Toolbox SBCM www.toolbox.sbcm.nl
Praktische activiteiten Werknemersvaardigheden 0-2 uur voorbereidingstijd
Inhoudsopgave
0-2 uur voorbereidingstijd TRAINING ARBEIDSBELASTING SW (TAS)
4
TAALMAATJE: SAMEN WERKEN AAN LEREN VAN NEDERLANDSE TAAL
5
Bijlage 1 bij Taalmaatje: Stappenplan Bijlage 2 Taalmaatje: Voorbereiding kennismaking Bijlage 3 : Tips voor taalleren
MAAK GEZAMENLIJK EEN INWERKPROGRAMMA VOOR NIEUWE COLLEGA’S OP DE AFDELING. Bijlage 1 Stappenplan Samenstellen van een inwerkprogramma
STAFMEDEWERKERS INTERVIEWEN Bijlage bij ‘Interview stafmedewerkers’
INTERNE INFORMATIEBIJEENKOMSTEN Bijlage bij kaart Interne informatiebijeenkomsten
MAAK MET UW MEDEWERKERS EEN QUIZ OVER HET BEDRIJF. Bijlage 1 Maak een eigen Quiz over het bedrijf Bijlage 2 Maak zelf uw quiz over het bedrijf
7 8 10
12 14 14
16 18
20 21
22 23 24
QUIZ: KEN JE BEDRIJF!
25
DE VAKANTIE- EN VERLOFQUIZ
27
Bijlage vakantie- verlofquiz
29
WERKBLADEN JUF HANNAH
32
E-LEARNING OP DE WERKVLOER
33
Bijlage E-learning op de werkvloer
DE IDEALE WERKNEMER Bijlage Trainersdocument De ideale werknemer Bijlage Opdracht de ideale werknemer
REKENEN OP DE WERKVLOER Bijlage Leskist meten en wegen Bijlage Het Grote Rekenspel
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
34
35 37 39
41 43 44
2
EXTRA VAKGERICHTE INSTRUCTIE
45
EDUCATIEVE BORD- EN KAARTSPELLEN
47
Bijlage Spellen
49
INDIVIDUEEL ONTWIKKELPLAN: EXTRA TIJD EN RUIMTE VOOR LEREN 51 Bijlage Checklist werknemersvaardigheden
EXTRA OEFENEN MET DIVERSE WERKNEMERSVAARDIGHEDEN Bijlage Opdrachten: Samenwerken en opkomen voor jezelf Bijlage Overwerk (privétijd, compensatie) extra werk, afmaken van je werk Bijlage Sociale verplichtingen (na het werk café, feesten, etc.) Nederlands en eigen taal/dialect, roddel/grapjes, wat vertel je wel/niet van je privé Bijlage Omgaan met kritiek, commentaar krijgen, reageren op het maken van fouten Bijlage Opdracht Afspraken en regels
53
58 61 63 64 65 66
GOED GEDRAG OP DE WERKVLOER
67
Bijlage Gedragscode Goed gedrag op de werkvloer
69
2-4 uur voorbereidingstijd MINDER WERK? MEER LEREN! Bijlage Voorbeeld uitwerking: Minder werk? Meer leren!
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
75 77
3
Training Arbeidsbelasting SW (TAS) Korte uitleg: De sector zet sterk in op het terugdringen van verzuim. Het E-learningprogramma ‘Training Arbeidsbelasting SW (TAS)’ van SBCM, bestaat uit een film, gesproken tekst, foto’s en tekeningen. Het programma is met name gericht op medewerkers in Industrie en Dienstverlening. Individueel/groep (aantal): Individueel en groep Doel: Het voorkomen en verminderen van fysieke en psychische belasting van de SW-medewerker. Resultaat: De SW-medewerker loopt minder risico op klachten door arbeidsbelasting. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: Doorloop zelf het programma zodat u bekend bent met de inhoud. U kunt de opdrachten op maat van iedere deelnemer downloaden. Via SBCM bestaat de mogelijkheid voor het volgen van een ‘train de trainer-cursus’. Voorbereidingstijd begeleiding Voorbereiding activiteit: 0-2 uur Duur activiteit: 0-2 uur 2-4 uur (afhankelijk van het aantal opdrachten dat u erbij laat uitvoeren) Ruimte: Grootte van de ruimte is afhankelijk van de groepsgrootte. Materialen: U heeft per deelnemer een computer met geluidkaart en internetaansluiting nodig. Kosten: Geen Verkrijgbaar bij: http://www.sbcm.nl/kb-items/tas.html Referenties: nvt
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
4
Taalmaatje: samen werken aan leren van Nederlandse taal Korte uitleg: De medewerkner wordt een taalmaatje van een van de (allochtone of analfabete) collega’s. Het taalmaatje helpt bij het oefenen van Nederlands op de werkvloer. Maakt ook tijd voor de collega om bijvoorbeeld één keer in de week tijdens de lunch met elkaar te oefenen. Individueel/groep (aantal): 2-6 personen Doel: Het doel is verbeteren van de Nederlandse taal van de allochtone/analfabete medewerkers. Anderzijds kunnen de taalmaatjes de eigen kennis en kwaliteiten inzetten voor hulp aan een collega. Doel voor de sw-organisatie is vormgeven van maatschappelijk ondernemerschap. Resultaat: Allochtone collega’s spreken beter Nederlands. Autochtone collega’s werken aan het verbeteren van lees- en/of schrijfvaardigheid. De taalmaatjes ondersteunen collega’s, maar ontwikkelen daardoor ook nieuwe competenties of andere netwerken. Door taalmaatjes ontstaat meer begrip en integratie van medewerkers van verschillende culturen op de werkvloer. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: Belangrijk bij de begeleiding van de taalmaatjes is zorgen voor een goede match. Mogelijk is ondersteuning van de medewerker nodig bij het in de praktijk brengen van het “taalmaatje” zijn. Voorbereidingstijd begeleiding Voorbereiding activiteit: 0-2 uur Duur activiteit: 4 uur of meer Ruimte: Mogelijkheid om apart te zitten. Dat kan op de afdeling, maar ook in de kantine. Materialen: - Stappenplan ter ondersteuning van het taalmaatje. (Bijlage 1) - Voorbereiding kennismaking (Bijlage 2) - Tips voor Taalleren (Bijlage 3) Kosten: Geen
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
5
Verkrijgbaar bij: Nvt Referenties: Nvt
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
6
Bijlage 1 bij Taalmaatje: Stappenplan Stap 1. Het kennismakingsgesprek: het taalmaatje bereidt het gesprek voor. Bijlage 2 geeft hiertoe een aanzet. Voorwaarde voor de samenwerking is dat er een basis gelegd wordt door middel van een gesprek over wederzijdse achtergronden voor verdere samenwerking en wederzijds vertrouwen Stap 2. Maak aan het einde van het eerste gesprek een afspraak over het ritme waarin de taalmaatjes elkaar gaan ontmoeten. - Hoe vaak per week/maand? - Op welk moment? - Hoe lang duurt een ontmoeting? - Voor welke periode spreken we dit af? (2 maanden, 3 of 6?) Stap 3. Inhoud van de afspraken: - Vooral spreken/luisteren - Vooral lezen - Vooral schrijven Stap 4. Doorlezen van de aanwijzingen behorend bij de onderdelen die geoefend moeten worden. Er mee aan de slag. Stap 5. Na een maand in gesprek met taalmaatje en werkleider over de samenwerking en of het lukt om tot resultaten te komen. Dit is een evaluatiemoment. Hier kunnen de taalmaatjes in overleg met de werkleider besluiten of zij door willen gaan. Stap 6. Bij doorgang: verder gaan met het afgesproken traject. Evalueren na afloop van de afgesproken termijn.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
7
Bijlage 2 Taalmaatje: Voorbereiding kennismaking De start van een Taalmaatjestraject is een uitgebreid kennismakingsgesprek tussen de maatjes. Dit gesprek is de basis voor een goede samenwerking. Vertrouwen en wederzijdse interesse is van groot belang. Het Taalmaatje stelt vragen maar vertelt ook over de eigen achtergrond. Maak er een wederzijds informatief gesprek van. Daarom: Beantwoord de vragen ook zelf! Let op uw taalgebruik. Verstaat uw taalmaatje alle woorden? De onderstaande lijst kan u helpen voor het eerste gesprek. 1. Hoelang woont u in Nederland? - Waar woont u? - Hoe is de buurt? 2. Hoe is uw leefsituatie? - wel of niet getrouwd? - wel/geen kinderen? (leeftijd van de kinderen, welke scholen, Gaat het de kinderen goed)
3. Hoe lang werkt u bij deze organisatie? - op welke afdeling? - welke werkzaamheden? Ook op andere afdelingen gewerkt? 4. Hebt u eerder bij een ander bedrijf gewerkt? - bij welk bedrijf? - op welke afdeling? - wat heeft u daar gedaan? - hoe vond u dat?
5. Volgt u wel eens opleidingen?
6. Welke opleidingen heeft u gevolgd (Nederland èn/of land van herkomst)
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
8
7. Hoe vindt u uw werk? (Neem geen genoegen met leuk of goed of niet leuk, vraag erbij waarom het leuk is wat ze er leuk aan vinden of juist niet) 8. Wat wilt u leren met het Nederlands? Schrijven? Schrijven, hoe zullen we dat doen? We kunnen dictee doen. Leg dan uit wat een dictee is. Je kunt een verhaal laten schrijven of een opstel. dat kan je dan nakijken en bespreken. 9. Woordenschat vergroten? Door samen de Spits of de Libelle te lezen ben je bezig met de woordenschat vergroten. Je laat de ander lezen en vraagt uit te leggen wat er beschreven is. Of de sw-krant voor deelnemers. Of de huisregels van het sw.bedrijf
10. Spreken, uitspraak verbeteren? Dat betekent dat jullie gesprekken gaan voeren en je daarbij de uitspraak gaat verbeteren.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
9
Bijlage 3 : Tips voor taalleren Vooral spreken Tips Wanneer het gaat om het spreken van je taalmaatje is het belangrijk dat je attent blijft op het taalgebruik van je maatje. - Let op “indianentaal” …………jij goed koken! Het moet natuurlijk zijn: Jij kookt goed! - Let op de uitspraak: Goed verstaan betekent niet dat het goed is uitgesproken. - Vraag eens om de zin in andere woorden te zeggen. - Vraag eens om een woord te omschrijven. Bijvoorbeeld vuilnisbak: wat is dat? paraplu, zeef, gebaksvorkje, nagels, cursus. - Maak het niet te moeilijk. Het is fijn wanneer iemand een goed resultaat behaald! Vormen die je kunt gebruiken. 1. Heb je thuis een memoriespel. het spel met de twee kaartjes die bij elkaar gezocht moeten worden. De kaartjes kunnen goed gebruikt worden voor de taal. Wat staat er
op het kaartje? Bij de vlinder kan je vragen? Welke kleur heeft de vlinder? je taalmaatje moet altijd met een zin antwoorden. Dus hier zijn er de volgende antwoorden te geven: antwoord 1: Op het kaartje staat een vlinder. antwoord 2: De kleur van de vlinder is blauw. 2. Voer een gesprek over het vieren van feesten. In Nederland hebben we Sinterklaas, kerst en pasen…. wat hebben ze in …..? Hoe wordt dat gevierd? moet je dat altijd met je familie doen of kan je ook kiezen om op vakantie te gaan? 3. Wat vind je leuk aan Nederland? vertel eens waarom? Wat heeft dat jou gebracht? Wat mis je uit je voormalige vaderland. Heb je dat in Nederland kunnen vervangen? 4. Gebuik de vragen van PIMPAMPET om te oefenen. 5. Vraag je collega om over zijn of haar werk, de machines, de gewoonten en regels te vertellen.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
10
Vooral lezen Tips bij het lezen. - Let op uitspraak - Vraag regelmatig even tussen door aan je taalmaatje om met eigen woorden te vertellen waar het nu over gaat. - Maak het niet te moeilijk. Het is fijn wanneer iemand een goed resultaat behaald! 5. Lees het personeelsblad van de organisatie met elkaar en kijk wat er in staat. 6. Lees een artikel uit de Spits of ochtendblad bespreek dat met
elkaar 7. Neem een leesboek mee van een van de kinderen of vraag aan je maatje of hij/zij zelf iets mee wil nemen wat hij/zij aan het lezen is. Vooral schrijven Tips - Let natuurlijk op de schrijffouten - Let op de volgorde van de woorden. Is het een nette zin? - Maak het niet te moeilijk. Het is fijn wanneer iemand een goed resultaat behaald! 8. Geef een dictee. Gebruik het personeelsblad van het sw-bedrijf om zinnen uit te halen. 9. Vraag aan je taalmaatje een brief te schrijven aan jou over zijn/haar leven als tiener. Wat deed hij/zij toen, hoe woonde hij/zij toen,
vrienden/….. 10. Lees een stukje uit de krant voor (de spits) en vraag of de ander kan neerschrijven wat je hebt voorgelezen.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
11
Maak gezamenlijk een inwerkprogramma voor nieuwe collega’s op de afdeling. Korte uitleg: Op de afdeling komen steeds nieuwe mensen werken. Een vast inwerkprogramma helpt de nieuwe mederwerkers om snel zich thuis te voelen op de afdeling en alle regels van de afdeling te snappen. Tijdens het inwerken kunnen dan verschillende collega’s een deel van de taak op zich nemen. Individueel/groep (aantal): Individueel 2-6 personen
7-12 personen onbeperkt
Doel: Door medewerkers zelf een inwerkprogramma samen te laten stellen worden de volgende doelen bereikt: - medewerkers zijn zij zich bewust van alle regels en ongeschreven regels op de afdeling. - medewerkers zijn zich bewust van de positie en ‘onwetenheid’ van nieuwe collega’s. - medewerkers kunnen een deel van het inwerkprogramma uitvoeren. Resultaat: Er is een inwerkprogramma voor de afdeling, nieuwe collega’s worden gestructureerd ingewerk. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: Zie ook de bijlage. Van belang is bij de opdracht te starten met de juiste verwachtingen. De keuze is om duidelijk te begeleiden bij het maken van het plan of als alternatief een groepje zelfstandig te laten starten, waarbij vooraf duidelijk wordt gemaakt dat er later nog wijzigingen/bijstellingen kunnen komen. Voorbereidingstijd begeleiding Voorbereiding activiteit: 0-2 Duur activiteit: 2-4 uur Ruimte: Een ruimte waar je kan schrijven en overleggen Materialen: Bijlage 1: stappenplan flappen en stiften schildersplakband Kosten:
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
12
Nvt Verkrijgbaar bij: Nvt Referenties: Nvt
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
13
Bijlage 1 Stappenplan Samenstellen van een inwerkprogramma Inleiding. Het maken van een inwerkprogramma voor de afdeling kan samen met alle of met een deel van de medewerkers opgepakt worden. Door de afdeling in groepjes te verdelen kunnen zij allemaal aan een eigen voorstel voor een inwerkprogramma gaan werken. Als werkleider zorg je voor structuur tijdens het werken hieraan. Je geeft telkens een opdracht om aan te werken in groepjes en daarna bespreek je deze plenair met elkaar. Wat hebben de verschillende groepjes bedacht…. Er zullen grote overeenkomsten zijn, sommige zaken zullen er niet bij horen. Dat laat je de medewerkers samen bespreken en soms hak jij als werkleider een knoop door. Stap 1. Subgroepen samenstellen Stel groepjes samen waarin verschillende kwaliteiten vertegenwoordigd zijn. (praters, denkers, zwijgers en roepers, schrijvers …) Stap 2. Inventariseren Geef iedere groep een flap en laat alles wat zij kunnen bedenken bij inwerken op de flap zetten. Geef daarbij zelf ook twee voorbeelden: koffie drinken, hoe doen we dat en wanneer? - werkoverleg, wat is dat? Er zijn nog heel veel andere dingen te bedenken. Doe dat in je groepje en schrijf het op de flap. Stap 3. Thema’s vaststellen Plenair alle flappen bespreken. Het is handig om ze op te hangen, zodat iedereen ze kan zien. Laat een vertegenwoordiger van het groepje de flap toelichten. Stap 4. Uitwerken voorstellen: hoe doen we het.. Het uitwerken van de verschillende programmaonderdelen is de volgende stap. De vraag die aan de orde is: Hoe pakken we het aan? Bijvoorbeeld: Koffiedrinken, je kunt een nieuwe medewerker vertellen hoe dat gaat, maar je kan ook afspreken dat een van de collega’s je de eerste week zal oppikken op je werkplek om je mee te nemen naar het koffie drinken. Zo kan voor alle onderwerpen manieren verzonnen worden om het aan te pakken. Weer in groepjes uit elkaar en aan de slag met de hoe-vraag. Wanneer het veel onderwerpen zijn en de tijd wat kort, is het wijs keuze maken welke groep welke onderwerpen behandelt. Op de flap met steekwoorden weergeven hoe je het wil doen. (leg evt. uit wat een steekwoord is!) Stap 5. Keuze voor de aanpak Plenair bespreken op welke wijze de hoe-vraag is beantwoord voor de verschillende inwerkonderdelen. Mogelijk een keuze maken voor een van de aangeleverde manieren. Stap 6. Samenstellen van programma Input samenvoegen tot inwerkprogramma van de afdeling. Afhankelijk van de mogelijkheden van de medewerkers kan dit door een van de werkleiders of assistenten gedaan worden of door een werkgroepje van medewerkers. Stap 7. Communicatie over het eindresultaat en bespreken of het werkt
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
14
Tijdens een werkoverleg van de afdeling wordt het nieuwe inwerkprogramma gepresenteerd. Iedereen krijgt een kopie ervan. De eerste keren dat met het nieuwe programma gewerkt wordt, wordt het naderhand besproken in het werkoverleg. Wat werkt? Wat kan beter anders?
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
15
Stafmedewerkers interviewen Korte uitleg: Medewerkers maken kennis met stafmedewerkers en hun werk door het houden van een kort interview van maximaal 1 uur. Individueel/groep (aantal): Individueel 2-6 personen
7-12 personen
Doel: Werknemers informeren over aspecten van het werk in uw bedrijf die bij hen niet zo bekend zijn, maar waar ze wel mee te maken hebben. Resultaat: De werknemers hebben meer informatie over verschillende onderwerpen die hen als werknemer van het SW-bedrijf aangaan.
Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: De begeleider legt de contacten en maakt afspraken met de te interviewen stafmedewerkers, of informeert hen over het doel van de opdracht en het feit dat medewerkers van de afdeling contact zullen zoeken. De begeleider instrueert de medewerkers en helpt bij het voorbereiden van het interview. Verder voert hij/zij nagesprekken met de medewerkers: wat heeft men geleerd? wat is interessant om ook aan anderen te laten weten? Hoe deel je de informatie verder? Voorbereidingstijd begeleiding Voorbereiding activiteit: 0-2 uur 2-4 uur Afhankelijk van aantal te interviewen personen. Duur activiteit: 2-4 uur Ruimte: Rustige ruimte waarin kan worden geïnstrueerd en waarin de werknemers de vragen kunnen voorbereiden. Na de interviews groepsruimte voor nabespreking. Materialen: Zie bijlage 1 Kosten: n.v.t. Verkrijgbaar bij: n.v.t.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
16
Referenties: n.v.t.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
17
Bijlage bij ‘Interview stafmedewerkers’ Onderstaand een uitwerking om met de hele afdeling een aantal interviews met stafmedewerkers te doen. Vanzelfsprekend kan dit ook met een deel van de medewerkers, of niet alles tegelijk maar na elkaar. Stap 1: vaststellen hoeveel interviews/stafmedewerkers Voor deze activiteit is het nodig dat u weet met hoeveel stafmedewerkers een interview wordt afgenomen. Het is wenselijk om een interviewgroepje uit niet meer dan 3 à 4 personen te laren bestaan. Als u weet hoeveel medewerkers er meedoen, weet u hoeveel stafmedewerkers geïnterviewd kunnen worden. Stap 2: organiseren afspraken Hieronder vindt u een aantal mogelijke staffuncties, die benaderd kunnen worden voor een interview. U hoeft niet per se allemaal verschillende functies te hebben, u kunt ook meerdere personen binnen een afdeling laten interviewen. Leg de afspraken vast voor het moment dat u verwacht dat de groepjes het interview gaan afnemen. Voorbeeldmail: Beste collega, Binnenkort gaan we met groepjes medewerkers intern interviews afnemen bij stafafdelingen. Onze medewerkers hebben vaak niet zo’n goed beeld wat er door jullie gedaan wordt. Daarover zal dus het interview gaan: wat doen jullie voor werk? Bent u hiervoor beschikbaar op ….dag (datum) om ….. uur? U kunt een groepje van maximaal 4 personen verwachten. Het interview zal tussen 1 en 3 kwartier duren. Laat u mij weten of u beschikbaar bent? Met vriendelijke groet, Hieronder vindt u mogelijke afdelingen om te benaderen. Afdeling Personeelszaken Afdeling loonadministratie Vertrouwenspersoon Arbeidsontwikkeling Directie OR Training en coaching Stap 3: instructie Vertel de deelnemers wat de bedoeling is van de activiteit. U heeft inmiddels een overzicht van beschikbare personen om te interviewen. Neem 1 persoon als voorbeeld, en bereid groepsgewijs de vragen voor. Maar ook: hoe ga je je voorstellen, hoe begin je het interview, en hoe rond je het interview af. Mogelijke vragen: - Wat is de naam van uw functie? - Welke opleiding heeft u gedaan om dit werk te kunnen doen? - Wat is het belangrijkste doel van uw werk? - Hoe ziet een dag van u er uit?
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
18
-
Wie zijn uw collega’s? Doen die hetzelfde als u? Kunt u laten zien wat u doet voor werk?
Laat de medewerkers vantevoren afspreken of en wie er aantekeningen maakt. Stap 4: interview De werknemers gaan nu in groepjes de interviews afnemen op de afgesproken locaties. Stap 5: nabespreking Na de interviews komen de medewerkers terug, en vertellen elkaar wat ze hebben gehoord.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
19
Interne informatiebijeenkomsten Korte uitleg: In uw eigen SW-bedrijf werken veel medewerkers, van wie de werkzaamheden interessant genoeg zijn om erover te vertellen aan collega’s. Laat hen een workshop over hun eigen werk geven aan uw medewerkers. Denk bijvoorbeeld aan collega’s van P&O, de OR, de vertrouwenspersoon, de salarisadministratie, trajectenbureau, afdeling opleidingen, etc. Zie ook de bijlage voor voorbeelden van de inhoud. Individueel/groep (aantal): 2-6 personen 7-12 personen onbeperkt Doel: Werknemers informeren over aspecten van het werk in uw bedrijf die bij hen niet zo bekend zijn, maar waar ze wel mee te maken hebben. Resultaat: De werknemers hebben meer informatie over verschillende onderwerpen die hen als werknemer van het SW-bedrijf aangaan. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: Zorgen dat de randvoorwaarden (uitnodiging, plannen ruimte, uitleg van de bedoeling) zijn geregeld. De workshop wordt vervolgens uitgevoerd door de collega. U bent als procesbegeleider aanwezig. Voorbereidingstijd begeleiding Voorbereiding activiteit: 0-2 uur Duur activiteit: 0-2 uur Ruimte: Afhankelijk van grootte van de groep. Materialen: Aan te geven door verzorger workshop. Bijlage: suggesties van uit te nodigen sprekers en onderwerpen. Kosten: n.v.t. Verkrijgbaar bij: n.v.t. Referenties: n.v.t.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
20
Bijlage bij kaart Interne informatiebijeenkomsten Mogelijke workshops, afdelingen en onderwerpen Afdeling Personeelszaken
Afdeling loonadministratie
Vertrouwenspersoon Arbeidsontwikkeling
Directie
OR
Training en coaching
Verzuimbeleid: wat doen we en waarom? Beoordelingsbeleid, functieprofielen Werving en selectie, hoe gaat dat? Hoe komt iedere maand je loon op je rekening, wat is daar voor nodig? Wat staar er op je loonstrook, wat betekent dat? Waarvoor kun je bij een vertrouwenspersoon terecht? Waarom arbeidsontwikkeling, wat is de visie erachter? Wat doet deze afdeling, waar zijn ze mee bezig? Goede voorbeelden van wat al is gedaan. Waar houdt een directeur zich mee bezig, hoe ziet een dag van een directeur eruit, wat zijn de plannen waar hij/zij mee bezig is? Wat doet een OR, wie zitten er in, hoe kun je in de OR komen, waar is de OR op dit moment mee bezig, wat mag een OR wel en wat niet? Wat doet deze afdeling? Hoe kun je deze afdeling als werknemer van het SWbedrijf gebruiken om jezelf te ontwikkelen?
Werkwijze 1. 2. 3. 4.
benader een collega die een workshop zou kunnen geven leg uit wat de bedoeling is vraag of hij/zij beschikbaar is als dat zo is, spreek af wanneer de workshop wordt gehouden, en vraag wat hij/zij nodig heeft aan ondersteunend materiaal (computer, beamer, of alleen een flapover) 5. regel ruimte en materiaal
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
21
Maak met uw medewerkers een quiz over het bedrijf. Korte uitleg: Medewerkers bedenken allerlei vragen over het eigen bedrijf en spelen een quiz met de afdeling. De quiz kan een leuke manier zijn voor medewerkers om zelf meer over het bedrijf te weten te komen, of een aanleiding om een thema te agenderen in een apart overleg. Individueel/groep (aantal): Onbeperkt Doel: Het vergroten van de kennis over het eigen bedrijf. Resultaat: Medewerkers kennen het eigen bedrijf beter, doordat ze vragen hebben verzonnen en vragen hebben beantwoord. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: Voorbereidingstijd begeleiding Voorbereiding activiteit: 0-2 uur Duur activiteit: 2-4 uur Ruimte: Ruimte waar je kunt lezen, schrijven, informatie kan verzamelen en waar je met de hele afdeling een quiz kan spelen. Materialen: Download bijlage 1 stappenplan Download bijlage 2 voorbeeld vragen Stiften en flappen Pen en papier Gekleurd papier Flapover Evt: prijsjes of eeuwige roem Kosten: Nvt Verkrijgbaar bij: Nvt Referenties: Nvt
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
22
Bijlage 1
Maak een eigen Quiz over het bedrijf
De activiteit: korte omschrijving Maak en speel vervolgens met de hele afdeling een quiz over het bedrijf. Voorbeeld van aanpak: Je verdeelt de afdeling in groepjes, laat ze vragen opstellen. Iedere vraag komt per groep op een ander gekleurd kaartje (blauwe groep, rode groep groene groep, etc.). De blauwe groep mag niet de eigen blauwe vragen beantwoorden, de rode niet de rode enzovoorts. Iedere groep stelt 15 vragen op. Je stelt iemand aan die op een flap over de score bij mag houden. Jijzelf als werkleider bent quizmaster! Stappenplan Stap 1. Maak gelijkwaardige groepjes van 5/6 medewerkers. Geef alle groepen een eigen kleur papier . Stap 2. Leg uit hoe jullie de middag is ingevuld: eerst quiz maken, daarna quiz spelen. Wat kan je winnen? Is er een bedrijfspresentje? De groep die het bedrijf het beste kent krijgt een bedrijfspresentje. Stap 3. De groepen gaan de vragen maken. Zij krijgen de bijlage 2 waarop een aantal voorbeeld vragen staan. De werkleider/assistent werkleiders lopen langs om hier en daar het denkproces op gang te brengen. Stap 4. Verzamel de vragen. Las een pauze in om even de benen te strekken. Stap 5. De quiz. Lees de vragen voor en maak bij iedere vraag duidelijk welke groep nu niet mag antwoorden. Het beantwoorden van de vragen gaat mogelijk het beste op papiertjes opschrijven en daarna oplezen wat je hebt opgeschreven. Stap 6. Wie heeft er gewonnen? Stap 7. De prijsuitreiking. Wellicht is het mogelijk om nog samen te vatten welke nieuwe dingen we nu weten van het bedrijf. Of te kijken over welke onderwerpen men nog meer wil weten. Succes!
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
23
Bijlage 2 Maak zelf uw quiz over het bedrijf Voorbeeldvragen •
Noem zoveel mogelijk medewerkers met een voor of achternaam die begint met een t
•
Noem zoveel mogelijk afdelingen van het bedrijf op
•
Hoe heet de directeur, hoofd Groen, de mevrouw achter de kassa in de kantine….
•
Kan je een vraag bedenken over - brand in het gebouw - ziekmelden - de werkleider - detacheringen
•
Welke regels zijn er in het bedrijf en lukt het om daar vragen over te bedenken?
•
Welke vaste afspraken zijn er op de afdeling? Zijn hier vragen over te bedenken?
•
Flauwe vragen zijn ook leuk: wat hangt er in de kamer van de werkleider, op de gang, op de afdeling allemaal aan de muur?
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
24
Quiz: Ken je Bedrijf! Korte uitleg: Quiz waarin werknemers getest worden op hun kennis over de eigen werkorganisatie, de afdelingen, de mensen, de regels en regelingen. Doel is de blik te verbreden, maar ook om medewerkers meer zelfstandig hun weg te laten vinden in het bedrijf. Individueel/groep (aantal): onbeperkt Doel: Vergroten van kennis over de eigen werkorganisatie. Vergroten van de zelfstandigheid en activeren tot bewegen. Resultaat: De deelnemers hebben hun kennis over hun eigen werkorganisatie vergroot. Zij weten wie waarvoor aanspreekpunt is, en kunnen meer gericht aan de slag met eigen vragen.
Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: - Er is één quizmaster nodig, en een assistent om de score bij te houden. Zorg voor voldoende stemvolume of microfoon. Maak er een happening van, maar houd het ook gestructureerd. - Het is aan te bevelen ondersteuning te vragen op thema’s waarvan u misschien zelf minder goed op hoogte bent, zoals bijvoorbeeld een P&O-consulent. - Let op: Kijk vooraf de vragen na op passendheid binnen uw organisatie, en wijzig, verwijder of voeg vragen toe. Enkele vragen zult u voor uw eigen organisatie moeten bewerken! Voorbereidingstijd begeleiding Voorbereiding activiteit: 0-2 uur Duur activiteit: 0-2 uur Ruimte: Groepsruimte met beamer en computer/laptop. Materialen: - Bijlage: powerpoint quiz, waarin onder de notitie de Instructie voor quizmaster en assistent - Flap-over/stiften als scorebord, bel of rammelaar, evt. kaarten en stiften voor schriftelijke antwoorden. Kosten: Eventuele prijs voor de winnaar(s)
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
25
Verkrijgbaar bij: Referenties: Josien van Haperen, PSW,
[email protected]
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
26
De vakantie- en verlofquiz Korte uitleg: Een quiz over rechten en plichten rond vakantie en verlof. De quiz kan een goede aanleiding zijn voor een teamgesprek over verantwoordelijkheid voor werk, afspraken rond aanvragen van vakanties en spreiding, omgaan met bijzonder verlof, etc. Individueel/groep (aantal): Onbeperkt. De quiz kan met individuen gespeeld worden, of met groepjes die tegen elkaar strijden. Doel: Vergroten van kennis over de secundaire arbeidsvoorwaarden vakantie en verlof. Resultaat: De werknemers zijn beter op de hoogte van de inhoud van de vakantie- en verlofregelingen in het bedrijf. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: Er is één quizmaster nodig, en een assistent om de score bij te houden. Zorg voor voldoende stemvolume of microfoon. Maak er een happening van, maar houd het ook gestructureerd. Voorbereidingstijd begeleiding Voorbereiding activiteit: 0-2 uur Let op: Kijk vooraf de vragen na op passendheid binnen uw organisatie, en wijzig of verwijder eventueel vragen of antwoorden. Duur activiteit: 0-2 uur Ruimte: Groepsruimte met beamer en computer/laptop Materialen Download http://www.abvakabofnv.nl/docs/bijlagen/200903/Pdf_folder_CAO_sw.pdf Nb: bovenstaande link betreft de CAO tot 1-3-2010. Let op: gebruik nieuwe download en controleer quizvragen en –antwoorden bij nieuwe CAO! http://www.abvakabofnv.nl/PDF/3944/23242/tekst-cao-sociale-werkvoorziening.pdf is de pdf met de CAO-tekst voor achtergrondinformatie. Artikel 41 tot en met 47 gaan over verlof. Bijlage: powerpoint quiz, waarin onder de notitie de Instructie voor quizmaster en assistent http://www.toolbox.sbcm.nl/fileadmin/user_upload/toolbox/documenten/werknemersvaardighe den/4.0__bijlage_Vakantie_en_verlof.ppt
Kosten:
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
27
Eventuele prijs voor de winnaar(s) Verkrijgbaar bij: Referenties: Josien van Haperen, PSW,
[email protected]
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
28
Bijlage vakantie- verlofquiz
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
29
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
30
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
31
Werkbladen Juf Hannah Korte uitleg: Op de site www. juf-hannah worden werkbladen aangeboden niveau bovenbouw basisonderwijs, op de gebieden rekenen, taal en zaakvakken. Individueel/groep (aantal): Individueel Doel: Opfrissen of bijleren kennis basisonderwijs. Resultaat: Hoger niveau kennis basisschoolcompetenties. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: Moet kunnen schatten welk niveau van de opdrachten past bij de werknemer. Bij de meeste werkbladen is een antwoordblad beschikbaar, vooraf controleren. Voorbereidingstijd begeleiding Voorbereiding activiteit: 0-2 uur Duur activiteit: 0-2 uur 2-4 uur
4 uur of meer
Ruimte: Een rustige ruimte. Materialen: www.juf-hannah.nl Kosten: Geen Verkrijgbaar bij: Referenties: -
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
32
E-learning op de werkvloer Korte uitleg: Met de computer, op eenvoudige wijze, medewerkers reken- en taalvaardigheden laten vergroten. Individueel/groep (aantal): Individueel Doel: Individueel insteken op aanleren van vaardigeden die van belang zijn voor het functioneren op de werkvloer. Resultaat: Werknemers functioneren beter. Werknemers hebben kennisgemaakt met e-learning. De eerste stap naar de digitale werkomgeving is gemaakt. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: Begeleider is handig met internet en e-learning. Begeleider heeft de sites voor e-learning zelf bezocht en een aantal oefeningen gedaan. Voorbereidingstijd begeleiding Voorbereiding activiteit: 0-2 uur Indien van toepassing: houd de eerste keer rekening met levertijd. Duur activiteit: 0-2 uur met herhalingsmogelijkheden Ruimte: Computer met internet beschikbaar. Materialen: Computers met internetaansluiting. Websites:
www.rekenweb.nl en www.startspelletje.nl. Bij de laatste vind je als educatieve onderdelen rekenen en taal.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
33
Bijlage E-learning op de werkvloer Stap 1. Begeleider zorgt voor werkplek met computer met internet. Deze moet staan op een plaats waar of de begeleider in de buurt aanwezig is of een andere medewerker die bij vragen even de werknemer op weg kan helpen. Stap 2. Begeleider heeft de verschillende e-learningprogramma’s bekeken en een aantal oefeningen gemaakt. Begeleider snapt hoe de pagina’s werken. Stap 3. De e-learningsprogramma’s staan opgeslagen onder favorieten op internet. Stap 4. De begeleider helpt de meewerker met het starten van het voor hem of haar bedoelde elearningsprogramma. Stap 5. Begeleider bespreekt de ervaringen met de werknemer na en maakt afspraken voor een volgende keer. Denk aan: - Wat ging er goed vandaag? - Wat zou je beter willen kunnen? - Wat zou je nog meer willen leren? - Wanneer ga je daar mee aan de slag?
Websites: www.rekenweb.nl Het RekenWeb is een website voor rekenen-wiskunde op het basisonderwijs. Informatie voor leerkrachten, spelletjes en werkbladen voor gebruik in de klas www.startspelletje.nl , categorie rekenen en taal
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
34
De ideale werknemer In kleine groepjes krijgen mensen de opdracht een bedrijf te bedenken waarvan zij de directeur zouden willen zijn. Vanuit dit bedrijf gaan ze nadenken over welke vaardigheden de werknemers bij dat bedrijf zouden moeten hebben. Hoe ziet voor hen de ideale werknemer eruit. Vervolgens bespreken ze wat ze moeten veranderen of doen om hier zelf aan te beantwoorden en benoemen ze 1 of 2 ontwikkelpunten. Individueel/ groep (aantal): In groepjes van 2-3 personen Doel: * Medewerkers denken na over de ideale werknemer voor een bedrijf * Medewerkers zien dat zij ook de kwaliteiten hebben om de ideale werknemer te zijn * Medewerkers denken met de blik van de werkgever na over eigen ontwikkelpunten Resultaat: Deelnemers hebben meer zicht op hoe een bedrijf een ideale werknemer ziet en hebben voor zichzelf 1 of 2 ontwikkelpunten benoemd Randvoorwaarden uitvoering: Eisen aan de begeleiding: Deze opdracht vraagt van de begeleider: * stimulerend zijn en de juiste vragen stellen om de medewerkers zelf aan het denken te zetten. * zicht op beelden bij een ideale werknemer. * vaardigheid om met de deelnemer het ideaalbeeld te vertalen naar eigen ontwikkelpunten. Voorbereidingstijd begeleiding Groepsactiviteit 0-2 uur Duur activiteit 2-4 uur Ruimte: Trainingsruimte en vergaderkamers voor kleine groepjes Materialen: * Flap en stiften * deelnemersopdrachten * Trainersdocument (pdf, 694 K) * Opdrachtformulier (pdf, 421 K) Kosten:
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
35
n.v.t. Verkrijgbaar bij: n.v.t. Referenties: Sonja van Kooten,
[email protected] tel. 045-5666140, 06-15033342, www.licom.nl
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
36
Bijlage Trainersdocument De ideale werknemer Achtergrond De deelnemers wordt gevraagd aan een opdracht te gaan werken: Kruip in de huid van de werkgever om na te denken over de ideale werknemer. Doel: medewerkers bewust maken van wat ze al te bieden hebben en bewust maken van eventuele ontwikkelpunten. Stap 1 - De werkleider maakt groepjes van 2 a 3 personen die samen werken aan de opdracht. Aandachtspunt: altijd iemand in het groepje die makkelijk leest en schrijft. - de werkleider zorgt voor voldoende kopieën van het invuldocument. Stap 2 De werkleider loopt met het volgende verhaal soepel door de gehele opdracht heen. Even iedereen ervoor interesseren om hier mee aan de slag te gaan. De werkleider vraagt de deelnemers het volgende: Als je een eigen bedrijf zou beginnen… Wat voor een bedrijf zou dat dan zijn? Heeft iedereen een bedrijf in gedachten? Stel nu je hebt dat eigen bedrijf………. Je hebt al je geld gestoken in het opbouwen van dit bedrijf, je hebt zelfs een lening opgenomen. Na een jaar hard, bijna dag en nacht, te hebben gewerkt loopt het bedrijf goed en kun je leven van het inkomen dat je iedere maand binnenhaalt (dit was de eerste maanden wel anders). Je maakt zelfs winst. Sterker nog je kunt het werk alleen niet meer aan! Je hebt hulp nodig, personeel. Je moet personeel gaan zoeken en aannemen. Het liefst natuurlijk iemand die langere tijd voor je kan blijven werken zodat je niet steeds een nieuwe hoeft in te werken. Dat is wat jij graag wilt. Je hebt een advertentie in de krant gezet en je hebt 10 brieven gekregen. 5 mensen heb je uitgenodigd voor een gesprek. Hoe presenteer je je tijdens dit gesprek als werkgever? - wat doe je aan? - hoe stel je je voor? - wat is je houding? - hoe spreek je? Waar ga je het gesprek houden? Hoe moet de ruimte eruit zien en wat heb je nodig? Wat moet de medewerker kennen? Kennis Wat moet de medewerker kunnen? Vaardigheden Hoe moet de medewerker er uit zien? - kleding - verzorging Hoe moet de medewerker zich gedragen? Wat zou voor jou de doorslag geven om een persoon een contract aan te bieden? Stap 3 - De deelnemers krijgen de opdracht met de vragen. - De opdracht kort doornemen - Deelnemers trekken zich in kleine groepjes terug. Maak een afspraak hoelang de groepjes werken aan de opdracht. Wanneer dat teveel is voor de groep, kun je ook de opdracht in van te voren. Stuur de groepjes met de eerste helft op pad. Voordeel: overzichtelijker. Als je kiest voor deze werkwijze: na de eerste ronde even kijken of alle groepen goed aan de gang zijn. Vervolgens
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
37
twee en verder. Stap 4 Uitkomsten van de opdracht met alle groepjes gezamenlijk bespreken. Ieder groepje vertelt wat hij of zij op de verschillende vragen heeft De belangrijkste kreten worden op een flap geschreven. Bij deze opdracht is het belangrijk dat iedereen de tijd krijgt om gebruiken. Het gaat erom dat de deelnemers zich daadwerkelijk werkgever. Het is dan ook belangrijk tijd vrij te maken om ook de hebben gekozen te bespreken en daarbij aandacht te hebben voor Daarnaast is het belangrijk door te vragen op detail en de antwoorden zodat er kreten ontstaan die op de flap-over geschreven worden. beeld/beelden van de ideale werknemer. Stap 5 Wanneer de beelden van ‘de ideale werknemer’ besproken zijn, gesteld worden: - Wat heb jij al in huis van de ideale werknemer? - Wat kun jij doen/ontwikkelen/veranderen om nog meer de ideale Probeer bij iedereen 1 of 2 ontwikkelpunten vast te stellen.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
38
Bijlage Opdracht de ideale werknemer Ga in groepjes van 2 á 3 personen aan onderstaande opdracht werken. De opdracht bestaat uit verschillende vragen. Het is de bedoeling dat je met elkaar overlegt over de antwoorden. Niet iedereen hoeft mee te schrijven. We kunnen na afloop de opdracht even kopiëren voor de andere leden van de groep. Vraag 1: Stel je voor dat je een eigen bedrijf gaat starten. Wat zou dat dan voor een bedrijf zijn? Bedenk samen een bedrijf waar alle groepsleden het over eens zijn. Vraag 2: Wat is de naam van dit bedrijf en waarom? Nog even de tekst: Kies samen 1 persoon uit de werkgroep die onderstaande tekst nog een keer hardop voor zal lezen. Stel je nu voor dat het bedrijf echt van jou is en jij dus de baas bent. Je hebt al je geld gestoken in het opbouwen van dit bedrijf. Je hebt zelfs een lening opgenomen. Je hebt een jaar lang dag en nacht keihard gewerkt. Het bedrijf loopt nu goed en je kunt nu ook leven van het inkomen dat binnenkomt. Dit was de eerste maanden wel anders! Je maakt nu zelfs winst. Sterker nog je kunt het werk alleen niet meer aan. Je besluit personeel aan te nemen. Het liefst natuurlijk iemand die langere tijd voor je kan blijven werken zodat je niet steeds opnieuw aan iemand hoeft te wennen. Het is dus belangrijk dat jij de goede keuze maakt. Je hebt een advertentie in de krant gezet en je hebt 10 brieven gekregen. Je hebt ze gelezen en 5 mensen uitgenodigd voor een gesprek. Uiteraard komt iedereen 1 voor 1 op gesprek. Het eerste gesprek is vanmiddag. Vraag 3: Je gaat een sollicitatiegesprek voeren. Hoe kleed jij je voor dit gesprek? Overleg het antwoord met je groepje. Vraag 4: Hoe stel je je voor aan de sollicitant? Vraag 5: Kun je iets zeggen over je houding tijdens het gesprek? Vraag 6: Waar ga je het gesprek houden, hoe moet de ruimte er uitzien? Wat heb je nodig tijdens het gesprek? Vraag 7: Wat moet de eventuele nieuwe medewerker kennen (kennis)? Vraag 8: Wat moet de eventuele nieuwe medewerker kunnen (vaardigheden)? Vraag 9: Hoe moet de eventuele nieuwe medewerker er uit zien?
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
39
Kleding: Verzorging: Vraag 10: Hoe moet de eventuele nieuwe medewerker zich gedragen? Vraag 11: Wat zou voor jou de doorslag geven om een persoon een contract aan te bieden?
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
40
Rekenen op de werkvloer Korte uitleg: Verbeteren van rekenvaardigheden van een medewerker passend bij de eisen die aan de medewerker gesteld kunnen worden. Hierbij kunt u gebruik maken van de Leskist meten en wegen of allerlei spellen met rekenelementen inzetten, zoals rummicub. Individueel/ groep (aantal): 2-4 personen, meerdere groepen tegelijkertijd mogelijk Doel: Werknemers op aantrekkelijke wijze aan de slag laten gaan met het verbeteren van de rekenvaardigheden. Resultaat: Werknemers verbeteren hun rekenvaardigheden. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiders: De begeleider dient inzicht te hebben in de mogelijkheden van de verschillende spelvormen. Voorbereidingstijd begeleiding: 0-2 uur. Levertijd: Houd de eerste keer rekening met levertijd materialen. Duur activiteit: 0-2 uur. De spellen kunnen in een uur gespeeld worden. Hieraan kunnen ongeveer vier mensen tegelijk spelen. De leskist kan voor diverse typen rekenopgaven gebruikt worden. Het verdient de voorkeur dit in tweetallen te doen. Ruimte: Trainingsruimte/ vergaderruimte, maar ook een tafel in de werkomgeving voldoet. Materialen: Leskist meten en wegen ( bijlage). Rekenspellen (bijlage). Kosten: Leskist meten en wegen kost € 265, -. Spellen als rummicub en het grote rekenspel kosten tussen € 20 - € 40 per spel. Verkrijgbaar bij: • Edukatheek • Scala bv
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
41
• •
http://www.educatheek.nl/Leskist+Meten+en+Wegen_521.html www.scalaleukerleren.nl
Referenties: n.v.t.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
42
Bijlage Leskist meten en wegen Omschrijving: Leskist met meetinstrumenten om praktisch rekenen in de schoolomgeving toe te passen. Handleiding + opdracht- en scoreformulieren aanwezig. Gebruikersinformatie De leskist bevat alle hulpmiddelen om praktisch rekenen in de schoolomgeving vorm te geven. Door eerst te schatten en later te meten wordt het denken in dimensies gestimuleerd. Het omgaan met verschillende instrumenten, zoals stopwatch, rekenmachine, waterpas, boomhoogtemeter enzovoort, versterkt vaardigheden en vergroot de uitdaging om met toegepast rekenen aan de slag te gaan. De begeleidende map bevat instructies voor leerkrachten en opdracht- en scoreformulieren voor de leerling. In de leskist meten en wegen zit het volgende materiaal: 1 map met opdrachten, handleiding en scoreformulieren en diverse hulpmiddelen - 2 meetlinten van 20 meter 1 boomhoogtemeter - 3 dobbelstenen 2 linialen - 1 kompas 1 krijtje - 1 maatcilinder 3 voorwerpen (aluminium blokje, knikker, moer) - 1 stopwatch 1 thermometer - 1 waterpas 1 weegschaal - 1 rekenmachine 1 rolmaat - 1 centimeterlint 1 plankje - 1 schuifmaat 1 spijker - 1 plastic pijp
Prijs € 265,00 Levertijd: 5 werkdagen Contactgegevens: Edukatheek Postbus 9393 3506 GJ Utrecht 030 711 03 17
[email protected] http://www.educatheek.nl/Leskist+Meten+en+Wegen_521.html
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
43
Bijlage Het Grote Rekenspel Met dit superspannende spel is rekenen echt hartstikke leuk! Reken maar als je durft. Kies slim de getallen waarmee je gaat spelen. Zo kun je hoog scoren en vliegensvlug naar het einddoel. Wie er het eerst op 100 is! Maak slimme sommen met je getallenfiches. Onderweg kun je meer getallen winnen door allerlei vragen te beantwoorden. Maar let goed op, want je kunt in de val lopen. Misschien heb je geluk en krijg je een kansvraag. Dan kun je echt supergemakkelijk extra getallen krijgen óf mag je sneller vooruit. T Het speelbord heeftwee speelkanten Kant 1 is wat gemakkelijker en kant 2 wat moeilijker. Inhoud Prachtig geïllustreerd dubbelzijdig spelbord, 4 pionnen, 10 rekenfiches, 100 getallenfiches, 4 sterren, 4 geometrische figuren, spelregels. Plus 120 vragenkaarten met ruim 700 afwisselende vragen (plus antwoorden en uitleg). voor 2-4 spelers of teams Spelkant 1: groep 3-4 (5) Plus en min, klok en kalender, geld, meten, de eerste tafels alle vragen op 2 niveaus Spelkant 2 – groep 5-8 Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, procenten, breuken, kommagetallen, geld, tijd, meten en meetkunde, redactiesommen. alle vragen op 3 niveaus Prijs: € 32,95 Bestellen www.scalaleukerleren.nl Scala leuker leren bv Postadres Postbus 1786 9701 BT Groningen Telefoon +31 (0)50 3128372 Mail
[email protected]
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
44
Extra vakgerichte instructie Korte uitleg: Vrijvallende tijd biedt ook kansen. Opfrissen van kennis van de SW-medewerkers, medewerkers de kans geven nieuwe taken in het werk aan te leren. Voorbeelden van ideeën waarvoor ruimte ontstaat: • instructie in instellen/ beheer/ onderhoud machine • introductie van nieuwe machine of werkwijze • intern opleiden voor borging bezetting aan bepaalde machine, opleiden op de werkplek • starten van een kwalificerend programma dat bijdraagt aan kwaliteit en kwaliteitscontrole, veiligheid of anders, bijvoorbeeld VCA, sociale hygiëne, klantvriendelijkheid, etc. Tip is om eventueel ook het team te betrekken bij de inventarisatie. Individueel/ groep (aantal): Afhankelijk van het programma. Doel: • Vrijvallende tijd wordt productief in het verbeteren van werkkwaliteit op de langere termijn. • Medewerkers worden planmatig en op maat in een leertraject gezet dat past bij het persoonlijke ontwikkelplan. Resultaat: Het beschikbare werk wordt opgerekt en onderdeel van het ontwikkelen van vaardigheden van medewerkers. Mogelijk zelfs het voorkomen van stilstand. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: De begeleiding heeft zicht op verbeterpunten in het werk op de afdeling en ontwikkelmogelijkheden en ambities van de medewerkers. Samenwerking met een collega van binnen of buiten de afdeling kan helpen om kansen te zien. Nadat het plan is gemaakt, vragen de verschillende opties tijd voor uitwerking. Voorbereidingstijd begeleiding: 0-4 uur (of meer, afhankelijk van activiteit) Levertijd: Houd rekening met beschikbaarheid van derden. Duur activiteit: Nader te bepalen. Ruimte: Nader te bepalen. Materialen: Nader te bepalen.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
45
Kosten: Nader te bepalen. Verkrijgbaar bij: n.v.t. Referenties: n.v.t.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
46
Educatieve bord- en kaartspellen Korte uitleg: Pimpampet om taal te oefenen, Koehandel voor tellen en onderhandelen, zakgeldspel of speciale educatieve bordspellen voor rekenen en taal: werknemersvaardigheden ontwikkelen in een spel kan een goed alternatief zijn als er even minder werk is. Sommige spellen zijn ook aan te passen aan het werk: maak bijvoorbeeld Pimpampet-vragen over de eigen organisatie. (Bijv: noem een veiligheidsmiddel, welke producten maakt het bedrijf, naam van een collega.) Individueel/ groep (aantal): 2-6 personen, overigens kunnen verschillende groepjes met verschillende spellen bezig zijn. Doel: • Op een leuke wijze bezig zijn met werknemersvaardigheden. • Door observatie krijgt werkleiding ook een goed beeld van andere competenties: wie neemt de leiding aan een speltafel, wie helpt anderen? Resultaat: Werknemers leren spelenderwijs op het gebied van taal, rekenen en sociale vaardigheden. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: De begeleider is in staat om: • het spel gestructureerd en helder uit te leggen; • de groepen zo in te delen dat een leereffect kan ontstaan, evt. door speciale taken toe te wijzen (bijv. Pimpampet in tweetallen) Voorbereidingstijd begeleiding: 0-2 uur. Levertijd: Houd de eerste keer rekening met levertijd materialen. Duur activiteit: 0-2 uur. Ruimte: Zitruimte met tafels waar men omheen kan zitten. Materialen: Het grote rekenspel/ Het grote taalspel van Scala. Zie voor meer spellentips: http://toolbox.sbcm.nl Zie bijlage: Spellen. Kosten: Afhankelijk van het gekozen spel (altijd eenmalig).
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
47
Verkrijgbaar bij: • http://www.slimmespelletjes.nl • http://www.scalaleukerleren.nl • spelotheek in uw regio • betere speelgoedwinkels Referenties: Sluisgroep Mw. E. Kansel E:
[email protected]
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
48
Bijlage Spellen Alle spellen zijn te spelen onder begeleiding van een leidinggevende. Er kunnen 2 tot 6 mensen aan meedoen. Het reken- en taalspel hebben we gespeeld. Vooral kant 1 is erg geschikt voor medewerkers die kunnen oefenen om tot niveau MBO 1 te komen. Het werkplezier is geschikt voor allerlei niveaus evenals het veilighedenspel. Het is aan te passen per niveau. Het grote rekenspel Uitgeverij Scala Dit rekenspel is bedoeld om allerlei rekenonderdelen te oefenen. Er zijn 2 spelkanten. Kant 1 richt zich op de onderdelen: plus en min, klok en kalender, geld, meten en de eerste tafels. Kant 2 richt zich op de onderdelen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, procenten, breuken, kommagetallen, geld, tijd, meten en meetkunde en redactiesommen. Het grote Rekenboek Uitgeverij Scala Dit boek is een naslagwerk waarin allerlei rekenregels uitgelegd staan. Het gaat vooral om stof uit de bovenbouw van het basisonderwijs. Te gebruiken voor werkleiding om rekenvragen uit te leggen. Het grote taalspel Uitgeverij Scala Dit is een spel waarin door middel van vragenkaartjes verschillende taalonderdelen aan bod komen: Alfabetkaartjes Spellingkaartjes Taalvariakaartjes Uitdrukkingskaartjes Het taalspel heeft ook een taalhulpkaart waarop een aantal taalregels staan uitgelegd. Het breukenlaboratorium Uitgeverij Schubi Het werken met het breukenlaboratorium ondersteunt het inzicht op de gebieden visualiseren en lezen-schrijven van breuken, gelijkwaardigheid van breuken, optellen en aftrekken met breuken. Het is individueel te gebruiken en ook als spelvorm in groepje. ( Goed te gebruiken voor de mensen die de verpakkingscursus doen) Er hoort ook een boek met kopieerbladen bij. Pim Pam Pet Dit vraag-antwoordspel is aan te passen met eigen vragenkaartjes. Bijvoorbeeld met zaken die relevant zijn voor je eigen organisatie. Pim Pam Picto Dit spel is eigenlijk het zelfde als Pim Pam Pet met als verschil dat de spelers zo snel mogelijk een afbeelding aanwijzen die begint met de letter die te zien is op de draaischijf.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
49
Woordmix De spelers moeten zoveel mogelijk woorden maken met de letter die ze op tafel gooien. 1001 verhalen. Vertelspel Uitgeverij Dubbelzes Dit spel bestaat uit vier soorten (wie iets doet, wat er gebeurt, een bijzonderheid, met wie of wat) kaarten met woorden daarop. Het is de bedoeling van het spel om zoveel mogelijk kloppende titels te verzamelen waarbij een passend verhaal bedacht en ook verteld kan worden. Voorwaarden: deelnemers moeten kunnen lezen en in korte zinnen een verhaaltje kunnen vertellen. Goed communicatiespel. Bekend bij iedereen - Rummikub - Galgje - Wie is het? - Koehandel - Zakgeldspel Vaardighedenspel Met dit spel is op speelse wijze na te gaan of medewerkers over de juiste vaardigheden beschikken om de omgang met zichzelf en anderen zo prettig mogelijk te maken. Werkplezierspel Het uitgangspunt van dit spel is dat werkplezier samenhangt met de redenen waarom je werkt (werkmotieven) en het gedrag van jezelf en anderen. Het spel gaat in het algemeen over de vraag of je plezier het in het werk dat je doet. Tijdens het spelen kan er bijvoorbeeld nagegaan worden waar het aan ligt dat een medewerker niet met plezier werkt of hoe je het werk zo kunt houden dat je er plezier aan hebt.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
50
Individueel ontwikkelplan: Extra tijd en ruimte voor leren Korte uitleg: Bij verminderde productiedruk ontstaat ruimte om meer aandacht aan de persoonlijke ontwikkelpunten van de SW-medewerkers te besteden. Sommige medewerkers kunnen wat vaker van de werkplek om te leren, andere kunnen wat extra hulp of uitleg krijgen van een collega. Om de tijd effectief te benutten is het van belang met elke medewerker afspraken op maat te maken over de wijze waarop de ontwikkeling wordt ingezet, begeleid en vastgelegd. Idealiter zijn in het IOP/POP van de medewerker al ontwikkelpunten benoemd. Als dat niet zo is, kan de checklist werknemersvaardigheden worden gebruikt. Met elke medewerker wordt een concrete afspraak gemaakt voor de aanpak van het ontwikkelpunt. Individueel/ groep (aantal): Individueel. Doel: Vrijvallende productietijd benutten om meer te leren van het werk. Focus op het ontwikkelen van werknemersvaardigheden. Resultaat: SW-medewerkers ontwikkelen algemene werknemersvaardigheden. Dit kan gaan om relatief kleine stappen in het ontwikkelplan. Eventueel bezien of de inzet van een maatje of buddy ondersteunend kan werken. Randvoorwaarden uitvoering: Eisen aan de begeleiding: Afhankelijk van de functieverdeling in het bedrijf voert de werkleider/ P&O functionaris een ontwikkelgesprek met de SW-medewerker aan de hand van een checklist die is ingevuld door de medewerker zelf, de functionaris of door beiden. De begeleider heeft de mogelijkheid smart afspraken te maken voor de werkwijze waarop het gekozen ontwikkelpunt wordt uitgewerkt. Voorbereidingstijd begeleiding: Voorbereiding per gesprek: 0-2 uur Levertijd: n.v.t. Tijdsduur activiteit: 0-2 uur (gesprek). Vervolgens afspraken op maat. Ruimte:
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
51
Gespreksruimte voor twee personen. Materialen: POP/IOP materiaal van de eigen organisatie. Checklist werknemersvaardigheden (bijlage) Kosten: n.v.t. Verkrijgbaar bij: n.v.t. Referenties: n.v.t.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
52
Bijlage Checklist werknemersvaardigheden Checklist werknemersvaardigheden 1.
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Werkmotivatie
Definitie: Enthousiast aan een opdracht werken, je best doen om een opdracht goed te doen, extra werk doen.
omschrijving Ik doe mijn werk zo goed mogelijk Ik blijf aan het werk, ook als ik me niet zo lekker voel Ik ga meteen aan het werk, als het werk is uitgelegd. Ik heb geen aansporing nodig 4. Ik doe extra werk als dat nodig is 5. Ik blijf aan het werk ook als ik het niet zo leuk vind
Nooit
Soms
Altijd
Opmerkingen:
2.
Leermotivatie
2.1
Ik zeg wat ik goed kan en wat ik niet goed kan Ik maak haalbare plannen Als ik iets fout heb gedaan, doe ik het de volgende keer goed Ik toon doorzettingsvermogen als ik wat moet leren Ik werk actief mee aan mijn eigen ontwikkeling
Definitie: De motivatie om actief aan je ontwikkeling te werken Nooit
2.2 2.3 2.4 2.5
Soms
Altijd
Opmerkingen:
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
53
3.
Zelfstandigheid:
3.1
Als het werk klaar is, kijk ik of ik het goed heb gedaan Ik werk zelfstandig als duidelijk is wat ik moet doen. Ik heb dan geen hulp nodig Ik neem verantwoordelijkheid voor de werkzaamheden door te melden als iets niet goed gaat Als het werk klaar is zorg ik dat ik ander werk kan gaan doen Ik zoek bij problemen eerst zelf een oplossing
3.2 3.3 3.4 3.5
Definitie: Je verantwoordelijk voelen voor je werk en zorgen dat er voortgang in blijft. Nooit Soms Altijd
Opmerkingen:
4.
Opkomen voor jezelf:
4.1 4.2
Ik zeg wat ik wil of niet wil Ik zeg het als ik tijdens mijn werk last heb van anderen Ik vraag hulp als ik dat nodig heb Ik reageer op kritiek. Ik zeg op een rustige manier wat ik er van vind Ik geef aan als er problemen in mijn werk zijn
4.3 4.4 4.5
Definitie: Correct durven zeggen wat je wilt of niet wilt, correct zeggen wat je vindt Nooit Soms Altijd
Opmerkingen:
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
54
5.
Communicatie:
5.1 5.2
Ik spreek begrijpelijk Nederlands Ik kan werken volgens schriftelijke instructies Ik stel uit mezelf vragen als ik iets niet weet of begrijp Ik geef uit mezelf informatie door die in het belang is van het werk. Ook luister ik naar anderen en reageer op hun mening Ik pas mijn houding (lichaamstaal), woordkeuze en gesprekstoon aan de situatie aan
5.3 5.4
5.5
Definitie: In begrijpelijk Nederlands communiceren. Dat wil zeggen: informatie ontvangen, verwerken en overbrengen voor een goede uitvoering van het werk Nooit Soms Altijd
Opmerkingen:
6.
Stressbestendigheid:
6.1
Ik blijf rustig bij storingen in het productieproces Ik blijf rustig als er iets onverwachts gebeurt Ik blijf rustig aan het werk als anderen me opjagen Ik blijf aan het werk, ook als er problemen zijn Ik doe mijn werk goed, ook onder tijdsdruk
6.2 6.3 6.4 6.5
Definitie: Gewoon aan het werk blijven, ook als het druk is of er problemen zijn Nooit Soms Altijd
Opmerkingen:
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
55
7.
Samenwerking:
7.1
Ik help anderen als de werkleiding me dat vraagt Ik laat zien dat ik samen kan werken Ik doe wat samen is afgesproken Ik toon belangstelling en respect voor anderen Ik lever een positieve bijdrage aan de sfeer in de groep
7.2 7.3 7.4 7.5
Definitie: Samen met anderen in een ruimte werken en het werk afstemmen met de werkleiding Nooit Soms Altijd
Opmerkingen:
8.
Je houden aan regels
8.1
Ik houd me aan regels en afspraken, bijvoorbeeld niet roken, aan- en afmelden, op tijd komen Ik werk veilig en houd mijn werkplek schoon en opgeruimd Ik spreek collega’s aan op pesten of roddelen Ik ga zorgvuldig om met de spullen waarmee ik werk (gereedschap, middelen en materialen) Ik besteed aandacht aan mijn uiterlijke verzorging
Definitie: Doen zoals de regels van het werk zeggen Nooit
8.2 8.3 8.4
8.5
Soms
Altijd
Opmerkingen:
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
56
9.
Flexibiliteit:
9.1
Ik pas me aan als ik op een andere plaats moet werken. Ik maak hierover niet veel problemen (met woorden of in gedrag) Ik doe ander werk als dat nodig is. Ik maak hierover niet veel problemen (met woorden of in gedrag) Ik kan in één dag snel overschakelen van het ene werk naar het andere Ik pas me aan als ik een keer op een andere tijd moet werken. Ik maak hierover niet veel problemen (met woorden of in gedrag) Ik verander mijn werkwijze als de werkleider zegt dat het dan beter of sneller kan
9.2 9.3 9.4
9.5
Definitie: Je eigen werk aanpassen aan veranderingen in het werk zelf, plaats of tijd Nooit Soms Altijd
Opmerkingen:
Bron: De items in deze lijst zijn overgenomen uit de toolbox werknemersvaardigheden Breed/Lander/Sbcm
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
57
Extra oefenen met diverse werknemersvaardigheden Korte uitleg: Werknemers hebben vaak moeite om eerlijk en open op te komen voor de eigen belangen in het team. Gemopper, slachtoffergedrag en een negatieve sfeer op de werkvloer kunnen het gevolg zijn. Met extra vrijkomende tijd is het mogelijk deze thema’s eens apart te bespreken met het hele team of met medewerkers voor wie dit speelt. Aan de hand van het gesprek kunnen ontwikkelafspraken worden gemaakt voor wie dat betreft. Het samen oefenen of een collega als maatje kan helpen. Individueel/ groep (aantal): 2-6 personen. Bij een groter team is werken in subgroepen aan te bevelen. Doel: • Aan de hand van denkbeeldige situaties de communicatiestijl en functioneren van de SW-medewerkers bespreekbaar maken. • Vanuit het voorbeeld bespreken van het functioneren in de werkelijkheid van het bedrijf. • Met individuele medewerkers worden leeropdrachten voor de toekomst afgesproken. Collega’s kunnen evt. als maatje ingezet worden. Resultaat: Thema’s als samenwerken, opkomen voor jezelf en omgaan met conflict komen op een open manier aan de orde. Met als resultaat afspraken voor het ontwikkelen van leerpunten. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: De begeleiding is in staat om: • De begeleider kan een veilige gesprekssfeer creëren, waarin ruimte ontstaat voor het bespreken van ieders reactie op de opdracht. • Antwoorden zijn altijd goed, met de medewerkers samen worden kleine doelen voor verbetering gesteld. Aan de doelen worden ook concrete voorstellen voor het hoe gekoppeld. Voorbereidingstijd begeleiding: Voorbereiding activiteit: 0-2 uur. Levertijd: n.v.t. Duur activiteit: 0-2 uur. Het materiaal biedt voldoende stof om vaker in gesprek te gaan. Ruimte:
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
58
Groepsruimte waarin in kleine groep een veilig gesprek kan worden gevoerd, zonder storing van buitenaf.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
59
Materialen: Voorbeelden van situaties rond de thema’s: • Samenwerken en opkomen voor jezelf (bijlage) • Verantwoordelijkheid en overwerk (bijlage) • Sociale verplichtingen (bijlage) • Omgaan met kritiek (bijlage) • Afspraken en regels (bijlage) De begeleider kan een keuze maken uit de genoemde situaties en deze in het team of met een groep medewerkers bespreken. Kosten: n.v.t. Verkrijgbaar bij: n.v.t. Referenties: PSW Paul van Pelt E:
[email protected]
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
60
Bijlage Opdrachten: Samenwerken en opkomen voor jezelf Beantwoord de volgende vragen. Schrijf op wat je zou doen. Vervelend werk/klusjes, meehelpen, wensen uitspreken, onderhandelen, eigen tijd/werk indelen 1.
Jij werkt al enkele maanden bij de afdeling industrie. Bij het opruimen zie je dat sommige collega’s niets doen, terwijl jij wel altijd werkt tot alles klaar is. Je vindt dit niet eerlijk. Wat doe je? Hoe pak je het aan? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... Ben je daar zelf tevreden mee? ......................................................................................................................................... Hoe zou je het anders willen?.......................................................................................... .........................................................................................................................................
2.
Je werkt al enkele maanden op de houtafdeling. Je doet het werk goed, maar zou wel eens op een andere afdeling willen werken. Mag je dit vragen? Aan wie? Hoe vraag je zoiets? Wat doe je? Hoe pak je het aan? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... Ben je daar zelf tevreden mee? ......................................................................................................................................... Hoe zou je het anders willen?.......................................................................................... .........................................................................................................................................
3.
Jouw collega vraagt vaak om jouw hulp. Je helpt hem dan ook goed. Maar als je zijn hulp nodig hebt, heeft hij nooit tijd. Je vindt dit niet leuk. Wat doe je? Wat doe je? Hoe pak je het aan? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... Ben je daar zelf tevreden mee? ......................................................................................................................................... Hoe zou je het anders willen?.......................................................................................... .........................................................................................................................................
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
61
4.
Je moet vandaag van je baas 50 dozen inpakken en klaarmaken. Na een uur zegt je ploegbaas dat je moet helpen bij een collega bij de snijmachine. Wat doe je nu? Je weet dat als je de collega gaat helpen, jij de 50 dozen niet afkrijgt. Wat doe je? Hoe pak je het aan? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... Ben je daar zelf tevreden mee? ......................................................................................................................................... Hoe zou je het anders willen?.......................................................................................... .........................................................................................................................................
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
62
Bijlage Overwerk (privétijd, compensatie) extra werk, afmaken van je werk 1.
Het is een drukke tijd voor het bedrijf in de zomer. Er moeten veel ijsjes worden gemaakt. De baas vraagt aan iedereen om de hele week 2 uur over te werken. Je wilt best overwerken (je krijgt hiervoor extra betaald), maar op woensdag ga je trainen met je voetbalclub. Wat doe je? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
2.
Je baas vraagt of je 's avonds kan overwerken, want het is erg druk op het werk. Je krijgt hiervoor extra betaald. Je zou wel willen, maar durft als vrouw niet 's avonds op straat zo ver te fietsen. Wat doe je? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
3.
Je krijgt je werk vandaag niet op tijd klaar. De baas verwacht van je dat je voordat je naar huis gaat eerst je werk afmaakt. Dit kost je nog een half uurtje, maar dit krijg je niet uitbetaald. Wat doe je? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
63
Bijlage Sociale verplichtingen (na het werk café, feesten, etc.) Nederlands en eigen taal/dialect, roddel/grapjes, wat vertel je wel/niet van je privé 1.
Na het werk is er een feest georganiseerd door de baas met een etentje erbij. Je bent pas nieuw op het werk en kent nog bijna niemand. Ga je naar het feest toe? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
2.
Je werkt samen met een paar landgenoten/mensen uit je eigen dorp. Jullie praten graag met elkaar in je eigen taal/dialect. De baas vindt het niet goed dat jullie op het werk in je eigen taal/dialect spreken. Wat doe je? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
3.
Je collega's vragen of je mee gaat naar het café, maar je drinkt geen alcohol en hebt eigenlijk ook niet zo veel zin. Ga je met hen mee naar het café? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
4.
Je collega is geïnteresseerd in je privéleven. Hij vraagt allemaal dingen van je verleden die je liever niet wilt vertellen. Hoe pak je dit aan? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
64
Bijlage Omgaan met kritiek, commentaar krijgen, reageren op het maken van fouten 1.
De afgelopen week was het heel slecht weer. Je bent deze week de tweede keer tien minuten te laat gekomen, omdat er een file stond. Je baas zegt dat het niet kan dat je steeds te laat komt. Wat zeg je tegen je baas? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
2.
Je werkt bij een logistiek bedrijf samen met acht collega’s. In de orders van de vorige week zaten fouten. Drie klanten hebben geklaagd. Je baas komt tijdens het werk naar jou en een collega en begint over de klachten. Hoe reageer je? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
3.
Je vindt het fijn om tijdens het werk naar de radio te luisteren. Als je de kans krijgt, zet je de radio hard aan. Je bent ‘s ochtends als eerste op het werk en zet de radio keihard aan. Je collega komt binnen en snauwt ‘kan dat niet wat zachter’ en zet de radio uit. Wat doe je, Hoe reageer je? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
65
Bijlage Opdracht Afspraken en regels In werksituaties structuren regels en afspraken het werk en de wijze waarop werknemers en de werkgever met elkaar omgaan. Regels geven duidelijkheid en bieden veiligheid. Hoe je omgaat met regels, heeft veel te maken met de wijze waarop je tegen regels aan kijkt. 1
Je werkt in een verfspuiterij. Het is zomer en een warme dag. Volgens de voorschriften moet iedereen handschoenen, een veiligheidsbril en een zuurstofmasker dragen. Enkele collega’s vinden het te warm, ze hebben de deur open gezet en dragen geen zuurstofmasker. Wat doe jij? En waarom? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
2
Je werkt als vloerlegger voor een parketbedrijf. Deze keer heb je een klus vijf kilometer van huis. Vandaag moet je een vloer schuren. De afspraken zijn dat je tijdens het schuren van vloeren gehoorsbescherming draagt en een stofkap voor je mond doet. Het is een grote vloer en je werkt samen met een collega. Jij bent je gehoorbescherming en stofkap vergeten. Wat doe je? En waarom? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
3
Je werkt bij een metaal bedrijf. Iedere laatste vrijdag van de maand is er een borrel om half vijf. Jij sport op vrijdagmiddag om vijf uur. Die borrel komt je niet goed uit. Wat doe je? En waarom? ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... .........................................................................................................................................
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
66
Goed Gedrag op de werkvloer Korte uitleg: Wat zijn voorwaarden voor prettig werken? Wanneer werk je niet fijn? Aan de hand van deze twee vragen start een teamgesprek. De ingebrachte punten worden verzameld en daarmee komt een eigen lijst van waarden en normen voor de werkvloer tot stand. Iedere medewerker kiest vervolgens een aandachtspunt voor de eigen ontwikkeling of teamontwikkeling in bijvoorbeeld de eerstkomende twee weken. Daarna wordt geëvalueerd. De gedragscode die voor de sector is ontwikkeld is in de digitale toolbox opgenomen en geeft voorbeelden van de verschillende thema’s die in een gedragscode kunnen worden opgenomen. Individueel/ groep (aantal): 7-12 personen. Wanneer het team groter is, zoeken naar mogelijkheid om met subgroepen te werken. Doel: • Medewerkers gaan met elkaar in gesprek over gewenste omgangsvormen en regels op de werkvloer. • Bestaande afspraken zijn bekrachtigd, verbeterpunten zijn vastgelegd. • In een persoonlijk actieplan wordt ieders bijdrage vastgelegd. Resultaat: • Medewerkers voelen zich veiliger op de werkplek. • De nieuwe afspraken zijn aanknopingspunt voor leer- en ontwikkelopdrachten op de werkvloer. Randvoorwaarden uitvoering: Eisen aan de begeleiding: De begeleider is in staat: • een groepsgesprek te leiden en veilige werkomgeving te creëren door methodische aanpak van het thema; • leeropdrachten te destilleren voor de SW-medewerkers gerelateerd aan het aanleren van meer gewenst gedrag bij een medewerker, door ofwel collega’s een rol te geven in het leren van anderen of het team. Voorbereidingstijd begeleiding: 0-2 uur. Levertijd: n.v.t. Duur activiteit: 0-2 uur. Vervolgens begeleiding en opvolging van individuele werkafspraken.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
67
Ruimte: Trainingsruimte/ vergaderruimte/ overlegmogelijkheid op de werkvloer. Materialen: Voorbeeld gedragscode Haeghe Groep (bijlage) Gedragscode van de eigen SW-organisatie. Kosten: n.v.t. Verkrijgbaar bij: n.v.t. Referenties: Haeghe groep, Den Haag Alexandra Koeze E:
[email protected]
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
68
Bijlage Gedragscode Goed gedrag op de werkvloer VOORWOORD Wanneer je aan je collega’s zou vragen waarom zij naar het werk gaan, dan geven zij vast verschillende antwoorden. De één wil bijvoorbeeld veel geld verdienen, terwijl de ander het juist belangrijk vindt om een vak te leren. Maar we hebben ook iets gemeenschappelijks: iedereen wil prettig werken. Om te bevorderen dat iedereen zich prettig voelt tijdens het werk zorgt de werkgever voor goede arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen. Tot die laatste behoort onder andere hoe we op het werk met elkaar omgaan. Daarom hebben we regels op papier gezet. Deze regels beschrijven hoe wij binnen de Haeghe Groep met elkaar om willen gaan. Al deze regels samen noemen we een ‘gedragscode’. Dit klinkt misschien streng, maar eigenlijk zijn er heel gewone regels opgenomen. Zo staat er ‘Groet elkaar’ of ‘Kom schoon op je werk’ of ‘Geen drugs of alcohol op de werkvloer’. Het is goed dat deze regels zijn opgeschreven, zodat iedereen kan nalezen wat van hem of haar wordt verwacht. De gedragscode vormt zo voor iedereen een geheugensteuntje. Juist omdat het in de gedragscode om hele gewone regels gaat, verwachten wij dat iedereen zich aan deze regels houdt. Ook verwachten wij dat collega’s elkaar aanspreken wanneer iemand de regels overtreedt. Zo maken we gezamenlijk een prettiger Algemeen directeur Directeur sociale zaken
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
69
WEES VRIENDELIJK EN COLLEGIAAL Groeten Het is een kleine moeite, maar het is heel belangrijk: groeten. Veel mensen vinden het fijn om gegroet te worden. Zeg dus wanneer je ergens binnenkomt‘goedemorgen’, ‘goedemiddag’ of ‘goedenavond’.Mensen vinden dat prettig. Luisteren Wanneer je met iemand werkt, is het leuk om elkaar beter te leren kennen. Maak tijdens de pauzes eens een praatje met iemand. Je vertelt bijvoorbeeld wat je in het weekend hebt gedaan. Ook je collega’s maken van alles mee. En zij willen daar graag over vertellen. Luister daarom naar je collega’s. Geef ze de tijd om hun verhaal te vertellen door ze uit te laten spreken. Om misverstanden te voorkomen is het verstandig om op de werkvloer altijd Nederlands te spreken. Dat verstaan we ten slotte allemaal. Complimenten geven Je werkt hard voor de Haeghe Groep. En als je dat goed doet dan krijg je van je leidinggevende een compliment. Maar jij kunt ook iemand een compliment geven. Bijvoorbeeld, wanneer je ziet dat een collega iets goeds heeft gedaan. Een compliment is niet alleen leuk om te krijgen, maar ook om te geven. KOM SCHOON OP HET WERK Wassen Het is belangrijk dat je goed voor jezelf zorgt. Dit betekent niet alleen gezond eten en drinken,maar ook jezelf wassen. Nare luchtjes zijn heel vervelend. Je merkt het misschien zelf niet, maar het is vervelend voor de collega’s die bij je in de buurt werken. Ga dus regelmatig onder de douche. Tandenpoetsen Elke dag tandenpoetsen is belangrijk. Het is goed voor je gebit en voor een frisse adem. Poets dus elke dag tenminste twee keer je tanden: ‘s Ochtends voor je naar je werk gaat en ‘s avonds voordat je gaat slapen. Schone kleren Ook regelmatig schone kleren aan trekken is belangrijk. Wanneer je lang hetzelfde t-shirt aan hebt, gaat het vies ruiken. Het maakt dan niet uit dat je jezelf goed wast. Trek dus regelmatig schone kleren aan en natuurlijk ook schone sokken en ondergoed. VEILIGHEID OP JE WERK Veiligheidsvoorschriften bij machines Bij de Haeghe Groep maken we producten waarbij soms gevaarlijke machines worden gebruikt. Om ervoor te zorgen dat er geen ongelukken gebeuren, zijn er veiligheidsvoorschriften. Vraag bij je leidinggevende welke veiligheidsvoorschriften voor jou belangrijk zijn. Beschermende kleding De Haeghe Groep vindt het erg belangrijk dat er geen ongelukken gebeuren. Om het echt veilig te maken hebben we naast veiligheidsvoorschriften ook jouw hulp nodig. Help daarom collega’s eraan te herinneren dat ze beschermende kleding moeten dragen, zoals handschoenen of oordopjes. ALCOHOL & DRUGS Alcohol & drugs Als je ’s avonds thuis een glaasje alcohol drinkt, is dit je eigen keuze. Maar onder invloed van alcohol op je werk verschijnen of alcohol drinken op het werk is verboden. Je concentratie wordt minder waardoor de veiligheid van jou en je collega’s in gevaar komt.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
70
Ook drugs zijn verboden bij de Haeghe Groep. Onder invloed van drugs op je werk komen, drugs op het werk gebruiken of drugs bij je hebben is verboden. Wanneer je je hier niet aan houdt, word je bestraft. HELP ELKAAR Samenwerken Bij de Haeghe Groep werk je niet alleen. Door samen te werken met je collega’s kun je mooie producten maken. Het maakt niet uit hoe groot of hoe klein dat product is. Help je collega’s Bij samenwerken is het belangrijk dat je iemand helpt wanneer dit nodig is. Maar sommige mensen vinden het moeilijk om hulp te vragen. Wanneer je ziet dat iemand iets moeilijk vindt, kun je vragen of je kan helpen. Laat collega’s je helpen Soms zijn je taken ingewikkeld en moet je iets doen wat je niet helemaal begrijpt. Dan kan je gerust iemand om hulp vragen. Soms zien collega’s dat je wel wat hulp kan gebruiken. Wanneer je collega’s hulp aanbieden,hoef je daar niet boos om te worden. TOON RESPECT VOOR ELKAAR Geen agressie Boos worden we allemaal wel eens. Maar hoe we daar mee omgaan is voor iedereen anders. DeHaeghe Groep vindt agressief gedrag niet goed, want het lost geen problemen op. Je mag niet vechten, schoppen of gooien met spullen. Ook iemand uitschelden of bedreigen wordt bestraft. Dit geldt ook voor het bij je hebben of gebruiken van wapens. Als iemand agressief tegen je is geweest, moet je dit aan je leidinggevende of de vertrouwenspersoon vertellen. Zij kunnen je helpen om het probleem op te lossen. Seksualiteit Werk is iets anders dan privé. Dit betekent ook dat er dingen zijn die je niet op het werk mag doen die je thuis wel doet. Zoals knuffelen en vrijen, een arm om iemand heen slaan, tegen iemand aan gaan staan of iemand zo maar aanraken. Dit zijn vormen van seksualiteit die niet op de werkvloer thuis horen. Je mag je collega’s ook niet lastig vallen met vieze woorden, (seks)plaatjes of gebaren. En natuurlijk is ook het bezoeken van internetsites waarop porno staat, niet toegestaan. Dit kun je ook nalezen in het reglement dat is opgesteld met betrekking tot e-mail en internetgebruik. Discriminatie Geen mens is hetzelfde. Iedereen ziet er anders uit, met een andere kleur haar, ogen of huid. En niet iedereen draagt dezelfde kleding. Je ziet soms vrouwen met en zonder een hoofddoek. Ook mannen dragen verschillende kleren, zoals een djellaba of een spijkerbroek. Maar in één ding is iedereen gelijk: Iedereen heeft recht om met respect te worden behandeld. Wanneer je iemand zonder respect behandelt, kun je hiervoor bestraft worden. Als je zelf wordt gediscrimineerd dan kun je bij je leidinggevende of bij de vertrouwenspersoon terecht. Zij kunnen je helpen om het probleem op te lossen. Intimidatie Het is niet toegestaan om collega’s intimideren. Dit betekent dat je een ander niet mag dwingen om dingen te doen die ze eigenlijk niet willen doen, zoals bijvoorbeeld geld lenen. Pesten is ook niet toegestaan. Pesten betekent dat iemand wordt bespot, wordt getreiterd of voor schut wordt gezet. Pesten is dus iets anders dan een grapje maken. Iemand die gepest wordt, kan hier erg onder lijden en komt niet meer met plezier naar het werk. Het pesten van collega’s wordt niet getolereerd. Heb je het gevoel dat jij wordt geïntimideerd, gepest of op een andere manier onder druk wordt gezet? Ga dan naar je leidinggevende of naar de vertrouwenspersoon.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
71
WEES ZORGVULDIG Diefstal en vernieling Tijdens het werk gebruik je gereedschap en andere spullen, zoals: zagen, schroevendraaiers, plakband, papier, enz. Deze spullen kun je soms thuis ook goed gebruiken. Maar je mag geen spullen mee naar huis nemen of verkopen. Dat is diefstal en heling en dat is nu eenmaal verboden. Ook de spullen van je collega mag je niet kapot maken of zomaar mee naar huis nemen. Wees voorzichtig met de spullen van collega’s en de spullen op het werk. Lenen Ook als je materialen die van de Haeghe Groep zijn tijdelijk wilt lenen moet je dit aan je leidinggevende vragen. Alleen als hij toestemming geeft, mag je iets lenen. En lenen betekent natuurlijk: teruggeven na het gebruik. Wanneer je geen toestemming hebt gevraagd, wordt dit gezien als diefstal. Werktijd Je moet zorgvuldig omgaan met je werktijd. Je bent tenslotte in de eerste plaats op het werk om je taken uit te voeren. Maar het kan voorkomen dat je soms even iets voor jezelf moet regelen. Bijvoorbeeld de tandarts bellen voor een afspraak. Wanneer je dit vooraf tegen de leidinggevende zegt, mag je natuurlijk even bellen. Maar dit is een uitzondering. Normaal gesproken mag je niet bellen onder werktijd. Ook niet met je eigen mobiel. Zet je privémobiel tijdens werktijd dus uit. Roken is alleen toegestaan als je leidinggevende hiervoor toestemming geeft. Zorg er wel voor dat je alleen rookt op de daarvoor bestemde plekken: de abri’s. Het is vervelend voor bezoekers als je vlak voor de ingang staat te roken. Houd daar rekening mee! OVERTREDEN VAN REGELS Wanneer je de gedragsregels overtreedt wordt je hier door je leidinggevende of door een collega op aangesproken en eventueel gestraft. De straffen kunnen uiteen lopen van een waarschuwing tot ontslag. Wat voor soort straf je krijgt, hangt af van de overtreding en of je wel eens eerder bent gewaarschuwd of bestraft. Welke straf je kan krijgen, staat in de CAO. In bepaalde gevallen wordt direct overgegaan tot het opleggen van een straf. Soms is het noodzakelijk om de politie in te schakelen, bijvoorbeeld bij diefstal of mishandeling. In die gevallen wordt er altijd aangifte gedaan. HULP NODIG OF VRAGEN? Wanneer je wordt gestraft voor je gedrag wordt dit in een officiële brief vastgelegd. Ben je het niet eens met de straf dan kan je daar bezwaar tegen maken. Hoe dat moet, staat in de brief die je ontvangt. Een commissie van deskundigen zal de zaak dan bekijken en adviseren of de gegeven straf terecht is of niet. Wanneer je één van de onderstaande personen vertelt wat je probleem is, dan zullen zij je zo veel mogelijk proberen te helpen. Je kunt contact opnemen met: je leidinggevende of de personeelsafdeling of bedrijfsmaatschappelijk werk of de vertrouwenspersoon of de klachtenfunctionaris
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
72
TOT SLOT NOG DIT De Haeghe Groep streeft naar een plezierige werkomgeving voor haar medewerkers. Met deze gedragscode wordt hier een bijdrage aan geleverd. Wanneer iedereen zich aan de regels houdt, komen we dichter bij ons doel: De gedragscode is gericht op hoe medewerkers van de Haeghe Groep zich behoren te gedragen. Gedrag dat niet alleen betrekking heeft op omgang met collega’s, maar ook richting klanten en bezoekers. Natuurlijk verwachten wij ook van hen dat zij zich aan deze gedragscode houden. Wij hopen dat je de onderwerpen uit de gedragscode bespreekt met je leidinggevende, collega’s en met mensen in je omgeving. Veel werkplezier! COLOFON Opdrachtgever Directie Haeghe Groep Gemeente Den Haag Maart 2006 Haeghe Groep Kerketuinenweg 24 2504 AB Den Haag Postbus 43070
[email protected] telefoon: 070 353 77 70 www.haeghegroep.nl
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
73
Toolbox SBCM www.toolbox.sbcm.nl
Praktische activiteiten Werknemersvaardigheden 2-4 uur voorbereidingstijd
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
74
Minder werk? Meer leren! Korte uitleg: Als er veel werk is, is er niet altijd tijd voor leren en ontwikkelen van de SW-medewerker. Als er minder werk is ontstaan kansen om doelen te combineren. Tijdens een werkoverleg aan het begin van de dag wordt het doel van de dag bepaald: een bepaalde productietarget, een gedragsregel die centraal staat, taakroulatie-afspraken, etc. Aan het eind van de dag wordt geëvalueerd: wat gaat goed, wat gaat niet goed, welke leerpunten zien we zelf, hoe gaan we daar morgen aan werken? Teamopdrachten of opdrachten voor ontwikkelpunten van de individuele medewerker kunnen het vervolg zijn. Individueel/ groep (aantal): 7-12 personen. Doel: • Meer oog voor het ontwikkelen van vaardigheden en competenties van medewerkers. • Tijd steken in het leren van medewerkers. • Gedeelde verantwoordelijkheid. Resultaat: • De ontwikkeling van medewerkers krijgt ruimte. • Beschikbaar werk wordt in de tijd verspreid, waardoor minder lege uren overblijven. Randvoorwaarden uitvoering Eisen aan de begeleiding: De begeleiding is in staat om: • helder, eenduidig doel voor de dag te formuleren; • nabespreking te leiden op constructieve wijze; • aandachtspunten voor verbetering ook om te zetten naar leeropdrachten voor medewerkers en werkvorm om met de leeropdracht aan de slag te zijn. Voorbereidingstijd begeleiding: 2-4 uur. Levertijd: n.v.t. Duur activiteit: 0-2 uur. Regelmatig herhalen heeft grote meerwaarde. Ruimte: Rustige zitplek voor uitleg en nabespreking. Afweging kan zijn om de werkvloer zo in te richten dat er ook een leerhoek ontstaat. Materialen: Voorbeeld Uitwerking minder werk, meer leren (bijlage)
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
75
Voorbeeld van aanpak en observatiehulpmiddelen: http://toolbox.sbcm.nl Checklist werknemersvaardigheden (bijlage) Uit de eigen organisatie: werkinstructie, gedragscode, subonderdelen van competentielijst etc. Kosten: Geen. Verkrijgbaar bij: n.v.t. Referenties: Sluisgroep. Mw. E. Kansel E:
[email protected]
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
76
Bijlage Voorbeeld uitwerking: Minder werk? Meer leren! Voorbereiding Begeleiding kiest een thema met een bijpassende opdracht voor tijdens het werk. Eventuele hulpmiddelen/werkinstructie wordt gemaakt. Voorbereiding van de bespreking. Voorbeelden: thema Tempo van werken
opdracht produceer met je (sub)team XX Producten in XXTijd
Kwaliteit van werken
produceer met je (sub)team XX Producten in XXTijd, Let daarbij op kwaliteit.
Opkomen voor jezelf
- Iedereen werkt aan op de gewone manier in de productie, zonder instructie vooraf - productie wordt gestopt voor extra overleg
Punten voor nabespreking - waarom wel/niet gehaald? - welke verbeterpunten? (bijv. veel afleiding, beter samenwerken, vaak fouten moeten verbeteren, beter plannen, etc.) Hoeveel gemaakt? Hoeveel goed/fout? Wat kun je doen om minder fouten te maken? (bijv. meer zelfcontrole, elkaar helpen, vragen als het niet duidelijk is, elkaar minder storen bij het werk, etc.) Vraag: wat liep lekker, wie was goed aan het werk? Bij wie ging het niet lekker? Vooral tweede groep: wat doe je om de volgende keer zelf te zorgen dat je minder last hebt?
Uitvoering in het werk Stap 1: Extra werkoverleg/werkinstructie Stap 2: Begeleiding is op de werkvloer en observeert. Evt een extra Time-out: hoe loopt het in de verschillende opdrachten Stap 3: Nabespreking van de opdracht Stap 4: Afspraken over de mogelijke verbeterpunten per medewerker, in de samenwerking, etc. Belangrijk is om deze gelijk smart te maken, in een opdracht (bij wijze van spreken) voor de volgende dag, met ook hulp erbij. Extra - Voor de uitvoering van sommige opdrachten kan het handig zijn externe hulp in te schakelen: rol voor assistent-werkleiding, p&o, consulent, etc. - Via http://toolbox.sbcm.nl zijn observatie-instrumenten te vinden, meer en minder uitgebreid, die wellicht (ook in onderdelen) te gebruiken zijn.
Werknemersvaardigheden (www.toolbox.sbcm.nl)
77