Toets nieuw Associatedegreeprogramma Sociaal Werk in de Zorg (Ad SWZ) Christelijke Hogeschool Ede 20 januari 2016 NVAO beperkte Toets nieuw Ad-programma
Adviesrapport
Inhoud 1
Samenvattend advies
3
2
Werkwijze panel
5
3
Beschrijving van het programma 3.1 Algemeen 3.2 Profiel instelling 3.3 Profiel Ad-programma
6 6 6 6
4
Ad-programmabeoordeling 4.1 Beoogde eindkwalificaties 4.2 Onderwijsleeromgeving 4.3 Toetsing 4.4 Algemene conclusie over de kwaliteit van het Adprogramma 4.5 Aanbevelingen
8 9 12 15
Overzicht oordelen
19
5
pagina 2
17 17
Bijlage 1: Samenstelling panel
20
Bijlage 2: Programma locatiebezoek
22
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten
24
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
25
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
1 Samenvattend advies De nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg (Ad SWZ) van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) biedt een duaal programma van 2 jaar (120 ECTS). De opleiding richt zich op volwassenen die zich willen professionaliseren en minimaal 20 uur in de week werkzaam zijn in de sector Zorg en Welzijn. De Ad SWZ komt inhoudelijk en qua niveau grotendeels overeen met de eerste twee jaar Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) van de CHE. Het Ad-programma heeft een eigen praktijknota en alle onderwijseenheden zijn nieuw ontworpen. Een belangrijk deel van het leertraject speelt zich af op de werkplek van de student ondersteund door theorie, vaardighedenonderwijs, begeleiding praktijkleren en een digitale leeromgeving. De werkplek moet zodanig zijn ingericht dat opdrachten op NLQF-niveau 5 (Netherlands Qualifications Framework) uitgevoerd kunnen worden. Een schakelprogramma van 7,5 EC maakt het mogelijk om door te stromen in jaar 3 van de bachelor SPH. Naast begeleiding op afstand heeft de opleiding in totaal 25 lesdagen verspreid over twee jaar. Gemiddeld zijn er per semester 37 contacturen. De Ad SWZ bevindt zich qua werk- en denkniveau globaal op niveau 3 van de sector Zorg en Welzijn: Ontwerpen en Uitvoeren. De opleiding richt zich sterk op de cliënt en is meer praktisch van aard dan de strategische en op processen georiënteerde bacheloropleiding SPH. De studie wordt in het tweede jaar afgesloten met een afstudeeropdracht. Werkveldvertegenwoordigers benadrukken het generieke karakter van de opleiding en bevestigen dat de Ad een goede keuze is gezien de behoefte van de arbeidsmarkt en de grote veranderingen die momenteel in de zorgverlening plaatsvinden. Met betrekking tot het domeinspecifiek referentiekader en het daarvan afgeleide beroepsen opleidingsprofiel is sprake van voldoende (inter-)nationale gerichtheid. Qua inhoud en oriëntatie is het panel van mening dat de beoogde 15 eindkwalificaties en daarmee samenhangende leerdoelen (leeropbrengsten) voldoende geconcretiseerd en domeinspecifiek zijn. Door de koppeling aan Dublin descriptoren voor Short Cycle, de NLQF en de bacheloropleiding SPH wordt het niveau eveneens voldoende geborgd. Duidelijk is welke keuzes er worden gemaakt, waar de accenten liggen en wat de unieke aspecten van de opleiding zijn. Aandachtspunt hierbij is het beter laten aansluiten van de mogelijke werkterreinen bij de eindkwalificaties. Het panel is van mening dat het programma van het eerste jaar zorgvuldig is uitgewerkt. Het personeel is deskundig, enthousiast en gemotiveerd. De te bereiken beroepsvaardigheden en leeruitkomsten die in de toetsmatrijzen beschreven worden, sluiten goed aan bij de behoefte van het werkveld en de doelgroep volwassen duaalstudenten met een baan. Het didactisch concept van werkend leren, het competentiegericht en vraaggestuurd onderwijs en de belangrijke plaats die de werkplek inneemt dragen daartoe bij. Met betrekking tot het curriculum adviseert het panel om opbouw en inhoud gedetailleerder uit te werken, zodat een logischer aansluiting en samenhang tussen de leerlijnen en onderwijseenheden ontstaat. Het generieke karakter kan daardoor beter uit de verf komen. De opleiding doet er volgens het panel tevens goed aan de literatuurlijst kritisch te evalueren en waar nodig te actualiseren. Bepaalde vakinhoudelijke onderdelen en aspecten zoals nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen, paradigma shifts, herstel en empowerment mogen ruimere aandacht krijgen. Studenten moeten voldoende over de eigen ‘muren’ heen kunnen kijken en ervaring in andere ‘settings’ kunnen opdoen, zodat hun horizon verbreed wordt en
pagina 3
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
de inzetbaarheid vergroot. Belangrijk is dat deskundigheidsbevordering van het personeel blijvend wordt bevorderd. Waardering is er voor de goede screening van de werkplek. Vanwege het grote belang ervan raadt het panel aan de voorwaarden en eisen waaraan de werkplekbegeleider moet voldoen procedureel en procesmatig vast te leggen. Het toetsingsysteem van summatieve en formatieve beoordelingen, gebaseerd op de bacheloropleiding SPH, is valide, betrouwbaar en transparant. De verschillende toetsen van het eerste jaar worden beschreven in de toetsmatrijzen en sluiten goed aan bij de BofKAS van SPH en daarmee samenhangende competenties. Samenvattend is het panel van mening dat de Christelijke Hogeschool Ede goed werk heeft verricht ten aanzien van de nieuwe Ad SWZ. Alle drie standaarden worden als voldoende beoordeeld. Aan het advies zijn vijftien aanbevelingen toegevoegd. Het panel komt tot het eindoordeel voldoende ten aanzien van de kwaliteit van het nieuwe Associate-degreeprogramma Sociaal Werk in de Zorg van de Christelijke Hogeschool Ede en adviseert de NVAO om overeenkomstig te besluiten.
Den Haag, 20 januari 2016 Namens het panel ter beoordeling van de beperkte Toets nieuw Associate-degreeprogramma Sociaal Werk in de Zorg van de Christelijke Hogeschool Ede,
Dr. J.P. Wilken (voorzitter)
pagina 4
Drs. H.J.M.M. Tubbing (secretaris)
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
2 Werkwijze panel Voorzitter: Dr. J.P. Wilken, Lector Participatie, Zorg en Ondersteuning bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht. Expertise: actuele ontwikkelingen in zorg en welzijn; praktijkinnovatie sociaal werk en langdurige zorg. Leden: – J. Kroes MA, hogeschooldocent longitudinale leerlijn EdZ, SPH en MWD, Academie voor Sociale Studies Hanzehogeschool Groningen. Coördinator van de Ad Ervaringsdeskundige in de zorg. Als onderzoeker betrokken bij het lectoraat Rehabilitatie en werkzaam in de Wmo- werkplaats Noord. – G. Verclyte MA:.orthopedagoog (MA), coördinator opleiding orthopedagogie HBO5 (=Ad), Centrum voor Volwassenen Onderwijs Sociale School Heverlee (CVO SSH), tevens kwaliteitsmedewerker van het CVO SSH. – M. Vernooij, student-lid: student Bachelor Medische Hulpverlening, lid opleidingscommissie. Het panel werd bijgestaan door F. Mulder, beleidsmedewerker NVAO, procescoördinator en H.J.M.M. Tubbing, Mabis, secretaris. Bij de toetsing heeft het panel het Beoordelingskader voor de beperkte Toets nieuwe Adprogramma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr. 9832) in acht genomen. Het panel heeft zich aan de hand van de door de opleiding verstrekte documenten op de beoordeling voorbereid. Een aantal vragen is vervolgens naar de aanvrager gestuurd met het verzoek de antwoorden op deze vragen, evenals een aantal aanvullende bijlagen, voorafgaand aan het locatiebezoek bij het panel aan te leveren. Op donderdag 3 december 2015 is het panel bij elkaar geweest en heeft een vooroverleg plaatsgevonden. Tijdens dit vooroverleg zijn de eerste bevindingen besproken en nadere vragen geformuleerd voor de aanvrager. In bijlage 3 van dit paneladvies is een overzicht opgenomen van documenten die het panel heeft ontvangen. Op 4 december 2015 heeft het panel een locatiebezoek afgelegd. Tijdens dit bezoek is het panel in verschillende gespreksrondes van nadere informatie voorzien en zijn de vraagpunten aan de orde gesteld en in discussie gebracht. Het programma van het locatiebezoek is toegevoegd in bijlage 2. Na afloop van de gesprekken heeft het panel het geheel van bevindingen en overwegingen onderling besproken en vertaald naar voorlopige conclusies. Aan het eind van het bezoek heeft de panelvoorzitter die conclusies mondeling teruggekoppeld naar de instelling. Op basis van de bevindingen, overwegingen en conclusies heeft de secretaris een conceptadvies opgesteld dat aan de panelleden is voorgelegd. Vervolgens heeft het panel dit concept van commentaar voorzien, waarna het conceptrapport is vastgesteld door de voorzitter. Het adviesrapport is op 8 januari 2016 aan de instelling voorgelegd ter controle op feitelijke onjuistheden. De instelling heeft op 19 januari 2016 gereageerd op het adviesrapport. Dit heeft geleid tot enkele tekstuele aanpassingen, waarna het definitieve rapport is vastgesteld door de voorzitter. Het panel heeft dit advies in volledige onafhankelijkheid opgesteld en op 20 januari 2016 aan de NVAO aangeboden.
pagina 5
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
3 Beschrijving van het programma 3.1
Algemeen Instelling: Ad-programma: Variant(en): Afstudeerrichtingen: Locatie(s): Studieomvang (EC): CROHO-onderdeel: Graad:
3.2
Christelijke Hogeschool Ede Sociaal Werk in de Zorg (Ad SWZ) Duaal niet van toepassing Ede en Dordrecht 120 EC Gedrag en Maatschappij Ad
Profiel instelling De Christelijke Hogeschool Ede (CHE) is geworteld in een protestants-christelijke traditie en laat zich inspireren door de bijbel. De CHE wil een community zijn, een christelijke leer- en werkgemeenschap waar medewerkers en studenten (ongeveer 4000) vorm geven aan een hoogwaardig en innovatief klimaat van hoger beroepsonderwijs en kennisontwikkeling. De student, de lerende, is het middelpunt en wordt gevormd, toegerust en opgeleid tot een startende professional, zich bewust van z’n maatschappelijke rol en verantwoordelijkheid (website CHE). Bij het leren en ontwikkelen gaan beroepspraktijk, onderwijs en onderzoek samen op. De student leert aan de hand van kerntaken, ontworpen in samenwerking met professionals uit de beroepspraktijk. Het leren speelt zich vervolgens af in een authentieke context, zowel binnen als buiten de hogeschool. Naast tien hbo-opleidingen (voltijd, deeltijd en duaal) verzorgt de CHE verschillende post-hbo- en masteropleidingen, korte cursussen en trainingen.
3.3
Profiel Ad-programma 1
De tweejarige Ad SWZ van de CHE is nieuw voor Nederland en wordt in nauwe samenwerking met de Christelijke Hogeschool Windesheim, de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, het werkveld en brancheorganisaties ontwikkeld. De Ad SWZ is gekoppeld aan de bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) van de CHE. Volgens het informatiedossier is er vanwege toenemende complexiteit in de beroepspraktijk en de grote veranderingen in de zorg, behoefte aan een opleiding die aansluit bij de mogelijkheden en wensen van organisaties en werknemers in de verschillende sectoren. Qua niveau bevindt de opleiding zich globaal tussen Mbo-4 en de bachelor SPH in. Het onderzoek vindt binnen de CHE onder meer plaats bij het Lectoraat Jeugd en Gezin (informatiedossier pag. 5). Om in te kunnen stromen is een HAVO-, VWO- of Mbo- 4-diploma een vereiste of men moet voldoen aan de 21+ toets. Werkervaring is niet nodig, de student dient echter tenminste 20 uur per week te werken in een relevante werksetting. De werkplek moet het mogelijk maken dat opdrachten voor de Ad SWZ op NLQF-niveau 5 (Netherlands Qualifications Framework)
1
Dit gold ten tijde van het indienen van de aanvraag. Inmiddels beidt de Christelijke Hogeschool Windesheim een geaccrediteerd
gelijknamig Ad-programma aan.
pagina 6
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
uitgevoerd kunnen worden. Een schakelprogramma van 7,5 EC maakt het mogelijk om na het behalen van het Ad SWZ diploma door te stromen in jaar 3 van de bachelor SPH. De opleiding heeft 3360 studiebelastingsuren (120 EC) en 25 lesdagen - telkens een vaste dag in de week - verspreid over twee jaar. Naast begeleiding op afstand zijn er per semester gemiddeld 37 contacturen. De beoogde student-docentratio is 21:1 (informatiedossier pag. 6). Het Ad-programma komt inhoudelijk en qua niveau grotendeels overeen met de eerste twee jaar van het SPH-programma. De Ad heeft echter een eigen praktijknota en alle onderwijseenheden zijn nieuw ontworpen (informatiedossier pag. 12-13).
pagina 7
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
4 Ad-programmabeoordeling Van toepassing is het Kader voor de beperkte Toets nieuw Ad-programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). Het kader wordt gebruikt als de instelling beschikt over een positief oordeel over de instellingstoets kwaliteitszorg. De beoordeling is gericht op drie vragen: 1. Wat beoogt het Ad-programma ? 2. Hoe wil het Ad-programma dit realiseren? 3. Hoe wil het Ad-programma dit toetsen? Deze drie vragen zijn vertaald in drie standaarden. Over de standaarden geeft het visitatiepanel een gemotiveerd oordeel op een tweepuntsschaal: onvoldoende of voldoende. Vervolgens geeft het panel een gemotiveerd eindoordeel over de kwaliteit van het Adprogramma in de vorm van een advies aan de NVAO. Het panel heeft daarbij drie mogelijkheden: een positief advies, een positief advies onder voorwaarden of een negatief advies. Bij de beoordeling worden de volgende definities gehanteerd. Deze definities hebben zowel betrekking op de scores van de standaarden als op de scores van het Ad-programma in totaal. Basiskwaliteit De kwaliteit die in internationaal perspectief redelijkerwijs verwacht mag worden van een Ad-programma binnen het hoger onderwijs. Onvoldoende Het Ad-programma voldoet niet aan de basiskwaliteit. Voldoende Het Ad-programma voldoet aan de basiskwaliteit.
pagina 8
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
4.1 4.1.1
Beoogde eindkwalificaties Standaard 1 De beoogde eindkwalificaties van het Ad-programma zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen Het Associate degree programma Sociaal Werk in de Zorg van de CHE valt onder de bacheloropleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH). De 15 eindkwalificaties en drie beroepssegmenten zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op en afgeleid van de kerncompetenties SPH en in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van het beroepenveld vastgesteld op basis van actuele ontwikkelingen en een gevalideerd beroepsprofiel. Ze zijn verbonden aan de Competenties sociaal werker Maatschappelijke Ondersteuning en het beroepscompetentieprofiel D gehandicaptenzorg. De nadruk ligt op preventie, zelfredzaamheid en samenwerking. Werkers in de sector moeten competenties bezitten op het gebied van coaching/begeleiding, teamwork, zelfstandigheid en omgang met mantelzorg. De student voert werkzaamheden uit in een van de sectoren Gehandicaptenzorg (GZ), Geestelijke Gezondheidzorg (GGZ) en op termijn ook de Ouderenzorg (OZ) (informatiedossier pag. 7-11 en bijlage 1 en 6 van dat dossier). Eindkwalificaties: 1.Versterken van de cliënt; 2. Benutten van de context; 3. Hanteren van de relatie; 4. Methodisch hulpverlenen; 5. Ontwerpen van programma’s; 6. Verantwoorden van handelen; 7. Professioneel samenwerken; 8. Sturen; 9. Signaleren en initiëren; 10. Innoveren; 11. Organiseren en beheren; 12. Kritisch reflecteren; 13. Onderzoeken; 14. Profileren en legitimeren; 15. Professionaliseren. Beroepssegmenten:
hulpverlening aan en ten behoeve van cliënten (eindkwalificatie 1 t/m 6); het werken binnen en vanuit een hulpverleningsorganisatie (eindkwalificatie 7 t/m 11); het werken aan professionalisering (eindkwalificatie 12 t/m 15).
Een tabel en een nadere uitwerking verduidelijken hoe de eindkwalificaties en leerlijnen samenhangen met criteria en niveau van Dublin descriptoren voor Short Cycle en NLQF en de Body of Knowledge, Attitudes and Skills (BofKAS) (bijlage 1 van het informatiedossier). De beroepenstructuur van de sector Zorg en Welzijn waar de Ad SWZ deel van uitmaakt onderscheidt 4 niveaus die verschillen in de mate van zelfstandigheid, transfer, complexiteit en verantwoordelijkheid van de beroepskracht. De Ad SWZ bevindt zich qua indeling globaal op niveau 3: Ontwerpen en uitvoeren. Dit komt overeen met opleidingsniveau 5 van het NLQF. Het werk- en denkniveau wordt ook wel omschreven als een mbo-plus+ of mbo/hbo denkniveau. De Hbo-bachelor SPH richt zich op een breder en deels meer specialistisch beroepenveld dan de Ad SWZ en moet bijvoorbeeld ook organisatieveranderingen en strategisch beleid kunnen initiëren en aansturen. Het e eindniveau van de Ad SWZ komt overeen met het 2 beheersingsniveau (van in totaal drie niveaus) van SPH en MWD. De Ad SWZ sluit aan bij actuele ontwikkelingen in het werkveld en het adviesrapport Flexibilisering Hoger Onderwijs voor Volwassenen en stimuleert daarmee de overgang van Mbo naar Hbo. Aangezien er een toename wordt verwacht in de vraag naar hoger opgeleiden voorziet de tweejarige Ad SWZ hierin voor werkende Mbo-ers. De vierjarige
pagina 9
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
bachelor vormt dikwijls voor velen een te grote drempel vanwege de omvang. De functies waartoe de Ad opleidt bezitten een werk- en denkniveau tussen Mbo en Hbo in (informatiedossier pag. 10-11). Overwegingen Vanwege de summiere documentatie en het beknopte informatiedossier kon het panel voorafgaand aan het locatiebezoek slechts een globaal beeld van de Ad SWZ krijgen. Tot geruststelling van het panel bleek echter dat de aanvrager sinds het indienen van het informatiedossier in juni 2015 bepaald niet had stilgezeten. Tijdens het locatiebezoek werd dat duidelijk, doordat de extra aangeleverde informatie in belangrijke mate inhoud en oriëntatie van de Ad SWZ ‘handen en voeten’ gaf. Het panel is ter plekke en in de beperkte tijd die daarvoor beschikbaar was, er net in geslaagd deze aanvullende stukken te beoordelen en naar waarde te schatten. Vandaar het advies aan de CHE om de informatie en documentatie over de opleiding tijdig uitgebreider en zorgvuldiger samen te stellen. Belangstellenden en kandidaten zullen daardoor bijtijds een juist beeld kunnen krijgen van de opleiding. Het panel beveelt tevens aan om de drie geformuleerde werkterreinen van de afgestudeerde beroepsbeoefenaar Sociaal werker in de Zorg (informatiedossier pag. 7) sterker te verbinden met en beter aan te laten sluiten bij de 15 beoogde eindkwalificaties. Met betrekking tot de visie (missie) van de Ad SWZ en een aantal gehanteerde begrippen zoals maatschappelijke participatie, empowerment, belangenbehartiging enz. is het panel van mening, dat die beter kunnen worden geformuleerd en toegelicht. Op grond van het informatiedossier, de extra documentatie en de gevoerde gesprekken is het panel van oordeel dat de CHE zich (inter-)nationaal voldoende heeft georiënteerd op het domeinspecifiek referentiekader en het beroeps- en opleidingsprofiel voor Ad SWZ. De beoogde eindkwalificaties zijn afgeleid van de bacheloropleiding SPH, sluiten tevens aan bij de competenties van brancheverenigingen en zijn gekoppeld aan de Dublin descriptoren voor Short Cycle. In de documentatie zijn ze goed uitgewerkt, voldoen aan het beroepsprofiel en vormen de basis van het programma en het opleidingsprofiel. Tijdens het locatiebezoek werd duidelijk dat het werkveld nauw betrokken is geweest bij de voorbereiding, ontwikkeling en validatie van het programma. Het panel adviseert het werkveld nauw bij de verdere uitwerking en implementatie te blijven betrekken (concrete acties op te nemen in het implementatieplan). Werkveldvertegenwoordigers met wie het panel sprak waren zeer te spreken over de opleiding en benadrukten sterk de behoefte van de arbeidsmarkt aan zorgverleners met een niveau tussen MBO-4 en hbo-bachelor in. Inhoud en oriëntatie Het panel is van mening dat de 15 beoogde eindkwalificaties domeinspecifiek worden geformuleerd en dat de concretisering en operationalisering naar samenhangende leerdoelen (leeropbrengsten) geslaagd is. De toetsmatrijzen van het eerste jaar bieden een zorgvuldig uitgewerkte beschrijving en samenhang van eindkwalificaties, leeropbrengsten en beoordelingscriteria. De documentatie maakt tevens duidelijk op welke gedifferentieerde wijze en wanneer toetsing plaatsvindt. Hierdoor wordt inzichtelijk waar de opleiding precies voor staat, welke keuzes er worden gemaakt en waar de accenten liggen. Studenten worden opgeleid tot professionals die methodisch kunnen werken. Het onderscheid qua inhoud en professionele oriëntatie van de Ad SWZ ten opzichte van mbo-4 en de bacheloropleiding SPH wordt door de functiebeschrijvingen toegelicht. De Ad SWZ past binnen de nieuwe profielen van de hogere sociale studies, waarvan naast sociaal werk in het jeugddomein en sociaal werk in de wijk het sociaal werk in de langdurige zorg onderscheiden wordt. De Ad sluit aan bij het laatste profiel. Het panel vindt het een goede
pagina 10
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
zaak dat bij de ontwikkeling van de opleiding nu en in de toekomst wordt samengewerkt met hogeschool Windesheim en het werkveld. Het panel signaleerde dat de eindkwalificaties (en het programma) de ouderenzorg (OZ) in vergelijking met de gehandicaptenzorg (GZ) en de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) nauwelijks uitgewerkt is. De opleiding beargumenteerde hierover dat ouderenzorg wel degelijk in de uitwerking van eindkwalificaties, de verschillende onderwijseenheden en leerlijnen aan bod komt, maar niet overal expliciet wordt vermeld. Studenten hebben vaak al expertise op verschillende gebieden en kunnen zelf ook meer OZ-aspecten inbrengen indien gewenst of noodzakelijk. Het generieke karakter van de opleiding staat voorop. Indien de vraag vanuit het werkveld toeneemt zal de OZ zwaarder in de Ad worden opgenomen. Vooralsnog ligt het accent met name op de GZ, minder op de GGZ en zo goed als niet op de OZ. De toelichting tijdens het locatiebezoek maakte duidelijk dat de ‘specialisatie’ (5 EC) in het tweede jaar geen specialistisch uitstroomprofiel vertegenwoordigt. Ontwikkelaars, docenten en de vertegenwoordigers van het werkveld benadrukten met klem het generieke karakter van de opleiding inclusief de afstudeerfase en afstudeeropdracht. Het aanbieden van keuzevakken en accenten voor bepaalde doelgroepen geeft verdieping en verbreding op het gebied van geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg of ouderenzorg. Werkveldvertegenwoordigers onderstreepten dit door aan te geven dat afgestudeerden met een diploma Ad SWZ juist breed opgeleid moeten zijn om direct op diverse plekken en functies ingezet te kunnen worden. Vanwege het belang daarvan adviseert het panel om het generieke aspect van de opleiding in voorlichting en documentatie sterker weer te geven. Het lijkt goed om de vruchtbare wisselwerking, de win-win relatie, tussen opleiding en werkveld sterker te benadrukken. De inhoud en oriëntatie van de eindkwalificaties en het daarop gebaseerde relatief korte programma van slechts twee jaar moeten glashelder zijn in wat wordt aangeboden en waartoe wordt opgeleid. De doorstroming naar de bacheloropleiding SPH en andere opleidingen binnen de sector Zorg en Welzijn dienen daarbij goed en blijvend gemonitord te worden. Niveau Het niveau van de beoogde eindkwalificaties wordt volgens het panel door de CHE adequaat toegelicht door de te behalen eindkwalificaties en afgeleide leerdoelen (leeropbrengsten) zorgvuldig te beschrijven en toe te lichten in de studiehandleiding en ze te relateren aan de bacheloropleiding SPH, Dublin descriptoren Short Cycle en NLQF. De Ad SWZ zoomt in op de cliënt en is meer praktisch van aard en op handelen gericht dan het strategische en op processen en aansturen gerichte niveau van de bacheloropleiding SPH. In de Ad SWZ wordt een onderzoekende houding ontwikkeld; in de SPH leer je onderzoek te doen. Gelet op het ontbreken van een tussenniveau (tussen mbo-4 en de bacheloropleiding SPH) lijkt een Ad-opleiding een goede keuze met betrekking tot de arbeidsmarkt en de veranderingen in zorgverlening die daar plaatsvinden. Werkveldvertegenwoordigers bevestigden dit tijdens het locatiebezoek. De beoogde eindkwalificaties en het programma zijn volgens het panel ambitieus, maar zorgen voor een gedegen basis. De Ad SWZ van de CHE biedt zodoende een goed niveau voor de doelgroep en de functies waartoe men wil opleiden. Samenvattend kan gezegd worden dat de Christelijke Hogeschool Ede de afgelopen periode goed werk heeft verricht met betrekking tot de ontwikkeling van de nieuwe Ad SWZ. De schriftelijke onderbouwing en verantwoording van eindkwalificaties en opleiding is vooral
pagina 11
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
door de extra documentatie tijdens het locatiebezoek voldoende. De gesprekken hebben een positieve indruk achtergelaten. Het panel oordeelt dat de beoogde eindkwalificaties voldoen aan de eis van concretisering wat betreft inhoud en professionele oriëntatie. Ze voldoen tevens aantoonbaar aan internationale eisen voor Ad-niveau. Conclusie: Voldoet
4.2 4.2.1
Onderwijsleeromgeving Standaard 2 Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Bevindingen Het duale programma van de Ad SWZ kent vier semesters van 30 EC verdeeld over twee leerjaren. Het heeft een eigen opzet gebaseerd op eindkwalificaties van de Ad en de relevante inhoud van het bachelorprogramma SPH. Aan de propedeutische fase (het eerste jaar) is een Bindend Studieadvies verbonden. Met betrekking tot doorstroming is er na twee jaar op het gebied van management & organisatie en teamwork een lichte achterstand t.o.v. startende derdejaars SPH studenten. Een schakelprogramma van 7,5 EC maakt aansluiting mogelijk. Per semester zijn onderwijseenheden ontworpen, gekoppeld aan drie leerlijnen die tevens toetslijnen zijn: de conceptuele leerlijn, de integrale leerlijn en de regielijn. Studenten worden begeleid binnen de CHE en op de werkplek (praktijkleren). De inhoud van de opleiding bouwt voort op eerder opgedane deskundigheid van de student (informatiedossier pag. 12-14 en bijlage 3 van dat dossier). De Ad-eindkwalificaties worden in de studiehandleiding met behulp van toetsmatrijzen voor elke onderwijseenheid gekoppeld aan beroepscompetenties (leeropbrengsten), wegingpercentages en beoordelingscriteria en -richtlijnen. Voor de leeropbrengsten zijn bovendien aparte ‘aandachtspunten’ voor onderwijs en toetsing geformuleerd. De onderliggende basis van kennis, vaardigheden en houding is beschreven in de body of knowledge, skills en attitude (BofKAS) (bijlage 1 van het informatiedossier). De Ad SWZ wordt in de vorm van werkend leren aangeboden (zie ook par. 3.3 Profiel Adprogramma). Na inschrijving wordt een leerwerkcontract met kwaliteitscriteria opgesteld dat wordt ondertekend door de opleiding, de werkgever en de student. De student wordt tijdens de opleiding op de werkplek begeleid door een praktijkopleider: borging van een adequaat leerwerkklimaat, en een werkbegeleider: een ervaren hulpverlener op hbo-niveau die de student begeleidt bij het verwerven van de beoogde competenties. De CHE begeleidt via de praktijkdocent, meestal ook studieloopbaanbegeleider en contactpersoon (informatiedossier bijlage 8 pag. 13-15). Teneinde uitval zoveel mogelijk te voorkomen worden in de regie- en integrale leerlijn relatief veel contactmomenten ingepland, gericht op samenwerking, coaching en begeleiding, Het praktijkleren en het leren op school worden gekoppeld waardoor wisselwerking ontstaat. Kennisoverdracht geschiedt online; 50% van de studielast wordt
pagina 12
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
geleerd in de praktijk en 50% in/op de CHE of via zelfstudie. Tijdens het contactonderwijs komen verdieping van de stof, vaardighedenonderwijs en integratie tussen de praktijk van het werkveld en de opleiding aan bod. Het onderwijs binnen de Ad SWZ wordt verzorgd door tien vaste docenten, van wie negen met een masteropleiding, en gastdocenten uit het werkveld. Allen beschikken over de vakinhoudelijke kennis en bekwaamheid die nodig zijn om te doceren binnen de Ad. Ze hebben zicht op de ontwikkelingen in de beroepspraktijk, zijn betrokken bij de bacheloropleiding SPH en hebben contacten met het werkveld (informatiedossier pag. 14 en bijlage 5 van dat dossier) Qua voorzieningen kunnen studenten volgens het informatiedossier (pag. 14) beschikken over een goede ICT, mediatheek, studieruimtes, een online printshop, toegang tot het digitale systeem voor roosters en toetsen, een studiegids van de Ad en handleidingen per onderwijseenheid (inclusief praktijknota). Overwegingen Tijdens het locatiebezoek kon het panel door de extra ter beschikking gestelde documentatie meer en beter zicht krijgen op de inhoud van de opleiding. De studiehandleidingen Afstudeeropdracht en Onderwijseenheden, het Projectplan Implementatie Ad SWZ en de memo Update praktijkleren boden naast de gevoerde gesprekken noodzakelijke aanvullende informatie om het programma en de aansluiting met de eindkwalificaties adequaat te kunnen beoordelen. Op die basis oordeelt het panel dat het programma van het eerste jaar zorgvuldig is uitgewerkt. De te bereiken beroepsvaardigheden en leeruitkomsten van de onderwijseenheden zijn goed verwoord en sluiten aan bij het niveau van de student. De opbouw en inhoud van het curriculum kan echter verder verbeterd en uitgewerkt worden, zodat een logischer aansluiting en samenhang tussen de leerlijnen en onderwijseenheden ontstaat. Bijvoorbeeld via het geleidelijk complexer worden van casussen/opdrachten of door de context te laten beginnen bij de cliënt en dan te vervolgen met de familie, de mantelzorg, de wijk, maatschappelijke processen/veranderingen en paradigmashift, wet en regelgeving enz. De uitleg tijdens het locatiebezoek verduidelijkte dat het onderwijs gekenmerkt wordt door een modulaire opbouw, flexibiliteit, zelfstudie en het online aanbieden van kennis. Het didactisch concept van het werkend leren, het competentiegerichte en vraag- en opdrachtgestuurde onderwijs en de belangrijke plaats die de werkplek inneemt, passen volgens het panel goed bij deze doelgroep van volwassen duaalstudenten met een werk- en privéleven. Het tweede jaar wordt globaal beschreven waardoor het minder duidelijk is wat precies in welke periode wordt aangeboden. Het panel raadt de opleiding aan ook het tweede deel van het programma gedetailleerder uit te werken, waaronder het keuzeprogramma (wordt in het informatiedossier Specialisatie genoemd), zodat een helder beeld ontstaat van inhoud, generiek karakter en studeerbaarheid. Overigens realiseert het panel zich dat het NVAO-kader slechts een “inhoudsbeschrijving (op hoofdlijnen) van de programmaonderdelen van het eerste jaar” verlangt. De doorstroming naar de bacheloropleiding SPH en eventuele andere opleidingen is - vanwege de grote maatschappelijke veranderingen in de sector Zorg en Welzijn - een aandachtspunt en zal goed en blijvend gemonitord moeten worden. Het werkend leren en de werkplek van de student nemen een belangrijke plaats in qua tijd en EC’s (50%). Een aanzienlijk deel van de opdrachten moet in relatie tot of op de werkplek
pagina 13
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
plaatsvinden. Het panel is van mening dat naast de begeleidende praktijkdocent (studieloopbaanbegeleider) op de CHE ook de praktijkopleider en de werkbegeleider op de werkplek van essentieel belang zijn voor het leerproces van de student. Veel hangt af van zijn/haar ervaring en deskundigheid op het gebied van zorgverlening en didactische coaching. Studenten van de bacheloropleiding SPH met wie het panel sprak bevestigden dit, maar gaven aan dat de rol en invloed van de begeleiding kan variëren van intensief tot nauwelijks ingevuld. De opleiding deelt de visie van het panel en benadrukte dat de leerwerkplek en de begeleiding aldaar vooraf gescreend worden, onder meer via een werkplekscan en een gesprek. Ook werkveldvertegenwoordigers gaven tijdens het locatiebezoek aan dat ze praktijkbegeleiders kritisch selecteren. Het panel heeft waardering voor de wijze waarop Ad-studenten tijdens hun twee studiejaren als aparte groep begeleid gaan worden. Het valt echter op dat, gezien het hierboven geschetste belang, de voorwaarden en eisen die aan het functioneren van de werkplekbegeleider gekoppeld kunnen en moeten worden, ontbreken in de scan (alleen een CV). Het panel raadt aan ook dat kwaliteitsaspect van het programma procedureel en procesmatig grondiger vast te leggen, zodat het zorgvuldig beoordeeld en geborgd kan worden. Het panel heeft waardering voor het generieke karakter van het programma op Ad-niveau. De vaste kerndocenten zijn enthousiast en gedreven, maar lijken in de eerste plaats generalisten: vooral functionerend als coach en begeleider. Vakinhoudelijke kennis en vaardigheden komen bijgevolg minder goed uit de verf. Het curriculum lijkt bovendien vooral probleemgericht te zijn: ondersteuning, begeleiding en belangenbehartiging. De herstelgerichte zorg komt minder aan bod. Mede op grond van de uitleg en toezeggingen tijdens het locatiebezoek vertrouwt het panel ontwikkelaars en (gast)docenten een degelijke en genuanceerde verdere inhoudelijke invulling van het programma toe. Het panel benadrukt het belang van aandacht voor vakinhoudelijke onderdelen en aspecten als nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen, transitie (nieuwe wetgeving) en transformatie (paradigmashifts rond eigen kracht, netwerkgericht werken, herstel en empowerment), en adviseert deze zorgvuldig te beschrijven c.q. toe te voegen (zie ook de opmerkingen hieronder). Een ander punt van aandacht - ook verwoord door SPH-studenten met wie het panel sprak - betreft het mogelijke gevaar dat studenten teveel binnen hun eigen ‘setting’ blijven. Juist vanwege de grote maatschappelijke veranderingen die er plaatsvinden in de zorg (paradigmashift, kanteling) moet men over de eigen ‘muren’ heen kunnen kijken. Door de horizon te verbreden wordt de inzetbaarheid vergroot. Een duale opleiding met relatief weinig contactdagen, afstandsonderwijs en een groot beroep op zelfstandigheid en zelfredzaamheid moet een goede vinger aan de pols kunnen houden. Het panel adviseert dat aspect goed aan te sturen en te borgen, bijvoorbeeld via het stimuleren van ondernemerszin, excursies bij instellingen en organisaties, een dagje meedraaien bij collega-studenten, opdrachten en werkvormen enz. Het panel heeft moeten constateren dat de actualiteit van de literatuur niet overal ‘up to date’ is. Zo is die bijvoorbeeld rond de Wmo verouderd en wordt relevante literatuur die aansluit op de huidige maatschappelijke ontwikkelingen gemist. Het panel raadt aan de literatuurlijst kritisch te evalueren. Studenten worden aangemoedigd zelf informatie op te sporen en bij te houden, maar daar ligt volgens het panel ook een taak voor de opleiding. Wat speelt er op dit moment, wat is nieuw, wat zijn de belangrijkste maatschappelijke veranderingen en wat is daarover gepubliceerd? Bijvoorbeeld op het gebied van
pagina 14
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
versterkend werken (herstel) en empowerment; belangrijke aspecten die passen bij de kanteling die op dit moment in de zorg plaatsvindt. Het panel heeft een goede indruk kunnen krijgen van docenten, ontwikkelaars en management. Men is zeer enthousiast over de nieuwe Ad SWZ en de functies en niveaus die deze opleiding het veranderend werkveld kunnen bieden. De opleiding wordt duidelijk breed gedragen en de CHE moet met dit gemotiveerde team een gedegen programma kunnen realiseren. De daarmee samenhangende deskundigheidsbevordering van het personeel is volgens het panel belangrijk om twee redenen. Ten eerste vanwege het nieuwe en deels onbekende terrein van een opleiding die zich positioneert tussen het mbo-4 niveau en de hbo-bacheloropleiding SPH in. Wat is de toegevoegde waarde? Ten tweede vanwege de grote veranderingen (transitie en transformatie en de daarbij horende paradigma-shifts, zoals verwoord onder de noemer ‘de Kanteling’) die in de samenleving en de zorg plaatsvinden. Beide aspecten beïnvloeden aanpak, inhoud en niveau van de opleiding en daarmee ook het geboden onderwijs. Het panel beveelt aan deze zaken serieuze aandacht te geven; daarbij praktijkbegeleiders en werkveldvertegenwoordigers te betrekken en het op te nemen in het Projectplan Implementatie Associate Degree Sociaal werk in de Zorg. De beschreven onderwijsspecifieke voorzieningen zijn uitgebreid en positief voorwaardenscheppend voor een goede opleiding. Ze zijn toereikend voor de realisatie van het programma. Samenvattend heeft het panel bij deze standaard Onderwijsleeromgeving weliswaar diverse aandachtspunten geconstateerd, maar die zijn vrijwel alle relatief licht van aard en snel te verbeteren. Het programma en het personeel dragen zorg voor voldoende kwaliteit om de beoogde eindkwalificaties te kunnen realiseren. Het panel is ervan overtuigd, dat men goede nota zal nemen van de adviezen en de aandachtspunten op korte termijn adequaat zal aanpakken. Conclusie: Voldoet
4.3 4.3.1
Toetsing Standaard 3 Het Ad-programma beschikt over een adequaat systeem van toetsing Bevindingen De CHE beschikt over een hogeschoolbreed toetskader en een toetsbeleidsplan. De drie leerlijnen dienen tegelijk als toetslijnen (informatiedossier pag. 15): – Conceptuele leerlijn: beoordeling van conceptualiserend vermogen, Dublin descriptoren kennis en inzicht en oordeelsvorming, NLQF gebieden kennis en de vaardigheden ‘toepassen van kennis’ en ‘informatievaardigheden’. – Integrale leerlijn: beoordeling van competenties, Dublin descriptoren toepassen van kennis en inzicht en communicatie, NLQF gebieden context en de vaardigheden ‘toepassen van kennis’, ‘probleemoplossende vaardigheden’ en communicatie. – Regielijn: beoordeling van professionele persoonlijke ontwikkeling, reflectief vermogen, leren-leren, zelfsturing en intervisie, Dublin descriptoren leervaardigheden en communicatie, NLQF gebieden context en de vaardigheden ‘toepassen van kennis’,
pagina 15
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
‘probleemoplossende vaardigheden’ en ‘communicatie vaardigheden’ en het gebied verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. De leerlijnen komen volgens de aanvrager samen in het ‘Praktijkleren’. Midden in de beroepspraktijk wordt vanuit de competenties het Ad niveau getoetst als live-assessments. Kennis, vaardigheden en attitudes worden getoetst door middel van POP- en Leeropbrengstverslagen, mondelinge presentaties, (video)casussen, MC en/of open vragen, beoordelingsgesprekken en assessments. Bij de beoordeling wordt gebruik gemaakt van toetsmatrijzen, leeropbrengsten met aandachtspunten, wegingsfactoren, beoordelingsrichtlijnen, –criteria en -formulieren (informatiedossier pag. 16, bijlage 8 van dat dossier en de studiehandleiding). Aangegeven wordt dat de examinatoren van de Ad SWZ bevoegd en bekwaam zijn om de toets van een onderwijseenheid te laten voldoen aan kwaliteitscriteria (valide, betrouwbaar, transparant, objectief en gestandaardiseerd). De examencommissie, examinatoren en toetscommissie functioneren synergetisch om de kwaliteit van toetsen en examens (voorafgaand aan de toets en/of na afloop van de toets) te leveren, te bewaken, waar nodig aan te scherpen en te borgen. Examinatoren zijn eindverantwoordelijk voor het ontwerp en/of de toetsmatrijs, de opgaven, het beoordelingsformat en de afname van de toets. Bij de beoordeling van het praktijkleren en het eindniveau (vier-ogen-principe) worden begeleiding en beoordeling gescheiden. De praktijkopleider (van de werkplek) geeft advies. Het afstudeeronderzoek wordt tevens door een tweede onafhankelijke examinator beoordeeld. Overwegingen Het panel is op grond van documentatie en uitleg tijdens het locatiebezoek van mening dat de Ad SWZ beschikt over een betrouwbaar en transparant systeem van toetsing. De beoordelingen van het praktijkleren, de afstudeeropdracht (eindniveau) en overige onderdelen van het programma worden uitgebreid beschreven en sluiten goed aan bij de BofKAS en onderliggende competenties. Voorts is sprake van voldoende variatie qua toetsvormen en een goede balans tussen summatieve en formatieve beoordelingen. Volgens de Examencommissie moeten de verschillende leeropbrengsten nog door en met het werkveld gevalideerd worden. Het Projectplan Implementatie Ad SWZ dient hiervoor als ‘spoorboekje’. De opleiding stelt dat bij de beoordeling van het praktijkleren en de afstudeeropdracht gebruik wordt gemaakt van het 4-ogen principe. Een nadere bestudering van het schema op pag. 7 van de Studiehandleiding Afstudeeropdracht leert echter dat alleen de Kritische reflectie (wegingpercentage 40%) door zowel de docentbegeleider van de CHE (wordt in het e informatiedossier praktijkdocent genoemd!) als een 2 docentbeoordelaar samen getoetst wordt. In het schema wordt wel rekening gehouden met feedback en mening van de praktijkbegeleider (in het informatiedossier praktijkopleider genoemd!), werkveldvertegenwoordigers en naar het panel aanneemt de Werkplekbegeleider (niet genoemd in het schema). De Vereniging Hogescholen verstaat onder het vierogenbeleid: een afstudeerwerk (of ander onderwijsproduct ) wordt door twee docenten (4 ogen) samen beoordeeld. Volgens het panel wordt dus slechts ten dele aan het 4 ogen principe voldaan, maar het wil daar niet te zwaar aan tillen. De uitgebreide documentatie en de mondelinge uitleg maken duidelijk dat het praktijkleren en de afstudeeropdracht op verschillende momenten en door verschillende begeleiders zorgvuldig formatief en summatief beoordeeld worden. Leden van de examen- en toetscommissie spelen een actieve rol in beleid en
pagina 16
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
borging van de toetsing. Zorgvuldig wordt gecontroleerd of leerdoelen zijn afgedekt en bij feedback wordt goed naar hen geluisterd. Kalibreersessies zorgen daarnaast voor verhoging van expertise en kwaliteit. Het panel adviseert om de rolaanduiding van docenten en begeleiders op de CHE en de werkplek correct en consistent te gebruiken teneinde verwarring te voorkomen. Conclusie: Voldoet 4.4
Algemene conclusie over de kwaliteit van het Ad-programma Het panel is van mening dat de Christelijke Hogeschool Ede serieus en grondig werk heeft verricht ten aanzien van de nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg. Dit heeft ten tijde van het locatiebezoek geresulteerd in zorgvuldige documentatie en informatie met een goede onderbouwing van het eerste jaar en een globale beschrijving van het tweede jaar van de Ad SWZ. Alle drie standaarden worden als voldoende beoordeeld. Waar zinvol heeft het panel aanbevelingen gedaan die de kwaliteit kunnen verhogen (zie hieronder). Het geheel overziend en alles afwegend komt het panel tot een positief overall oordeel. De kwaliteit van het nieuwe Ad-programma Sociaal Werk in de Zorg van de Christelijke Hogeschool Ede is voldoende.
4.5
Aanbevelingen Zoals in het voorgaande vastgesteld en onderbouwd staat de basiskwaliteit van het beoogde nieuwe programma voor het panel buiten kijf. Onderstaande aanbevelingen, vijftien in getal, doen daar niets aan af. Het panel brengt ze onder de aandacht opdat ze bijdragen aan verdere verbetering. – De informatie en documentatie van en over de Ad SWZ tijdig uitgebreider en zorgvuldiger samen te stellen, zodat men een beter beeld kan krijgen van inhoud, vorm en mogelijkheden van de opleiding. – De werkterreinen van de afgestudeerde beroepsbeoefenaar Sociaal werker in de Zorg sterker te verbinden met en beter aan te laten sluiten bij de 15 beoogde eindkwalificaties. – De vruchtbare wisselwerking, de win-win relatie, tussen opleiding en werkveld sterker in de documentatie te benadrukken. – Begrippen zoals maatschappelijke participatie, empowerment enz., beter te formuleren en toe te lichten. – Opbouw en inhoud van het curriculum gedetailleerder uit te werken en te verbeteren, zodat een logischer aansluiting en samenhang tussen de leerlijnen en onderwijseenheden ontstaat. Bijvoorbeeld via het geleidelijk complexer worden van casussen/opdrachten of door de context te laten beginnen bij de cliënt en dan te vervolgen met de familie, de mantelzorg, de wijk, maatschappelijke processen/veranderingen en paradigmashift, wet en regelgeving enz. – Het programma van het tweede studiejaar op korte termijn volledig te beschrijven. – Het generieke karakter van de Ad te verduidelijken en hierbij aan te geven dat er in het tweede jaar geen sprake is van drie specialistische uitstroomprofielen, maar van keuzevakken die verbreding en verdieping kunnen bieden. – Bij de verdere uitwerking en implementatie van het curriculum zowel het werkveld als deeltijd/duale studenten nauw te betrekken, bijvoorbeeld in ontwikkel- of klankbordgroepen (concrete acties op te nemen in het implementatieplan).
pagina 17
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
– De doorstroming naar bacheloropleidingen in de sector Zorg en Welzijn, zoals de bacheloropleiding SPH en opleidingen die passen in het profiel langdurige zorg, goed en blijvend te monitoren. – De voorwaarden en eisen die samenhangen met een goed functioneren van de werplekbegeleider procedureel en procesmatig vast te leggen en op te nemen in de werkplekscan, waardoor dat belangrijke kwaliteitsaspect zorgvuldig beoordeeld en geborgd kan worden. – De rolaanduiding van docenten en begeleiders op de CHE en de werkplek correct en consistent te gebruiken teneinde verwarring te voorkomen. – Bepaalde vakinhoudelijke onderdelen en aspecten als nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen, nieuwe wet- en regelgeving, paradigma shifts, herstel en krachtgericht werken, voldoende aandacht te geven, zorgvuldiger te beschrijven en eventueel toe te voegen. – Studenten over de eigen ‘muren’ heen te laten kijken om zo hun horizon te verbreden en hun inzetbaarheid te vergroten. Bijvoorbeeld door het stimuleren/organiseren van ondernemerszin, excursies bij instellingen en organisaties, een dagje meedraaien bij collega-studenten, opdrachten en werkvormen enz. – De literatuurlijst aan te vullen met actuele en meer specifieke literatuur. – De deskundigheidsbevordering en teamontwikkeling van het personeel aandacht te blijven geven vanwege het specifieke ‘tussenniveau’ van de Ad SWZ en de grote maatschappelijke veranderingen (de ‘Kanteling’, paradigma-shifts) die nu en in de nabije toekomst in de sector Zorg en Welzijn plaatsvinden. Hierbij de praktijkbegeleiders en werkveldvertegenwoordigers te betrekken.
pagina 18
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
5 Overzicht oordelen
Onderwerp
1 Beoogde eindkwalificaties
2 Onderwijsleeromgeving
3 Toetsing
Algemene conclusie
Standaarden
Oordeel
1. De beoogde eindkwalificaties van het Ad-programma zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen
V
2. Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren
V
3. Het Ad-programma beschikt over een adequaat systeem van toetsing
V
Voldoende
V = voldoende O = onvoldoende
pagina 19
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
Bijlage 1: Samenstelling panel Voorzitter: Dr. J.P Wilken Prof. Dr. Jean Pierre Wilken (Eindhoven, 1958) studeerde Andragologie en Psychologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij specialiseerde zich in de zorg ten behoeve van mensen met langdurige en complexe problematiek. Hij introduceerde, samen met anderen, de psychosociale rehabilitatiebenadering en de supportbenadering in Nederland. Sinds 2002 is hij lector bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht. Hij bekleedt hier de leerstoel ‘Participatie, Zorg en Ondersteuning’. Daarnaast is hij gasthoogleraar bij de Universiteit van Tallinn, Estland. Zijn onderzoeksgebied betreft de deelname aan de samenleving van mensen die zich in een sociaal kwetsbare positie bevinden, en de bijdrage die sociale professionals hieraan kunnen leveren. Hierbij wordt gewerkt aan een professioneel ondersteuningsparadigma waarbij verschillende perspectieven met elkaar verbonden worden, zoals zorgethische uitgangspunten, de rehabilitatie- en presentiebenadering, narratieve betekenisgeving, herstel, ervaringskennis en kwaliteit van leven. Leden: – J. Kroes MRc, is hogeschooldocent longitudinale leerlijn EdZ en SPH, Academie voor Sociale Studies, Hanzehogeschool Groningen, lid kenniskring lectoraat Rehabilitatie waarvanuit zij betrokken is bij de Wmo-werkplaats Noord, Programmamanager Master Rehabilitation Counselor en coördineert de AD Ervaringsdeskundige in de zorg. Zij is daarnaast voorzitter van de curriculumcommissie (EdZ, MWD en SPH) en de opleidingscommissie en examencommissie van de Europese Master Social Work, evenals bestuurslid van het LOO-SPH. Naast coördinerende taken bestaan haar lestaken hoofdzakelijk uit programma’s waar rehabilitatie, herstel en ervaringsdeskundigheid thema zijn. – G. Verclyte MA, is master pedagogische wetenschappen (optie orthopedagogiek) + Getuigschrift lerarenopleiding (KULeuven 1980). Beroepsbezigheden: opvoeder/begeleider in jeugdhulpverlening (2 jaar), leraar in het secundair onderwijs (coördinator, leraar en praktijkbegeleider in de afstudeerrichting jeugd- en gehandicaptenzorg) (23 jaar), werkzaam als ortho-agoog in een voorziening voor personen met een verstandelijke beperking (10 jaar deeltijds), coördinator opleiding graduaat orthopedagogie (HBO niveau 5) in het CVO SSH (Centrum voor Volwassenenonderwijs Sociale School Heverlee). Tevens kwaliteitsmedewerker in het CVO SSH (met opleidingen Maatschappelijk Werk, Sociaal-Cultureel werk, vormingsaanbod ervaringswerker in de GGZ- en verslavingszorg). Bestuurslid en secretaris van VZW Oostrem, begeleidingstehuis voor personen met een beperking (brede variatie aan doelgroep) (= vrijwilligerswerk). – M. Vernooij, student-lid, Bachelor Medische Hulpverlening, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Inmiddels vierdejaars student BMH en al enige tijd lid van de opleidingscommissie. Daarnaast is zij werkzaam in het UMCU als voedingsassistente en als EHBO-er op
pagina 20
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
evenementen (Event Medical Services). De relevante werkervaring met betrekking tot de Ad SWZ behelst de ouderenzorg. . Alle panelleden hebben een onafhankelijkheids- en onpartijdigheidsverklaring ingevuld en ondertekend. Het panel werd bijgestaan door Fred Mulder, beleidsmedewerker NVAO, procescoördinator en Henk Tubbing, Mabis, secretaris.
pagina 21
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
Bijlage 2: Programma locatiebezoek Het panel heeft een bezoek gebracht aan de locatie op 4 december 2015 Locatie: Christelijke Hogeschool Ede, Oude Kerkweg 100, 6717 JS Ede Panel NVAO: Dr. J.P Wilken, voorzitter J. Kroes MA, panellid G. Verclyte MA, panellid M. Vernooij, student-lid Drs. H.J.M.M. Tubbing, extern secretaris Drs. F. Mulder, beleidsmedewerker NVAO, procescoördinator Programma: 08.15 – 08.30 uur
Ontvangst, toelichting op ruimte en materialen
08.30 – 09.30 uur
Voorbespreking panel, incl. gelegenheid om documenten in te zien
09.30 – 09.45 uur Korte presentatie AD SWZ CHE Deelnemer Dhr. P.C. Zondervan MEd
09.45 – 10.30 uur
Manager Transfer (en projectleider toets macrodoelmatigheid en aanvraag opleiding Ad SWZ)
Gesprek met opleidingsmanagement Academie Sociale Studies
Deelnemers: Mevr. drs. J.J. Louisa-Muller MPA Dhr. H.R. Slotman MCC Dhr. P.C. Zondervan MEd
Directeur Academie Sociale Studies MT-lid, teamleider MWD-team Manager Transfer
10.30 – 10.45 uur Pauze (besloten) 10.45 – 11.45 uur
Gesprek met ontwikkelaars en docenten
Deelnemers: Mevr. drs. G.C. Cramer–van Herwijnen Dhr. drs. A.G. Hordijk Dhr. H. van der Kooi B
pagina 22
Opleidingsdocent ASS (o.a. pedagogiek) Opleidingsdocent ASS (o.a. medische kennis) Opleidingsdocent ASS (o.a. coördinator duaal SPH)
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
Mevr. drs. H.S. Mikkers Mevr. A.P. Simons MSc Dhr. L.D. Zwijnenburg
Opleidingsdocent ASS (o.a. psychologie) Opleidingsdocent ASS (o.a. sociologie) Opleidingsdocent ASS (o.a. methodiek)
11.45 – 12.00 uur Pauze (besloten) 12.00 – 12.45 uur
Gesprek met werkveld
Deelnemers: Mevr. M. Beem BEd Mevr. S. Gerritsen Mevr. T. Nijland Dhr. D.E. van Bodegraven Mevr. J. van Tongeren Mevr. I. de Boer 12.45 – 13.45 uur
Lunch in combinatie met besloten paneloverleg
13.45 – 14.30 uur
Gesprek met Examencommissie en Toetscommissie
Deelnemers: Dhr. drs. G. Vierwind Dhr. drs. W. van Ieperen Dhr. drs. A.G. Hordijk Dhr. L.D. Zwijnenburg 14.30 – 14.45 uur
Pauze (besloten)
14.45 – 15.15 uur
Gesprek met studenten
Deelnemers: Mevr. I. Siebelink Mevr. J. de Koning-Boersma Mevr. N. Vroegop–van Dijk Dhr. J. van Ommen
pagina 23
Coördinator Praktijkopleiding, ‘s Heerenloo Praktijkopleider, Siloah Persoonlijk begeleider en stagecoördinator, Kwintes Manager Welzijn en zorg, SVRO Coördinator praktijkopleidingen, ’s Heerenloo Adviseur leren en ontwikkelen, Amerpoort
Voorzitter Examencommissie Lid Examencommissie Voorzitter Toetscommissie Lid Toetscommissie
Adullam, VGZ (SPH-student duaal, afstudeerfase) Profila Zorg, GGZ (SPH-student deeltijd jaar 3) Rozenhof, VGZ (SPH-student deeltijd jaar 2) De Pinnenburg, LVB (SPH-student deeltijd jaar 3)
15.15 – 16.30 uur
Paneloverleg (besloten)
16.30 – 17.00 uur
Mondelinge terugkoppeling panel aan management en andere betrokkenen
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten Informatiedossier Ad-programma Sociaal Werk in de Zorg van de Christelijke Hogeschool Ede inclusief acht bijlagen: 1. Eindkwalificaties, niveau en BofKAS. 2. Contacten met het werkveld. 3. Programmaoverzicht Ad SWZ. 4. OER Ad SWZ (deel Ad SWZ). 5. Personeel Ad SWZ. 6. Beroeps- en Opleidingsprofiel Ad SWZ. 7. Rapport werkveldraadpleging Ad SWZ. 8. Concept Praktijknota Ad SWZ. Documenten beschikbaar gesteld tijdens locatiebezoek Studieboeken Programma locatiebezoek Brief uitstel doelmatigheidsbesluit Informatiedossier Projectplan implementatie Ad SWZ Format studiehandleiding incl. alle toetsmatrijzen Afstudeerhandleiding Memo update ontwikkeling praktijkleren binnen de Ad SWZ Semesterindeling en lesdagen opleiding Ad SWZ Toetsbeleid CHE (incl. overzicht toetsen Ad SWZ) Literatuurlijst Notities vergaderingen ontwikkelgroep Kort verslag klankbordgroep werkveld d.d. 28-09-2015 Kort verslag klankbordgroep werkveld d.d. 29-10-2015 Presentatie aan onderwijsontwikkelgroep d.d. 08-09-2015 Presentatie aan onderwijsontwikkelgroep d.d. 05-10-2015 Presentatie aan Examencommissie d.d. 12-10-2015 Presentatie aan klankbordgroep werkveld d.d. 28-09-2015 Overige documenten Per email opgestuurd voorafgaand aan het locatiebezoek op 30 oktober 2015 Concept praktijknota Ad SWZ Afstudeerhandleiding Ad SWZ Format Studiehandleiding inclusief 3 toetsmatrijzen
pagina 24
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |
Bijlage 4: Lijst met afkortingen Ad SWZ
Associate degree Sociaal werk in de Zorg
Ba
bachelor
BofKAS
Body of Knowledge, Attitude and Skills
BSA
Bindend Studie Advies
ECTS
European Credit Transfer System (studiepunten)
hbo
hoger beroepsonderwijs
Ma
master
NVAO
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
SPH
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Wo
wetenschappelijk onderwijs
Het adviesrapport is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op beperkte toetsing van het nieuw Associate-degreeprogramma Sociaal Werk in de Zorg (Ad SWZ) van de Christelijke Hogeschool Ede. Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 00 E
[email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummer
pagina 25
004173
NVAO | Toets nieuwe Associate degree Sociaal Werk in de Zorg Christelijke Hogeschool Ede |20 januari 2016 |