (zware) kustpantograaf vervangen door de Stemmann pantograaf. Tijdens de zomer van 1982, werd SO 9008 nog in een speciaal livrei uitgedost, en reed in een opvallend gewaad van geel en groen op de kusttramlijn. (Foto Eddy Geuvels)
S.10054, S.10053, S.9818 en S.9819 werden bij wijze van proef in 1973 en ’74 uitgerust met een pantograaf van het type Faively. Op de foto de S.9818 aan het Kaaistation te Oostende in september 1974. (foto Eddy Geuvels)
Op 31 augustus 1982, reeds SO 9014 voor de laatste maal het Kaaistation te Oostende binnen. De exploitatie met het type SOostende is dan definitief beëindigt in de reizigersdienst. (Foto Eddy Geuvels) Met de instroom, in 1982, van de nieuwe gelede BN-rijtuigen begon de definitieve afvoer van het type S-Oostende.
8
De verbinding Oostende-Knokke, mocht mede door de vergevorderde vernieuwingswerken op deze lijn, als eerste de BNrijtuigen, als opvolger van het type SO ontvangen. Voordat de rijtuigen werden afgebroken diende men een nog groot aantal onderdelen te recupereren. Pantografen, controllers, motoren, compressors, vouwdeuren enz. en dit voor mogelijk gebruik in de nog in dienst zijnde rijtuigen, op het net van Henegouwen.
medewerkers in een anderhalf jaar tijd het beste van zichzelf gaven, om de wagen zijn grandeur van de jaren zestig en zeventig terug te geven. De SO werd hernummerd naar zijn origineel nummer 10041. En getuigt nu als enige overgebleven vertegenwoordiger van de naoorlogse kusttram.
Op 27 mei 1983 waren alle types SO, op uitzondering van de 9014 en de 9028 na, uit de geschriften van de NMVB geschrapt. Vervolgens werd de 9028 bijgehouden door de vereniging Amutra in het Buurtspoorwegmuseum in Schepdaal, en zal dienen als orgaandonor voor de heropbouw van de standaard kusttram 2.40m. Op 16 april werd de 9028 in Schepdaal opgeladen om in Knokke onder leiding van Achiel Ryckaert en met de hulp van de technische dienst van de gemeente Middelkerke en van verschillende leden van TTO deze te ontmantelen. De kop met voorplatform tot 3 zijvensters ver werd zorgvuldig losgemaakt van de rest en kreeg een plaatsje in het museum van het Kusttoerisme in Middelkerke als eindbestemming.
Foto: Auteur onbekend
Met veel precisiewerk gaat het restant van de 9028 binnen in het voormalig postgebouw van Middelkerke. De SO9014 bleef nog aan de kust tot maart 1992. In deze periode werd de wagen nog verscheidene malen ingezet voor speciaal vervoer en fotoritten voor verenigingen. In de maand maart van 1992 werd de wagen overgebracht van Knokke naar de stelplaats van Diksmuide om verder bewaart te worden in afwachting van een grondige renovatie.
Eddy Geuvels, Bredene april 2012 Geraadpleegde bronnen: Onze Buurtspoorwegen: diverse nummers, Elektrische trams aan de Kust van Dirk.W.E. Maarse-Uitgave TTONoordzee 1996 Instappen A.U.B.: Robert Boogaerts, Uitgave NMVB 1985 Eigen notities. De foto’s zijn van de hand van de auteur, tenzij anders vermeld. Promotieweekend 'Iedereen Kust' is groot succes De actie 'Iedereen Kust' van Westtoer, het West-Vlaamse provinciebedrijf voor toerisme en recreatie, is een groot succes geworden. Zowel verblijfs- als dagtoeristen zakten tijdens het weekend van 24 en 25 maart 2012 af naar de kust. Het mooie weer was natuurlijk een grote meevaller voor de actie. Hiermee had de kust een bijzonder goed en druk weekend achter de rug. Westtoer had 180.000 euro gepompt in de campagne om de Vlaamse kust te promoten. Volgens woordvoerder Geert Hoorens van Westtoer was het de bedoeling om mensen even te laten smaken van de kust, zodat ze later terugkeren.
Zo gezegd, zo geschiedde. Ter gelegenheid van 125 jaar Kusttram in 2010 diende de opportuniteit aan om deze wagen grondig aan te pakken. De tram werd overgebracht naar de stelplaats van Gentbrugge, waar Achiel Rijckaert, en een schaar TTO-
9
Tijdens dit evenement liet onze vereniging zich niet onbetuigd. Westtoer huurde via META/Tram des Tijds twee tramstellen af, om op beide dagen toeristische tramdiensten te verzekeren
tussen De Panne en Oostende enerzijds, en tussen Knokke en Oostende anderzijds. TTO-Noordzee zorgde in samenwerking met De Lijn West Vlaanderen voor een perfecte uitbating.
Het toeristisch tramstel aan de Marie-José plaats te Oostende en zet koers richting Sportstraat, om te gaan keren, en vervolgens de wachtende reizigers op te nemen richting Knokke. TTO informeert de reizigers Ter gelegenheid van de tramritten voor “Iedereen Kust”, werd voor de eerste maal door TTO de dienstregeling van de ingezette erfgoedtrams aangekondigd aan de betreffende haltes.
Dit initiatief kenmerkt het voortgezette professionaliseringsproces in de uitbating van het speciaal vervoer met de erfgoedtrams aan de Kust.
Geflankeerd door de TTO-bestuurssecretaris Eddy Geuvels, de ploeg van zondag op het traject De Panne-Oostende, tijdens de pauze aan Oostende-Station. Op de foto zien we van links naar rechts: Patrick, Luc, trambestuurder Peter, Hugo, Jordan, (hoofdbegeleider) Jan T en Phillipe, poserend voor motorwagen SE9093. Foto Niels Dewulf
10
Who is Who?
Pierre De Meyer Voorzitter TTO-Noordzee vzw. (Ondervoorzitter META vzw) Vertegenwoordiger en voorzitter van de Raad van Bestuur ° Gent 20 februari 1944 Gepensioneerd ambtenaar Landbouwingenieur Woonachtig in Assebroek-Brugge
[email protected]
Johan Van Everbroeck Vice-Voorzitter TTO-Noordzee vzw. Toeristische exploitatie Opvolging begroting °Brugge 27 april 1944 Gepensioneerd burgerlijk ingenieur Woonachting in Sint Andries-Brugge
[email protected]
Eddy Geuvels Secretaris TTO-Noordzee vzw. °Antwerpen 5 mei 1957 Preventieadviseur Galeria Inno NV Woonachtig in Bredene
[email protected]
Remi Verbeke Bestuurslid PR Gepensioneerd nautische sector °30 juli 1941 woonachtig in Wondelgem-Gent
Jan Thijs Bestuurslid Techniek (klusploeg) ° Hasselt 4 juni 1951 Gepensioneerd beroepsmilitair Woonachtig in Raversijde-Oostende
Ivan Vigenon Bestuurslid technisch advies °Gent 7 september 1944 Gepensioneerd beroepsmilitair Woonachtig in Lovendegem
Patrick Vandenbergh Bestuurslid administratie Gepensioneerd ambtenaar °Leuven 3 mei 1955 Woonachtig in De Panne
Achiel Rijckaert Technisch adviseur °Gent 6 februari 1940 Gepensioneerd grafische nijverheid Woonachtig in St. Amandsberg-Gent
Gust Opdedrynck Penningmeester TTO-Noordzee vzw. ° 4 januari 1935 Gepensioneerd ingenieur Woonachtig in Oostende
Ronny Standaert Bestuurslid adviseur °Oostende 6 juni 1950 Gepensioneerd leraar basisonderwijs Woonachtig in Langemark-Poelkapelle
11
De SE9104 wordt trammonument
META-Ontmoetingsdag
De SE-tram 9104, die momenteel in een loods aan de Humbeeksesteenweg in Grimbergen is ondergebracht, wordt tegen 2014 gerenoveerd en zal dan worden verplaatst naar de nieuw aangelegde stelplaats in datzelfde Grimbergen. Daar zal de tram dienst doen als een onthaal- en receptieruimte. De overkoepelende erfgoedvereniging van De Lijn META vzw werkt al jaren samen met vzw Pro-Tram en de gemeente Grimbergen aan het project 'trammonument Grimbergen'. Daarbij willen ze tram SE9104 restaureren en als monument terugplaatsen op de stelplaats Grimbergen. Met de bekendmaking van de plannen van De Lijn Vlaams-Brabant dat de stelplaats vanaf volgend jaar helemaal wordt gerenoveerd, krijgt het project ook echt vorm. Voorzitter Philippe Meert van de vzw Pro Tram: 'Tram 9104 is een uniek exemplaar dat in 1932 door de toenmalige NMVB werd gebouwd en werd ingezet op diverse lijnen van en naar de hoofdstad. In 1957 werd de tram verbouwd tot een moderner exemplaar dat werd ingezet voor de Expo '58.' 'Zo kreeg de tram plooideuren in plaats van glijdende deuren, warme luchtverwarming, een groene binneninrichting, lederen zetels en bronzen, geanodiseerde leuningen. Deze tram was in feite een luxetram voor de Expo. Na het verdwijnen van de laatste buurtspoorweglijnen in en rond Brussel op 31 juli 1978 werd de tram naar de Kustlijn overgebracht waar ze ritten verzekerde tussen Oostende Station en de Wellingtonrenbaan. In 1982 werden alle S-trams aan de Kust vervangen en deed deze tram in Waver dienst als bar- en eetgelegenheid in een rollerskatebaan. De vzw Pro Tram uit Grimbergen is ontstaan in 1978 naar aanleiding van het verdwijnen van de tram in Brabant.'
Op zaterdag 26 mei 2012 vindt de eerste META-ontmoetingsdag voor tram- en busliefhebbers plaats op de Tramsite Schepdaal (vroeger Buurtspoorwegmuseum). Die dag is het precies 50 jaar geleden dat het trammuseum in Schepdaal, als eerste museum voor trams in België, haar deuren opende voor liefhebbers en toeristen. Sindsdien is de interesse in dit erfgoed verder gegroeid en zijn er over heel het land nieuwe verenigingen opgericht met als doel dit unieke erfgoed te bewaren en er een publiekswerking rond uit te bouwen. Wij zijn dan ook van mening dat deze eerste ontmoetingsdag voor tram- en autobusliefhebbers dan ook geen betere locatie en dag had kunnen hebben. Op het programma : -
Phillipe Meert bij zijn SE-motorwagen (foto Nieuwsblad) In 1992 konden we deze tram samen met twee aanhangwagens aankopen. Nadat die op verschillende plaatsen heeft gestaan, staat die nu in de gemeenteloods, maar dit schooljaar nog zullen leerlingen van het Don Bosco instituut in Haacht beginnen met de restauratie van de tram. Die moet tegen 2014 rond zijn', aldus Meert. Eerder liet schepen van Cultuur Patrick Vertongen (CD&V) weten dat het de bedoeling is om de tram na de restauratie als onthaalpunt en kleine receptieruimte te plaatsen aan de stelplaats van De Lijn in Grimbergen.
-
-
Gegidste rondrit met een oldtimerbus langsheen Buurtspoorwegerfgoed in het Pajottenland Mobiel Erfgoedmarkt waar elke vereniging zich kan voorstellen en haar publicaties kan aanbieden Verkoop en ruil van foto’s, boeken, dvd’s, postkaarten. (Om deontologische redenen mogen er echter geen verzamelobjecten aangeboden worden) Een mini-tentoonstelling over 50 jaar trammuseum in Schepdaal.
Uiteraard wordt ook de inwendige mens versterkt en is er een barbecue voorzien. Er zal ook een stoomtrein zal rijden tussen Brussel Zuid, St. Martens-Bodegem en Denderleeuw met pendelbussen tussen de tramsite Schepdaal en het station St.Martens-Bodegem. Voor de up-dates en laatste nieuwtjes raadpleeg de website www.metavzw.be
12
13