Met de Tundra Queen naar de Baltische Zee, een vaartocht van 2750 km. Op zoek naar de wilde schoonheid van de oostelijke Oderdelta. Op zoek naar de authenticiteit van de Poolse bevolking. Dzién dobry!
TRZEBIEŽ Vroeger een geitendorp, nu een trefpunt voor schippers...
Wat is zo fantastisch aan de haven in Trzebiež? De ligging natuurlijk, aan de zuidelijke rand van Stettiner Haff, dat is de grote lagune waar alle zijrivieren van de Oderdelta tezamen komen. Deze Haff heeft een oppervlakte van 952 km2 en mondt rechtstreeks uit in de Baltische Zee. Schrijfster dezes heeft haar hart verloren aan de woeste Haff met de beukende golven, de ontembare wind, de krijsende aalscholvers en de zuurstofgeur van wild opspattend water. Trzebiež, voor de oorlog een onooglijk Duits dorpje dat toen Ziegenort oftewel ‘geitendorp’ heette, evolueerde tot een vissersdorp met een populaire beschutte haven. Al zijn wij dan steeds de enige Belgische boot, toch merken wij dat heel wat collega-schippers de Baltische Zee als eindbestemming hebben. De haven is tjokvol, de boten liggen in drie rijen naast mekaar. Afgelopen nacht trok een zware storm voorbij, we hebben slecht geslapen. In het kantoortje van de havenmeester bestuderen we de meteo: noordoostenwind tot 7 Bf die ’s avonds in kracht afneemt. Een gedwongen rustdag. Weggedoken in onze jas met kraag omhoog, turen we door de verrekijker naar het opspattend, brekend schuim. We zien zeilers van over de lagune de haven binnenlopen en ook weer vertrekken. Veel schippers drentelen rond op de kade. Ook nu weer vertrekken zeilers, zelfs een paar motorboten: waaghalzen die het water uitdagen. Een bejaarde Poolse schipper wijst met uitgestrekte vinger naar de Haff. ‘Daar in het midden: daar is het
28
erg. Niks voor mij.’ In vloeiend Duits vertelt hij over wispelturige stormen en gezonken boten. En dat de plaatselijke vissers de Haff schuin oversteken, in de luwte van de kust. ‘Jullie hebben teveel zelfvertrouwen,’ waarschuwt hij. ‘De krachten van de Haff gaan hun eigen gang en in zo’n weer moet je ze niet uitdagen.’ ‘Ik woon aan de zee’, antwoordt een Zweed. ‘Als het stormt, bouwen de golven zich torenhoog op omdat de zee dieper is en het duurt uren vooraleer ze afzwakken, ook al is de wind gaan liggen.’ Hij haalt zijn schouders op. ’Op Stettiner Haff duurt het niet lang, eens de wind afneemt, minderen ook de golven.’ ‘Tien jaar geleden vaarde niemand hier, nu komen ieder jaar meer boten en ze zijn ieder jaar groter,’ zegt de Pool afkeurend. ’De Haff is verraderlijk, het zijn heftige, gemene, korte golfslagen die de boeg optillen en laten vallen. De boot moet er iedere keer weer door. Op de Baltische Zee zijn de golven langer en dan maakt niet uit of ze hoger zijn, het vaart makkelijker.’ Arne, de Zweed, nodigt ons uit aan boord van zijn jacht en demonstreert zijn GPS-systeem: op drie schermen kan hij op ieder moment zijn route checken. ‘Ik kan varen met mijn gordijnen dicht, in mist en nevel.’ Zegt hij fier. Computersystemen die de route bepalen en elke hindernis uit de weg gaan, daar willen wij zelfs niet aan denken. Wij varen met het blote oog, een dieptemeter, een beduimelde vaarkaart van 1992, en met een hart vol dromen. Op zoek naar het mysterie van de Haff, van zandbanken die zich voortdurend verplaatsen, van te diepe deining bij verkeerde wind. We willen zien
hoe hoog het witte schuim opspat, hoe het licht van kleur verandert en daaraan de dreiging van de storm aflezen. ‘Morgenvroeg vertrekken we,’ zegt Eric. ‘Langer wachten brengt niets op.’
...Couleur locale in Trzebiež
De winkeltjes zien er armetierig uit maar zijn volgestouwd van de vloer tot in de nok met nuttige, noodzakelijke dingen zoals pyjama’s, deugdelijke onderbroeken, prullaria en plastic bloemen voor op de kast. Er is een groot aanbod voeding in blik. Ik ruik de zure geur van gefermenteerde augurken in eiken vaatjes. Het pronkstuk is een ouderwetse koeltoog met ambachtelijke vleeswaren. Lokale kazen, een assortimentje droge gerookte vis en droge worsten liggen kriskras door elkaar. Ik bezwijk voor de taart met kleurstoffen en zondige slagroom. Alles is spotgoedkoop. De Polen hier laten ons met rust, ze komen niet op toeristen af zoals een vlieg op stroop, zoals in Szczecin wel het geval was. In het vissershaventje hangen drijfnetten te drogen. Een visser kuist zijn vis ter plekke, de oever ligt vol bruine vissenkoppen en een trendy jongeman stapelt volgeladen koelboxen in een snelle speedboot. Hij verstijft als we hem vragen of hij een restaurant heeft, ontwijkt een verder gesprek en werkt haastig door. Is dit een zwart aankoopcircuit voor de betere visrestaurants in Szscezin? Onder de schippers hoor je steeds weer verhalen over zwendel en oplichterij. Over Duitse Mercedessen die verdwijnen richting Polen en over gestolen boten die in Polen omgebouwd worden. Deze marina wordt dag en nacht bewaakt. Onze Duitse buurman beweert dat hij zijn portefeuille altijd bij zich draagt en zijn boot nooit afsluit om zo de schade te vermijden bij eventuele inbraak. Op de vraag of hij eerder bestolen werd, blijkt dat hij nu al het derde jaar op rij naar Polen komt en nooit iets vervelends voorhad. Wij besluiten niet te luisteren naar schippers die mekaar het hoofd op hol brengen. Een ding weten we zeker: hier voelt het goed aan en onze intuïtie heeft ons zelden bedrogen.
STETTINER HAFF Stormen en stoere verhalen
De vissershaven van Trzebiež: authenticiteit, lekkere visrestaurantjes en goedkope diesel.
We fietsen langs de Haff en nemen foto’s van boten die tegen de korte golven optornen en ongenadig naar beneden duiken. Dit zijn schippers die storm en ongemak trotseren. Spectaculair om vanaf de wal naar te kijken. Terug in de haven zien we dat inderdaad veel boten vertrokken zijn en er in de plaats allemaal nieuwe liggen. En… we lopen René en Manuele tegen het lijf, de Duitsers die we in Schwedt ontmoet hebben, net voor de Poolse grens. Ze nodigen ons uit om sloten Pools bier te drinken want ze zijn aan de dood ontsnapt. Op een terrasje bij de haven, met houten stoeltjes en tafeltjes onder schaduwbomen, bestellen we halve liters bier en wodka. René vertelt. Ze vertrokken in hun kleine boot van 8 m lang met enkel een buitenboordmotor. De boot was een speelbal op de diepe golven die er overheen zwiepten als zaten ze in een U-boot. Onmogelijk een andere koers te varen dan pal tegen wind.
29
Uiteindelijk spoelden ze ergens aan land, konden daar draaien en terugkeren langs de kust waar het rustiger was maar ook ondiep. Tot ze vastliepen op een zandbank, dan ook weer wegspoelden en net niet verstrikt geraakten in de drijfnetten van de vissers. Na 5 uren water en bloed zweten geraakten ze in Trzebiež. Wij bewonderen hun moed en dat ze de Haff hebben aangedurfd in hun onervarenheid. Of was het roekeloosheid? Wanneer is het water te wild voor een stevige kleine boot? De plaatselijke vissers kennen het antwoord. René gebaart voor meer bier en straffe wodka. ‘Verzet je niet, je kan niet op tegen de Haff.’ Dit is het eindpunt van hun reis, geen Wolin voor hen, geen Baltische Zee. Er rest geen tijd meer om te wachten op windstille dagen.
Vuurtorens wijzen de vaargeul naar Świnoujście
DE OVERTOCHT het wilde verlaten stuk...
‘De Tundra Queen kan door golven van twee meter en windkracht 6 is nog oké,’ probeert Eric mij te overtuigen. ‘Stel dat de wind toeneemt, daar wil ik niet in terecht komen.’ Ik speur de woeste Haff af: het bulderen van de lagune onder een donkere hemel draagt geen speciale onheilsboodschap op deze grijze ochtend. We gooien de trossen los. Weldra worden we ingehaald door twee grote zeeschepen die zich moeiteloos een weg banen door de heftige golfslag, om onverdroten en met grote snelheid naar Świnoujście en de Baltische Zee koersen. Grotere golven beginnen zich te vormen: de brekende koppen spatten uiteen in opwaaiend
schuim en witte schuimplekken vormen zich nu overal voor zover het oog reikt. Er komt een moment waarop geen land meer in zicht is. Om de zeven kilometer staan vuurtorens die de vaargeul naar Świnoujście markeren, daar wacht ook een luxueuze marina, en boulevards om te wandelen, en zilveren zandstranden en veel toeristen. Maar wij gaan naar de oostelijke Oderdelta, het wilde verlaten stuk. Zwarte aalscholvers scheren laag over het water. Voor ons is er geen horizon: zoveel tinten grijs vermengen zich met het donker van de lucht. Bij de tweede vuurtoren moeten we de koers zowat 90° wijzigingen en vanaf nu de boeien tellen. Daarom is deze route naar Wolin zo lastig: je krijgt gegarandeerd zijwind! Een venijnige golf gooit het schip naar de andere kant. Het gangboord komt onder water. In hoeverre is de Tundra Queen bestand tegen deze hoge dwars inkomende golven? We rollen, schudden, stampen op Stettiner Haff, de meeuwen tollen. Ik sta duizend angsten uit. Het begint te regenen. In de grijze nevel zijn de schaarse kleine boeien moeilijk te onderscheiden. We moeten de smalle toegang vinden tot de Dziwna. ‘Hoe ver nog?’ vraag ik. En dan, achter een hoge duin varen we de Dziwna op. De wind heeft hier minder vrij spel, de lucht klaart uit.
...naar Wolin, eiland, stad, en natuurpark
Wolin is een van de drie grote eilanden die in het Noorden de lagune van de zee afsluiten. Het stadje Wolin heeft een vissershaven, maar we meren af aan de kaaimuur naast drie Poolse
30
is een zeer oude, versterkte stad, de goed bewaarde vestingmuren en de Wolin Poort getuigen van verzet tegen vreemde overheersers. De prachtige, Romaansgotische kathedraal is ook beroemd voor zijn orgelconcerten op vrijdag en tijdens het weekend. Het imposante barokorgel uit 1669 en de galmende akoestiek lokken kerkgangers. Wie ook maar één druppel Pools bloed in zijn aderen heeft, woont deze orgelconcerten bij. Met busladingen vol komen de Polen hun kathedraal bezoeken. Een Pools echtpaar van gevorderde leeftijd hijst zich op de trap naar boven, de vrouw gebaart vragend of ik hun foto wil nemen, waarna ze beiden fier rechtop poseren: blik in de lens en handen op de buik gevouwen, de hooghartige kathedraal op de achtergrond. Er is een dienst bezig, wij willen De brug van Wolin draait slechts twee maal per dag niet storen en doen stilletjes en onopvallend. Een mannenkoor zeilboten die liggen te wachten voor de lage brug. zingt Gregoriaanse gezangen die ijl weergalmen in De klokken luiden twaalf uur als ik het laatste touw de ruimte vol wierook. Er hangt een doordringende vastknoop. De kerk domineert het marktplein waar kaarsenlucht bij de zwarte Madonna. De gelovigen nu grote drukte heerst. Mollige contente vrouwen bidden. Dit is het katholieke Polen van Karol Wojtyla. prijzen hun waren aan. De opengesneden vissen We missen het orgelconcert. liggen op primitieve tafels. We zoeken groenten en vinden enkel Hollandse tomaten en paprika’s, minderwaardige massaproducten geteeld in ...authenticiteit, laat het zo blijven reusachtige serres. Het Verenigd Europa rukt op ! De val van het communisme betekende chaos, Maar de drukte is Pools en de sfeer is prima, zelfs al veel meer vrijheid, maar geen geld om ervan te slenteren hier veel Duitse toeristen. profiteren, en er ontstond grote jaloezie door de ongelijke verdeling van de rijkdom. De 50-plussers Wolin Nationaal Park is een 10.000 hectare groot lijken nog steeds in de Sovjettijd te leven. De jonge reservaat. De zeearend vormt het embleem van mensen willen vooral in het buitenland studeren, het Wolinski Park Narodowny, zoals dat in het Pools willen graag reizen. Ze hopen op een toekomst met heet. meer welvaart door een Verenigd Europa.. Hier vind je nog kilometers niemandsland, een woest ‘We wonen in een heel mooi land,’ zegt Krystof. Hij gebied. In de moerasbossen broeden zeearenden in is een intelligente, ambitieuze jongeman, moeiteloos reusachtige nesten dicht bij het water. Ze jagen op spreekt hij Engels en belichaamt alles waar dit land vis en watervogels. Aan de oostelijke Oderdelta vind voor staat: gedrevenheid en vooruit komen. je de grootste populatie zeearenden van Europa, Hij is ingenieur en werkt als officier op een hun vleugelwijdte bedraagt 2,5 meter. containerschip van 300 meter. Ze varen in vier Dit eiland heeft nog een andere publiekstrekker: de dagen van Lissabon naar New York, zo heeft hij alle žubr, de Europese bison. Deze bijna uitgestorven havens van de wereld gezien… door zijn verrekijker. diersoort is vanuit de poesta van Białowieską Toen hij onze boot aan de kademuur zag liggen, succesvol hergeïntroduceerd op het eiland Wolin. vroeg hij of wij werkelijk helemaal van België naar Op het eiland Wolin kan je heerlijk fietsen. Maar hier waren gevaren, hoe gek je daarvoor moet zijn. om 17 u wordt de draaibrug bediend en wij willen Nu zitten we samen op onze achterkuip, we drinken vandaag nog vertrekken, slechts twintig kilometer een Belgisch biertje. Ik schenk onze laatste Jupiler en twee uren varen scheiden ons van Kamién uit met een beetje weemoed – nu zo ver van huis Pomorski. hecht ik plots bijzondere waarde aan dingen van thuis, en later zal ik dan wellicht de Poolse spulletjes KAMIÉN POMORSKI koesteren die we nu verzamelen. kaarsengeur en zwarte Madonnas... Werkloze mannen zitten met halve liters bier te niksen op de kademuur, ze roken of kauwen We liggen afgemeerd tegen de kaaimuur van pruimtabak. Rillen ze in dit gure weer? Ze zijn Kamién Pomorski, een pittoresk provinciestadje, slecht gekleed. Ook in dit provinciestadje zijn de waar de gierende noordwesterwind van over de tegenstellingen confronterend. lagune ongehinderd komt opzetten. Ontketende Krystof vertelt: ‘De hoog opgeleiden hebben natuurelementen horen bij de wilde schoonheid van goede jobs en verdienen hoge salarissen, maar de oostelijke Oderdelta. We zijn nog 8 km verwijderd er staat geen maat op de onbetaalde overuren van de Baltische Zee. die ze verplicht voor hun baas moeten presteren. De stad ligt op tien meter boven de zeespiegel, het
31
Ongeschoolden zijn sukkelaars.’ Een stroom van mensen beweegt zich voort langs de kade. Zijn ze anders dan de mensen thuis? Als we reizen, zoeken we de verschillen, maar gek genoeg zijn er alleen maar gelijkenissen. Mensen overal ter wereld lijken op mekaar, ze reageren op dezelfde manier. Zijn ze gelukkig? Vraag ik mij af. Armer zijn ze zeker. Krystof merkt schamper op dat de tijd voorbij is dat de Polen tegen slechte betaling werkten in Duitsland en België. Ze verkiezen steeds vaker werk in eigen land. Ondertussen hebben ze ontdekt dat er ook problemen zijn in onze westerse samenleving, bij ons heerst een ander soort armoede, vereenzaming en vervreemding. Polen houden van gezelligheid, vriendschap, gezinsleven en familiebanden. Russisch is de tweede taal in Polen. In Kamién Pomorski is nog niets te merken van de snelheid waarmee het Engels in de grote steden oprukt. Laat dit zo blijven want alles heeft een prijs. Is daardoor dit stadje nog zo authentiek? We geraken nauwelijks onze złoty kwijt. In de kruidenierswinkels is een klein aanbod verpakte producten, die voor ons niet te ontcijferen zijn en niet aanzetten tot consumeren, maar er is donker desembrood en chrzan, dat is Poolse worst met mierikswortel. En sernik, kaastaart. Ook in het restaurantje, aan het pleintje bij de vissershaven, botsen we op een onvertaald Pools menu. We bestellen barszcz, dat is heerlijke, zure rode bietensoep en zandacz, snoekbaars. Ik hou ervan om de Poolse woorden over mijn tong te laten rollen. En te luisteren naar hun gesprekken, naar het ritme en de klank van de Poolse taal. In de wervelende opeenvolging van korte klinkers en de tongbrekende combinaties van medeklinkers trz rszcz chrzc ... weerklinkt het karakter van de Polen: vriendelijk, maar onverzettelijk. In het straatje aan de overkant pikken de duiven tussen de pantoffels van de oude vrouwen die met gekruiste enkels op plastic stoelen voor hun deur zitten, ze zien er grappig uit alsof ze hun kleren vonden in een oude doos op zolder. De auto’s staan ongesloten op straat, sleutel in het contact, iedereen loopt bij iedereen binnen en buiten, deuren blijven openstaan, alles ademt ontspanning.
...Ik was al aan het varen toen jullie nog in de wieg lagen
Alleen wij en de meeuwen op de kademuur, waar de golven van deze nacht slierten wier en enorme plassen achterlieten. We haasten ons naar het havenkantoortje. “Ach betalen,’ antwoordt de havenmeester schouderophalend, hij heeft een ruige kop met sluwe oogjes en ziet er in zijn kraaknette uniform verdacht vermomd uit. ‘Jullie zijn onze gasten.’ Hij heeft ons vriendelijk ontvangen met een formele handdruk, liet ons plaats nemen in diepe fauteuils, en vroeg ons om zelf de gegevens in duidelijke blokletters op te schrijven, hij zou het later overschrijven in zijn officieel boek - als hij alleen was. We zijn blij verrast. ‘Ik was al aan het varen toen jullie nog in de wieg lagen,’ vervolgt hij. Wellicht heeft hij onze leeftijd
Kamién Pomorski: haven, kathedraal, en Wolin poort
32
verkeerd ingeschat want zo oud ziet hij er niet uit, tenzij hij eerder leerde varen dan lopen, maar we begrijpen wat hij bedoelt. Hij bezit de ervaring van een heel leven als visser op wild water, wij zijn boottoeristen op een luxejachtje. Met een beperkte woordenschat Duits en aanwijzend op de kaart, krijgen we een prima briefing over de laatste verzande kilometers op de Dziwna die ons in één ruk naar zee zal stuwen.
HOE RUIKT DE BALTISCHE ZEE ?
Vandaag is de lagune rusteloos als een hongerige haai. De wolken boven lijken dreigender dan gisteren. Als het water tegen de kademuur slaat, vliegt het stuifwater tot hoog in de lucht. We zijn nu zo dicht bij ons doel, nu mogen we niet aarzelen, we moeten doorzetten. Vooral als we horen dat het weer de volgende dagen niet beter wordt. Nog acht kilometer scheiden ons van de plek waar Dziwna uitmondt in de Baltische Zee, aan de beruchte Oderse bocht waar harde wind gewoon is. ‘Kijk eens hoe mooi het is’ dit zeggen we zo vaak tegen mekaar als we op de brug zitten te kijken naar het wilde landschap. De stilte is zo volledig. Zwarte aalscholvers vliegen rakelings boven het water, ze vormen sierlijke slierten en stijgen of dalen in lange cirkels. De meeuwen zijn echt wit. Al zijn de boeien klein, we vinden ze vlot. Toch liggen ze ver uit mekaar en we weten niet goed wat we eraan hebben. Onze dieptemeter is belangrijk. Het water versmalt, we naderen het kustdorpje Dziwnów. De klapbrug opent zich voor ons. We passeren de vissershaven, er is zelfs een jachthaventje. Neen, we zijn niet geïnteresseerd in het stadje vlakbij, de roomijsventers, de strandballenverkopers, de zonnekloppers, de drukte van de Poolse vakantiegangers. We varen verder langs de estakades en komen vanzelf op deze onbekende zee. Van hieruit kan je naar negen verschillende Europese landen varen.
De Baltische Zee in Dziwnów
Het uitzicht is bedwelmend. Ruikt deze zee zilter dan bij ons? Hoe voelt de wind aan? Wilder dan bij ons? Hoe is de kleur van het licht boven dit water? De meeuwen vliegen weg naar een horizon zonder einde. We weten dat ze steeds terugkeren. Dit is ons eindpunt.
Vaarkaarten voor Polen
De Oder Die Nördliche Oder & die Peene - Sportschifffartskarten Binnen - Nautische Veröffentlichung Arnis (D) Stettiner Haff Sportschifffahrtskarten Stettiner Haff S43 - Nautische Veröffentlichung - Arnis (D) Baltische Zee Küstenhandbuch Polen und Litauen - Edition Maritim - Hamburg (D) Poolse Binnenwateren Van de Poolse binnenwateren blijken (nog) geen vaarkaarten te bestaan. Wie verder wil varen dan de Oder zal zich moeten tevreden stellen met wegenkaarten, en de goede raad van Poolse binnenschippers. Veel geluk !! Wie naar het populaire merengebied in het noordoosten van Polen (Mazurië) wil varen kan zich ook behelpen met een vaargids uitgegeven door de "Deutscher Kanu Verband": DKVAuslandsführer Nordosteuropa. Deze kano-vaarroutes zijn uiteraard niet echt geschikt voor motorboten. Maar de meren en verbindingskanalen zijn zeer goed in kaart gebracht.
Meer over de vaartochten van de Tundra Queen: http://users.pandora.be/tundraqueen
33