A TOELICHTINGSNOTA OVER DE INSCHRIJVING VAN VERZEKERINGSTUSSENPERSONEN
INHOUD
(v. 2015_01)
1. 2. 2.1. 2.1.1. 2.1.2.
Inleiding Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen Wie moet zich inschrijven? Is de activiteit die ik wil uitoefenen, verzekeringsbemiddeling? De activiteit die ik wil uitoefenen is verzekeringsbemiddeling. Moet ik ingeschreven worden in het register of val ik onder een uitzondering? 2.2. Inschrijvingsvoorwaarden 3. Indienen van de aanvraag tot inschrijving 3.1. Schriftelijke aanvraag 3.2. Online aanvraag 4. Toelichting bij het aanvraagformulier 4.1. De natuurlijke persoon 4.2. De rechtspersoon 4.3. De categorie makelaar, agent of subagent 4.4. De verantwoordelijke voor de distributie 4.5. Personen in contact met het publiek 4.6. Effectieve leiding 4.7. Personen die controle uitoefenen over de tussenpersoon 4.8. Beroepsaansprakelijkheidsverzekering 4.9. Toetreden tot de buitengerechtelijke klachtenregeling 4.10. Europees paspoort 4.11. Groepsstructuur 5. Toelichting omtrent de bij de aanvraag te leveren bewijzen van beroepskennis 5.1. De vereiste beroepskennis 5.1.1. Vereiste theoretische kennis 5.1.2. Structuur en inhoud van de praktische ervaring 5.2. Overzicht van vereiste diploma’s/attesten en praktische ervaring AANVRAGEN EN INLICHTINGEN: FSMA TOEZICHT OP DE KREDIETGEVERS EN DE TUSSENPERSONEN Congresstraat 12-14 1000 BRUSSEL Telefoon: 02/220 51 20 - Fax: 02/220 51 35 E-mail:
[email protected] - Internet: http://www.fsma.be 1
1.
INLEIDING
De wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen voerde in 1996 een verplichting in tot registratie voor de verzekeringstussenpersonen. De wet van 27 maart 1995 werd, met ingang op 1 november 2014, opgeheven en haar bepalingen werden opgenomen in de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen.1 Het koninklijk besluit van 25 maart 1996 tot uitvoering van de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen, somt de bewijsstukken op die de kandidaat-verzekeringstussenpersoon moet indienen samen met zijn aanvraag tot inschrijving in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen (verder: KB van 25 maart 1996). Deze nota is bedoeld als handleiding bij het invullen van het aanvraagformulier tot inschrijving in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen. Wij raden u aan deze tekst volledig door te lezen voordat u het formulier invult. Onderstaande toelichting geeft evenwel niet alle bepalingen betreffende het statuut van de verzekeringstussenpersonen weer. De volledige tekst van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (zie inzonderheid deel 6: verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen) en haar uitvoeringsbesluiten kan u raadplegen op de website van de FSMA onder Toezicht, Financiële dienstverleners, Tussenpersonen, Verzekeringen, Wetgeving.
2.
WET VAN 4 APRIL 2014 BETREFFENDE DE VERZEKERINGEN
2.1.
WIE MOET ZICH INSCHRIJVEN?
In principe moeten alle tussenpersonen die hun woonplaats (natuurlijke personen) of maatschappelijke zetel (rechtspersonen) in België hebben en er hun activiteiten van verzekeringsbemiddeling uitoefenen, ingeschreven zijn in het register van de FSMA. De tussenpersonen met woonplaats of maatschappelijke zetel in een land buiten de Europese Economische Ruimte die in België aan verzekeringsbemiddeling willen doen, moeten zich eveneens inschrijven in het register van de FSMA.2 Om na te gaan of u moet ingeschreven zijn als verzekeringstussenpersoon, moet u zich volgende twee vragen stellen:
Is de activiteit die ik wil uitoefenen, verzekeringsbemiddeling? Indien ja, moet ik daarvoor ingeschreven zijn in het register?
1
Belgisch Staatsblad van 30 april 2014 Verzekeringstussenpersonen gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte dan België moeten zich inschrijven in het register van hun lidstaat van herkomst. 2
2
2.1.1. Is de activiteit die ik wil uitoefenen, verzekeringsbemiddeling? De wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen geeft een definitie van wat, voor de toepassing van de wet, wordt verstaan onder verzekeringsbemiddeling. Is verzekeringsbemiddeling: de werkzaamheden die bestaan in het adviseren over verzekeringsovereenkomsten, het aanbieden, het voorstellen, het verrichten van voorbereidend werk tot het sluiten van verzekeringsovereenkomsten of het sluiten van verzekeringsovereenkomsten, dan wel in het assisteren bij het beheer en de uitvoering ervan. Is geen verzekeringsbemiddeling: werkzaamheden bestaande uit incidentele informatieverstrekking in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, mits het doel van deze werkzaamheden niet bestaat in het assisteren van de cliënt bij de sluiting of uitvoering van een verzekeringsovereenkomst, in het beroepshalve verrichten van schadebeheer voor een verzekeringsonderneming of in schaderegeling en schade-expertise. 2.1.2. De activiteit die ik wil uitoefenen is verzekeringsbemiddeling. Moet ik ingeschreven worden in het register of val ik onder een uitzondering? De wet voorziet twee uitzonderingen. Verzekeringstussenpersonen die hun activiteit van verzekeringsbemiddeling beperken tot de twee hieronder beschreven activiteiten, moeten niet ingeschreven zijn in het register. Uitzondering 1: Verzekeringsbemiddeling met het oog op het verzekeren van risico’s van de eigen onderneming of van de groep van ondernemingen waartoe de tussenpersoon behoort. Eigen risico’s zijn bijvoorbeeld de verplichte arbeidsongevallenverzekering voor het personeel of de omniumverzekering voor het wagenpark van de onderneming Uitzondering 2: Het bemiddelen voor verzekeringsovereenkomsten die aan alle hierna opgesomde voorwaarden voldoen:
de overeenkomst vergt slechts kennis van de verzekeringsdekking die geboden wordt;
de overeenkomst is geen levensverzekeringsovereenkomst;
de overeenkomst dekt geen aansprakelijkheidsrisico’s;
de persoon in kwestie heeft een andere hoofdberoepswerkzaamheid dan verzekeringsbemiddeling;
de verzekering is een aanvulling op de levering van een product of de verrichting van een dienst door eender welke aanbieder, en dekt: o
het risico van defect, verlies of beschadiging van door die aanbieder geleverde goederen, of
o
het risico van beschadiging of verlies van bagage en andere risico’s die verbonden zijn aan een bij die aanbieder geboekte reis, zelfs indien deze verzekering de dekking omvat van
3
levensverzekerings- of aansprakelijkheidsrisico’s, maar dan wel op voorwaarde dat de dekking bijkomend is aan de hoofddekking van de met de reis verbonden risico’s;
het bedrag van de jaarlijkse premie is niet hoger dan EUR 500 en de volledige looptijd van de overeenkomst, met inbegrip van eventuele verlengingen, bedraagt niet meer dan vijf jaar.
De FSMA is belast met de inschrijving in het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen en met het toezicht op de naleving van de relevante bepalingen in de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen. 2.2. INSCHRIJVINGSVOORWAARDEN De kandidaat-verzekeringstussenpersonen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om te kunnen worden ingeschreven in het register van de FSMA3. Hieronder vindt u een opsomming van deze voorwaarden, waarvan een aantal verder in de nota worden toegelicht.
3
de vereiste beroepskennis bezitten, als bepaald bij artikel 270 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen;
een voldoende geschiktheid en professionele betrouwbaarheid bezitten;
een beroepsaansprakelijkheidsverzekering hebben onderschreven die het gehele grondgebied van de Europese Economische Ruimte dekt; of bewijzen dat ze hiervan zijn vrijgesteld omdat een onderneming (tussenpersoon, verzekeringsonderneming, kredietinstelling) die aansprakelijkheid op zich neemt, conform de voorwaarden bepaald in de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen en het KB van 25 maart 1996;
zich ervan onthouden deel te nemen aan de promotie, de sluiting en de uitvoering van verzekeringsovereenkomsten die klaarblijkelijk strijdig zijn met de op deze overeenkomsten zelf toepasselijke regels van Belgisch recht en/of met toepasselijke regels van Belgisch recht in verband met het aanbieden en sluiten van deze overeenkomsten;
wat hun activiteiten van verzekeringsbemiddeling in België betreft, slechts handelen met verzekeringsondernemingen die met toepassing van de Belgische controlewetgeving toegelaten of gemachtigd zijn om die activiteit in België uit te oefenen;
toetreden tot een buitengerechtelijke klachtenregeling;
in voorkomend geval, de door de tussenpersonen te verstrekken informatie geven (artikelen 273, 274 en 275 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen);
de bijdragen in de werkingskosten van de FSMA betalen;
in voorkomend geval, de relevante bepalingen van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme naleven, evenals de besluiten ter uitvoering ervan;
niet veroordeeld zijn voor een misdrijf als bedoeld in artikel 20 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen (beroepsverbod);
Artikel 268 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen
4
3.
niet failliet zijn verklaard, tenzij eerherstel werd verkregen;
geen bestuurder of zaakvoerder geweest zijn van een failliet verklaarde vennootschap tenzij het ontslag ten minste één jaar voor de faillietverklaring in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt of tenzij eerherstel werd verkregen. INDIENEN VAN DE AANVRAAG TOT INSCHRIJVING
U kan uw aanvraag tot inschrijving in het register ofwel schriftelijk, ofwel online indienen. 3.1. SCHRIFTELIJKE AANVRAAG Indien u uw aanvraag schriftelijk indient, moet u gebruik maken van het aanvraagformulier dat u op de website van de FSMA terugvindt, onder Toezicht, Financiële dienstverleners, Tussenpersonen, Verzekeringen, Inschrijving, rubriek ‘Dossier voor de inschrijving van verzekeringstussenpersonen’. Het ingevulde aanvraagformulier moet u, samen met de vereiste bewijsstukken, opsturen naar de FSMA. Indien de aanvrager een natuurlijke persoon is, moet dit formulier ondertekend worden door deze persoon zelf; indien de aanvrager een rechtspersoon is, door het gemachtigd beheersorgaan of door een of meer personen die hiervoor een bijzondere lastgeving hebben gekregen en bij de aanvraag hiervan het bewijs voorleggen. Gelieve het formulier duidelijk leesbaar in te vullen en de bijlagen te nummeren. 3.2. ONLINE AANVRAAG U kan uw aanvraag bij de FSMA indienen via een online-toepassing die u kan terugvinden op de website van de FSMA, onder Toezicht, Financiële dienstverleners, Tussenpersonen, Verzekeringen, Inschrijving, rubriek ‘online inschrijving en beheer’. Voor alle inhoudelijke vragen in verband met het online-aanvraagformulier kan u terecht op volgend e-mailadres:
[email protected]. Enkel uw aanvraag zelf kan via deze toepassing online worden verzonden. De bijlagen ter staving van uw aanvraag moet u opsturen naar de FSMA. 4. TOELICHTING BIJ HET AANVRAAGFORMULIER 4.1. DE NATUURLIJKE PERSOON Indien u als natuurlijke persoon (d.w.z. niet via een rechtspersoon) activiteiten van verzekeringsbemiddeling wil uitoefenen, moet u het volledig ingevulde aanvraagformulier ‘AANVRAAG TOT INSCHRIJVING ALS VERZEKERINGSTUSSENPERSOON – NATUURLIJKE PERSOON’ opsturen naar de FSMA. U moet over de vereiste beroepskennis en een voldoende geschiktheid en professionele betrouwbaarheid beschikken. U mag niet veroordeeld zijn voor een misdrijf, bedoeld in artikel 20 van de wet van 25 april 2014 op 5
het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen. Om te kunnen nagaan of u niet veroordeeld bent voor één van de feiten opgesomd in voormeld artikel 20, moet u de FSMA een uittreksel uit het strafregister, dat niet ouder is dan drie maanden, bezorgen. U mag niet failliet zijn verklaard, tenzij eerherstel werd verkregen. U mag geen bestuurder of zaakvoerder geweest zijn van een failliet verklaarde vennootschap tenzij het ontslag ten minste één jaar voor de faillietverklaring in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt of tenzij eerherstel werd verkregen. In hoofdstuk 5. ‘Toelichting omtrent de bij de aanvraag te leveren bewijzen van beroepskennis’, vindt u meer uitleg over de vereiste theoretische kennis en desgevallend praktische ervaring. Wanneer u reeds eerder was ingeschreven als natuurlijke persoon of als verantwoordelijke voor de distributie en u was verplicht om binnen een periode van drie jaar geregelde bijscholing te volgen, moet u het formulier “Bijlage 4A” in verband met de gevolgde bijscholing invullen, voor zover u uw werkzaamheden niet langer dan zes maanden heeft onderbroken. 4.2. DE RECHTSPERSOON Indien u uw activiteiten van verzekeringsbemiddeling via een rechtspersoon zal uitoefenen, moet u een aanvraag indienen als ‘rechtspersoon’ en het volledig ingevulde aanvraagformulier ‘AANVRAAG TOT INSCHRIJVING ALS VERZEKERINGSTUSSENPERSOON – RECHTSPERSOON’ opsturen naar de FSMA. Net zoals een natuurlijke persoon, moet de rechtspersoon over de vereiste beroepskennis en een voldoende geschiktheid en professionele betrouwbaarheid beschikken. De rechtspersoon moet bewijzen dat de door haar aangeduide verantwoordelijken voor de distributie over de vereiste beroepskennis, geschiktheid en professionele betrouwbaarheid beschikken (zie hoofdstuk 4.4. ‘De verantwoordelijke voor de distributie’). Ook de personen die met de effectieve leiding worden belast, mogen niet veroordeeld zijn voor een misdrijf bedoeld in artikel 20 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen. Zij moeten over de noodzakelijke geschiktheid en professionele betrouwbaarheid beschikken, evenals over de vereiste beroepskennis (kennis bedrijfsbeheer voor de makelaars en agenten) en de passende ervaring om deze functie waar te nemen (zie hoofdstuk 4.6. ‘De effectieve leiding’). Zij mogen niet failliet zijn verklaard, tenzij eerherstel werd verkregen. Zij mogen geen bestuurder of zaakvoerder geweest zijn van een failliet verklaarde vennootschap tenzij het ontslag ten minste één jaar voor de faillietverklaring in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt of tenzij eerherstel werd verkregen. De FSMA moet ook kennis hebben van de identiteit van, en gelet op de noodzaak van een gezond en voorzichtig beleid, overtuigd zijn van de geschiktheid van de personen die rechtstreeks of onrechtstreeks controle uitoefenen over de verzekeringstussenpersoon (zie hoofdstuk 4.7. ‘Personen die controle uitoefenen over de tussenpersoon’). 4.3. DE CATEGORIE MAKELAAR, AGENT OF SUBAGENT Het register van de verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen bestaat uit drie categorieën: verzekeringsmakelaars, verzekeringsagenten en verzekeringssubagenten. Een verzekeringstussenpersoon kan slechts in één van deze categorieën ingeschreven worden. 6
Verzekeringsmakelaars zijn deze verzekeringstussenpersonen die verzekeringnemers en verzekeringsondernemingen met elkaar in contact brengen, zonder in de keuze van deze laatste gebonden te zijn. Enkel tussenpersonen die hun beroepswerkzaamheden uitoefenen buiten elke exclusieve agentuurovereenkomst of elke andere juridische verbintenis die hen verplicht hun hele productie of een bepaald deel ervan te plaatsen bij een verzekeringsonderneming of meerdere verzekeringsondernemingen die tot eenzelfde groep behoren, kunnen worden ingeschreven in de categorie ‘verzekeringsmakelaar’. Bij hun aanvraag tot inschrijving voegen zij een verklaring op erewoord in die zin. U vindt een voorbeeld op de website van de FSMA. Verzekeringsagenten zijn deze verzekeringstussenpersonen die, uit hoofde van een of meer overeenkomsten of volmachten, in naam en voor rekening van één of meerdere verzekeringsondernemingen werkzaamheden van verzekeringsbemiddeling uitoefenen. Verbonden verzekeringsagenten zijn de verzekeringsagenten die, uit hoofde van een of meer overeenkomsten of volmachten, werkzaamheden van verzekeringsbemiddeling slechts mogen uitoefenen in naam en voor rekening van: -
één enkele verzekeringsonderneming; of
-
verschillende verzekeringsondernemingen in zoverre de verzekeringsovereenkomsten van die ondernemingen geen onderling concurrerende verzekeringsovereenkomsten zijn;
en onder de volledige verantwoordelijkheid van die onderneming(en) handelen voor de verzekeringsovereenkomsten die haar (hen) respectievelijk aanbelangen. Kort samengevat worden volgende verzekeringsovereenkomsten als onderling concurrerend beschouwd:
voor de verzekeringsovereenkomsten die deel uitmaken van de groep van activiteiten “leven”: a) de spaar- of beleggingsverzekeringen; b) de levensverzekeringsovereenkomsten die niet aan de definitie van spaar- of beleggingsverzekering voldoen;
voor de verzekeringsovereenkomsten die deel uitmaken van de groep van activiteiten “nietleven”: de verzekeringsovereenkomsten die tot eenzelfde tak behoren.
Verzekeringsagenten, zowel de niet-verbonden als de verbonden, moeten het formulier ‘Bijlage 5: Formulier voor de kandidaat-tussenpersoon die optreedt als verzekeringsagent’ invullen. In dit formulier duiden zij aan voor welke maatschappijen zij werkzaam zijn als agent en, indien van toepassing, voor welke maatschappijen zij werkzaam zijn als verbonden agent, met aanduiding van de takken of de groep van activiteiten “leven”. De verzekeringsonderneming waarmee de agent samenwerkt als verbonden agent, moet eveneens schriftelijk verklaren dat de tussenpersoon een verbonden agent is van haar, met aanduiding van de takken niet-leven of groep van activiteiten leven.
7
Subagenten zijn deze verzekeringstussenpersonen die handelen onder de verantwoordelijkheid van een verzekeringsmakelaar of van een verzekeringsagent. De tussenpersoon die in de categorie van verzekeringssubagent wil ingeschreven worden, moet bij zijn aanvraag een document toevoegen waarin de makelaar of agent verklaart dat de kandidaat-subagent onder zijn verantwoordelijkheid zal werken. 4.4. DE VERANTWOORDELIJKE VOOR DE DISTRIBUTIE (VVD) De verantwoordelijke voor de distributie (VVD) is elke natuurlijke persoon behorend tot de leiding van of elke werknemer in dienst van een verzekeringstussenpersoon, die de facto de verantwoordelijkheid heeft van of toezicht uitoefent op de werkzaamheid van verzekeringsbemiddeling. De rechtspersonen en de natuurlijke personen die werknemers in dienst hebben, wijzen één of meerdere verantwoordelijken voor de distributie aan. Het aantal verantwoordelijken voor de distributie moet aangepast zijn aan de organisatie en de activiteiten van de tussenpersoon. Het KB van 25 maart 1996 legt een minimum aantal verantwoordelijken voor distributie op, rekening houdend met het aantal personen in contact met het publiek. Zo moet er steeds minstens één verantwoordelijke voor de distributie zijn aangeduid bij de rechtspersonen. Vanaf 10 personen in contact met het publiek moet er een bijkomende verantwoordelijke voor de distributie worden aangeduid met telkens een bijkomende verantwoordelijke voor de distributie per schijf van 10 personen in contact met het publiek. Indien de hoofdberoepswerkzaamheid van de kandidaattussenpersoon geen verzekeringsbemiddeling is, en de verzekering is een aanvulling op de levering van een product of de verrichting van een dienst, moet er per schijf van 20 personen in contact met het publiek een bijkomende verantwoordelijke voor de distributie worden aangeduid. De verantwoordelijke voor de distributie moet voldoen aan de vereisten van beroepskennis, geschiktheid en professionele betrouwbaarheid (art. 260, 1e lid, van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen). Hij mag niet veroordeeld zijn voor een misdrijf, bedoeld in artikel 20 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen. Bij de aanvraag moet een uittreksel uit het strafregister dat niet ouder is dan drie maanden, afgeleverd op naam van elk van de verantwoordelijken voor distributie, bijgesloten worden. Hij mag niet failliet zijn verklaard, tenzij eerherstel werd verkregen. Hij mag geen bestuurder of zaakvoerder geweest zijn van een failliet verklaarde vennootschap tenzij het ontslag ten minste één jaar voor de faillietverklaring in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt of tenzij eerherstel werd verkregen. Wanneer de verantwoordelijke voor de distributie reeds eerder was ingeschreven als natuurlijke persoon of als verantwoordelijke voor de distributie en hij verplicht was om binnen een periode van drie jaar geregelde bijscholing te volgen, moet hij het formulier ‘Bijlage 4A’ in verband met de gevolgde bijscholing invullen, voor zover hij zijn werkzaamheden niet langer dan zes maanden heeft onderbroken. De verantwoordelijke voor de distributie is geen tussenpersoon en beschikt derhalve niet over een eigen inschrijving in het register.
8
4.5. PERSONEN IN CONTACT MET HET PUBLIEK (PCP) Personen in contact met het publiek zijn de personen werkzaam bij de verzekeringstussenpersoon, die taken van verzekeringsbemiddeling uitvoeren en die daarvoor, op welke wijze ook, in contact staan met het publiek. De personen in contact met het publiek moeten eveneens over de door de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen vereiste theoretische kennis beschikken. Het bewijs van hun beroepskennis moet u op het kantoor ter beschikking houden van de FSMA. Op de aanvraag vult u het aantal personen in contact met het publiek in (opgelet, de verantwoordelijken voor de distributie en de aanvrager-natuurlijke persoon tellen niet mee). 4.6.
EFFECTIEVE LEIDING (ENKEL VOOR RECHTSPERSONEN)
Alle personen die deelnemen aan de leiding van de onderneming of die er een reële invloed op hebben, behoren tot de effectieve leiding van de onderneming. Deze personen moeten voldoen aan de vereisten die gelden voor effectieve leiders. Zijn steeds effectieve leiders, gelet op hun benoeming in het Belgisch Staatsblad, de zaakvoerder van een BVBA en de gedelegeerde bestuurder van een NV. De personen belast met de effectieve leiding,
mogen niet veroordeeld zijn voor een misdrijf, bedoeld in artikel 20 van de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen;
mogen niet failliet zijn verklaard, tenzij eerherstel werd verkregen;
mogen geen bestuurder of zaakvoerder geweest zijn van een failliet verklaarde vennootschap tenzij het ontslag ten minste één jaar voor de faillietverklaring in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt of tenzij eerherstel werd verkregen;
moeten over de noodzakelijke geschiktheid en professionele betrouwbaarheid beschikken;
moeten over de vereiste kennis bedrijfsbeheer beschikken (enkel voor inschrijving in de categorie van makelaar of agent);
moeten over de passende ervaring beschikken om deze functie waar te nemen.
Bij het aanvraagformulier moet voor elke effectief leider een uittreksel uit het strafregister, niet ouder dan drie maanden, en de ingevulde vragenlijst opgenomen in bijlage 1 aan het aanvraagformulier bijgesloten worden. 4.7. PERSONEN DIE CONTROLE UITOEFENEN OVER DE TUSSENPERSOON (ENKEL VOOR RECHTSPERSONEN) De personen die rechtstreeks of onrechtstreeks controle uitoefenen over de rechtspersoon, zijn de aandeelhouders of vennoten die de bevoegdheid in rechte of in feite hebben om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van bestuurders of zaakvoerders van de vennootschap of op de oriëntatie van haar beleid. Een verzekeringstussenpersoon met de hoedanigheid van rechtspersoon, kan slechts in het register
9
worden ingeschreven en die inschrijving behouden, indien4: a) de FSMA in kennis is gesteld van de identiteit van de personen die rechtstreeks of onrechtstreeks de controle uitoefenen over de rechtspersoon; b) de FSMA, gelet op de noodzaak van een gezond en voorzichtig beleid, overtuigd is van de geschiktheid van deze personen. Bij het aanvraagformulier moet voor elke controle-uitoefenende aandeelhouder of vennoot de ingevulde vragenlijst opgenomen in bijlage 2 van het aanvraagformulier bijgesloten worden. 4.8.
BEROEPSAANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING
Een verzekeringstussenpersoon is verplicht om voor zijn verzekeringsbemiddelingsactiviteiten een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten bij een verzekeringsonderneming die dergelijke verzekeringsverrichtingen mag uitoefenen overeenkomstig de Belgische reglementering. De dekking mag niet minder bedragen dan EUR 1 miljoen per schadegeval en EUR 3 miljoen per verzekeringsjaar5. De verzekeringsovereenkomst kan in een vrijstelling (franchise) voorzien die niet meer mag bedragen dan 2 % van het zakencijfer van de verzekeringstussenpersoon met als absoluut maximum EUR 750 000 per schadegeval. Indien de 2 % van het zakencijfer minder bedraagt dan EUR 625, dan mag die vrijstelling evenwel op dit laatste bedrag gebracht worden6. De dekking van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering moet zich uitstrekken tot het gehele grondgebied van de Europese Economische Ruimte. U moet bij uw aanvraag een attest bijsluiten, afgeleverd door de verzekeringsonderneming of pool van verzekeraars, waaruit blijkt dat u een beroepsaansprakelijkheidsverzekering afsloot die voldoet aan de wettelijke en reglementaire bepalingen. Zijn evenwel vrijgesteld van de verplichting om een beroepsaansprakelijkheidsverzekering af te sluiten: de tussenpersonen van wie de beroepsaansprakelijkheid wordt gedragen door een verzekeringsonderneming, een andere verzekeringstussenpersoon of een kredietinstelling, voor rekening van wie en in wiens naam zij optreden. Indien u vrijgesteld bent, moet u een attest bijsluiten van de verzekeringsonderneming, kredietinstelling of verzekeringstussenpersoon waaruit blijkt dat zij/hij de beroepsaansprakelijkheid op zich neemt. 4.9.
TOETREDEN TOT DE BUITENGERECHTELIJKE KLACHTENREGELING
Een verzekeringstussenpersoon moet toetreden tot een buitengerechtelijke klachtenregeling. 4
Artikel 269, 2° van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen Telkens als het indexcijfer der consumptieprijzen ten opzichte van het basisindexcijfer van de maand december 2006 met 10 % is gestegen (basis 2004 = 100) worden deze bedragen op de volgende jaarlijkse vervaldag met 10 % verhoogd. 6 Telkens als het indexcijfer der consumptieprijzen ten opzichte van het basisindexcijfer van de maand december 2006 met 10 % is gestegen (basis 2004 = 100), wordt dit bedrag op de volgende jaarlijkse vervaldag met 10 % verhoogd. 5
10
Deze buitengerechtelijke klachtenregeling wordt waargenomen door de VZW OMBUDSDIENST VERZEKERINGEN (www.ombudsman.as). De toetreding houdt in dat de verzekeringstussenpersoon moet antwoorden op de vragen die hem door de Ombudsdienst Verzekeringen worden gesteld in het kader van door hem behandelde klachten. Toetreden tot de buitengerechtelijke klachtenregeling kan individueel of middels een beroepsvereniging. U treedt toe tot de buitengerechtelijke klachtenregeling door de FSMA een volledig ingevuld, gedagtekend en ondertekende verklaring op te sturen. De in te vullen verklaring vindt u terug op de website van de FSMA. U hoeft ten aanzien van de Ombudsdienst Verzekeringen geen enkele formaliteit te vervullen. 4.10 EUROPEES PASpOORT Elke in België ingeschreven verzekeringstussenpersoon die voornemens is voor het eerst in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) werkzaamheden uit te oefenen in het stelsel van vrijheid van vestiging (= via bijkantoor) of vrijheid van dienstverrichting, moet de FSMA daarvan vooraf in kennis stellen. Op het aanvraagformulier tot inschrijving kan u reeds aanduiden in welke andere landen van de EER u eveneens activiteiten van verzekeringsbemiddeling wenst uit te oefenen. Voor deze landen waar u bedoelde activiteit wenst uit te oefenen door middel van een bijkantoor, moet u eveneens de adresgegevens betreffende dit bijkantoor en de identiteitsgegevens van de persoon die uw onderneming in dit bijkantoor zal vertegenwoordigen invullen. De FSMA zal binnen de maand nadat u ingeschreven werd in het register van verzekeringstussenpersonen de autoriteiten van de betrokken lidstaten in kennis stellen van uw voornemen om ook in deze landen activiteiten van verzekeringsbemiddeling uit te oefenen. U zal zelf ook een bevestiging van deze kennisgeving ontvangen. U kan uw werkzaamheden in de lidstaten aanvatten ten vroegste één maand nadat u er door de FSMA van op de hoogte werd gebracht dat de betrokken lidstaten in kennis werden gesteld over uw voornemen. De lidstaten van de EER, andere dan België, zijn: Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, IJsland, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slovakije, Spanje, de Tsjechische Republiek, het Verenigd Koninkrijk en Zweden. U kan ook voor Gibraltar een Europees paspoort aanvragen. 4.11. GROEPSSTRUCTUUR (ENKEL VOOR RECHTSPERSONEN- CATEGORIE MAKELAAR) De verzekeringstussenpersoon-rechtspersoon die een inschrijving in het register wenst als verzekeringsmakelaar, moet bij het aanvraagformulier eveneens bijlage 3 bijvoegen, waarin deze rechtspersoon aangeeft of en in voorkomend geval in welke andere rechtspersonen hij op zijn beurt controle-uitoefenende aandeelhouder of vennoot is. 11
5.
TOELICHTING OMTRENT DE BIJ DE AANVRAAG TE LEVEREN BEWIJZEN VAN BEROEPSKENNIS
5.1.
DE VEREISTE BEROEPSKENNIS
De verzekeringstussenpersonen (natuurlijke personen) en de verantwoordelijken voor de distributie (VVD) moeten bewijzen dat zij de vereiste beroepskennis bezitten. Deze beroepskennis omvat zowel een theoretische kennis, als een praktische ervaring in verzekeringen. Enkel de subagenten (en hun verantwoordelijken voor de distributie) moeten geen praktische ervaring hebben. 5.1.1. Vereiste theoretische kennis De eindtermen die conform artikel 270, § 1, eerste lid, 1°, van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen zijn vastgesteld, zijn: A. Technische kennis: a) de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen en haar uitvoeringsbesluiten en reglementen wat de informatieregels en de regels van toepassing op de voorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten en het sluiten van zulke overeenkomsten betreft, evenals de belangrijke bepalingen van de Europese regelgeving in dit verband; b) de wetgeving betreffende de prudentiële controle op de verzekeringsondernemingen voor zover deze wetgeving een mogelijke impact heeft op het sluiten van de verzekeringsovereenkomsten, met inbegrip van de belangrijke bepalingen van de Europese regelgeving in dit verband; c) de wetgeving betreffende de marktpraktijken en consumentenbescherming; d) de reglementering, de techniek en de fiscale aspecten van de onderscheiden verzekeringstakken; e) de witwaswetgeving, voor zover de verzekeringstussenpersoon onderworpen is aan de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van het terrorisme; f)
de gedragsregels als bepaald in deel 6 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, het koninklijk besluit over de gedragsregels van niveau 1 en het koninklijk besluit over de gedragsregels van niveau 2.
Subagenten zijn vrijgesteld van technische kennis over de materies onder punt b) en c), wat de kennis betreft onder punt a) en d), deze mag beperkt zijn tot een basiskennis van de wetgeving op de verzekeringsovereenkomst en van de reglementering, de techniek en de fiscale aspecten van de verzekeringsproducten die zij te koop aanbieden of verkopen. Zij moeten de vereiste technische kennis van de gedragsregels hebben (punt f). Zij moeten de technische kennis betreffende de witwaswetgeving hebben (punt e) wanneer zij daaraan onderworpen zijn (subagenten van makelaars en niet-exclusieve agenten die bemiddelen voor levensverzekeringsproducten). B. Bedrijfsbeheer: a) grondbegrippen van boekhouding; b) grondbegrippen van fiscaal en sociaal recht in verband met het beroep.
12
Subagenten moeten niet bewijzen dat zij over kennis van bedrijfsbeheer beschikken. De personen beschikken over de vereiste theoretische kennis wanneer zij één van de volgende diploma’s en/of attesten kunnen voorleggen: -
een door de universiteit of hogeschool toegekend masterdiploma of een daarmee gelijkgesteld diploma toegekend vóór het academiejaar 2004-2005;
-
een door een universiteit of hogeschool toegekend bachelordiploma of een daarmee gelijkgesteld diploma toegekend vóór het schooljaar 2004-2005, met minstens 11 studiepunten technische kennis inzake verzekeringen en 3 studiepunten inzake bedrijfsbeheer of een equivalente studiebelasting;
-
een getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs + attest(en) van het slagen in de door de FSMA erkende examens.
Een studiepunt is een internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 24 uren en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt. Een attest van het slagen in een erkend examen: Conform artikel 270, § 4, eerste lid, 2° van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen kunnen de kandidaat-tussenpersonen die niet over het vereiste masterdiploma of bachelordiploma beschikken, het bewijs leveren dat zij over de vereiste beroepskennis beschikken, wanneer zij slagen in de door de FSMA erkende examens. Zij moeten tevens minimaal een diploma hoger middelbaar onderwijs hebben. Deze regeling is in werking getreden op 1 januari 2015. Een erkende cursus in verzekeringen Tot 31 december 2014 moesten de kandidaat-tussenpersonen die niet over het vereiste master- of bachelordiploma beschikten, bewijzen dat zij een door de FSMA erkende cursus met vrucht hadden gevolgd. Dergelijke attesten worden nog aanvaard als bewijs van theoretische kennis wanneer: -
de persoon ten laatste op 31 december 2014 een erkende cursus in verzekeringen met vrucht heeft gevolgd;
-
dan wel voor zo’n cursus was ingeschreven vóór 1 januari 2015 en de vormingscyclus ten laatste op 1 januari 2018 met vrucht heeft afgerond.
5.1.2. Structuur en inhoud van de praktische ervaring De vereiste praktische ervaring moet volledig zijn opgedaan in de periode van zes jaar voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag tot inschrijving. De kandidaat-tussenpersoon die zich wil inschrijven in de categorie van makelaar of agent en de kandidaat-verantwoordelijke voor de distributie, tewerkgesteld bij een makelaar of agent, moet aantonen dat hij relevante beroepservaring heeft opgedaan bij een verzekeringsonderneming of een verzekeringstussenpersoon. 13
Relevante beroepservaring houdt in dat de kandidaat praktische ervaring in verzekeringen heeft opgedaan betreffende één of meerdere domeinen van de theoretische kennis die hij moet bezitten om in het register te worden ingeschreven als tussenpersoon of aangeduid te worden als verantwoordelijke voor de distributie, zoals opgesomd in artikel 270, §1, 1°, A van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen. Bij de aanvraag tot inschrijving als tussenpersoon moet een attest bijgevoegd worden met vermelding van : de naam van de ingeschreven tussenpersoon of de onderneming waar de relevante praktische ervaring werd opgedaan; beschrijving van de uitgevoerde taken; duur van de praktische ervaring (datum van aanvang en einde). Het attest moet ondertekend zijn door een verantwoordelijke van de verzekeringsonderneming of verzekeringstussenpersoon. Wordt steeds aanvaard als relevante beroepservaring, de activiteiten in verband met productie, polisbeheer en/of schaderegeling, uitgeoefend als persoon in contact met het publiek bij een verzekeringstussenpersoon of verzekeringsonderneming.
5.2. OVERZICHT VAN VEREISTE DIPLOMA’S/ATTESTEN EN PRAKTISCHE ERVARING DIPLOMA’S / ATTESTEN
PRAKTISCHE ERVARING Makelaar of Agent of VVD van VVD van makelaar agent 2 jaar 1 jaar
Door universiteit of hogeschool toegekend masterdiploma of een daarmee gelijkgesteld diploma toegekend vóór het academiejaar 2004-2005
+
Door universiteit of hogeschool toegekend masterdiploma, of een daarmee gelijkgesteld diploma toegekend vóór het academiejaar 2004-2005, met minstens 5 studiepunten technische kennis verzekeringen en 1 studiepunt bedrijfsbeheer of een equivalente studiebelasting
+
1 jaar
½ jaar
Door een universiteit of hogeschool toegekend academisch of professioneel bachelordiploma of een daarmee gelijkgesteld diploma toegekend vóór het schooljaar 2004-2005, met minstens 11 studiepunten technische kennis inzake verzekeringen en 3 studiepunten inzake bedrijfsbeheer of een equivalente studiebelasting
+
1 jaar
½ jaar
Getuigschrift van hoger middelbaar onderwijs + attest van slagen in een door de FSMA erkend examen
+
1 jaar
½ jaar
Voor subagenten volstaat een getuigschrift hoger middelbaar onderwijs en het bewijs van het slagen in de door de FSMA erkende examens, in de door de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen 14
vereiste materies. Zij moeten geen kennis inzake bedrijfsbeheer bewijzen noch praktische ervaring in verzekeringen hebben.
15