Trends & cijfers facilitaire dienstverlening
Zicht op arbeidsmarkt en onderwijs 2014 - 2015
Colofon Uitgave Kenwerk Maria Montessorilaan 11-17 2719 DB Zoetermeer Telefoon: 079 360 14 00 Website: www.kenwerk.nl Auteurs Marije van de Grift Bernadette Dijkstra Annemarie de Mooij Eline van den Berg Met medewerking van Romy Chhik
© 2014 Kenwerk De digitale versie van Trends & cijfers facilitaire dienstverlening is beschikbaar op de website van Kenwerk (www.kenwerk.nl/trendsencijfers). Overname voor eigen gebruik is toegestaan onder bronvermelding. Drukfouten en/of andere onvolkomenheden voorbehouden.
Voorwoord Voor u ligt Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-2015. In deze rapportage gaan we in op het beroepsonderwijs, de arbeidsmarkt en de aansluiting tussen deze twee voor de sector. In 2014 hadden we nog altijd te maken met de effecten van de crisis van de afgelopen jaren. Het aantal faillissementen in 2014 is in vergelijking met 2013 gedaald, maar nog altijd veel hoger dan in 2008. Hoewel zich een kleine economische groei lijkt voor te doen, is deze niet krachtig genoeg om het aantal banen te laten toenemen. Met name voor de jeugd, startend op de arbeidsmarkt, is dit een probleem. In 2014 stond het bestrijden van de jeugdwerkloosheid dan ook volop in de belangstelling. Het UWV en CPB verwachten voor 2015 een kleine groei in het aantal banen. Dit betekent dat de arbeidsmarkt in 2015 nog steeds niet aan iedereen een passende baan kan bieden. In 2015 staan voor het mbo grote veranderingen op de agenda:
De opheffing van de 17 kenniscentra beroepsonderwijs en bedrijfsleven. De wettelijke taken worden vanaf 1 augustus belegd bij de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB).
De invoering van de nieuwe Branche Kwalificatiestructuur (BKS). Belangrijk daarbinnen zijn de keuzedelen; hiermee kunnen onderwijsinstellingen snel inspelen op bijvoorbeeld veranderingen in het bedrijfsleven. Met de nieuwe structuur wordt het voor onderwijsinstellingen mogelijk om nauw aan te sluiten op arbeidsmarkt in hun regio.
Omdat tot een arbeidsmarktrelevant opleidingsaanbod te komen en om (toekomstige) leerlingen inzicht te geven in het arbeidsmarktperspectief van een opleiding is informatie over de onderwijsen arbeidsmarkt cruciaal. Kenwerk voorziet hierin door middel van de publicatie Trends & cijfers 2014-2105. Vanaf 2015 zal een deel van deze informatie door de SBB worden gepubliceerd.
Alien Cnossen Algemeen directeur Kenwerk
Inhoudsopgave
Inleiding ............................................................................................................. 1 Leeswijzer .......................................................................................................... 3 Leren in de praktijk ............................................................................................ 7 Onderwijs ........................................................................................................... 7 Leerbedrijven .................................................................................................... 10 Kans op een stage .............................................................................................. 11 Werken ............................................................................................................. 15 Arbeidsmarkt facilitaire dienstverlening ................................................................. 15 Vraag op de arbeidsmarkt ................................................................................... 16 Concurrentie op de arbeidsmarkt .......................................................................... 17 Kans op werk..................................................................................................... 19 Samenvatting en vooruitblik............................................................................. 23 Tabellenboek .................................................................................................... 27 Bronnenlijst ...................................................................................................... 35 Verantwoording ................................................................................................ 36 Afkortingen en begrippenlijst ........................................................................... 38
Inleiding Trends en cijfers Jaarlijks publiceert Kenwerk informatie over ontwikkelingen in het beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Trends & cijfers facilitaire dienstverlening bevat kwantitatieve informatie over beroepsopleidingen, het leren in de praktijk en de aansluiting op de arbeidsmarkt voor de facilitaire dienstverlening. De andere sectoren waar Kenwerk zich op richt, horeca, bakkerij, reizen en recreatie, worden beschreven in aparte publicaties. Het doel van Trends & cijfers facilitaire dienstverlening is bij te dragen aan de afstemming van het onderwijsaanbod op de arbeidsmarktbehoefte, nationaal en regionaal. Vooral waar sprake is van overschotten of tekorten is beleidsmatige sturing van belang. Kenwerk vervult hierin een brugfunctie als kenniscentrum, met als uiteindelijke doel een goede aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven in de betreffende sectoren. Deze publicatie geeft inzicht in de onderwijs- en arbeidsmarkt van de facilitaire dienstverlening en de optelsom van deze twee: de kans op een stage en de kans op werk. De rapportage onderscheidt zich van andere arbeidsmarktrapportages in deze branche omdat gerapporteerd wordt over de verschillende kwalificaties waarop opleidingen worden aangeboden in de facilitaire dienstverlening. Dit vertaalt zich in een hoog niveau van detail en diepgang. Rapporteren op kwalificatieniveau is mogelijk omdat Kenwerk als kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven beschikt over unieke gegevensbronnen. Zo heeft Kenwerk inzicht in het aantal erkende leerbedrijven via het Register erkende leerbedrijven en zijn bij Kenwerk regionale adviseurs werkzaam die beschikken over jarenlange ervaring en uitgebreide kennis van de stage- en arbeidsmarkt in de sectoren horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. De gegevens worden in een breder perspectief geplaatst door ze te vergelijken met gegevens die ter beschikking worden gesteld door onder andere DUO, het ministerie van OCW, de Vereniging Hogescholen, CBS, Jobfeed (via SBB), UWV en brancheorganisaties. Doel en doelgroepen Trends & cijfers facilitaire dienstverlening wordt door Kenwerk gemaakt in het kader van zijn wettelijke taak en is met name bedoeld voor onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en sociale partners. Zij kunnen informatie uit deze publicatie gebruiken voor de vormgeving en onderbouwing van hun beleid. De kans op een stage en de kans op werk zijn interessant voor iedereen die aan een (vervolg)opleiding wil beginnen of zich wil oriënteren op de arbeidsmarkt bij het zoeken naar een baan of het veranderen van werkomgeving. Vanzelfsprekend kan het rapport ook gebruikt worden door studiekeuze- en loopbaanadviseurs. In samenwerking met de andere kenniscentra verschijnt de prognose-informatie ook op www.kansopstage.nl en www.kansopwerk.nl.
Leeswijzer Opbouw Er zijn vijf publicaties Trends & cijfers, één voor elke sector waarop Kenwerk zich richt: horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. De publicaties zijn onafhankelijk van elkaar te lezen. Doordat de rapportages zo veel mogelijk parallel zijn opgebouwd, is het mogelijk een vergelijking te maken tussen de verschillende sectoren. Elke Trends & cijfers is opgebouwd uit twee delen: Leren in de praktijk en Werken. Leren in de praktijk beschrijft de ontwikkelingen in het onderwijs en de perspectieven op de stage- en leerbanenmarkt. Werken beschrijft de ontwikkelingen, de vraag en de concurrentie op de arbeidsmarkt gevolgd door de arbeidsmarktperspectieven per kwalificatie en regio. De publicatie eindigt met een samenvatting en vooruitblik en een tabellenboek. In het tabellenboek zijn alle in de tekst genoemde cijfers terug te vinden. Om de leesbaarheid van Trends & cijfers te vergroten, is de uitleg van begrippen en afkortingen, waar mogelijk, opgenomen in een begrippenlijst in plaats van in de tekst. De begrippenlijst vindt u achter in iedere Trends & cijfers. Daarnaast wordt er in Trends & cijfers gerapporteerd over schooljaren, bijvoorbeeld 2013-2014. Deze worden zo veel mogelijk afgekort naar het inschrijfjaar; in dit voorbeeld 2013. Kwalificaties In Trends & cijfers worden alleen kwalificaties beschreven waarop daadwerkelijk inschrijvingen zijn. Daarbij worden de kwalificaties steeds aangeduid met de meest recente termen. Een vergelijking met eerder gebruikte termen vindt u in het tabellenboek.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
3
Leren in de praktijk Dit eerste hoofdstuk gaat over het middelbaar beroepsonderwijs in de sector facilitaire dienstverlening. We kijken naar aantallen leerlingen, diploma’s en scholen. Vervolgens gaan we in op de doorstroom naar vervolgonderwijs of de arbeidsmarkt en ten slotte belichten we de leerbedrijven en de kans op een stage.
Onderwijs Voortgezet onderwijs In 2013 is het aantal leerlingen in het vmbo opnieuw gestegen. Sinds 2011 is het aantal leerlingen met vijf procent gestegen. Het aantal leerlingen op het havo en vwo nam licht af ten opzichte van een jaar eerder, met ongeveer vier procent. Op het vmbo volgen de meeste leerlingen, 40%, de theoretische leerweg. Dit percentage neemt de afgelopen jaren geleidelijk toe. Het totaal aantal vmbo-leerlingen is net als vorig jaar toegenomen met ongeveer drieduizend. Naast de theoretische leerweg hebben veel mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening een vooropleiding binnen de sectoren economie en zorg & welzijn. Binnen de sector economie is de afdeling handel & administratie het meest relevant. Binnen de sector zorg & welzijn geldt dit voor het intrasectorale programma (ISP) en voor verzorging. Het aantal leerlingen op deze afdelingen neemt de laatste jaren af. In 2013 zaten in totaal 39.821 leerlingen op de afdelingen handel & administratie, verzorging en zorg & welzijn-ISP. Dat is een daling van 4% ten opzichte van het jaar ervoor, en een daling van 39% ten opzichte van 2006. In onderstaande figuur is de relatieve ontwikkeling per opleiding opgenomen vanaf 2007. 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
0% -10% -20%
-22%
-30% -40%
-39%
-50%
-48%
-60% Zorg & welzijn-ISP
Handel & administratie
Verzorging
Figuur 1: Relatieve afname ten opzichte van 2006 van vmbo-leerlingen zorg & welzijn-ISP, handel & administratie en verzorging, 2007-2013. Bron: DUO (2014)
Middelbaar beroepsonderwijs Vergeleken met vorig jaar zien we een daling in het aantal mbo-leerlingen. Het gaat om een daling van 1%. In 2013 was het totaal aantal leerlingen in het mbo 495.215. Het aantal leerlingen facilitaire dienstverlening is voor het tweede jaar op rij gestegen. De stijging is bijna tien procent. In onderstaande figuur zijn de mutaties van het aantal leerlingen van jaar op jaar weergegeven voor alle mbo-sectoren en de sector facilitaire dienstverlening.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
7
2013 2012
3,6%
-2,0% -1,0% -0,9%
2011 2010
9,9%
-1,0%
-12,0%
-15%
1,1% -10%
-5%
0%
Mbo facilitaire dienstverlening
5%
10%
Mbo totaal
Figuur 2: Mutaties aantal leerlingen ten opzichte van het voorgaande jaar voor mbo totaal en mbo facilitaire dienstverlening, 2010-2013. In percentages. Bron: DUO (2014)
Kwalificatie en leerweg De sector facilitaire dienstverlening kent opleidingen op twee niveaus: niveau 2 en 4. Deze opleidingen zijn zowel in de bol- als in de bbl-leerweg te volgen. 86% van de leerlingen facilitaire dienstverlening volgt de bol-leerweg en 14% de bbl-leerweg. In figuur 3 is het aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening in schooljaar 2013-2014 weergegeven, naar niveau en leerweg. De opleiding facilitair leidinggevende in de bol-variant is de populairste opleiding onder mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening. Bbl
Bol
Totaal
295
884
1.179
131
1.764
1.895
426
2.648
3.074
14%
86%
100%
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Totaal Percentage totaal
Figuur 3: Aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening naar kwalificatie, niveau en leerweg, 2013. Bron: DUO (2014)
Scholen en leerlingen Bij 31 mbo-onderwijsinstellingen worden één of meer opleidingen facilitaire dienstverlening aangeboden. Gemiddeld zitten er 99 leerlingen facilitaire dienstverlening op een school. Bijna 60% van de mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening heeft het vmbo als vooropleiding afgerond. 17% heeft alleen de basisvorming afgerond, 8% heeft alleen de basisschool afgerond. Een groep van 14% komt van een andere mbo-opleiding; 11% van een mbo 1- of mbo 2-opleiding en 3% van een opleiding op niveau 3 of 4. Ten slotte heeft 4% voorafgaand aan de opleiding het havo of vwo afgerond.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
8
14%
8%
4%
17%
58% Basisonderwijs
Basisvorming
Vmbo
Havo/vwo
Mbo
Figuur 4: Vooropleiding van mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening, 2013. Bron: DUO (2014)
Gediplomeerden: door- en uitstroom In het schooljaar 2012-2013 hebben 893 leerlingen een diploma facilitaire dienstverlening behaald. De meeste diploma’s, 54%, gingen naar niveau 4 leerlingen. 46% ging naar niveau 2 leerlingen. Het aantal diploma’s is, in tegenstelling tot het aantal leerlingen, gedaald vergeleken met een schooljaar eerder. Het aantal diploma’s is gedaald met 2%. Maar liefst 81% van de diploma’s ging naar bol-leerlingen. 17% van de diploma’s was voor bblleerlingen. Daarnaast ging 2% van de diploma’s naar zogenaamde extraneus- of examenleerlingen. Deze leerlingen zijn alleen ingeschreven voor de examens en niet voor onderwijs of begeleiding. Het aandeel bol is toegenomen ten opzichte van vorig jaar, toen was 69% van de diploma’s een bol-diploma. Van de mbo-gediplomeerden facilitaire dienstverlening in 2013 stroomt 53% direct de arbeidsmarkt op. 28% kiest voor een vervolgopleiding in het hbo en 20% voor een vervolgopleiding in het mbo. Vergeleken met andere mbo-opleidingen is het aantal leerlingen dat doorstroomt naar het hbo hoog. In onderstaande figuur wordt de doorstroom weergegeven voor gediplomeerden van mbo facilitaire dienstverlening in 2010, 2011, 2012 en 2013.
Figuur 5: Doorstroom gediplomeerden naar jaar voor mbo facilitaire dienstverlening. Bron: DUO (2011-2014)
Wanneer we kijken naar de doorstroom per kwalificatie valt op dat met name de leerlingen op niveau 2 de arbeidsmarkt opstromen. 59% van hen kiest voor de arbeidsmarkt tegen net niet de helft, 48%, van de niveau 4 leerlingen. Van de niveau 4 leerlingen kiest 50% voor een vervolgopleiding in het hoger onderwijs. Vorig jaar stroomde bijna driekwart van de mbo leerlingen facilitair medewerker de arbeidsmarkt op na het behalen van het diploma.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
9
Middelbaar beroepsonderwijs
Hoger beroepsonderwijs
Arbeidsmarkt
40%
1%
59%
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Totaal
2%
50%
48%
20%
28%
53%
Figuur 6: Doorstroom gediplomeerden 2012-2013 naar kwalificatie en niveau. Bron: DUO (2014)
Leerbedrijven Praktijkleren door middel van stages is een belangrijk element in het mbo. De stages van leerlingen moeten plaatsvinden bij erkende leerbedrijven. Kenwerk beheert het Register erkende leerbedrijven voor de branche facilitaire dienstverlening. Medio 2014 zijn 2.720 mbo-leerbedrijven erkend voor de sector facilitaire dienstverlening in Nederland en nog eens 15 in het buitenland. Zes van de buitenlandse leerbedrijven zitten in de Verenigde Staten, drie zitten er op Curaçao. Het aantal leerbedrijven in het buitenland is ten opzichte van 2013 afgenomen met vier, het aantal binnenlandse leerbedrijven is fors toegenomen met 236 bedrijven. Deze toename komt met name door de erkenning van een nieuwe bedrijfsketen met een groot aantal locaties. Daarnaast zijn er door de vernieuwing van het kwalificatiedossier meer bedrijven die zich herkennen in de werkzaamheden en meer leerlingen die voor de opleiding hebben gekozen. Dit vraagt om meer en meer diverse leerbedrijven. Erkende leerbedrijven hebben vaak erkenningen voor meerdere kwalificaties. Bovendien kunnen leerbedrijven uit een bepaalde sector ook erkend zijn voor een kwalificatie die tot een andere sector behoort. Het aantal leerbedrijven per kwalificatie kan hierdoor hoger uitvallen dan het totaal absoluut aantal leerbedrijven in de sector. Bij deze laatste telling worden namelijk alleen de leerbedrijven meegenomen die op basis van hun hoofdactiviteit erkend zijn voor een bepaalde sector. In onderstaande figuur is per kwalificatie weergegeven hoeveel erkende leerbedrijven er zijn in Nederland. Erkende leerbedrijven Niveau 2 Facilitair medewerker
3.411
Niveau 4 Facilitair leidinggevende
3.048
Figuur 7: Erkende leerbedrijven naar kwalificatie. Peildatum 16 juni 2014. Bron: Kenwerk (2014)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
10
Kans op een stage Deze paragraaf geeft een indicatie van de kans op een stage of leerbaan voor de kwalificaties in de facilitaire dienstverlening. De regionale perspectieven zijn samengesteld op basis van leerlingaantallen per kwalificatie en het aantal leerbedrijven. Er zijn ruim voldoende stageplaatsen voor mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening. De opleiding wordt overwegend in de bol-leerweg gevolgd. In de huidige stagemarkt geven bedrijven over het algemeen de voorkeur aan bol-stagiairs boven bbl-stagiairs. Het vinden van een plek op niveau 4 is iets makkelijker dan het vinden van een plek op niveau 2. In sommige regio’s is het aantal leerplaatsen gedaald door bezuinigingen op en/of sluiting van overheidsorganisaties en publieke instellingen. Bijvoorbeeld in de zorgsector. In een aantal gevallen is er ook sprake van verdringing: een hbo-student krijgt een stageplaats in plaats van een mbo-leerling.
In de tabel op de volgende pagina is per regio en kwalificatie de kans op een stage weergegeven. De kleuren geven een indicatie van de perspectieven. De categorieën zijn als volgt ingedeeld:
Goed
Ruim voldoende
Voldoende
Matig
Gering
100%/26%
25%/11%
10%/-10%
-11%/-25%
-26%/-100%
Niet beschikbaar
De percentages verwijzen naar de relatieve kans op een stage: welk percentage van de leerlingen kan geplaatst worden op basis van het beschikbaar aantal leerbedrijven in de regio.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
11
Noord Drenthe
Friesland
Oost Groningen
Achterhoek
Food Valley
IJssel-
Midden-
vechtstreek
Gelderland
StedenRivierenland
Zuid-
driehoek
Twente
Gelderland
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Bronnen: DUO (2014) en Kenwerk (2014) Middenwest Flevoland
Noordwest
Gooi- en
Haag-
Holland-
Midden-
Midden-
Oost-
ZH-
Groot-
Vechtstreek
landen
Rijnland
Holland
Utrecht
Utrecht
Centraal
Amsterdam
NH- ZaanstreekNoord
Waterland
ZuidKennemerland
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Bronnen: DUO (2014) en Kenwerk (2014) Zuidwest Drechtsteden
Zuidoost West-
Gorinchem
Rijnmond
Brabant
Zeeland
Helmond-
Midden-
Midden-
Noord-
Noordoost-
Zuid-
Zuidoost-
De Peel
Brabant
Limburg
Limburg
Brabant
Limburg
Brabant
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Bronnen: DUO (2014) en Kenwerk (2014)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
12
Werken Dit deel beschrijft de arbeidsmarkt in de facilitaire dienstverlening. Het gaat in op het aantal bedrijven en werknemers en geeft een beeld van de arbeidsmarkt. De laatste paragrafen belichten de kans op werk vanuit verschillende invalshoeken: de vraag op de arbeidsmarkt, de concurrentie op de arbeidsmarkt en, tot slot, de kans op werk per regio en per mbo-kwalificatie.
Arbeidsmarkt facilitaire dienstverlening In de nieuwe indeling van het CBS (SBI 2008) is facility management als nieuwe categorie opgenomen (SBI-code 8110). In de oude indeling (SBI ’93) kwam deze categorie nog niet voor. Het CBS heeft gegevens beschikbaar over het aantal bedrijven en de bedrijfsgrootte in de periode 2011 – 2014. Trends van de periode vóór 2011 kunnen wij afleiden uit (door ons eerder gepubliceerde) cijfers van het marktonderzoek De Nederlandse Facility Management Markt van FMN & Twynstra Gudde (2012). Vanwege verschillende gehanteerde indelingen van de categorie facilitaire dienstverlening (o.a. op het gebied van schoonmaak, catering, beveiliging) zijn de cijfers van het CBS en het genoemde marktonderzoek niet te vergelijken. Bedrijven en werknemers Uit de rapportage De Nederlandse Facility Management Markt blijkt dat na een jarenlange groei het aantal facilitaire aanbieders in de periode 2009 – 2011 met 6% is afgenomen. 26.000 25.000 24.000 23.000 22.000 21.000 20.000 2003
2005
2007
2009
2011
Figuur 8: Aantal facilitaire aanbieders 2003-2011. Bron: FMN & Twynstra Gudde (2012)
Het CBS rapporteert in 2014 een totaal van 1.000 facilitaire bedrijven1. Het merendeel (ongeveer 90%) van de bedrijven wordt gevormd door eenmanszaken (1 werkzaam persoon). In de periode 2011 – 2014 is het totaal aantal facilitaire bedrijven licht afgenomen (-3%). Uit het marktonderzoek van FMN & Twynstra Gudde (2012) blijkt dat facilitaire diensten bij bedrijven en instellingen in toenemende mate worden uitbesteed aan een gespecialiseerd bedrijf. Dit is terug te zien in de uitbestedingsgraad die in de periode 2003-2011 is gestegen van 58% naar 64%. Het aantal uitbestede medewerkers is echter voor het eerst gedaald van ongeveer 315.600 in 2009 tot 301.400 in 2011.
1 SBI (811) Facility Management omvat een combinatie van diensten in een vestiging van de cliënt. Deze diensten omvatten interieurreiniging, technisch onderhoud, afvalbeheer, bewaking en beveiliging, postzaken, receptie en andere ondersteunende diensten; verhuren van tijdelijke werkplekken met ICT, catering en advies. Schoonmaakbedrijven zijn bij het CBS ingedeeld in een aparte categorie (SBI-code 812).
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
15
Ruim de helft van het totaal aantal uitbestede medewerkers is werkzaam in het deelgebied schoonmaakdienstverlening. Daarna zijn de meeste uitbestede medewerkers werkzaam in de deelgebieden technisch beheer en onderhoud, en beveiliging. Interieurbeplanting
700 1384
Kantoormeubilair Integrated facility management
1.500
Kantoorbenodigdheden
1.873 2.121
Verhuizingen Wagenparkbeheer
4.432
Afvalmanagement
5.225
Automatencatering
7.603
Textielverzorging
7.810
Document services
8.169 12.961
Contractcatering
20.500
Koeriersdiensten Beveiliging
31.365
Technisch beheer en onderhoud
31.645
164.115
Schoonmaakdienstverlening 0
50.000
100.000
150.000
Figuur 9: Aantal uitbestede medewerkers per deelgebied 2012. Bron: FMN & Twynstra Gudde (2012)
Het ING Economisch Bureau (2014) signaleert dat de markt voor facilitaire dienstverleners krimpt, maar dat tegelijkertijd het aantal ondernemingen blijft toenemen. Deze toename wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de groei van het aantal zzp’ers in de branche. Om te overleven in een krimpende markt verbreedt de facilitaire dienstverlener zijn werkterrein steeds meer.
Vraag op de arbeidsmarkt Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit de Jobfeed-vacaturebank. Jobfeed heeft toegang tot alle vacatures op internet. Kenwerk heeft vanuit zijn expertise beroepen uit de vacaturetitels gekoppeld aan mbo-kwalificaties en mbo-niveaus. Een deel van het totaal aantal vacatures wordt echter niet op internet geplaatst. Daarom zijn de vacatures door middel van ophoogfactoren opgehoogd om de realiteit zo goed mogelijk te benaderen. De cijfers vormen een indicatie van de ontwikkeling en spreiding van het aantal vacatures. Aantal vacatures per kwalificatie In de periode van december 2013 tot en met juli 2014 zijn er in de facilitaire dienstverlening ongeveer 2.500 vacatures ontstaan. Een totale daling van bijna 9% ten opzichte van het vorige jaar. De daling geldt echter niet voor het aantal vacatures voor Facilitair leidinggevende; dat aantal is met bijna 25% toegenomen.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
16
2.000 1.800
1.723
1.600 1.400 1.200
Facilitair medewerker
1.000 839
800
Facilitair leidinggevende
600 400 200 0 2011
2012
2013
2014*
Figuur 10: Aantal vacatures facilitaire dienstverlening, januari t/m juli 2011-2014*. Bron: Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014) *2014 is afwijkende periode: december 2013 t/m juli 2014
Aantal vacatures per regio De meeste vacatures voor facilitair medewerkers en facilitair leidinggevenden verschenen in en rond Amsterdam en Den Haag; zie figuur 11. Regio’s met relatief weinig vacatures voor facilitair dienstverleners zijn o.a. Gorinchem, Food Valley en Helmond-De Peel. Hier is de vraag naar medewerkers in de facilitaire dienstverlening laag. Groot-Amsterdam
398
Haaglanden
219
Midden-Utrecht
162
Rijnmond
128
Zuid-Limburg
119
Noordoost-Brabant
92
Noord-Holland-Noord
85
Midden-Brabant
79
Friesland
77
West-Brabant
73 0
100
200
300
400
500
Figuur 11: Tien arbeidsmarktregio’s met de meeste ontstane vacatures facilitaire dienstverlening, december 2013 t/m juli 2014. Bron: Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014)
Concurrentie op de arbeidsmarkt Schoolverlaters van de mbo-opleidingen facilitaire dienstverlening ondervinden op de arbeidsmarkt concurrentie van andere schoolverlaters en andere niet-werkende werkzoekenden in diezelfde richting. Het aantal niet-werkende werkzoekenden kan niet volledig in kaart gebracht worden. Enerzijds heeft dit te maken met het feit dat niet alle werkzoekenden zich inschrijven bij het UWV. Dit geldt met name voor jongeren omdat zij vaak niet in aanmerking komen voor een uitkering. Anderzijds kan het voorkomen dat iemand die staat ingeschreven als werkzoekende niet direct inzetbaar is op de arbeidsmarkt.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
17
Figuur 12 toont de ontwikkeling van het aantal niet-werkende werkzoekenden dat ingeschreven staat bij het UWV voor functies die overeenkomen met de kwalificaties Facilitair medewerker en Facilitair leidinggevende. Het gaat alleen om niet-werkende werkzoekenden die korter dan een halfjaar zijn ingeschreven en mbo-gediplomeerd zijn. Zij kunnen als een directe concurrent van de schoolverlaters gezien worden omdat zij een relatief kleine afstand tot de arbeidsmarkt hebben.
600 500 447 400
374
300
2013 2014
200 100 0
Figuur 12: Aantal niet-werkende werkzoekenden per maand 2013-2014. Bron: UWV (2014)
Het aantal niet-werkende werkzoekenden ligt in 2014 hoger dan het jaar ervoor. Vanaf juli neemt het aantal niet-werkende werkzoekenden ook nog eens toe.
Noord
75
Overijssel en Gelderland-Noord
64
48 42
Midden- en Oost-Brabant
88
47
Den Haag en Leiden
47
Utrecht en Flevoland
47
58 54 2014
45 44
Gelderland-Midden en -Zuid Rijnmond
32
Limburg
32 33
Noord-Holland-Noord
32 32 20
West-Brabant en Zeeland Groot-Amsterdam
26
23 0
2013 44
20
35 40
60
80
100
Figuur 13: Aantal niet-werkende werkzoekenden per regio, januari 2013-2014. Bron: UWV (2014)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
18
Om een onderlinge vergelijking te maken per regio2, is gekeken naar het aantal niet-werkende werkzoekenden in de maand januari3. Het aantal niet-werkende werkzoekenden is het hoogst in de regio Noord. Naar verwachting ervaren schoolverlaters van facilitaire opleidingen in het noorden mogelijk veel concurrentie op de arbeidsmarkt. In de regio’s Groot-Amsterdam, West-Brabant en Zeeland is het aantal niet-werkende werkzoekenden dat een baan zoekt in de facilitaire dienstverlening het laagst. Hier is de concurrentie op de arbeidsmarkt dan ook minder groot dan in de andere regio’s.
Kans op werk ‘Kans op werk’ is een indicator voor het arbeidsmarktperspectief van een gediplomeerde schoolverlater (beginnend beroepsbeoefenaar) in het verlengde en op het niveau van de gevolgde opleiding. De indicator is gebaseerd op de verhouding tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Het aantal gediplomeerden is al enkele jaren redelijk stabiel. Het aantal vacatures op niveau 2 is gedaald en het aantal vacatures op niveau 4 is gestegen. De kans op werk is voor niveau 2 is nog steeds overwegend voldoende tot goed, op een paar regio’s na. Op niveau 4 is het ondanks meer vacatures, moeilijker om een baan te vinden. Bedrijven nemen voor deze functies hbogediplomeerden aan, waardoor sprake is van verdringing. Ook de bezuinigingen op en/of sluiting van bijvoorbeeld zorg- en overheidsinstellingen heeft negatief effect op de werkgelegenheid in de facilitaire dienstverlening. In de tabellen op de volgende pagina is per regio en kwalificatie de kans op werk weergegeven. De kleuren geven een indicatie van de arbeidsmarktperspectieven. De categorieën zijn als volgt ingedeeld: Goed
Ruim voldoende
Voldoende
Matig
Gering
Niet beschikbaar
2 Voor de overzichtelijkheid en vanwege lage aantallen heeft het UWV de 35 arbeidsmarktregio’s geclusterd onder 11 hoofdregio’s. De arbeidsmarktregio’s per hoofdregio staan weergegeven in het tabellenboek. 3 Bij regio’s en jaartallen waar geen balk is weergegeven, is het aantal niet-werkende werkzoekenden lager dan tien. Het UWV geeft in dit geval geen details weer omdat de aantallen te laag zijn.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
19
Noord Drenthe
Friesland
Oost Groningen
Achterhoek
Food Valley
IJssel-
Midden-
Vechtstreek
Gelderland
StedenRivierenland
Zuid-
driehoek
Twente
Gelderland
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Bronnen: DUO (2014) en Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014) Middenwest Flevoland
Noordwest
Gooi- en
Haag-
Holland-
Midden-
Midden-
Oost-
ZH-
Groot-
Vechtstreek
landen
Rijnland
Holland
Utrecht
Utrecht
Centraal
Amsterdam
NH- ZaanstreekNoord
Waterland
ZuidKennemerland
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Bronnen: DUO (2014) en Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014)
Zuidwest Drechtsteden
Zuidoost West-
Gorinchem
Rijnmond
Brabant
Zeeland
Helmond-
Midden-
Midden-
Noord-
Noordoost-
Zuid-
Zuidoost-
De Peel
Brabant
Limburg
Limburg
Brabant
Limburg
Brabant
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Bronnen: DUO (2014) en Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
20
Samenvatting en vooruitblik Stijging aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening Hoewel het totaal aantal mbo-leerlingen voor het derde jaar op rij afneemt, is er opnieuw een stijging van het aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening waarneembaar. De stijging van het aantal leerlingen is er zowel op niveau 2 als op niveau 4. Kans op een stage of leerbaan is ruim voldoende tot goed Er zijn meer dan voldoende leerplaatsen beschikbaar voor mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening. Wel geven organisaties steeds vaker de voorkeur aan bol-stagiairs boven bblstagiairs. Door bezuinigingen op publieke en overheidsorganisaties is het in sommige regio’s lastiger om een stage of leerbaan te vinden. Ook verdringing door hbo-studenten komt voor. Medio 2014 zijn er 2.720 leerbedrijven facilitaire dienstverlening in Nederland. Doorstroom gediplomeerden facilitaire dienstverleners Van de mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening stroomt na het behalen van het diploma 53% de arbeidsmarkt op. Dat is minder dan de jaren daarvoor (circa 60%). Een groot deel kiest er nu voor om door te leren. Op niveau 2 gaat het om 40% dat een vervolgopleiding in het mbo gaat volgen. Van de gediplomeerden niveau 4 kiest 50% voor een vervolgopleiding in het hbo. Kans op werk De facilitair medewerker is een breed inzetbare, uitvoerende medewerker die in veel verschillende contexten kan werken en goede perspectieven heeft op de arbeidsmarkt. De laatste jaren zijn er meer eenmanszaken of ZZP’ers in de branche te vinden. Dit heeft deels invloed op het aantal vacatures. Het aantal ontstane vacatures voor facilitair medewerkers en facilitair leidinggevenden is in 2014 in totaal licht gedaald ten opzichte van een jaar eerder. Deze daling wordt veroorzaakt door een daling van het aantal vacatures op niveau 2. Op niveau 4 is het aantal vacatures namelijk zelfs gestegen. Het aantal gediplomeerden is de afgelopen jaren ongeveer gelijk gebleven maar op niveau 4 ondervindt men concurrentie op de arbeidsmarkt van hbo-studenten. Grofweg is de kans op werk voor niveau 2 voldoende tot goed en voor niveau 4 iets moeilijker.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
23
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
24
Tabellenboek Overzicht regio’s District4
Hoofdregio UWV
Arbeidsmarktregio
Noord
Noord
Drenthe Friesland Groningen
Oost
Overijssel en
IJssel-Vechtstreek
Gelderland-Noord
Stedendriehoek Twente
Gelderland-Midden en
Achterhoek
-Zuid
Food Valley Midden-Gelderland Rivierenland Zuid-Gelderland
Middenwest
Utrecht en Flevoland
Flevoland Gooi- en Vechtstreek Midden-Utrecht Oost-Utrecht
Den Haag en Leiden
Haaglanden Holland-Rijnland Midden-Holland Zuid-Holland-Centraal
Noordwest
Groot-Amsterdam
Groot-Amsterdam
Noord-Holland-Noord
Noord-Holland-Noord Zaanstreek-Waterland Zuid-Kennemerland
Zuidwest
Rijnmond
Drechtsteden Gorinchem Rijnmond
Zuidoost
West-Brabant en
West-Brabant
Zeeland
Zeeland
Midden- en Oost-
Helmond-De Peel
Brabant
Midden-Brabant Noordoost-Brabant Zuidoost-Brabant
Limburg
Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg
4
De zes districten die in de rapportage gebruikt worden, zijn gebaseerd op de vroegere CWI-districten.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
27
Kwalificaties Kenwerk Facilitaire dienstverlening Naam kwalificatie
Crebo-nummers
Oude benaming
Niveau 2 Facilitair medewerker
95751 94170 91330 10891 10440
Niveau 4 Facilitair leidinggevende
95750 94180 91320 10892 10438
Medewerker facilitaire dienstverlening
N.b. Om de leesbaarheid te vergroten, zijn kwalificaties die betrekking hebben op eindtermenonderwijs en kwalificaties vanuit het beroepsgerichte onderwijs samengenomen waar deze enigszins met elkaar te vergelijken zijn.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
28
Leren in de praktijk 1. VM2 Vmbo Havo Vwo
Aantal leerlingen bovenbouw vmbo, havo en vwo 2009-2013 2009 2010 2.600 3.900 205.100 200.300 108.800 110.300 120.900 121.900
2011 3.700 201.100 110.600 120.800
2012
2013
208.101 113.700 120.800
211.564 111.202 117.168
Bron: Ministerie van OCW (2014) Aantal vmbo-leerlingen 3e en 4e leerjaar per sector 2010-2013 2010 2011 Economie 28.600 26.357 Landbouw 15.602 15.772 Techniek 28.743 27.134 Zorg & welzijn 31.119 30.338 Intersectorale programma's 18.756 25.752 Theoretische leerweg 77.064 78.583 Totaal 199.884 203.936 2.
2012 24.765 15.551 25.740 29.750 30.675 81.620
2013 24.215 15.636 26.341 29.583 31.581 84.208
208.101
211.564
Bron: DUO (2011-2014) 3.
Aantal vmbo-leerlingen Z&W-ISP, H&A en verzorging 3e en 4e leerjaar 2009-2013 2009 2010 2011 2012
2013
Zorg & welzijn-ISP
18.229
16.838
16.588
16.719
16.298
Handel & administratie
17.289
15.386
14.184
13.617
12.594
Verzorging
12.581
11.711
11.488
10.997
10.929
48.099
43.935
42.260
41.333
39.821
Aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening 2009-2013 2009 2010 2.369 2.274 700 426 3.069 2.700
2011 2.303 371 2.674
2012 2.419 350 2.769
2013 2.648 426 3.074
Totaal Bron: DUO (2010-2014) 4. Bol Bbl Totaal
Bron: DUO (2010-2014) 5.
Aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening per kwalificatie en per leerweg 2013 Bbl Bol
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Totaal Percentage totaal
Totaal
295
884
1.179
131 426 14%
1.764 2.648 86%
1.895 3.074 100%
Bron: DUO (2014) 6.
Mutaties aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening per kwalificatie en per leerweg 2013 t.o.v. 2012, absolute aantallen Bbl Bol
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Totaal
Totaal
44
127
171
32 76
102 229
134 305
Bron: DUO (2013, 2014)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
29
7. Regio
Aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening per regio en per school 2013 School
Noord
Oost
Middenwest
Noordwest
Zuidwest
Zuidoost
Aantal leerlingen
Alfa-college Noorderpoort Drenthe College ROC Friese Poort Friesland College ROC Menso Alting ROC Aventus Deltion College Landstede Rijn IJssel Graafschap College ROC Nijmegen ROC van Twente ROC van Flevoland ROC Leiden ROC Midden Nederland MBO Amersfoort ROC Mondriaan Regio College ROC Horizon College ROC Nova College ROC van Amsterdam ROC TOP ROC Albeda College ROC West-Brabant Zadkine Koning Willem I College Arcus College Gilde Opleidingen ROC Ter AA ROC Tilburg Summa College
120 27 107 24 90 18 86 62 57 144 74 95 157 20 90 272 7 132 16 156 80 310 91 224 62 127 39 143 76 35 133 3.074
Totaal Bron: DUO (2013) 8.
2009 2010 2011 2012 2013
Vooropleiding mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening 2009-2013 (afgerond op hele procenten) Basis Basis onderwijs vorming Vmbo Vmbo tl Mbo 1-2 Mbo 3-4 Havo/ vwo 14% 19% 27% 21% 14% 3% 2% 10% 19% 29% 25% 12% 2% 2% 9% 20% 29% 26% 13% 2% 3% 7% 17% 32% 25% 12% 3% 4% 8% 17% 33% 25% 11% 3% 4%
Bron: DUO (2010-2014)
9.
Aantal mbo-diploma’s facilitaire dienstverlening 2009-2012 Bbl
Bol
Extraneus
Totaal
2009
216
557
131
904
2010
229
529
49
807
2011
242
625
41
908
2012
153
725
15
893
Bron: DUO (2010-2014)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
30
10.
Aantal mbo-diploma’s per kwalificatie en per leerweg 2012 Bbl Niveau 2
Bol
Extraneus
Totaal
Facilitair medewerker Niveau 4
119
284
9
412
Facilitair leidinggevende Totaal
34 153
441 725
6 15
481 893
Mutaties aantal mbo-diploma’s per kwalificatie en per leerweg 2012 t.o.v. 2011 Bbl Bol Extraneus Niveau 2
Totaal
Bron: DUO (2014) 11.
Facilitair medewerker Niveau 4
-92
54
-19
-57
Facilitair leidinggevende Totaal
3 -89
46 100
-7 -26
42 -15
Bron: DUO (2013, 2014) 12.
Door- en uitstroom van gediplomeerden facilitaire dienstverlening 2013 Middelbaar Hoger onderwijs beroepsonderwijs
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Totaal
Arbeidsmarkt
40%
1%
59%
2% 20%
50% 28%
48% 53%
Bron: DUO (2014) 13.
Aantal erkende mbo-leerbedrijven facilitaire dienstverlening binnenland 2010-2014 2010 2011 2012 2013
Facilitaire dienstverlening
2.594
2.244
2.454
2.484
2014 2.720
Bron: Kenwerk (2010-2014) 14.
Aantal erkende mbo-leerbedrijven facilitaire dienstverlening binnenland per kwalificatie 2014 Aantal erkende leerbedrijven
Niveau 2 Facilitair medewerker
3.411
Niveau 4 Facilitair leidinggevende Bron: Kenwerk (2014) N.b. Leerbedrijven zijn vaak erkend voor meer kwalificaties. Daarom kan geen verticale optelling plaatsvinden.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
3.048
31
15.
Aantal erkende mbo-leerbedrijven facilitaire dienstverlening buitenland 2009-2014 2010 2011 2012 2013
2014
1
1
Australië België
1
1
1
8
7
7
3
Cyprus
1
1
1
1
Duitsland
1
1
1
1
1
1
1
1
1
3
5
3
2
1
1
China
1
Curaçao
3
Groot-Brittannië Frankrijk Jordanië Spanje
2
Turkije Verenigde Staten Totaal
13
13
6
6
6
22
19
15
Bron: Kenwerk (2010-2014)
Werken 16a.
Aantal aanbieders en aantal uitbestede medewerkers 2003-2005-2007-2009-2011 2003 2005 2007 2009
Aantal aanbieders Aantal medewerkers uitbesteed
2011
22.506
23.164
24.176
25.666
24.630
304.878
288.551
301.836
315.626
301.403
58%
59%
61%
63%
64%
Uitbestedingspercentage Bron: FMN & Twynstra Gudde (2012) 16b.
Aantal bedrijven naar bedrijfsgrootte in categorie Facility Management van het CBS, 2011 - 2014 2011 2012 2013 2014
1 persoon
975
985
920
890
50
75
80
85
10 - 50 personen
5
5
10
15
> 50 personen
5
5
10
10
1.035
1.070
1.020
1.000
2 - 10 personen
Totaal Bron: CBS (2014): SBI 8110
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
32
17.
Aantal aanbieders en aantal uitbestede medewerkers facilitaire dienstverlening per deelgebied 2012 UitbestedingsAantal medewerkers Aantal aanbieders percentage uitbesteed Afvalmanagement 180 100% 5.225 Automatencatering
50
90%
7.603
1.800
75%
31.365
135
42%
12.961
Document services
23
60%
8.169
Integrated facility management
16
3%
1.500
Interieurbeplanting
30
60%
700
144
100%
1.873
Kantoormeubilair
235
100%
1384
Koeriersdiensten
3.555
90%
20.500
11.040
85%
164.115
6.287
85%
31.645
290
51%
7.810
45
90%
2.121
800
64%
4.432
24.630
73%
301.403
Beveiliging Contractcatering
Kantoorbenodigdheden
Schoonmaakdienstverlening Technisch beheer en onderhoud Textielverzorging Verhuizingen Wagenparkbeheer Totaal Bron: FMN & Twynstra Gudde (2012) 18.
Aantal vacatures facilitaire dienstverlening per kwalificatie januari t/m juli 2011-2014* 2011 2012 2013
2014
Facilitair medewerker
1.005
1.006
1.440
839
Facilitair leidinggevende
1.205
1.026
1.369
1.723
Totaal
2.210
2.032
2.809
2.562
Bron: Jobfeed, bewerking Kenwerk (2014) *2014 is afwijkende periode: december 2013 t/m juli 2014
19.
Aantal ontstane vacatures facilitaire dienstverlening per arbeidsmarktregio december 2013 t/m juli 2014 Aantal ontstane vacatures
Achterhoek
15
Drechtsteden
45
Drenthe
16
Flevoland
52
Food Valley
11
Friesland
77
Gooi- en Vechtstreek
28
Gorinchem
7
Groningen
62
Groot-Amsterdam
398
Haaglanden
219
Helmond-De Peel
11
Holland-Rijnland
73
IJssel-Vechtstreek
58
Midden-Brabant
79
Midden-Gelderland
49
Midden-Holland
10
Midden-Limburg
15
Midden-Utrecht
162
Noord-Holland-Noord
85
Noord-Limburg
28
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
33
Noordoost-Brabant
92
Onbekend
288
Oost-Utrecht
23
Rijnmond
128
Rivierenland
19
Stedendriehoek
38
Twente
28
West-Brabant
73
Zaanstreek-Waterland
19
Zeeland
46
Zuid-Gelderland
24
Zuid-Holland-Centraal
40
Zuid-Kennemerland
65
Zuid-Limburg
119
Zuidoost-Brabant Bron: Jobfeed, bewerkt door Kenwerk (2014)
20.
61
Aantal niet-werkende werkzoekenden in de facilitaire dienstverlening per maand 2013-2014 2013
2014
Januari
466
502
Februari
452
519
Maart
438
494
April
430
480
Mei
401
470
Juni
389
441
Juli
367
405
Augustus
363
425
September
381
447
Oktober
380
November
374
December
374
Bron: UWV (2014) 21.
Aantal niet-werkende werkzoekenden in de facilitaire dienstverlening per regio januari 2013-2014 2013 2014
Groot-Amsterdam
23
35
West-Brabant en Zeeland
36
20
Noord-Holland-Noord
32
32
Limburg
33
32
Rijnmond
44
32
Gelderland-Midden en -Zuid
44
45
Utrecht en Flevoland
47
54
Den Haag en Leiden
47
58
Midden- en Oost-Brabant
47
42
Overijssel en Gelderland-Noord
48
64
Noord
75
88
Bron: UWV (2014)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
34
Bronnenlijst CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek (2007-2014). Statline databank. Den Haag Geraadpleegd in augustus en september 2014. DUO - Dienst Uitvoering Onderwijs (2007-2014). Aantal deelnemers vmbo en mbo. Zoetermeer DUO- Dienst Uitvoering Onderwijs (2009-2014). Aantal gediplomeerden. Zoetermeer DUO - Dienst Uitvoering Onderwijs (2014). Doorstroombestand gediplomeerden. Zoetermeer FMN - Facility Management Nederland & Twynstra Gudde (2012). De Nederlandse Facility Management Markt. Een overzicht van cijfers, trends en ontwikkelingen. Naarden ING Economisch Bureau (2014). Jaarbericht facilitaire dienstverleners. Amsterdam Jobfeed (2014). Telling online vacatures facilitaire dienstverlening 2010-2014. Via SBB, Zoetermeer Kenwerk (2010-2014). Register erkende leerbedrijven. Telling juni 2014. Zoetermeer UWV (2014). Kerncijfers Niet-Werkende Werkzoekenden 2013-2014. Geraadpleegd in november 2014. www.arbeidsmarktcijfers.nl
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
35
Verantwoording Onderwijs De gegevens over onderwijs zijn afkomstig uit tellingen van de Dienst Uitvoering Onderwijs, een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van OCW. Als uitgangspunt voor het aantal leerlingen is telkens het schooljaar 2013-2014 genomen, wat wordt aangeduid als 2013. Voor informatie over gediplomeerden heeft de meest recente informatie betrekking op schooljaar 2012-2013. De gegevens met betrekking tot aantal leerlingen en aantal diploma’s zijn steeds gebaseerd op tellingen per 1 oktober van het betreffende jaar. Het aantal leerlingen wordt dus aan het begin van het schooljaar geteld, waarbij geen rekening wordt gehouden met uitval. Het aantal diploma’s wordt aan het eind van het afgelopen schooljaar geteld. In dit rapport wordt alleen het aantal mbo-leerlingen in kaart gebracht dat een opleiding volgt op een roc. Daarnaast wordt alleen gerapporteerd over kwalificaties waarop leerlingen zijn ingeschreven. Daarbij kunnen scholen leerlingen inschrijven op een algemeen nummer binnen één van de vier niveaus, maar ook op een specifieke uitstroom van het betreffende niveau. Bij de inschrijving op een algemeen nummer (een ‘nul-nummer’) is nog niet bekend welke uitstroom de leerling kiest. Hierdoor kan een enigszins vertekend beeld ontstaan. Bij het berekenen van het aantal leerlingen, scholen en diploma’s naar regio is steeds de hoofdvestiging van de roc’s als uitgangspunt genomen. Aangezien roc’s meerdere vestigingen kunnen hebben, in verschillende regio’s, kunnen kleine afwijkingen bestaan. Leerbedrijven De gegevens over leerbedrijven zijn afkomstig uit het Register erkende leerbedrijven van Kenwerk. Als uitgangspunt is een telling genomen van peildatum 16 juni 2014, wat wordt aangeduid als 2014. Leerbedrijven uit een bepaalde sector kunnen ook erkend zijn voor een kwalificatie die tot een andere sector behoort. Het aantal leerbedrijven per kwalificatie kan hierdoor hoger uitvallen dan het totaal absoluut aantal leerbedrijven in de sector. Bij deze laatste telling worden namelijk alleen de leerbedrijven meegenomen die op basis van hun hoofdactiviteit erkend zijn voor een bepaalde sector. Kans op een stage De prognoses voor leerplaatsen zijn per kwalificatie berekend op basis van het aantal erkende leerbedrijven en het aantal ingeschreven leerlingen per kwalificatie. De gebruikte bronnen zijn het Register erkende leerbedrijven en de DUO-tellingen van het ministerie van OCW. Bol-leerlingen lopen vaak gedurende een bepaalde periode stage. Tijdens een schooljaar gaan we ervan uit dat er gemiddeld twee bol-leerlingen in dezelfde periode als één bbl-leerling stagelopen. Bol-leerlingen worden dan ook als 0,5 en bbl-leerlingen als 1 gerekend. De formule voor de berekening van de kans op een stage is als volgt: het aantal leerlingen gedeeld door het aantal leerbedrijven per kwalificatie. Om de relatieve prognoses te berekenen wordt het totaal na deze formule vermenigvuldigd met -100. Tot slot zijn de berekende prognoses aan de regioadviseurs van Kenwerk voorgelegd ter verificatie. Wanneer de prognoses niet volledig stroken met hun ervaringen in de betreffende regio, zijn kleine wijzigingen aangebracht.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
36
Werken Voor dit deel is gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Standaard worden de meest recente tellingen van het CBS gebruikt voor gegevens over aantallen bedrijven en werknemers. Waar beschikbaar worden deze aangevuld met gegevens vanuit brancheorganisaties en relevante onderzoeksrapporten. De informatie over vacatures wordt verkregen via Jobfeed. Jobfeed is een vacaturebank met toegang tot alle vacatures op internet. Niet alle vacatures worden echter uitgezet via internet. Om het totaal aantal vacatures zo goed mogelijk te benaderen, is gebruikgemaakt van ophoogfactoren die beleidsonderzoeksbureau Panteia heeft ontwikkeld voor Jobfeed. Deze ophoogfactoren zijn vastgesteld op basis van het type bedrijfssector en het beroep. Kenwerk heeft vanuit zijn expertise beroepen uit de vacaturetitels gekoppeld aan mbo-kwalificaties en -niveaus om inzicht te geven in de spreiding en ontwikkeling van het aantal vacatures. Voor het in beeld brengen van de concurrentie van niet-werkende werkzoekenden op de arbeidsmarkt is gebruikgemaakt van de online beschikbare arbeidsmarktinformatie van het UWV. Hierbij zijn relevante beroepen uit de databank gekoppeld aan de mbo-kwalificaties en -niveaus. Kans op werk Om de arbeidsmarktperspectieven op het niveau van kwalificaties inzichtelijk te maken, is het aantal gediplomeerden dat de arbeidsmarkt opstroomt per kwalificatie en per regio afgezet tegen het aantal vacatures uit Jobfeed per kwalificatie en per regio. Tot slot zijn de arbeidsmarktperspectieven aan de regioadviseurs van Kenwerk voorgelegd ter verificatie. Wanneer de perspectieven niet volledig stroken met hun ervaringen in de betreffende regio, zijn kleine wijzigingen aangebracht.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
37
Afkortingen en begrippenlijst Afkortingen bbl
beroepsbegeleidende leerweg
bol
beroepsopleidende leerweg
bpv
beroepspraktijkvorming
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CT
consumptieve technieken
DUO
Dienst Uitvoering Onderwijs
hbo
hoger beroepsonderwijs
FMN
Facility Management Nederland
mbo
middelbaar beroepsonderwijs
ministerie van OCW
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
roc
regionaal opleidingen centrum
VM2
vmbo/mbo - niveau 2
vmbo
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
vmbo tl
vmbo theoretische leerweg
vo
voortgezet onderwijs
wo
wetenschappelijk onderwijs
zorg & welzijn-ISP
zorg & welzijn breed-intrasectoraal programma
Begrippenlijst bbl
Een bbl-opleiding bestaat voor minimaal 60% uit praktijk. Mensen die een bbl-opleiding volgen, werken met een arbeidsovereenkomst in een leerbedrijf en gaan meestal één dag in de week naar school voor de theoretische onderbouwing.
bpv
De beroepspraktijkvorming is een belangrijk en verplicht onderdeel van iedere mboopleiding. Bpv is de algemene term voor de stage (bij bol-opleiding) of de leerbaan (bij bbl-opleiding) die de leerling in de praktijk bij een erkend leerbedrijf uitvoert.
bol
Deelnemers van een bol-opleiding hebben tijdens hun opleiding één of meer stageperioden. De bol-opleiding bestaat voor minimaal 20% en maximaal 60% uit beroepspraktijkvorming.
erkend leerbedrijf
Bedrijven die op basis van vaste criteria zijn geaccrediteerd als leerbedrijf. Erkende leerbedrijven zijn opgenomen in een landelijk register. Een leerbedrijf kan op verschillende kwalificaties en niveaus erkend zijn: voor vmbo, mbo of beide.
Jobfeed
Jobfeed is een vacaturespider die alle online vacatures op opspeurt en registreert.
kwalificatie
Een kwalificatie is de inhoud van het diploma, vastgelegd in een kwalificatiedossier.
mbo
Het mbo kent twee leerwegen, bbl en bol, en vier opleidingsniveaus:
niveau 1: assistent (assisterend, ondersteunend beroepsbeoefenaar);
niveau 2: vakman (uitvoerend, ondersteunend beroepsbeoefenaar);
niveau 3: vakman of voorman (uitvoerend, vaktechnisch corrigerend, begeleidend,
niveau 4: vakman of middenkaderfunctionaris (uitvoerend tot leidinggevend,
instruerend, aansturend en adviserend beroepsbeoefenaar); coördinerend tot beleidsbepalend, begeleidend tot innoverend beroepsbeoefenaar). mbo-
Hieronder vallen regionale opleidingen centra (roc’s), agrarische opleidingscentra
onderwijsinstellingen
(aoc’s), vakinstellingen en overige mbo-instellingen (een hbo-school met een mboafdeling en een instelling voor auditief gehandicapten).
VM2
VM2 is een experiment waarbij vmbo-leerlingen die naar het mbo willen, niet over hoeven te stappen naar een andere school. Zij kunnen verder leren in hun vertrouwde
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
38
omgeving. Dat gebeurt door het integreren van de bovenbouw in de vmbobasisberoepsgerichte leerweg in het mbo-niveau 2. vmbo
Aan het einde van de tweede klas kiezen vmbo-leerlingen een leerweg en een sector. Er zijn vier leerwegen: de basisberoepsgerichte leerweg, de gemengde leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg en de theoretische leerweg. Elke leerweg biedt andere doorstroommogelijkheden naar het mbo. De basisberoepsgerichte leerweg leidt op naar mbo-opleidingen op niveau 2. De kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerwegen bereiden leerlingen voor op mbo-opleidingen op niveau 3 en 4. In elke leerweg kan gekozen worden voor één van de vier sectoren; economie, zorg & welzijn, techniek en landbouw. De theoretische leerweg valt niet onder een sector, maar is te vergelijken met de vroegere mavo.
vo
Alle soorten voortgezet onderwijs beginnen met de onderbouw. Deze duurt voor vmbo twee en voor havo/vwo drie jaar. In de onderbouw volgen leerlingen een breed vakkenpakket dat in principe voor iedereen hetzelfde is.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2014-20155
39