Totstandkoming Europese bankenunie heeft gevolgen voor alle beleggers Nieuw FTK weer een stap dichterbij
Jaargang 16 - september 2013
Colofon Redactie Justin Boers, David van Bragt, Lieuwe Jousma, Menso van Leeuwen, Robert-Jan van der Mark, Joost van Schagen Ontwerp Vormplan design, Amsterdam Drukwerkbegeleiding Centraal Print Management, Hennie Poortinga Oplage 1.500 exemplaren Redactieadres Postbus 70 2591 CB Den Haag Telefoon (070) 344 87 56 E-mail
[email protected] Website www.aegon.nl
Totstandkoming Europese bankenunie heeft gevolgen voor alle beleggers 'De Europese bankenunie moet zorgen voor gezonde Europese banken en goed beschermde spaarders.' En verder: Voorwoord Pagina 3
Economie, financiële markten en vooruitzichten
Winnaar in de categorie ‘Mixfondsen EUR Neutraal’
Nieuw FTK weer een stap dichterbij Pagina 8
Aegon PPI: Beleggen met een doelstelling Pagina 10
Aegon Investment Management B.V. is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Deze informatie is met zorg samengesteld en er is naar gestreefd de informatie juist en zo volledig mogelijk te publiceren. Onvolkomenheden als gevolg van menselijke vergissingen kunnen echter voorkomen, waardoor gegevens en calculaties kunnen afwijken. Aan de verstrekte informatie en berekende waardes kunnen geen rechten worden ontleend. Mocht u op basis van de gegevens verplichtingen met financiële consequenties aan willen gaan, dan raden wij u aan om contact op te nemen met uw financieel adviseur. De verstrekte informatie is aan wijziging onderhevig. Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotografie, microfilm of anderszins. Dit is ook van toepassing op de gehele of gedeeltelijke bewerking.
Ontwikkelingen Emerging Market Debt Pagina 11
Inhoudsopgave
Pagina 4
Beste lezer,
En er komt nogal iets op u en ons af. Zo is op 1 januari 2013 de ‘Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd’ ingegaan. Een belangrijk onderdeel hiervan is het verlagen van de fiscaal toegestane pensioenopbouw per 1 januari 2014. Maar liefst 50% van onze klanten heeft een regeling die niet voldoet aan het nieuwe fiscale kader en dus aangepast moet worden. Een majeure ingreep voor onze klanten en voor Aegon.
Tijdens de Aegon Pensioenweek in de eerste week van november bespreken wij uiteraard de gevolgen van wet- en regelgeving. Maar bovenal biedt Aegon in deze week een podium voor nieuwe inzichten in pensioen Wet- en regelgeving, de veranderingen die en verrassende visies op de toekomst. Binde politiek in petto heeft voor de financiële nenkort ontvangt u een uitnodiging. Ik hoop wereld, zijn bijna niet bij te houden. In deze u daar te mogen begroeten. Beleggingsvisie onder andere aandacht voor twee zaken op dit gebied. Allereerst kijken Voor nu wens ik u veel leesplezier met deze we naar de Europese richtlijnen die de basis Beleggingsvisie. vormen van de nieuwe Europese bankenunie. Met vriendelijke groet, En wij gaan in op de verdere uitwerking van het nieuwe Financiële Toetsingskader (FTK), waarvoor het ministerie van Soci- Heiko Hoogendijk ale Zaken en Werkgelegenheid onlangs met Commercieel directeur Business Line Pensioen een voorstel kwam.
Voorwoord
Juli en augustus, maanden dat de tijd lijkt stil te staan. Rust op de weg, geen rijen in het bedrijfsrestaurant en eindelijk eens die klusjes doen die de afgelopen maanden zijn blijven liggen. Maar toch is het gevoel dit jaar anders. Op de afdelingen is de bedrijvigheid enorm, ondanks de krappere vakantiebezetting. Als dit een voorbode is van wat ons de komende periode te wachten staat, belooft het een hectische herfst te worden.
4
2e kwartaal 2013
Economie
Verenigde Staten De Amerikaanse centrale bank kondigde aan dat ze al in september kunnen beginnen met het afbouwen van hun opkoopprogramma. Ben Bernanke stelde dat dit wel afhangt van de economie. Het monetair beleid zal lange tijd stimulerend blijven. Financiële markten reageerden heftig, met wereldwijd stijgende rentes en dalende aandelenmarkten. De opkomende landen, waar de markten gevoeliger zijn voor kapitaalstromen, hadden hier de meeste last van. De economie in de VS groeit in een gestaag tempo door. Huizenprijzen stijgen weer en er worden meer nieuwe huizen gebouwd. Door de hogere hypotheekrente zal het herstel waarschijnlijk iets langzamer verlopen, al tast dat het herstel niet materieel aan.
Financiële markten
Aandelen Het rendement op wereldaandelen was over het algemeen licht negatief, per land loopt het echter enorm uiteen. Vooral aandelen uit opkomende landen hadden een slecht kwartaal. De zorgen over de houdbaarheid van de groei en de verwachte verkrapping van het Amerikaanse monetaire beleid resulteerden in een verkoopgolf. Braziliaanse aandelen daalden met ongeveer 15%, Chinese aandelen met ongeveer 18%. Amerikaanse en Europese aandelen sloten min of meer onveranderd het kwartaal af en Japanse aandelen stegen zelfs.
Staatsobligaties D e centrale banken kozen voor kwantitatieve verruiming. De Duitse 10-jaars rente daalde licht:
Vooruitzichten
Aandelen Wereldaandelen zijn gemiddeld gewaardeerd. Op de lange termijn verwachten we daarom een goed rendement. Wel zijn de grootste economieën nu bezig met aanpassingen: Japan stimuleert zijn economie, de VS wil het monetair beleid verkrappen, Europa worstelt met de schuldencrisis en China probeert een kredietcrisis te voorkomen. Het korte termijn rendement zal sterk afhangen van het succes van deze aanpassingen.
Staatsobligaties De timing van de Fed om het aankoopprogramma stop te zetten, blijft bepalend voor prijsvorming in de (rente)markten. Door het tempo van de daling van de werkloosheid in de VS, zal dit op zijn vroegst tegen
Het consumentenvertrouwen en de consumentenbestedingen trekken ook verder aan. Dit ondanks de doorgevoerde belastingverhogingen. Onze verwachting is dat het herstel wel trager verloopt dan de centrale bank aangaf.
Europa In Europa blijft de schuldencrisis bepalend. De economie is nog steeds in recessie en de werkloosheid loopt verder op. Duitsland is de positieve uitzondering op deze regel – hier groeit de economie nog (langzaam) en is de werkloosheid laag. Er zijn wel tekenen van herstel: zo zijn exporten vanuit landen in de periferie sterk toegenomen. Deze landen hebben hun concurrentiepositie verbeterd.
van 1,3% naar 1,2%. Nederland blijft kwetsbaar door hoge hypotheekschulden en zwakke economische ontwikkeling. Er wordt gedebatteerd over de vraag of de overheid de economie niet aan het kapot bezuinigen is.
Bedrijfsobligaties Creditmarkten begonnen sterk aan het tweede kwartaal, maar verloren halverwege mei snel terrein als gevolg van het algemene ‘risk-off’ sentiment van beleggers. De volatielere high-yield markt liet een bescheiden positief rendement zien. De investment grade markt had meer last van de onderliggende rentebeweging en eindigde het kwartaal met een klein negatief rendement.
het einde van het jaar zijn. Wij verwachten dat tot die tijd de Duitse 10-jaars rente in een range van 1,2% tot 2,0% handelt.
Bedrijfsobligaties We zien dat de creditmarkten door de hoge rentes weer relatief aantrekkelijk zijn geprijsd. In deze nog steeds ‘low for longer’ renteomgeving zijn we positief gestemd over de toekomstige rendementsontwikkeling.
Vastgoed De vooruitzichten voor vastgoed zijn gematigd positief. Door de sterk gestegen koersen is het dividendrendement gedaald tot een vrij laag niveau. Het dividendverschil met de brede aandelenmarkt is
5
BELEGGINGSVISIE september 2013
Hun begrotingstekorten blijven weliswaar hoog, maar zijn wel wat teruggelopen. Steun vanuit Europa is echter nog steeds nodig om deze tekorten te financieren. Dit kan ook met een geloofwaardige belofte om deze landen te steunen in geval van nood, zoals de ECB heeft gedaan met het OMT-programma. We verwachten dat het lang zal duren voordat de onbalansen in de Europese economie zijn hersteld en tekorten zijn afgebouwd. Door de bezuinigingen en de onzekerheid blijft de groei laag.
Azië Premier Shinzo Abe (Japan) heeft gekozen voor een economisch experiment om de economie en inflatie aan te jagen. De Japanse centrale bank heeft met succes de Japanse Yen verzwakt door veel obligaties
Vastgoed Het beursgenoteerd vastgoed steeg wereldwijd met ruim 9% (in euro’s). Daarmee deed beursgenoteerd vastgoed het slechter dan wereldwijde aandelen. De correlatie tussen de twee markten was wel groot. De aanhoudend lage rente is positief voor vastgoed. Beleggers zijn namelijk op zoek naar hoge cash flows. Nu obligaties dat rendement niet bieden, gaan beleggers op zoek naar alternatieve beleggingen. Vastgoed biedt dan aantrekkelijk dividend. Wel zorgt de kapitaalintensiviteit voor sterkere gevoeligheid voor renteveranderingen. De Amerikaanse huizenmarkt herstelt gestaag. De voorraden en leegstand dalen. Banken worden makkelijker met het uitlenen van geld. De nieuwbouw trekt snel aan – hoewel het huidige niveau nog
daardoor zelfs historisch klein. Door de lage rente is vastgoed interessant als substituut voor obligaties, dankzij dezelfde stabiele inkomstenstroom. Zolang de rente niet scherp oploopt, blijft vastgoed daarom aantrekkelijk.
op te kopen. De vraag is of dit leidt tot een structureel hogere inflatie. Ook moeten aangekondigde hervormingen nog geïmplementeerd worden. We verwachten dat al deze maatregelen slechts zorgen voor een korte opleving. Ze zullen geen blijvende oplossing bieden voor de structurele problemen van de Japanse economie, zoals de vergrijzing en de hoge staatsschuld. Opkomende landen in Azië hebben het moeilijk. Door de kapitaaluitstroom zijn veel wisselkoersen sterk in waarde gedaald. Daarnaast loopt de inflatie in sommige landen verder op en neemt de economische groei af. De centrale banken staan daardoor voor een dilemma. Verhogen ze de rente om inflatie de kop in te drukken of verlagen ze de rente om de economie te ondersteunen?
steeds historisch laag is, loopt het aantal aanvragen sterk op.
Grondstoffen Beleggingen in grondstoffen sloten dit kwartaal negatief af, als gevolg van negatieve rendementen in het grootste deel van de grondstoffenmarkt. Tegenvallende economische cijfers in China zorgden voor afnemende importcijfers van industriële metalen. Energie is de enige sector met een positief rendement. Het koude weer in de Verenigde Staten zorgde voor een flinke toename van het gasgebruik en stuwde de prijzen omhoog.
Oosten en extra monetaire verruiming van de Amerikaanse of Europese centrale bank kunnen een opwaarts effect hebben, vooral op metaal- en energieprijzen.
Grondstoffen Onze verwachtingen zijn neutraal tot negatief. Zo blijft de onzekerheid over de wereldwijde economische groei groot. De vraag vanuit opkomende landen blijft afnemen en voorraden nemen toe, waardoor een neerwaartse prijsdruk op grondstoffen ontstaat. De groei in de G7 staat – als gevolg van de hoge staatsschulden – sterk onder druk. We verwachten dat grondstoffenprijzen licht gaan dalen. Eventuele spanningen in het Midden
'De vooruitzichten voor vastgoed zijn gematigd positief.'
6
Totstandkoming Europese bankenunie heeft gevolgen voor alle beleggers Rinse Boersema, Senior Portfolio Manager Credits, Aegon Asset Management
In heel Europa gaan beleggers straks bijdragen aan reddingsoperaties van banken. Dat is het gevolg van de Europese richtlijnen die de basis vormen van de nieuwe Europese bankenunie. In 2019 moet deze bankenunie volledig operationeel zijn.
Een zwakke bank mag niet meer lijden tot problemen in eurolanden, zoals bij Ierland en Cyprus is gebeurd, vindt de EU. De Europese bankenunie moet daarom zorgen voor gezonde Europese banken en goed beschermde spaarders. De richtlijnen die de basis van de bankenunie gaan vormen, hebben echter flinke gevolgen voor beleggers. De kosten van een reddingsoperatie komen straks bijvoorbeeld bij private beleggers te liggen. In noodgevallen kan het Europese noodfonds ESM nog steeds de zwakke banken een kapitaalinjectie geven. Om er zeker van te zijn dat alle regels consequent worden toegepast, ligt het toezicht op de banken vanaf 2014 bij de ECB.
Europese bankenunie
Het fundament van de Europese bankenunie gaat bestaan uit drie richtlijnen of directives. Dat zijn het capital requirement directive, het single resolution mechanism en het single supervisor mechanism. Deze richtlijnen worden de komende jaren stapsgewijs ingevoerd.
'De richtlijnen die de basis van de bankenunie gaan vormen, hebben echter flinke gevolgen voor beleggers.'
In het Capital Requirement Directive staat de vereiste hoeveelheid kapitaal die banken moeten aanhouden. Dit is risico gewogen kapitaal. Afhankelijk van het risico van een lening, moeten banken kapitaal opzij zetten. Voor een consumptief krediet is dit bijvoorbeeld hoger dan voor een hypotheek. Het oude minimum, in Basel II, ligt op slechts 4% risico gewogen kapitaal. In 2016 wordt dit verhoogd tot 6%, terwijl het in 2019 minimaal 8,5% moet zijn. Inclusief achtergestelde leningen komt de totale buffer ruim boven de 10%. Hier voldoen veel banken overigens nu al aan. Ten slotte moet ook de ongewogen kapitaalpositie minimaal 3% zijn. In het Single Resolution Mechanism is vastgelegd wie de rekening betaalt als het toch mis dreigt te gaan. Vanaf augustus 2013 mag er pas belastinggeld worden gebruikt nadat aandeelhouders en achtergestelde obligatiebeleggers maximaal hebben meegedeeld in de verliezen. De ECB krijgt de mogelijkheid om de bank op te knippen en belangrijke onderdelen veilig te stellen.
7
BELEGGINGSVISIE september 2013
Kapitaalstructuur Basel II versus CRD 12% 10% achtergestelde obligatie 8%
hybride kapitaal aandelen kapitaal
6% 4% 2% 0%
Basel 2
CRD
De kapitaalstructuur in Basel II vergeleken met die in de Capital Requirement Directive. Hybride kapitaal bestaat uit obligaties die kunnen worden omgezet naar aandelen of waar de nominale waarde (tijdelijk) kan worden verlaagd om verliezen op te vangen.
'De Europese bankenunie moet zorgen voor gezonde Europese banken en goed beschermde spaarders.'
Particuliere spaarders krijgen extra bescherming. Naast de protectie van het deposito garantiestelsel, hebben ze straks recht op volledige terugbetaling van hun spaargeld voordat senior obligatiehouders terugbetaald worden. Deze regel wordt ingevoerd in 2015. Vanaf 2018 moeten senior obligatiehouders ook actief gaan meebetalen aan de herkapitalisatie van een bank als dat nodig is.
Transparantie
Het Single Supervisor Mechanism bepaalt dat de ECB vanaf 2014 de toezichthouder voor de grote Europese banken is. Dit zijn banken met een balanstotaal groter dan €30 miljard. Voor de overdracht van het toezicht naar de ECB wordt er eerst nog een grondige analyse gemaakt van de bezittingen van deze banken: een Asset Quality Review. Pas na deze kwaliteitscheck neemt de ECB de verantwoordelijkheid van toezicht over.
Dat beleggers inspelen op de veranderde risico’s is duidelijk terug te zien aan het vereiste rendement op achtergestelde leningen: dat is al verhoogd. Opmerkelijk is dat het nog niet terug te zien is in de rendementsvergoeding voor senior obligaties. Daar lijken beleggers er nog vanuit te gaan dat ze niet mee hoeven te betalen aan reddingsoperaties. Ook voor hen is het echter verstandig zich voor te bereiden op de nieuwe werkelijkheid en de gevolgen van de komst van de Europese bankenunie.
Hoewel er zeker nog details zullen veranderen, is men het op hoofdlijnen eens: de sector moet veiliger en transparanter worden. Zo zijn spaarders beter beschermd en wordt de kans dat er belastinggeld nodig is om een bank te redden veel kleiner. Nu beleggers ervan doordrongen zijn dat de risico’s voor hen groter worden, eisen ze meer transparantie. Zowel in de kwaliteit van de balans, als in de strategie van het management.
Tijdlijn
Richtlijn
Regel
1 augustus 2013
SRM
Aandeelhouders en achtergestelde obligatiehouders dragen eerste verliezen
2014
SSM
Toezicht banken naar ECB
2015
SRM
Senior obligatiehouders dragen verliezen, voordat spaarders worden aangeslagen
2016
CRD
Risicogewogen kapitaalratio > 6%
2018
SRM
Senior obligatiehouders dragen actief bij aan herkapitalisatie van een bank
2019
CRD
Risicogewogen kapitaalratio > 8,5%, ongewogen kapitaalpositie > 3%
De momenten waarop belangrijke nieuwe regels ingaan.
8
Nieuw FTK weer een stap dichterbij David van Bragt, Senior Consultant Investment Solutions, Aegon Asset Management
Het nieuwe Financiële Toetsingskader (FTK) gaat waarschijnlijk in 2015 in. Hiermee krijgen pensioenfondsen de keuze tussen twee verschillende pensioencontracten: voortzetting van het huidige nominale contract of de overgang naar een nieuw reëel contract. Het recent gepubliceerde FTK-conceptvoorstel geeft weer wat meer duidelijkheid.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid publiceerde recent een conceptvoorstel met daarin een verdere uitwerking van het nieuwe FTK. Dit voorstel is voor een deel erg globaal en vraagt dus nog wel om verdere uitwerking. Tot 6 september kan iedereen via internet reageren. Deze maand adviseert een onafhankelijke commissie bovendien over de voorgestelde inzet van de UFR-methodologie. De definitieve wetsvoorstellen gaan wellicht al voor de kerstdagen naar de Tweede Kamer. DNB houdt in 2014 in het toezicht al rekening met de overgang naar het nieuwe stelsel. Op 1 januari 2015 gaat het nieuwe FTK dan naar verwachting in.
Keuzes en consequenties Voor pensioenfondsen betekent het nieuwe FTK dat ze de keuze hebben tussen twee contracten: het nominale of het reële contract. Beide keuzes hebben gevolgen – ook wanneer een pensioenfonds kiest voor handhaving van het nominale contract, zal het toch rekening met een aantal zaken moeten houden.
FTK
1. Doorgaan op de oude weg…
'Voor pensioen fondsen betekent het nieuwe FTK dat ze de keuze hebben tussen twee contracten: het nominale of het reële contract.'
Wanneer een pensioenfonds ervoor kiest om het huidige (nominale) contract voort te zetten, krijgt het te maken met hogere buffereisen. De vereiste dekkingsgraad stijgt voor een gemiddeld pensioenfonds met ongeveer 5%-punt, van 121,7% naar 126,6%. De waardering van de verplichtingen wordt gebaseerd op de UFRmethodologie. De huidige driemaandsmiddeling van de swaprente wordt daarnaast waarschijnlijk afgeschaft. De dekkingsgraad aan het eind van het jaar wordt dan bepaald door de gemiddelde dekkingsgraad van de laatste 12 maanden. Indexatie is alleen nog toegestaan wanneer dit niet ten koste gaat van huidige buffers of van toekomstige indexatie. De precieze rekenmethode hiervoor wordt nog uitgewerkt. Er komt een haalbaarheidstoets, inclusief jaarlijks het opstellen van een ‘slechtweerscenario’ en een paar keer per jaar een risicotoets. De kostendekkende premie mag niet langer worden gebaseerd op een 10-jaars gemiddelde rente of een verwacht rendement. Premies mogen wel voor een periode van 3 jaar worden vastgezet.
2. Of kiezen voor een nieuw contract De contouren van het reële contract zijn nu, met het nieuwe concept-
9
BELEGGINGSVISIE september 2013
discontocurve verplichtingen (per 30-06-2013) Discontocurve verplichtingen (per 30-06-2013) 4,0% 3,0%
rente
2,0% 1,0% 0,0% -1,0%
0
10
20
-2,0%
30
40
50
60
nominale contract reële contract indexatie riscopremie
looptijd (jaar)
-3,0% De discontocurve voor de verplichtingen in het nominale en het reële contract per 30-06-2013.
voorstel, iets duidelijker geworden. In plaats van de harde garantie in het nominale contract, volgen de pensioenverplichtingen in het reële contract de financiële en actuariële ontwikkelingen. Pensioenfondsen moeten schokken volledig verwerken in minimaal 3 jaar en maximaal 10 jaar. Door het ontbreken van een garantie zijn extra buffers, zoals in het nominale contract, niet noodzakelijk. Wel gaat het ministerie in de huidige voorstellen uit van een vereiste (reële) dekkingsgraad van 101%, in plaats van 100%. Ook bestaat de mogelijkheid om een zogenaamde ‘egalisatiereserve’ te vormen, waarmee een pensioenfonds intergenerationele effecten vermindert. Het nieuwe voorstel geeft meer details over de bepaling van de reële verplichtingen. De reële disconteringscurve zal bestaan uit de nominale curve, plus een risicopremie, minus indexatie. De risicopremie is niet afhankelijk van het specifieke beleggingsbeleid van een pensioenfonds. De afslag voor indexatie wordt gebaseerd op CPB-voorspel lingen van de prijsinflatie voor de komende 2 jaar, met een extrapolatie naar de ECB-inflatietarget van 2%, een niveau dat na 10 jaar wordt bereikt. Een opmerkelijke keuze, want hiermee negeert het ministerie de gevoeligheid van de reële verplicht ingen voor de inflatieverwachting in de markt. Hierdoor blijft het fonds gevoelig voor de nominale rente, in plaats van de reële rente. In het reële contract komen ook elementen terug uit het nominale contract, zoals de dekkingsgraadmiddeling, de haalbaarheidstoets, de risicotoets en de mogelijkheid tot het vastzetten van premies.
Wat vindt de sector? De pensioensector reageert kritisch op de nieuwe voorstellen. Verschillende Nederlandse pensioenfondsen, waaronder het ABP, voorspellen dat de nieuwe regels tot een forse premiestijging zullen
leiden. Dat betekent een tegenvaller voor de staatskas. Het kabinet reageert ontkennend en verwijst naar berekeningen van DNB. Daaruit zou blijken dat op termijn de pensioenmaatregelen van het kabinet een positief saldo opleveren. De sociale partners – zowel werkgevers als vakbonden – hebben via de Stichting van de Arbeid aangegeven meer stabiliteit te willen zien in premies en rentecurve. Zij noemen de huidige voorstellen procyclisch, omdat de premie en discontocurve sterk gekoppeld worden aan de marktrente. Het pensioenfonds blijft verantwoordelijk voor eventuele juridische consequenties, stellen de sociale partners, wanneer de bestaande rechten worden ‘ingevaren’ in het nieuwe, reële contract. Om problemen rond het invaren te vermijden vragen ze om een beter wettelijk kader. De Pensioenfederatie heeft een duidelijke voorkeur voor een zogenaamd ‘combicontract’, waarin een harde garantie wordt gecombineerd met zachte, reële rechten. De Pensioenfederatie werkt een dergelijk contract nu verder uit.
Wij blijven u informeren Wij houden u zoveel mogelijk van alle ontwikkelingen op de hoogte. In de komende periode voeren wij een nadere analyse uit naar het optimale beleggingsbeleid voor een nominaal en een reële pensioencontract. Heeft u op dit moment al meer vragen over deze pensioenontwikkelingen of de impact hiervan op uw beleggingsbeleid? Uw client relationship manager helpt u graag verder.
'De sociale partners hebben via de Stichting van de Arbeid aangegeven meer stabiliteit te willen zien in premies en rentecurve.'
10
Aegon PPI: Beleggen met een doelstelling Twan Possen, Consultant Investment Solutions, Aegon Asset Management
VRW
40%
ZW
20% 0%
25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51 53 55 57 59 61 63 65 Leeftijd
Onderstaand voorbeeld geeft het verwachte pensioen op einddatum weer voor twee verschillende life cycles. Hierbij wordt er initieel vanuit gegaan dat er belegd wordt in staatsobligaties en aandelen. Beide regelingen zijn identiek aan elkaar met uitzondering van de mate van risico die genomen wordt gedurende de looptijd van de life cycle. Staatsobligaties & Aandelen
default
Kans op behalen doelstelling (70% geïnd. middelloon) Pensioen bij tegenvallende marktomstandigheden (% geïndexeerd middelloon)
Staatsobligaties & Aandelen
62,4% 45,3%
10% minder risico
Kans op behalen doelstelling (70% geïnd. middelloon) Pensioen bij tegenvallende marktomstandigheden (% geïndexeerd middelloon)
56,5% 45,9%
Wanneer over de gehele life cycle 10% minder in aandelen belegd zou worden, verlaagt dit zowel de kans dat onze doelstelling behaald wordt als het verwachte pensioen dat op einddatum ingekocht kan worden. In termen van pensioen inkoop is de deelnemer dan ook beter af door meer risico te nemen op het moment dat dit mogelijk is.
Spreiding van de beleggingen Indien er slechts in een beperkt aantal categorieën belegd wordt, zijn niet alle mogelijkheden benut om tot een goed pensioen te komen. De beleggingspropositie van Aegon PPI kenmerkt zich door een breed gespreide beleggingsportefeuille. Door niet ‘alle eieren in één mandje’ te plaatsen, kan men profiteren van het feit dat niet alle beleggingen op vergelijkbare wijze reageren op gebeurtenissen in de markt. Met andere woorden, door de portefeuille beter te spreiden is het mogelijk om bij
Opbouw Balanced DC fondsen 100% Grondstoffen Beursgenoteerd vastgoed Aandelen wereldwijd ABS Emerging Market Debt High Yield obligaties Bedrijfsobligaties Staatsobligaties
80% 60% 40% 20%
8
7
C BD
C BD
6
5 C
4
C BD
BD
C BD
3 C BD
2
0% C
Aegon PPI
De Aegon PPI belegt de premies volgens de life cycle methode. Hierbij worden de pensioenpremies op jonge leeftijd voornamelijk belegd in categorieën met een hoog verwacht rendement, zoals aandelen. Uiteraard kennen deze categorieën een hoger risico dan bijvoorbeeld staatsobligaties. Maar doordat er nog vele jaren belegd kan worden, wegen deze risico’s niet op tegen de verwachte opbrengsten. Ofwel risico’s nemen wanneer het kan! Richting pensioendatum wordt het beleggingsrisico steeds verder afgebouwd om te voorkomen dat de deelnemer op einddatum wordt geconfronteerd met een door slechte marktontwikkelingen gekrompen kapitaal. Daarbij wordt er vanuit de beleggingen meer aangesloten bij het in te kopen pensioen, om ervoor te zorgen dat een verandering van de rente geen grote negatieve invloed meer heeft op deze inkoop.
60%
1
Hoeveel risico wordt er genomen en wanneer?
80%
BD
Om ervoor te zorgen dat de deelnemer bij pensionering een goed pensioen kan inkopen, zijn er vanuit beleggingsperspectief een tweetal knoppen om aan te draaien:
100%
C
Een goed pensioen voor de deelnemer is het ultieme doel van Aegon PPI. In de ontwikkeling van de beleggingspropositie van Aegon PPI is het behalen van een 70% geïndexeerd middelloon pensioen dan ook centraal gesteld. Hiermee wordt er dus verder gekeken dan enkel naar de beleggingen, maar ligt de focus vanaf het begin bij het voor de deelnemer meest belangrijke aspect, namelijk zijn pensioen. Het risico – het niet behalen van deze doelstelling – wordt tegelijkertijd zoveel mogelijk beperkt.
Defensief risicoprofiel
BD
Binnen een Defined Contribution (DC) regeling bouwt iedere deelnemer individueel een kapitaal op, waarmee hij bij pensionering een levenslange pen sioenuitkering kan inkopen. Voor de opbouw van dit kapitaal stelt de werkgever een premie beschikbaar die vervolgens door de deelnemer belegd kan worden. Het rendement – maar zeker ook het risico – van deze beleggingen komt dan ook voor eigen rekening van de deelnemer.
11
BELEGGINGSVISIE september 2013
een gelijkblijvend risico beleggingscategorieën toe te voegen die in de verwachting een hoger rendement opleveren. Dit betekent dan ook dat het spreiden van de portefeuille in de verwachting een hoger pensioen oplevert op einddatum zonder dat hiervoor hogere risico’s gelopen worden. In het voorbeeld hiernaast wordt de verwachte pensioeninkoop bij pensionering weergegeven voor een life cycle waarin enerzijds enkel belegd wordt in staatsobligaties en aandelen en in de fondsen van Aegon PPI anderzijds. Ook hierbij geldt dat, met uitzondering van de spreiding, de overige kenmerken van de regeling identiek aan elkaar zijn. Het toepassen van de breed gespreide beleggingsportefeuille binnen de Aegon PPI zorgt dan ook voor een sterkere verbetering van de kans op het behalen van de doelstelling en de verwachte pensioen inkoop op einddatum.
Aegon PPI is ontwikkeld met het uiteindelijk in te kopen pensioen als uitgangspunt, in tegenstelling tot enkel te kijken naar beleggingsrendement of kosten. Hiermee is een deelnemer ervan verzekerd dat er een zo goed mogelijk pensioen voor hem wordt bereikt, waarvoor alle mogelijke middelen worden ingezet.
Staatsobligaties & Aandelen
default 62,4% 45,3%
Kans op behalen doelstelling (70% geïnd. middelloon) Pensioen bij tegenvallende marktomstandigheden (% geïndexeerd middelloon)
Aegon PPI
default 71,8% 50,4%
Kans op behalen doelstelling (70% geïnd. middelloon) Pensioen bij tegenvallende marktomstandigheden (% geïndexeerd middelloon)
ONTWIKKELINGEN EMD
Ontwikkelingen Emerging Market Debt
Saldo (%) 20 15 -
Brazilië Rusland
10 -
India China
5 -
Indonesië
2013 -
2012 -
2011 -
2010 -
2009 -
2008 -
2007 -
2006 -
2005 -
2004 -
2002 -
-5 -
2003 -
Maleisië
0 -
Turkije Chili Zuid-Afrika
-10 -
risico-opslag (bps) High Yield
2,000
EMD
LTS
1,600
1,200
800
2013 -
2012 -
2011 -
2010 -
2009 -
2008 -
2007 -
2006 -
2005 -
2004 -
2003 -
2002 -
400
Emerging Market Debt
Risico-opslag
2001 -
Tot enkele jaren geleden hadden deze landen grote overschotten op de lopende rekening. De afgelopen jaren is dit voor veel opkomende landen flink afgenomen of zelfs omgeslagen in een tekort. Nu hoeft dit geen problemen zolang buitenlanders dit tekort willen financieren. Tijdens de afgelopen periode van extreem lage rentes in ontwikkelde landen was het voor beleggers aantrekkelijk om te investeren tegen de hogere rentes in opkomende landen. Maar nu de rente in de Verenigde Staten snel oploopt, is dit minder aantrekkelijk. Dit zou in het uiterste geval kunnen leiden tot het opdrogen van de buitenlandse valuta reserves
Lopende rekening
2000 -
Verschillende opkomende landen hebben een deel van hun schuld gefinancierd in een harde valuta (euro of dollar), dit is zo’n 35% van de totale schuldenberg. Als gevolg hiervan hebben deze landen dollars en euro’s nodig om de couponbetalingen te kunnen voldoen. En hierin schuilt dan ook het risico.
In lijn met de verwachtingen binnen onze langetermijnscenario’s, is dit risico de afgelopen maanden verdisconteerd in de markt. Hierdoor laat EMD dit jaar een negatief rendement zien. Door de onderweging levert deze beleggingscategorie een positieve bijdrage aan de gediversifieerde portefeuilles die gebruik maken van de dynamisch strategische asset allocatie.
2001 -
Emerging Market Debt (EMD) is al tijden een populaire beleggingscategorie. De veelgehoorde redenen zijn de hoge economische groei en het relatief lage schuldniveau van opkomende markten. Echter, tijdens de langetermijnscenario’s van 2012 concludeerden wij al dat voorzichtigheid geboden is voor EMD. De risico-opslag die wordt betaald op EMD is de afgelopen jaren flink gedaald en weerspiegelde volgens onze beleggingsstrategen onvoldoende de aanwezige risico’s. Zowel de absolute risicoopslag, als het niveau ten opzichte van wereldwijde high yield obligaties is laag.
www.aegon.nl