Toeristisch imagoonderzoek 2010
la group Leisure & Arts Consulting
27 juli 2010, rapport gemeente Nijmegen
2009-141 rp 01
Inhoud 1 Inleiding 2 Algemene resultaten
3 Toeristisch imago Nijmegen 4 Aanbevelingen Nijmegen
Colofon Bijlagen
la group
2
1 Inleiding
la group
3
Toeristisch imago-onderzoek 2010 (1) Het bezoeken van steden speelt een belangrijke rol in het toeristische gedrag van Nederlanders. Deze populaire activiteit gaat gepaard met de nodige bestedingen. Die uitgaven zijn van betekenis voor de Nederlandse economie. Om goed zicht te krijgen op het toeristisch imago van een stad voeren lagroup en NBTC-NIPO Research om de vier jaar het toeristisch imagoonderzoek uit: voor het eerst in 2002, een tweede editie in 2006 en nu, voor de derde keer, in 2010. De gekozen frequentie van elke vier jaar werkt goed, omdat er zo voldoende tijd is voor steden om nieuw beleid te implementeren. Vervolgens kunnen eventuele veranderingen in het imago van de stad worden gemeten. Hoe scoort uw stad in de ogen van de Nederlandse bezoekers? Hoe denken de niet-bezoekers over bijvoorbeeld het culturele aanbod in uw gemeente? Welke beelden zouden de Nederlandse bezoekers en niet-bezoekers op een ansichtkaart van uw stad willen laten zien? Kortom: welk toeristisch imago heeft uw gemeente? De antwoorden op deze vragen zijn interessant en relevant bij het ontwikkelen van een passende strategie. Onderzoek onder 18 steden Alle deelnemende steden van het derde toeristisch imago-onderzoek hebben meegedaan aan de eerste en/of de tweede editie. De vet gedrukte steden hebben in 2002 én 2006 deelgenomen. Het gaat om de volgende steden: Amsterdam, Breda, Den Haag, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlem, Hengelo, 's -Hertogenbosch, Hilversum, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Schiedam, Tilburg, Utrecht en Zwolle.
la group
4
Toeristisch imago-onderzoek 2010 (2) Onderzoeksverantwoording Voor de uitvoering van het toeristisch imago-onderzoek heeft lagroup samengewerkt met NBTCNIPO Research, een joint venture tussen TNS NIPO en het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen. TNS NIPO is verantwoordelijk voor het veldwerk en voor het opgestelde tabellenboek, lagroup voor de rapportage. Deze rapportage en de bijlagen vormen een geheel. Bij het onderzoek en de samenstelling van de rapportage is uiterste zorgvuldigheid betracht. Analyses en interpretaties zijn naar beste kennis en inzicht van lagroup tot stand gekomen. Het voorliggende rapport is bestemd voor intern gebruik van de opdrachtgever en derden, een en ander te bepalen door de opdrachtgever. Het onderzoek naar het toeristisch imago van 18 Nederlandse steden is uitgevoerd met TNS NIPObase Consumer. TNS NIPObase Consumer is het panel met respondenten die regelmatig, tegen een vergoeding, per computer een vragenlijst invullen voor TNS NIPO. In de bijlage wordt deze onderzoeksmethode nader toegelicht. Het veldwerkonderzoek heeft in april 2010 plaatsgevonden. Bij de respondenten is van tevoren bij de maandelijkse TNS NIPObase screening nagegaan of ze de betreffende steden in de afgelopen drie jaar wel of niet hebben bezocht. Op basis van de screening onder ruim 52.000 huishoudens zijn vijf steekproeven van circa 600 respondenten gegenereerd. In elke steekproef is de verdeling van de bezoekers/niet-bezoekers per stad ongeveer 50/50. Per stad hebben ruim 500 respondenten de vragenlijst ingevuld (zie ook tabellenboek). Deze respons, in samenhang met de samenstelling, geeft een betrouwbaar beeld van het toeristisch imago van uw stad bij de Nederlandse bezoekers en niet-bezoekers.
la group
5
Toeristisch imago-onderzoek 2010 (3) Weging In 2006 werden de data gewogen naar 250 bezoekers en 250 niet-bezoekers per stad, wat neerkwam op 500 ondervraagden per stad. Om de data zuiverder te wegen hebben we besloten om voor 2010 een andere weging te gebruiken, waarbij we rekening hebben gehouden met de werkelijke verhouding tussen bezoekers en niet-bezoekers per stad. Op basis van de screening blijkt bijvoorbeeld dat twee derde van de Nederlanders Amsterdam heeft bezocht in de afgelopen drie jaar. Daarom hebben we de bezoekers van Amsterdam voor twee derde en de niet-bezoekers voor een derde laten meewegen in de resultaten voor Amsterdam. Omdat Amsterdam relatief veel bezoekers heeft, telt de mening van de bezoekers van Amsterdam meer mee dan de mening van de niet-bezoekers. In bijvoorbeeld Hengelo geldt het tegenovergestelde. Een op de tien Nederlanders is de afgelopen drie jaar in Hengelo geweest, dus weegt de mening van de niet-bezoekers hier vele malen zwaarder dan de mening van de bezoekers.
la group
6
Toeristisch imago-onderzoek 2010 (4) Opbouw rapportage Het toeristisch imago-onderzoek bestaat uit deze sheetrapportage en het tabellenboek, gebundeld in een map. De sheetrapportage begint in hoofdstuk 2 met een vergelijking van de toeristische imago’s van de verschillende onderzochte steden, waarbij ook een vergelijking is gemaakt met de uitkomsten van het toeristisch imago-onderzoek van 2006. Verder belichten we het effect van gebruikte slogans en kenmerken die door de onderzochte steden zijn ingezet voor de profilering van hun stad en gaan we in op het mediagebruik van de respondenten. Vervolgens komt in hoofdstuk 3 het specifieke imago van uw stad aan de orde. Tot slot doen we in hoofdstuk 4 aanbevelingen over hoe uw stad haar toeristisch imago verder kan versterken. Dit zijn eerste aanbevelingen op basis van de analyse van het toeristisch imago en andere relevante documenten (bijvoorbeeld actueel beleid Toerisme & Recreatie, citymarketing, etc.). Het tabellenboek bestaat uit de volgende delen: • de basisvragenlijst; • de tabellen met de specifieke gegevens van uw stad (weging 2010), ingedeeld naar: - wel/geen bezoek in de afgelopen drie jaar; - leeftijd van de respondenten; - wel/niet woonachtig in het COROP-gebied*; • de tabellen met de uitkomsten van alle onderzochte steden, ingedeeld naar**: - alle steden; - G4-steden; - Brabantse steden; - steden in Gelderland en Overijssel. In het tabellenboek zijn significante verschillen vet weergegeven. Een ‘plus’ (bijvoorbeeld 41+) achter het percentage betekent dat dit ten opzichte van het gemiddelde significant hoger is, een ‘min‘ (bijvoorbeeld 41 -) dat het percentage ten opzichte van het gemiddelde significant lager is.
*
la group
Een COROP-gebied is een regionaal gebied binnen Nederland en vormt een samenvoeging van gemeenten. In totaal zijn er in Nederland 40 COROP-gebieden. COROP staat voor Coördinatie Commissie Regionaal OnderzoeksProgrammma. ** Voor een specifiekere vergelijking onderling is een aantal clusters gevormd op basis van het karakter en de omvang (inwonersaantallen) van een stad.
7
Toeristisch imago-onderzoek 2010 (5) Leeswijzer/toelichting De onderzoeksresultaten van de individuele steden zijn op verschillende manieren geclusterd: • naar bezoekers/niet-bezoekers (van de afgelopen 3 jaar); • naar leeftijden; • naar herkomstgebied: woonachting binnen het betreffende COROP-gebied/woonachtig buiten het betreffende COROP-gebied (hierna ook verzorgingsgebied en/of regio en/of bezoekers van buitenaf genoemd). Verder: • Als we het over uitkomsten hebben van bezoekers én niet-bezoekers samen, dan schrijven we over de respondenten, de ondervraagden of de mensen. • De grafieken over de aantrekkelijkheid van het culturele, horeca en overige aanbod zijn gesorteerd op basis van de categorie ‘zeer aantrekkelijk’. • De grafieken over de spontane associaties, de passende activiteiten en de (voornaamste) bezoekmotieven zijn gesorteerd op basis van het gewogen gemiddelde van bezoekers en niet-bezoekers.
la group
8
2
Algemene resultaten Algemene karakteristieken Toeristisch imago Totaalbeeld toeristisch imago Mediagebruik voor, tijdens en na een stedenbezoek Effect van slogans/kenmerken op profilering
la group
9
Algemene karakteristieken (1) Een stad heeft algemene karakteristieken, ook wel sfeeraspecten genoemd, die een belangrijke rol spelen bij het toeristisch imago van de stad. We hebben deze sfeeraspecten voorgelegd aan de respondenten. Wordt de stad bijvoorbeeld als saai gezien of integendeel als bruisend? Hebben bezoekers een veilig gevoel in de stad of voelen ze zich er juist onveilig? In dit hoofdstuk komen de sfeeraspecten aan de orde en laten we zien hoe de deelnemende steden op deze aspecten scoren. De respondenten hebben de aspecten beoordeeld op basis van het algemene beeld dat zij van de betreffende stad hebben en niet vanuit de toeristische aantrekkelijkheid van de stad. Echter, deze aspecten spelen wel duidelijk een rol bij het toeristisch imago van een stad.
De sfeeraspecten komen later ook terug bij elke individuele stad (hoofdstuk 3), waar het verschil tussen het beeld van de bezoekers en dat van de niet-bezoekers wordt uitgedrukt.
la group
10
Algemene karakteristieken (2) Historisch of modern? Historische binnensteden werken vaak als toeristische trekker. Hier vertelt de stad haar eigen verhaal en kan de bezoeker de geschiedenis ervaren. De historische binnensteden zijn in het algemeen bijzonder fraai en dienen daarom als decor voor diverse toeristische activiteiten, zoals op een terras zitten, winkelen, een stadswandeling maken, etc. De respondenten zien vooral Maastricht, Zwolle en Dordrecht als historische steden. Maar ook moderne steden hebben hun charme en kennen liefhebbers. Voor deze mensen behoren Rotterdam, Eindhoven en Hilversum tot de top 3. Vergelijking 2006 - 2010 In 2006 bestond de top vier van historische steden uit Delft*, Maastricht , Alkmaar* en op de gedeelde 4e plaats stonden Dordrecht en 's-Hertogenbosch. In 2010 wordt alleen nog Maastricht als historisch gezien. Wat betreft de moderne steden hebben Rotterdam en Eindhoven ten opzichte van 2006 van plaats gewisseld. Op de 3e plaats stond in 2006 nog Enschede. Deze stad belandt in 2010 op de 6e plaats, die gedeeld wordt met Nijmegen. Blijkbaar hebben de respondenten bij de waardering van Nijmegen vooral de nieuwbouwprojecten (Waalsprong, Radboud Universiteit, ROC, FiftyTwoDegrees) voor ogen en minder de historische binnenstad.
la group
* Delft en Alkmaar nemen in 2010 niet deel aan het toeristisch imago-onderzoek.
11
Algemene karakteristieken (3) Lelijk of fraai? Bij het beoordelen of een stad fraai is, lijkt de combinatie van historisch karakter en de grootte van de stad een rol te spelen. Een mooie historische binnenstad scoort hoog bij de beoordeling van het uiterlijk van een stad. Maar dat dit alleen niet doorslaggevend is, maken Schiedam en Dordrecht duidelijk. Beide steden worden relatief vaak als historische steden gezien, maar niet automatisch ook als fraai beoordeeld. Ook de grootte van de stad is belangrijk. In de top 5 staan, naast Maastricht, opvallend veel middelgrote historische steden met een goed voorzieningenniveau. Vergelijking 2006 - 2010 In de top drie zijn geen verschillen met de meting in 2006. 's-Hertogenbosch en Haarlem, in 2006 nog op de 4e en 5e plaats, nemen de positie in van Delft en Alkmaar (in 2006 op de 2e en 3e plaats en doen in 2010 niet mee aan het onderzoek).
la group
12
Algemene karakteristieken (4) Saai of bruisend? Als een stad als bruisend wordt gezien beschikt deze in de meeste gevallen over een combinatie van een aantrekkelijk horeca-aanbod (terrassen), een uitnodigende open-bare ruimte, diverse activiteiten in de stad (er is veel te doen) en gezelligheid. Ook het organiseren van evenementen draagt bij aan het bruisende karakter van een stad. Opvallend is bij dit aspect dat de grote steden met uitzondering van Amsterdam - niet automatisch als bruisend worden ervaren. De top 5 bestaat uit een aantal historische middelgrote steden. Tegelijkertijd valt op dat het daarbij ook om universiteitssteden gaat, op ‘s-Hertogenbosch na. De aanwezigheid van een universiteit weegt niet per se mee in de beslissing om een stad te bezoeken. Eenmaal ter plekke speelt het feit dat het een studentenstad is waarschijnlijk wel een rol bij de beleving van de sfeer en het bezoeken van de voorzieningen. Vergelijking 2006 - 2010 Amsterdam en Maastricht hebben van plaats gewisseld. Rotterdam en Utrecht - toen nog op plaats 3 en 4 - hebben ruimte gemaakt voor 'sHertogenbosch en Nijmegen. Voor wat betreft de minder bruisende steden is er weinig verschil met 2006. De minst bruisende steden van 2006 waren Waalwijk*, Schiedam, Enschede, Eindhoven en Tilburg.
la group
* Waalwijk neemt in 2010 niet deel aan het toeristisch imago-onderzoek.
13
Algemene karakteristieken (5) Onveilig of veilig? Veiligheid en toerisme zijn nauw met elkaar verbonden. Veiligheid vormt een belangrijk criterium bij de keuze van een vakantiebestemming. Een onveilig gevoel werkt als een dissatisfier: het beeld van onveiligheid kan een reden zijn om een bepaalde stad te mijden. In 2010 staan weer met name middelgrote steden in de top 5 van veilige steden. Ook bij de minder veilige steden is er weinig verandering: de grote steden (G4) - naast Schiedam en Dordrecht - zijn in de ogen van de respondenten nog steeds de minst veilige steden. Vergelijking 2006 - 2010 De uitkomsten van 2010 zijn vergelijkbaar met die uit 2006. Toen stond Delft aan de top, gevolgd door Waalwijk, Groningen en Maastricht op een gedeelde 2e plaats en Alkmaar, Zwolle en Haarlem op een gedeelde 5e plaats. Nieuwkomer in de top 5 van 2010 is Nijmegen (in 2006 nog op plaats 11). Haarlem staat in 2010 niet meer in de top 5 van veilige steden. De minst veilige stad van 2010 is Rotterdam, in 2006 was dat nog Amsterdam.
la group
14
Algemene karakteristieken (6) Vervuild of schoon? Naast al dan niet bekende gebouwen bepaalt de kwaliteit van de openbare ruimte het eerste beeld dat bezoekers krijgen van een stad. Schoonheid/netheid speelt een belangrijke rol bij de beleving van een stad. Dat een vervuilde openbare ruimte weinig uitnodigend is, was te zien na Koninginnedag 2010 toen de schoonmakers van Utrecht en Amsterdam staakten. Netheid en veiligheid zijn aspecten die nauw met elkaar zijn verbonden. De top 5 van de meest schone steden komt nagenoeg overeen met de top 5 van de meest veilige steden. En ook de lijst met de vijf minst schone steden (met daarin drie steden van de G4) is redelijk vergelijkbaar met de top 5 van de minst veilige steden. Een veilig gevoel lijkt dus gepaard te gaan met een nette openbare ruimte. Vergelijking 2006 - 2010 's-Hertogenbosch en Zwolle (in 2006 op een gedeelde plaats 7) behoren tot de stijgers en staan nu in de top 5 van de schone steden. Bij de minst schone steden zijn er ten opzichte van 2006 geen verschillen.
la group
15
Algemene karakteristieken (7) Onvriendelijk of vriendelijk? Of een bezoeker zich welkom voelt in een stad heeft vaak te maken met de vriendelijkheid van de omgeving. Deze vriendelijkheid ervaart men vooral bij de mensen die men tegenkomt of met wie men een kort gesprek heeft. Daarnaast is deze ook te zien in de manier waarop mensen in een stad met elkaar omgaan. In de top 5 van de meest vriendelijke steden bevinden de eerste vier zich ten zuiden van de grote rivieren. Dit is het gebied waarover in het algemeen wordt gezegd dat de mensen er gemoedelijker en vriendelijker zijn. Op de laatste plaatsen zijn - naast Schiedam en Dordrecht - drie grote steden te vinden, waar door de hoeveelheid mensen toch meer anonimiteit heerst. Vergelijking 2006 - 2010 Breda en Nijmegen zijn de stijgers van 2010. In 2006 deelden deze twee steden plaats 5. Maastricht, 's-Hertogenbosch en Groningen behoorden toen al tot de top 5. In de lijst van de vijf minst vriendelijke steden zijn geen verschillen met 2006.
la group
16
Algemene karakteristieken (8) Bekrompen of ruimdenkend?* Hoe staan de gemeenten bekend inzake openheid voor nieuwe en/of andere ideeën, gedachten en mensen? Kortom: hoe pluriform is de stad? Op nr.1 van ruimdenkende steden staat Amsterdam, gevolgd door Utrecht, Nijmegen, Maastricht en ’s-Hertogenbosch. Bij deze top 5 kunnen de volgende aspecten een rol hebben gespeeld. • Enerzijds valt op dat de ruimdenkende steden horen bij de grote tot middelgrote steden waar een kritische massa staat voor diversiteit. • Daarnaast worden de eerste vier plaatsen bezet door universiteitssteden die door de universiteiten en het studentenleven meer openstaan voor en/of gewend zijn aan nieuwe ontwikkelingen en invloeden van buitenaf. • Ook het politieke aspect van progressief vs. conservatief lijkt van invloed te zijn op het beeld dat de respondenten hebben van een stad. Zo staat Nijmegen bijvoorbeeld al jaren bekend als de meest linkse stad van Nederland of, anders gezegd, als ‘Havanna aan de Waal’. • Bij Maastricht kan ook de ligging nabij de grens met Duitsland en België hebben meegespeeld. Bij ‘s-Hertogenbosch is het wellicht het beeld van Bourgondische en relaxte stad waardoor mensen zo positief over de stad denken.
la group
* Het aspect ‘bekrompen - ruimdenkend’ is voor het eerst voorgelegd in de meting van 2010, waardoor geen vergelijking kan worden gemaakt met 2006.
17
Toeristisch imago (1) Het toeristisch imago van een plaats wordt bepaald door diverse aspecten. Naast de sfeeraspecten speelt ook de aanwezigheid en de kwaliteit van de toeristisch-recreatieve voorzieningen een rol bij een bezoek aan een stad alsmede de huidige bezoekmotieven en de verwachtingen ten aanzien van de aantrekkelijkheid van het toeristisch-recreatieve aanbod.
Toeristisch-recreatieve aanbodspiramide De verwachtingen van potentiële bezoekers ten aanzien van de aantrekkelijkheid van het toeristisch-recreatieve aanbod zijn relevant voor het toeristisch imago van een stad. De toeristische aanbodspiramide is een middel om het toeristisch-recreatieve aanbod van een plaats te analyseren. De piramide bestaat uit drie lagen. De top van de piramide wordt gevormd door de ‘must see-bezienswaardigheden’. Deze bepalen voor een groot deel het imago van een stad en vormen vaak de aanleiding voor een eerste bezoek aan de betreffende plaats. Voorbeelden hiervan zijn het Groninger Museum en de grachten in Amsterdam. De middenlaag van de piramide behelst de aantrekkelijke bezienswaardigheden. Deze zorgen ervoor dat de bezoeker langer in de stad blijft en/of nog een keer terugkomt. Voorbeelden van aantrekkelijke bezienswaardigheden zijn de Martinitoren in Groningen en het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. De onderste laag bestaat uit de basisinfrastructuur. Deze omvat voorzieningen die het bezoek aan een stad veraangenamen, zoals verblijfsaccommodaties, horeca, bewegwijzering en parkeervoorzieningen, maar deze vormen geen reden om een stad te bezoeken. Echter, als deze niet in orde zijn, is dat wel een reden om weg te blijven. Alle steden beschikken over de basisinfrastructuur, maar er zijn uiteraard ook hierbij verschillen te constateren. Een voorbeeld: winkelen wordt door de respondenten bij alle onderzochte steden als de meest passende activiteit bestempeld. Maar kijkend naar de scores van de steden op het winkelaanbod, dan zijn er enkele plaatsen die er met kop en schouders bovenuit steken. Naast de grote steden zijn dat de middelgrote historische steden, zoals ’s-Hertogenbosch, Breda, Haarlem en Groningen, die met hun aantrekkelijke winkelaanbod voor hoge verwachtingen bij de respondenten zorgen.
la group
Must seeMust bezienswaarbeziens digheden Aantrekkelijke Aantrekkelijke bezienswaardigheden
Basisinfrastructuur
18
Toeristisch imago (2) Aan de respondenten zijn diverse vragen voorgelegd die betrekking hebben op de verschillende niveaus van de toeristische aanbodspiramide. De respondenten is bijvoorbeeld gevraagd om een toeristische ansichtkaart te ontwerpen met de meest kenmerkende en beeldbepalende aspecten van de stad. Verder hebben ze aangegeven wat hun verwachtingen zijn ten aanzien van een aantal bezienswaardigheden, zoals culturele voorzieningen, evenementen, winkel- en horeca-aanbod en attracties. In de volgende paragrafen wordt een vergelijking gemaakt tussen de onderzochte steden ten aanzien van het beeld van hun toeristisch-recreatieve aanbod. Ook vergelijken we de resultaten van 2010 met die van 2006, waarbij we de verschillen van 0,3 en groter noemen. Cultuuraanbod Cultuurhistorisch erfgoed/monumenten De respondenten verwachten het meest aantrekkelijke aanbod van cultuurhistorisch erfgoed en monumenten in Amsterdam, Maastricht en Den Haag. Daaronder volgt de subtop bestaande uit de middelgrote, historische steden: 's-Hertogenbosch, Haarlem en Nijmegen. Ten opzichte van 2006 zijn er kleine veranderingen in de top 5 omdat Delft (in 2006 samen met Maastricht op de 1e plaats) en Alkmaar (in 2006 op een gedeelde 5e plaats met Nijmegen) in 2010 niet deelnemen. Daardoor zijn Den Haag en Haarlem opgeschoven. Vergelijking 2006 - 2010 Bij 8 van de 18 onderzochte steden zijn de verwachtingen van de respondenten ten aanzien van een aantrekkelijk cultuurhistorisch erfgoed/monumenten duidelijk hoger dan in 2006. Dit betreft de volgende steden: Tilburg (+ 0,4), Amsterdam (+ 0,3), Den Haag (+ 0,3), Haarlem (+ 0,3), Zwolle (+ 0,3), Schiedam (+ 0,3), Enschede (+ 0,3) en Eindhoven (+ 0,3). Bij twee steden zijn de verwachtingen afgenomen: Rotterdam (- 0,4) en Dordrecht (- 0,3). Opvallend is dat Dordrecht in de Atlas voor gemeenten 2010 op de 7e plaats staat (na Amsterdam, Maastricht, Utrecht, Leiden, Haarlem en Den Haag) voor wat betreft het aantal rijksmonumenten per gemeente, maar in het toeristisch imago-onderzoek geen deel uitmaakt van de top 5 van steden met een aantrekkelijk aanbod van cultuurhistorisch erfgoed en monumenten.
la group
Cultuurhistorisch erfgoed 1
Amsterdam
8,0
2
Maastricht
7,7
3
Den Haag
7,3
4
's-Hertogenbosch
7,2
Haarlem
7,2
6
Nijmegen
7,1
7
Groningen
6,8
8
Utrecht
6,7
Breda
6,7
Zwolle
6,7
11
Dordrecht
6,5
12
Schiedam
5,9
13
Tilburg
5,6
Enschede
5,6
Hengelo
5,5
Hilversum
5,5
17
Rotterdam
5,4
18
Eindhoven
5,2
15
19
Toeristisch imago (3) Musea In Amsterdam verwachten de respondenten veruit het meest aantrekkelijke aanbod van musea. Op afstand gevolgd door Den Haag (2e plaats) en Haarlem, Groningen en Maastricht (gedeelde 3e plaats).
Haarlem beschikt met het Teylers Museum, het Frans Hals Museum en het Dolhuys over een respectabel museumaanbod dat ook interessant is voor het bovenregionale en zelfs nationale publiek. Ook het Groninger Museum heeft landelijke bekendheid. Dat de respondenten een zeer positief beeld hebben van het museumaanbod in Haarlem en Groningen is eveneens terug te zien in de bezoekmotieven van de respondenten en de activiteiten die ze vinden passen bij de betreffende stad. Bij de bezoekmotieven van Haarlem noemt 37% van de respondenten het museumbezoek. Dat is na het winkelen de meest genoemde reden van hun laatste bezoek aan Haarlem. Amsterdam is de enige andere stad die een dergelijk hoog percentage bij de respondenten behaalt. Groningen volgt met 27% van de respondenten die aangeeft dat het museumbezoek de laatste reden was voor hun bezoek aan de provinciestad in het noorden. Kijkend naar de meest passende activiteiten staat bij Haarlem en Groningen het museumbezoek op de 3e plaats. Maastricht is in de top 3 een wat vreemde eend in de bijt. De stad heeft weliswaar het Bonnefantenmuseum, maar dit museum lijkt gezien het aantal bezoekers geen ‘must see’bestemming. Vergelijking 2006 - 2010 Vergeleken met de scores uit 2006 hebben de respondenten hogere verwachtingen wat betreft een aantrekkelijk aanbod van musea bij de volgende steden: Schiedam (+ 0,6), Haarlem (+ 0,4), Zwolle (+ 0,3), Tilburg (+ 0,3) en Enschede (+ 0,3). Er zijn geen dalers.
la group
Musea 1
Amsterdam
8,1
2
Den Haag
7,2
3
Haarlem
7,0
Groningen
7,0
Maastricht
7,0
Nijmegen
6,7
's-Hertogenbosch
6,7
Rotterdam
6,6
Utrecht
6,6
10
Breda
6,2
11
Zwolle
6,1
12
Dordrecht
5,8
Tilburg
5,8
Hilversum
5,7
Eindhoven
5,7
Enschede
5,7
17
Schiedam
5,5
18
Hengelo
5,2
6 8
14
20
Toeristisch imago (4) Theaters/schouwburgen, concertgebouwen en poppodia Op het gebied van theaters/schouwburgen, concertgebouwen en poppodia verwachten de respondenten het meest aantrekkelijke aanbod in de vier grote steden. Bij de theaters en concertgebouwen volgen redelijk kort daarop de provinciehoofdsteden Maastricht en Groningen. Bij de poppodia ontstaat een afwijkend beeld. Hier scoren naast de G4 en Groningen ook Nijmegen en Tilburg. Dit komt overeen met de uitkomsten in 2006. ‘Doornroosje’ in Nijmegen is nationaal bekend en in Tilburg geniet ‘013’ landelijke bekendheid. De verwachtingen van de respondenten ten aanzien van de genoemde culturele voorziening zijn het geringst in de kleinere steden, zoals Schiedam, Hengelo en Dordrecht. Vergelijking 2006 - 2010 Vergeleken met de scores uit 2006 hebben de respondenten hogere verwachtingen wat betreft een aantrekkelijk aanbod van theaters bij de volgende steden: Schiedam (+ 0,7), Haarlem (+ 0,5) en Zwolle (+ 0,3). De dalers zijn Enschede (- 0,8) en Rotterdam (- 0,3). Vergeleken met de resultaten uit 2006 hebben de respondenten hogere verwachtingen van het aanbod van concertgebouwen
la group
Theaters/schouwburgen 1
Amsterdam
2 3
Concertgebouwen
Poppodia
7,7
1
Amsterdam
7,7
1
Amsterdam
Den Haag
7,2
2
Den Haag
6,8
2
Rotterdam
6,5
Utrecht
7,0
3
Utrecht
6,5
3
Den Haag
6,3
4
Rotterdam
6,9
Rotterdam
6,5
4
Utrecht
6,1
5
Maastricht
6,7
5
Maastricht
6,2
Nijmegen
6,1
6
Groningen
6,6
6
Groningen
6,1
Groningen
6,1
7
Breda
6,5
Nijmegen
6,1
7
Tilburg
5,9
's-Hertogenbosch
6,5
Haarlem
5,9
8
's-Hertogenbosch
5,8
Nijmegen
6,5
's-Hertogenbosch
5,9
9
Breda
5,6
Haarlem
6,5
10
Breda
5,8
10
Maastricht
5,5
Hilversum
6,2
11
Eindhoven
5,7
Eindhoven
5,5
Tilburg
6,2
12
Hilversum
5,4
Hilversum
5,5
13
Tilburg
5,3
13
Haarlem
5,3
Zwolle
5,3
14
Enschede
5,2
11 13
Eindhoven
6,1
14
Zwolle
6,0
15
Enschede
5,9
16
Dordrecht
5,4
Hengelo
5,4
Schiedam
5,2
18
8
16 18
7,1
Enschede
5,3
15
Zwolle
5,0
Dordrecht
4,7
16
Hengelo
4,6
Hengelo
4,7
17
Dordrecht
4,4
Schiedam
4,3
Schiedam
4,4
bij de volgende steden: Schiedam (+ 0,7), Den Haag (+ 0,3) en Breda (+ 0,3). Wat betreft de verwachtingen van de respondenten over het aanbod van poppodia zijn de grootste stijgers en dalers de volgende: Schiedam (+ 0,8), Groningen (+ 0,7), Haarlem (+ 0,5), Amsterdam (+ 0,4), ’s-Hertogenbosch (+ 0,4) en Enschede (+ 0,3). De daler is Rotterdam (- 0,3). 21
Toeristisch imago (5) Moderne architectuur Moderne architectuur is inmiddels een vast onderdeel van een aantrekkelijk cultureel aanbod van steden. Soms gaat het om nieuwbouw, soms om een succesvolle herontwikkeling van bestaande gebouwen met nieuwe architectonische toevoegingen. In de top 5 van het meest aantrekkelijke aanbod van moderne architectuur staat Rotterdam weer bovenaan. Moderne architectuur is sinds jaren een belangrijk thema van haar toeristische aanbod. In juni 2010 introduceerde het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam UAR, een urban augmented reality* applicatie voor op de mobiele telefoon, die informatie toevoegt aan de realiteit. Hiermee zijn gebouwen te zien die ooit hebben bestaan of die in de nabije toekomst worden gerealiseerd. Op de 2e plaats staat Amsterdam, gevolgd door Den Haag, Groningen en Eindhoven. Ten opzichte van de resultaten in 2006 hebben Amsterdam en Rotterdam in de top 5 van plaats geruild. Vergelijking 2006 - 2010 Vergeleken met de scores van 2006 hebben de respondenten in 2010 hogere verwachtingen ten aanzien van een aantrekkelijk aanbod van moderne architectuur bij de volgende steden: Schiedam (+ 0,7), Nijmegen (+ 0,4), Utrecht (+ 0,4), ’s-Hertogenbosch (+ 0,4) en Breda (+ 0,4). Deze steden hebben vermoedelijk door interessante en landelijk bekende nieuwbouwprojecten de aandacht weten te trekken, zoals diverse nieuwe gebouwen van de Radboud Universiteit in Nijmegen en de oude haven in Breda.
la group
Moderne architectuur 1
Rotterdam
7,1
2
Amsterdam
6,3
3
Den Haag
6,2
4
Groningen
6,1
5
Eindhoven
6,0
6
Nijmegen
5,8
Utrecht
5,8
8
Hilversum
5,7
9
's-Hertogenbosch
5,6
10
Maastricht
5,5
11
Breda
5,4
12
Tilburg
5,3
Enschede
5,3
14
Haarlem
5,2
15
Zwolle
5,1
16
Schiedam
4,7
17
Hengelo
4,6
18
Dordrecht
4,5
* Volgens Wikipedia is augmented reality (Nederlands: toegevoegde realiteit) het zo realistisch mogelijk toevoegen van computergemaakte beelden aan rechtstreekse, reële beelden van objecten, mensen en plekken.
22
Toeristisch imago (6) Winkelaanbod Winkelen behoort in de ogen van de respondenten tot de meest passende activiteit bij alle deelnemende steden. Winkelen was in 2010 bij alle onderzochte steden - behalve bij Tilburg en Schiedam - ook de voornaamste reden van de respondenten voor hun laatste bezoek aan de betreffende stad. Kortom, winkels spelen een belangrijke rol bij het aantrekken van bezoekers. Bij de vraag naar het meest aantrekkelijke winkelaanbod werd weliswaar een onderscheid gemaakt tussen omvang, variatie en kwaliteit van het winkelaanbod (zie ook volgende pagina), maar de rankings zijn bij alle drie aspecten van het winkelaanbod nagenoeg dezelfde. Hiernaast is de ranking opgenomen van het overall winkelaanbod dat het gemiddelde vormt van de drie specifieke aspecten. Aan de top van de lijst staat Amsterdam, gevolgd door Maastricht en Utrecht. De 4e plaats is weggelegd voor Rotterdam en de 5e plaats wordt ingenomen door Den Haag. De top 5 bestaat uit de vier grote steden en Maastricht. Dit is geen verrassende uitkomst. Deze top wordt gevolgd door de middelgrote historische steden die bekend staan om de gezellige winkelstraten en hun bijzondere winkelaanbod. Niet voor niets werd dit aanbod in Breda (‘Beste Binnenstad van Nederland’, tot eind 2011) en Haarlem (‘Beste Winkelstad van Nederland’ met de Kleine Houtstraat als ‘Leukste Winkelstraat’) bekroond met een prijs. Vergelijking 2006 - 2010 Deze top 5 komt nagenoeg overeen met de uitkomsten van 2006. Ten opzichte van 2006 zijn Maastricht en Utrecht een plaats gestegen en is Rotterdam twee plaatsen gedaald. De overige stijgers in de lijst van het overall winkelaanbod zijn Schiedam (+ 0,7), Haarlem (+ 0,3) en Tilburg (+ 0,3). De verwachtingen over het overall winkelaanbod van Dordrecht zijn ten opzichte van 2006 gedaald(- 0,3).
Overall winkelaanbod 1
Amsterdam
7,9
2
Maastricht
7,6
3
Utrecht
7,4
4
Rotterdam
7,3
5
Den Haag
7,2
6
's-Hertogenbosch
7,1
7
Breda
7,0
Groningen
7,0
Haarlem
7,0
Nijmegen
6,8
Eindhoven
6,8
12
Tilburg
6,5
13
Enschede
6,4
Zwolle
6,4
15
Hilversum
6,3
16
Hengelo
5,8
Dordrecht
5,8
Schiedam
5,6
10
18
la group
23
Toeristisch imago (7) Winkelaanbod - gedifferentieerd
Groot winkelaanbod
Gevarieerd winkelaanbod
Kwalitatief hoogstaand winkelaanbod
1
Amsterdam
8,2
1
Amsterdam
7,9
1
Amsterdam
7,7
2
Maastricht
7,7
2
Maastricht
7,7
2
Maastricht
7,6
3
Rotterdam
7,6
3
Utrecht
7,4
3
Utrecht
7,2
4
Utrecht
7,5
4
Rotterdam
7,3
4
Den Haag
7,1
5
Den Haag
7,3
5
Den Haag
7,1
Rotterdam
7,1
6
's-Hertogenbosch
7,2
's-Hertogenbosch
7,1
6
's-Hertogenbosch
7,0
7
Breda
7,0
Groningen
7,0
7
Breda
6,9
Haarlem
7,0
Breda
7,0
Groningen
6,9
Groningen
7,0
Haarlem
7,0
Haarlem
6,9
Nijmegen
6,9
10
Nijmegen
6,9
Nijmegen
6,7
Eindhoven
6,9
11
Eindhoven
6,8
Eindhoven
6,7
Tilburg
6,5
12
Tilburg
6,5
12
Hilversum
6,4
Enschede
6,5
Enschede
6,5
13
Tilburg
6,3
14
Zwolle
6,4
Zwolle
6,5
Zwolle
6,3
15
Hilversum
6,3
15
Hilversum
6,3
Enschede
6,3
16
Hengelo
5,8
16
Dordrecht
5,9
Hengelo
5,7
Dordrecht
5,8
Hengelo
5,9
Dordrecht
5,7
Schiedam
5,7
Schiedam
5,7
Schiedam
5,4
10 12
18
la group
7
18
10
16 18
24
Toeristisch imago (8) Horeca-aanbod De respondenten werd ook gevraagd naar hun verwachtingen ten aanzien van het horeca-aanbod, gesplitst naar restaurants, cafés, terrassen en hotels. Bij alle onderdelen behalen Maastricht en Amsterdam de hoogste scores. Hieronder belichten we de diverse onderdelen afzonderlijk. Restaurants De culinaire toppositie op het gebied van restaurants wordt ingenomen door Maastricht, gevolgd door Amsterdam. Dit komt overeen met de uitkomsten van 2006. ’s-Hertogenbosch, bekend als Bourgondische stad, behoudt de 3e plaats. In vergelijking met de uitkomsten van 2006 zijn de grootste verschillen in scores te zien bij Schiedam (+ 0,5) en Rotterdam (- 0,4).
Cafés De verwachting van de respondenten over de aantrekkelijkheid van het aanbod van cafés is ten opzichte van 2006 grotendeels onveranderd. De top 3 bestaat uit Maastricht, Amsterdam en ’s-Hertogenbosch. De gemeenten die qua scores stegen zijn Schiedam(+ 0,4) en Haarlem (+ 0,3).
la group
Restaurants
Cafés
1
Maastricht
8,2
1
Maastricht
8,0
2
Amsterdam
8,0
2
Amsterdam
7,9
3
's-Hertogenbosch
7,6
3
's-Hertogenbosch
7,7
4
Den Haag
7,5
4
Groningen
7,5
Utrecht
7,5
Breda
7,5
Breda
7,4
Utrecht
7,4
Groningen
7,4
Nijmegen
7,4
Nijmegen
7,4
8
Tilburg
7,2
9
Haarlem
7,2
9
Den Haag
7,1
10
Rotterdam
7,1
10
Eindhoven
7,0
11
Tilburg
7,0
Haarlem
7,0
12
Eindhoven
6,9
12
Rotterdam
6,9
13
Zwolle
6,8
13
Zwolle
6,6
14
Hilversum
6,7
Enschede
6,6
15
Enschede
6,6
15
Hilversum
6,4
16
Dordrecht
6,4
16
Hengelo
6,3
17
Hengelo
6,2
17
Dordrecht
6,2
Schiedam
6,2
18
Schiedam
6,1
6
6
25
Toeristisch imago (9) Terrassen De verwachtingen van de respondenten ten aanzien van de top 3 betreffende het aanbod van terrassen zijn ten opzichte van 2006 onveranderd. De opvallende veranderingen in de overige scores zijn: Schiedam (+ 0,4), Rotterdam(- 0,4) en Dordrecht (- 0,3). Hotels De verwachtingen ten aanzien van een aantrekkelijk hotelaanbod zijn het hoogst in de G4-steden, aangevuld met Maastricht. Ten opzichte van de uitkomsten van 2006 heeft Den Haag van plaats gewisseld met Rotterdam, en Utrecht met Nijmegen. De volgende steden wisten hun scores duidelijk te verbeteren: Schiedam (+ 0,7), Haarlem (+ 0,4) en Groningen (+ 0,3).
Terrassen 1
Maastricht
8,5
Amsterdam
7,9
2
Amsterdam
8,1
Maastricht
7,9
3
's-Hertogenbosch
7,8
3
Den Haag
7,4
4
Utrecht
7,7
4
Rotterdam
7,2
5
Breda
7,5
5
Utrecht
7,1
Groningen
7,5
6
Nijmegen
7,0
Nijmegen
7,5
's-Hertogenbosch
7,0
8
Den Haag
7,2
Groningen
7,0
9
Haarlem
7,1
9
Breda
6,8
Tilburg
7,1
10
Haarlem
6,7
Eindhoven
6,8
Eindhoven
6,7
Rotterdam
6,8
12
Hilversum
6,5
Zwolle
6,6
13
Tilburg
6,4
Enschede
6,6
14
Zwolle
6,3
15
Hilversum
6,5
15
Enschede
6,1
16
Dordrecht
6,3
16
Hengelo
5,8
17
Hengelo
6,2
17
Dordrecht
5,7
18
Schiedam
6,0
18
Schiedam
5,5
11 13
la group
Hotels 1
26
Toeristisch imago (10) Aantrekkelijke evenementen Veel steden zijn actief bezig met het organiseren van evenementen om bezoekers (herhaaldelijk) te verleiden naar de stad te komen. De top 3 van steden waar respondenten een aantrekkelijk evenementenaanbod verwachten, blijft ten opzichte van 2006 onveranderd. Duidelijke stijgers zijn: Maastricht (+ 0,8), Groningen (+ 0,8), Schiedam (+ 0,8), Breda (+ 0,6), Haarlem (+ 0,6), Amsterdam (+ 0,3), Den Haag (+ 0,3) en Zwolle (+ 0,3). De enige daler is Rotterdam (- 0,3). Uit de lange rij met stijgers kan worden opgemaakt dat veel steden hebben ingezet op het organiseren van evenementen om de stad duidelijker te positioneren en de bezoeker meer te bieden. Attracties De verwachtingen ten aanzien van een aantrekkelijk aanbod van attracties zijn in de top 3 nagenoeg onveranderd. In 2006 stond in het rijtje nog Amersfoort (doet in 2010 niet mee). Deze plaats heeft Den Haag nu ingenomen. De drie grote steden worden gevolgd door Tilburg. Vermoedelijk scoort Tilburg zo hoog vanwege de nabijheid van de Efteling en de Beekse Bergen en vanwege de Tilburgse Kermis.
la group
Aantrekkelijke evenementen
Attracties
1
Amsterdam
7,5
1
Amsterdam
7,4
2
Nijmegen
7,0
2
Rotterdam
7,2
Rotterdam
7,0
3
Den Haag
6,5
4
Maastricht
6,9
4
Tilburg
5,2
5
Utrecht
6,7
5
Nijmegen
5,1
Den Haag
6,7
6
Maastricht
5,0
's-Hertogenbosch
6,5
Utrecht
5,0
Groningen
6,5
8
Eindhoven
4,7
Breda
6,3
9
's-Hertogenbosch
4,6
Tilburg
6,3
Groningen
4,6
11
Haarlem
6,0
11
Breda
4,5
12
Hilversum
5,8
12
Enschede
4,4
13
Zwolle
5,7
Zwolle
4,4
Eindhoven
5,7
14
Haarlem
4,3
15
Enschede
5,3
15
Hilversum
4,1
16
Dordrecht
5,2
16
Hengelo
4,0
17
Hengelo
4,8
17
Schiedam
3,5
18
Schiedam
4,7
Dordrecht
3,5
7 9
27
Totaalbeeld toeristisch imago (1) Overall toeristisch imago = sfeeraspecten + productaspecten* De niet tastbare kant van een stad, de sfeeraspecten, en de tastbare dimensie, de productaspecten, vormen samen het overall toeristisch imago van een stad. Sommige steden zijn heel sfeervol en scoren daarom beter op de sfeer- dan op de productaspecten. Andere steden hebben juist een voortreffelijk voorzieningenaanbod en -niveau en scoren minder goed op de sfeer. De steden die op beide onderdelen bijzonder goed worden beoordeeld door de respondenten, komen met het beste overall toeristisch imago uit de bus. Onveranderd: Maastricht heeft het beste overall toeristisch imago Maastricht staat ook in 2010 weer bovenaan de lijst van alle 18 onderzochte steden. Deze positie dankt de stad aan de hoge verwachtingen die de respondenten hebben over met name de sfeer, de winkelmogelijkheden en het horeca-aanbod in Maastricht. De verwachtingen over andere aspecten van het product zijn minder hooggespannen. Dit heeft tot gevolg dat Maastricht bij de ranking van de productaspecten Amsterdam voor moet laten gaan. Amsterdam en ’s-Hertogenbosch behoren ook tot de top (> 7) Naast Maastricht hebben de respondenten ook een zeer positief totaalbeeld van Amsterdam (plaats 2) en van ’s-Hertogenbosch (plaats 3). Dit komt overeen met de uitkomsten van 2006. Terwijl Amsterdam de toppositie inneemt voor wat betreft het totaalproduct, belandt de hoofdstad op een middenpositie bij de sfeeraspecten. Dit heeft te maken met enkele negatieve associaties die respondenten hebben bij een grote stad, zoals onveiligheid, vervuiling en onvriendelijkheid. Bij ’s-Hertogenbosch is precies het omgekeerde van toepassing. De stad scoort hoog op sfeeraspecten (2e plaats) en eindigt in de middenmoot voor wat betreft het totale productaanbod. Binnen dit aanbod zijn de verwachtingen over het horeca-aanbod wel hoog. Nijmegen, Groningen, Haarlem, Breda, Den Haag en Utrecht behoren tot de subtop (> 6,5 t/m 7) De respondenten hebben een positief totaalbeeld van Nijmegen, Groningen, Haarlem, Breda, Den Haag en Utrecht. Nijmegen en Groningen staan op een gedeelde 4e plaats. Beide steden scoren positief op de sfeeraspecten (ook daar een gedeelde 4e plaats samen met Breda). Wat betreft het product hebben respondenten iets hogere verwachtingen van het product van Nijmegen (plaats 5, samen met Utrecht) dan dat van Groningen (plaats 7, samen met ’s-Hertogenbosch). Bij Nijmegen zijn er hoge verwachtingen ten aanzien van het evenementen-
la group
* Overall toeristisch imago, sfeeraspecten en productaspecten zijn uitgedrukt in rapportcijfers van 1 tot 10
Overall toeristisch imago 1
Maastricht
7,5
2
Amsterdam
7,3
3
's-Hertogenbosch
7,1
4
Nijmegen
7,0
Groningen
7,0
Haarlem
6,9
Breda
6,9
Den Haag
6,9
Utrecht
6,9
Rotterdam
6,5
Zwolle
6,5
Eindhoven
6,3
Hilversum
6,3
Tilburg
6,3
15
Enschede
6,1
16
Dordrecht
5,9
Hengelo
5,9
Schiedam
5,6
6
10 12
18
28
Totaalbeeld toeristisch imago (2) aanbod en de poppodia. Bij Groningen hebben de ondervraagden een positief beeld van het aanbod van musea, moderne architectuur en cafés.
Sfeeraspecten
Productaspecten
1
Maastricht
8,0
1
Amsterdam
7,6
2
's-Hertogenbosch
7,7
2
Maastricht
6,9
Steden in de middenmoot van het overall toeristisch imago Onder de subtop bevindt zich een groot aantal steden in de middenmoot. Al deze steden weten op één of meer onderdelen een bijzondere sfeer en/of een bijzonder product neer te zetten (score 6 t/m 6,5). Dit zijn in volgorde: Rotterdam, Zwolle, Eindhoven, Hilversum, Tilburg en Enschede.
3
Haarlem
7,5
Den Haag
6,9
4
Nijmegen
7,4
4
Rotterdam
6,7
Groningen
7,4
5
Utrecht
6,6
Breda
7,4
Nijmegen
6,6
Utrecht
7,1
's-Hertogenbosch
6,5
Zwolle
7,1
Groningen
6,5
9
Amsterdam
7,0
Breda
6,3
Onderlaag van het overall toeristisch imago Aan het eind van de ranking bevinden zich drie steden die een weinig aantrekkelijk toeristisch imago hebben. Het betreft Dordrecht, Hengelo en Schiedam. Hoewel de respondenten bij Dordrecht en Schiedam een beeld van een historische stad hebben, is het beide steden (nog) niet gelukt om dat beeld overtuigend toeristisch te benutten. Ook Hengelo kan haar historische erfgoed nog beter onder de aandacht brengen bij de huidige en potentiële bezoeker. Verder valt op dat Schiedam het in de ogen van de respondenten op alle productaspecten duidelijk beter doet dan in 2006.
10
Den Haag
6,8
Haarlem
6,3
Hilversum
6,8
Tilburg
6,0
12
Eindhoven
6,6
Eindhoven
6,0
13
Dordrecht
6,5
13
Zwolle
5,9
Hengelo
6,5
14
Hilversum
5,7
Enschede
6,5
Enschede
5,7
Tilburg
6,5
16
Dordrecht
5,4
17
Rotterdam
6,3
17
Hengelo
5,2
18
Schiedam
6,1
Schiedam
5,2
la group
7
7 9 11
29
Mediagebruik voor, tijdens en na het bezoek Voor de voorbereiding op een bezoek aan een stad en ook tijdens het bezoek aan een stad staan de huidige consument diverse media tot zijn beschikking. Veel van de bezoekers maken ook na het bezoek aan de stad gebruik van de verschillende mogelijkheden om bijvoorbeeld meer te weten te komen over een bepaalde bezienswaardigheid of om ervaringen te delen met vrienden, familie en kennissen. Om te achterhalen welke media het meest gebruikt worden en door wie, hebben we in het toeristisch imago-onderzoek van 2010 gevraagd naar de gebruikte informatiebronnen en sociale netwerken. Hierbij hebben we een onderscheid gemaakt tussen de fasen van het bezoek: voor, tijdens en na het bezoek aan een stad. We vroegen de respondenten naar hun drie meest gebruikte informatiebronnen en/of netwerken. Voordat we op de volgende pagina’s ingaan op de uitkomsten per fase van het bezoek aan een stad, noemen we hieronder de belangrijkste overall conclusies.
Over twee weken misschien een weekend naar stad x? Even zoeken naar een mooi hotel en kijken wat er verder in het weekend te doen is ….
Internet wint het van de printmedia Kijkend naar de top 3 van informatiebronnen valt op dat bij de voorbereiding van een reis en na afloop de respondenten bijna uitsluitend gebruik maken van het internet en nauwelijks van de printmedia. Tijdens het bezoek aan een stad raadplegen de respondenten vooral het VVV-kantoor en de VVV-folders/brochures, maar ook zoekmachines, zoals Google. 50-plussers gebruiken traditionele, jongere leeftijdsgroepen met name moderne informatiebronnen Respondenten van 50 jaar en ouder maken relatief vaak gebruik van de printmedia (VVV-brochures, tijdschriften en dagbladen) - ongeacht de fase van het stedenbezoek. Ook zijn de 50-plussers trouwe klanten van VVV-informatie (brochure/folder, kantoor en website). De jongere leeftijdsgroepen daarentegen maken vooral gebruik van de nieuwe media (internet, mobiele telefoons) en relatief minder van de VVV als informatiebron. Op de (middel)lange termijn zal naar verwachting het gebruik van de traditionele informatiebronnen (printmedia en VVV-informatie - met uitzondering van de VVV-website) verder afnemen en dat van de eigentijdse media verder toenemen. Informatiebronnen zijn met name belangrijk bij de voorbereiding van een stedentrip Slechts 8% van de respondenten geeft aan geen gebruik te maken van informatiebronnen bij de voorbereiding van een stedentrip. Tijdens het bezoek aan een stad is dat aandeel 16% en het grootst na afloop van de reis. 55% van de respondenten zegt dan geen informatie meer te gebruiken. Na de reis maken 18- tot 29-jarigen meer dan gemiddeld gebruik van sociale media om hun ervaringen te delen.
la group
30
Mediagebruik voor het bezoek aan een stad Zoekmachines, de informatiebron vooraf Voordat een bezoek wordt gebracht aan een stad zijn de drie meest gebruikte informatiebronnen: zoekmachines, zoals Google (de nr. 1 met 71% van de respondenten), de VVV-website (41%) en de website van de specifieke stad (29%). De andere bronnen die door meer dan 5% van de respondenten werden gebruikt zijn (in volgorde van omvang): Google Maps, VVV-brochures/ folders, tijdschriften, reisgidsen, dagbladen en de website Zoover. Opvallend is dat de vier meest gebruikte bronnen websites zijn. Slechts 2% maakt gebruik van de mond-tot-mond informatie door familie, vrienden en kennissen. De sociale netwerksites, zoals Hyves en Facebook, worden nog amper tot helemaal niet gebruikt. En ook sites met beeld- en filmmateriaal (Flickr en YouTube) spelen op dit moment geen rol bij de reisvoorbereidingen. Wat valt verder op? • De groep van 50 jaar en ouder maakt relatief meer gebruik van printmedia (VVV-brochure/ folder, reisgidsen en dagbladen) en de VVVwebsite. Beide bronnen zijn relatief minder aantrekkelijk voor de jongere leeftijdsgroepen. • 30- tot 49-jarigen oriënteren zich relatief vaak op basis van zoekmachines en de website Zoover. Deze bronnen worden door 50plussers minder gebruikt dan door de andere leeftijdsgroepen.
la group
Welke 3 bronnen gebruikt u het meest voorafgaand aan het bezoek van een stad? 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Zoekmachines zoals Google Website VVV Website gemeente/stad
Google Maps VVV-brochure/folders Tijdschriften Reisgidsen Dagbladen Zoover Booking.com
Familie/vrienden/kennissen Website Uitburo Blogs en forums over de gemeente/stad Tripadvisor Hyves Flickr
YouTube Facebook Weekendjeweg.nl Twitter Geen van deze
50 jaar en ouder
30 - 49 jaar
18 - 29 jaar 31
Mediagebruik tijdens het bezoek aan een stad VVV-kantoor, de informatiebron tijdens het bezoek Tijdens het bezoek aan een stad zijn de drie meest gebruikte informatiebronnen: het VVV-kantoor (40% van de respondenten), de VVV- brochures/ folders (34% van de respondenten) en zoekmachines (23%). De overige informatiebronnen die door 5% of meer van de respondenten werden benut zijn: de receptie van de verblijfsaccommodatie, de website van de VVV, reisgidsen, Google Maps, het GPS-systeem, de website van de betreffende gemeente/stad, tijdschriften en de mobiele telefoon. Wat valt verder op? • De 50-plussers zijn trouwe klanten van de VVV. Ze maken relatief vaak gebruik van het VVVkantoor, van de VVV-brochures/folders, de VVV-website en verder nog van reisgidsen, dagbladen en de website van het Uitburo. • De bronnen waarvan de 30- tot 49-jarigen relatief vaak gebruik maken zijn het GPSsysteem en de website Zoover. De media die ze relatief weinig gebruiken zijn de VVV- media (kantoor, brochures en website) en reisgidsen. • De 18- t0t 29-jarigen benutten relatief vaak Google Maps en hun mobiele telefoon en relatief minder de VVV-media. • Ruim 26% van de respondenten gebruikt geen informatiebronnen tijdens hun bezoek (30- tot 49-jarigen 20%; 50-plussers 12%).
Welke 3 bronnen gebruikt u het meest tijdens het bezoek van een stad? 0%
10%
30%
40%
50%
VVV-kantoor VVV-brochure/folders Zoekmachines zoals Google Receptie verblijfsaccommodatie Website VVV Reisgidsen
Google Maps GPS-systeem Website gemeente/stad Tijdschriften Mobiele telefoon Dagbladen Website Uitburo Zoover
Booking.com Blogs en forums over de gemeente/stad Plattegrond Hyves Familie/vrienden/kennissen Tripadvisor Facebook Twitter YouTube
Flickr Geen van deze 50 jaar en ouder
la group
20%
30 - 49 jaar
18 - 29 jaar 32
Mediagebruik na het bezoek aan een stad Zoekmachines als meest gebruikte informatiebron na het bezoek Ook na het bezoek aan een stad worden diverse media ingezet om meer informatie op te zoeken of ervaringen met anderen te delen. De drie meest gebruikte media na het bezoek aan een stad zijn: zoekmachines (25% van de respondenten), de website van de VVV en brochures/folders van de VVV (beide 11% van de respondenten). Andere media die door meer dan 5% van de respondenten worden gebruikt zijn: de website van de gemeente/stad, Google Maps, reisgidsen en tijdschriften. Wat valt verder op? • 18- tot 29-jarigen delen hun ervaringen relatief vaak op sociale mediaplatforms, zoals Hyves en Facebook. • Ook 30- tot 49-jarigen maken relatief vaak gebruik van Hyves. • 50-plussers kijken na hun bezoek aan de stad juist relatief vaak op de website van de VVV en de gemeente/stad en ook in de VVVbrochures, reisgidsen en tijdschriften. • Voor alle leeftijden geldt dat ruim de helft van de respondenten geen van de media gebruikt na het bezoek aan een stad.
Welke 3 bronnen gebruikt u het meest na het bezoek van een stad? 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Zoekmachines zoals Google Website VVV VVV-brochure/folders Website gemeente/stad Google Maps Reisgidsen Tijdschriften Dagbladen Zoover
Hyves Blogs en forums over de gemeente/stad YouTube Facebook Twitter Booking.com Website Uitburo Tripadvisor GPS-systeem
Flickr Geen van deze 50 jaar en ouder
la group
30 - 49 jaar
18 - 29 jaar 33
Effect van slogans/kenmerken op profilering (1) Bijna alle onderzochte steden/gemeenten zetten een slogan of specifieke kenmerken in om hun stad/gemeente beter op de kaart te zetten. Maar wat is het effect hiervan op bezoekers en nietbezoekers van de steden? Geniet de stad/gemeente daardoor meer bekendheid? En herkennen de respondenten de gemeente/stad in de betreffende slogan? Met andere woorden: vinden respondenten de slogan of de kenmerken passend voor de stad/gemeente? Weinig spontane bekendheid met slogans en/of kenmerken De spontane bekendheid van de slogans en/of kenmerken van de onderzochte steden scoren laag. Alleen de slogans ‘Er gaat niets boven Groningen’ en ‘I amsterdam’ zijn bekend bij een relatief groot deel van de respondenten (20% bij Groningen en 11% bij Amsterdam). Bij de overige onderzochte gemeenten ligt het percentage respondenten dat zegt de betreffende slogan of kenmerken te kennen tussen de 1% en 3%. Bekendheid betekent niet automatisch passendheid ‘I amsterdam’ is bij 11% van de respondenten bekend. Dit betekent echter niet automatisch dat de respondenten deze slogan ook bij de stad vinden passen. 44% vindt de slogan zeer passend tot passend, 43% weinig tot niet passend en 14% geeft aan het niet te weten. Het omgekeerde speelt bij de slogan van de gemeente Hilversum. In het voorjaar van 2010 heeft de gemeente de slogan ‘Mediastad in ‘t groen’ gelanceerd. In dit geval is het logisch dat bijna geen respondent deze slogan kent (1% geeft aan de slogan te kennen). Gevraagd naar de passendheid van deze slogan wordt de gemeente in de gekozen slogan goed herkend door de respondenten: 76% van de respondenten vindt ‘Mediastad in ‘t groen’ zeer passend tot passend voor Hilversum. Slechts 6% van de respondenten vindt deze slogan weinig passend en niemand vindt het niet passend. 17% geeft aan het niet te weten. Dit resultaat laat zien dat de gemeente met deze slogan een goede keuze heeft gemaakt. De slogan van Groningen doet het niet alleen goed bij de spontane bekendheid, maar wordt ook als passend gezien. 20% van de respondenten geeft aan bekend te zijn met de slogan ‘Er gaat niets boven Groningen’. Ook vindt 67% van de respondenten de slogan bij de provinciehoofdstad passen. Een relatief klein aantal (15%) zegt de slogan weinig tot niet passend te vinden en 19% valt onder de categorie ‘weet niet’.
la group
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Hilversum Rotterdam
Maastricht Eindhoven Groningen
Den Haag Zwolle Schiedam
Amsterdam Haarlem
Utrecht Hengelo Nijmegen
Dordrecht Enschede Tilburg
Breda passend tot zeer passend spontane bekendheid
34
Effect van slogans/kenmerken op profilering (2) Slogans/kenmerken moeten specifiek, onderscheidend en herkenbaar zijn Voor de werking van slogans en kenmerken is het essentieel dat deze zo specifiek mogelijk zijn voor de betreffende stad/gemeente en zich (ook daardoor) onderscheiden van die van andere steden. Daarnaast moeten de slogans/kenmerken de stad weerspiegelen. Dat wil zeggen dat de slogan voldoende lading moet hebben om effectief te zijn. ‘I amsterdam’ laat een bepaalde trots zien en schetst op een ‘filosofische’ manier het karakter van de stad. Daarmee is deze slogan te ingewikkeld om voor iedereen meteen herkenbaar te zijn. Slogan consequent gebruiken Is er eenmaal gekozen voor een slogan/specifieke kenmerken, dan is het belangrijk deze consequent toe te passen bij alle relevante communicatie-uitingen van de gemeente, zoals de websites die informeren over het toeristisch-recreatieve aanbod van de gemeente. Dit is nog niet bij alle van de door ons onderzochte steden het geval. Daarnaast moet een slogan gedurende een lange(re) periode worden gehanteerd als men wil dat deze effect heeft en herkenbaar wordt. Als het om slogans en/of beeldmerken gaat, dan zijn er geen quick wins. Slogans doen het beter dan kenmerken Kijkend naar het percentage respondenten dat een slogan of kenmerken passend tot zeer passend vinden, valt op dat slogans het over het algemeen beter doen dan kenmerken. Ook het aandeel respondenten dat bij de vraag naar de passendheid van de slogan/kenmerken met ‘weet niet’ antwoordt, is bij de kenmerken groter dan bij de slogans. Kenmerken zijn vaak te generiek. Liever geen slogans/kenmerken dan onduidelijke Als een gemeente geen slogan of specifieke kenmerken kan identificeren waarin ze zich herkent of die het karakter van de stad/gemeente goed tot uitdrukking brengen, dan is het beter om geen slogan te gebruiken. Af en toe wordt worden lijstjes gepubliceerd met slogans van diverse gemeenten waaruit blijkt dat vaak weinig specifieke boodschappen worden ingezet. Daardoor gelden deze slogans in principe ook voor veel andere gemeenten en zijn ze uitwisselbaar. Kortom: zet alleen maar slogans/kenmerken in als die daadwerkelijk passen bij de gemeente of zo origineel zijn dat ze voldoende onderscheidend zijn om op te vallen.
la group
35
3 Toeristisch imago Nijmegen
la group
36
Algemeen (1) De (potentiële) bezoeker aan Nijmegen kan voor vertrek op diverse websites informatie inwinnen over het toeristischrecreatieve aanbod van Nijmegen. De meest relevante websites zijn de website van de gemeente (www.nijmegen.nl) en die van het Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen (RBT KAN) (www.vvvarnhemnijmegen.nl). De website van de gemeente (zie onder ‘op bezoek’) heet de bezoeker welkom in de oudste stad van Nederland. Daarnaast worden de meest typerende kenmerken van Nijmegen vermeld (zie hieronder).
la group
Verder zijn er actuele berichten geplaatst, kan men zoeken op thema’s, zijn er quotes over de stad en links naar andere organisaties die (specifieke) informatie verstrekken over Nijmegen. Bij de website van RBT KAN vindt men informatie over de regio’s in dit gebied, waaronder het Rijk van Nijmegen. De slideshow laat typerende activiteiten en bezienswaardigheden van het Rijk van Nijmegen zien, zoals de Vierdaagse, een bezoek aan het Valkhofmuseum of het Romeinenfestival. Verder zijn er algemene tips te vinden over het bezoek aan de binnenstad van
Nijmegen), over de geschiedenis van de stad, over festivals, maar ook over een specifieke accommodatie. Met de website www.coolregion.nl wordt beoogd de regio beter op de kaart zetten en digitaal vindbaar te maken voor bezoekers en bedrijven uit binnen- en buitenland. Naast het thema ‘bezoeken’ met diverse toeristische basisinformatie komen ook de onderwerpen ‘wonen, leren, onderzoeken en ondernemen’ aan bod. De website is in het Nederlands, Engels en Duits beschikbaar.
37
Algemeen (2) De website www.nijmegen.com is een initiatief van het Uitburo Nijmegen en de VVV. Deze site bundelt het aanbod in de vorm van relevante onderwerpen(zie afbeelding hieronder). Deze titels werken als links naar de betreffende websites: bij het kopje ‘hotels en toerisme’ wordt men bijvoorbeeld doorverwezen naar de website van de VVV Arnhem-Nijmegen. Ten slotte informeren twee websites over de uitgaansmogelijkheden in Arnhem en Nijmegen (www.nijmeegsuitburo.nl en en www.ugenda.nl).
la group
Met de nieuwe nota Toerisme ‘Welkom in Nijmegen’ (januari 2010) zet de gemeente in op het versterken van de Nijmeegse economie met als doel de groei van de werkgelegenheid in de toeristische sector en het verhogen van de bestedingen van toeristen in de gemeente Nijmegen. Om dit te realiseren zijn drie pijlers geïdentificeerd: 1) de bruisende binnenstad, 2) de groene en blauwe omgeving en 3) het verleden van Nijmegen. In dit hoofdstuk kijken we of het beeld dat Nijmegen wil uitdragen, overeenkomt
met het imago onder de huidige en potentiële bezoekers. Verder gaan we in op de vraag of het imago van Nijmegen positief is en waarmee de stad vooral wordt geassocieerd. We eindigen met aanbevelingen, waarmee de gemeente aan de slag kan gaan, zodat de toeristisch-recreatieve potenties ten volle kunnen worden benut.
38
Spontane associaties bij Nijmegen Nijmegen is de stad van de Vierdaagse Bij Nijmegen denkt 36% van de respondenten aan de Vierdaagse, waarbij nietbezoekers deze spontane associatie vaker hebben dan de bezoekers zelf (39% vs. 26%). Op de 2e plek wordt gezelligheid, winkelen, uitgaan genoemd (9% van de respondenten). Op een gedeelde 3e plaats staat (de rivier) de Waal/Waalkade en studentenstad/universiteit (7% van de respondenten). Bezoekers noemen gezelligheid, winkelen, uitgaan en de Waal relatief vaak. Verder schieten de bezoekers vaker dan de niet-bezoekers de volgende associaties te binnen: cultuur, musea (Valkhof), parken, oude stad, de (Waal)brug en de binnenstad. Circa 11% van de respondenten heeft geen spontane associatie, waarbij dit vooral de niet-bezoekers zijn(14%). Men heeft geen negatieve associaties. Wat valt verder op? • De 18- tot 29-jarigen noemen relatief vaak voetbalclub NEC . • Cultuur, musea, parken en Keizer Karel (plein), Romeinen wordt relatief vaak genoemd door de 50-plussers.
Wat is het eerste dat u spontaan te binnen schiet als u denkt aan Nijmegen?* 0%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
Vierdaagse/Avondvierdaagse Gezelligheid, winkelen, uitgaan
De rivier de Waal, Waalkade/aan het water/rivier Studentenstad, universiteit Cultuur, musea (Valkhof), parken
Oude stad (een van de oudste steden van Nederland) Keizer Karel (plein), Romeinen De (Waal-)brug
Leuk, mooi Academisch Ziekenhuis Radboud NEC voetbalclub
Historisch (centrum) Oorlog, bevrijding
Binnenstad Mariken van Nimwegen Heuvels, heuvelachtig
Weet niet
bezoekers
la group
5%
* In deze grafiek staan alleen spontane associaties die de respondenten minimaal vijf keer noemden.
niet-bezoekers
39
Algemene beeld van Nijmegen • De respondenten uit het verzorgingsgebied noemen vaker de gezelligheid, de studentenstad en de cultuur/musea/ parken. Ruim driekwart heeft een positief beeld van Nijmegen Gemiddeld genomen heeft 78% van de respondenten een positief tot zeer positief beeld en 3% een negatief tot zeer negatief beeld van Nijmegen. De bezoekers zijn vaker positief tot zeer positief (95%) dan de niet-bezoekers (72%). Slechts 19% van de respondenten geeft aan geen beeld te hebben bij Nijmegen (het gemiddelde van alle onderzochte steden is 26%).
Hoe is uw algemene beeld van Nijmegen? 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Zeer positief
Positief Negatief Zeer negatief Geen mening bezoekers
niet-bezoekers
Wat valt verder op? • Er zijn nauwelijks verschillen tussen de leeftijdsgroepen ten aanzien van het positieve/negatieve beeld van Nijmegen. Een uitzondering zijn de 30tot 49-jarigen die relatief vaak een negatief tot zeer negatief beeld hebben van Nijmegen. • Respondenten uit het verzorgingsgebied zijn relatief vaak zeer positief over de stad.
la group
40
Toeristische ansichtkaart Nijmegen Vierdaagse, de Waal(brug), gezelligheid + uitgaan op de ansichtkaart van Nijmegen Bij het toeristisch imago gaat het om de associaties vanuit het perspectief van de toerist/bezoeker. Dit zijn de associaties die thuishoren op een ansichtkaart van de stad. Hiernaast staat de ansichtkaart van Nijmegen, gebaseerd op genoemde toeristische associaties.* Hoe groter de afbeelding, hoe vaker de associatie is genoemd door de respondenten. De Vierdaagse is bij de toeristische associaties - net als bij de spontane associaties veruit het meest genoemd (24%), gevolgd door (de rivier) de Waal, gezelligheid, winkelen, uitgaan (beide 6%) en de (Waal-)burg en cultuur, musea, parken (beide 5%). Studentenstad komt minder prominent terug als spontane associatie. Wat valt verder op? • Bezoekers noemen relatief vaak de hierboven genoemde associaties, behalve de Vierdaagse. Dit evenement wordt vaker genoemd door nietbezoekers. • Ook noemen bezoekers oude stad en binnenstad vaker dan niet-bezoekers.
la group
Wat zou u op de toeristische ansichtkaart van Nijmegen zetten?
Groeten uit Nijmegen
De Vierdaagse
Nijmegen aan de Waal
Groeten NijmegenGezelligheid en uitgaan Museum uit het Valkhof
* De belangrijkste toeristische associaties komen min of meer overeen met de top 10 van Nijmeegse bezienswaardigheden en attracties (zie nota Toerisme ‘Welkom in Nijmegen’).
41
Beoordeling van Nijmegen op sfeeraspecten Nijmegen is gezellig, sfeervol en gastvrij Op vrijwel alle aspecten scoort Nijmegen positief. Van alle aan de respondenten voorgelegde sfeeraspecten scoort Nijmegen het hoogst op gezellig, sfeervol en gastvrij. Ondanks dat de verschillen klein zijn, zijn bezoekers overall positiever dan niet-bezoekers, behalve op de aspecten modern en schoon. Wat valt verder op? • Ten opzichte van alle onderzochte gemeenten scoort Nijmegen gemiddeld op druk, modern en grootstedelijk. Bovengemiddelde scores behaalt de stad op veilig, bruisend, aantrekkelijk (3e plek), sfeervol (3e plek), schoon, vriendelijk, gezellig (3e plek), fraai, gastvrij en ruimdenkend (3e plek). • Bezoekers vinden Nijmegen drukker, meer grootstedelijk, sfeervoller en ruimdenkender dan niet-bezoekers. • Respondenten van 50 jaar en ouder zijn op alle aspecten iets positiever dan de respondenten uit de andere leeftijdsgroepen.
la group
Kunt u aangeven in welke mate onderstaande eigenschappen passen bij Nijmegen?* 1
2
3
4
5
Rustig Rustig
6
7 Druk Druk
Historisch Historisch
Modern Modern
Provinciaal Provinciaal
Grootstedelijk Grootstedelijk
Onveilig Onveilig
Veilig Veilig
Saai Saai
Bruisend Bruisend
Onaantrekkelijk Onaantrekkelijk
Aantrekkelijk Aantrekkelijk
Niet Nietsfeervol sfeervol
Sfeervol Sfeervol
Vervuild Vervuild
Schoon Schoon
Onvriendelijk Onvriendelijk
Vriendelijk Vriendelijk
Ongezellig Ongezellig
Gezellig Gezellig
Lelijk Lelijk
Fraai Fraai
Ongastvrij Ongastvrij
Gastvrij Gastvrij
Bekrompen Bekrompen
Ruimdenkend Ruimdenkend bezoekers
bezoekers niet-bezoekers niet-bezoekers
* De cirkels in de grafiek staan voor de opvallende verschillen tussen de antwoorden van de bezoekers en de niet-bezoekers.
42
Passende verblijfsduren voor Nijmegen Dagbezoek meest passend voor Nijmegen 54% van de respondenten ziet Nijmegen als een bestemming voor een dagbezoek. 22% van de ondervraagden vindt een dagdeelbezoek of een kort weekendbezoek aantrekkelijk. Slechts 8% van de respondenten (10% van de nietbezoekers) ziet Nijmegen niet als een aantrekkelijke stad voor een toeristisch bezoek. Dat is onder het gemiddelde van alle 18 onderzochte steden (17%). Wat valt verder op? • 30- tot 49-jarigen zien Nijmegen vaker als een aantrekkelijke stad voor een kort weekendbezoek. 18- tot 29-jarigen vinden Nijmegen relatief vaak niet aantrekkelijk voor een toeristisch bezoek. De jongste leeftijdsgroep is ook het minst positief over een dagbezoek aan Nijmegen. • Vergeleken met de andere middelgrote historische steden** scoort Nijmegen (met ‘s-Hertogenbosch) hoog bij een dagbezoek (54%) en een kort weekendbezoek (22%). Bij een dagdeel- en een lang weekendbezoek scoort Nijmegen ook goed (22% resp. 10%).
la group
Welke verblijfsduren vindt u aantrekkelijk voor een toeristisch bezoek aan Nijmegen?* 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Dagdeel bezoek (4 uur of korter) Dagbezoek Kort weekendbezoek (2 dagen) Lang weekendbezoek (3 à 4 dagen) Midweekbezoek (4 à 5 dagen) Weekbezoek (6 à 7 dagen) Niet aantrekkelijk voor toeristisch bezoek bezoekers
niet-bezoekers
* * Dagdeel bezoek: ‘s-Hertogenbosch (20%), Haarlem (21%), Dordrecht (30%). Dagbezoek: ‘s-Hertogenbosch (54%), Haarlem (51%), Dordrecht (42%). Kort weekendbezoek: ‘ s-Hertogenbosch (20%), Haarlem (20%), Dordrecht (6%). Lang weekendbezoek: ‘s-Hertogenbosch (12%), Haarlem (6%), Dordrecht (2%).
* Onder toeristisch bezoek verstaan we bezoeken die voor ontspanning en/of plezier worden gemaakt (bijvoorbeeld bezoek aan een museum, attractie of evenement). 43
Passende activiteiten voor Nijmegen Winkelen en uit eten gaan zijn de meest passende activiteiten In totaal vindt 65% van de respondenten winkelen een passende activiteit voor Nijmegen. Een restaurantbezoek neemt de tweede plek in, gevolgd door wandelen/fietsen. Nijmegen staat op de 2e plek van alle onderzochte steden wat betreft het wandelen/fietsen als passende activiteit.12% van de respondenten vindt geen enkele activiteit passen. Bezoekers zijn duidelijk positiever dan niet-bezoekers. Dit komt waarschijnlijk doordat ze een beter beeld hebben van Nijmegen. Wat valt verder op? • De 18- tot 29-jarigen zien Nijmegen relatief vaak als een plek om uit te gaan. 30- tot 49-jarigen zien een bezoek aan een filmvoorstelling, aan toneel/cabaret en aan een attractie relatief vaak als passende activiteit. De ouderen zien wandelen/fietsen en een museumbezoek relatief vaak passend. • Respondenten uit de regio vinden vergeleken met de respondenten van buitenaf - bijna alle activiteiten bovengemiddeld passen, behalve winkelen, congres- en attractiebezoek.
la group
Welke van onderstaande activiteiten vindt u bij Nijmegen passen? 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Om te winkelen Uit eten gaan Om te wandelen/fietsen Bezoek museum Bezoek evenement Uitgaan (café/disco/nachtclub) Bezoek familie en/of vrienden Voor een congres/beurs Bezoek muziekvoorstelling: pop/jazz/musical Zakelijke doeleinden Bezoek muziekvoorstelling: klassiek/opera/operette Bezoek filmvoorstelling
Bezoek toneel/cabaret Bezoek attractie (bijvoorbeeld dierentuin) Bezoek dans/balletvoorstelling Om zelf te gaan sporten Geen van deze bezoekers
niet-bezoekers
* De activiteiten in de grafiek zijn gesorteerd op het totale aantal respondenten, dus de optelsom van bezoekers en niet-bezoekers.
44
Bezoek aan Nijmegen (1) Bijna drie op de vijf bezoekers komt circa één keer per jaar naar Nijmegen Uit de resultaten blijkt dat 58% van de bezoekers Nijmegen in de afgelopen drie jaar één tot drie keer heeft bezocht. 13% van de bezoekers komt meer dan één keer per kwartaal naar deze stad.
Kunt u een inschatting maken hoe vaak u Nijmegen heeft bezocht in de afgelopen 3 jaar? 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
1-3 keer (circa 1 maal per jaar) 4-6 keer (circa 2 maal per jaar)
7-12 keer (circa 1 maal per kwartaal)
Wat valt verder op? • Bezoekers die woonachtig zijn in het verzorgingsgebied van Nijmegen bezoeken de stad relatief vaak (57% bezocht Nijmegen in de afgelopen drie jaar 13 keer of vaker). • Ook bezoekers van buiten de regio komen relatief vaak, circa eenmaal per jaar, naar de Waalstad (64%) .
13 keer of vaker Weet niet
Winkelen is het meest genoemde toeristisch-recreatieve bezoekmotief Uit de figuur op de volgende pagina blijkt dat winkelen voor de respondenten de meest voorkomende bezoekreden is voor hun laatste bezoek aan Nijmegen (52%). Dit ligt onder het gemiddelde van alle onderzochte steden (59%). Ook bezoek aan familie en/of vrienden en aan een restaurant (29% en 28%) scoren goed bij de respondenten.
la group
45
Bezoek aan Nijmegen (2) Wat valt verder op? • In verhouding tot de andere deelnemende steden noemt men relatief vaak wandelen/fietsen (21%) en uitgaan (12%) als reden voor een bezoek aan Nijmegen. Dit is in beide gevallen de op een na hoogste score van alle onderzochte gemeenten. • 50-plussers kwamen tijdens hun laatste bezoek aan Nijmegen relatief vaak voor een museumbezoek en om te wandelen/fietsen en de 18- tot 29jarigen om uit te gaan. • Alle redenen voor het laatste bezoek aan Nijmegen worden vaker genoemd door de bewoners uit het verzorgingsgebied dan door de bewoners van buiten dit gebied. • In vergelijking met de andere steden in Overijssel en Gelderland noemde men vaker het museumbezoek, wandelen/ fietsen, een bezoek aan een evenement en aan een attractie. Winkelen en bezoek familie en/of vrienden voornaamste bezoekredenen Winkelen en bezoek aan familie en/of vrienden wordt door 22% resp. 19% van de bezoekers genoemd.
la group
Met welke reden(en) heeft u Nijmegen de laatste keer bezocht? En wat was de voornaamste reden om Nijmegen te bezoeken? 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Om te winkelen Bezoek familie en/of vrienden Uit eten gaan
Om te wandelen/fietsen Bezoek museum Bezoek evenement
Zakelijke doeleinden Uitgaan (café/disco/nachtclub) Bezoek filmvoorstelling Bezoek attractie (bijvoorbeeld dierentuin)
Bezoek muziekvoorstelling: klassiek/opera/operette Bezoek muziekvoorstelling: pop/jazz/musicalOm zelf te gaan sporten Voor een congres/beurs
Bezoek toneel/cabaret Bezoek dans/balletvoorstelling Weet niet
redenen
belangrijkste reden
46
Aantrekkelijkheid culturele aanbod (1)
Wat valt verder op? • Bezoekers zijn over musea, theaters, poppodia, concertgebouwen, culturele festivals/evenementen en filmhuizen positiever dan de niet-bezoekers.
la group
50%
40%
30%
20%
10%
Filmhuizen
Moderne architectuur
Beeldende kunst/galeries
Concertgebouwen
Poppodia
Bioscopen
Theaters, schouwburgen
Musea
0%
Culturele festivals en evenementen
Geen hoge verwachtingen over het cultuuraanbod in Nijmegen Het meest aantrekkelijke culturele aanbod verwachten de respondenten op het gebied van cultuurhistorisch erfgoed/ monumenten. 69% is hierover positief, d.w.z. verwacht een aantrekkelijk tot zeer aantrekkelijk aanbod op dit gebied. Daarna volgen culturele festivals en evenementen én musea (63% is positief). Opmerkelijk is dat de respondenten relatief weinig verwachten van poppodia en filmhuizen (43% en 35% is positief), terwijl Nijmegen met ‘Doornroosje’ een bekend poppodium en met ‘Lux’ een bekend filmhuis heeft.
In welke mate verwacht u in Nijmegen een aantrekkelijk aanbod op het gebied van…?*
Cultuurhistorisch erfgoed/monumenten
Om meer inzicht te krijgen in de verwachtingen van respondenten over het toeristisch-recreatieve aanbod in Nijmegen, is gevraagd in welke mate ze een aantrekkelijk cultureel aanbod, horeca-aanbod en overig aanbod verwachten.
zeer aantrekkelijk aanbod (scores 8-10) aantrekkelijk aanbod (scores 6-7)
geen aantrekkelijk aanbod (scores 1-5) weet niet
* De grafieken op de volgende pagina’s hebben allemaal betrekking op de totale groep respondenten, dus de bezoekers en de niet-bezoekers.
47
Aantrekkelijkheid culturele aanbod (2)
la group
80% 70% 60% 50%
40% 30% 20% 10%
* De categorieën aantrekkelijk aanbod en zeer aantrekkelijk aanbod zijn in de grafiek bij elkaar opgeteld.
Filmhuizen
Moderne architectuur
Beeldende kunst/galeries
Concertgebouwen
Poppodia
Bioscopen
Theaters, schouwburgen
Musea
0% Culturele festivals en evenementen
Vergeleken met de andere onderzochte middelgrote historische steden valt op dat Nijmegen bij alle aspecten de hoogste score heeft, op het cultuurhistorische erfgoed na. Op dat aspect scoort ‘s-Hertogenbosch beter. Op de tweede plaats van de middelgrote historische steden staat ‘s-Hertogenbosch en op de derde plaats Haarlem, gevolgd door Dordrecht.
In welke mate verwacht u bij de middelgrote historische steden een aantrekkelijk aanbod op het gebied van…?
Cultuurhistorisch erfgoed/monumenten
• De 30- tot 49-jarigen hebben relatief vaak hoge verwachtingen ten aanzien van poppodia. De 50-plussers verwachten veel van het cultuurhistorisch erfgoed, musea en beeldende kunst/ galeries. • Bewoners uit het verzorgingsgebied hebben op alle aspecten hogere verwachtingen dan de bewoners van buiten dit gebied, met uitzondering van de moderne architectuur.
Nijmegen Den Bosch Haarlem Dordrecht
48
Aantrekkelijkheid horeca-aanbod Nijmegen kent een aantrekkelijk horecaaanbod De meeste respondenten verwachten dat het Nijmeegse horeca-aanbod aantrekkelijk tot zeer aantrekkelijk is, en dan met name de restaurants (80%), terrassen (79%), cafés (76%) en hotels (70%). De uitgaansgelegenheden worden het minst positief beoordeeld, maar nog steeds verwacht 57% een(zeer) aantrekkelijk aanbod. Wat valt verder op? • De 30- tot 49-jarigen verwachten relatief vaak een aantrekkelijk aanbod van hotels en uitgaansgelegenheden. • Bewoners uit het verzorgingsgebied verwachten relatief vaak een aantrekkelijk aanbod op het gebied van restaurants, cafés en terrassen. • Vergeleken met ‘s-Hertogenbosch, Haarlem en Dordrecht scoort Nijmegen het hoogst op terrassen en op de overige aspecten van het horecaaanbod als goede 2e. • In de lijst met alle 18 onderzochte steden behaalt Nijmegen qua horecaaanbod wisselend een gedeelde 5e plaats of een gedeelde 6e plaats.
la group
In welke mate verwacht u in Nijmegen een aantrekkelijk aanbod op het gebied van…? 50% 45% 40%
35% 30% 25% 20% 15%
10% 5% 0% Terrassen
Restaurants
Cafés
Hotels
Uitgaan (disco's, dancings)
Zeer aantrekkelijk aanbod (scores 8-10) Aantrekkelijk aanbod (scores 6-7) Geen aantrekkelijk aanbod (scores 1-5) Weet niet
49
Aantrekkelijkheid overige aanbod
la group
55% 50% 45%
40% 35% 30%
25% 20%
15% 10% 5%
Attracties
Evenementen
Kwalitatief hoogstaand winkelaanbod
0% Gevarieerd winkelaanbod
Wat valt verder op? • Bezoekers verwachten een duidelijk beter winkelaanbod dan de nietbezoekers. Daarnaast hebben ze ook relatief hogere verwachtingen over het evenementenaanbod. • Vergeleken met ’s-Hertogenbosch, Haarlem en Dordrecht scoort Nijmegen het hoogst op de aantrekkelijkheid van haar evenementen en attracties. Qua omvang van het winkelaanbod belandt Nijmegen op de 3e plaats, wat betreft de variatie en kwaliteit van winkels op de 2e plaats.
In welke mate verwacht u in Nijmegen een aantrekkelijk aanbod op het gebied van…?
Groot winkelaanbod
Redelijk positief beeld over winkelen in Nijmegen Een grote meerderheid van de respondenten verwacht dat Nijmegen een groot (59%), gevarieerd (61%) en een kwalitatief hoogstaand (59%) winkelaanbod heeft. Wat betreft evenementen verwacht 60% van de respondenten een (zeer) aantrekkelijk aanbod in Nijmegen. De op een na hoogste score van alle 18 onderzochte steden die de stad vooral te danken heeft aan de Vierdaagse. Van de attracties hebben 24% van de respondenten een (zeer) positief beeld.
Zeer aantrekkelijk aanbod (scores 8-10) Aantrekkelijk aanbod (scores 6-7)
Geen aantrekkelijk aanbod (scores 1-5) Weet niet 50
Profilering van Nijmegen Slogan van Nijmegen vrij onbekend en beperkt geschikt De respondenten is gevraagd of ze bekend zijn met de slogan van Nijmegen, zonder deze expliciet te noemen. Het gaat hier dus om spontane bekendheid. Slechts 3% van de bezoekers en 2% van de niet-bezoekers zegt bekend te zijn met deze slogan. Vervolgens legden we de respondenten de slogan ‘Altijd Nijmegen’ voor en vroegen hen of deze past bij Nijmegen. Van de bezoekers vindt 38% de slogan passend tot zeer passend. Onder niet-bezoekers ligt dit percentage een stuk lager (32%). Het gemiddelde van alle respondenten ligt op 34%. Wat valt verder op? • Bezoekers vinden de slogan minder bij Nijmegen passen dan niet-bezoekers. • 9% van de respondenten (9% bezoekers en 9% niet-bezoekers) vindt de slogan helemaal niet passend. Dit is het grootste percentage van alle onderzochte steden en is hetzelfde als bij Amsterdam (‘I amsterdam’). • Haarlem en Dordrecht gebruiken ook slogans/kenmerken voor de profilering van hun stad. Deze zijn ongeveer even
la group
De slogan van Nijmegen is ‘Altijd Nijmegen’. In welke mate vindt u deze slogan passend bij Nijmegen? 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Zeer passend
Passend
Weinig passend
Helemaal niet passend
Weet niet
bezoekers niet-bezoekers
onbekend als die van Nijmegen. Echter de kenmerken van Haarlem (oorspronkelijkheid, kwaliteit en menselijke maat) worden als meer geschikt beoordeeld (43% ). De kenmerken van Dordrecht (ondernemend, eigenzinnig en nuchter) vindt 32% van de respondenten passend, wat ongeveer vergelijkbaar is met Nijmegen. 51
4 Aanbevelingen Nijmegen
la group
52
Aanbevelingen Nijmegen heeft een toeristisch imago. De stad staat bij zowel de bezoekers als de niet-bezoekers bekend om de Vierdaagse. In de ranking van alle onderzochte steden staat Nijmegen op de 4e plek wat betreft het overall imago, na Maastricht, Amsterdam en ’s-Hertogenbosch. Deze positie is ten opzichte van 2006 onveranderd. Het overall imago valt uiteen in het totaal van sfeeraspecten en het totaal van productaspecten. Qua sfeer behaalt Nijmegen, samen met Groningen, een 4e plaats (na Maastricht, ’s-Hertogenbosch en Haarlem). Kijkend naar de productaspecten staat Nijmegen op de 6e plaats (na de G4 en Maastricht). Hieronder volgt een aantal aanbevelingen waarmee Nijmegen haar toeristisch imago verder kan verbeteren. Stad en omgeving - koppel deze twee trekkers nog beter aan elkaar Na winkelen, bezoek van familie en/of vrienden en restaurantbezoek is wandelen/ fietsen een belangrijk bezoekmotief en staat ook op de 3e plek bij de passende activiteiten. Een reden om stad en ommeland goed aan elkaar te koppelen. De overgangen van stad naar de omgeving dienen aantrekkelijk te zijn, bijvoorbeeld door
la group
groene verbindingen of een bijzondere voorziening, zoals het beoogde Natuurcentrum aan de Waalkade, alsmede door een heldere bewegwijzering. Op die manier wordt het ontdekken van de omgeving van Nijmegen nog aantrekkelijker gemaakt en is de weg van buiten naar het centrum makkelijker te vinden. Ook draagt een dergelijke koppeling bij aan het bieden van interessante arrangementen. Blijf de slogan ‘Altijd Nijmegen’ vullen met content ‘Altijd Nijmegen’ staat voor de combinatie van ‘de trots op de geschiedenis met de hedendaagse dynamiek en de innovatieve kracht van de stad’ en werd in juni 2008 gelanceerd. Omdat de slogan pas twee jaar wordt gebruikt, geniet deze tot nu toe nog weinig bekendheid. Verder werd aan de respondenten gevraagd of ze de slogan vinden passen bij de stad. 38% van de bezoekers en 32% van de niet-bezoekers geeft aan de slogan passend te vinden. Hier liggen dus volop kansen voor Nijmegen. Er is door citymarketing Nijmegen een programma ontwikkeld voor de inhoudelijke lading van de slogan en daarnaast een huisstijlhandboek voor het gebruik van de
slogan en het beeldmerk. Door de tijdeloosheid van ‘Altijd Nijmegen’ kan de slogan bijna onbegrensd worden ingezet voor de diverse aspecten en activiteiten die Nijmegen biedt. Echter, om de slogan goed te laten beklijven, is het aan te raden om deze gericht/met een aantal specifieke thema’s te laden. Verbeter de vindbaarheid van informatie voor de consument De (potentiële) bezoeker vindt informatie over het toeristisch-recreatieve aanbod van Nijmegen op diverse websites (zoals de website van de gemeente, de website van de VVV Arnhem-Nijmegen, de website van het Uitburo Nijmegen/ VVV, de website van het Uitburo et cetera). Deze websites verwijzen grotendeels naar elkaar, maar toch is het niet geheel helder op welke website welke informatie het beste te vinden is. Hier is een goede afstemming op elkaars websites wenselijk, zodat de vindbaarheid van informatie voor de consument verbeterd wordt. Daarnaast is ook aan te raden om opnieuw naar de websites te kijken vanuit de optiek van de consument in plaats van die van de aanbieder. 53
Colofon De volgende personen hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit rapport: Birte Querl, lagroup Inge van Gansewinkel, lagroup Roel van Herpt, lagroup Ad Schalekamp, NBTC-NIPO Research Bianca Hopman, NBTC-NIPO Research Kees van der Most, NBTC-NIPO Research Op deze en de volgende pagina’s vindt u een nadere toelichting op de betrokken personen en organisaties.
Birte Querl is afgestudeerd aan de 'Technische Universität Berlin', studierichting 'Landschaftsplanung'. Na haar studie werkte zij als adviseur toerisme & recreatie en als onderzoeker aan de 'Technische Universität Berlin'. In 2001 kwam zij naar Nederland, waar zij eerst drie jaar als adviseur toerisme & recreatie in dienst was bij Route IV in Nijmegen. Vervolgens maakte ze de overstap naar lagroup. Birte is vooral werkzaam in de sector toerisme en recreatie. Daarbinnen houdt zij zich bezig met gebiedsvisies, conceptontwikkeling, strategie en beleid, en marketing.
Inge van Gansewinkel studeerde Vrijetijdsmanagement aan de NHTV in Breda, waar zij zich specialiseerde in Ondernemerschap. In haar afstudeerjaar heeft zij onderzoek gedaan naar Citymarketing van een viertal gemeenten (Tilburg, Eindhoven, Dordrecht en Heerlen). Vervolgens heeft zij de Masteropleiding in Organisation Studies aan de Universiteit van Tilburg succesvol afgerond. Inge richt zich bij lagroup op vraagstukken op het gebied van citymarketing, toerisme en recreatie.
Amsterdam, juli 2010
Roel van Herpt studeerde Bedrijfskunde in Tilburg en Rome. Hij studeerde cum laude af voor de master Strategic Management. Na een aanvullend studiejaar Filosofie paste hij zijn bedrijfskundige kennis toe binnen de creatieve sectoren tijdens een tweede master Creative Development in Utrecht. In 2007 werkte hij bij de Arnhem Mode Biënnale en later aan de TU/e als trainee Architectural Design Management, waar hij zich op het snijvlak van management en stedelijke ontwikkeling begaf. Bij lagroup richt Roel zich vooral op de bijdrage van kunst, cultuur en vrije tijd aan de verlevendiging van steden.
la group
54
lagroup Leisure & Arts Consulting
Vele jaren kennis en ervaring lagroup is opgericht in 1997. Hiermee zijn we een van de eerste specialistische spelers in de vrijetijdsen cultuursector in Nederland. Daarnaast neemt iedere adviseur zijn eigen ‘bagage’ mee die wordt gedeeld met het team. Door deze jarenlange ervaring kennen we veel succesvolle projecten in binnenen buitenland. Hiermee hebben we genoeg vergelijkingsmateriaal om te beoordelen waar uw kansen liggen. Bevlogen en betrokken adviseurs Onze adviseurs voelen zich persoonlijk betrokken bij de kwaliteit van de vrijetijds- en cultuursector. Door de oprechte interesse in en passie voor het vakgebied is lagroup een goed ingevoerde gesprekspartner. Interessante projecten verdienen serieuze aandacht. We werken daarom graag met u samen om uw project tot een succes te maken. Om hierin te slagen, kijken we met een kritisch oog naar uw plannen. Zo kunnen wij u voorzien van een eerlijk en realistisch advies. Opdrachtgevers en opdrachten lagroup adviseert over toerisme & recreatie, kunst & cultuur, horeca & congressen, sport & wellness congressen en evenementen. Dit doen we in opdracht van overheden, brancheorganisaties, projectontwikkelaars, ondernemers en individuele instellingen. De werkzaamheden zijn zeer gevarieerd, want de opdrachten gaan zowel over concept- en beleidsontwikkeling als over marketing, organisatiestructurering, veranderingsprocessen en haalbaarheidsstudies.
la group
Toerisme
&
Recreatie
Kunst
&
Cultuur
Hotellerie & Horeca
Sport
&
Wellness
Regio-/city marketing/branding
Combinatie van leisure & arts lagroup Leisure & Arts Consulting is een specialist op het gebied van vrije tijd én cultuur. Onze naam zegt het al. De grenzen tussen deze twee werelden vervagen: denk hierbij aan toprestaurants die zich in musea vestigen, hotels die wellness ontwikkelen of een theater dat vergaderfaciliteiten aanbiedt. Omdat lagroup thuis is in het hele spectrum van de vrijetijds- en cultuursector kunt u met uw vraagstelling bij één bureau terecht. Op het moment dat uw vraag onze expertise overstijgt, schakelen we een van onze vaste samenwerkingspartners in.
Gebiedsontwikkeling
lagroup is een adviesbureau in de volle breedte van de vrijetijds- en cultuursector. In dit hoofdstuk kunt u lezen waarin de kracht van ons bureau ligt en waarin ons vaste team van (eigen)wijze adviseurs uitblinkt.
Congressen & Evenementen
vrijetijdssectoren
Graag wijzen wij u nog op www.lablog.nl, de weblog van lagroup. Hier vindt u inspirerende projecten over stedelijke en gebiedsontwikkeling, city branding en alles wat daarmee te maken heeft. Ook lanceerden we www.waaromcultuur.nl, een website over het nut, de noodzaak en de waarde van kunst en cultuur. 55
NBTC-NIPO Research B.V. Voor continu onderzoek en maatwerk naar vakantie en vrije tijd NBTC-NIPO Research is een joint venture tussen TNS NIPO en het Nederlands Bureau voor Toerisme & Congressen (NBTC). Het samenwerkingsverband van beide organisaties richt zich op marktonderzoek op het terrein van vakanties, zakenreizen en vrije tijd. Door NBTC-NIPO Research wordt op continubasis onderzoek gedaan naar ontwikkelingen/trends binnen deze drie deelmarkten. Bij de aanpak baseert NBTC-NIPO Research zich op drie ‘expertise’-pijlers die samen het fundament vormen van haar advies: marketingexpertise, marktexpertise en marktonderzoekexpertise. Het langst lopende onderzoek van NBTC-NIPO Research is het ContinuVakantieOnderzoek (CVO). Dit is een grootschalig multiclient onderzoek naar het vakantiegedrag van de Nederlanders dat vier keer per jaar onder een panel van 6.500 Nederlanders wordt gehouden. Het onderzoek geeft een breed en diepgaand inzicht in de ontwikkelingen en trends op de vakantiemarkt. Daarnaast biedt het onderzoek de mogelijkheid om eigen vragen toe te voegen, bijvoorbeeld naar naamsbekendheid, imago, positionering en klanttevredenheid. Aansluitend op vragen over meer algemene aspecten van de vakantie neemt NBTC-NIPO Research in het ContinuVakantieOnderzoek vragen op over aparte thema’s als inspireren en oriënteren, reisverzekeringen, vakantieplannen, enzovoorts, waarvoor afzonderlijke themarapportages verschijnen. Om het jaar voert NBTC-NIPO Research een grootschalig onderzoek uit naar het vrijetijdsgedrag van de Nederlandse bevolking: het ContinuVrijeTijdsOnderzoek (CVTO). Het onderzoek geeft een breed en diepgaand inzicht in de structuur, de ontwikkelingen en de trends op de vrijetijdsmarkt. Daarbij worden de meest uiteenlopende activiteiten op een continue basis en gespreid over het gehele jaar in kaart gebracht. Daarnaast biedt NBTC-NIPO Research volop mogelijkheden voor het uitvoeren van maatwerkonderzoek dat specifiek ingaat op uw informatiebehoefte. Zo voert zij voor diverse opdrachtgevers onderzoeken uit op het gebied van toerisme en recreatie, zoals bekendheids- en imago-onderzoek, prijs/productoptimalisatie, positionering, marktpotentieel/haalbaarheid. De directie van NBTC-NIPO Research bestaat uit Ad Schalekamp (onderzoeksdirecteur bij TNS NIPO) en Kees van der Most (hoofd marktonderzoek bij NBTC). Voor uitgebreidere informatie verwijzen wij graag naar de website: www.nbtcniporesearch.nl.
la group
56
TNS NIPObase TNS NIPObase Consumer is een database met de gegevens van ruim 152.000 personen verdeeld over bijna 59.000 huishoudens, waarvan ruim 140.000 personen hebben aangegeven dat zij (regelmatig) willen meedoen aan onderzoek van TNS NIPO. Van deze respondenten is standaard een groot aantal gegevens beschikbaar, bijvoorbeeld sociodemografische kenmerken, informatie over mediaconsumptie, vrijetijdsbesteding, merkgebruik en bezittingen. In tegenstelling tot bijna alle andere access panels is TNS NIPObase Consumer opgezet op basis van huishoudens, wat het makkelijker maakt om respondenten te selecteren op basis van de kenmerken van een huisgenoot of om koppels te ondervragen (bijvoorbeeld moeder én kind). Uniek aan TNS NIPObase is dat behalve bovenstaande achtergrondgegevens, ook alle onderzoeksgegevens worden weggeschreven van andere onderzoeken. Zo blijft alle informatie behouden en is het mogelijk informatie die in eerdere onderzoeken is gewonnen en gegevens uit verschillende onderzoeken te koppelen. Op deze manier krijgt u een veel completer beeld van de doelgroep die u onderzoekt. U kunt de eerder verzamelde gegevens opnieuw gebruiken voor bijvoorbeeld: • steekproeftrekking; • verdiepende analyses; • vervolgonderzoeken.
la group
57
lagroup Leisure & Arts Consulting
TNS NIPO
NBTC
Sarphatistraat 650 1018 av Amsterdam
Grote Bickersstraat 74 1013 ks Amsterdam
Vlietweg 15 2266 ka Leidschendam
t +31 (0)20 550 20 20 f +31 (0)20 550 20 22
[email protected] www.lagroup.nl www.lablog.nl
t +31 (0)20 522 54 44 f +31 (0)20 522 53 33
[email protected] www.tns-nipo.com www.nbtcniporesearch.nl
t +31 (0)70 370 57 05 f +31 (0)70 320 16 54
[email protected] www.nbtc.com www.holland.com www.nbtcniporesearch.nl
la group
58