Toekomst van het trekkingsrecht persoonsgebonden budget
‘Regie weer bij de budgethouders’ Vera Bergkamp, Tweede Kamerlid D66 7 maart 2016
1
I.
Stand van zaken
Per januari 2015 is het persoonsgebonden budget (pgb) trekkingsrecht ingevoerd, om een gebruiksvriendelijker systeem voor de budgethouder te realiseren en fraude tegen te gaan. Met de implementatie hiervan gingen veel problemen gepaard. De uitbetalingen verliepen niet soepel en zorgden voor grote betaalachterstanden. Inmiddels 15 maanden verder zien we dat de fraude niet wordt aangepakt, omdat betalingen blind worden uitgevoerd en de administratieve lasten voor budgethouders toenemen. De problemen met het trekkingsrecht zijn dus nog niet voorbij. Daar waar oplossingen nodig waren, bleken dit vooral ‘houtje touwtje’ oplossingen te zijn. Ook is duidelijk dat een nieuw systeem voor ICT bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) noodzakelijk is, een grote operatie die de nodige tijd en geld zal kosten voor deze echt gaat werken. Ook is de huidige governance, de verantwoordelijkheidsverdeling in de keten, verre van optimaal. De tijd en het geduld raakt bij budgethouders en betrokken partijen op. Het trekkingsrecht pgb maakt onderdeel uit van de breed gedragen wens, óók onder budgethouders, om het pgb solide en minder fraudegevoelig te maken. Het trekkingsrecht zou de budgethouder ondersteunen in de administratieve lasten en de verantwoording voor de uitgaven zou niet meer achteraf plaatsvinden, doordat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een belangrijke rol kreeg in het trekkingsrecht systeem. Deze verantwoording achteraf, die we kenden voor het trekkingsrecht, leidde tot veel onzekerheid bij budgethouders en in het meest negatieve scenario tot het terugvorderen van pgb-middelen die al uitgegeven waren. Een beoordeling van de besteding vooraf maakt het proces helder, geeft vertrouwen aan de zijde van de budgethouder en de verstrekker en voorkomt veel (financiële) onzekerheid. Doelen niet behaald De doelen van het trekkingsrecht pgb zijn primair om fraude met het pgb te voorkomen en budgethouders te ondersteunen in hun administratieve rol als budgethouder. Naar onze mening staat deze doelstelling nog overeind, maar het is voor ons de vraag of deze doelen worden bereikt door het trekkingsrecht pgb. Ondanks alle inspanningen van meerdere partijen is het niet gelukt om een eenvoudig en solide trekkingsrecht pgb in te voeren. Het systeem kent nu te veel problemen en werkt niet voor verstrekkers en budgethouders. Het draagt niet voldoende bij aan het voorkomen van fraude met pgb, de administratieve belasting is voor budgethouders en vertrekkers vergroot en de kosten van het systeem zijn vele malen hoger dan het bedrag, dat bekend is, aan vastgestelde pgb-fraude. Out of the box Het is de vraag hoe lang de politiek, en betrokken organisaties, kunnen blijven doorgaan met aangeven wat er allemaal in het verbeterplan trekkingsrechten pgb moet staan, terwijl de SVB het hoofd boven water probeert te houden door de terugkerende arbeidsintensieve werkzaamheden. Denk hierbij aan de jaarovergang, de jaarafsluiting, de herstelacties, of de handmatige bewerkingen die noodzakelijk zijn omdat het ICT systeem onvoldoende ondersteuning biedt. Het systeem is leidend geworden bij het trekkingsrecht; de budgethouders en zorgverleners moeten volgen. Het vooruitzicht dat dit op een redelijke termijn gaat veranderen en verbeteren is er niet. Het wordt tijd om echt ‘out of the box’ te denken. 2
D66 heeft daarom nagedacht over een alternatief dat recht doet aan de rol en verantwoordelijkheid van de verstrekkers en direct leidt tot een vereenvoudiging van het proces zonder nieuwe dure investeringen. Daarom hierbij ‘met potlood’ de contouren van een alternatief plan.
II.
Alternatief voor het huidige trekkingsrecht pgb
Zoals gezegd staat D66 achter de doelen van het trekkingsrecht, het voorkomen van fraude, het ondersteunen van de budgethouder bij de administratieve taken en het voorkomen van onzekerheid over eindverantwoording en terugvorderingen. Deze doelstellingen kunnen in een ander systeem beter tot hun recht komen. Hieronder een schets van dit alternatieve model. Stap 1: Aanvraag voor zorg/ondersteuning bij gemeente/ CIZ. Dit is de eerst stap voor degene die een pgb aanvraagt. In deze fase wordt het proces, van de aanvraag tot de zorginzet en de keuze voor pgb of zorg in natura (ZIN) besproken en uitgelegd. Stap 2: Keuze voor pgb of ZIN op basis van een bewust keuze D66 wil dat er bewust een keuze voor pgb of ZIN door de budgethouder wordt gemaakt op basis van een ‘bewust keuze gesprek’ met de verstrekker (gemeente/zorgkantoor). Dit gesprek kan worden voorbereid met behulp van een persoonlijk plan en waar gewenst een onafhankelijke cliëntondersteuner. Tijdens het gesprek wordt beoordeeld of er voldoende informatie is om een goede keuze te maken tussen ZIN en pgb, of de benodigde eigen regie gevoerd kan worden om de taken rondom het pgb uit te kunnen voeren dan wel of er een gewaarborgde hulp is of een vertegenwoordiger om deze taak op zich te nemen. Stap 3: Ondersteuning door training budgethouder of gewaarborgde hulp. Iedereen krijgt ter voorbereiding op het ‘pgb-schap’ een introductie over de werking van het pgb. Deze introductie geeft niet alleen inzicht in de rechten/plichten die horen bij het budgethouderschap, maar richt zich ook op het inkopen van goede zorg, werkgeverstaken en rollen ect. Deze ondersteuning en voorbereiding zijn nodig om goed te kunnen starten. Veel zaken die onrechtmatig zijn, komen voort uit onbedoelde fouten, die met een dergelijke training voorkomen kunnen worden. Daarnaast helpt de introductie ook bij het verantwoord inkopen van zorg waardoor de weerbaarheid vergroot wordt tegen frauderende organisaties (aanbieders of bemiddelaars). Hierna is de budgethouder voldoende getraind en geïnformeerd om te starten met een pgb en om op verantwoorde wijze zorg in te kopen. Het ondersteuningspakket voor budgethouders kan worden uitgebreid met een telefonische helpdeskfunctie en cliëntondersteuning. Deze ondersteuning kan worden geboden vanuit een deskundige en doelgroepgerichte wijze die aansluit op de ervaringspraktijk van budgethouders. Deze rol past bijvoorbeeld Per Saldo vanuit de rol en taak als cliëntondersteuner. Stap 4: Persoonlijk (budget) plan Op basis van een persoonlijk plan inclusief budgetplan zal eerst goedkeuring moeten volgen door de verstrekker. Daarna, op basis van een goedgekeurd budgetplan, worden de zorgovereenkomsten 3
ingediend. Ook hierover moet de verstrekker goedkeuring geven. Hierin staat vermeld hoe de budgethouder, én bij wie de budgethouder zijn zorg gaat inkopen en regelen. De goedkeuring door de verstrekker borgt dat er vooraf een verantwoording is over het budget. Stap 5: Toekenning budget en uitbetaling De toekenning van het budget geschiet op basis van het budgetplan en gaat naar de budgethouder/ gewaarborgde hulp. De budgethouder geeft de benodigde gegevens door aan de budgetverstrekker, waarbij de voorschotten worden afgesproken die op een persoonlijke pgb-rekening worden gestort. Bij een door de overheid aangewezen reguliere bank wordt een pgb-rekening geopend door de budgethouder. De rekening kent geen mogelijkheden voor PIN, maar slechts de mogelijkheid van overboekingen op (vaststaande tegen-)rekeningen van zorgverleners zoals vastgelegd in de zorgovereenkomsten. Deze overboekingen in opdracht van de budgethouder kunnen via een regulier (online) betaalsysteem worden verwerkt. De budgetverstrekker stort de voorschotten zoals afgesproken met de budgethouder op de pgb-rekening. De budgethouder betaalt zelf via overboeking de facturen/lonen van de zorgverleners volgens de goedgekeurde overeenkomsten. De (digitale) overzichten van betalingen worden regulier doorgegeven aan de budgetverstrekker, via de budgethouder, dan wel direct via de bank. De SVB komt alleen in beeld als de budgethouder ervoor kiest de salarisadministratie en afdracht sociale verzekeringen daar uit te besteden.
III.
Het systeem verandert
Met dit systeem wil D66 een sterke vereenvoudiging mogelijk maken en de juiste verantwoordelijkheden aan de ketenpartners en budgethouders toekennen. Deze aanpak draagt bij aan de kern van het pgb: eigen regie bij de budgethouders. We moeten leren van de fouten die gemaakt zijn met de trekkingsrechten pgb. Een simpele oplossing in het huidige systeem is niet mogelijk als we kijken naar de complexiteit van de governance in de gehele keten. D66 ziet het in deze notitie voorgestelde model als de meest realistische oplossing. Dit model dient zorgvuldig ingevoerd te worden. Pas na diverse pilots en nauwe samenwerking met belangenorganisatie Per Saldo kan een definitieve knoop worden doorgehakt. Uitbetalingen In het voorstel van D66 wordt uitgegaan van betalingen die weer door de budgethouder worden gedaan aan de zorgverleners. De rol van bankier is hier vervangen door een reguliere bank. Een bank die aparte pgb-rekeningen beheert en met een regulier systeem overboekingen mogelijk maakt voor budgethouders. De controle en bewakingsrol ligt volledig bij de budgetverstrekker. Die beoordeelt de aanvrager van een pgb op zijn mogelijkheden om de pgb-taken uit te voeren, beoordeelt het budgetplan en de zorgovereenkomsten en bevoorschotting budgetten op basis van de goedgekeurde plannen. Door het uitvoeren van huisbezoeken door de budgetverstrekker kan zicht worden gehouden op hoe het budgetplan en het persoonlijk plan in de praktijk werken en of de zorgsituatie thuis verantwoord is en blijft. En of een aanpassing van de indicatie en budget aan de orde is. Uniformiteit D66 wil dat de budgetverstrekkers uniform gaan werken. Zodat alle budgethouders kunnen werken 4
met uniforme plannen, overeenkomsten en het liefst ook met één bank. Beleidsvrijheid voor budgetverstrekkers blijft, maar in de uitvoeringspraktijk kan geen diversiteit zijn. Verantwoording en verantwoordelijkheid De verantwoordingsregels moeten tegen het licht worden gehouden, waar deze alleen administratieve ballast veroorzaken en waar deze niet bijdragen aan een solide fraudebestendig pgb, moeten deze worden herzien. De budgethouder heeft de verantwoordelijkheid om de taken die behoren bij het budgethouderschap goed uit te voeren en zich goed voor te bereiden op zijn/haar taak als budgethouder (zoals het opstellen van de juiste plannen en verantwoording vooraf op orde te hebben, de zorgverleners zorgvuldig in te kopen en tijdig te betalen). De budgethouder stelt de verstrekker op de hoogte als er sprake is van wijzigingen in het budgetplan en maakt het mogelijk dat overzichten van betalingen worden doorgegeven aan, of in te zien zijn door, de budgetverstrekker. De budgethouder kan echter wel rekenen op een door de budgetverstrekker geaccordeerde verantwoording vooraf. Voorwaarde is dat de ondersteuning aan budgethouders goed georganiseerd moet zijn. Dit is een essentiële stap in het systeem om het pgb fraudebestendiger te maken. Deze ondersteuning past bij de organisatie Per Saldo, die de positie van cliëntondersteuner heeft, waarop elke budgethouder een beroep kan doen. De training voor het ‘pgb-schap’ zal minder vrijblijvend moeten worden. Het principe -elke budgethouder volgt de training tenzij- moet leidend zijn. SVB De rechtmatigheidscontrole en verantwoording komt in dit voorgestelde model te liggen bij de budgetverstrekker. De SVB heeft in het huidige systeem nog een dubbelfunctie van controle en uitbetalingen. Die vervalt hierbij. Ook heeft de SVB een rol als het gaat om de salarisadministratie en sociale verzekeringen en afdrachten. In de nieuwe aanpak zal de SVB op verzoek van de budgethouder een rol en taak hebben als het gaat om de salarisadministratie en sociale verzekeringen (incl. verzuim en aansprakelijkheid). Het investeren in forse nieuwe ICT-systemen aan de kant van de SVB, dan wel aan de verstrekkerszijde, wordt hiermee voorkomen.
IV.
Reactie kabinet
D66 verzoekt de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een reactie te geven op het voorstel van D66 voor de zomer van 2016. D66 zal dit morgen, 8 maart 2016, bij het debat over “ICT-problemen bij de Sociale Verzekeringsbank” aan de orde stellen.
5