TOL-CONGRES Moeder waarom leRen wij Brugge 2 oktober 2015
Dyslexie Leesvaardigheid en leesattitude bij kinderen met dyslexie en zonder. Nieuw onderzoek van LVT en LAT.
Dr. Ronny Boey & Hilde Niessen
Inleiding ■ 1. Essentiële kenmerken van dyslexie ■ 2. Resultaten op gebied van leesvaardigheid bij kinderen met en zonder
dyslexie uit het onderzoek met de Leesvaardigheidstests LVT (Niessen & Boey, 2015) ■ 3. Resultaten op gebied van leesattitude bij kinderen met en zonder
dyslexie uit het onderzoek met de Leesattitudetest LAT (Boey & Niessen, 2015) ■ 4. Consequenties voor de zorg aan kinderen met dyslexie voor onderwijs
en voor logopedie.
1. Essentiële kenmerken van dyslexie
prenatale prenatale ontwikkeling ontwikkeling genetische predispositie predispositie REF
Geschwind & Galaburda (1985)
dyslexie
neurofunctionele ontwikkeling
fenomenen: snelheid, nauwkeurigheid, inspanning
2. Onderzoek van de leesvaardigheid met de LVT ■ De kenmerken van dyslexie: leessnelheid, nauwkeurigheid van lezen en
supplementair vertoonde inspanning en compensaties zijn aangewend als uitgangspunt voor de constructie van de Leesvaardigheidstest LVT. ■ Voorstudie en het onderzoek naar de testeigenschappen zijn in detail
gepubliceerd door VVL (Niessen en Boey, 2015) en in Logopedie (Niessen en Boey, 2015). ■ De LVT is een testbatterij. Er zijn per leerjaar telkens vier leestests
voorzien: ■ het lezen van betekenisloze woorden (meermaals), ■ het lezen van grafemen ■ het lezen van betekenisvolle woorden, ■ het lezen van tekst.
■ Er is een onderzoek uitgevoerd naar de leesvaardigheid bij 520 kinderen
in twee periodes van een schooljaar. ■ Dit levert + 4000 gefilmde en digitaal opgeslagen testafnames op.
onderzoek LVT periode 1 LVT_P1
LVT_HT1
+ 3 weken oktober voor leerjaar 2-6 februari voor leerjaar 1
periode 2 LVT_P2
LVT_HT2
+ 3 weken februari voor leerjaar 2-6 mei voor leerjaar 1
■ De selectie van de deelnemers hield onder andere in: ■ school ■ leerjaar (jaren leesonderricht) ■ geslacht
■ moedertaal ■ desgevallend een diagnose dyslexie door externe gesteld
■ De kenmerken van het onderzoek zijn in detail beschreven als de opzet,
het testmateriaal, de procedure van afname en registratie, de statistische analyses etc. ■ De testeigenschappen zijn bestudeerd zoals de interne samenhang
van de tests, de test/hertestbetrouwbaarheid, de inter- en intrabeoordelaarsbetrouwbaarheid, de validiteit (sensitiviteit, specificiteit) ■ De invloed is nagegaan van: leerjaar, school, geslacht, moedertaal,
dyslexie en interacties
voorbeeld van een testafname
resultaten m.b.o. leesvaardigheid ■ 1. De leesvaardigheid (snelheid, nauwkeurigheid) neemt toe binnen één leerjaar
en voor alle leerjaren en het meest uitgesproken voor leerjaren 2 tot en met 4.
2 3 4 5 6
1401201008060-
|
|
LVTP1
LVTP2
gemiddeld aantal leesfouten
gemiddelde totale leessnelheid (s)
LEERJAAR
LEERJAAR 2 3 4 5 6
10-
8-
6-
4-
|
|
LVTP1
LVTP2
LEERJAAR 2 3 4 5 6
gemiddelde totale leessnelheid (s)
200-
150-
100-
50-
0-
|
|
|
|
1
2
3
4
1 test betekenisloze woorden lezen 2 test grafemen lezen 3 test betekenisvolle woorden lezen 4 test tekst lezen
■ 2. Het geheel van de vier leestests (LVT) laat toe om kinderen met dyslexie
accuraat te onderscheiden van kinderen zonder dyslexie.
■ Op basis van de verdeling van de
resultaten is er per leerjaar en per test een omzetting in subscores voor leessnelheid en aantal leesfouten. ■ De som van de subscores op de
vier tests levert een totaalscore op van de LVT. ■ Een totaalscore van 30 of minder
detecteert kinderen met dyslexie 92% accuraat. (Post factum stem dit overeen met percentiel 10 à 16 van de resultaten). ■ De odds ratio bedraagt 25.07
leessnelheid (totaal in s)
■ Een voorbeeld met de test betekenisloze woorden lezen.
75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
⎯⎯⎯ reeks 1 ⎯⎯⎯ reeks 2 ⎯⎯⎯ reeks 3
geen dyslexie
wel dyslexie
③
← sneller
② ①
⎯⎯⎯ zonder ⎯⎯⎯ vermoeden ⎯⎯⎯ dyslexie ① ② ③ ② ③ ①
trager →
trager →
met dyslexie
← sneller
z-score leessnelheid
zonder dyslexie
← minder
z-score leesfouten
meer →
meer fout →
1 = persistent fout 0 = persistent juist
met dyslexie zonder dyslexie
0,6
0,5
0,4
0,3
← meer juist
persistentie van lezen test betekenisloze woorden
0,7
0,2
0,1
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
items
■ 3. Leesonderricht (leerjaar en periode van afname) en het soort leestest
10-
meisjes jongens
150-
gemiddelde aantal leesfouten
gemiddelde totale leessnelheid (s)
maken het verschil niet de school, het geslacht of de moedertaal.
1251007550-
|
|
|
|
1
2
3
4
86420-
meisjes jongens |
|
|
|
1
2
3
4
3. Onderzoek van leesattitude met de LAT ■ De ‘Leesattitudetest LAT’ is een volledig opnieuw ontworpen test voor
2de tot en met het 6de leerjaar ■ 25 stellingen over lezen ■ bij de constructie is rekening gehouden met bevindingen uit
research over metingen van expliciete en impliciete attitude ■ antwoordkeuze ‘ja’, ‘soms’, ‘nee’ ■ scoresysteem 2, 1 of 0 punten hoger totaal = positiever leesattitude
■ Het concept attitude, de constructie van de LAT, de testeigenschappen
en het onderzoek van de leesattitude bij 419 kinderen is beschreven in de publicatie bij VVL (Boey & Niessen, 2015) en gedeeltelijk in Logopedie (Niessen & Boey, 2015)
■ De LAT meet 8 dimensies van leesattitude: leesplezier, moeilijkheden met
lezen, nut en belang van lezen, hardop lezen, zorgen en reacties over lezen, graag veel lezen, aangetrokken voelen tot lezen, stillezen.
■ Onderzoek naar de leesattitude met de LAT is uitgevoerd bij 419 kinderen
van het tweede tot en met het zesde leerjaar op twee periodes van het schooljaar (met hertest voor een deel van de kinderen ongeveer 3 weken later). Zie het onderzoek naar de LVT.
onderzoek LAT periode 1 LAT_P1
LAT_HT1
+ 3 weken oktober voor leerjaar 2-6
periode 2 LAT_P2
LAT_HT2
+ 3 weken februari voor leerjaar 2-6
resultaten m.b.o. leesattitude ■ 1. De meting van leesattitude blijkt heel robuust over twee periodes binnen
een leerjaar beschouwd. De test-hertestbetrouwbaarheid is hoog.
LATP1 Totaal
LATP2 Totaal
55
50
50 45
45 Totaal LATP1 Hertest
40 Totaal
35 30 25 20 15
40 35 30 25
10 20
5 0 LATP1
LATP1 Hertest
15
20
25
30
35
Totaal LATP1
40
45
50
■ 2. De leesattitude evolueert een beetje minder gunstig met oplopend leerjaar
en is gemiddeld beschouwd wat minder gunstig bij de groep jongens.
LATP1 gemiddelde z-scores
♀ +0.40
leerjaar 2 3 4 5 6
meisjes jongens
+0.20 0.00
← minder
meer →
-0.20
leerjaar
♂
-0.40 -0.60
2 3 4 5 6
leerjaar 2
3
4
5
6
← minder
meer →
■ 3. De dimensie leesplezier en graag veel lezen nemen af met oplopend
leerjaar opmerkelijk vanaf het vierde leerjaar.
■ 4. De attitude over stillezen neemt in gunstige zin toe met oplopend leerjaar.
De houding tegenover hardop lezen neemt af met oplopend leerjaar en meer voor jongens dan voor meisjes.
0.6
LAT Dimensie ‘hardop lezen’ (gemiddelde z-scores)
meisjes jongens
0.4
0.2
0.0 2
3
4
5
6
-0.2
-0.4 2
3
4 leerjaar
5
6
■ 5. Er is in bepaalde mate een samenhang tussen de leesattitude (LAT) en
LATP1
42
leesattitude LAT Totaal
← minder gunstig
meer gunstig →
de leesvaardigheid (LVT).
LATP2
38 36 34 32 30 1 2 ← meer vaardig
3
4 5 minder vaardig →
leesvaardigheidsgroep
■ 6. Kinderen met dyslexie bekomen over het algemeen een minder gunstige
40
50
dyslexie geen dyslexie
45
30
40 Totaal LATP1
Procentueel aantal ten opzichte van de groep
leesattitude dan kinderen met dyslexie.
20
10
35 30 25 20
0
10
15
20
25
30
35
LATP1 Totaal
40
45
50
55
15
geen dyslexie
dyslexie diagnose
■ 7. De leesattitude blijkt niet significant en relevant te verschillen tussen
scholen, geslacht van de deelnemers, hun moedertaal of leerjaar.
5. Consequenties voor de zorg in onderwijs en in logopedie
Onderwijs
Logopedie
■ Pedagogisch geschoold
■ Paramedisch multidisciplinair geschoold
■ Focus op het leerproces van lezen
■ Focus op stoornis dyslexie
■ Differentiatie van leermethode en
■ Differentiatie qua therapeutische methode
leesaanbod ■ Bepaling van leesniveau door specifieke
middelen o.a. LVS ■ Zorg voor lezen door remediëring van het
leerproces ■ Opmerking: onder- en oververwijzing naar
logopedie
gericht op componenten en processen ■ Bepaling dyslexie door klinische
instrumenten o.a. LVT en LAT ■ Zorg voor lezen door therapie voor
dyslexie ■ Opmerking: accurate diagnose en
behandelingen toepassen en geen ongepaste tussenkomsten