Toepassen woonpatronen GEN Methodiek kansrijk aanbod
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen Onderbouwing en validatie
In opdracht van GEN en Energiesprong
Eric Willems, Arie Kalkman, Mariëlle Nuchelmans, Anika Haak. Frans de Haas en Guus de Haas, Linda van Leeuwen en Pieter Hameetman 11 november 2013
Inhoudsopgave 1/ 2/
Inleiding Toepassen van woonpatronen
3 6
2.1 /
Ezie®: Van woonpatroon naar energiegebruik
6
2.2 /
Inspiratie woonpatronen
8
2.3 /
Analyse Mosaic Profielen
9
2.4 /
Onderbouwing gebruiksprofiel
10
2.5 /
Werkwijze energiegebruiksberekening
14
2.6 /
Validatie woonpatronen
14
2.7 /
Potentieel in bestaande bouw
18
2.8 /
Besparingsadvies bewoner
19
2.9 /
Toepassing bij Energienotaloze woningen
19
2.10 /
Doorontwikkeling profielen en woonpatronen
19
3/ 4/ 5/
Conclusie Toepassen van de methodiek in de praktijk Literatuurlijst
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
21 22 23
2
1 / Inleiding Het werkelijke energiegebruik dat bewoners realiseren in een nieuwe, te renoveren of bestaande woning, is tot op heden onvoldoende nauwkeurig te voorspellen. In de praktijk kunnen energiegebruiken en navenante kosten bij identieke woningen een factor 6 of meer verschillen zonder afdoende onderbouwende verklaring. Om energielasten beter te kunnen voorspellen is het nodig de invloed van de gebruikers op het energiegebruik goed te leren kennen. Deze ontbrekende kennis leidt tot de volgende patstelling bij partijen: • Bewoners zijn terughoudend voor een (extra) investering in energiebesparende maatregelen. Terugverdien-mogelijkheden voor de individuele situaties zijn onzeker (wat krijg ik en vooral: wat levert het me op?). • Banken die investeringen willen financieren, vragen meer zekerheden omtrent de geplande besparingen en de daaruit volgende woonlastenreductie. • Partijen die besparingen willen ‘garanderen’ verlangen dezelfde zekerheden en betrouwbaardere voorspellingen. De invloed op het energiegebruik van de bewoner moet dan ook vooraf voorspeld kunnen worden om deze ontwikkelingen in klantbenadering en financiering een grote duw voorwaarts te geven. Om deze patstelling te doorbreken zijn er woonpatronen ontwikkeld waarmee bewoners met hun bijbehorende energiegebruiksgedrag zijn te beschrijven. Er zijn vier onderdelen – zogenaamde profielen - waaruit het woonpatroon is opgebouwd: woningprofiel, bewonersprofiel, sociaaleconomisch profiel en een gebruiksprofiel. In figuur 1 staat dit verband schematisch weergegeven.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
3
Woningprofiel
Bewonersprofiel Woonpatroon Gebruiksprofiel
Sociaaleconomisch profiel
Figuur 1: Schematisch verband tussen woonpatroon en bijbehorende profielen.
Deze profielen kennen de volgende definitie en eigenschappen: Een woningprofiel is een genormaliseerde beschrijving van de woning. Het woningprofiel is op te bouwen uit gestandaardiseerde bouwkundige en bouwfysische woningkenmerken zoals gehanteerd in de EPG voor nieuwbouw en EPA-methodiek voor bestaande bouw.
Het bewonersprofiel is een opsomming van de kenmerken van de bewoners. Een bewonersprofiel wordt samengesteld door het aantal, leeftijd en geslacht van de bewoners. Dit uit zich in een profiel en heeft invloed op zowel het gebouwgebonden als het huishoudelijke energiegebruik. Tot het bewonersprofiel behoort: • Gezinsopbouw (aantal, leeftijd, geslacht). • De fysiologische kenmerken van de bewoners. o Deze gegevens zijn nog niet beschikbaar. Een sociaaleconomisch profiel is een profiel opgebouwd uit sociaaleconomische factoren, dit zijn factoren die bepalen hoe mensen handelen en wie we zijn. Het sociaaleconomisch profiel is essentieel voor het volledig begrijpen van de klant. Hieruit wordt het handelingsperspectief en het aanbod bepaald. Dit profiel heeft eveneens invloed op het gebouwgebonden en huishoudelijke energiegebruik. Tot het sociaaleconomische profiel behoort: • De sociale status. • Mate van affiniteit met milieu en duurzaamheid. • Financiële situatie. Het gebruiksprofiel vertegenwoordigt de mate waarin de apparaten en de woning door de bewoners wordt gebruikt (verwarmd). Het gebruiksprofiel heeft ook invloed op het gebouwgebonden en huishoudelijke energiegebruik.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
4
Tot het gebruiksprofiel behoort: • De in de woning aanwezige apparatuur. • Welke vertrekken, wanneer en op welke temperatuur verwarmd of gekoeld en/of verlicht. • Welke apparaten, wanneer en hoe lang gebruikt. • Op welke momenten hoeveel warm water gebruikt. Het woonpatroon van een individuele woning kan achterhaald worden door de goede vragen te stellen over de woning, de bewoners, het gebruik en de sociaaleconomische factoren. Een krachtig middel in de communicatie met bewoners en voor aanbiedende bouwpartijen is om woonpatronen te groeperen en te aggregeren naar grotere deelverzamelingen. In deze notitie is een opzet gegeven voor een aggregatie van woonpatronen op basis van de methode van Mosaic. De woonpatronen zijn geïnspireerd door de wijze waarop Mosaic Huishoudens groepen en typen onderscheidt. Daaraan gekoppeld is er literatuur over het gebruikersgedrag over energie verwerkt wat per woonpatroon tot een relevante set van invoerwaarden leidt om energieberekeningen mee uit te voeren. Het resultaat is dat elk woonpatroon een deel van de Nederlandse huishoudens vertegenwoordigt met dezelfde voor het energiegebruik typerende kenmerken.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
5
2 / Toepassen van woonpatronen 2.1 / Ezie®: Van woonpatroon naar energiegebruik Ezie® is ontwikkeld door Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV om het energiegebruik van individuele huishoudens nauwkeurig te voorspellen. Ezie® is een programma dat aan de hand van invoer over de woning en het gezin een voorspelling maakt van het energiegebruik maakt. In onderstaande figuur staat dit aangegeven.
Figuur 2: Schematische weergave werking Ezie®.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
6
Ezie® start met een gemiddelde woning en een gemiddelde gezinssamenstelling en gebruiksprofiel. Ezie® bepaalt deze woning en gezin aan de hand van zes vragen. Hierbij gaan we uit van het type woning en het bouwjaar voor het woningprofiel en voor het gebruiksprofiel is de gezinssamenstelling erg belangrijk. Na het invullen van deze 6 vragen kan worden gestart met het nauwkeuriger maken van de energievoorspelling. Een ruim aantal parameters kunnen worden aangepast waardoor het energieverbruik steeds nauwkeuriger voorspeld kan worden. Iedere invoer resulteert in een correctiefactor op het gemiddelde gebouwgebonden en gemiddelde huishoudelijke energiegebruik. Zowel de eigenschappen van de woning als het gebruikspatroon kunnen aangepast worden, waardoor het berekende energiegebruik steeds nauwkeuriger past bij de realiteit van de woning en het gezin. In onderstaande figuur is dit duidelijk gemaakt.
Figuur 3: Woonpatroon in Ezie®.
Er zijn twee mogelijkheden om tot een nauwkeurige invoer van Ezie® te komen. Deze mogelijkheden hangen samen met de doelgroep en de beschikbare tijd waarmee met de bewoners kan worden gecommuniceerd. Optie 1 is het meest tijdrovend en optie 2 is een optimalisatie om met weinig tijd toch een voldoende betrouwbare voorspelling te kunnen doen. 1. Een uitgebreide enquête waarbij de bewoners gedetailleerde informatie geven over de woning (eventueel aangevuld met een woningopname) en gedetailleerde informatie over het gezin. 2. Een beperkt aantal vragen waaruit het bijbehorende woonpatroon bepaald kan worden. Een compleet profiel achterhalen en invoeren is voor een aanbiedende partij in de markt een tijdrovende bezigheid. Met de woonpatronen kan op een snelle manier een vrij nauwkeurige inschatting van het energiegebruik gemaakt worden. Een woonpatroon is dus een volledig profiel op
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
7
basis van beperkte informatie. Het gaat uit van de veronderstelling dat tot op zekere hoogte gezinnen en hun gebruik in groepen kunnen worden ingedeeld.
2.2 / Inspiratie woonpatronen De 10 woonpatronen zijn geïnspireerd door de classificatie van Mosaic Huishoudens van Experian. Experian is wereldwijd leider in het verstrekken van informatie en analyse- en marketingservices aan bedrijven en consumenten. Experian heeft Mosaic Huishoudens ontworpen om alle ruim zeven miljoen huishoudens in Nederland te identificeren en te classificeren, in het bijzonder voor marketing doeleinden. Het resultaat is een classificatie die een duidelijk beeld schetst van de Nederlandse consumenten wat betreft hun sociodemografie, levensstijl, cultuur en (koop)gedrag. Er is geen specifieke analyse beschikbaar die samenhangt met het energiegebruik. In onderstaande figuur staan de veertien hoofdgroepen uitgezet tegen de meest onderscheidende aspecten, leeftijd en welstand.
Figuur 4: Weergave van alle groepen en typen van Mosaic [www.experian.nl].
Binnen de consumentenbestedingen is het gebruik en de inkoop van energie een commodity dat onderdeel uitmaakt van een (noodzakelijke) behoefte aan verwarming, warmtapwater en elektriciteit. Daarom kan worden gesteld dat het besteden van geld aan energie in dezelfde aanpak en emotie kan worden meegenomen dan andere uitgaven met een vergelijkbare behoeftepatroon waarop dit onderzoek is gestoeld.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
8
2.3 / Analyse Mosaic Profielen Als eerste zijn de gegevens van Mosaic bestudeerd en geanalyseerd op energiegebruik. Er zijn een aantal Mosaic Huishoudens waar op energiegebruik geen onderscheid in te maken is. Ook zijn er Mosaic Groepen waar een onderverdeling is gemaakt die wel invloed heeft op het energiegebruik. In de onderbouwing van de standaard woonpatronen in Ezie® zijn uiteindelijk 10 profielen gekozen en aangenomen die gebaseerd zijn op de Mosaic Huishoudens. In onderstaande tabel staan de 10 Mosaic Profielen beschreven. Aangegeven is welk Mosaic Huishouden(s) de inspiratie is. Om inzicht te geven is voor de Mosaic Huishoudens aangegeven met welk percentage deze anno 2010 voorkomen in de Nederlandse bevolking. Tabel 1. Standaard huishoudens. Beschrijving Ezie Mosaic
Jong, werkend
Kenmerken
D: Goed stadsleven
A: Jonge digitalen Thuis
B: Stedelijke balanceerders G: Sociale huurders
Alleenstaande ouder, thuis
C: Samen starten
Alleenstaande ouder, werkend
E: Modale koopgezinnen
Traditioneel gezin
E: Modale koopgezinnen
Tweeverdiener gezin
F: Kind en carriere
Ouder stel, thuis
H: Rijpe middenklasse
Ouder stel, werkend
H: Rijpe middenklasse
Percentage bevolking
Alleenstaand of samenwonend, parttime / fulltime werken, hoog of wetenschappelijk opgeleid, appartement in stad 18 - 65 jaar ,studenten, starters, werklozen, wonen alleen, geen kinderen, geen fulltime baan, wonen < 90 m2, simpele woning
7,8%
9,3% 3,4% 7,9%
25 - 45 jaar, wonen samen of alleen, soms al kinderen, laag inkomen, werkt parttime of niet, laag opleidingsniveau, woning 90 - 135 m2
7,1%
30 - 50 jaar, thuiswonende kinderen < 12 jaar, kostwinnaar werkt fulltime, modaal inkomen, woning 90 - 135 m2
6,2%
30 - 55 jaar, samenwonend, meerdere kinderen, goed inkomen, middelbaar tot hoog opgeleid, weinig thuis, woning: minimaal 90 m2
7,3%
50 - 75 jaar, getrouwd en wonen samen, geen kinderen of kind van minimaal 13 jaar oud, werken nog fulltime of parttime, inkomen is laag tot 1,5 keer modaal, middelbaar opgeleid, woning 90 - 135 m2
7,6%
8,7% 5,5% 4,3% 6,8% 8,9%
Senioren, thuis
N: Vergrijsde eenvoud
65+, gepensioneerd, geen kinderen in huis, pensioen, inkomen is beneden modaal, lage opleiding en laagopgeleide banen
Senioren, redelijk vaak thuis
J: Gouden rand K: Elitaire topklasse L: Landelijk leven M: Welverdiend genieten
55+, gepensioneerd, getrouwd, geen kinderen meer thuis wonen, goed pensioen, hoge opleiding, redelijk vaak thuis
* Groep I is geen aparte groep (8,8%), de huishoudens zijn verspreid over de aangrenzende groepen.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
9
In Ezie® worden aan woningtypen de diverse profielen gekoppeld. De combinatie van woningtype en bewonersprofiel wordt aangevuld met het gebruiksprofiel. Per woningtype zal het aantal gebruiksprofielen verschillen. Immers niet ieder bewonersprofiel komt voor in elk woningtype. Tezamen vormt dit het woonpatroon.
2.4 / Onderbouwing gebruiksprofiel Er is al veel onderzoek gedaan naar het energiegebruik in woningen. Het energiegebruik in woningen is onderverdeeld in een aantal hoofdgroepen, zogenaamde posten in het energiegebruik. In deze energieposten is een onderverdeling gemaakt naar parameters die een goede waarde moeten krijgen om het energiegebruik betrouwbaar te kunnen berekenen. In de gebruiksprofielen zijn de waarden van deze parameters vastgelegd en bepaald. In de onderstaande tabel is aangegeven welke literatuur bronnen er zijn gebruikt om een onderbouwde keuze te maken voor de waarde van de betreffende paramaters. Zie de literatuurlijst voor de volledige verwijzingen. In bijlage I zijn enkele afdrukken uit de literatuur overgenomen waaruit invoerparameter zijn bepaald per gebruikspatroon. Tabel 2. Hoofdgroepen berekenen energiegebruik en bronverwijzing.
Post energiegebruik Aanwezigheid
Verwarming
Ventilatie Verlichting Hygiene Afwassen Maaltijden Apparatuur
Omschrijving Gemiddeld aantal uur iemand aanwezig Instelling thermostaat Gebruik rolluiken/gordijnen Gebruik binnendeuren
Gebruik ventilatiesysteem Spuigedrag Aanwezige verlichting Gebruik verlichting Aanwezigheid bad Gebruik sanitaire voorzieningen Gebruik vaatwasser Gebruik kooktoestel Aanwezigheid apparatuur Gebruik apparatuur
Bron Leefstijl en energie Leefstijl en energie Wonen en energie Energiegedrag in de woning Energielastenbeschouwing Evaluatie EPC-aanscherpt in woningen Energiegedrag in de woning Wonen en energie Leefstijl en energie Energieverbruik in energiezuinige woningen Leefstijl en energie Energiegedrag in de woning Leefstijl en energie Leefstijl en energie Leefstijl en energie Energiegedrag in de woning Energielastenbeschouwing Energieverbruik in energiezuinige woningen
Uit de gezinsprofiel van de Mosaic-Huishoudens is een afleiding gemaakt voor de verschillende invoergroepen in Ezie® zoals aanwezigheid, verlichting, hygiëne en apparatuur. Op basis van de beschrijving van Mosaic zijn deze parameters vastgesteld. Er is niet voor gekozen om een bandbreedte aan te houden omdat er dan geen eenduidige waarde kan worden berekend. Er is onderkend dat in deze aannames op basis van huishoudenbeschrijvingen de nodige onzekerheden blijven bestaan, met name over de aanwezige apparatuur en de intensiteit van het gebruik er van. We kunnen hier spreken van een best educated guess. Bij de validatie van de woonpatronen wordt hier nader op ingegaan hoe het mogelijk kan zijn om huishoudens en bijbehorend energiegedrag te categoriseren.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
10
Naast deze ontwikkeling van woonpatronen kijken we ook naar andere productgroepen in de consumentenmarkt. Ook bij productgroepen als TV en HiFi, witgoed en kleding kunnen bepaalde gebruikspatronen worden onderscheiden. In deze constatering leiden we ook de rechtvaardiging af om het energie-gerelateerd gedrag in patronen te gaan beschrijven. De hier gedane aannames zullen in de praktijk moeten worden gevalideerd, en kan ook aan de hand van praktijkcases worden verbeterd. Een methode hiervoor kan zijn om met enquêtes te werken. Hier wordt aan het einde van deze notitie nader op ingegaan.
In de volgende figuur zijn voor verschillende bewonersprofielen de invoerparameters van Ezie bepaald. De onderstaande figuur geeft voor elke parameter de uiterste waarden van de in te voeren bandbreedte. In de daaropvolgende tabel staan de 10 gebruiksprofielen gegeven met de vastgestelde invoerparameter. Voor elk woonpatroon kan het energiegebruik berekend worden.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
11
Tabel 3. Bandbreedte van de parameters bij voorspellen energiegebruik (bewonersprofiel + gebruiksprofiel) Spreiding Aanw ezigheid aantal ouderen
-
Het aantal senioren (<65 ) in het huishouden
uren aanw oud
uur/dg
Het gemiddeld aantal uren dat de ouderen thuis zijn per dag (incl w eekend)
aant_volw
-
Het aantal volw assenen (>18 jaar <65 jaar) in het huishouden
uren aanw volw assen
uur/dg
Het gemiddeld aantal uren dat de volw assenen thuis zijn per dag (incl w eekend)
aantal jongeren
-
Het aantal jongeren (>12 en <18 jaar) in het huishouden
uren aanw jongeren
uur/dg
Het gemiddeld aantal uren dat de jongeren thuis zijn per dag (incl w eekend)
aantal kinderen
-
Het aantal kinderen (<12 ) in het huishouden
uren aanw kn
uur/dg
Het gemiddeld aantal uren dat de kinderen thuis zijn per dag (incl w eekend)
0
2
1 0 - 16
≥4
3
17 - 20
0
20 - 24
2
1 0 - 16
≥4
3
17 - 20
0
20 - 24
2
1 0 - 16
≥4
3
17 - 20
0
20 - 24
2
1
≥4
3
17 - 20
0 - 16
20 - 24
Verw arm ing van de binnenlucht T therm,verw armen
°C
Instelling thermostaat in de ruimte w aar de primaire temperatuurregeling plaatsvindt
18
19
20
21
22
%-onverw armd
%
Deel van de w oning dat niet w ordt verw armd uitgedrukt in % van het vloeroppervlakte
80 - 100
60 - 80
40 - 60
20 - 40
0 - 20
uren nachtverw arming verw
uur/dg
Het aantal uren per dag verlaging van de thermostaat
16 - 24
12 - 16
8 - 12
4-8
0-4
dagen afw ezig dagverlaging verw
dg/w eek
Gem aantal dagen per w eek afw ezigheid w aarbij de thermostaatstand w ordt verlaagd
0
Koeling van de binnenlucht T therm,koel
°C
instelling thermostaat in de ruimte w aar de primaire temperatuurregeling plaatsvindt
0
%-ongekoeld
%
Deel van de w oning dat niet w ordt gekoeld uitgedrukt in % van het vloeroppervlakte
0
vermogen koel
W
Vemogen heeft deze (bij w and- enof vloerkoeling: gebruik 50 W/m2)
0
uren gebruik
uur/dg
Het aantal uren per dag dat de koeling gem aanstaat als het buiten w arm is (> 24 °C)
0
Beïnvloeding w oningisolatie % gordijnen/luiken open
%
% van de ramen blijven gordijnen/rolluiken 's nachts open als het buiten koud is (< 15 °C)
50
% binnendeuren open
%
procent van de binnendeuren doorgaans geopend als het buiten koud is (< 15 °C)
50
% jalouzie/screens open
%
hoeveel % van de ramen blijft de zonw ering geopend als de zon erop schijnt
50
Warm teverlies naar buurw oningen scheidingsoppervlak met buren
m²
Oppervlakte w aarmee de w oning grenst aan buren met een afw ijkend stookpatroon
0
isolatie naar de buren
-
Indien w armtevelies, geef dan op of de w anden geïsoleerd zijn of niet geïsoleerd (2)
0
stookgedrag buren
-
Stoken de buren veel minder -, minder (1 à 2 °), hetzelfde, meer (1 à 2 °) of veel meer
0
koelgedrag buren
-
De buren koelen hun w oning niet (1), koelen hun w oning w el (2)
0
uren mv hoog
uur/dg
Aantal uren per dag dat het ventilatiesysteem in de hoogste stand w ordt gezet
2
uren mv midden
uur/dg
Aantal uren per dag dat het ventilatiesysteem in de middenstand w ordt gezet
2
% open raam
%
Hoeveel procent van de ramen is doorgaans geopend als het buiten koud is (< 15 °C)
uren raam open
uur/dg
Aantal uren per dag dat de ramen w orden geopend als het buiten koud is (< 15 °C)
Gebruik m echanische ventilatie
Gebruik van -te openen- ram en 0 - 20
20 - 40
40 - 60
60 - 80
80 - 100
1
2
3
4
>5
Gebruik elektrische verlichting uren verl w oonkamer/keuken
uur/dg
Aantal uren per dag dat de verlichting in de w oonkamer en keuken brandt (gem van zomer en w inter)
aant lamp w oonkamer/keuken
stks
Aantal lampen in de w oonkamer en keuken dat gem aanstaat (gem zomer en w inter)
1
2
3
4
>5
1-2
3-4
5-6
7-8
9 - 10
verm lamp w oonkamer/keuken
W
Het gemiddeld vermogen van de lampen in w oonkamer en keuken )
aant overige ruimten verl
stks
Hoeveel andere ruimten in de w oning w orden doorgaans (> 1 uur per dag) verlicht
1
2
3
4
>5
aant lamp overige ruimten
stks
Gem. aantal lampen per overige ruimte dat aanstaat (gem van zomer en w inter)
1
2
3
4
>5
vermogen lamp overige ruimten
W
Het gemiddeld vermogen van de lampen in overige ruimten
LED 1 - 5 W
Gloeilam p 25 - 75 W
Spaarlam p 5 - 15 W
LED 1 - 5 W
Spaarlam p 5 - 15 W
Gloeilam p 25 - 75 W
Bereiden van m aaltijden aant w arme maaltijden
/w k
Aantal w arme maaltijden dat gemiddeld per w eek w ordt bereid op het fornuis
typ fornuis
-
Type fornuis: gasfornuis, elektrisch ( gietijzer, keramisch, halogeen) of inductiekkookplaten
uren kook
uur/dg
Hoeveel uren per dag w ordt besteed aan het koken (kort: < 0,5 uur, gem: 0,5-1 uur, lang: >1 uur)
aant oven
/w k
Aantal keren dat gemiddeld per w eek w ordt de oven w ordt gebruikt (> 15 minuten)
typ oven
-
Wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van een gasoven (1) of elektrische oven (2)
aant douchebeurten
/w k
Aantal keren dat gemiddeld per w eek de douche w ordt gebruikt (gem 0,80 douches pp per dag)
duur douchebeurt
min/kr
Gemiddelde duur van de douches in minuten per keer (kort:< 4 min, gem: 4-12 min, lang: > 12 min)
typ douche
-
Is de douche: spaarkoppen , traditioneel of luxe (comfortdouche, meedere koppen)
aantal badbeurten
/w k
het aantal keren dat gemiddeld per w eek een ligbad w ordt gebruikt
typ toilet
-
Aantal toiletten met begrenzer spoelvolume: allen, de helft van de toiletten of geen toilet
aantal natte reinigingen
/w k
Aantal keren dat gemiddeld per w eek de w oning nat w ordt gereinigd
aantal vaatw asbeurten
/w k
Aantal keren dat gemiddeld per w eek de vaatw asser w ordt gebruikt
typ vaatw asser
-
Type vaatw asser: geen, traditioneel (ouder dan 10 jr), zuinig (label A), extra E-zuinig (hot fill of label A++)
1-2
5-6
3-4 Gas = 1
7 -8
Elektrisch = 2
< 0,5 uur
0,5 - 1 uur
1
> 1 uur
3
2
9 - 10
Inductie = 3
4
Gas = 1
>5
Elektrisch = 2
Hygiène Afhankelijk gezinsgrootte 0 - 5 m inuten
6 - 10 m inuten
> 10 m inuten
Com fort / Stort douche = 2
Standaard = 1
0 (In doucheverbruik verw erkt) Alle toiletten = 1
Helft toiletten = 2
Geen toiletten = 3
1
Afw assen
gebruik vaatw asser
0-2
3-4
Extra zuinig = 3
Gebruikt u de vaatw asser energiebew ust, (lage temperatuur of kort w assen) of zonder deze voorzieningen
Energiebew ust = 1
Aantal keren dat gemiddeld per w eek de vaat met de hand w ordt afgew assen
1-2
3-4
/w k
Aantal keren dat gemiddeld per w eek de w asmachine w ordt gebruikt
1-2
3-4
-
Type: traditioneel (ouder dan 10 jr), zuinig (label A), extra zuinige w asmachine(hot fill of label A+++)
aant handafw as
/w k
aant w asmachinebeurten type w asmachine
5-6
7 -8
Zuinig = 2
9 - 10
Traditioneel = 1 Niet energiebew ust = 2
5-6
7 -8
9 - 10
5-6
7 -8
9 - 10
Wassen
gebruik w asmachine
Extra zuinig = 3
Gebruikt u de w asmachine energiebew ust(lage temperatuur of kort w assen) of niet
aant drog
/w k
Aantal keren dat gemiddeld per w eek de w asdroger w ordt gebruikt
tyep droger
-
Type droger: traditioneel (ouder dan 10 jr ), zuinig (label C), extra zuinig (label A)
Traditioneel = 1
Energiebew ust 1-2
3-4
Extra zuinig = 3
Gebruikt u de w asdroger energiebew ust (lage temperatuur of kort drogen) of niet
gebruik droger
Zuinig = 2
Niet energiebew ust 5-6
7 -8
Zuinig = 2
Energiebew ust = 1
9 - 10
Traditioneel = 1 Niet energiebew ust = 2
aantal handw as
/w k
Aantal keren dat gemiddeld per w eek een handw as w ordt gedaan
aantal tv
-
Aantal tv's in huis dat dagelijks w ordt gebruikt
type tv
-
Type tv: plasma, buis tv of LCD, een extra E-zuinige tv, LED
gebruik tv
uur/dg
Gemiddeld aantal uren per dag dat de tv's aan staan
standby tv
uur/dg
Gemiddeld aantal uren per dag dat de tv's in standby stand staan (niet uit of met sluipverbruik killer)
aantal computers
-
Aantal computers in huis dat dagelijks w ordt gebruikt
type computer
-
Type: traditioneel (beeldbuis/ouder dan 5 jr/server), gemiddeld (LCD), extra E-zuinig (LED scherm of laptop)
gebruik computer
uur/dg
Gemiddeld aantal uren per dag dat de PC's w orden gebruikt
standby computer
uur/dg
Gemiddeld aantal uren per dag dat de PC's uit staan zonder sluipverbruik killer
aantal koelkasten
-
Aantal koelkasten en/of vriezers (of combi's) in huis dat w ordt gebruikt
1
2
3
type koelkast
-
Type: traditionele koelkast/vriezer (ouder dan 10 jr), zuinig (label A), extra E-zuinig (label A++)
Extra zuinig = 3
Zuinig = 2
Traditioneel = 1
gebruik keukenapparatuur
-
Gebruikt u veel/intensief elektrische apparaten in de keuken (1), gemiddeld (2) of spaarzaam (3)
Weinig = 3
Gem iddeld = 2
Veel = 1
gebruik overige apparatuur
-
Gebruik elektrische apparaten in de rest van de w oning veel(1), gemiddeld (2) of spaarzaam (3)
Weinig = 3
Gem iddeld = 2
Veel = 1
aantal elektrische kachels
-
Indien van toepassing geef het aantal elektrische kacheltjes op dat w ordt gebruikt voor bijverw arming
1
2
vermogen elektrische kachel
W
Wat is het gemiddelde vermogen van deze kachteltjes in Watt?
gebruik elektrische kachel
uur/dg
Hoeveel uur per dag w orden de kacheltjes gemiddeld gebruikt als het buiten koud is ?
0-2
2-4
4-6
gebruik bijverw arming
dg/jr
Hoeveel dagen per jaar w orden de kacheltjes gebruikt?
0 - 10
10 - 20
20 - 40
aantal w aterbed
-
Aantal éénpersoons w aterbedden in het huishouden
type w aterbed
-
Type: hardside -800 l , softside -600 l of lichtgew icht -200 l of een mix/type onbekend
aantal aquaria
-
verlichting-
gebuik buitenverlichting
-
Heeft u regelmatig buitenverlichting aan met een vermogen > 10 W (1) of is dit nvt (0)
aantal zw embaden
-
aantal sauna
-
aantal zonnebank
-
Beschikt u over een zonnebank (1) of is dit nvt (0)
vermogen overige apparatuur
W
w at is het gem. opgenomen vermogen van andere substantiële stroomverbruikers in uw huishouden
gebruik overige apparatuur
uur/jr
Hoeveel uren per jaar w orden deze voorzieningen gebruikt
1
Apparatuur 0
1 LED = 3
1-2
2
3-4
≥4
3
Tradiotioneel/lcd = 2 5-6
plasm a = 1 7 -8
9 - 10
3
≥4
0 0
1
Zuinige PC = 3 1-2
3-4
2 Gem iddelde PC = 2 5-6
Traditionele PC = 1 7 -8
9 - 10
Bijzondere voorzieningen 0
1500
0
1
2
Lichtgew icht 200 L = 3
Softside 600 L = 2
Hardside 800 L = 1
Geen aquarium
Wel aquarium = 1
Geen buitenverlichting
Wel buitenverlichting = 1
Beschikt u over een klein buitenzw embad/w hirlpool (1) of is dit nvt (0)
Geen zw em bad
Wel zw em bad = 1
Beschikt u over een binnensauna/infraroodcabine od (1) of is dit nvt (0)
Geen sauna
Wel sauna = 1
Geen zonnebank
Wel zonnebank =1
11 november 2013 van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
Toepassen 12
In onderstaande tabel staan de ingevulde profielen. In combinatie met het woningtype levert dit het energiegebruik per woonpatroon. Tabel 4: Ingevulde gebruiksprofielen Jong (18-40) werkend
Jong thuis
Bijstandouder
Éénoudergezin werkend
Traditioneel gezin
Tweeverdienend gezin
Kinderloos(40-65) werkend
Kinderloos (40-65) thuis
Senioren veel thuis
0
0
0
0
0
0
0
0
2
Senioren weinig thuis 2
-
aantal ouderen
22
8
uur/dg
uren aanw oud
Aanwezigheid
Aanwezigheid
aantal ouderen
-
uren aanw oud
uur/dg
aant_volw
-
uren aanw volwassen
uur/dg
aantal jongeren
-
uren aanw jongeren
1
1
1
1
2
2
2
2
0
0
-
10
20
22
10
22
10
10
20
uur/dg
uren aanw volwassen
0
0
0
2
0
2
0
0
0
0
-
aantal jongeren
uur/dg
uren aanw jongeren
0
0
2
0
2
0
0
0
0
0
-
aantal kinderen
uur/dg
uren aanw kn
uur/dg
aantal kinderen
-
uren aanw kn
uur/dg
aant_volw
Verwarming van de binnenlucht
Verwarming van de binnenlucht
T therm,verwarmen
°C
%-onverwarmd
%
80
70
70
30
80
uren nachtverwarming verw
uur/dg
20
8
8
12
4
4
12
8
dagen afwezig dagverlaging verw
dg/week
0
0
0
0
0
0
0
0
20
19 70
18
21
20 30
21
21
19 70
22
°C
T therm,verwarmen
50
50
%
%-onverwarmd
8
12
0
0
22
uur/dg
uren nachtverwarming verw
dg/week
dagen afwezig dagverlaging verw
Koeling van de binnenlucht
Koeling van de binnenlucht
T therm,koel
°C
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
°C
T therm,koel
%-ongekoeld
%
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
%
%-ongekoeld
vermogen koel
W
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
W
vermogen koel
uren gebruik
uur/dg
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
uur/dg
uren gebruik
Beïnvloeding woningisolatie
Beïnvloeding woningisolatie
% gordijnen/luiken open
%
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
%
% gordijnen/luiken open
% binnendeuren open
%
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
%
% binnendeuren open
%
50
50
50
50
50
50
50
50
50
50
%
% jalouzie/screens open
m²
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
m²
scheidingsoppervlak met buren
% jalouzie/screens open Warmteverlies naar buurwoningen scheidingsoppervlak met buren isolatie naar de buren
Warmteverlies naar buurwoningen -
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
isolatie naar de buren
stookgedrag buren
-
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
stookgedrag buren
koelgedrag buren
-
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
koelgedrag buren
uur/dg
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
uur/dg
uren mv hoog
Gebruik mechanische ventilatie uren mv hoog uren mv midden
Gebruik mechanische ventilatie uur/dg
uur/dg
uren mv midden
%
% open raam
1
uur/dg
uren raam open
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Gebruik van -te openen- ramen
Gebruik van -te openen- ramen
% open raam
%
uren raam open
uur/dg
Gebruik elektrische verlichting
Gebruik elektrische verlichting
uren verl woonkamer/keuken
uur/dg
3
5
5
4
5
4
3
5
5
4
uur/dg
uren verl woonkamer/keuken
aantal lamp woonkamer/keuken
stks
5
5
4
6
6
8
8
5
7
7
stks
aantal lamp woonkamer/keuken
verm lamp woonkamer/keuken
W
25
25
25
25
25
25
25
25
25
25
W
verm lamp woonkamer/keuken
aantal overige ruimten verl aantal lamp overige ruimten
stks stks
2 0 25
4 0 25
6 0 25
6 0 25
5 0 25
2 0 25
2 0 25
3 0 25
3 0 25
stks stks
aantal overige ruimten verl aantal lamp overige ruimten
W
vermogen lamp overige ruimten
/wk
aantal warme maaltijden
-
type fornuis
W
2 0 25
aantal warme maaltijden
/wk
3
5
7
7
9
9
4
5
7
6
type fornuis
-
gasfornuis
gasfornuis
gasfornuis 0,75
gasfornuis
gasfornuis
gasfornuis
gasfornuis
gasfornuis
gasfornuis
gasfornuis
vermogen lamp overige ruimten Bereiden van maaltijden
uren kook
Bereiden van maaltijden
uur/dg
aantal oven
/wk
type oven
-
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
1
2
3
3
4
4
2
2
3
3
gas
gas
gas
gas
gas
gas
gas
gas
gas
gas
6
6
12 4
15
18
21
11
11
11 5
11
uur/dg
uren kook
/wk
aantal oven
-
type oven
Hygiène
Hygiène aant douchebeurten
/wk
duur douchebeurt
min/kr
typ douche
-
aantal badbeurten
/wk
type toilet
-
12 standaard
8 standaard
standaard
8 standaard
8 standaard
10 standaard
12 standaard
8 standaard
standaard
0
0
0
0
0
0
0
0
0
8 standaard 0
50% spoelbegrenzer
50% spoelbegrenzer
50% spoelbegrenzer
50% spoelbegrenzer
50% spoelbegrenzer
50% spoelbegrenzer
50% spoelbegrenzer
50% spoelbegrenzer
50% spoelbegrenzer
50% spoelbegrenzer
/wk
aant douchebeurten
min/kr
duur douchebeurt
-
typ douche
/wk
aantal badbeurten
-
type toilet
aantal natte reinigingen
/wk
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
/wk
aantal natte reinigingen
aantal vaatwasbeurten
/wk
3
0
0
5
7
7
4
0
0
0
/wk
aantal vaatwasbeurten
typ vaatwasser
-
zuinig
geen
geen
geen
geen
niet energiebewust
nvt
nvt
energiebewust
zuinig energiebewust
geen
-
zuinig energiebewust
typ vaatwasser
gebruik vaatwasser
zuinig energiebewust
-
nvt
nvt
nvt
aant handafwas
/wk
1
5
7
7
3
3
1
5
7
6
7 extra zuinig
4
4
4
4
zuinig
niet energiebewust
niet energiebewust
traditioneel energiebewust
zuinig energiebewust
zuinig energiebewust
Afwassen
Afwassen traditioneel
-
gebruik vaatwasser
/wk
aant handafwas
Wassen
Wassen aant wasmachinebeurten
/wk
2
2
5
5
7
type wasmachine
-
zuinig
-
niet energiebewust
traditioneel energiebewust
traditioneel energiebewust
zuinig energiebewust
zuinig energiebewust
gebruik wasmachine aant drog
/wk
1
0
0
3
4
2
0
2
-
zuinig
-
niet energiebewust
nvt nvt
zuinig energiebewust
zuinig energiebewust
zuinig
gebruik droger
nvt nvt
4 extra zuinig
2
type droger
niet energiebewust
niet energiebewust
traditioneel energiebewust
nvt nvt
zuinig energiebewust
aantal handwas
/wk
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
/wk
aant wasmachinebeurten
-
type wasmachine
-
gebruik wasmachine
/wk
aant drog
-
type droger
-
gebruik droger
/wk
aantal handwas
Apparatuur
Apparatuur
aantal tv
stuks
type tv
-
gebruik tv
uur/dg
1
1
1
3
1
3
1
1
1
1
LED 2
plasma
Traditioneel/lcd
plasma
plasma
LED
LED 2
traditioneel/lcd
traditioneel/lcd
traditioneel/lcd 2
stuks
aantal tv
-
type tv
uur/dg
gebruik tv
standby tv
uur/dg
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
uur/dg
standby tv
aantal computers
stuks
1
1
1
1
1
3
1
1
1
1
stuks
zuinige pc
gemiddelde pc
traditionele pc
gemiddelde pc
gemiddelde pc
zuinige pc
zuinige pc
traditionele pc
traditionele pc
traditionele pc
2
2 0
2 0
2 0
2 0
2 0
2 0
2 0
2 0
2 0
type computer
-
gebruik computer
uur/dg
standby computer
uur/dg
0
5
6
4
5
3
5
5
aantal computers
-
type computer
uur/dg
gebruik computer
uur/dg
standby computer
aantal koelkasten
stuks
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
type koelkast
-
zuinig
traditioneel
traditioneel
zuinig
zuinig
extra zuinig
zuinig
traditioneel
traditioneel
zuinig
stuks
aantal koelkasten
-
type koelkast
gebruik keukenapparatuur
-
gemiddeld
weinig
weinig
gemiddeld
gemiddeld
veel
gemiddeld
weinig
weinig
gemiddeld
-
gebruik keukenapparatuur
gebruik overige apparatuur
-
veel
weinig
weinig
gemiddeld
veel
veel
veel
weinig
weinig
weinig
-
gebruik overige apparatuur
-
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
aantal elektrische kachels
Bijzondere voorzieningen aantal elektrische kachels vermogen elektrische kachel
Bijzondere voorzieningen W
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
W
vermogen elektrische kachel
gebruik elektrische kachel
uur/dg
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
uur/dg
gebruik elektrische kachel
gebruik bijverwarming
dg/jr
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
dg/jr
gebruik bijverwarming
aantal waterbed
-
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
aantal waterbed
type waterbed
-
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
-
type waterbed
-
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
gebruik buitenverlichting
-
geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
-
gebruik buitenverlichting
aantal zwembaden
aantal aquaria
-
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
-
aantal zwembaden
aantal aquaria
aantal sauna
-
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
aantal sauna
aantal zonnebank
-
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-
aantal zonnebank
vermogen overige apparatuur
W
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
W
vermogen overige apparatuur
gebruik overige apparatuur
uur/jr
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
uur/jr
gebruik overige apparatuur
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
13
2.5 / Werkwijze energiegebruiksberekening De gebruiksprofielen beïnvloeden zowel het gebouwgebonden energiegebruik als het huishoudelijke energiegebruik. De Ezie® rekenkern neemt hiervoor de invoerparameters vanuit het gebruiksprofiel uit tabel 4, en neemt deze parameters als uitgangspunt voor de berekening van het energiegebruik voor verwarming, warmtapwaterbereiding, en huishoudelijke elektra. Een gebruiksprofiel kan dus tot een hogere behoefte voor bijvoorbeeld ruimteverwarming leiden, en een lagere behoefte voor tapwater, of andersom. Het uiteindelijke effect op het energiegebruik aan de meter is afhankelijk van de woning en de installaties die in de energiebehoefte voorzien. Hierdoor zal bijvoorbeeld een gebruiksprofiel met een hoge tapwaterbehoefte in een woning met een zonneboiler tot een kleinere energiekostenstijging leiden dan in een woning zonder zonneboiler. Het gebruiksprofiel op zichzelf is dus nog niet voldoende om een energiegebruik te kunnen bepalen, hiervoor is altijd een combinatie van een gebruiksprofiel met een specifieke woning nodig.
2.6 / Validatie woonpatronen Het beoogd resultaat is om met weinig informatie van bewoners toch een goed patroon op te stellen om het energiegebruik te voorspellen. Om de op basis van theorie vastgestelde woonpatronen in de praktijk ook waarde te geven is het zaak om de woonpatronen vanuit de praktijk te valideren. Generieke validatie
Er is door het uitvoeren van een enquête een eerste validatie uitgevoerd bij een project bestaande uit ca. 100 woningen in vier woningtypen die alleen beperkte variatie in afmeting kennen. In onderstaande figuren is van de woningtypen het energiegebruik volgens Ezie® (ingevuld met de woonpatronen) en het werkelijk energiegebruik afgelezen uit de meterstanden. Uitgangspunt van de vergelijking is een gelijkelijk voorkomen van de tien gebruiksprofielen.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
14
2
Type F (77 m )
11 november 2013
2
Type E (93 m )
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
15
2
Type D (98 m )
2
Type C (142 m )
Alle woningen uit de vergelijking worden gekarakteriseerd met dezelfde EPC. Uit de vergelijking is te zien dat door toepassing van de woonpatronen een doorslaggevende stap is gemaakt vanaf het karakteriseren van een woningbouwproject doormiddel van een ééngetalswaarde naar het voorspellen van het daadwerkelijke energiegebruik zoals dat afhangt van hoe de woningen gebruikt worden. Wat meespeelt is dat de spreiding van de woonpatronen onder de woningen onbekend is. Desondanks zijn de waarden van het energiegebruik goed overeenkomend. Dit betekent dat het kennen van de gezinssamenstelling het resultaat verder zal moeten kunnen verbeteren. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat één woonpatroon onder de woningen vaker voorkomt dan een ander. Om te bepalen hoe de spreiding van de woonpatronen in werkelijkheid is, is het verzamelen en analyseren van een groter aantal enquêtes noodzakelijk. Opvallend is dat de resultaten van de kleinere woning (type F) minder goed overeenkomen. Ook voor deze kleinere woning zijn alle woonpatronen ingevuld, terwijl het juist bij dit kleine woningtype niet waarschijnlijk is dat al deze patronen bij dit woningtype passen. Hierin wordt een aanleiding gezien de werkelijke patronen beter te moeten kennen. Vastgesteld kan worden dat met de woonpatronen de goede weg is ingeslagen om het energiegebruik te kunnen voorspellen voor grotere groepen bewoners. Het is nu zaak om te achterhalen hoe door middel van zo min mogelijk vragen iemand in het juiste woonpatroon geplaatst kan worden.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
16
Validatie op basis beperkte enquête
Bij een recent project bestaande uit 21 woningen uit is een enquête afgenomen bestaande uit drie vragen. 1. Aantal personen waaruit het huishouden bestaat. 2. Leeftijd van de personen waaruit het huishouden bestaat. 3. Aantal banen (voltijd of deeltijd). Op basis van de antwoorden is voor elke woning een woonprofiel opgesteld. Deze is nauwkeuriger dan de generieke patronen. Onderstaand de opbouw van de woonpatronen. 1. Woningprofiel: De woning uitgewerkt in de EPG methodiek. 2. Bewonersprofiel: De gezinsopbouw en aantal banen. Het aantal personen met onderverdeling in senioren (ouder dan 65+, volwassenen (tussen de 18 en 65 jaar), jongeren (tussen de 12 en 18 jaar oud) en kinderen (jonger dan 12 jaar). 3. Gebruiksprofiel: Op basis van het bewonersprofiel wordt het generieke gebruiksprofiel bepaald, op basis van de 10 profielen benoemd in paragraaf 1.4. Een aantal invoerparameters zijn afhankelijk van de exacte gezinsopbouw. Dit zijn de parameters: aantal keer douchen per week, aantal wasmachinebeurten per week, aantal droogbeurten per week, aantal tv’s en aantal computers. Op basis van de antwoorden op de drie vragen zijn in dit project vijf generieke gebruiksprofielen geselecteerd. Op basis van deze profielen is het energiegebruik berekend, en vergeleken met gemeten waarden. Het resultaat is gegeven in onderstaande figuur. 1800 1600 1400
Gasverbruik (m3)
1200 1000 Voorspelling Werkelijk verbruik
800
gemiddelde voorspeld gemiddelde werkelijk
600 400 200 0 0
5
10
15
20
25
N
Figuur: Resultaten validatieonderzoek.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
17
Geconcludeerd wordt dat in twee gevallen duidelijk meer wordt gebruikt dan berekend. In beide gevallen betreft dit hetzelfde gebruikersprofiel (een-ouder gezin, profiel E1), wat een aanwijzing is dat dit profiel wellicht nog herijkt dient te worden. Gemiddeld ligt het gebruik ca. 10% lager dan berekend, dit wordt met name veroorzaakt door de profielen met twee senioren (profielen H t/m M), die structureel ca. 15% zuiniger leven dan nu op basis van hun profiel verwacht wordt. Wanneer uit meerdere validatieonderzoeken dezelfde trends volgen, kunnen op basis van voldoende statistiek de profielen op termijn verder worden aangescherpt, dan wel uitgebreid. Op dit moment is de indruk dat het aantal en type profielen voldoende is om alle voorkomende situaties te beschrijven.
2.7 / Potentieel in bestaande bouw De validatie in de bestaand bouw is complexer dan in de nieuwbouw, omdat in de bestaande bouw de woningkwaliteit minder homogeen en ook minder goed bekend is dan in een recent nieuwbouwproject. Om een indruk te krijgen van de bruikbaarheid in de bestaande bouw is een validatieonderzoek uitgevoerd voor 11 particuliere woningen met bouwjaar 1963. De woningen zijn alle vanaf de bouw in particulier bezit, waardoor er geen twee woningen meer aan elkaar gelijk zijn. Er zijn een aantal uitbouwen aan de woning toegevoegd, en in veel gevallen is spouw-, dak-, of vloerisolatie toegepast, is de beglazing vervangen, of is een combinatie van een aantal maatregelen toegepast. Voor deze woningen is aan de eigenaar gevraagd welke isolatiemaatregelen zijn toegepast, en op basis hiervan is de originele woning aangepast. Vervolgens is de energiebehoefte berekend, op basis van zowel de woninggegevens als het gebruikersprofiel. Hierbij is de luchtdichtheid van de woning een onzekere 2 parameter: bij oplevering kan deze tot ca. 4,0 l/sm geweest zijn, maar over het algemeen is deze in de loop der jaren door allerlei maatregelen verbeterd (kierenjacht, maar ook bijvoorbeeld isolatiemaatregelen). Op basis van landelijk onderzoek is een distributie voor luchtdichtheid van 2 bestaande woningen bekend, met een mediaan van 1,4 l/sm . Er is daarom gerekend met een q v,102 waarde van 1,4 l/sm . In werkelijkheid zal deze van woning tot woning verschillen. De berekeningsresultaten staan in onderstaande tabel. Tabel: Validatie gasgebruik in bestaande bouw.
Woning nr.
Gasgebruik 3
[m ]
Berekend
Verschil
gasgebruik 3
[m ] 1
1992
2386
9%
2
1962
2255
15%
3
2987
2496
-16%
4
2123
2989
41%
5
3000
2901
-3%
6
2100
2203
5%
7
2517
2692
7%
8
2070
2479
20%
9
1588
1649
4%
10
2551
2512
-1,5%
11
2171
2189
1%
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
18
Uit de tabel is te zien dat in 7 van de 11 gevallen het verschil tussen berekening en praktijk erg klein is, in twee gevallen (woning 2 en 3) nog net acceptabel, en in 2 gevallen (woning 4 en 8) groter is dan wenselijk. In deze validatie kunnen afwijkingen zowel door de woninginvoer als door het gebruikersprofiel worden veroorzaakt. De trend is opnieuw dat de berekening gemiddeld iets hoger uitvalt dan de praktijk (7%).
2.8 / Besparingsadvies bewoner Een goed advies over energiebesparingsmaatregelen kan alleen als een woonpatroon van een bewoner bekend is. Hiermee kan het advies zich specifiek richten op juist die grote besparingspotentielen zoals die door zijn gebruikersgedrag zijn ingegeven. Als voor een bewoner de invloed van besparende maatregelen en besparend gedrag inzichtelijk moet worden gemaakt dan zullen de woonpatronen in de praktijk op hoofdlijnen gevalideerd moeten worden. Inzicht kan ontstaan door monitoring van grotere aantallen woningen, het verder in vullen van Ezie®, energie coaching of zelf een analyse te maken van zijn energiegebruik door gebruik te maken van eenvoudige systemen hiervoor, waarvan een aantal leveranciers op de markt zijn. Het sociaaleconomisch profiel is van grote invloed op het besparingsadvies. Het zijn de factoren die bepalen hoe mensen handelen en wie we zijn. Hieruit wordt het handelingsperspectief en het aanbod bepaald zoals commerciële partijen daar de bewoners het meest ontvankelijk voor verwachten.
2.9 / Toepassing bij Energienotaloze woningen Recent heeft het concept ‘Energienotaloze woningen’ in de markt de aandacht gekregen. Zo is op 20 juni de innovatiedeal de Stroomversnelling ondertekend, deze deal moet uiteindelijk resulteren in een renovatie van 111.000 huurwoningen waarbij de woningen ‘energienotaloos’ worden. De deal is ondertekend door een aantal woningcorporaties, bouwbedrijven en minister Blok. Uit de in dit rapport genoemde validatieonderzoeken is te zien dat de energienota van een woning sterk afhankelijk is van het type huishouden dat in de woning aanwezig is. Tussen het zuinigste en onzuinigste huishouden in een zelfde woningtype kan het energiegebruik tot een factor 10 verschillen. Het concept ‘Energienotaloos’ heeft dus niet alleen een technische component maar vooral ook een gebruikerscomponent. Om een Energienotaloze woning te kunnen ontwerpen moet de ontwerper dus een specifiek huishouden als uitgangspunt nemen. Omgekeerd kan voor een specifieke doelgroep een energienotaloze woning worden ontwikkeld door het huishoudenprofiel van die doelgroep als uitgangspunt te nemen en de woning zodanig te ontwerpen dat de energienota voor die doelgroep gelijk aan nul wordt. De ontwerper kan hiervoor op basis van een gekozen gebruiksprofiel uit tabel 4 een berekening uitvoeren van de energienota bij de voorgenomen woningontwikkeling, en eventueel de woningtechniek aanpassen tot het doel bereikt is. Een woning die voor een specifieke doelgroep precies energienotaloos is, kan bij gebruik door een andere doelgroep zowel in positieve als in negatieve zin afwijken van energienotaloos.
2.10 / Doorontwikkeling profielen en woonpatronen Het specifieke doel van de woonpatronen is om met minimale gegevens van de bewoners er een woonpatroon aan toe te kennen die een realistisch beeld geeft van het energiegebruik. Indien bewoners de enquête gedetailleerd invullen zal de voorspelling nauwkeuriger zijn. In de praktijk is het
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
19
zoeken naar een optimum tussen voorlichting van de bewoners, de uitgebreidheid van de enquête en het stellen van de goede vragen bij de interviews. De betrouwbaarheid van de woonpatronen wordt bepaald door de nauwkeurigheid van opnemen, maar wordt betrouwbaarder naar mate verificatie plaats vindt door monitoring en eventuele bijsturing. Met enquêtes in de bestaande bouw is het de bedoeling om meer te weten te komen over hoe bewoners met enquêtes omgaan, en even belangrijk, hoe deze informatie verwerkt moet worden om de voorspelling te valideren. Met deze terugkoppeling willen we de enquêtes en de invoer in Ezie® fine-tunen. Op deze wijze willen we de woonpatronen door ontwikkelen naar ervaringspatronen waarbij de visie van de Mosaic-Huishoudens steeds beter en verfijnder kan worden toegepast. De uitdaging om de nauwkeurigheid op te voeren zit onder andere in de nog optredende spreiding binnen het woonpatroon. Uit de praktijk blijkt dat bij huishoudens met dezelfde samenstelling toch nog een enigszins verschillend energiegebruik optreed. Gedeeltelijk is dit in de profielen opgepakt door het verschil in aanwezigheid (veel thuis, weinig thuis). Maar voor een gedeelte liggen deze verschillen in gedragsfactoren en leefstijl die nog onvoldoende worden begrepen. Sociaaleconomisch profiel Het energieverbruik in woningen is sterk afhankelijk van de manier waarop bewoners omgaan met hun apparaten, het klimatiseringssysteem en de beweegbare bouwkundige voorzieningen (bijv. te openen ramen, luiken en zonwering). Het gedrag van de bewoners hangt af van drie gedragselementen; attituden, sociale norm (invloed van anderen) en de waargenomen gedragscontrole op de systemen. Ook de leefstijl van mensen heeft grote invloed op het gebruik. Uit onderzoek is gebleken dat de ieder mens waarden heeft waar hij zijn leven op inricht. [Schwartz (1992) p21]. Uit verder onderzoek [Clayton H5 (2012), van der Werff(2012)] is gebleken dat er met betrekking tot energiegebruik vier waarden zijn te onderscheiden, te weten: • • •
•
Hedonistisch : Gericht op eigen genot, plezier. Egoïstisch: Gericht op eigen gewin. Altruïstisch: Een bezorgdheid voor de kwaliteit van de natuur en het milieu, gelet op de gevolgen voor de mensheid. Biospherisch: Een bezorgdheid voor de kwaliteit van de natuur en het milieu, gelet op de gevolgen voor de natuur en het milieu zelf (en dus niet gelet op de mensheid).
Gebleken is dat mensen niet goed van zichzelf kunnen vaststellen in welk sociaaleconomisch profiel ze passen. Dit kan daarom alleen afgeleid worden uit een vraagstelling met een enquête over waardebepalingen. Tevens kunnen andere indicatoren worden aangewend zoals kleding, autogebruik e.d.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
20
3 / Conclusie •
•
•
•
Het is goed mogelijk om met uitgebreide informatie over woning en gebruikersgedrag het energiegebruik van woningen te voorspellen. Ezie® is hiervoor een geëigend en gevalideerd hulpmiddel. Woonpatronen zijn een geschikte methode om het energiegebruik van woningen te voorspellen. Om de bewonersinformatie te verminderen is getracht om aan bewoners bepaalde woonpatronen toe te kennen. Hiervoor zijn 10 woonpatronen ontwikkeld aan de hand van de methode van Mosaic. Met Ezie® zijn deze woonpatronen doorgerekend voor een pilot. Door de goede overeenkomst ondanks beperkte enquête-informatie geeft dit veel vertrouwen de inzet met woonpatronen voort te zetten. De aanpak biedt aanknopingspunten om de methode verder te verfijnen waarbij de aanpak met enquêtes in de bestaande bouw een goed validatie-podium is. Met de ontwikkeling van deze woonpatronen is een eerste stap gezet waarbij een validatie met Ezie® heeft plaatsgevonden. Een verdere validatie is noodzakelijk met een vooraf goed opgezette enquête. Dit proces is in Kerschoten in Apeldoorn opgepakt en zal binnenkort worden uitgewerkt. Omdat het hier om een beperkt aantal woningtypen gaat is een nadere validatie in andere woningtypen ook gewenst. Deze projecten zullen in de komende periode worden gezocht.
Globaal is de huidige set woonpatronen dekkend voor een groot deel van de Nederlandse huishoudens. Niet ieder Nederlands huishouden kan echter op deze wijze worden beschreven. Hierbij 2 valt te denken aan uitzonderlijk grote woningen (> 200 m ), niet-zelfstandige woningen, woongroepen, personen die voor langere periode niet in de eigen woning verblijven, personen die bijzondere eisen stellen aan binnentemperaturen, verlichting, hygiëne etc.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
21
4 / Toepassen van de methodiek in de praktijk Door voor een concrete te ontwikkelen of te renoveren woning de woninggegevens te combineren met een gebruiksprofiel worden twee belangrijke voordelen bereikt: • • • •
Er wordt een berekening met een hogere nauwkeurigheid bereikt. Er kan individueel maatwerk worden geleverd. Hierdoor ontstaan nieuwe kansen voor energiezuinige woningen. Ontwikkeling van energiezuinige, energieneutrale of energienotaloze woningen voor een specifieke doelgroep.
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
22
5 / Literatuurlijst Arkel, W.G., Jeeninga, H, Menkveld, M, Ruig, G.J. (1999); Energieverbruik van gebouwgebonden energiefuncties in woningen en utiliteitsgebouwen, ECN, ECN-C—99-084 Clayton, S. (2012); The Oxford Handbook of Environmental and Conservation Psychology; New York: Oxford University Press; ISBN 978-0199733026. Jeeninga,H.,Uijterlinde, M., Uitzinger, J. (2001); Energieverbruik van energiezuinige woningen, ECN, ECN-C—01072 Gram-Hanssen, K; Understanding everyday routines of energy consumption, Proceedings: Referred Sessions I-II. Sustainable Consumption and Production: Framework for Action : 2nd Conference of the Sustainable Consumption Research Exchange (SCORE!) Network, 2008 Ministerie van VROM (2009). Energiegedrag in de woning, Aanknopingspunten voor de vermindering van het energiegebruik in de woningvoorraad, VROM9246. Leidelmeijer, K., van Grieken, P., (2005), Wonen en Energie, stook- en ventilatiegedrag van huishoudens, RIGO Research en Advies BV, rapportnummer 86430 Perrels, A.H. et al, (1997), Leefstijl en energie, Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan… Een interdisciplinaire kruisbestuiving, beleidsreeds nr 5 Schwartz, S.H. (1992); Universal in the content and structures of values: Theoretical advances and empirical tests in 20 countries; In Clayton(2012). Website: www.E-calculator.nl, AM & Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs B.V. Website: www.bespaartest.nl, Milieu Centraal & Nationaal Instituut voor Budgetinlichting Werff, van der, E. (2012). The psychology of occupants, Presentation at Annex53 forum “Total energy Use in Buildings”(April 25,2012).
11 november 2013
Toepassen van woonpatronen om het werkelijk energiegebruik te bepalen
23
GEN Gebieden Energieneutraal www.gebiedenenergieneutraal.nl
[email protected]
Partners
De energie van...