Werkbezoek aan Brazilië 30-04-2013 tot 07-05-2013, Rini en Truus Buijs, Bert Rigter, Koos en Jannet Vermeulen 1 mei
1
1
Na anderhalve dag en zo’n 15 uur vliegen (via Rio) komen we op het vliegveld van Maceio aan. Tota, de chauffeur, en Irma (zuster) Ivanice staan ons op te wachten met het busje gefinancierd door Aktie voor Aktie, mede door een sponsorloop van dokter Van Liere. Door een voorstad van Maceio gaan we naar de grote en goed berijdbare asfaltweg tussen Maceio en Palmeira. De weg die we nu rijden, is redelijk. Slechts hier en daar wat gaten in het asfalt. Wel liggen er in bijna alle straten met huizen verkeersdrempels. Hoe ze er ook uitzien, je komt er alleen redelijk overheen als je afremt tot minder dan 5 km/u. En op elke rit kom je er tientallen tegen. Na een half uur stoppen we voor een lunch bij een restaurant, meer lijkend op een grote houten keet. Het is 1 mei, een feestdag, heel erg druk. We krijgen aardappelen, bonen, sla en per tafel een spies met stukken rund- en kippenvlees. Zeker twee flinke stukken vlees per persoon. Voor vijf euro per persoon inclusief drank en fooi. En toch voor velen onbetaalbaar.
2
Brazilië blijkt meteen het land van tegenstellingen. In Natal zien we honderden moderne torenflats. Maar als we even buiten de stad rijden, komen we wat huisjes tegen bedekt met grote bladeren, zo slecht zien we ze daarna niet meer. We zien grote tractoren, maar ook een boer die zijn land bewerkt met een ploeg getrokken door twee ossen. We zien moderne vrachtauto’s, maar ook een karretje getrokken door vier geiten. Chique winkels naast zelfgetimmerde marktkramen en tweewielige karretjes waar de handelaar achter loopt te duwen. Moderne bungalows aan prachtige straten en iets verder huisjes tegen een berg waar je naar toe moet klauteren over iets dat het woord pad niet waardig is.
3
De natuur begint met dennenbomen in een heuvelachtig terrein, daarna grote suikerrietplantages, bouwland, klein gemengd bedrijf, grasland. Het grasland is zelden vlak en overal struiken en volop grote en kleine stenen. Het gras is zichtbaar jong, tussen bruine plantenresten staan verse grassprieten. Rini heeft het nog nooit zo groen gezien en is toch al vier keer in Brazilië geweest. Koeien zijn mager. Later horen we dat het bijvoorbeeld in Batalha 26 maanden niet of nauwelijks heeft geregend tot 20 april jongstleden. In die tijd wordt het vee in leven gehouden met stukgesneden cactussen. Deze worden daar speciaal voor gekweekt. Het lijkt erop dat Brazilianen niet zo houden van opruimen: werkelijk overal kom je huisvuil en andere rotzooi tegen. Onderweg staan er meer dan 20 kruisjes langs de weg als stille getuige van een ongeval. Een keer drie bij elkaar, een keer twee bij elkaar en acht keer een kruis op een stenen kapelletje van 50 tot 80 cm hoog. We horen dat veel van de ongevallen te maken hebben met alcoholgebruik.
4
Ivanice en de andere zusters zijn van de congregatie van het Heilig Hart van Jezus, moederhuis in Olinda. Lourdes is van de orde der Franciscanen, moederhuis in Asten. Beide congregaties zijn actief voor de armen, die van Ivanice in 20 Braziliaanse regio’s.
Werkbezoek aan Brazilië
5
De ontvangst in Igaҫi is hartelijk. Het gebouw is mooi: veel tegelwerk, schoon, goed in het schilderwerk, twee grote, mooie patio’s, veel ruimte. Een 80 kinderen en een groepje moeders staan ons al zingend op te wachten. We krijgen een ereplaats en de kinderen doen een dansje. Tot op het laatste moment komen er moeders binnen. Voor het broodje met kaas of ham en een beker limonade? In elk geval is er niemand die dat afslaat en niemand gaat weg. We zullen dit nog vaak zien, soms meerdere keren per dag. Moeders en kinderen willen ons omarmen, bedanken ons en willen met ons op de foto. Vaders zien we maar weinig op deze bijeenkomsten. Wel hangend langs de straat. De kinderen krijgen van ons een chocolade munt.
6
De rondgang door het gebouw gaat in twee gedeeltes, de eerste middag binnen en de volgende ochtend buiten. Er is: Een weinig gebruikte bieb, een computerkamer, een secretariaat, een grote kapel waar ook de inwoners van Igaҫi welkom zijn, kamers voor de zusters (om ons te laten slapen leeg gemaakt!?), een huiskamer, vergaderzaal, kinderspeelkamer, eetkamer, eetzaal, keuken, grote waskamer, grote douchezaal. Buiten een bijgebouw met een garage en een lesruimte, een wasgebouwtje, een cisterna (regenopvangbak), een grote gymzaal (betonnen vloer met muurtje eromheen, overdekt en aan de zijkant gaas, met podium en opbergruimte). Daarachter een gebied waar de hond loopt. Via een grote poort kom je in een gebied met nog een cisterna, een toilet en een lesgebouwtje met twee kamertjes. Iets verder in de straat staat een gebouwtje dat ingericht is als kapsalon, vreselijk verouderd.
7
In het huis werken vier zusters, waarvan twee in opleiding (Ivanice, Cleidy, Eliz en Escolastica). Verder drie betaalde krachten van de gemeente (soms twee meer). De gemeente betaalt soms ook mee aan projecten. Verder krijgen ze giften van bewoners die blij zijn met het werk dat de zusters doen. Met een beamer laat Ivanice wat foto’s zien van de diverse activiteiten. De kinderen komen ’s morgens vanaf half zeven binnen en blijven tot een uur of vier. Behalve als ze op school zitten, dan zijn ze er een deel van de dag.
8
’s Avonds eten we soep met brood, de volgende morgen een uitgebreid ontbijt met aardappelen, vlees, couscous, kaas, ham en fruit, koffie en water. Dit is bepaald niet standaard maar alleen voor ons als gasten.
2 mei 9
2
Na het ontbijt gaan Truus en Jannet aan de slag met de kinderen. Het blijkt een groot succes. De gymzaal is zeer geschikt en met handen en voeten maakt Jannet de kinderen duidelijk wat de bedoeling is. En anders wordt Bert opgetrommeld. Bij het vriendschapsbandjes maken gaat de start iets moeilijker, maar ook hier biedt Bert hulp aan Truus. Alle kinderen willen meedoen en laten heel duidelijk merken dat ze dit op prijs stellen. We ontdekken later dat dit huis geen ballen of springtouwen heeft. En ook geen spellen die de ontwikkeling van het kind bevorderen. Wel veel knuffels en poppen. Na afloop van de lessen schenkt Jannet haar atletiekmateriaal aan Ivanice en Truus een basisset om vriendschapsbandjes te maken.
Werkbezoek aan Brazilië
10 We beginnen het overleg met Ivanice, bijgewoond door Luciene die sinds twee maanden naast Igaҫi ook in Palmeira werkt en driftig aantekeningen maakt. Nadat we onze dank voor haar werk hebben uitgesproken, wordt een spervuur van vragen op Ivanice afgevuurd. We willen graag weten waarom er minder kinderen zijn van 12 tot 16 (zwangerschap, etc.). Hoe de kinderen geselecteerd worden (huisbezoek). Welke onderwijsmogelijkheden er in de omgeving zijn. Ze hebben internet, maar stellen dat niet ter beschikking aan de kinderen (gebrek aan pc’s). Een groot probleem is het gebrek aan leesvaardigheid. Thuis zijn er geen boeken, ouders kunnen vaak niet lezen, hier wordt ook weinig gelezen. Op school leidt dat tot achterstand. Ze hebben onvoldoende uniform-kleding (geld). We vragen om eens te onderzoeken of een aantal oude, slecht bruikbare gebouwtjes niet plat kunnen voor een nieuw onderwijsgebouw. En zo veel meer. Zeer leerzaam! 11 Vervolgens een overleg met Ivanice, Luciene, Lourdes, Carleane en Paixao. Het platform voor het studiefonds. Uit een rondvraag wordt duidelijk dat ze het eigenlijk allemaal eens zijn: we moeten starten bij de jongere kinderen om eerst het leesprobleem op te lossen. Anders komen deze kinderen nooit verder. Ivanice wil graag meewerken. Lourdes ziet mogelijkheden voor samenwerking, Carleane (drie dagen fysiotherapeute en twee dagen bij de gemeente) wil de ouders wel bezoeken om hen te bepraten, Paixao (docente Engels en Portugees) wil studenten begeleiden. Slotsom: Ivanice wil al in augustus starten, Carleane schrijft een werkplan, Lourdes biedt een methode aan die haar congregatie gebruikt, wij bieden steun en denken mee. We hebben voor ieder een presentje om onze dank te onderstrepen. 12 Met Lourdes hebben we nog een aansluitend overleg over Novo Horizonte, de organisatie van Sonob. Zij ziet het als een samenstel van kleine organisaties, in vijf jaar opgebouwd, met sociale en doelgerichte projecten. Er is een goede samenwerking met Sonob. Het Vittorio-project is beëindigd bij gebrek aan geld, 4.500 reais (een reaal is 0,4 euro) per jaar. Was gericht op een honderdtal ‘beschadigde’ kinderen van 6 tot 10 jaar. Werd samen met de Caritas georganiseerd. Ze heeft een nieuw project in Aqua Branca (haar geboorteplaats), project Groeneweg, 24 kinderen. Verder in Paus Preto voor 100 kinderen. De kinderen moeten 15 reais bijdragen. Lourdes is eerst 6 jaar voorzitter geweest van Novo Horizonte, daarna 3 jaar niet, nu weer tot 2014 en misschien nog drie jaar daarna. Ze ziet het studiefonds als een belangrijk project en wil ook op andere terreinen samenwerken. Als we zaterdag in Palmeira zijn, zouden we het bijenproject kunnen bezoeken. We slaan het beleefd af, gezien ons programma. We spreken af dat we elkaar informeren en op de hoogte houden en in elk geval blijven samenwerken in het studieplatform. 13 Een gesprek met Telma, een chique jongedame, aanwezig voor de bijeenkomst met de moeders. Zij werkt al 14 jaar bij de gemeente, eerst om alle inwoners te bezoeken en hen te registreren. Maar langzamerhand is ze ook het aanspreekpunt voor de gezinnen met problemen en in die hoedanigheid heeft ze veel contact met Ivanice. Voor beide partijen waardevol. Samen met Carleane wordt van elk kind een inventarisatie gemaakt van de gezinssituatie en tevens gekeken naar mogelijke knelpunten zoals mishandeling, familieconflicten, alcohol of drugsmisbruik, inkomsten, vaste baan of niet. Gegevens die ook nodig zijn voor de toelating tot het opvanghuis. Zonodig wordt hulp geboden of geregeld. 14 Dan is er een bijeenkomst met de moeders. Sommigen hebben Ivanice gezegd dat zij meer geld willen en zij heeft dit daarom georganiseerd. Ivanice leest een lijst met namen voor en controleert de aanwezigheid. Een stuk of 20 ontbreken. Later gaan de jonge zusters de moeders nog eens langs en noteren op een presentielijst de gegevens van de moeders. Velen kunnen hun naam niet schrijven. Ivanice opent de vergadering, Bert wijst nog eens op ons doel, kansarme kinderen. Ivanice licht dat toe en vraagt de moeders om iets te zeggen. Dat brengt enkele moeders naar voren die heel blij zijn met wat het opvangcentrum voor hun kind betekent. Telma houdt een promotieverhaal en wijst op het succes van Carleane, aangevuld door Bert. Dan zet Ivanice een lied in en de hele zaal zingt mee. Jannet en Truus worden voorgesteld en een meisje krijgt extra aandacht omdat ze voor deze bijeenkomst 14 km heeft moeten lopen omdat er iets met de bus was.
3
Werkbezoek aan Brazilië
15 Na de bijeenkomst staan we even op straat. Is er een mevrouw bezig om op het stukje grond naast het opvangcentrum mais te zaaien. Het terreintje is bezaaid met huisvuil en vooral met stenen. Van een vroeger gebouwtje? Met haar blote voeten maakt ze om de 50 tot 60 cm een gaatje in de grond, schuift eerst een eventuele steen wat opzij, laat er drie maïskorrels invallen, wrijft met haar voet het gaatje weer dicht en schuift weer 50 tot 60 cm op. Met een beetje geluk kan ze over drie maanden oogsten, zegt ze. Wij kijken onze ogen uit. 16 We rijden naar Batalha en maken kennis met Monsenhor (monseigneur) Josevel. Na een goede maaltijd nemen we het programma door. We bespreken de vervanging van Josevel (bijvoorbeeld als hij in het ziekenhuis ligt), maar dat vindt hij helemaal niet nodig want als hij in Maceio in het ziekenhuis ligt, rijdt er elke dag iemand op en neer om de zaken door te nemen. Wel gaat hij ermee akkoord dat Yorly voortaan rechtstreeks zaken doet met Marie José. De crèche (voor kinderen tot 5 jaar) blijkt verhuisd naar het ziekenhuisje. Marie José doet de selectie van kinderen op een vergelijkbare wijze als de zusters in de opvanghuizen. De zeven kinderen waarvoor we de studie betalen, blijken daarmee al in 2010 gestopt te zijn. Het geld dat hij daarvoor heeft ontvangen, heeft hij gebruikt voor de crèche. Maria (was altijd huisgenote van Josevel) woont nu in het huis van haar vader in Maceio, ze heeft artrose. Maar hij heeft wel personeel, twee in de keuken, chauffeur, schoonmaakster. Josevel heeft in zijn woon-/eetkamer zo’n 35 foto’s van zichzelf hangen, waaronder een poster waarop hij te zien is met vier priesterstudenten. Hij heeft er dit jaar 8 in zijn parochie werkzaam, zijn bisdom heeft er 24. Toen hij begon, 34 jaar geleden, had hij 41 kerken en kapellen waar hij de mis las. Nu is er nog wel een tekort aan priesters, maar veel beperkter. 17 Josevel geeft aan hoe de overheid op dit moment steun geeft. Voor een kind krijg je 70 per maand, indien ze naar school gaan vanuit de Bolsa Familia. Daar komt voor een gezin met vijf kinderen nog eens 160 per maand bij. Een gepensioneerde krijgt 500 per maand. Vaak hoeft men niet te betalen voor elektriciteit en water. Het bouwprogramma voor armen betekent dat de gelukkigen geen huur verschuldigd zijn (toewijzing lijkt soms op vriendjespolitiek?). Hij constateert dat de vaders soms niets meer uitvoeren omdat ze denken dat ze zoveel binnenkrijgen. 3 mei 18 Na het ontbijt gaan we op weg naar Redempta in Säo José de Tapera. Zoals Josevel al had gezegd is ze niet aanwezig (ze was in Maceio naar het ziekenhuis). We worden evenwel vriendelijk ontvangen door Rosineide en Helena. We bespreken een paar kleine punten over de lijst van adoptie-kinderen. Helena wil voortaan rechtstreeks met Yorly communiceren (later belooft Mns Petrucio dit met zuster Redempta te bespreken). Daarna krijgen we een rondleiding door de school. Er zijn 580 leerlingen, 42 docenten en een 23-tal ondersteunend personeel. De leerlingen komen in de ochtend (basisschool), in de middag (middelbare school) of in de avond (vervolgonderwijs). Naast de
4
Werkbezoek aan Brazilië
klaslokalen is er een winkeltje met schoolbehoeften, een grote feestzaal, een keuken, twee lokalen voor voorschoolse opvang die niet meer gebruikt worden, een mooie kapel, en een grote aanbouw (betaald door AvA) met beneden een grootse bibliotheek (zie hiernaast) en twee leslokalen. Boven een grote computerzaal met moderne computers, een zaal voor onderzoek en nog twee lokalen. Rosineide en Helena zijn ervan overtuigd dat de school niet lang zal voortbestaan als Redempta geen directeur meer is. Rosineide stelt zelfs dat ze dan ontslag neemt, na 28 jaar. Redempta zorgt immers voor het geld. Ze verwijzen ons naar Mns Petrucio die ook directeur is. Gezien ons programma zien we daar geen kans toe. 19 Dan gaan we naar Pao de Acucar (betekent: suikerbrood) voor het gesprek met Jos Wouters en Hannie Martins. Hannie werkt op het college San Vicente en Jos staat ons voor de deur op te wachten. Het huis van Redempta staat direct naast dit college. Jos brengt ons naar de kamer van de directeur waar Hannie achter het bureau zit. Ze blijkt echter geen directeur. Bij het gesprek is ook aanwezig Leonardo, de boekhouder. Waarom begrijpen we dan nog niet. Na een uitleg over ons bezoek, het zoeken van nieuwe steunpunten in dit land, deelt Hannie direct mee dat ze al voldoende werk heeft aan de administratie van adoptiekinderen die ze een paar jaar terug heeft overgenomen van haar tante, zuster Odiliana. Die is nu teruggegaan naar Nederland. Jos krijgt niet zoveel kans om te antwoorden, omdat Hannie maar doorpraat. Later blijkt dat hij best mogelijkheden ziet en dat zuster Clementina zijn tante was. 20 Maar dan neemt het gesprek een verrassende wending. We blijken in de kamer van de directeur te zitten die Msn Petrucio heet! Na wat bellen komt hij binnen. We vertellen wat we hier doen en ook wat we gehoord hebben bij de school van Redempta. Petrucio ontkent ten stelligste dat er financiële problemen zouden ontstaan door het vertrek van Redempta, dat de continuïteit van de school hoe dan ook gegarandeerd is. Hij is bereid om ons het jaarverslag van de stichting te sturen. Hij geeft ons een kopie mee van de akte waaruit blijkt dat hij voorzitter is van een stichting met crèches, scholen, universiteit met o.a. scheikunde en wiskunde. Redempta is hiervan vicevoorzitter. Het geld van Aktie voor Aktie komt hier binnen en wordt meteen geboekt op de school van Redempta. Petrucio heeft nog een project voor ons, maar gaat daar niet verder op in. Als Petrucio merkt dat we weg willen om te gaan eten, eist hij dat we bij hem komen eten en gaat zonder verder iets te zeggen weg. Hannie vertelt ondertussen dat het schoolgeld op deze school 170 reais is voor de onderbouw, 233 voor de bovenbouw en 300 voor de hogere opleiding, maar dat er ook particuliere scholen zijn met 600 reais per maand! Redempta heeft daarbij de vrijheid om het bedrag na overleg met de ouders veel lager vast te stellen zodat die kinderen vanwege geldgebrek niet naar een openbare school moeten. Hierdoor ontstaat een gat in de begroting van 14.000 reais. Ze weet niet of dat na het vertrek van Redempta gehandhaafd zal worden. Wij hebben er nadrukkelijk op aangedrongen om dit beleid van Redempta voort te zetten en dat we bereid zijn om daar een bijdrage aan te leveren. Ook zij bevestigt dat de openbare scholen slecht onderwijs geven. Na een minuut of 15 niets van Petrucio gehoord te hebben, willen we weggaan. Hannie loopt voor de zekerheid nog even bij het huis van Petrucio langs, daar blijkt het eten al op tafel te staan. We gaan met zijn achten aan tafel en krijgen de inmiddels bekende Braziliaanse maaltijd geserveerd door een drietal dames. Na een minuut of tien komt Petrucio binnen, hij bleek nog een andere afspraak te hebben. Hij gaat zitten, krijgt een bord voor zich geschoven en een van de dames schept hem op zonder iets aan hem te vragen. We nemen beleefd afscheid om naar Josevel te gaan voor onze volgende afspraak. Gelukkig hebben we gehoor gegeven aan zijn wens om zijn Braziliaanse gastvrijheid te laten zien.
5
Werkbezoek aan Brazilië
21 Josevel staat rustig op ons te wachten en rijdt voor ons uit naar de crèche in het voormalige ziekenhuisje. Hoewel we te laat zijn, staan een 35-tal moeders en vaders ons op te wachten met een schare aan kinderen. Na een inleidend woordje krijgen we weer een paar dansjes te zien. Voor de kinderen wordt 53 reais per maand betaald. Er worden weer tientallen foto’s gemaakt en we horen wat specifieke verhalen van moeders. Voor de kinderen hebben we weer chocolade en voor Marie José een presentje. We krijgen een rondleiding waarbij Josevel vertelt dat de oude crèche bij de kerk een opleidingscentrum wordt. Nu al 3 keer per week voor mannen en voor vrouwen. Verder bijeenkomsten van de leidende figuren binnen de parochie om het beleid uit te zetten. 22 Nadat we de crèche hebben verlaten, gaan we via een andere ingang het gebouw binnen: het laboratorium. Een aantal kamers en een ruimte waar de analyses worden gedaan. Josevel vertelt dat de armen hier gratis hun bloed of urine kunnen laten onderzoeken. Het gaat om 4.500 onderzoeken per jaar. Het analyse-apparaat waarvoor hij ons geld heeft gevraagd, is aangeschaft. Het kostte 39.000 reaal (de aanvraag was 25.000 euro?). 23 Vervolgens gaan we naar de wijk Säo Francisco, de echte armenwijk van Batalha. In een kerk worden we ontvangen door een groep moeders en kinderen en een gelegenheidsbandje. Daarna gaan we via een sociaal centrum, betaald door Rotary De Haar, naar een groot afdak waaronder een drietal lange stenen tafels met banken staan. Aan de kant staan een aantal vrijwilligers met grote pannen met soep en tonnen met broodjes. Iedereen krijgt een plastic bak halfvol soep en een broodje. Er zijn ook wat moeders en oma’s die mee-eten. Gemiddeld zouden er elke vrijdag 400 eters zijn. Als het een beetje afloopt, komen diverse ouderen met een pannetje, een kapot emmertje of een bakje en krijgen soep voor de rest van de week mee. Elke week staan er een 15-tal vrijwilligers klaar om dit te organiseren. Er zijn vier groepen, elke week een andere groep. Wij eten niet mee, maar gaan bij Josevel eten en rijden daarna naar ons hotel in Palmeira. 4 mei 24 We zijn wat te laat, maar een 70-tal kinderen en enkele moeders staan ons in het kinderopvangcentrum van Palmeira op te wachten om ons te verwelkomen. Aan de muur hangt een poster met onze namen, naar later blijkt, ook in de eetkamer. Weer een dansje. We delen de kinderen een chocolade munt uit en Truus en Jannet gaan aan het werk, terwijl de mannen een rondleiding krijgen. Een volledig ommuurd terrein tegen een heuvel. Na de poort kom je op een groot voorplein. Het gebouw kent weer twee patio’s. Eerst een kapel, een secretariaat, de kamers van de zusters, een Mariahoek, een drietal opleidingslokalen, een poppenkamer, een magazijn, een bibliotheek, een eetkamer, een keuken met grote voorraadruimtes, een eetzaal, een wasruimte, een slaapruimte en toiletten. Een mooi, goed onderhouden gebouw. Het centrum lijkt meer aandacht te hebben voor creativiteit, komt vriendelijker over, kinderen lijken actiever. Men heeft hier springtouwen en ballen dankzij een sportprogramma van de gemeente.
6
Werkbezoek aan Brazilië
25 Dan starten we de bespreking met Roberta, ook deze keer met Luciene erbij. Truus en Jannet gaan de kinderen bezig houden. We leggen de situatie uit rond de adoptiekinderen van Sonob. Roberta laat weten niet meer dan 100 kinderen aan te kunnen. 2 kinderen zijn vertrokken naar Marie José. 3 kinderen zitten op een particuliere school, de rest op openbare scholen. De familie weerhoudt de kinderen naar een middelbare school te gaan (te kostbaar). De selectie en de inventarisatie van de gezinssituatie gebeuren op vergelijkbare wijze als in Igaҫi, door Luciene. Een project begrijpend lezen ziet men wel zitten. Een psychologe, zoals de overheid dat wil, zou in dienst genomen moeten worden, kosten 1.800 reais per maand. De overheid zelf doet niets. Daarom geeft Luciene nu de voorlichting. Tijdens deze bespreking ziet Koos zelfs kans om de sandaal van een van de kinderen met een paperclip te repareren. 26 Ook in dit huis werken vier zusters, Roberta, Luciene, Maria en Bernadette. Verder zijn er drie leraren en een schoonmaakster betaald door de gemeente. Er zijn weinig vrijwilligers zegt Roberta, maar gedurende de tijd die wij er zijn, zien we steeds enkele moeders actief, in de keuken (hiernaast) en met de schoonmaak. 27 Het opvanghuis ligt precies op de grens van de ‘gewone’ bebouwing en de hutjes tegen de heuvel aan. Geheel ommuurd, prikkeldraad, hier en daar zijn de ijzeren punten op de muur verdwenen, die moeten voorkomen dat men over de muur klimt. Achter het huis is een hele grote tuin met bomen. En daar zit het probleem: Men komt over de muur om appeltjes te jatten. Naast het opvanghuis staat een groot pand van de Caritas, ook in een grote tuin. Het opvanghuis staat twee straten verwijderd van de grote kerk, met daarnaast het ‘westerse’ klooster van Lourdes. 28 Xucurus is een buitenwijk van Palmeira. We rijden er heen en worden geconfronteerd met een zeer hobbelige zandweg met geulen uitgesleten door de regen. We rijden langs de wijk van huisjes aan zandwegen. Het project Xucurus ligt aan de rand van de wijk, een mooie oprijlaan, rechts een boomgaard, links een weiland met geiten. Achter de boomgaard staat een goed sociaal centrum, gefinancierd door een school uit Tilburg. Het geheel lijkt niet best onderhouden. Rechts is een groepje kinderen bezig met catechese, in een ruimte met veel troep. Achter de hoofdingang ligt een patio met daaraan een bieb (lijkt niet te worden gebruikt), een keuken, een kleine en een grote zaal en wat ruimtes die zijn afgesloten. In de grote zaal zit een groepje mensen te vergaderen. Een meisje van een jaar of 20 blijkt de zaak te runnen. We begrijpen dat Lourdes alweer weg is, hetgeen ons doet balen. Maar na enige tijd krijgt het meisje Lourdes aan de telefoon en die blijkt op weg naar ons. Lourdes geeft een uitleg bij het centrum en stelt ons voor aan de groep vergaderaars. Zij werken aan plannen voor de omgeving. Achter het centrum blijkt een appartement te liggen met 6 slaapplaatsen en een keuken met prima apparatuur. Lourdes verhuurt dit wel eens, zoals ze ook de zalen verhuurt.
7
Werkbezoek aan Brazilië
29 In het weiland met de geiten zien we vierkante betonnen bakken liggen van het Sonob-visproject, waarvoor we hier zijn. Niet meer in gebruik omdat de vis steeds werd gestolen. De laatste keer 600 kilo. De geiten worden niet gestolen. Die zitten dan ook achter een zo gesloten hek dat we niet bij de visbakken kunnen komen. Onze indruk is dat dit centrum wat mislukt is. Gebrek aan goede leiding? Of de afstand tot de wijk? Daarna rijden we naar Josevel om daar te eten en te slapen. 5 mei 30 Zondagmorgen gaan we naar de mis van zeven uur. Josevel lijkt zich nauwelijks te hoeven voorbereiden en gaat gewoon met ons mee. De kerk zit al aardig vol en Josevel laat plastic stoelen aanrukken zodat we voor de voorste bank zitten. Naast ons het bandje met drie gitaren en een keyboard, twee gitaristen zijn ook de voorzangers. Alle ramen en deuren staan wijd open. De kerk is gevuld met vrouwen en een paar mannen en kinderen. Ze staan tot in de tuin rond de kerk. Velen gaan eerst naar de kapel van het heilig hart van Jezus (?). Josevel komt via de hoofdingang de kerk in, achter 17 mannen en vrouwen aan gekleed in een witte overgooier. Op de overgooier staat de functie van betrokkene. Er is iemand voor de mededelingen, voor het eerste epistel, voor de tussenzang, voor het tweede epistel, voor de voorbeden en acht voor het communie uitdelen. Verder vier misdienaars, waarschijnlijk de seminaristen waar Josevel ons over vertelde. De mis is redelijk herkenbaar, de sfeer is totaal anders. Voor de wegzending worden we naar voren geroepen en aan de kerkgangers voorgesteld. Dat leidt tot vele handen schudden nadat Josevel de mis heeft beëindigd. Eerst worden we in de sacristie verwacht en vervolgens gaan we naar buiten waar Josevel nog even een auto zegent en in het voorbijgaan ook onze auto en ons met wijwater besprenkelt. Daarna gaan we bij hem thuis ontbijten. 31 We gaan naar Cajá dos Negros, het plaatsje van de voedselpakketten en van het geitenproject. Eerst door een bijna droog liggende rivier, dan weer over een slechte zandweg, alleen in het dorpje is een stukje bestraat. We worden welkom geheten in een kerkje. Ongeveer 100 moeders, kinderen en wat vaders, op een dorp dat 800 inwoners telt. Weer een dansje en een toneelstukje. Enkele prachtige bloemen met onze namen en teksten, helaas vergeten mee te nemen uit de geleende auto van padre Nevis. Geleend omdat we vandaag veel zandwegen zien en het busje daar veel minder geschikt voor is. Na het toneelstukje laat Josevel ons aan de moeders een cadeautje uitdelen. Het is Moederdag en hij heeft setjes van 6 RVS toetjesbakjes met lepels meegenomen. Hij leest de namen voor van de moeders die in aanmerking komen. Die komen dan naar voren en ontvangen van Koos een pakketje. Ze lijken er niet echt happy mee, hadden ze voedsel verwacht? Na afloop van de uitdeling komen nog wat vrouwen naar voren die eerst net deden of ze niet aanwezig waren en een aantal vrouwen die niet bij Josevel geregistreerd staan. Als ze beloven zich te registreren, krijgen ze nu de bakjes. Opvallend detail: meer dan de helft van de moeders heet Maria.
8
Werkbezoek aan Brazilië
32 We komen langs een ‘kerkje’ in aanbouw. Het blijkt een Franciscaan in een bruine pij die we al eerder bij het soepproject hebben gezien. Hij woont hier al zeven jaar en wil daarmee laten zien dat je ook in armoe gelukkig kan leven. Zijn werkgebied betreft ongeveer 100 gezinnen. Hij leeft van wat hij krijgt en heeft een huisje gebouwd voor zichzelf en is bezig om daaromheen een kerkje te bouwen. Duidelijk is dat hij geen verstand van metselen heeft. In dat kerkje heeft hij al twee ruimtes overdekt, in een van die ruimtes zitten een jongen en een meisje een groepje kinderen catechese te geven. We mogen ook in zijn huisje kijken, bestaande uit een kapel en een leefruimte van vijf vierkante meter. Hij lijkt toch niet echt in armoede te leven. Wel een plank als bed (en hij is al zo mager). Maar ook een geluidsinstallatie, veel boeken en nog veel meer. Die installatie blijkt hij te gebruiken om geestelijke liederen via luidsprekers aan de buren te laten horen. En wij vragen ons af: Zijn het die zeven jaar nu waard geweest? 33 Dan verder over slechte zandwegen naar Caixas D’agua. Daar stoppen we bij een huisje waarachter een cisterna staat van de Sonob. Twee huisjes verder woont de grootvader en die heeft een cisterna van AvA ( met de naam van Vermeent erop). De mensen tonen zich erg blij. Het eerste huisje is van steen, het tweede huisje van de vader is van takken bestreken met klei. Dat vinden we natuurlijk interessanter. Josevel vertelt dat in de scheuren van de klei beestjes leven die na de dood aangetoond kunnen worden in het hart van de bewoners. We vragen de moeder/oma of we ook binnen mogen kijken. Trots gaat ze ons voor. Het hokje is in tweeën gedeeld door een doek. Voor het doek is de zitruimte. Achter het doek een eenpersoonsbed en de keuken. Vader blijkt in een hangmat te slapen. Langs de achterwand wat planken met een enkel pannetje, wat jampotjes en ander keukengerei. Verder een kastje voor kleren? Links een deur naar buiten waar tegen het huisje een vuurtje brandt dat dienst doet als fornuis. Natuurlijk staat er wel een televisie in huis, maar dat is dan ook alles wat we kunnen herkennen uit onze moderne wereld. 34 We gaan terug naar de pastorie. Daar staat een familie te wachten met twee dopelingen, onderweg heeft hij ze gebeld. Hij schrijft de kinderen in, gaat met de hele familie naar de huiskapel en doopt de kinderen. Hij vertelt dat hier in zijn huiskapel dopen niet gebruikelijk is, maar dat het nu goed uitkwam. 35 Dan komt Marie José binnen. Josevel haalt een financieel overzicht te voorschijn van de crèche en van het soepproject. Op beide projecten komt hij veel geld tekort, maar hij vraagt ons nergens om. Marie José blijkt salaris te krijgen wat door haar congregatie gebruikt wordt om jonge zusters op te leiden. We krijgen foto’s van de kinderen met een brief voor adoptie-ouders en voor ons een fotocollage van alle adoptiekinderen. En we krijgen cadeaus overhandigd, ook voor een paar thuisblijvers die hier eerder geweest zijn.
9
Werkbezoek aan Brazilië
36 Na het eten gaan we naar Funil. Een sociaal centrum gebouwd door AvA. We hebben de foto van Bep en Rie Vermeent (hier: Humberto en Maria) al vele malen gezien, ook hier zijn ze overvloedig aanwezig. Een honderdtal vrouwen en kinderen wacht ons op, van de duizend inwoners die op dit centrum zijn aangewezen. Na het welkom en de dansjes laat men ons de apparatuur zien waarmee de overleden zuster Helena kindervoeding wilde maken. Die apparatuur blijkt nog elke maand gebruikt te worden om 50 kg babyvoeding te maken. Een drietal regioleidsters met elk een aantal assistentes van rond de twintig blijken elke maand alle gezinnen te bezoeken en dan de kinderen te wegen en wat vragenlijsten in te vullen die de ontwikkeling van het kind bijhouden. Als blijkt dat het kind onvoldoende groeit, wordt extra voeding beschikbaar gesteld. Eén fles voeding per dag naast de borstvoeding. Ook wordt de voeding van aanstaande moeders nauwlettend in de gaten gehouden. De leiding van het centrum vertelt ons dat er daarnaast zo’n 20 vrijwilligers actief zijn. Het centrum lijkt ons een zeer geslaagd project. En de moeders willen ons dat ook laten merken door ons te komen bedanken. Het centrum heeft ook een grote speelzaal voor de kinderen en een keuken waar de broodjes voor de moeders al klaar staan 37 Vervolgens Jaramataia. Dit viel vroeger onder de parochie van Josevel, nu onder de parochie van padre Joseph Neto, ook aanwezig. We worden voor de zoveelste keer vandaag in een kerk ontvangen door een dertigtal bewoners. Een muziekje en een inleiding van de pastores. 95% van de bewoners van dit gebied leeft van de visvangst. Daarna krijgen we zelfgemaakt gebak in het kerkcentrum daarachter (met foto’s van Bep en Rie). Als Jannet naar het toilet vraagt, verwijzen ze niet naar de toiletten van het centrum, maar wordt ze meegnomen naar een huisje van een bewoonster. Een verademing: schoon en mooi. Zo kan het dus ook. 38 Een klein stukje verder is de visafslag, gefinancierd door AvA. Aan de hoogte van het gras is te zien dat het nooit gebruikt wordt. Een ruimte met een balie, een toilet en twee andere ruimtes. In een daarvan staan twee diepvriezers en wel vijftig dozen met insecticide. Omdat het water van het meer zo gezakt is, blijken de bewoners deels verhuisd te zijn naar Säo Pedro en de anderen hebben hun boot liggen in Säo Pedro. 39 Onderweg naar Säo Pedro komen we langs een sociaal centrum, gefinancierd door een Braziliaanse stichting. De leidster laat ons het centrum zien. Veel creativiteit, diverse kamertjes, ook een voor een fysiotherapeut. Een computerruimte en een grote gemeenschapsruimte. Ze verkoopt allerlei handwerk en Cachaca, de plaatselijke sterke drank. Het centrum ziet er goed uit. En er is een actieve leiding. 40 In Säo Pedro wachten ons zeker 150 mannen, vrouwen en kinderen op in een klein kerkje, zodat het een drukte van belang is. Weer de gebruikelijke inleidingen van de beide pastores. Weer mooie plakkaten als dank. Op een vraag van Josevel wie wel eens wat van AvA heeft gehad, reageren meer dan 40 mensen door hun hand op te steken. Er zijn 20 vissers aanwezig. 41 Een van de ‘voormannen’ rijdt voor ons uit naar de boten. Maar waar ze zouden moeten liggen, daar liggen ze niet. We rijden een stuk terug en zien daar boten liggen. De meeste zijn stuk, slechts één lijkt er goed onderhouden. En het zijn niet de boten van AvA! We krijgen nog een zelfgetimmerde leefbak te zien met een aantal vissen. Maar niet onze boten. Dan gaan we teleurgesteld naar Palmeira en nemen afscheid van Josevel en Neto. 42 We eten ‘s avonds brood bij Roberta en gaan dan naar ons hotel. Dat biedt ons de gelegenheid om eens een biertje te gaan drinken. Na wat zoeken en vragen vinden we een soort café.
10
Werkbezoek aan Brazilië
6 mei 43 Op verzoek van de zusters gaan Janet en Truus in Palmeira voor een tweede maal aan de slag. De kinderen zijn nog steeds enthousiast. Ook hier laten Jannet haar tas met atletiekmateriaal achter en Truus haar basispakket voor vriendschapsbandjes. 44 Eerst gaan we met Luciene naar het huisje van Monica (niet de Monica uit Igaci). Een volgend straatje, steil de berg op, aan het eind een plaatsje waar precies één auto kan staan en met moeite kan keren. We mogen er van de bewoner parkeren en gaan voorzichtig een soort pad tegen de berg op. Tussen andere huisjes door, via een uitgehakt trapje weer omlaag (zo steil is het) en dan staan we voor het huisje van de vader en moeder van Monica, geschonken door een Meernse familie. Een stenen huisje staat op een vlak plekje tussen twee steile hellingen. Daardoor staat het huisje vrij. Moeder, die meehelpt in de keuken van het kindertehuis, verwelkomt ons, vader werkt als metselaar. Binnen komen we in een ruimte van twee bij twee met een 1,5 bankje en een stelling met daarin een kleine geluidsinstallatie. Rechts een deur (gordijn) naar een kamertje waarin juist een tweepersoonsbed past met een kledingkast. Naast dat kamertje de slaapkamer van de drie kinderen. Verder een keukentje met apparatuur, waarop het eten staat te koken, en zelfs wat kastjes aan de muur. Een deur naar buiten die uitkijkt op een klein hokje tegen de berg wat een douche blijkt te zijn. Op de berg het bekende blauwe voorraadvat met water. We constateren dat we het niet eens zijn met de wens van dit gezin voor een groter huisje en adviseren hen een stapelbed te kopen. We hebben het gevoel dat het wel twee stapelbedden zullen worden. 45 Dan gaan we met Roberta en Luciene naar het huis van zuster Helena. Die is een jaar of tien geleden overleden. Haar huis is daarna verhuurd, maar staat nu alweer een paar maanden leeg. Het is een groot huis, vergelijkbaar met een westers appartement, maar slecht onderhouden. We adviseren de zusters om de eigendomsvraag uit te zoeken en het vervolgens te koop aan te bieden. Het geld kan dan besteed worden in Igaҫi en Palmeira. 46 Op het opvangcentrum hebben Rini en Truus nog een gesprek met de familie van hun adoptiekind. Met zuster Roberta worden de lijsten met adoptiekinderen nog een keer doorgenomen. We krijgen weer een uitstekende maaltijd en nemen met een brok in onze keel afscheid. We mogen volgend jaar weer terugkomen, zeggen ze. Tota en Luciene begeleiden ons naar het vliegveld. Het lijkt wel alsof we al weken in Brazilië zijn. Je kunt hier in zes dagen meer leren van Aktie voor Aktie dan in vier jaar bestuurslidmaatschap. We kijken zeer tevreden op ons werkbezoek terug en hebben het gevoel dat hier nog veel te doen valt.
11
Werkbezoek aan Brazilië
Rondreis, wat we daar hebben gehoord
47 De Nederlanders hebben hier een goede naam. Dat komt niet in de eerste plaats door organisaties als de onze, maar door de Nederlandse overheersing van 1630 tot 1654. Nederland heeft toen een sterke impuls gegeven aan de economie door het opbouwen van suikerrietplantages te stimuleren, onder andere met leningen. 48 We komen in dit katholieke land een groot aantal protestantse kerken tegen, van de Zevendedagsadventisten, de Presbyterianen tot Jehova Getuigen. Er zouden kerken zijn die in tien jaar hun aantal leden met een factor tien hebben zien stijgen. 49 Kinderen krijgen in Brazilië twee achternamen, eerst die van de moeder, dan die van de vader. In de rest van Zuid-Amerika net andersom. Bij een huwelijk kan men kiezen uit verschillende varianten, de ‘single’ naam behouden, de tweede achternaam vervangen door de tweede achternaam van de partner of de tweede achternaam van de partner achter de single naam zetten (dan heb je dus drie achternamen!). 50 De Bolsa Familia (het ontwikkelingsprogramma van de regering) wil men beperken, maar niemand verwacht dat dat gebeurt omdat er volgend jaar verkiezingen zijn. Verder is deze regeling afhankelijk van het gebied waar men woont. Genoemd werd 50 tot 70 reais per kind per maand. Op alle scholen werkt men met een schooltenue, bij openbare scholen alleen een shirt. Bij openbare scholen is het onderwijs slecht en je weet zelfs nooit of de onderwijzer wel aanwezig zal zijn. 51 Op de vraag aan de reisleidster waarom het er in de staat Pernambuco veel rijker uitziet dan in Alagoas, zegt ze dat begrijpelijk te vinden. Politici uit Alagoas staan bekend om hun corruptie, zelfs degenen die in de senaat zitten. En in Pernambuco is er veel meer een sfeer van elkaar helpen. 52 Vervolgens vertelt ze dat ze in Natal in een buurt woont waar een Nederlandse organisatie een project heeft met Capoeira. Zij weet dat de ouders in het begin hun kinderen daar niet aan mee wilden laten doen. Pas toen jongeren naar Nederland en Turkije mochten, begon het te lopen. Binnenkort gaan ze naar Turkije, weet ze. Ze vertelt dat ze de jongeren al jaren goed kent en dat het verschil in houding tussen jongeren die meedoen en jongeren die niet meedoen erg groot is. Veel minder problemen, meer gericht op de toekomst. Ze kent zelfs de organisatie: Soos. Op de vraag of zij zich niet vergist, dat het een project uit Recife moet zijn, ontkent ze dat ten stelligste. Ze heeft erbij gestaan dat de Nederlandse mevrouw op bezoek kwam en dat de jongeren dan riepen: Elly, Elly, Elly. Inderdaad de voorzitster van Soos, waar we mee samenwerken. Bert weet dat Fly Brasil voorstellingen sponsort van de Capoeira-groep uit de wijk Bom Pastor. De directeur van Fly Brasil en de organisator van de Capoeira zijn vrienden. Rini blijkt te weten dat Soos ook actief is in Natal. 53 En als je soms dacht dat de toevalligheden nu wel over waren nog een kleine aanvulling. Op de heenreis blijkt er in het vliegtuig een ondernemer uit De Meern te zitten. Op weg naar zijn bedrijf in Brazilië, een bedrijf vergelijkbaar met dat van Bert. Op de terugreis zitten Koos en Jannet naast een Braziliaanse vrouw getrouwd met een Nederlander. Blijkt De Meern te kennen en blijkt later de vrouw van de compagnon van voornoemde ondernemer! Ze was tot een jaar of zeven geleden reisleidster op de rondreis die wij zojuist gemaakt hebben! En in datzelfde vliegtuig zitten Rini en Truus naast…….Theo Ermens, die meldt de nieuwe voorzitter van Soos te zijn. Wie zei dat de wereld zo groot is? Deze nieuwe voorzitter heeft zijn vrouw en twee kinderen bij zich. Zijn vrouw zit voor het CDA in de Tweede Kamer. Conclusie van de rondreis: In de gebieden rond Alagoas ziet het er beter uit. Maar overal is de armoede aanwezig. Arm een rijk leven hier naast elkaar, vaak vlak naast elkaar. De armen hebben onvoldoende capaciteiten om zich er zelfstandig bovenop te werken. Zij berusten veelal in hun lot. Van overheidswege worden er sinds enkele jaren stappen ondernomen om hier iets aan te veranderen. De Bolsa Familia die kinderen stimuleert om naar school te gaan, het investeren in infrastructuur, subsidie voor de bouw van een eigen huisje. En waarschijnlijk ook de televisie als middel om iets anders te laten zien.
12
Werkbezoek aan Brazilië