Trends & cijfers facilitaire dienstverlening
Zicht op arbeidsmarkt en onderwijs 2012 - 2013
Colofon Uitgave Kenwerk Maria Montessorilaan 11-17 2719 DB Zoetermeer Telefoon: 079 360 14 00 Website: www.kenwerk.nl Auteurs J.D.M. Krol MSc Drs. M. van de Grift
© 2012 Kenwerk De digitale versie van Trends & cijfers facilitaire dienstverlening is beschikbaar op de website van Kenwerk (www.kenwerk.nl/trendsencijfers). Overname voor eigen gebruik is toegestaan onder bronvermelding. Drukfouten en/of andere onvolkomenheden voorbehouden.
Voorwoord In het nieuwe regeerakkoord zijn de plannen voor het mbo gepresenteerd. Het actieplan ‘Focus op vakmanschap’ wordt verder uitgevoerd. Speerpunten zijn het verminderen van het aantal opleidingen en het vergroten van de macrodoelmatigheid in het mbo. Eenvoudige structuur Een arbeidsmarktrelevant, doelmatig en toegankelijk aanbod van mbo-opleidingen, dat is het streven van de overheid. Het vereenvoudigen van de kwalificatiestructuur vormt hierin een belangrijke basis. In samenwerking met sectorale partners heeft Kenwerk hier een eerste aanzet toe gedaan. In 2013 worden de nieuwe dossiers getest en vanaf het schooljaar 2014-2015 kunnen scholen leerlingen inschrijven op de nieuwe kwalificatiedossiers. Macrodoelmatigheid Naast een vereenvoudigde kwalificatiestructuur speelt ook de macrodoelmatigheid van het opleidingsaanbod een rol. Afstemming op regionaal niveau over de behoefte van het regionale bedrijfsleven en het bijpassende opleidingsaanbod is hierbij van belang. Belangrijke onderwerpen bij deze afstemming zijn de ontwikkelingen in het onderwijs, de vraag op de arbeidsmarkt, arbeidsmarktprognoses en de arbeidsmarktperspectieven per sector. Voor u ligt Trends & cijfers facilitaire dienstverlening. Dit rapport bevat een unieke bundeling van kwalitatieve en kwantitatieve informatie over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het beroepsonderwijs. De informatie is gespecificeerd naar het niveau van de mbo-facilitaire dienstverlening beroepen, zowel landelijk als regionaal. Een document dat niet mag ontbreken bij de afstemming over het opleidingsaanbod. Samenwerking Deze Trends & cijfers is tot stand gekomen door de samenwerking met onze sectorale partners vanuit het bedrijfsleven en beroepsonderwijs. Hiervoor willen we onze partners dan ook hartelijk danken!
Alien Cnossen algemeen directeur Kenwerk
Inhoudsopgave Inleiding........................................................................................................................... 1 Leeswijzer ........................................................................................................................ 3 Leren in de praktijk .......................................................................................................... 7 Onderwijs ......................................................................................................................... 7 Voortgezet onderwijs ....................................................................................................... 7 Middelbaar beroepsonderwijs ............................................................................................ 9 Hoger beroepsonderwijs .................................................................................................. 12 Leerbedrijven ................................................................................................................. 12 Kans op een stage .......................................................................................................... 14 Werken........................................................................................................................... 17 Arbeidsmarkt facilitaire dienstverlening ........................................................................ 17 Bedrijven en werknemers ................................................................................................ 17 Facility manager ............................................................................................................. 18 Trends en ontwikkelingen .............................................................................................. 18 Vraag op de arbeidsmarkt .............................................................................................. 19 Concurrentie op de arbeidsmarkt ................................................................................... 20 Kans op werk ................................................................................................................. 21 Samenvatting en vooruitblik .......................................................................................... 25 Tabellenboek .................................................................................................................. 29 Bronnenlijst.................................................................................................................... 39 Verantwoording ............................................................................................................. 40
Afkortingen en begrippenlijst ........................................................................... 42
Inleiding Jaarlijks publiceert Kenwerk informatie over ontwikkelingen in het beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Trends & cijfers facilitaire dienstverlening bevat kwantitatieve informatie over beroepsopleidingen, het leren in de praktijk en de aansluiting op de arbeidsmarkt voor de facilitaire dienstverlening. De andere sectoren waar Kenwerk zich op richt, horeca, bakkerij, reizen en recreatie, worden beschreven in aparte publicaties. Deze publicatie geeft inzicht in de onderwijs- en arbeidsmarkt van de facilitaire dienstverlening en de match tussen deze twee: de kans op een stage en de kans op werk. De rapportage onderscheidt zich van andere arbeidsmarktrapportages in deze branche doordat er gerapporteerd wordt over alle kwalificaties waarop opleidingen worden aangeboden in de facilitaire dienstverlening. Dit vertaalt zich in een hoog niveau van detail en diepgang. Rapporteren op kwalificatieniveau is mogelijk doordat Kenwerk als kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven beschikt over unieke gegevensbronnen. Zo heeft Kenwerk inzicht in het aantal erkende leerbedrijven via het Register erkende leerbedrijven. Daarnaast zijn bij Kenwerk adviseurs werkzaam die beschikken over jarenlange ervaring en uitgebreide kennis van de stage- en arbeidsmarkt in de sectoren horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. De gegevens worden in een breder perspectief geplaatst door ze te vergelijken met gegevens die ter beschikking worden gesteld door onder andere het ministerie van OCW, de HBO-raad, CBS, Jobfeed, UWV en brancheorganisaties. Doel en doelgroepen Kenwerk verzorgt Trends & cijfers facilitaire dienstverlening in het kader van zijn wettelijke taak. Het trendrapport is vooral bedoeld voor onderwijsinstellingen, bedrijfsleven, sociale partners en organisaties gericht op arbeidsvoorziening. Zij kunnen informatie uit deze publicatie gebruiken voor de vormgeving en onderbouwing van hun beleid. Daarnaast zijn de prognoses van belang voor mensen die aan een (vervolg)opleiding willen beginnen en mensen die zich willen oriënteren op de arbeidsmarkt bij het zoeken naar een baan of het veranderen van werkomgeving. De informatie is ook interessant voor mensen die deze groepen willen voorlichten, zoals studiekeuze- en loopbaanadviseurs. In samenwerking met de andere kenniscentra verschijnt de prognose-informatie ook op www.kansopstage.nl en www.kansopwerk.nl. Het doel van Trends & cijfers facilitaire dienstverlening is afstemming van het onderwijsaanbod op de arbeidsmarktbehoefte, nationaal en regionaal. Vooral waar sprake is van overschotten of tekorten is beleidsmatige sturing van belang. Kenwerk vervult hierin een brugfunctie als kenniscentrum, met als uiteindelijke doel een goede aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven in de betreffende sectoren. Actuele ontwikkelingen en prognoses In de laatste raming van september 2012 voorspelt het CPB voor 2012 een krimp van de Nederlandse economie met 0,5%. Voor 2013 zijn de voorspellingen gunstiger en wordt een groei van het bruto binnenlands product met 0,75% verwacht. De binnenlandse bestedingen door zowel consument als overheid blijven echter achter. Aan de andere kant trekt de export aan. Dit heeft onder andere te maken met een licht herstel van de wereldhandel in 2013 (CPB, 2012).
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
1
De situatie op de arbeidsmarkt blijft echter somber. Zowel dit jaar als volgend jaar wordt een daling van de werkgelegenheid voorspeld. In 2013 is de werkloosheid naar verwachting gemiddeld 5,75%. Dit percentage is sinds het midden van de jaren negentig niet meer voorgekomen (CPB, 2012). De werkgelegenheidsontwikkeling verschilt sterk per regio. In de meeste regio’s is sprake van krimp, met als uitschieters decentrale regio’s, zoals Limburg en de Achterhoek. Aan de andere kant laten vier regio’s in zowel het bevolkingsaantal als de werkgelegenheid een groei zien: Flevoland, Midden-Holland, GrootAmsterdam en Zuid-Gelderland (UWV, 2012). Naast regionale verschillen zijn er ook sectorale verschillen in de werkgelegenheid. Het aantal banen neemt het sterkst af in de sectoren industrie, bouw en bij de overheid. In de zorg & welzijn groeit het aantal banen. Bovenstaande ontwikkelingen schetsen een beeld van de landelijke situatie. Deze rapportage biedt een gedetailleerd beeld van de arbeidsmarkt- en onderwijssituatie in de facilitaire dienstverlening en de aansluiting tussen deze twee: de kans op een stage en de kans op werk. Hiermee kan dit rapport gebruikt worden als solide basis voor het formuleren van prognoses en het onderbouwen van beleid.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
2
Leeswijzer Opbouw Er zijn vijf publicaties Trends & cijfers, één voor elke sector waarop Kenwerk zich richt: horeca, bakkerij, reizen, recreatie en facilitaire dienstverlening. De publicaties zijn onafhankelijk van elkaar te lezen. Doordat de rapportages zo veel mogelijk parallel zijn opgebouwd, is het mogelijk een vergelijking te maken tussen de verschillende sectoren. Elke Trends & cijfers is opgebouwd uit twee delen: Leren in de praktijk en Werken. Leren in de praktijk beschrijft de onderwijsmarkt, de markt van het praktijkleren en de perspectieven op de markt van het praktijkleren. Werken beschrijft de arbeidsmarkt, trends en ontwikkelingen in de sector, de vraag op de arbeidsmarkt, de concurrentie op de arbeidsmarkt en de arbeidsmarktperspectieven. De publicatie eindigt met een samenvatting en vooruitblik en een tabellenboek. In het tabellenboek zijn alle in de tekst genoemde cijfers terug te vinden. Om de leesbaarheid van Trends & cijfers te vergroten, is de uitleg van begrippen en afkortingen, waar mogelijk, opgenomen in een begrippenlijst in plaats van in de tekst. De begrippenlijst vindt u achter in iedere Trends & cijfers. De gegevens in Trends & cijfers worden zo veel mogelijk regionaal gepresenteerd. Daarbij wordt de indeling van de voormalige zes CWI-districten gebruikt. Een koppeling van deze zes regio’s aan de huidige dertig arbeidsmarktregio’s is terug te vinden in het tabellenboek. Daarnaast vindt u op www.kenwerk.nl/regiocijfers dertig regiocijfers met kerninformatie over onderwijsaanbod, arbeidsmarktbehoefte en stage- en arbeidsmarktperspectieven per arbeidsmarktregio. Kwalificaties In Trends & cijfers worden alleen kwalificaties beschreven waarop daadwerkelijk inschrijvingen zijn en/of scholen bestaan die de kwalificaties aanbieden. Daarbij worden de kwalificaties steeds aangeduid met de meest recente termen. Een vergelijking met eerder gebruikte termen vindt u in het tabellenboek.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
3
Leren in de praktijk Dit eerste hoofdstuk gaat in op het middelbaar beroepsonderwijs in de sector facilitaire dienstverlening. In de eerste paragraaf wordt ingegaan op onderwijs in de sector facilitaire dienstverlening. Het aantal mbo-leerlingen, diploma’s en scholen wordt belicht. Ook beschrijven we de voor- en vervolgopleidingen van mbo-leerlingen en daarmee de doorstroom in de beroepskolom: van vmbo naar mbo en van mbo naar hbo. In de tweede paragraaf staan de leerbedrijven centraal, zowel nationaal als internationaal. Tot slot geeft dit hoofdstuk in de derde paragraaf zicht op de kans op een stage in de facilitaire dienstverlening.
Onderwijs Voortgezet onderwijs In 2011 kende het voortgezet onderwijs in Nederland bijna 950.000 leerlingen. Na een lichte daling in 2008 neemt het aantal leerlingen de laatste jaren weer toe. In 2009 kende het voortgezet onderwijs 935.000 leerlingen, in 2010 waren dit er ongeveer 940.000. Toch gaan een stuk minder leerlingen dan een aantal jaar geleden na het basisonderwijs naar het vmbo. Vergeleken met 2007 is de instroom in het vmbo met 8% afgenomen. In dezelfde periode nam de instroom in het havo met 5% toe en in het vwo met 1%. Omdat de relatie tot het mbo-onderwijs in deze publicatie centraal staat, is met name de bovenbouw van het voortgezet onderwijs interessant om nader te bekijken. In onderstaande figuur wordt de ontwikkeling in de aantallen leerlingen in de bovenbouw van de verschillende onderwijstypen weergegeven. 225
223,4
200
205,1
201,1
175 150 125
100
120,9
120,8
113,6 100,7
110,6
108,8
2006
2009
Vmbo
Havo
2011
Vwo
Figuur 1: Aantallen leerlingen in de bovenbouw naar onderwijstype. Bron: OCW
Naast het reguliere onderwijs is het interessant te kijken naar de zogenaamde vmbo-mbo2 (VM2) leerroute. In dit traject zijn het vmbo en mbo-2 tot één opleiding geïntegreerd om de leerroute voor leerlingen soepeler te laten verlopen. Deze route bestaat sinds 2008. Het aantal leerlingen dat deze opleidingsvorm volgt, is tussen 2008 en 2011 gestegen van duizend naar 3.700. De meeste vmbo-leerlingen, 51%, volgen de theoretische leerweg. De kaderberoepsgerichte leerweg is de op één na grootste stroming; 25% van de leerlingen volgt deze leerweg. 14% van de vmbo-leerlingen volgt de gemengde leerweg en de overige 10% de basisberoepsgerichte leerweg.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
7
Vmbo gericht op facilitaire dienstverlening De meeste mbo-leerlingen in de sector facilitaire dienstverlening stromen in vanuit de theoretische leerweg. Omdat de overige mbo-leerlingen in de sector facilitaire dienstverlening veelal een vooropleiding hebben binnen de sectoren economie en zorg & welzijn, is het interessant te kijken naar ontwikkelingen in deze opleidingen. Binnen de sector economie is de afdeling handel & administratie het meest relevant. Binnen de sector zorg & welzijn geldt dit voor het intrasectorale programma (ISP) en verzorging. Tussen 2006 en 2010 nam het aantal leerlingen op deze afdelingen af met ruim 30%. Vorig jaar is het aantal leerlingen voor het eerst voorzichtig gestegen met 1% ten opzichte van het jaar daarvoor. In totaal zitten 42.260 leerlingen op de afdelingen zorg & welzijn-ISP, handel & administratie en verzorging. In onderstaande figuur is de ontwikkeling per opleiding opgenomen vanaf 2006. 22.000
21.007 21.045 20.000 20.710 18.000 16.588
16.000 14.000
14.184
12.000 11.488 10.000 8.000 2006
2007
2008
Zorg & welzijn-ISP
2009
Handel & administratie
2010
2011 Verzorging
Figuur 2: Aantal vmbo-leerlingen zorg & welzijn-ISP, handel & administratie en verzorging, 2006-2011. Bron: DUO
In 2011 was de verdeling van leerlingen zorg & welzijn-ISP, handel & administratie en verzorging opgeteld: 13% in de gemengde leerweg, 53% in de kaderberoepsgerichte leerweg en 34% in de basisberoepsgerichte leerweg. De verhouding tussen jongens en meisjes is bij de opleiding handel & administratie 60% om 40%, bij verzorging 13% jongens en 87% meisjes. Bij zorg & welzijn-ISP is de verhouding het meest scheef: 11% is jongen en 89% meisje. AKA-leerlingen AKA is de praktijkgerichte opleiding arbeidsmarktgekwalificeerd assistent. Deze opleiding is er sinds 2004 voor jonge mensen die moeten wennen aan het werkzame leven, kortweg: een opleiding ‘Leren Werken’ voor jonge mensen die liever met hun handen werken en die het beste leren in de praktijk. Het doel van de opleiding is jongeren in hun eigen onderhoud te laten voorzien en hen te laten functioneren in het maatschappelijk leven. In 2011 is ook voor de eerste keer sprake van een daling van het aantal AKA-leerlingen. Ook het aantal scholen waar een AKA-opleiding aangeboden wordt, is afgenomen. In 2010 waren er ruim 12.500 AKA-leerlingen en 46 onderwijsinstellingen die een AKA-opleiding aanboden. In 2011 zijn er nog geen elfduizend AKA-leerlingen en zijn er 41 onderwijsinstellingen die een AKA-opleiding aanbieden. Van de leerlingen die een AKA-opleiding afgerond hebben, stroomde 56% de arbeidsmarkt op en 44% koos voor een vervolgopleiding op het mbo.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
8
Middelbaar beroepsonderwijs In het mbo is in 2011 voor het eerst sinds jaren sprake van een afname van het aantal leerlingen. Waren er in 2010 nog ruim 519.000 leerlingen, in 2011 waren dat er ruim 515.000. In de sector facilitaire dienstverlening daalt het aantal leerlingen al een aantal jaar. Ook in 2011 is het aantal leerlingen gedaald ten opzichte van 2010 naar 2.674 leerlingen. Deze daling is relatief een stuk minder groot dan in 2010 toen het aantal leerlingen ten opzichte van 2009 daalde met 12%. In onderstaande figuur zijn de mutaties weergegeven voor het totale mbo en mbo-facilitaire dienstverlening. -1,0%
2011
2010
-0,8%
-12,0% 0,8% mbo facilitaire dienstverlening -6,7%
2009
1,7%
-3,9%
2008
-15,0%
mbo totaal
0,7%
-10,0%
-5,0%
0,0%
5,0%
Figuur 3: Mutaties aantallen leerlingen ten opzichte van het voorgaande jaar voor mbo totaal en mbo-facilitaire dienstverlening, 2008-2011. In percentages. Bron: DUO
Kwalificatie en leerweg De sector facilitaire dienstverlening kent opleidingen op twee niveaus. Deze opleidingen zijn zowel in de bol- als in de bbl-leerweg te volgen. In het totale mbo volgt 68% de bol-leerweg en 32% de bbl-leerweg. In de sector facilitaire dienstverlening ligt deze verhouding nog schever; 86% van de leerlingen volgt de bol-leerweg en 14% de bbl-leerweg. In figuur 4 is het aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening weergegeven, naar niveau en leerweg. De opleiding facilitair leidinggevende in de bol-variant is de populairste opleiding onder mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening.
Bbl
Bol
Totaal
265
641
906
106
1.662
1.768
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Totaal
371
2.303
2.674
Percentage totaal
13,9%
86,1%
100%
Landelijke verhouding
31,7%
68,4%
100%
Figuur 4: Aantallen mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening naar kwalificatie, niveau en leerweg, 2011. Bron: DUO
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
9
Ontwikkelingen in leerlingaantallen Zoals gezegd, is het aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening ten opzichte van vorig jaar gedaald. Wanneer gekeken wordt naar de afzonderlijke kwalificaties vallen een aantal zaken op. In het tabellenboek achterin is een tabel opgenomen waarin de mutaties in aantallen leerlingen zijn opgenomen. Opvallend is dat voor beide kwalificaties het aantal bol-leerlingen is toegenomen. Het aantal bblleerlingen is daarentegen harder gedaald, waardoor het totaal negatief uitkomt. Het aantal leerlingen voor facilitair medewerker is met 33 leerlingen minder, het hardst gedaald. Scholen Nederland telt 71 mbo-onderwijsinstellingen. Bij 28 van deze instellingen worden één of meer
94
mbo-opleidingen facilitaire dienstverlening aangeboden. Gemiddeld zitten er 96 leerlingen 87
facilitaire dienstverlening per school. De regio’s Middenwest en Zuidwest kennen een hoger
135
gemiddelde, de overige regio’s tellen gemiddeld
96
minder leerlingen per school. In figuur 5 wordt
109
per regio weergegeven hoeveel leerlingen facilitaire dienstverlening er gemiddeld per school 61
zitten. Figuur 5: Gemiddeld aantal leerlingen per school, naar regio. 2011. Bron: DUO
Kenmerken mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening De verhouding man/vrouw in het landelijke mbo is 53% om 47%. Binnen de opleidingen facilitaire dienstverlening geldt een vergelijkbare verhouding: 52% is man en 48% is vrouw. Op niveau 2 is 60% van de leerlingen autochtoon, op niveau 4 hebben ruim acht op de tien leerlingen een autochtone herkomst. In figuur 6 wordt de herkomst van de leerlingen weergegeven naar niveau. In het tabellenboek achterin is een gedetailleerde tabel opgenomen naar herkomst en niveau. 100% 14%
90% 32%
80%
5%
70% 7%
60% 50%
81%
40% 60%
30%
20% 10%
0% Niveau 2
Autochtoon
Westerse allochtoon
Niveau 4
Niet-westerse allochtoon
Figuur 6: Percentages leerlingen facilitaire dienstverlening naar herkomst en niveau, 2011. Bron: DUO
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
10
De leerlingen in de opleidingen facilitaire dienstverlening zijn, vergeleken met andere mboopleidingen, relatief oud. Een opvallend grote groep, 35% van de leerlingen, is ouder dan twintig jaar; 10% van hen is zelfs ouder dan 25 jaar. De regio waar de meeste leerlingen wonen, is Oost met 638 leerlingen facilitaire dienstverlening. De kleinste regio in termen van aantal leerlingen facilitaire dienstverlening is Zuidoost, hier wonen 336 leerlingen. Vooropleiding Ruim de helft van de mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening heeft het vmbo afgerond. 20% heeft alleen de basisvorming afgerond, 9% heeft zelfs alleen de basisschool afgerond. Een groep van 15% komt van een andere mbo-opleiding; 13% van een mbo 1- of 2-opleiding en 2% van een opleiding op niveau 3 of 4. 3% ten slotte, heeft voorafgaand aan de opleiding het havo of het vwo afgerond. 15%
9%
3% 20%
55%
Basisonderwijs
Basisvorming
Vmbo
Havo/vwo
Mbo
Figuur 7: Vooropleiding van mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening, 2011. Bron: DUO
Van alle leerlingen die in 2011 vanuit het vmbo zijn ingestroomd in een mbo-opleiding facilitaire dienstverlening heeft ongeveer 40% de theoretische leerweg gevolgd op het vmbo. Doorstromers naar niveau 2 zijn voor het grootste deel afkomstig van de basisberoepsgerichte leerweg. Op niveau 4 hebben na de theoretische leerweg, de meeste leerlingen een kaderberoepsgerichte leerweg gevolgd. Doorstromers met een andere leerweg dan de theoretische, hebben deze vooral binnen de vmboafdelingen handel & administratie, zorg & welzijn ISP en verzorging gevolgd. Opvallend is dat niveau 2-leerlingen van heel veel verschillende richtingen afkomstig zijn. Gediplomeerde door- en uitstroom In 2010 hebben 810 leerlingen een diploma facilitaire dienstverlening gekregen. De meeste diploma’s, 63%, gingen naar niveau 4-leerlingen. 28% ging naar niveau 2-leerlingen. 9% van de diploma’s ging naar extraneusleerlingen. Het aantal diploma’s is, net als het aantal leerlingen, gedaald ten opzichte van 2009. Bijna twee derde van de diploma’s ging naar bol-leerlingen. 28% van de diploma’s was voor bblleerlingen. Daarnaast ging 14% van de diploma’s naar zogenaamde extraneus- of examenleerlingen. Deze leerlingen zijn alleen ingeschreven voor de examens en niet voor onderwijs of begeleiding. Deze verhoudingen zijn grotendeels vergelijkbaar met voorgaande jaren. Het aantal extraneusdiploma’s is afgenomen met 5% ten gunste van het aantal diploma’s bbl.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
11
Van de mbo-gediplomeerden facilitaire dienstverlening in 2011 stroomt 63% direct de arbeidsmarkt op. 21% kiest voor een vervolgopleiding in het hbo en 16% voor een vervolgopleiding in het mbo. Vergeleken met 2010 is dit geen groot verschil; toen koos 18% voor een vervolgopleiding in het mbo. Vergeleken met het landelijk totaal kiezen veel leerlingen facilitaire dienstverlening voor een vervolgopleiding in het hbo, en relatief weinig voor een vervolgopleiding in het mbo. In onderstaande figuur wordt de doorstroom weergegeven voor mbo facilitaire dienstverlening in 2010 en 2011 en het landelijk totaal voor 2011. 2010
16%
18%
24%
Landelijk totaal
2011
26% 21%
58%
Arbeidsmarkt
Hoger onderwijs
63%
13%
61%
Middelbaar beroepsonderwijs
Figuur 8: Gediplomeerde doorstroom naar jaar, mbo facilitaire dienstverlening en landelijk totaal. Bron: DUO
Hoger beroepsonderwijs In 2010 kozen 173 mbo-gediplomeerden facilitaire dienstverlening voor een vervolgopleiding in het hbo. Veruit de meesten van hen, 38%, kozen voor de bachelor facility management. Dit aantal is vergelijkbaar met 2008 en 2009. Een gedeelde tweede plaats is voor de bacheloropleidingen communicatie en personeel & arbeid, waar 5% van de gediplomeerden facilitaire dienstverlening voor kiest. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Het aantal studenten hbo facility management laat overigens al een aantal jaar een daling van het aantal leerlingen zien.
Leerbedrijven Praktijkleren door middel van stages is een belangrijk element in het mbo. De stages van leerlingen moeten plaatsvinden bij erkende leerbedrijven. Kenwerk beheert het Register erkende leerbedrijven voor de branche facilitaire dienstverlening. Op dit moment zijn 2.454 mboleerbedrijven erkend voor de sector facilitaire dienstverlening in Nederland en nog eens 22 in het buitenland. Zeven van de buitenlandse leerbedrijven zitten op Curaçao, de overige zitten in de Verenigde Staten, Spanje, België, Cyprus, Duitsland en Frankrijk. Het aantal leerbedrijven in het buitenland is ten opzichte van 2010 toegenomen met negen, het aantal binnenlandse leerbedrijven is toegenomen met 210. Naast erkende leerbedrijven mbo zijn er 495 bedrijven in Nederland erkend als AKA-leerbedrijf in de sector facilitaire dienstverlening en zijn 54 bedrijven erkend voor een vmbo-stage en 141 bedrijven voor een leerwerktraject in de sector facilitaire dienstverlening. Erkende leerbedrijven hebben vaak meer erkenningen, bovendien kunnen leerbedrijven uit een bepaalde sector ook erkend zijn voor een kwalificatie die tot een andere sector behoort. Het aantal leerbedrijven per kwalificatie kan hierdoor hoger uitvallen dan het totaal aantal leerbedrijven in de sector. Bij deze laatste telling worden namelijk alleen de leerbedrijven meegenomen die op basis
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
12
van hun hoofdactiviteit erkend zijn voor een bepaalde sector. In onderstaande figuur is per onderwijstype en kwalificatie weergegeven hoeveel erkende leerbedrijven er zijn. Onderwijstype Vmbo
Kwalificatie
Leerbedrijven
Leerwerktraject
54
Stage
141
AKA
495 Buitenland
Mbo
Binnenland
Facilitair medewerker
22 3.213
Facilitair leidinggevende
2.669
Figuur 9: Erkende leerbedrijven naar onderwijstype en niveau. Peildatum 1 juni 2012. Bron: Kenwerk
Leerbedrijven verspreid over Nederland Facilitaire dienstverlening is meer dan welke andere beroepsgroep verspreid over verschillende arbeidsmarktsectoren. Immers, in alle sectoren is behoefte aan facilitair dienstverleners. De verwachting is dan ook dat de spreiding van mbo-leerbedrijven facilitaire dienstverlening over Nederland ongeveer gelijk is aan de spreiding van bedrijven in Nederland. Veruit de meeste bedrijven zitten in het westen van Nederland.
LB: 17,7 LL: 15,7
LB: 10,9 LL: 13,0
Het is opvallend dat het relatieve aandeel leerbedrijven facilitaire dienstverlening het grootst is in de regio Oost; 22,7%. Daarna volgt de regio Middenwest met 21,4% van de leerbedrijven. De
LB: 22,7 LL: 23,9
LB: 21,4 LL: 19,5
regio waar relatief de minste leerbedrijven voorkomen is Noord, hier zit 10,9% van de leerbedrijven. Eerder is aangegeven dat er 2.674 leerlingen facilitaire
LB: 13,6 LL: 15,3
LB: 13,7 LL: 12,6
dienstverlening zijn in 2011 en 2.454 erkende leerbedrijven. Wanneer het relatieve aandeel leerbedrijven afgezet wordt tegen het relatieve aandeel leerlingen in de verschillende regio’s, ontstaat een voorzichtig beeld van krapte en ruimte op de stagemarkt. Hierbij zijn de leerlingen die in het buitenland wonen buiten beschouwing gelaten.
Figuur 10: Relatieve spreiding van leerbedrijven (LB) en leerlingen (LL) facilitaire dienstverlening over de zes districten. 2011.
Zo zit in de regio Noord 10,9% van de leerbedrijven, terwijl 13,0% van de leerlingen in die regio woont. De verwachting is dat het in de regio Noord in verhouding lastiger is om aan een stageplaats te komen dan in andere regio’s. In de regio Noordwest daarentegen zit 17,7% van de leerbedrijven, maar het relatieve aandeel leerlingen is 15,7%. De verwachting is dat het vinden van een stageplaats in deze regio gemakkelijker is dan in de regio Noord. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de stagekansen van leerlingen in de verschillende regio’s naar kwalificatie.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
13
Kans op een stage Praktijkleren vormt een belangrijk onderdeel binnen het mbo-onderwijs. Deze paragraaf geeft voor zes districten1 een inschatting van de kans op een stage voor de kwalificaties in de facilitaire dienstverlening. De perspectieven zijn samengesteld op basis van leerlingaantallen per kwalificatie en gegevens over de gemiddelde bezettingsgraad van leerplaatsen. Er zijn over het algemeen meer dan voldoende leerplaatsen voor mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening. Naast de afname van het aantal leerlingen heeft dit mogelijk ook te maken met het nieuwe kwalificatiedossier facilitaire dienstverlening. Dit biedt scholen de mogelijkheid om de opleidingen in verschillende contexten in te zetten en beter aan te laten sluiten bij de behoefte van het regionale bedrijfsleven. Noord
Oost Midden-
Noord-
Zuid-
Zuid-
west
west
west
oost
Totaal
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Totaal Bronnen: DUO (2011) en Kenwerk (2012)
Goed
Ruim voldoende
Voldoende
Matig
Gering
100%/26%
25%/11%
10%/-10%
-11%/-25%
-26%/-100%
Niet beschikbaar
De percentages verwijzen naar de relatieve kans op een stage: welk percentage van de leerlingen kan geplaatst worden op basis van het beschikbaar aantal leerbedrijven in de regio.
1
Op www.kenwerk.nl/regiocijfers vindt u kerninformatie over onderwijsaanbod, arbeidsmarktbehoefte en stage- en arbeidsmarktperspectieven op het niveau van de dertig arbeidsmarktregio’s.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
14
Werken Dit deel beschrijft de arbeidsmarkt in de sector facilitaire dienstverlening. Het beschrijft het aantal bedrijven en het aantal uitbestede medewerkers. Vervolgens komen trends en ontwikkelingen binnen de sector aan bod. De laatste paragrafen belichten de kans op werk vanuit verschillende invalshoeken: de vraag op de arbeidsmarkt, de concurrentie op de arbeidsmarkt en, tot slot, de kans op werk per regio en per mbo-kwalificatie.
Arbeidsmarkt facilitaire dienstverlening De arbeidsmarkt voor facilitaire dienstverlening bestaat uit twee deelmarkten: facilitaire aanbieders en facilitaire afdelingen binnen bedrijven en instellingen. Op dit moment zijn er alleen gegevens bekend over de arbeidsmarkt bij facilitaire aanbieders. Gebruikte bronnen zijn de publicaties ‘De Nederlandse Facility Management Markt’ van FMN & Twynstra Gudde (2010) en ‘De facility manager onderneemt’ van Hospitality Consultants (2012).
Bedrijven en werknemers In de afgelopen tien jaar is het aantal facilitaire aanbieders toegenomen van 22.452 tot 25.666, een stijging van 14% (FMN & Twynstra Gudde, 2010). 26.000 25.000 24.000 23.000 22.000 21.000 20.000 2000
2003
2005
2007
2009
Figuur 11: Aantal facilitaire aanbieders 2000-2009. Bron: FMN & Twynstra Gudde
In toenemende mate worden facilitaire diensten bij bedrijven en instellingen uitbesteed. Dit is terug te zien in de uitbestedingsgraad die in de periode 2000-2009 is gestegen van 57% naar 63%. Ook het aantal uitbestede medewerkers neemt toe; tot 314.684 in 2009. Er zijn in dat jaar 14.000 meer werknemers werkzaam bij facilitaire aanbieders in verhouding tot 2007 (FMN & Twynstra Gudde, 2010).
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
17
Interieurbeplanting
932
Integrated Facility Management
1.484
Kantoormeubilair
1.515
Kantoorbenodigdheden
2.225
Verhuizingen
2.261
Wagenparkbeheer
3.777
Afvalmanagement
5.240
Textielverzorging
7.835
Automatencatering
7.920
Document services
8.599
Contract catering
14.834
Koeriersdiensten
19.980
Beveiliging
30.936
Technisch beheer en onderhoud
33.788
Schoonmaakdienstverlening
173.356 0
40000
80000
120000
160000
200000
Figuur 12: Aantal medewerkers uitbesteed per deelgebied 2010. Bron: FMN & Twynstra Gudde
Ruim de helft van het totaal aantal uitbestede medewerkers is werkzaam in het deelgebied schoonmaakdienstverlening. Daarna zijn de meeste uitbestede medewerkers werkzaam in de deelgebieden technisch beheer en onderhoud & beveiliging, respectievelijk 11% en 10% (FMN & Twynstra Gudde, 2010).
Facility manager Een veel voorkomend beroep in de facilitaire dienstverlening is dat van manager. Volgens onderzoek van Hospitality Consultants zijn facilitair managers over het algemeen mannen (70%). Ze zijn verder hoogopgeleid (90% heeft een hbo-opleiding of hoger) en hebben vaak een gerichte opleidingsachtergrond (facility management of Hoge Hotelschool). Schoonmaakonderhoud, afvalverwerking, catering, gebouwenbeheer en verhuizingen zijn de meest voorkomende taken van een facility manager. Voor mbo’ers blijkt het steeds lastiger om als facility manager in de grotere organisaties een positie te verwerven. De meeste facility managers met een mbo-achtergrond zijn werkzaam op middel of lager managementniveau in de functie van afdelingshoofd of teamleider.
Trends en ontwikkelingen Het Nieuwe Werken Het aantal kenniswerkers in Nederland neemt toe. De technologie maakt het mogelijk om altijd en overal toegang te hebben tot informatie. Verder is er een nieuwe generatie werknemers toegetreden tot de arbeidsmarkt met veranderende eisen en behoeften aan werk, met als kernwoord ‘flexibiliteit’ (Werken 2.0, 2012). Het Nieuwe Werken (HNW) is een visie op werk die inspeelt op deze ontwikkelingen. In de basis komt het neer op slimmer, efficiënter en effectiever werken. Vernieuwing van de fysieke werkplek, de organisatiestructuur en -cultuur en de managementstijl zijn onderdelen van HNW (Werken 2.0, 2012). Voor facilitair medewerkers betekent HNW onder andere dat zij collega’s op verschillende plaatsen moeten kunnen faciliteren. Onderweg, thuis of op kantoor (FMN & Twynstra Gudde, 2010).
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
18
Duurzaamheid Veel organisaties in Nederland hebben duurzaam ondernemen hoog op de agenda staan. Facilitaire medewerkers spelen hier vaak een belangrijke rol in. Duurzame producten in de catering, een groen wagenpark en energiebesparende maatregelen, zoals daglichtregulering, zijn hier voorbeelden van. Duurzaam ondernemen draagt niet alleen bij aan het imago van de organisatie, maar brengt ook een aantal kostenbesparingen met zich mee (FMM, 2012). Gastvrijheid in de zorg Zorginstellingen hebben in toenemende mate te maken met krappere budgetten, minder personeel en kritische patiënten. Bovendien dwingt een toenemende marktwerking hen tot het kritisch bekijken van zorgprocessen en transparantie van bedrijfsvoering. Slimmer en gastvrijer werken in de zorg is dan ook van groot belang. De facilitaire organisatie speelt hierin een belangrijke rol (FMM, 2012).
Vraag op de arbeidsmarkt Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit de Jobfeed-vacaturebank. Jobfeed heeft toegang tot alle vacatures op internet. Kenwerk heeft vanuit zijn expertise beroepen uit de vacaturetitels gekoppeld aan mbo-kwalificaties en -niveaus. Een deel van het totaal aantal vacatures wordt echter niet op internet geplaatst. Onderstaande gegevens geven dan ook alleen een indicatie van de ontwikkeling en spreiding van het aantal vacatures.
Aantal vacatures per kwalificatie In het eerste halfjaar van 2012 zijn er in de facilitaire dienstverlening ongeveer 2.032 vacatures ontstaan op mbo-niveau. In 2011 waren dat er in dezelfde periode 2.210. In 2012 zijn er vooral op niveau 4 veel minder vacatures beschikbaar gekomen ten opzichte van 2011. 1.250
1.205
1.200 1.150 1.100 1.050
2011 1.005 1.006
1.026
2012
1.000 950 900
Facilitair medewerker Facilitair leidinggevende Figuur 13: Aantal mbo-vacatures facilitaire dienstverlening per kwalificatie, januari t/m juli 2011-2012. Bron: Jobfeed, bewerking Kenwerk
Aantal vacatures per regio Het aantal ontstane vacatures in de facilitaire dienstverlening is redelijk verspreid over Nederland. In de regio Noord komen in verhouding de minste vacatures beschikbaar. Opvallend is dat er veel verschillen zijn in de ontwikkeling van het aantal ontstane vacatures tussen de regio’s. De regio’s Noord en Middenwest laten een duidelijke daling zien van het aantal vacatures dat is ontstaan. In de regio Oost zijn er in verhouding behoorlijk meer vacatures beschikbaar gekomen ten opzichte van een jaar eerder.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
19
Noord
130
180 292
Oost Middenwest
382 474
300
2011 393 404
Noordwest
Zuidwest
337
2012
375
271 297
Zuidoost 0
100
200
300
400
500
Figuur 14: Aantal mbo-vacatures facilitaire dienstverlening per regio, januari t/m juli 2011-2012. Bron: Jobfeed, bewerking Kenwerk
Concurrentie op de arbeidsmarkt Schoolverlaters van de mbo-opleiding facilitaire dienstverlening ondervinden op de arbeidsmarkt concurrentie van andere schoolverlaters en andere niet-werkende werkzoekenden in diezelfde richting. Het aantal niet-werkende werkzoekenden kan niet volledig in kaart gebracht worden. Enerzijds heeft dit te maken met het feit dat niet alle werkzoekenden zich inschrijven bij het UWV. Dit geldt met name voor jongeren omdat zij vaak niet in aanmerking komen voor een uitkering. Anderzijds kan het voorkomen dat iemand die staat ingeschreven als werkzoekende niet direct inzetbaar is op de arbeidsmarkt. Figuur 15 toont de ontwikkeling van het aantal niet-werkende werkzoekenden die ingeschreven staan bij het UWV voor de functie van facilitair medewerker. Het gaat alleen om niet-werkende werkzoekenden die korter dan een halfjaar zijn ingeschreven. Deze groep kan als een directe concurrent van de schoolverlaters gezien worden omdat zij een relatief kleine afstand tot de arbeidsmarkt hebben. 1.000 900 800 700
600 500 400 300 200
2010
2011 2012
100 0
Figuur 15: Aantal niet-werkende werkzoekenden per maand 2010-2012. Bron: UWV
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
20
Het gemiddelde aantal niet-werkende werkzoekenden per maand is afgenomen van 832 in 2010 naar 775 in 2011. Voor 2012 lijkt het gemiddelde nog iets onder dat van 2011 uit te komen. Voor schoolverlaters is dit een gunstige ontwikkeling omdat de concurrentie op de arbeidsmarkt aan het afnemen is. Het aantal niet-werkende werkzoekenden is het hoogst in de provincies Noord- en Zuid-Holland met respectievelijk 175 en 151 niet-werkende werkzoekenden per maand in 2011.
Kans op werk De kans op werk is een indicator voor de arbeidsmarktperspectieven van mbo-gediplomeerden facilitaire dienstverlening. Deze paragraaf geeft voor zes districten2 een inschatting van de kans op werk voor de kwalificaties in de facilitaire dienstverlening. Het aantal leerlingen en schoolverlaters neemt af, zo ook de concurrentie op de arbeidsmarkt van niet-werkende werkzoekenden. Dit heeft een positief effect op de kans op werk. De arbeidsmarktperspectieven voor gediplomeerden mbo facilitaire dienstverlening zijn over het algemeen goed te noemen. Er zijn echter wel regionale verschillen op de arbeidsmarkt. In sommige regio’s is bijvoorbeeld het aantal vacatures de afgelopen periode gestegen, in andere regio’s is het aantal vacatures gedaald. Ook zijn er signalen dat veel bedrijven door bezuinigingen geen nieuwe facilitair medewerkers aannemen. De facilitaire taken worden herverdeeld onder de huidige medewerkers. Noord
Oost
Midden-
Noord-
Zuid-
Zuid-
west
west
west
oost
Totaal
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Totaal Bronnen: DUO (2011) en Jobfeed, bewerking Kenwerk (2012)
Goed
Ruim voldoende
Voldoende
Matig
Gering
Niet beschikbaar
2
Op www.kenwerk.nl/regiocijfers vindt u kerninformatie over onderwijsaanbod, arbeidsmarktbehoefte en stage- en arbeidsmarktperspectieven op het niveau van de dertig arbeidsmarktregio’s.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
21
Samenvatting en vooruitblik Afname van het aantal vmbo-leerlingen De meeste mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening hebben een vooropleiding in het vmbo gevolgd. Het aantal leerlingen op het vmbo is de afgelopen jaren met 8% gedaald. De theoretische leerweg, de belangrijkste leverancier van mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening, laat nog wel een lichte stijging zien van het aantal leerlingen. Bij andere richtingen waarvandaan veel leerlingen doorstromen naar mbo facilitaire dienstverlening is het aantal leerlingen in de afgelopen jaren met ruim 30% afgenomen. Het gaat om de vmbo-afdelingen handel & administratie, zorg & welzijn-ISP en verzorging. Deze afname heeft wellicht ook gevolgen voor de instroom van nieuwe leerlingen in de mbo-opleidingen facilitaire dienstverlening. Daling van het aantal mbo-leerlingen facilitair dienstverlening Het aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening laat nog steeds een daling zien. De daling is met 1% wel een stuk lager dan in 2010, toen er sprake was van een afname van 12% van het aantal leerlingen. Dit heeft mogelijk te maken met het nieuwe kwalificatiedossier facilitaire dienstverlening, waarbij scholen meer mogelijkheden hebben om de opleidingen in verschillende contexten in te zetten. Imago van de branche De doorlopende daling van het aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening heeft mogelijk te maken met het imago van de branche. Ook op het hbo neemt het aantal leerlingen af. Er zijn signalen dat scholen moeite hebben met het vormgeven van de opleiding facilitaire dienstverlening en het aantrekken van voldoende leerlingen voor de opleiding. Om deze reden heeft een aantal partijen, in samenwerking met Kenwerk, het initiatief genomen een regionale aanpak voor de invulling van de opleiding facilitaire dienstverlening te organiseren. Belangrijke thema’s zijn het verbeteren van het imago, het bevorderen van de regionale inkleuring van de opleiding facilitaire dienstverlening en het organiseren van kennisdeling tussen landelijke en regionale spelers. Kans op een stage en kans op werk Het aantal leerlingen en gediplomeerden neemt af, zo ook de concurrentie op de arbeidsmarkt van niet-werkende werkzoekenden. Dit heeft een positief effect op de kans op stage en de kans op werk. Deze zijn dan ook goed te noemen. Er zijn echter wel regionale verschillen op de arbeidsmarkt. In sommige regio’s is bijvoorbeeld het aantal vacatures de afgelopen periode gestegen, in andere regio’s gedaald. Ook zijn er signalen dat veel bedrijven door bezuinigingen geen nieuwe facilitair medewerkers aannemen. De facilitaire taken worden dan herverdeeld onder de huidige medewerkers.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
25
Tabellenboek Overzicht regio’s Regio3 Noord
Arbeidsmarktregio’s Drenthe Friesland Groningen
Oost
Achterhoek IJssel-Vechtstreek Midden-Gelderland Rivierenland Stedendriehoek Twente Zuid-Gelderland
Middenwest
Flevoland Gooi- en Vechtstreek Haaglanden Holland-Rijnland Midden-Holland Midden-Utrecht Oost-Utrecht
Noordwest
Groot-Amsterdam Noord-Holland-Noord Zaanstreek/Waterland Zuid-Kennemerland
Zuidwest
Drechtsteden Rijnmond West-Brabant Zeeland
Zuidoost
Midden-Brabant Noord- en Midden-Limburg Noordoost-Brabant Zuid-Limburg Zuidoost-Brabant
3
De zes districten die in de rapportage gebruikt worden, zijn gebaseerd op de vroegere CWI-districten, en hier gekoppeld aan de indeling van arbeidsmarktregio’s, zoals die nu wordt gebruikt door de UWV WERKbedrijven.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
29
Kwalificaties Kenwerk Facilitaire dienstverlening Naam kwalificatie
Crebo-nummers
Oude benaming
Niveau 2 Facilitair medewerker
95751 94170 91330 10891
Niveau 4 Facilitair leidinggevende
95750 94180 91320 10892
Medewerker facilitaire dienstverlening
N.b. Om de leesbaarheid te vergroten, zijn kwalificaties die betrekking hebben op eindtermen onderwijs en kwalificaties vanuit het beroepsgerichte onderwijs samengenomen waar deze enigszins met elkaar te vergelijken zijn.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
30
Leren in de praktijk 1.
Aantal leerlingen voortgezet onderwijs 2007-2011
Voortgezet onderwijs
2007
2008
2009
2010
2011
941.300
934.600
935.000
939.900
949.700
Bron: Ministerie van OCW (2011) 2.
Aantal leerlingen bovenbouw vmbo, havo, vwo 2007-2011 2007
2008
2009
2010
2011
217.800
211.300
205.100
200.300
201.100
1.000
2.600
3.900
3.700
Havo
105.400
106.000
108.800
110.300
110.600
Vwo
119.300
121.600
120.900
121.900
120.800
Vmbo VM2
Bron: Ministerie van OCW (2011) 3.
Aantal vmbo-leerlingen (3e en 4e leerjaar) per sector 2009-2011 2009
2010
2011
Economie
30.762
28.600
26.357
Landbouw
16.921
15.602
15.772
Techniek
31.697
28.743
27.134
Zorg & welzijn
33.539
31.119
30.338
Intersectorale programma’s
14.934
18.756
25.752
Theoretische leerweg
77.065
77.064
78.583
204.918
199.884
203.936
Totaal Bron: DUO (2009-2011) 4.
Aantal vmbo-leerlingen Z&W-ISP, H&A en verzorging (3e en 4e leerjaar) 2006-2011 2006
2007
2008
Zorg & welzijn-ISP
21.007
20.794
19.571
Handel & administratie
20.710
19.615
18.291
21.045
17.181
14.668
Verzorging
64.768
Totaal
57.590
52.530
2009
2010
2011
18.229
16.838
16.588
17.289
15.386
14.184
12.581
11.711
11.488
43.935
42.260
48.099
Bron: DUO (2006-2011) 5.
Geslacht vmbo-leerlingen Z&W-ISP, H&A en verzorging 2011 Zorg & welzijn-ISP
Handel & administratie
Man
Verzorging
1.807
8.450
1.469
Vrouw
14.781
5.734
10.019
Totaal
16.588
14.184
11.488
Bron: DUO (2011) 6.
Aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening 2007-2011
Bol Bbl Totaal
2007
2008
2009
2010
2011
2.681
2.510
2.369
2.274
2.303
743
779
700
426
371
3.424
3.289
3.069
2.700
2.674
Bron: DUO (2007-2011)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
31
7.
Aantal mbo-leerlingen per kwalificatie en per regio 2011 Noord
Oost
Midden-
Noord-
Zuid-
Zuid-
west
west
west
oost
Buitenland
Totaal
Niveau 2 Facilitair medewerker
152
155
157
178
168
94
2
906
194
483
363
241
239
242
6
1.768
346
638
520
419
407
336
8
2.674
Niveau 4 Facilitair leidinggevende Totaal Bron: DUO (2011) 8.
Aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening per kwalificatie en per leerweg 2011 Bbl
Bol
Totaal
265
641
906
Facilitair leidinggevende
106
1.662
1.768
Totaal
371
2.303
2.674
14%
86%
32%
68%
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4
Ter vergelijking: verhouding bbl-bol van alle in het land aangeboden mboopleidingen Bron: DUO (2011) 9.
Mutaties aantal mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening per kwalificatie en per leerweg 2011 t.o.v. 2010, absolute aantallen Bbl
Bol
Totaal
-47
14
-33
-8
15
7
-55
29
-26
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Totaal Bron: DUO (2010-2011)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
32
10.
Aantal mbo-scholen per kwalificatie en per regio 2011 Noord
Oost
Midden-
Noord-
Zuid-
Zuid-
west
west
west
oost
Totaal
Niveau 2 Facilitair medewerker
4
4
4
3
3
5
23
Facilitair leidinggevende
3
7
4
3
3
4
24
Totaal
7
11
8
6
6
9
28
94
96
135
87
109
61
96
Niveau 4
Gemiddeld aantal mboleerlingen facilitaire dienstverlening per school Bron: DUO (2011) 11.
Aantal leerlingen facilitaire dienstverlening per regio en per school 2011
Regio
School
Noord
ROC Alfa-college
113
ROC Drenthe College
100
ROC Friesland College
120
Oost
ROC Noorderpoortcollege
42
Landstede
58
ROC Aventus
48
ROC Graafschap College
42
ROC Nijmegen eo
116
ROC Rijn IJssel
199
ROC Mondriaan
Zuidoost
172 99
ROC Leiden
29
Regio College ROC Horizon College
Zuidwest
89
ROC ASA ROC Midden Nederland Noordwest
117
ROC Deltion College
ROC van Twente Middenwest
Aantal leerlingen
238 29 146
ROC Nova College
81
ROC van Amsterdam
93
ROC Albeda College
215
ROC Da Vinci College
40
ROC West-Brabant
74
ROC Zadkine
107
ROC Arcus College
158
ROC Eindhoven
97
ROC Gilde Opleidingen
26
ROC Koning Willem I College
22
ROC Ter AA Totaal
4 2.674
Bron: DUO (2011)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
33
12.
Geslacht mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening Aantal
Percentage
Landelijke verhouding
Man
1.387
52%
53%
Vrouw
1.287
48%
47%
Totaal
2.674
100%
100%
Bron: DUO (2011) 13.
Etniciteit mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening per niveau (afgerond op hele procenten) Niveau 2
Niveau 4
60%
81%
Autochtoon Westerse allochtoon
7%
5%
34%
14%
Waarvan:
4%
1%
Afrika
6%
2%
Amerika
2%
0%
Antillen
4%
1%
Azië
4%
2%
China
1%
0%
Marokko
7%
2%
Suriname
6%
4%
Turkije
4%
3%
Niet-westerse allochtoon
Bron: DUO (2011) 14.
Leeftijd mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening
Leeftijd
Aantal
Percentage
15-19
1.730
65%
20-24
663
25%
25-29
81
3%
30+ Totaal
200
7%
2.674
100%
Bron: DUO (2011) 15.
Vooropleiding mbo-leerlingen facilitaire dienstverlening 2007-2011 (afgerond op hele procenten)
Inschrijfjaar
Basis-
Basis-
Vmbo
Vmbo tl
Mbo 1-2
Mbo 3-4
Havo/ vwo
Hbo/
onderwijs
vorming
2007
14%
19%
32%
18%
15%
2%
1%
wo
2008
12%
18%
30%
20%
18%
2%
0%
2009
14%
19%
27%
21%
14%
3%
2%
0%
2010
10%
19%
29%
25%
12%
2%
2%
0%
2011
9%
20%
29%
26%
13%
2%
3%
0%
Bron: DUO (2007-2011)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
34
16.
Doorstroom van een vmbo-afdeling naar een mbo-opleiding facilitaire dienstverlening per niveau 2011 (afgerond op hele procenten) Niveau 2
Niveau 4
Totaal
Geen afdeling (AKA of vmbo tl)
14%
54%
40%
Handel & administratie
12%
10%
11%
Zorg & welzijn-ISP
12%
6%
8%
Verzorging
13%
2%
6%
Andere afdelingen
49%
28%
35%
Bron: DUO (2011) 17.
Doorstroom van een vmbo-leerweg naar een mbo-opleiding facilitaire dienstverlening per niveau 2011 (afgerond op hele procenten) Niveau 2
Niveau 4
Totaal
Theoretische leerweg (tl)
13%
54%
39%
Basisberoepsgerichte leerweg (bbl)
72%
0%
26%
Kaderberoepsgerichte leerweg (kbl)
14%
31%
25%
Gemengde leerweg (gl)
1%
14%
9%
Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg (b/k)
1%
0%
0%
Bron: DUO (2011) 18.
Aantal diploma’s mbo facilitaire dienstverlening 2008-2010 Bbl
Bol
Extraneus
Totaal
2008
238
618
101
957
2009
216
557
131
904
2010
223
513
74
810
Bron: DUO (2009-2011) 19.
Aantal mbo-diploma’s per kwalificatie en per leerweg 2010 Bbl
Bol
Bbl en bol
Extraneus
Totaal
193
195
388
36
424
30
318
348
38
386
223
513
736
74
810
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4 Facilitair leidinggevende Totaal Bron: DUO (2011) 20.
Mutaties aantal mbo-diploma’s per kwalificatie en per leerweg 2010 t.o.v. 2009 Bbl
Bol
Extraneus
Totaal
-2
-4
-44
-50
Facilitair leidinggevende
9
-40
-13
-44
Totaal
7
-44
-57
-94
Niveau 2 Facilitair medewerker Niveau 4
Bron: DUO (2010-2011)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
35
21.
Door- en uitstroom van gediplomeerden facilitaire dienstverlening 2010-2011 (afgerond op hele procenten) 2010
2011
Landelijk
Arbeidsmarkt
58%
63%
61%
Hoger onderwijs
24%
21%
13%
Middelbaar beroepsonderwijs
18%
16%
26%
Bron: DUO (2011) 22.
Instroom van mbo-gediplomeerden facilitaire dienstverlening per hbo-opleiding 2008-2010
Bachelor facility management Bachelor communicatie Bachelor personeel en arbeid Bachelor commerciële economie
2008
2009
2010
82
77
66
5
8
8
11
9
8
9
11
6
Overige opleidingen
116
119
85
Totaal
223
224
173
Bron: HBO-raad (2012) 23.
Aantal studenten hbo facility management per opleiding 2007-2011 2007
2008
2009
2010
2011
6
16
53
51
36
Associate degree facility management Bachelor facility management
5.427
5.328
5.209
5.050
5.029
Totaal
5.433
5.344
5.262
5.109
5.065
Bron: HBO-raad (2012) 24.
Aantal diploma’s hbo facility management per opleiding 2007-2010 2007
2008
2009
2010
15
9
12
28
Associate degree facility management Bachelor facility management
1.017
1.027
1.005
927
Totaal
1.032
1.036
1.017
955
Bron: HBO-raad (2012) 25.
Aantal erkende vmbo-leerbedrijven facilitaire dienstverlening leerwerktraject en stage 2008-2012 2008
2009
2010
2011
2012
Leerbedrijven leerwerktraject
18
69
67
62
54
Leerbedrijven stage
70
213
200
171
141
Bron: Kenwerk (2012) 26.
Aantal erkende mbo-leerbedrijven facilitaire dienstverlening binnenland 2007-2012 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Facilitaire dienstverlening
2.194
2.366
2.526
2.594
2.244
2.454
Facilitaire dienstverlening
-
76
153
221
339
495
AKA-erkend Bron: Kenwerk (2012)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
36
27.
Aantal erkende mbo-leerbedrijven facilitaire dienstverlening binnenland per kwalificatie en per regio in 2012 Noord
Oost
Midden-
Noord-
Zuid-
Zuid-
west
west
west
oost
Totaal
Niveau 2 Facilitair medewerker
416
723
703
539
420
412
3.213
276
598
634
445
384
341
2.669
Niveau 4 Facilitair leidinggevende Bron: Kenwerk (2012) N.b. Leerbedrijven zijn vaak erkend voor meer kwalificaties. Derhalve kan geen verticale optelling plaatsvinden. 28.
Aantal erkende mbo-leerbedrijven facilitaire dienstverlening buitenland 2009-2012 2009
2010
2011
2012
België
-
-
1
1
China
1
1
-
-
Cyprus
1
1
1
1
Duitsland
1
1
-
1
Groot-Brittannië
1
-
-
-
Frankrijk
-
-
1
1
Nederlandse Antillen
8
8
7
7
Spanje
2
2
3
5
Verenigde Staten
-
-
-
6
14
13
13
22
Totaal Bron: Kenwerk (2009-2012)
Werken 29.
Aantal aanbieders en aantal medewerkers uitbesteed 2000-2003-2005-2007-2009
Aantal aanbieders Aantal medewerkers uitbesteed Uitbestedingspercentage
2000
2003
2005
2007
2009
22.452
22.506
23.164
24.176
25.666
313.878
303.653
287.085
300.796
314.684
57%
58%
59%
61%
63%
Bron: FMN & Twynstra Gudde (2010)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
37
30.
Aantal aanbieders en aantal medewerkers facilitaire dienstverlening uitbesteed per deelgebied in 2010 Aantal aanbieders
Uitbestedings-
Aantal medewerkers
percentage
uitbesteed
185
100%
5.240
50
90%
7.920
1.325
70%
30.936
Afvalmanagement Automatencatering Beveiliging Contractcatering
149
39%
14.834
Document services
23
60%
8.599
Integrated facility management
16
2%
1.484
Interieurbeplanting
50
60%
932
165
100%
2.225
Kantoormeubilair
259
100%
1.515
Koeriersdiensten
2.864
90%
19.980
Schoonmaakdienstverlening
7.095
84%
173.356
12.340
80%
33.788
296
51%
7.835
Kantoorbenodigdheden
Technisch beheer en onderhoud Textielverzorging Verhuizingen
50
90%
2.261
800
64%
3.777
25.666
63%
314.684
Wagenparkbeheer Totaal Bron: FMN & Twynstra Gudde (2010) 31.
Aantal vacatures facilitaire dienstverlening per kwalificatie, januari t/m juli 2011-2012
Facilitair medewerker
2011
2012
1.005
1.006
Facilitair leidinggevende
1.205
1.026
Totaal
2.210
2.032
Bron: Jobfeed, bewerking Kenwerk (2012) 32.
Aantal vacatures facilitaire dienstverlening per kwalificatie en regio, januari t/m juli 2011-2012 Facilitair medewerker 2011
Noord
Facilitair leidinggevende 2012
2011
Totaal
2012
2011
2012
61
91
119
39
180
130
Oost
132
215
160
167
292
382
Middenwest
201
112
273
188
474
300
Noordwest
211
169
182
235
393
404
Zuidwest
188
167
187
170
375
337
Zuidoost
135
168
136
129
271
297
77
84
148
99
225
183
1.005
1.006
1.205
1.026
2.210
2.032
Onbekend Totaal
Bron: Jobfeed, bewerking Kenwerk (2012)
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
38
Bronnenlijst CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek (2007-2012). Statline databank. Den Haag Geraadpleegd in juni en juli 2012. CPB – Centraal Plan Bureau (2012). Macro Economische Verkenning 2013. Den Haag DUO - Dienst Uitvoering Onderwijs (2006-2012). Oktobertelling 2011. Zoetermeer DUO – Dienst Uitvoering Onderwijs (211). Doorstromers van vmbo naar mbo in 2011. Zoetermeer FMM – Facility Management Magazine (2012). Nieuw concept voor eten en drinken in de zorg, 6 augustus 2012. Amsterdam FMN - Facility Management Nederland & Twynstra Gudde (2010). De Nederlandse Facility Management Markt. Een overzicht van cijfers, trends en ontwikkelingen. Naarden HBO-raad (2012). Feiten en cijfers. Telling juni 2012. Den Haag Hospitality Consultants (2012). De facility manager onderneemt. Kluwer, Alphen aan den Rijn Jobfeed (2012). Telling vacatures facilitaire dienstverlening 2011-2012. Amsterdam Kenwerk (2009-2012). Register erkende leerbedrijven. Telling juni 2012. Zoetermeer Ministerie van OCW – Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (2012). Kerncijfers 2007-2011. Den Haag UWV (2012). Arbeidsmarktprognose 2012-2013. Amsterdam UWV (2012). Kerncijfers Niet-Werkende Werkzoekenden 2010-2012. Geraadpleegd in augustus 2012. www.arbeidsmarktcijfers.nl Werken 2.0 (2012). www.werken20.nl. Platform voor Het Nieuwe Werken.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
39
Verantwoording Onderwijs De gegevens over onderwijs zijn afkomstig uit tellingen van de Dienst Uitvoering Onderwijs, een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van OCW. Als uitgangspunt is telkens het schooljaar 2011-2012 genomen, wat wordt aangeduid als 2011. De gegevens met betrekking tot aantal leerlingen en aantal diploma’s zijn steeds gebaseerd op tellingen per 1 oktober van het betreffende jaar. Het aantal leerlingen wordt dus aan het begin van het schooljaar geteld, waarbij geen rekening wordt gehouden met uitval. Het aantal diploma’s wordt aan het eind van het afgelopen schooljaar geteld. In dit rapport wordt alleen het aantal mbo-leerlingen in kaart gebracht dat een opleiding volgt op een roc. Daarnaast wordt alleen gerapporteerd over kwalificaties waarop leerlingen zijn ingeschreven. Daarbij kunnen scholen leerlingen inschrijven op een algemeen nummer binnen één van de vier niveaus, maar ook op een specifieke uitstroom van het betreffende niveau. Bij de inschrijving op een algemeen nummer (een ‘nul-nummer’) is nog niet bekend welke uitstroom de leerling kiest. Hierdoor kan een enigszins vertekend beeld ontstaan. Bij het berekenen van het aantal leerlingen, scholen en diploma’s naar regio is steeds de hoofdvestiging van de roc’s als uitgangspunt genomen. Aangezien roc’s meer vestigingen kunnen hebben, in verschillende regio’s, kunnen kleine afwijkingen bestaan. Leerbedrijven De gegevens over leerbedrijven zijn afkomstig uit het Register erkende leerbedrijven van Kenwerk. Als uitgangspunt is een telling genomen van peildatum 1 juni 2012, wat wordt aangeduid als 2012. Leerbedrijven uit een bepaalde sector kunnen ook erkend zijn voor een kwalificatie die tot een andere sector behoort. Het aantal leerbedrijven per kwalificatie kan hierdoor hoger uitvallen dan het totaal aantal leerbedrijven in de sector. Bij deze laatste telling worden namelijk alleen de leerbedrijven meegenomen die op basis van hun hoofdactiviteit erkend zijn voor een bepaalde sector. Kans op een stage De prognoses voor leerplaatsen zijn per kwalificatie berekend op basis van het aantal erkende leerbedrijven, de gemiddelde bezettingsgraad bij bedrijven en het aantal ingeschreven leerlingen op de betreffende kwalificatie. De gebruikte bronnen zijn het Register erkende leerbedrijven van Kenwerk, het Basisregister Onderwijs (BRON) en de DUO-tellingen van het ministerie van OCW. Ten eerste is per kwalificatie een gemiddelde bezettingsgraad vastgesteld. Hoeveel leerbedrijven zijn er nodig per leerling? Wanneer meer leerlingen in één bedrijf stage kunnen lopen, zijn er gemiddeld minder leerbedrijven nodig. Deze factor is vastgesteld op basis van de gegevens uit BRON. Scholen voeren in BRON per beroepspraktijkvorming (bpv) gegevens in over de leerling, het leerbedrijf en de bpv-periode. Op basis van deze gegevens kan per kwalificatie een factor worden berekend hoeveel leerlingen er gemiddeld per leerbedrijf een leerplaats hebben op jaarbasis. Vervolgens wordt dit aantal vergeleken met het aantal leerlingen om na te gaan of er al dan niet voldoende leerbedrijven zijn voor het jaar 20122013. In een formule uitgedrukt, luidt dit als volgt:
# Erkende lb
X
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
Gemiddelde bezettingsgraad
-
# Leerlingen
40
De factor is berekend op basis van een landelijk gemiddelde. Dit, om toevallige verschillen per regio uit te sluiten. De gegevens over het aantal leerlingen en erkende leerbedrijven zijn wel op regionaal niveau gebruikt. Tot slot zijn de berekende prognoses aan de regioadviseurs van Kenwerk voorgelegd ter verificatie. Wanneer de prognoses niet volledig stroken met de ervaringen in de betreffende regio, zijn kleine wijzigingen aangebracht. Werken Voor dit deel is gebruikgemaakt van verschillende bronnen. Standaard worden de meest recente tellingen van het CBS gebruikt voor gegevens over aantal bedrijven en werknemers. Waar beschikbaar worden deze aangevuld met gegevens vanuit brancheorganisaties en relevante onderzoeksrapporten. Trends en ontwikkelingen worden beschreven aan de hand van relevante onderzoeksrapporten en actuele berichtgeving in de media - veelal vanuit brancheorganisaties. De informatie over vacatures wordt verkregen via Jobfeed. Jobfeed is een vacaturebank met toegang tot alle vacatures op internet. Niet alle vacatures worden echter uitgezet via internet. Om het totaal aantal vacatures zo goed mogelijk te benaderen, is gebruikgemaakt van ophoogfactoren die beleidsonderzoeksbureau Research voor Beleid heeft ontwikkeld voor Jobfeed. Deze ophoogfactoren zijn vastgesteld op basis van het type bedrijfssector en het beroep. Kenwerk heeft vanuit zijn expertise beroepen uit de vacaturetitels gekoppeld aan mbo-kwalificaties en -niveaus om inzicht te geven in de spreiding en ontwikkeling van het aantal vacatures. Kans op werk Om de arbeidsmarktperspectieven op het niveau van kwalificaties inzichtelijk te maken, is het aantal gediplomeerden dat de arbeidsmarkt opstroomt per kwalificatie en per regio afgezet tegen het aantal vacatures uit Jobfeed per kwalificatie en per regio. Tot slot zijn de arbeidsmarktperspectieven aan de regioadviseurs van Kenwerk voorgelegd ter verificatie. Wanneer de perspectieven niet volledig stroken met de ervaringen in de betreffende regio, zijn kleine wijzigingen aangebracht.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
41
Afkortingen en begrippenlijst AKA
arbeidsmarktgekwalificeerd assistent
bbl
beroepsbegeleidende leerweg
bol
beroepsopleidende leerweg
bpv
beroepspraktijkvorming
BRON
Basisregister Onderwijs
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CT
consumptieve technieken
DUO
Dienst Uitvoering Onderwijs
hbo
hoger beroepsonderwijs
FMN
Facility Management Nederland
LWT
leerwerktraject
mbo
middelbaar beroepsonderwijs
ministerie van OCW
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
roc
regionaal opleidingen centrum
VM2
vmbo/mbo - niveau 2
vmbo
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
vmbo tl
vmbo theoretische leerweg
vo
voortgezet onderwijs
wo
wetenschappelijk onderwijs
zorg & welzijn-ISP
zorg & welzijn breed-intrasectoraal programma
AKA
Het AKA-traject is geen specifieke beroepsopleiding, maar biedt een brede voorbereiding op de arbeidsmarkt. Met het AKA-kwalificatieprofiel krijgen instellingen bovendien ruimte om voor een bepaalde categorie jongeren maatwerk en flexibiliteit te bieden en voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Het doel van de opleiding is jongeren een arbeidsmarktkwalificatie mee te geven, waardoor hun perspectief op werk breder wordt in eigen stad of regio, ze in hun eigen onderhoud kunnen voorzien en kunnen functioneren in het maatschappelijk leven.
assistentenopleiding
Per 1 augustus 2005 kan door vmbo-scholen een mbo-assistentenopleiding (niveau 1) worden verzorgd. De leerinhoud van de assistentenopleiding in het vmbo is gelijk aan die in het mbo. De examens worden afgenomen onder verantwoordelijkheid van het mbo. De leerling ontvangt een mbo-diploma niveau 1 naast het reguliere vmbodiploma.
bachelor
Een graad die een leerling krijgt indien hij een opleiding (met een studiebelasting van 240 ECTS - European Credit Transfer System) heeft gevolgd aan een geaccrediteerde instelling voor hoger beroepsonderwijs (de bacheloropleiding).
bbl
Een bbl-opleiding bestaat voor minimaal 60% uit praktijk. Mensen die een bblopleiding volgen, werken met een arbeidsovereenkomst in een leerbedrijf en gaan meestal één dag in de week naar school voor de theoretische onderbouwing.
bpv
De beroepspraktijkvorming is een belangrijk en verplicht onderdeel van iedere mboopleiding. Bpv is de algemene term voor de stage (bij bol-opleiding) of de leerbaan (bij bbl-opleiding) die de leerling in de praktijk bij een erkend leerbedrijf uitvoert.
bol
Deelnemers van een bol-opleiding hebben tijdens hun opleiding één of meer stageperioden. De bol-opleiding bestaat voor minimaal 20% en maximaal 60% uit beroepspraktijkvorming.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
42
erkend leerbedrijf
Bedrijven die op basis van vaste criteria zijn geaccrediteerd als leerbedrijf. Erkende leerbedrijven zijn opgenomen in een landelijk register. Een leerbedrijf kan op verschillende kwalificaties en niveaus erkend zijn: voor vmbo, mbo of beide.
Jobfeed
Jobfeed is een vacaturebank met toegang tot alle vacatures op internet.
kwalificatie
Een kwalificatie is de inhoud van het diploma, vastgelegd in een kwalificatiedossier.
mbo
Het mbo kent twee leerwegen, bbl en bol, en vier opleidingsniveaus:
niveau 1: assistent (assisterend, ondersteunend beroepsbeoefenaar);
niveau 2: vakman (uitvoerend, ondersteunend beroepsbeoefenaar);
niveau 3: vakman of voorman (uitvoerend, vaktechnisch corrigerend, begeleidend, instruerend, aansturend en adviserend beroepsbeoefenaar);
niveau 4: vakman of middenkaderfunctionaris (uitvoerend tot leidinggevend, coördinerend tot beleidsbepalend, begeleidend tot innoverend beroepsbeoefenaar).
mbo-
Hieronder vallen regionale opleidingen centra (roc’s), agrarische opleidingscentra
onderwijsinstellingen
(aoc’s), vakinstellingen en overige mbo-instellingen (een hbo-school met een mboafdeling en een instelling voor auditief gehandicapten).
VM2
VM2 is een experiment waarbij vmbo-leerlingen die naar het mbo willen, niet over hoeven te stappen naar een andere school. Zij kunnen verder leren in hun vertrouwde omgeving. Dat gebeurt door het integreren van de bovenbouw in de vmbobasisberoepsgerichte leerweg in het mbo-niveau 2.
vmbo
Aan het einde van de tweede klas kiezen vmbo-leerlingen een leerweg en een sector. Er zijn vier leerwegen: de basisberoepsgerichte leerweg, de gemengde leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg en de theoretische leerweg. Elke leerweg biedt andere doorstroommogelijkheden naar het mbo. De basisberoepsgerichte leerweg leidt op naar mbo-opleidingen op niveau 2. De kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerwegen bereiden leerlingen voor op mbo-opleidingen op niveau 3 en 4. In elke leerweg kan gekozen worden voor één van de vier sectoren; economie, zorg & welzijn, techniek en landbouw. De theoretische leerweg valt niet onder een sector, maar is te vergelijken met de vroegere mavo.
vo
Alle soorten voortgezet onderwijs beginnen met de onderbouw. Deze duurt voor vmbo twee en voor havo/vwo drie jaar. In de onderbouw volgen leerlingen een breed vakkenpakket dat in principe voor iedereen hetzelfde is.
Trends & cijfers facilitaire dienstverlening 2012-2013
43