Toetsingskader Voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen
| Van goede zorg verzekerd |
2 | Het Toetsingskader voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen
Het Toetsingskader voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen | 3
Wat is het Toetsingskader? Het Toetsingskader is één van de instrumenten die het Zorginstituut Nederland kan inzetten om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Kwaliteitsstandaarden, informatiestandaarden en meetinstrumenten moeten voldoen aan de criteria van het Toetsingskader voordat ze kunnen worden opgenomen in het landelijk Register. Degenen die kwaliteitsstandaarden, informatiestandaarden en/of meetinstrumenten in het Register raadplegen kunnen ervan verzekerd zijn dat dit de landelijk afgesproken ‘kwaliteitstaal’ is. ‘Kwaliteitsstandaarden’ is de verzamelnaam voor richtlijnen, zorgstandaarden, zorgmodules. ‘Meetinstrumenten’ zijn cliëntvragenlijsten of indicatoren(sets), die informatie op kunnen leveren voor het kiezen van zorgaanbieder, zorginkoop, toezicht en interne verbetering.
Waarom het Toetsingskader?
Als zorgaanbieder levert u elke dag de beste zorg voorde individuele cliënt. Daarbij baseert u zich op uw kennis en de afspraken die binnen uw beroepsgroep zijn gemaakt over wat goede zorg is, gebaseerd op evidence. Het Toetsings kader sluit hierbij aan en ondersteunt het leveren van zorg van goede kwaliteit.
In het Toetsingskader staat dat alle partijen die betrokken zijn bij het verlenen van de zorg, ook betrokken zijn bij het opstellen van de kwaliteitsstandaard, informatiestandaard of het meetinstrument. Naast zorgaanbieders, zijn ook cliënten en zorgverzekeraars betrokken. Wetenschappelijke verenigingen hebben al een lange geschiedenis in de bepaling van wat goede zorg is en hoe dit goed en uitgebreid te beschrijven in richtlijnen. Het Toetsingskader en Register voegen niets toe of doen niets af aan de al bestaande waarde van de geldende beroepsnormen/richtlijnen. Kwaliteitsstandaarden zijn ook geen oproep tot gestandaardiseerde zorg. Een deskundige afweging in de spreekkamer op menselijke maat blijft centraal staan.
Wat betekent het Toetsingskader voor ons als voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen? Op grond van de wet dienen (vertegenwoordigende organisaties) van cliënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars bij de ontwikkeling van kwaliteitsstandaarden, informatiestandaarden en meetinstrumenten te zijn betrokken. De wetenschappelijke vereniging is als zorgaanbieder de deskundige op het gebied van de medisch specialistische kennis. Er zijn al veel goede en veel gebruikte richtlijnen, zorgstandaarden en andere initiatieven ontwikkeld door de wetenschappelijke verenigingen. De recent gelanceerde richtlijnendatabase is een mooi initiatief: transparant voor specialisten en ook toegankelijk voor anderen. Het Kwaliteitsinstituut zoekt voor zijn Register zoveel mogelijk de samenwerking hierin op, zodat er geen dubbel werk gedaan wordt.
4 | Het Toetsingskader voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen
Echter, vanuit maatschappelijk perspectief zijn nog verbeteringen aan kwaliteitsstandaarden noodzakelijk, zoals emancipatie van de cliënt. (Vertegenwoordigende organisaties) van cliënten krijgen met het Toetsingskader een structurele rol in de beschrijving van wat goede zorg is. Ook is in het Toetsingskader vastgelegd dat er van iedere kwaliteitsstandaard of richtlijn een cliëntenversie beschikbaar moet komen, zodat er een goed geïnformeerde patiënt in de spreekkamer zit. Het Toetsingskader gaat ervan uit dat de zorgvraag centraal staat, niet het zorgaanbod. Dit betekent dat er een goede aansluiting moet komen tussen de richtlijnen uit bijvoorbeeld de eerste en tweede lijn. Het Toetsingskader geeft een kader aan hoe goede zorg beschreven kan worden. De kwaliteitsstandaarden die voldoen aan het Toetsingskader beschrijven daarom gegarandeerd goede zorg. Doordat helder afgesproken normen en criteria soms ontbreken, zijn de status van richtlijnen en het karakter van aanbevelingen in een richtlijn niet altijd volledig duidelijk. Daardoor kan een grote variatie in het gebruik van de richtlijnen ontstaan die kan leiden tot ongewenste praktijkvariatie. Om dit te voorkomen krijgen (afspraken over) indicatiestelling in kwaliteitsstandaarden een structurele plek. Een van de andere onderdelen waar in kwaliteitsstandaarden aandacht voor moet zijn, is dat er goede afspraken worden gemaakt over één taal. De kans op miscommunicatie tussen de verschillende professionals in de keten wordt daarmee aanzienlijk verkleind. Een eis vanuit het Toetsingskader aan een kwaliteitsstandaard is dat er een meetinstrument aan gekoppeld is. Dit betekent dat de kwaliteit van de geleverde zorg uit de kwaliteitsstandaard ook echt gemeten kan worden, op basis van de meetinstrumenten die door de veldpartijen zelf zijn opgesteld en waarvan zij zelf hebben bepaald dat ze belangrijk zijn voor het meten van de kwaliteit van zorg. Zorgaanbieders zijn (op basis van de wet) verplicht om de resultaten van de kwaliteitsmetingen te leveren aan een loket van het Kwaliteitsinstituut. Daarbij zal de overheid voornamelijk gebruik maken van de gegevens die bij het Zorginstituut beschikbaar zijn en daarnaast niet structureel
Het Toetsingskader voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen | 5
aanvullende kwaliteitsgegevens uitvragen. Zo wordt voorkomen dat er dubbele uitvraag plaatsvindt. De toezichthouders kunnen in het kader van hun eigen taken incidenteel nog wel aanvullende informatie opvragen bij individuele zorgaanbieders. Het is zorgverzekeraars niet verboden om in de toekomst extra gegevens uit te vragen. Echter, door verzekeraars nauw te betrekken bij de ontwikkeling van meetinstrumenten voor het register (en daarmee bij de set indicatoren die tot openbare data leiden) draagt het Kwaliteitsinstituut er aan bij dat verzekeraars zo min mogelijk de noodzaak voelen tot een aanvullende uitvraag. Wanneer verzekeraars toch nog extra informatie willen, dan kunnen zorgaanbieders uiteraard onderhandelen over de vraag wat daar aan tegenprestatie tegenover staat. Zij zijn immers niet verplicht om extra gegevens te leveren. Een ander voordeel om de zorgverzekeraar bij de ontwikkeling van kwaliteitsstandaarden, informatiestandaard en meetinstrumenten te betrekken is dat zij kunnen bijdragen aan de discussie over de meest doelmatige zorgverlening. Ook hebben zij kennis van praktijkvariatie. Dit kan voor de zorgaanbieder nuttige informatie zijn. Door een gezamenlijke ontwikkeling van de kwaliteitsstandaarden, informatiestandaard en meetinstrumenten door zorgverzekeraars, zorgverleners en cliënten zal het waarschijnlijk ook makkelijker zijn om de kwaliteitsstandaard in de praktijk in te voeren en te gebruiken. Als de partijen goed betrokken zijn hun belang is verwerkt, is de kans klein dat ze achteraf nog iets willen veranderen.
6 | Het Toetsingskader voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen
Is deelname voor wetenschappelijke verenigingen verplicht? Alle vormen van participatie zijn toegestaan, wel moeten alle betrokken partijen instemmen met de gevolgde procedure, als de kwaliteitsstandaard wordt aangeboden voor toelating tot het Register. Als een partij besluit niet deel te nemen aan de ontwikkeling, dan wordt er gevraagd om op het aanbiedingsformulier aan te geven waarom zij niet hebben deelgenomen.
Hoe kunnen het Kwaliteitsinstituut of andere deskundigen ons helpen? Het Toetsingskader biedt een leidraad bij de ontwikkeling van kwaliteitsstandaarden, informatiestandaarden en meetinstrumenten. Het Kwaliteitsinstituut kan helpen bemiddelen als gedurende de ontwikkeling partijen onverhoopt tegenover elkaar komen staan. Ook heeft het Kwaliteitsinstituut de beschikking over de HAndleiding RIchtlijnontwikkeling en toolbox in de Nederlandse Gezondheidszorg (HARING)-tools. Deze zijn voor iedereen te gebruiken en bieden handvatten voor de ontwikkeling van Kwaliteitsstandaarden, www.ha-ring.nl. Goede afspraken over wat goede zorg is worden gezamenlijk gemaakt. Wat in de behandelkamer al praktijk is: dat de cliënt centraal staat, komt met het Toetsingskader ook structureel tot uiting in kwaliteitsstandaarden, informatiestandaarden en meetinstrumenten. Daarmee geeft het Toetsingskader u als zorgverlener de ruimte om uw expertise nog beter af te stemmen op de individuele cliënt. Het Toetsingskader is er niet alleen voor u, maar wil vooral mét u de kwaliteit van zorg verbeteren.
Het Toetsingskader voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke verenigingen | 7
Dit is een uitgave van Zorginstituut Nederland mei 2015