Analyse financieringsvarianten woninginvesteringen nieuwbouw GEN Methodiek kansrijk aanbod
Financiën PLV Project Locatie Valkenburg Analyse van de financieringsvarianten voor woningzoekenden in energie neutrale gebieden
GEN // KPMG Corporate Finance S. Agterberg / D. Kizilirmak 24 april 2013 Versie 1
1 / Analyse 1.1 / Inleiding Binnen Gebieden Energie Neutraal (GEN) wordt er momenteel gewerkt aan de ontwikkeling van energie neutrale gebieden tegen lagere gebruikerslasten. Deze ontwikkeling drijft sterk op technische innovatie, daarnaast zijn echter ook innovaties en maatregelen op andere gebieden nodig om de doelstelling van energie neutrale gebiedsontwikkeling tegen lagere gebruikerslasten te realiseren. Naast omgevingsmanagement, juridische en business case ontwikkelingen heeft ook de financieringsvorm en –structuur impact op de haalbaarheid van de projecten. De financiering van nieuwbouw in een energie neutraal gebied heeft een belangrijk voordeel t.o.v. bestaande bouw. Aangezien het gehele gebied energie neutraal wordt ingestoken is het wellicht mogelijk om van tevoren een projecthypotheek af te stemmen met de banken. Dit neemt niet weg dat elke koper een ander financieel beeld heeft en de huidige lasten maar ook de investering/financieringscapaciteit verschillen. In dit document worden de verschillende financieringsoplossingen met bijbehorende voor- en nadelen voor de woningzoekenden in de nieuwbouw besproken.
1.2 / Perspectief woningzoekende versus financier Voor een goed inzicht in de verschillende financieringsoplossingen is het van belang om een helder onderscheid te maken tussen: • De manier waarop woningzoekenden naar de investering kijken en wat hun overweging is om te kiezen voor een woning in een energie neutraal gebied. Een veelheid aan overwegingen en criteria spelen hier een rol (comfortverbetering, duurzaamheid maar ook financiële besparing op de energierekening). Vanuit financieel perspectief is het voor veel bewoners van belang dat hun investering in een energie neutrale woning terug is te verdienen via besparingen op hun energierekening maar dit is niet voor iedereen een randvoorwaarde;
24 april 2013 / Versie 1
2
•
De manier waarop financiers (zoals banken) naar de investering kijken en de overwegingen, criteria en voorwaarden die zij hebben om al dan niet bij te dragen in de financiering. Voor financiers is het belangrijk dat consumenten hun lening kunnen terugbetalen binnen de afgesproken termijn en dat de verstrekte lening binnen criteria van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF) valt. Indien blijkt dat de maatregelen die horen bij een energie neutrale woning zich terugverdienen via besparingen op de energierekening, zouden de banken in staat moeten zijn om bijvoorbeeld een projecthypotheek aan te bieden waarbij een hogere hypothecaire lening wordt verstrekt. Dit soort financiële oplossingen zijn echter nog in ontwikkeling en op dit moment niet beschikbaar op basis van individuele woningzoekenden. Financiers bepalen in eerste instantie of zij willen bijdragen op basis van het financiële profiel van de lener (woningzoekende).
1.3 / Financiële diversiteit tussen woningzoekenden Het financiële profiel verschilt per woningzoekende waar de volgende kenmerken een belangrijke rol spelen: • De hoogte van de gewenste hypothecaire lening ten opzichte van de waarde van de woning, door banken omschreven als de LTV (loan-to-value). Als deze hoger is dan 100% dan is de lening hoger dan de waarde van het huis, iets wat meer risico met zich meebrengt voor de financier, omdat bij eventuele uitwinning de lening niet geheel kan worden terugbetaald met de opbrengst van het onderpand. Onder de huidige Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF) mag de hypothecaire financiering bedraagt niet meer bedragen dan 104 % van de marktwaarde van de woning;
•
•
Het vrij beschikbare eigen vermogen van een woningzoekende, zoals spaargeld. Indien een woningzoekende over voldoende eigen middelen beschikt is het voor de consument mogelijk een lagere lening aan te gaan waardoor de LTV lager wordt. Vanuit de bank zou dit wellicht tot een sterkere bereidheid kunnen leiden om een financieringsoplossing aan te bieden; De verhouding tussen de financieringslasten en het inkomen van de woningzoekende, door banken soms ook wel omschreven als de LTI (loan-to-income). Bij deze ratio wordt bekeken of het inkomen groot genoeg is om de financieringslasten (rente en aflossing) op de lening te voldoen. Naast de financieringslasten worden, in beperkte mate, ook andere woonlasten, waaronder energiekosten, meegenomen in deze berekening. Onder de huidige Gedragscode Hypothecaire Financieringen wordt de woonlastentoets deels gebaseerd op cijfers van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud).
Het verschil in financiële slagvaardigheid om een energieneutrale woning te financieren wordt voornamelijk gebaseerd door bovengenoemde kenmerken. Woningzoekenden met (i) voldoende spaargeld en dus (ii) een lage LTV gecombineerd met een gezonde LTI zullen naar alle waarschijnlijkheid zonder problemen de woning kunnen financieren. Echter de categorie woningzoekenden zonder eigen geld en een hoge LTV en LTI zou financiële slagkracht kunnen missen om een hypothecaire lening aan te trekken. Voor deze verschillende groepen woningzoekenden bestaat er dus naar verwachting verschillende behoefte naar financieringsalternatieven.
24 april 2013 / Versie 1
3
1.4 / Technische business case De energie neutraliteit van Project Valkenburg zal worden bewerkstelligd d.m.v. wind en zon, i.e. er zullen zowel PV-panelen en thermische zonnecollectoren als windturbines worden geïnstalleerd. Dit betekent dat woningzoekenden zullen investeren in 1) de kale woning en 2) de energieoplossingen, wat noodzakelijkerwijs leidt tot een hogere ‘instap’ prijs. Dit hoeft geen probleem te zijn om financiering te krijgen zolang de woningzoekenden genoeg financiële ruimte hebben om de rente en aflossing te betalen. Het is wel van belang voor financiers om inzicht te krijgen in de geprognosticeerde besparingen op de energierekening en de ruimte die hierdoor voor woningzoekenden bestaat, welke nu kan worden aangewend om (hogere) rente en aflossingen te betalen.
1.5 / Financieringsalternatieven voor woningzoekenden Zoals eerder besproken zorgen de additionele kosten om woningen energie zuiniger te maken er vaak voor dat de benodigde lening verhoogd moet worden en daarmee hoger komt te liggen dan eenzelfde referentiewoning. Het verschil tussen beide woningen is echter dat de energie lasten gedurende de gebruikersperiode sterk verschillen. De initiële investeringen zijn dan wel hoger dan bij een referentiewoning maar de totale gebruikerslasten (rente en aflossing op de hypotheek plus energiekosten) zullen lager zijn dan bij een referentiewoning. Wanneer dit punt wordt meegenomen in de visie van de banken op het verstrekken van hypothecaire leningen zou een hogere hypothecaire lening mogelijk moeten zijn. In de Gedragscode Hypothecaire Financieringen is hier ruimte voor ingebouwd. De hoogte van het bedrag wordt samengesteld door het Contactorgaan Hypothecair 1 Financiers in overleg met het Nibud. 2
Het Nibud heeft inmiddels een advies gegeven over de mogelijkheden voor een hogere hypothecaire lening bij energiebesparende maatregelen of woningen met een zuinig energielabel. Zodra bewoners hogere energielasten hebben, blijft er minder geld over voor andere (primaire) levensbehoeften. Op basis van dit advies ziet het Nibud ruimte voor verfijning van de woonlastentoets, dit zou in de nabije toekomst tot een verruiming van de woonlastentoets onder de huidige Gedragscode Hypothecaire Financieringen kunnen leiden. Voor woningzoekenden zijn er verschillende financieringsalternatieven beschikbaar om het gat te dichten tussen de kale woning en de additionele investeringen t.b.v. het energie neutraal maken van de woning, afhankelijk van het type woningeigenaar en de bijbehorende financiële slagvaardigheid. De verschillende financieringsalternatieven worden hieronder beschreven aan de hand van de karakteristieken, voor- en nadelen en indicatieve voorwaarden. Belangrijk is om te beseffen dat er naast de rentelasten over een lening ook kosten verbonden kunnen zijn aan het aantrekken van additionele financiering, zoals afsluitkosten of notariskosten. Daarnaast zou in bepaalde gevallen zo kunnen zijn dat de kosten voor het verstrekken van een lening voor een bank zo hoog zijn dat deze niet opwegen tegen de opbrengsten. Deze kosten bestaan vaak voor een groot deel uit het toetsen of de nieuwe lening aan de regelgeving voldoet, hierdoor kunnen banken minder geïnteresseerd zijn in het verstrekken van een dergelijke lening.
1 2
Gedragscode Hypothecaire Financieringen, Nederlandse Vereniging van Banken, 1 augustus 2011 Maximale hypotheek en energielabels, Nibud, September 2012
24 april 2013 / Versie 1
4
Hypothecaire lening Gegeven het feit dat alle woningen in het energie neutrale gebied een pakket aan energieoplossingen met zich meebrengen is het wellicht mogelijk om als projectontwikkelaar met een bank een projecthypotheek af te stemmen. De hypothecaire lening onder deze afspraak wordt deels aangewend om de kale woning te financieren en deels de energieoplossingen. Dit kan de drempel sterk verlagen voor zowel de woningzoekenden als de financiers en lijkt daarmee een wenselijke oplossing. Additionele lening onder NHG Naast het verhogen van de hypothecaire lening is het momenteel mogelijk om een deel van de energiebesparende maatregelen te financieren met een lening gedekt door NHG. Voorbeelden hiervan zijn de zonneboiler, warmtepomp en verschillende vormen van isolatie. Het maximale bedrag van deze lening bedraagt EUR 8.000,-, dit alternatief is onder bepaalde voorwaarden beschikbaar 3 ongeacht of de rest van de lening met NHG wordt gefinancierd. Het voordeel van dit alternatief is dat het voor veel gevallen toegepast kan worden, ook voor woningzoekenden die bij hun hypothecaire lening geen gebruik maken van NHG. Nadelen zijn dat het leningbedrag gemaximeerd is en dat er net als bij een gewone hypothecaire lening kosten verbonden zullen zijn aan het afsluiten van deze additionele lening. Duurzaamheidlening / Groenfinanciering Momenteel zijn er verschillende mogelijkheden voor duurzaamheidleningen of groenfinancieringen beschikbaar. Deze alternatieven werken feitelijk hetzelfde als een hypothecaire lening maar brengen door het toepassen van subsidies, een lagere rentelast met zich mee. Bij groenfinancieringen zijn banken in staat een rentekorting te geven aan de consument indien aangetoond kan worden dat de lening aan de door de bank gestelde onderliggende voorwaarden voldoet, het totaal te lenen bedrag mag bijvoorbeeld samen met de bestaande hypothecaire lening vaak niet groter zijn dan de waarde van het onderpand. De kosten (niet zijnde rente) voor groenleningen vallen in de praktijk lager uit dan 4 die voor een gewone hypothecaire lening. De duurzaamheidslening is een initiatief van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) en is vergelijkbaar met regelingen als de starterslening. De Duurzaamheidslening maakt het voor particuliere eigenaren mogelijk om tegen aantrekkelijke voorwaarden en een lage rente geld te lenen voor het treffen van energiebesparende maatregelen, deze regeling moet geïnitieerd worden vanuit een gemeente of provincie alvorens de woningzoekende er gebruik van kan maken. De looptijd van dergelijke financieringen is doorgaans gemaximeerd op 15 jaar en het totale bedrag wat geleend kan worden is maximaal EUR 25.000,-, de kosten zijn vergelijkbaar met een gewone hypothecaire lening. Persoonlijke lening Naast de eerder genoemde hypothecaire leningsvormen worden er door banken en andere financiële instellingen ook persoonlijke leningen aangeboden. Dit zijn leningen zonder onderpand en verstrekt aan een consument, de voorwaarden voor deze lening zijn anders dan die voor hypothecaire leningen (de Gedragscode Hypothecaire Financieringen geldt hiervoor niet). Hierdoor is het voor woningeigenaren mogelijk eventueel extra te lenen, om de financiering van energiebesparende maatregelen wel mogelijk te maken. Door het grotere risico dat geldverstrekkers lopen bij dit type leningen, door het ontbreken van onderpand, zijn de kosten voor deze leningen hoger en is de looptijd korter. Voor de financiering van nieuwbouwwoningen is dit geen aan te bevelen instrument, omdat de oplossingen met hypothecaire leningen voldoende uitweg moeten kunnen bieden. 3 4
https://www.nhg.nl/consument/verbouwing-en-kwaliteitsverbetering.html http://www.svn.nl/FinancieleRegelingen/Paginas/Duurzaamheidslening.aspx
24 april 2013 / Versie 1
5
Eigen middelen Indien woningzoekenden beschikken over vrije eigen middelen zoals spaargeld is het natuurlijk altijd mogelijk om naast de hypothecaire lening, de investering in energie besparende maatregelen zelf te financieren. Deze keuze kan gebaseerd zijn op economische principes maar ook op andere redenen, iets wat bij externe financiering lastiger is. De woningzoekende heeft niet te maken met de kosten die een lening met zich meebrengen en kan wellicht een hoger rendement halen op zijn geld dan op een spaarrekening. Fondsvorming Indien het niet mogelijk blijkt om via de reguliere financieringskanalen investeringen in energie besparende maatregelen te financieren, dan zal de vorming van een fonds of de financiering via een bestaand fonds een oplossing kunnen bieden. In een dergelijke structuur wordt er met verschillende vermogen verschaffers, zowel publiek als privaat een fonds opgezet. Dit fonds kan vervolgens op twee manieren een lening verstrekken aan woningzoekenden: 1. Alleen voor de financiering van de meerinvestering, naast de hypothecaire lening. Een dergelijke lening zal een achtergesteld karakter hebben en dus niet over dezelfde zekerheden beschikken als de ‘gewone’, eerste hypothecaire lening; 2. Voor zowel de financiering van de meerinvestering als de financiering van de reguliere hypothecaire lening. Een fonds kan zowel opgezet worden door publieke en private partijen. Private partijen zullen alleen geïnteresseerd zijn in de financiering van investeringen die zichzelf terugverdienen of die in een andere vorm voldoende zekerheid bieden. Een privaat fonds is in dit geval niets anders dan een vervanging van de bank, zij zullen op eenzelfde wijze naar de risico’s van de financiering kijken. Indien publieke partijen betrokken zijn bij de vorming van het fonds kan het zijn dat het fonds vanuit maatschappelijk oogpunt bereid is financiering te verstrekken aan investeringen die zichzelf niet terug verdienen over tijd of die iets minder zekerheid bieden. Nieuwe ontwikkelingen Naast bestaande financieringsalternatieven zijn er ook ontwikkelingen op het gebied van financieringsalternatieven, deze kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van energie neutrale woningen en gebieden. Deze alternatieven staan vaak nog in de kinderschoenen en moeten door de markt (eventueel in combinatie met de overheid) verder ontwikkelt en toegepast worden. Dit zelfde geldt voor een stelsel van gegarandeerde energiebesparing en monitoring, wat kan bijdragen aan deze ontwikkeling. Nederlandse “Green Deal” Naast het vormen van een fonds kan het structureren van een Nederlandse “Green Deal” naar Engels voorbeeld ook een oplossing bieden. Deze “Green Deal” is gebaseerd op het terugverdienen van de meerinvesteringen via de energierekening. Via de energierekening wordt een vast, woning gebonden bedrag geïncasseerd voor de verstrekker van de “Green Deal”. Belangrijk punt is dat de “Green Deal” gebonden is aan de woning en voor elke volgende eigenaar verplicht is om over te nemen, daarnaast is de “Green Deal” gebaseerd op het principe dat de meerinvestering zichzelf altijd moet terugverdienen. Indien er uniforme richtlijnen en afspraken zijn voor het verstrekken van “Green Deals” kunnen verschillende partijen deze “Green Deal” aanbieden waarna de feitelijke rente en
24 april 2013 / Versie 1
6
aflossing voor deze investering via de energierekening wordt terugbetaald. Belangrijke punten in een dergelijke structuur zijn: • Het overdragen van de verplichting bij verkoop; • Het alloceren van het risico of de besparing gehaald wordt;
•
Het aanpassen van de huidige regelgeving om verstrekking en inning via de energierekening mogelijk te maken.
Woningzoekenden die gebruik maken van een dergelijke structuur moeten zich er van bewust zijn dat de kans bestaat dat toekomstige eigenaren niet bereid zijn een verplichting over te nemen, wat de kans op verkoop of de verkoopprijs kan beïnvloeden. Energy Service Company (ESCo) Bij de financiering van energiebesparende maatregelen wordt er vaak over ESCo’s gesproken, voor particuliere woningzoekenden behoort financiering via een ESCo ook tot de mogelijkheden. Een ESCo moet in een dergelijk geval de aanleg en het onderhoud en beheer van de energie besparende maatregelen voor zijn rekening nemen en levert vervolgens een (onder voorwaarden) gegarandeerde energiebesparing, inclusief de financiering ervan. Een punt van aandacht is dat de ESCo zelf in staat moet zijn om een concurrerend financieringsaanbod aan de woningzoekende te doen, de ESCo moet zichzelf ook financieren de kans van slagen hierop en de te betalen prijs hangt sterk samen met de risico’s die de ESCo draagt. Indien een ESCo oplossing mogelijk is heeft de woningzoekende alleen nog te maken met een langlopend contract met de ESCo op basis van een prestatieovereenkomst. Feitelijk is deze vorm gelijk aan een de combinatie van een investering met een gegarandeerde prestatie en een lening. Net als bij een Nederlandse “Green Deal” is een belangrijk punt is dat de ESCo regeling woning gebonden is en dus overgedragen moet worden aan de volgende bewoner. Ook de ESCo is gebaseerd op het principe dat de meerinvestering zichzelf altijd moet terugverdienen. Belangrijke punten in ESCo structuur zijn: • Het overdragen van de verplichting bij verkoop; • Het vastleggen van de prestatieovereenkomst tussen de ESCo en de woningzoekende. Inkopen ‘wonen’ Een andere alternatief om de investering in energie neutraliteit te financieren zou kunnen zijn om het huis niet te kopen maar het concept ‘wonen’ in te kopen. Een investeerder koopt de energie neutrale woning en verhuurt het vervolgens aan de bewoner, deze bewoner betaalt een vast totaal bedrag per maand. De investeerder draagt zorg en is verantwoordelijk voor de energievraag vanuit de woning, op deze manier is de investeerder in staat de technisch en financieel aantrekkelijkste maatregelen te nemen. De bewoner draagt daarbij, bij normaal gebruik, geen zorg meer voor de energierekening en wordt daarmee ontlast. Het nadeel van een dergelijke oplossing is dat wederom alleen de technische investeringen gedaan zullen worden die zichzelf financieel terugverdienen.
24 april 2013 / Versie 1
7
1.6 / Financieringskeuze Op basis van de beschreven alternatieven en de verschillende criteria vanuit woningzoekenden en financiers kan bepaald worden welke financieringsvorm het best aansluit om woningen energie neutraal te maken. Aan de hand van enkele korte vragen kan bepaald worden welke financieringsvorm in eerste instantie het meest voor de hand liggend lijkt. De uitkomst van deze korte analyse is slechts een indicatie voor de meest aantrekkelijk of voor de hand liggende financieringsvorm, het blijft belangrijk om per woningzoekende een analyse te maken van wensen en eisen en deze naast de beschikbare financieringsvormen te leggen. Het onderstaande schema geeft kort weer hoe, op basis van enkele vragen, de meest voor de hand liggende financieringsvorm bepaald kan worden. Is een hypothecaire lening of projecthypotheek voor u beschikbaar?
N
Wilt u een deel van de investering met eigen geld f inancieren?
N
Zijn andere ‘lening’ alternatieven beschikbaar?
N In dit geval resteren de woning gebonden alternatieven, bijvoorbeeld f inanciering via een Energy Service Company (ESCo), Nederlandse “Green Deal” en het Inkopen van wonen. Een analyse van alle beschikbare alternatieven zou moeten uitwijzen wat het voordeligst en meest wenselijk is.
J U heef t voldoende ruimte om een hypothecaire lening aan te trekken; eventueel kunt u deze aanvullen met een additionele NHG lening, duurzaamheids- of groenlening om de rente laten te verlagen. Ook kunt u ervoor kiezen om een deel van de woning te f inancieren met eigen geld. J U f inanciert de investering deels met eigen geld en deels met een hypothecaire lening; eventueel kunt u deze aanvullen met een additionele NHG lening, duurzaamheids- of groenlening om de rente laten te verlagen. J
De voornaamste ‘lening’ alternatieven zijn: een additionele NHG lening of een duurzaamheids- of groenlening, al deze leningen kunnen gecombineerd worden met een normale hypothecaire lening. Daarnaast kan een persoonlijke lening uitkomst bieden om een deel van de investering te f inancieren, bijvoorbeeld naast een normale hypothecaire lening
Figuur 1: korte analyse van financieringskeuzes
24 april 2013 / Versie 1
8
1.7 / Productvoorwaarden De onderstaande tabel geeft een indicatief overzicht van de voorwaarden en kosten van de huidig beschikbare financieringsvormen. Deze parameters zijn per aanbieder verschillend en zijn afhankelijk van ontwikkelingen op de markt, het betreft hier dus alleen een indicatie. Indicatieve productvoorwaarden Type Lening Rente Spaargeld 2% Hypothecaire lening 5% - 5,5% NHG lening 4,5% - 5% Duurzaamheidlening 3% - 3,5% Groenlening 5,5%
Looptijd onbeperkt max. 30 jaar max. 30 jaar max. 15 jaar 10 tot 30 jaar
Persoonlijke lening
max. 15 jaar
7% - 9%
Kosten ca. EUR 500 – 1.000 ca. EUR 1.000 ca. EUR 1.000 ca. 1% van de hoofdsom -
Hoofdsom onbeperkt geen restrictie max. EUR 8.000* EUR 2.500 – 25.000 max. LTV <100% max. EUR 75.000
Tabel 1: indicatieve productvoorwaarden per leningtype *Additioneel lening bedrag (boven de bestaande NHG grens) voor energie besparende maatregelen
1.8 / Kernpunten Uit de analyse komen een aantal kernpunten inzake de financiering van energie neutrale woningen naar voren, welke per project in detail moeten worden bekeken:
•
Garanties/risico allocatie De bewoners en financiers gaan uit van een bepaalde verlaging in de energielasten, op basis van deze aanname kan eventueel additionele financiering worden verstrekt. Het risico dat hierbij wordt aangegaan zou zodanig moeten worden gealloceerd zodat dit komt te liggen bij de verantwoordelijk partij (de ontwikkelaar en/of installateur), dit bevordert de financierbaarheid van sommige alternatieven. Bij nieuwbouw is dit beter in te steken dan bij bestaande bouw aangezien het hele gebied op eenzelfde manier wordt gebouwd en de bank een eenduidig verhaal krijgt gefundeerd door de verwachtingen van de projectontwikkelaars. Idealiter zijn deze afspraken een onderdeel van de projecthypotheek.
•
Woonlasten toets banken De beoogde verlaging in energielasten zal inzichtelijk moeten worden gemaakt bij de financiers zodat deze de hogere hypothecaire lening kunnen verstrekken op basis van lagere toekomstige energielasten. Dit moet niet alleen mogelijk zijn bij introductie maar ook in de toekomst als deze huizen verkocht worden en opnieuw gefinancierd moeten worden. Financiers moeten akkoord gaan met de wijze waarop de woonlasten worden berekend, eventueel in combinatie met garantie maatregelen, de reeds gepubliceerde analyse van Nibud kan hier sterk aan bijdragen.
•
Fondsvorming Per project moeten de bestaande fondsen geanalyseerd worden, daarnaast zal er moeten worden getoetst welke partijen, zowel publiek als privaat, geïnteresseerd zijn in het financieren van energiebesparende maatregelen via een fondsstructuur.
24 april 2013 / Versie 1
9
•
Green Deal/ ESCo Alvorens een Nederlandse “Green Deal” geïntroduceerd kan worden zal de regelgeving hieromtrent aangepast moeten worden. Daarnaast moet de overdracht van de verplichting bij verkoop van het huis, bijvoorbeeld middels een kettingbeding, een duidelijke vorm krijgen.
•
Inkopen ‘wonen’ Per project moet er worden getoetst welke partijen, geïnteresseerd zijn in het investeren in energieneutrale woningen en het opbouwen van een portefeuille energieneutrale woningen.
1.9 / Conclusie Uit de beschreven analyse blijkt dat een projecthypotheek de voorkeur heeft. Dit dient bij de ontwikkeling van het gebied te worden afgestemd met de banken zodat de drempel voor woningzoekenden evenals voor de financiers verlaagd wordt. De financieringalternatieven zullen alsnog per woningzoekende anders zijn gegeven de beoogde LTV, de financiële mogelijkheden en wensen van de klant maar een stuk standaardisatie lijkt wenselijk. Naast een projecthypotheek zijn er alternatieve mogelijkheden t.b.v. de financiering van de energie neutrale oplossingen, deze dienen echter op een ‘case by case’ basis bekeken te worden. Het uitwerken van een “Green Deal” of een ESCo oplossing zou kunnen leiden tot een uniforme financieringsoplossing omdat deze oplossing niet gebonden is aan een geldnemer maar aan een woning. Het gepresenteerde overzicht om tot een snelle analyse van de verschillende alternatieven te komen is gebaseerd op een aantal vragen inzake de (i) de financiële capaciteit van de woningzoekende en (ii) de eisen en voorkeuren van de woningzoekende. Op basis hiervan kan snel de voor de hand liggende financieringsvorm bepaald worden, deze uitkomst is slechts een indicatie voor de meest aantrekkelijk of voor de hand liggende financieringsvorm. Het blijft belangrijk om per woningzoekende een analyse te maken van de beschikbare financieringsvormen.
24 april 2013 / Versie 1
10
GEN Gebieden Energieneutraal www.gebiedenenergieneutraal.nl
[email protected]
Partners
De energie van...