MEMO
Aan
: De voorzitter
Kopie aan
: De secretaris
Van
: W. Nettinga
Telefoon
: Telefoonnummer.
E-mailadres
: E-mailadres.
Datum
: 11-6-2014
Betreft
: Mededelingen Algemeen Bestuur 12 februari 2014
DIV nr : Documentnr.
Opening en mededelingen Presentie Bericht van verhindering is ontvangen van: De heer J.M. De Jonge. Mevrouw P. Bouvy van de gemeente Bernisse, zij wordt vervangen door wethouder S. van der Weg. De heer P.D. Hofman hij wordt vervangen door de heer van Lith. Toegevoegd aan de (digitale) vergaderset: Agendapunt 03 E – Besluitenlijst van het dagelijks bestuur van 21 mei 2014 Agendapunt 04 - Lijst van ingekomen en uitgegane stukken (benoemingsbrieven ableden) Deze liggen ter inzage bij de secretaris. Ter tafel treft u aan: Gekleurde stemkaarten die bedoeld zijn voor de stemming op zaken. Omdat er bij de stadsregio wordt gewerkt met gewogen stemmen, geeft de kleur van de kaart het aantal stemmen weer. Op de kaart staat aangegeven voor welke gemeente de kaart bedoeld is. U wordt verzocht de kaarten aan het einde van de vergadering op uw tafel te laten liggen. Agenda Agendapunt 1. Vragenhalfuur Voorgesteld wordt om, indien er vragen zijn, dit punt te verplaatsen na agendapunt 6 benoeming leden van het dagelijks bestuur. Agendapunt 5. 05 Adviezen portefeuillehouders De gevraagde beslissing is gecorrigeerd: kennis te nemen van de adviezen van de portefeuillehouders. Agendapunt 6.
Benoeming leden van het dagelijks bestuur.
Procedure Voor de benoeming worden twee stemrondes gehouden: - Stemronde 1: verkiezing 5 leden dagelijks bestuur uit het algemeen bestuur. - Schorsing - Stemronde 2: verkiezing extra lid van het dagelijks bestuur buiten het algemeen bestuur voor de portefeuille jeugdzorg. Meent 106 - Postbus 21051 - 3001 AB Rotterdam --
1
Ter tafel treft u twee enveloppen met stembriefjes. De envelop met daarop geschreven ‘DB’ Is voor stemronde 1, de envelop met daarop geschreven ‘Jeugdzorg’ is voor stemronde 2. Om het aantal stembriefjes per algemeen bestuurslid te beperken en toch de anonimiteit te waarborgen wordt gewerkt met biljetten die 1, 2 of 4 stemmen waard zijn. De stemmen en de daarbij behorende biljetten zijn daarom als volgt verdeeld: De leden van de gemeenten Bernisse, Brielle en Westvoorne beschikken elk over één stem en krijgen dus elk één stembiljet met de waarde 1; De leden van de gemeenten Albrandswaard, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel en Maassluis beschikken elk over twee stemmen en krijgen dus elk een stembiljet met de waarde 2; De leden van de gemeenten Barendrecht, Lansingerland en Ridderkerk beschikken elk over drie stemmen en krijgen dus elk twee biljetten, een met de waarde 1 en één met de waarde 2; De leden van de gemeenten Capelle aan den IJssel, Schiedam, Spijkenisse en Vlaardingen beschikken elk over vier stemmen en krijgen dus elk één stembiljet met de waarde 4; De leden van de gemeente Rotterdam beschikken elk over 19 stemmen en krijgen dus elk 6 stembiljetten: 4 biljetten met waarde 4, één biljet met de waarde 2 en één biljet van 1. De voorzitter heeft in het algemeen bestuur geen stem en doet dus niet mee aan de stemmingen. Stemronde 1 Elke kandidaat heeft een eigen kleur en op het stembrief staat het aantal stemmen dat het AB lid namens zijn/haar gemeente mag uitbrengen. Stemronde 2 Artikel 33, lid 2, van gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam bepaalt dat indien de aard van de opgave voor een bepaalde bestuursperiode of voor een bepaalde portefeuille daar aanleiding toe geeft op voordracht van het dagelijks bestuur één extra lid voor het dagelijks bestuur kan worden aangewezen. Na het besluit om een 6e lid van buiten te benoemen voor de portefeuille Jeugdzorg (beslispunten 2a t/m c), kan het nieuwe dagelijks bestuur zijn kandidaat voordragen. Omdat het een benoeming op voordracht van het dagelijks bestuur betreft kan alleen voor of tegen worden gestemd; er kan geen andere kandidaat op het biljet worden ingevuld. Agendapunten 7 en 8 De titels zijn in de vergaderset gecorrigeerd De titel van agendapunt 7: Gevolgen proces-verbaal Ondernemingskamer en machtiging opstellen sociaal plan.
De titel van agendapunt 8 dient te zijn: Voornemen intrekken liquidatieplan en wijziging gemeenschappelijke regeling en planning opheffing stadsregio.
Meent 106 - Postbus 21051 - 3001 AB Rotterdam 2
algemeen bestuur vergadering 11 juni 2014
Agenda voor de vergadering d.d. 11 juni 2014 van het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam
Opening en mededelingen 1.
Vragen halfuur. (mondeling)
2.
Verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam op 12 februari 2014. Gevraagde beslissing: 1. het verslag vast te stellen.
3.
Besluitenlijst Gevraagde beslissing: 1. Kennis te nemen van de besluitenlijsten.
4.
Ingekomen en uitgegane stukken. Gevraagde beslissing: 1. kennis te nemen van ingekomen en uitgegane stukken. Samenvatting: Ingekomen en uitgegane stukken, voor zover aanwezig, zijn ter inzage ter vergadering.
5.
6.
Adviezen portefeuillehouders voor AB 11 juni 2014 Gevraagde beslissing: 1. kennis te nemen van de adviezen van de portefeuillehouders. Benoeming leden van het dagelijks bestuur. Gevraagde beslissing: 1. naar aanleiding van de voordracht van de voorzitter aan de hand van het stemformulier te stemmen over de benoeming van de 5 leden van het dagelijks bestuur 2. naar aanleiding van de voordracht van het nieuw gekozen dagelijks bestuur: a) te beslissen om op grond van artikel 33 van de gemeenschappelijk regeling stadsregio Rotterdam een zesde lid toe te voegen aan het dagelijks bestuur voor de portefeuille jeugdzorg, voor de periode dat jeugdzorg nog een taak van de stadsregio is. b) te bepalen dat dit extra lid op grond van artikel 14 van de Wet gemeenschappelijke regelingen een lid van buiten het algemeen bestuur is c) vervolgens aan de hand van een stembiljet te stemmen over de benoeming van dit lid
AGAB 11 juni 2014 / BZC / CB / 11 juni 2014
Pagina 1
Portefeuillehouder: voorzitter Samenvatting: Benoemen DB uit het algemeen bestuur De voorzitter draagt aan het algemeen bestuur ter vergadering vijf ab-leden voor voor benoeming in het dagelijks bestuur. Deze voordracht gebeurt op basis van consultatie van de subregio’s Waterweg-Noord (Maassluis Vlaardingen, Schiedam), Oost (Capelle aan den IJssel, Lansingerland, Krimpen aan den IJssel), Rotterdam, IJsselmonde (Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk) en Voorne Putten (Spijkenisse, Bernisse, Brielle. Hellevoetsluis, Westvoorne). De nieuw benoemde leden van het dagelijks bestuur verdelen in hun eerste vergadering zelf de portefeuilles. Benoeming leden DB van buiten het algemeen bestuur Artikel 33, tweede lid van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam opent de mogelijkheid voor het algemeen bestuur om, op voordracht van het dagelijks bestuur, een extra dagelijks bestuurslid aan te wijzen. Op grond van artikel 33 GR jo artikel 14 van de Wet gemeen schappelijke regelingen kan dit een lid zijn van van buiten de kring van het algemeen bestuur. Voorgesteld wordt van deze mogelijkheid gebruik te maken en aan het algemeen bestuur voor te stellen om een extra dagelijks bestuurslid aan te stellen voor de portefeuille Jeugdzorg. Dit extra dagelijks bestuurslid blijft in deze periode in functie zolang de jeugdzorgtaken tot de verantwoordelijkheid van de stadsregio Rotterdam behoren en totdat de voorziene stelselwijziging geëffectueerd is. Dit lid van het db heeft geen stem in het algemeen bestuur. 7.
Gevolgen proces-verbaal Ondernemingskamer en machtiging opstellen sociaal plan. 1. kennis te nemen van de gevolgen van het proces-verbaal van dendernemingskamer; 2. op grond van artikel 54, derde lid, van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam regels stellen in verband met de opheffing, waarbij van de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling wordt afgeweken. De regels houden het volgende in: ‘Het algemeen bestuur stelt in afwijking van artikel 42, eerste lid, in overleg met de vakbonden een regeling vast, ter regeling van de rechtsgevolgen van de opheffing en liquidatie voor het personeel van de stadsregio.’; 3. de portefeuillehouder Middelen te machtigen namens het algemeen bestuur in overleg te treden met de vakorganisaties over een te bereiken akkoord over een sociaal plan. De bevoegdheid tot het vaststellen van het sociaal plan blijft voorbehouden aan het algemeen bestuur. Portefeuillehouder: Koen Samenvatting: De ondernemingsraad van stadsregio Rotterdam (OR) heeft beroep aangetekend tegen het liquidatieplan van de stadsregio, dat is vastgesteld op 12 februari 2014. Op 10 april 2014 vond de zitting plaats bij de Ondernemingskamer. De stadsregio heeft zich op het standpunt gesteld dat het Sociaal Statuut Rotterdam 2013 (SSR 2013) ook van toepassing is in de situatie van liquidatie en voldoende waarborgen biedt voor het personeel van de stadsregio. De Ondernemingskamer is echter van mening dat het SSR 2013 niet ziet op opheffing van een organisatie en dat er een sociaal plan gemaakt dient te worden. Tevens bleek ter zitting dat de Ondernemingskamer vond dat het liquidatieplan teveel met voorbehouden omgeven is en er nog teveel onduidelijkheid is over vele factoren van de opheffing waardoor de OR te gefragmenteerd moest adviseren. Omwille van een vlot verloop is gekomen tot een minnelijke regeling. Uit deze regeling vloeit voort dat de stadsregio het vigerende liquidatieplan in moet trekken en een nieuw liquidatieplan op moet stellen, dat opnieuw om advies wordt
AGAB 11 juni 2014 / BZC / CB / 11 juni 2014
Pagina 2
voorgelegd aan de OR. Tevens dient de stadsregio met de vakbonden een op de opheffing gericht sociaal plan overeen te komen. Alvorens dit nieuwe liquidatieplan op te stellen, is eerst overeenstemming met het georganiseerd overleg (GO) en een positief advies van de OR op het sociaal plan nodig. Op grond van artikel 42 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam (GR) is het dagelijks bestuur bevoegd ten aanzien van alle personele zaken, maar mag daarbij niet afwijken van de rechtspositionele voorschriften van de gemeente Rotterdam die van toepassing zijn op de stadsregio. Nu deze ‘Rotterdamse regels’ volgens de rechter niet voorzien in de situatie van opheffing en liquidatie, is er behoefte aan een regeling die ziet op de liquidatie. Het algemeen bestuur heeft op grond van artikel 54, derde lid van de GR de bevoegdheid voor de opheffing regels vast te stellen die afwijken van de GR. Voorgesteld wordt nu alvast gebruik te maken van deze bevoegdheid door regels te stellen waarin het algemeen bestuur in overleg met de vakbonden een op opheffing gericht sociaal plan opstelt. Uit praktische overwegingen wordt voorgesteld de portefeuillehouder middelen te machtigen namens het algemeen bestuur in overleg te treden met de vakorganisaties over een te bereiken akkoord over een sociaal plan, waarbij de beslissingsbevoegdheid tot vaststelling van het plan bij het algemeen bestuur blijft. Bijlage(n): 1. Proces-verbaal Ondernemingskamer 2. Machtiging portefeuillehouder Middelen 8.
Voornemen intrekken liquidatieplan en wijziging gemeenschappelijke regeling en planning opheffing stadsregio. Gevraagde beslissing: 1. in te stemmen met de planning van het vervolgproces inzake opheffing en liquidatie; 2. het voornemen uit te spreken het huidige liquidatieplan in te trekken en gelijktijdig een nieuw liquidatieplan en opheffingsbesluit op te stellen en in procedure te brengen, wanneer in het GO overeenstemming is bereikt over het sociaal plan en zodra de Eerste Kamer de Wet afschaffing plusregio’s heeft aangenomen; 3. het voornemen uit te spreken tot wijziging van artikel 54, tweede lid, van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam door toevoeging van 1 juli als mogelijke datum voor het van kracht worden van de opheffing. Portefeuillehouder: Koen Samenvatting: Op dinsdag 13 mei 2014 heeft de Tweede Kamer verzocht om uitstel van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Wet afschaffing plusregio’s. De plenaire behandeling stond gepland voor woensdag 14 mei 2014, maar is van de agenda afgehaald. De Kamer heeft gevraagd om behandeling voor het zomerreces, maar de voorzitter heeft gezegd dit niet te kunnen garanderen. Er is nog geen nieuwe datum gepland. Na behandeling door de Tweede Kamer zal behandeling in de Eerste Kamer volgen. Wanneer de Eerste Kamer instemt met het wetsvoorstel zal het huidige liquidatieplan worden ingetrokken (zie agendapost 07) en zal een nieuw liquidatieplan en opheffingsbesluit worden opgesteld en in procedure worden gebracht. Alvorens het nieuwe liquidatieplan in procedure kan worden gebracht, is overeenstemming in het GO vereist over het sociaal plan. De uitgangspunten van het sociaal plan zullen worden opgenomen in het nieuwe liquidatieplan en de bijbehorende liquidatiebegroting.
AGAB 11 juni 2014 / BZC / CB / 11 juni 2014
Pagina 3
De gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam (GR) bepaalt in artikel 54, tweede lid, dat een opheffing van kracht kan worden op 1 januari volgend op de datum van opname van de door de bestuursorganen genomen opheffingsbesluiten in het Register van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Door het uitstel van behandeling in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer er niet meer voor het zomerreces over de Wet afschaffing plusregio’s besloten kan worden, is het voor de stadsregio onmogelijk geworden de benodigde procedures voor het nemen van een opheffingsbesluit af te ronden voor 1 januari 2015. Om te voorkomen dat daardoor de opheffing conform de huidige GR pas op 1 januari van het daarop volgende jaar, dus 1 januari 2016, kan plaatsvinden, wordt voorgesteld om het voornemen uit te spreken de GR te wijzigen door toe te voegen dat de opheffing tevens van kracht kan worden op 1 juli. De procedure tot wijziging van de GR kan gelijktijdig met die van de te nemen opheffingsbesluiten en het liquidatieplan plaatsvinden.
-
Dit voorstel geeft een planning van de te nemen stappen in het vervolgproces. Het gaat daarbij om de volgende aspecten: het opheffingsbesluit; het liquidatieplan (met bijbehorende liquidatiebegroting en inclusief ten minste de uitgangspunten van het sociaal plan); en het voorbereiden van regels in afwijking van de gemeenschappelijke regeling voor de stadsregio op het moment dat deze in liquidatie verkeert; het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling wat betreft de inwerkingtredingsdatum van de opheffing. Bijlage(n): -
9.
Jaarrekening 2013 Gevraagde beslissing: 1. Jaarrekening 2013 vast te stellen. 2. Conform het vaststellingsbesluit: a. aan de reserve Verkeer en Vervoer een bedrag van € 5.000.000 te onttrekken ten gunste van het exploitatiejaar 2013 als dekking voor kosten binnen het programma Bereikbaarheid en Mobiliteit; b. het - na de onder 2.a genoemde onttrekking aan de reserve Verkeer en Vervoer -ontstane positieve saldo 2013 vaststellen op een bedrag van € 2.303.244; c. het onder 2.b bepaalde saldo 2013 € 2.303.244 toevoegen aan de Reserve Weerstandsvermogen; 3. Per 1 januari 2014 de volgende fondsen op te heffen: a. het fonds SLOK; b. het fonds BDU grote infraprojecten 2004 verplicht; c. het fonds Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam nog te verplichten. Portefeuillehouder: Koen Samenvatting: Hierbij ontvangt u ter vaststelling de jaarrekening 2013. Conform de bestaande gedragslijn wordt er geen afzonderlijk jaarverslag aangeboden, omdat de toelichting van de beleidsmatige afwijkingen integraal deel uitmaken van de jaarrekening. De jaarrekening sluit aan bij de programmastructuur van de begroting en de daarin opgenomen activiteiten. De jaarrekening 2013 en daarbij behorende financiële onderbouwingen zijn door de accountant beoordeeld op rechtmatigheid en getrouwheid. De accountant geeft voor beide facetten een goedkeurende verklaring, welke in hoofdstuk 10 van het boekwerk is opgenomen. Tevens is het accountantsrapport als bijlage bijgevoegd. Het rekeningtotaal voor lasten en baten bedraagt in 2013 € 500,9 miljoen aan lasten en ruim € 494,7 miljoen aan baten.
AGAB 11 juni 2014 / BZC / CB / 11 juni 2014
Pagina 4
Het resultaat 2013 vóór en na bestemming komt tot stand na verwerking van de werkelijke en voorgestelde onttrekkingen en dotaties aan (bestemming)reserves. Per saldo leiden deze mutaties tot een positief resultaat over 2013 van € 2.303.244. In de 2e Bestuursrapportage werd in december jl. het nader te bestemmen positief resultaat over 2013 geraamd op € 2.337.492. Voorgesteld wordt het positieve resultaat 2013 van € 2.303.244 volledig toe te voegen aan de reserve Weerstandsvermogen. Met het oog op mogelijke risico’s in de aankomende periode, welke nader zijn benoemd in de paragraaf Weerstandsvermogen, blijft de opbouw van een verantwoorde financiële buffer als weerstandsvermogen voor de stadsregio een belangrijk aandachtspunt. Om die reden is het voorstel gedaan tot toevoeging van het positieve resultaat van de jaarrekening 2013 aan de reserve Weerstandsvermogen. Reserves/fondsen. Met betrekking tot reserves en/of fondsen wordt in de jaarrekening 2013 voorgesteld de volgende fondsen op te heffen: het fonds SLOK, omdat het saldo per 31-12-2013 “nihil” is; het fonds BDU grote infraprojecten 2004 verplicht, omdat het saldo per 31-122013 “nihil” is; het fonds Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam nog te verplichten, omdat het saldo per 31-12-2013 “nihil” is. Bijlage(n): 1. Concept-jaarrekening 2013; 2. Accountantsverslag 2013 10. Wijziging inwerkingtreding verordening Woonruimtebemiddeling 2014. Gevraagde beslissing: 1. te bepalen dat de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 pas in gewijzigde vorm in werking zal treden nadat het algemeen bestuur de met de Huisvestingswet 2014 in overeenstemming gebrachte verordening heeft vastgesteld. Portefeuillehouder: Karssen. Samenvatting: Door het aannemen van de nieuwe Huisvestingswet in de Tweede Kamer is er een probleem ontstaan voor de op 12 februari 2014 door het algemeen bestuur vastgestelde verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 (verder: verordening). Deze verordening is nog niet gepubliceerd noch in werking getreden. De nieuwe verordening is niet in lijn met de ontwerpwet, die nu bij de Eerste Kamer ligt. Dit vraagt om een aanpassing van de vastgestelde verordening. Niet in de laatste plaats omdat er op last van de provincie een bepaling in de nieuwe verordening is opgenomen, dat dit binnen 6 maanden na inwerkingtreding van de wet moet plaatsvinden. Er zijn enkele fundamentele wijzigingen noodzakelijk. Als de nu vastgestelde verordening zoals gepland op 1 juli in werking zou treden, dan brengt dat veel voorbereidend werk voor gemeenten en corporaties met zich mee, dat op korte termijn weer ongedaan moet worden gemaakt. Daarom wordt voorgesteld de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 pas in gewijzigde vorm pas inwerking te laten treden nadat het algemeen bestuur de aangepaste verordening die voldoet aan de Huisvestingswet 2014, heeft vastgesteld. Bijlage(n): 1. Conceptbesluit uitstel inwerkingtreding verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014.
AGAB 11 juni 2014 / BZC / CB / 11 juni 2014
Pagina 5
11. Stand van zaken Metropoolregio en Vervoerautoriteit. De portefeuillehouder geeft ter vergadering een mondelinge toelichting. 12. Rondvraag en sluiting
AGAB 11 juni 2014 / BZC / CB / 11 juni 2014
Pagina 6
algemeen bestuur vergadering 11 juni 2014 agendapunt 01
Onderwerp: Vragenhalfuur. (Mondeling)
Vragenhalfuur / 142582 / BZC / CB / 11 juni 2014
Pagina 1
algemeen bestuur vergadering 11 juni 2014 Agendapunt 2 Verslag van de vergadering van het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam op 12 februari 2014. Aanwezig volgens presentielijst: Gemeente Albrandswaard
Vlaardingen Westvoorne
Naam - H.J. van der Graaff - R.C.S. van Praag - J. van Belzen - B.J. Nootenboom - K.J. Schipper - J.F. Koen - N.H. van Buren - P.D. Hofman - A. Prins - J. Rijsdijk - H.J.M. de Paepe - J.A. Karssen - J. Luijendijk - A. den Ouden - mw J.N. Baljeu - L.C. Bruijn - A.J.A. Wijten - J.W. Mijnans - mw C. Mourik - J. Versluis - H. van Lith
de voorzitter de secretaris
- A. Aboutaleb - mw J. Fix
Barendrecht Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Lansingerland Maassluis Ridderkerk Rotterdam Schiedam Spijkenisse
AB verslag 12 februari 2014 / Verslagbureau / 21 mei 2014
1
1.
Opening en mededelingen. De voorzitter, de heer Aboutaleb, opent te 14.00 uur de vergadering en heet een ieder van harte welkom, in het bijzonder de heer Rijsdijk, burgemeester van Lansingerland, die voor het eerst een vergadering van het algemeen bestuur bijwoont. Hij deelt mede dat bericht van verhindering is ontvangen van de heer Van Sluis, die wordt vervangen door de heer Van Buren, mevrouw Bouvy, de heer Van Heijningen en de heer Karakus, die wordt vervangen door de heer Bruijn.
2.
Verslag van de vergadering d.d. 11 december 2013. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
3.
Besluitenlijst van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. De vergadering neemt kennis van de besluitenlijst van het dagelijks bestuur.
4.
Vragenhalfuur. De voorzitter geeft het woord aan de heer Den Toom, voorzitter van de ondernemingsraad van de stadsregio Rotterdam. De heer Den Toom zegt dank voor de gelegenheid die hem wordt geboden om namens de ondernemingsraad gebruik te maken van het inspreekrecht. Vandaag staat de vaststelling van het ontwerp-liquidatieplan van de stadsregio Rotterdam op de agenda, waarop door de ondernemingsraad een negatief advies is uitgebracht. Het antwoord daarop van de secretaris/directeur heeft niet geleid tot herziening van de mening van de ondernemingsraad. Het moge bekend zijn dat tussen het bestuur en de vakbonden, het georganiseerd overleg, geen overeenstemming is bereikt over een sociaal plan, terwijl dat wel een wettelijk vereiste is. Sinds oktober 2010 wordt gepraat over liquidatie van de stadsregio, waarbij ervoor is gekozen de afbouw van de stadsregio en de opbouw van de Metropoolregio als gescheiden trajecten te beschouwen, naar de mening van de ondernemingsraad een onhoudbare en kunstmatige aanpak, met grote consequenties voor de rechtspositie van de medewerkers van de stadsregio. Hierdoor is voor hen een belangrijk deel van het Sociaal Statuut Rotterdam 2013 niet meer van toepassing. Afspraken rond plan van aanpak, plaatsingsplan en plaatsingscommissies zijn hiermee buiten werking gesteld. Het mensvolgt-taak-principe staat op losse schroeven, ofschoon dit één van de belangrijkste onderdelen is van het sociaal statuut. Daarbij komt nog dat het huidige Sociaal Statuut Rotterdam 2013 op zichzelf al niet toereikend is, zijnde namelijk geschreven voor reorganisaties en niet voor liquidaties. Het scheiden van afbouw en opbouw zorgt ook voor grote onzekerheid voor de medewerkers die overgaan naar de Metropoolregio. Als latende partij maakt het algemeen bestuur geen afspraken met het bestuur van de Metropoolregio over bijvoorbeeld de rechtspositie, iets wat in overheidsland eigenlijk wel te doen gebruikelijk is. Onbegrijpelijk wat de OR betreft, vooral ook omdat de deelnemende gemeenten aan de stadsregio deelnemen aan dezelfde Metropoolregio/Vervoersautoriteit. Door de voorgestane aanpak neemt het aantal herplaatsingskandidaten toe en wordt het werk-naar-werk-traject onvoldoende ingevuld. Er blijven kansen onbenut, waardoor de frictiekosten onnodig hoog zullen worden. De OR en ook de bonden zien die kansen wel. Zij willen het aantal herplaatsingskandidaten verminderen en het werk-naar-werk-traject verbeteren, zonder dat de frictiekosten worden verhoogd; sterker nog: zij verwachten dat het daardoor goedkoper kan worden. Hierover willen zij graag afspraken maken met de werkgever van de stadsregio. Hij noemt een paar voorbeelden: – maak zo snel mogelijk afspraken met alle stadsregiogemeenten om interne vacatures ook open te stellen voor stadsregionale medewerkers; – maak voor de stadsregiomedewerkers plaatsingsafspraken voor de Metropoolregio/ Vervoersautoriteit op basis van het Sociaal Statuut 2013; – beloon de stadsregiogemeenten bij aanname van stadsregionale herpaatsingskandidaten;
AB verslag 12 februari 2014 / Verslagbureau / 21 mei 2014
2
– spreek een voorrangsregeling af voor herplaatsingskandidaten van de stadsregio bij vacatures in de Metropoolregio/Vervoersautoriteit die na 2015 zouden kunnen ontstaan; – maak een vrijwillige 60+-regeling. Recent heeft de gemeente Rotterdam ok iets dergelijks afgesproken, onderhands. Deze afspraken passen wat de OR betreft prima in een aanvullend sociaal plan. In de Ontvlechtingsovereenkomst 2004 is met Rotterdam vastgelegd dat bij ontbinding van de stadsregio een aanvullend sociaal plan dient te worden opgesteld, wat ook in overeenstemming is met wat eigenlijk in het Sociaal Statuut 2013 van Rotterdam staat. Zoals eerder al opgemerkt, is hierover tot op heden geen overeenstemming bereikt met de bonden. Hij doet daarom met klem een beroep op het algemeen bestuur om het dagelijks bestuur de opdracht te geven samen met de OR en de bonden te werken aan een betere inrichting van het werk-naar-werk-traject. Laat de medewerkers van de stadsregio Rotterdam niet in de kou staan! De heer Bruijn memoreert dat hij ongeveer anderhalf jaar geleden al aandacht heeft gevraagd voor de problematiek van vrachtwagenchauffeurs die parkeren in één van de havengebieden, maar ook in de bebouwde kom. Hoewel toen werd gezegd dat dat geen zaak zou zijn van de stadsregio, voorspelde hij bij die gelegenheid al dat iedereen daarvan waarschijnlijk last zou krijgen. Inmiddels wordt men hiermee wekelijks in de kranten geconfronteerd. Op het moment dat één gemeente hiervoor extra maatregelen neemt, zullen andere weer geconfronteerd worden met extra overlast. Daarom lijkt het hem een goede zaak wanneer dit probleem vanuit dit gremium wordt aangepakt en opgelost, wat alleen mogelijk is als dat eensgezind gebeurt en met gelijkluidend beleid. Van de portefeuillehouder verneemt hij graag of zij dit probleem onderkent en, zo ja, of ze mogelijkheden ziet om hiervoor tot oplossingen te komen. Mevrouw Baljeu deelt in antwoord op het laatste mede dat dit weliswaar niet tot de formele bevoegdheid van de stadsregio hoort, maar dat in de commissie waarin de wethouders voor verkeer en vervoer bij elkaar zijn wel is onderkend dat het een probleem is dat in een flink aantal gemeenten speelt. Gehoopt wordt dat hiervoor snel een eenduidige oplossing moet worden gevonden. Behalve via de lijn van de openbare orde wordt daarbij ook gekeken naar de plekken die door het Havenbedrijf als parkeerplaats zijn aangeboden. Gebleken is dat de chauffeurs daarvan geen gebruik maken als ze het zelf moeten betalen, vandaar dat die tarieven nader onder de loep worden genomen. In de discussie daarover wordt onder andere bezien of niet een koppeling aan de tankpas te maken zou zijn, zodat de kosten helemaal niet bij de chauffeur terechtkomen. 5.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het bestuur stemt in met de voorgestelde wijze van afdoening.
6.
Metropoolregio Rotterdam Den Haag / Vervoersautoriteit. De heer Koen licht de vorderingen toe bij de vorming van de Metropoolregio. Inmiddels hebben 19 van de 24 gemeenten in de beide huidige Wgr-plusregio’s instemming betuigd met de vorming van de Metropoolregio. De vijf resterende gemeenten zijn Wassenaar en Westland in de regio Haaglanden en de drie BAR-gemeenten in de stadsregio Rotterdam, al heeft hij vanmorgen begrepen dat Barendrecht nog deze maand over de drempel zal stappen. Mogelijk zal Wassenaar nog voor de verkiezingen een beslissing nemen, van de drie andere gemeenten is dat voor die tijd niet meer te verwachten. De minister en de Kamer zijn overeengekomen dat de wet tot afschaffing van de Wgrplus en het kader voor de BDU-gelden zal worden behandeld in week 14 of 15, zijnde medio april, heel wat later dan was voorzien. De burgemeesters van Den Haag en Rotterdam hebben in een brief hun zorg uitgesproken over die late behandeling, gegeven het traject dat nog moet worden doorlopen om per 1-1-2015 een zorgvuldige start te kunnen verzekeren. De Vervoersautoriteit is inmiddels stevig bezig, terwijl aan de economische zijde een start is gemaakt door de benoeming van voormalig wethouder Vokurka van Delft als kwartiermaker voor de economische pijler, die inmiddels een paar schrijvers om zich heen heeft verzameld om inhoudelijk te werken aan een economisch programma, waar-
AB verslag 12 februari 2014 / Verslagbureau / 21 mei 2014
3
van het eerste concept in april en het eindconcept voor de zomer gereed zal moeten zijn. De start van de Metropoolregio is nog steeds voorzien op 1 januari a.s. Momenteel wordt alles in gereedheid gebracht om de overgang van de beide Wgr-plusregio’s naar de nieuwe Metropoolregio in de tweede helft van het jaar juridisch en procedureel zorgvuldig en met de juiste slagvaardigheid te begeleiden. De heer Luijendijk geeft aan dat het Bestuursforum bijeen is geweest en dat hij had verwacht dat van die zijde een brief zou worden uitgebracht met een reactie op de ingediende moties van de diverse gemeenten, samen met het vervolgproces, zodat ook de raden geïnformeerd zouden worden over het vervolg. Wat de personele zaak betreft, merkt hij het als uiterst ongelukkig aan dat de Kamer de Wgr-plus nog niet heeft afgeschaft, terwijl men hier al volop bezig is met de afbouw van deze organisatie. Hoewel de behandeling van het wetsvoorstel nu half april is voorzien, zijn er geluiden die erop duiden dat verschillende fracties de Wgr-plus helemaal niet kwijt willen en hij vraagt zich af welke situatie dan zal ontstaan. Voorts is melding gemaakt van een bestuurlijk platform dat op 3 februari bijeen zou komen over ruimte, wonen en groen. Of die bijeenkomst überhaupt is doorgegaan, is hem niet bekend. Hij zal het op prijs stellen wanneer daarover vandaag wat meer kan worden verteld, ook in relatie tot de woningmarktafspraken, waarvoor per subregio vijf trekkers zijn benoemd die een en ander bestuurlijk gaan oppakken. De heer Koen bevestigt dat via het Bestuursforum gewerkt wordt aan een reactie op de besluitvorming die inmiddels in 19 gemeenten heeft plaatsgevonden, waarbij door bijna alle gemeenten ook op- en aanmerkingen zijn gemaakt en in sommige gevallen ook moties zijn aanvaard, of van elkaar overgenomen. Zoals bekend, was het vorige Bestuursforum toegezegd dat op 1 januari alle gemeenten een besluit zouden hebben genomen, wat helaas wat te enthousiast was ingeschat. Op 6 maart is weer een vergadering van het bestuursforum gepland en hij gaat ervan uit dat dan bekend zal zijn welke gemeenten nog vóór de verkiezingen over de drempel gaan, zodat daarop een reactie kan worden gegeven, die wellicht voor enkele nog aarzelende gemeenten reden kan zijn alsnog die drempel te nemen. De signalen vanuit de Haagse fracties en het kabinet wijzen er nog steeds op dat afschaffing van de Wgr-plus en de oprichting van een vervoerautoriteit op de schaal van de Metropoolregio in de volle breedte van het parlement wordt voorzien. Weliswaar kan wat vandaag de dag in Den Haag nog helder lijkt te zijn morgen weer anders zijn, maar vooralsnog lijkt alles te wijzen op groen licht voor het bewandelen van deze weg. Jegens het personeel en alle partijen waarmee wordt samengewerkt zal de ingezette lijn daarom gevolgd moeten worden. Beide pijlers zullen nu volledig worden gericht op de Metropoolregio. De heer Karssen deelt aanvullend mede dat in het bestuursforum is afgesproken dat de portefeuillehouders, de voormalige pijlertrekkers, zich zullen beraden op de invulling van bestuurlijke tafels. Met de laatste afspraken die zijn gemaakt met de portefeuillehouders wonen in de Rotterdamse regio is een kant en klaar proces afgesloten, dat zó kan worden doorgeschoven naar de nieuwe Metropoolregio, de subregio’s, de trekkers, en het overleg twee keer per jaar, waarna het uiteindelijk zo kan landen op de bestuurlijke tafel. Hij heeft het idee dat Haaglanden er op dezelfde manier naar kijkt. Het is de bedoeling de notitie op 6 maart in het bestuursforum te bespreken en vervolgens een brief met de verschillende mogelijkheden naar de raden te doen uitgaan, waarop deze dan kunnen reageren. De heer Luijendijk informeert hoe een en ander zich verhoudt tot de benoeming van vijf trekkers per subregio in het kader van de woningmarktafspraken. De heer Karssen zegt zelf het idee te hebben dat het perfect kan passen in de nieuwe aanpak. Als de huidige trekkers door hun collega’s ook in de volgende raadsperiode worden aangewezen als de trekkers van die gemeenten, zouden ze met elkaar de bestuurlijke tafel kunnen vullen.
AB verslag 12 februari 2014 / Verslagbureau / 21 mei 2014
4
De voorzitter memoreert dat de burgemeesters van de G4 tijdens hun traditionele gesprek met de minister-president en een afvaardiging van het kabinet in augustus vorig jaar vraagstukken rondom mobiliteit, wonen, etc. hebben besproken, waarin het kabinet de suggestie is gedaan de mogelijkheid te onderzoeken institutionele beleggers, pensioenfondsen en andere op enigerlei wijze bij die operatie te betrekken, om lucht te krijgen in het woningdossier in de grote regio’s. De gesprekken daarover tussen de beleggers en een aantal betrokken ministers en wethouders zijn momenteel gaande en hij heeft het idee dat die in goede harmonie verlopen. Over enige tijd verwacht hij daarover iets meer te kunnen mededelen. Het algemeen bestuur neemt kennis van de stand van zaken. 7.
Wijziging Verordening Bezwaarschriftencommissie. De heer Bruijn begrijpt dat de verandering van de structuur hier het nodig maakt een verordening vast te stellen. De daarvoor voorgestelde bezoldiging echter heeft hem echter nogal bevreemd, voordat hij ervan schrok. Om te beginnen verbaasde het hem dat het is gebaseerd op een uurtarief, de schrik volgde toen dat bij doorrekening naar 38 uur in de week, behalve de vijf weken vakantie en nog wat andere dagen, bleek uit te komen op een bedrag boven drie ton bruto-bruto. De beloning in Rotterdam, met ook een vrij grote afdeling voor de algemene bezwaarschriftencommissie, is gebaseerd op een dagdeel, eigenlijk een zitting, en wordt voor een voorzitter bepaald op € 265,- terwijl hij bepaald niet de indruk heeft dat in Rotterdam bewust is geprobeerd mensen met wat minder ervaring en kennis aan te trekken. Integendeel: via een openbare procedure en een vrij uitgebreide advertentiecampagne is juist getracht het beste van het beste te krijgen en het is hem bekend dat de hoeveelheid aanmeldingen de verwachtingen verre heeft overtroffen. Hoewel hij, zoals gezegd, de noodzaak begrijpt om deze verordening vast te stellen, dringt hij erop aan het onder punt 7.2 gevraagde besluit te verdagen naar een latere vergadering, omdat hij daarover eerst nog uitgebreid overleg wil voeren. De heer Koen zegt zich deze opmerking heel wel te kunnen voorstellen als alleen sec naar de getallen wordt gekeken en deze ongelimiteerd op jaarbasis worden opgeteld als ware het een jaarsalaris, wat het niet is. Daar tegenover staat echter dat in het afgelopen jaar acht zaken zijn behandeld, verdeeld over drie zittingen van de bezwaarschriftencommissie, waarbij het bedrag per zaak bovendien nog gelimiteerd is. Daarbij komt dat de paar zaken die in het geding waren, de aanbesteding van de jeugdzorg enerzijds en die van het openbaar vervoer anderzijds, buitengewoon complex waren en deskundige kennis vereisten. Wetend dat die kennis maar een paar zittingen per jaar nodig zijn, is het tarief zijns inziens alleszins verdedigbaar. De heer Bruijn verzekert dat hij van dit alles heel goed op de hoogte is. In de vorige periode heeft hij zelf deel uitgemaakt van de bezwaarschriftencommissie, toen de aanbesteding van het openbaar vervoer ook werd aangevochten. Terzijde merkt hij hierbij op dat interne leden geen vergoeding ontvangen. Het is hem bekend dat het hier een bruto-bruto bedrag betreft, maar dat neemt niet weg dat hij hiertegen op dit moment zwaarwegende problemen heeft. Hij herhaalt zijn verzoek om dit onderdeel van het besluit te verdagen, zodat hierover nader overleg kan worden gevoerd. De heer Koen bevestigt dat slechts twee leden een vergoeding ontvangen, omdat de interne leden hiervan zijn uitgezonderd. Dat gevoegd bij het gegeven dat maar weinig zaken aan de orde zijn, waarvoor echter wel specifieke kennis nodig is om de juridische belangen goed te verdedigen, blijft hij erbij dat het voorgestelde tarief verdedigbaar is. De voorzitter legt de vergadering de vraag voor of met het verzoek van Rotterdam om beslispunt 2 voor nader beraad te verdagen kan worden ingestemd. De heer Van Buren vraagt of het tarief alleen voor de zitting geldt, of voor alle werkzaamheden die door de voorzitter worden verricht.
AB verslag 12 februari 2014 / Verslagbureau / 21 mei 2014
5
De heer Koen antwoordt dat het tarief geldt voor twee uur voorbereidingstijd en voor de duur van de zitting, inclusief voor- en nabespreking. De heer Bruijn brengt hierop een nuancering aan. Blijkens de verordening wordt gerekend met vier uur per case en niet per zitting. Bij het behandelen van meer cases in één zitting kan het oplopen tot acht uur voor één zittingsdag. De voorzitter stelt vast dat niemand meer het woord verlangt en stelt daarom de besluitvorming aan de orde. Hij stelt vast dat alleen de heer Bruijn namens de gemeente Rotterdam tegenstemt. Het algemeen bestuur besluit: 1. de Verordening Bezwaarschriftencommissie stadsregio Rotterdam 22014 conform bijgevoegd ontwerp vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Bezwaarschriftencommissie stadsregio Rotterdam 2006; 2. op grond van artikel 11, derde lid, van de Verordening Bezwaarschriftencommissie stadsregio Rotterdam 2014 het uurtarief van de vergoeding vast te stellen op € 175,voor de voorzitter en € 150,- voor een extern lid, onder aantekening dat de heer Bruijn geacht wil worden gestemd te hebben tegen het besluit onder punt 2. 8.
Benoeming leden Bezwarencommissie stadsregio Rotterdam. Het algemeen bestuur besluit op grond van de ‘Verordening Bezwaarschriftencommissie stadsregio Rotterdam 2014: 1. de heer T.P.J. Bruinsma te benoemen tot algemeen lid van de bezwaarschriftencommissie van de stadsregio Rotterdam overeenkomstig het overlegde ontwerpbesluit; 2. mevrouw A.C.B.W. Doup te benoemen tot algemeen lid van de bezwaarschriftencommissie, met specifieke deskundigheid op het gebied van het ambtenarenrecht, van de stadsregio Rotterdam overeenkomstig het overlegde ontwerpbesluit.
9.
Liquidatieplan stadsregio Rotterdam. Het algemeen bestuur besluit: 1. vast te stellen de nota van beantwoording bij het ontwerp-liquidatieplan stadsregio Rotterdam; 2. kennis te nemen van de nota van wijzigingen bij het ontwerp-liquidatieplan stadsregio Rotterdam; 3. kennis te nemen van het advies van de ondernemingsraad en de reactie van de secretaris-algemeen directeur; 4. vast te stellen het liquidatieplan stadsregio Rotterdam.
10.
Kadernota begroting 2015. Het algemeen bestuur besluit de concept-Kadernota begroting 2015 vast te stellen.
11.
Intrekking subsidieverordening investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011. Het algemeen bestuur besluit de Verordening tot intrekking van de Subsidieverordening investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 met terugwerkende kracht vast te stellen per 1 januari 2014.
12.
Vaststellen verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014. Het algemeen bestuur besluit: 1. de ontwerpverordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 en de bijgevoegde nota van beantwoording vast te stellen; 2. de memorie van toelichting voor kennisgeving aan te nemen.
13.
Aanbieding overeenkomsten woningmarktafspraken. De heer Karssen doet het genoegen het algemeen bestuur te kunnen mededelen dat de portefeuillehouders wonen de afspraken rondom de woningmarkt hebben ondertekend;
AB verslag 12 februari 2014 / Verslagbureau / 21 mei 2014
6
de afspraken zijn mede ondertekend door de corporaties in de diverse geledingen van de regio en ondersteund door de marktpartijen. (Hierna wordt een filmpje vertoond, waarin vertegenwoordigers van de stadsregio, een marktpartij en de corporatie hun oordeel geven over de woningmarktregio RotterdamRijnmond) De heer Luijendijk attendeert erop dat vrij kort na het ondertekenen van de afspraken een krantenartikel is verschenen over een rapport van ABN-AMRO, dat wordt onderschreven dor de Woonbond, waarin gewag wordt gemaakt van een groeiend tekort aan woningen, met name ook in Groot-Rijmond, leidend tot de conclusie dat de situatie in de komende zes jaar flink zal verslechteren. Daarbij wordt benadrukt dat vooral huurwoningen steeds lastiger zijn te verkrijgen. Hij is benieuwd of het dagelijks bestuur op de hoogte is van dit rapport en, zo ja, of het kan aangeven hoe dit zich verhoudt tot de rol van de provincie, die aanzienlijke aantallen naar beneden bijstelt. De heer De Paepe zegt de heer Karssen dank voor de werkzaamheden die deze op de achtergrond heeft verricht. Hij spreekt de hoop uit dat ABN-AMRO gelijk krijgt en dat in de toekomst veel meer woningen gebouwd zullen kunnen worden. De heer Karssen zegt dat hij wat verrast was door het bewuste krantenartikel. De sociale woningvoorraad is heel nadrukkelijk onder de loep genomen, nadat vanuit Rotterdam door wethouder Karakus een discussie was geëntameerd over de vraag of de doelgroep voldoende wordt bediend en of er voldoende woningen zijn voor de mensen die daarvan afhankelijk zijn. Hij durft te voorspellen dat wat nu is gemaakt echt zal werken. Het enige risico dat erin zit, is dat de corporaties als gevolg van de regeringsmaatregelen het niveau van de huurprijzen te veel zullen verhogen, waardoor aan de onderkant van die markt een probleem zou kunnen ontstaan. Daarop zal iedereen alert moeten zijn. Hij is er echter van overtuigd dat de voorraad goed in evenwicht is en dat ABN-AMRO hierin geen gelijk heeft. De vergadering besluit kennis te nemen van de woningmarktafspraken. 14.
Rondvraag en sluiting. Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. De voorzitter sluit de vergadering.
AB verslag 12 februari 2014 / Verslagbureau / 21 mei 2014
7
Dagelijks bestuur vergadering 12 maart 2014 Besluitenlijst 03
Besluitenlijst van de vergadering d.d. 12 februari 2014 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam
1.
Opening en mededelingen. Aanwezig:, Baljeu, Fix (secretaris), Karssen, Koen, Mourik, Van Belzen. Alsmede: Barre, Nettinga Afwezig: Aboutaleb, De Jonge.
2.
Verslag van de vergadering d.d. 15 januari 2012 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur besluit het verslag vast te stellen.
3.
Besluitenlijsten van de vergadering d.d. 15 januari van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam . Het dagelijks bestuur besluit de besluitenlijst van het dagelijks bestuur d.d. 15 januari vast te stellen.
4.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van ingekomen en uitgegane stukken.
5.
Bestuurlijke contacten / afspraken zich aandienend overleg. Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van het overzicht.
6.
Agendaplanning. Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van de planning.
7.
Stand van Zaken Metropoolregio en Vervoerautoriteit (mondeling) Het dagelijks bestuur bespreekt de stand van zaken.
8.
Bekrachtiging vaststelling subsidies investeringsreserve 2011 Het dagelijks bestuur besluit de volgende vaststellingen van subsidies, volgens de Subsidieverordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 conform de bijgevoegde beschikkingen, te bekrachtigen: 1. RSG 03 (gemeente Vlaardingen) “Groene Wig Babberspolder Oost” 2. RSG 08 (gemeente Spijkenisse) “3e fase ’t Land” 3. RSG 11 (gemeente Albrandswaard) “Centrumontwikkeling Poortugaal” 4. RSG 12 (gemeente Maassluis) “Bomen Vrijheidspark” 5. RSG 15 (gemeente Spijkenisse) “Openbare Ruimte Markt / namen graveren en LED” 6. RSG 17 (gemeente Albrandswaard) “Centrumontwikkeling Rhoon” 7. RSG 23 (gemeente Capelle aan den IJssel) “Reflexstones i.c.m. LED-verlichting”
Besluitenlijst DB 12 febr. 2014 / 139522 / BZC / WN / 12 maart 2014
Pagina 1
9.
Ontheffings- en vaststellingsverzoeken Subsidieverordening Investeringsreserve Het dagelijks bestuur besluit: 1. Op de volgende ontheffingsverzoeken van gemeenten op grond van artikel 19 van de Subsidieverordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 en het Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de subsidieverordening Investeringsreserve 2011, conform de bijgevoegde beschikkingen als volgt te besluiten: a) RSG 04 (Voorzieningenstrook Hoogkamer gemeente Vlaardingen) – de gevraagde ontheffing te verlenen voor afwijking van de datum van oplevering. b) RSG 34 (Skatepark Delfshaven gemeente Rotterdam) – de gevraagde ontheffing met terugwerkende kracht te verlenen voor afwijking van zowel de uitvoering als geplande datum van oplevering. Tevens subsidie definitief vast te stellen op € 130.000,00. c) RSG 47 (Speelplaats Centrum Westwijk gemeente Vlaardingen) –ontheffing met terugwerkende kracht te verlenen voor afwijking van de uitvoering van het project. Tevens subsidie definitief vast te stellen op € 43.250,00. 2. RSG 01 (Inrichting Marnixlaan gemeente Vlaardingen) - akkoord te gaan met het verzoek tot uitstel van de termijn voor aanleveren van de aanvraag tot vaststelling van de definitieve subsidie. Dit conform artikel 23 en artikel 24 van de Subsidieverordening Investeringsreserve 2011. Tevens de subsidie definitief vast te stellen op € 111.400,00. 3. RSG 05 (Herinrichting Zwanensingel gemeente Vlaardingen) – de subsidie definitief vast te stellen op € 409.453,47. 4. De secretaris te mandateren voor het ondertekenen van bovenstaande beschikkingen.
10. Wijziging tenaamstelling subsidie Common Green Noordas Het dagelijks bestuur besluit: de subsidiebeschikking voor het project Common Green Noordas d.d. 1 november 2011 zodanig wijzigen dat deze wordt opgesplitst en de tenaamstelling wordt gewijzigd van stadsregio Rotterdam naar gemeente Lansingerland en gemeente Rotterdam. De subsidiegelden van maximaal € 1.200.550, - op basis van de gemeentegrenzen en geactualiseerde investeringskosten eveneens op te splitsen. Op grond hiervan wordt de subsidieverlening conform bijgevoegde conceptbeschikkingen onder verder gelijkblijvende voorwaarden: A. aan de gemeente Lansingerland een subsidie van maximaal € 656.550,- exclusief BTW, en B. aan de gemeente Rotterdam een subsidie van maximaal € 544.000,- exclusief BTW. 11. Monitoringsrapportage Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) 2013 Het dagelijks bestuur besluit: Kennis te nemen van de monitoringsrapportage Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) 2013. 12. Subsidieplafonds Luchtkwaliteit Het dagelijks bestuur besluit: 1. Op grond van artikel 3, eerste lid van de Subsidieverordening Verbetering Luchtkwaliteit, het subsidieplafond voor het jaar 2014 (tijdvak 1 januari tot 1 april) te verhogen naar € 700.000. 2. Op grond van artikel 8, eerste lid van de Subsidieverordening voorziening laadpalen op eigen terrein, het subsidieplafond te verhogen met naar € 220.000. 13. Subsidieaanvraag luchtkwaliteit gemeente Schiedam Het dagelijks bestuur besluit: 1. De subsidieaanvraag van de gemeente Schiedam te weigeren op grond van artikel 2, lid 2, sub a. jo. artikel 6, lid 1, sub a van de subsidieverordening Verbetering Luchtkwaliteit en bijgevoegde beschikking vast te stellen.
Besluitenlijst DB 12 febr. 2014 / 139522 / BZC / WN / 12 maart 2014
Pagina 2
14. Woningmarktstrategie en Woonvisie Regio Rotterdam 2014-2020 Het dagelijks bestuur besluit: de nota 'Dat spreken we af! Woningmarktstrategie en Woonvisie Regio Rotterdam 2014-2020' vaststellen. 15. Vrijstellingsverzoek Albrandswaard Huisvestingsverordening 2006 Het dagelijks bestuur besluit: 1. de gemeente Albrandswaard vrijstelling te verlenen van het bepaalde in paragraaf 3.1 "Huisvestingsvergunning" van de Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006; 2. aan het algemeen bestuur voor te stellen artikel 3.1.1 lid 1 en lid 2 van de ontwerpverordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 te schrappen en het de nummering van dit artikel op basis van de geschrapte leden aan te passen. 16. Zienswijze ontwerp Visie Ruimte en Mobiliteit Het dagelijks bestuur besluit: de bijgevoegde zienswijze op de ontwerp Visie Ruimte en Mobiliteit, met inachtneming van de ingebrachte aanvullingen, vast te stellen. 17. Bestuurlijke Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden (DRD). Het dagelijks bestuur: 1. kennis te nemen van het concept-eindadvies van de stuurgroep Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden (DRD); 2. De reactiebrief van de stadsregio Rotterdam vast te stellen en de portefeuillehouder te mandateren een financiële passage aan de reactie toe te voegen. 18. Voortgangsrapportage 2013 toegankelijkheid StadsTram Het dagelijks bestuur besluit: 1. Kennis te nemen van de Voortgangsrapportage Realisatie Toegankelijkheid StadsTram 2013; 2. In te stemmen met het niet ombouwen tot toegankelijke halte van de tramhalte Burg. L.F. d. Montignyplein vanwege de fysieke beperkingen ter plaatse. 19. Exploitatiebijdragen RET Rail 2014-2016. Het dagelijks bestuur besluit: 1. conform bijgevoegde ontwerpbeschikking: a) op grond van de subsidieaanvraag en artikel 23 van de Subsidieverordening verkeer en vervoer 2012 een subsidie te verlenen aan RET N.V. voor uitvoering van de concessie Rail in de periode 15 december 2013 tot en met 13 december 2014 voor een bedrag van maximaal € 31.643.093,- (prijspeil 2013); b) op grond van de subsidieaanvraag en artikel 30 lid 1 sub b van de Subsidieverordening verkeer en vervoer 2012 een subsidie te verlenen aan RET N.V. voor het Uitvoeringsplan sociale veiligheid Rail in de periode 15 december 2013 tot en met 13 december 2014 voor een bedrag van maximaal € 35.211.951,- (prijspeil 2013); c) op grond van de subsidieaanvraag en artikel 23 van de Subsidieverordening verkeer en vervoer 2012 een subsidie te verlenen aan RET N.V. voor het Uitvoeringsplan Verkoop en Marketing in de periode 15 december 2013 tot en met 13 december 2014 voor een bedrag van maximaal € 9.586.932,(prijspeil 2013); d) op grond van de subsidieaanvraag en artikel 23 van de Subsidieverordening verkeer en vervoer 2012 een subsidie te verlenen aan RET N.V. voor de operationele kosten voor het Elektronisch Beheer Systeem (EBS) in de periode van 15 december 2013 tot en met 13 december 2014 voor een bedrag van maximaal € 394.100,- (prijspeil 2013).
Besluitenlijst DB 12 febr. 2014 / 139522 / BZC / WN / 12 maart 2014
Pagina 3
2. in te stemmen met bijgevoegde biedingen van RET N.V. (exclusief additionele taakstellingen) voor de jaren 2015 en 2016; 3. de bijgevoegde financiële spelregels voor de huidige concessie Rail, afgesproken tussen RET N.V. en de stadsregio Rotterdam voor de jaren 2014 tot en met 2016 vast te stellen. 20. Definitief bestedingsplan BDU Verkeer en Vervoer 2014. Het dagelijks bestuur besluit: 1. het bestedingsplan BDU Verkeer en Vervoer 2014 vast te stellen; 2. het bestedingsplan BDU Verkeer en Vervoer 2014 aan de minister van Infrastructuur en Milieu (I&M) aan te bieden. 21. Wijziging Uitvoeringsregeling BDU 2014 Het dagelijks bestuur besluit: 1. de Uitvoeringsregeling Brede DoelUitkering 2014 overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp wijzigingsbesluit te wijzigen. 21. Wijziging Uitvoeringsregeling BDU 2014 Het dagelijks bestuur besluit: de Uitvoeringsregeling Brede Doel Uitkering 2014 overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp wijzigingsbesluit te wijzigen. 22. Beter Benutten Vervolg Het dagelijks bestuur besluit: 1. Kennis te nemen van de stand van zaken van voorbereiding van het vervolgprogramma Beter Benutten; 2. De portefeuillehouder Verkeer en Vervoer te machtigen een Bereikbaarheidsverklaring Vervolgprogramma Beter Benutten te ondertekenen, waarbij een inspanningsverplichting voor de stadsregio wordt opgenomen voor het doen realiseren van cofinanciering door regionale partijen. 23. Beantwoording brieven Capelle aan den IJssel regelscenario´s Het dagelijks bestuur besluit: de bijgevoegde schriftelijke reactie op de brieven van het college van Capelle aan den IJssel vast te stellen. 24. Verzoek snelheidsverlaging metro Het dagelijks bestuur besluit: het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel aan het dagelijks bestuur om het genomen besluit op 9 oktober 2013 te heroverwegen af te wijzen en de concept antwoordbrief aan de gemeente vast te stellen. 25. Rondvraag en sluiting. -
Besluitenlijst DB 12 febr. 2014 / 139522 / BZC / WN / 12 maart 2014
Pagina 4
Dagelijks bestuur vergadering 9 april 2014 Besluitenlijst 03
Besluitenlijst van de vergadering d.d. 12 maart 2014 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam 1.
Opening en mededelingen. Aanwezig: Aboutaleb, Baljeu, Fix (secretaris), Karssen, Koen, Mourik, Van Belzen. Alsmede: Barre, Nettinga, Schuit (gast) Afwezig: De Jonge.
2.
Verslag van de vergadering d.d. 12 februari 2014 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur besluit het verslag vast te stellen.
3.
Besluitenlijsten van de vergadering d.d. 12 februari 2014 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam . Het dagelijks bestuur besluit de besluitenlijst van het dagelijks bestuur d.d. 12 februari vast te stellen.
4.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van ingekomen en uitgegane stukken.
5.
Bestuurlijke contacten / afspraken zich aandienend overleg. Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van het overzicht.
6.
Agendaplanning. Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van de planning.
7.
Stand van Zaken Metropoolregio en Vervoerautoriteit (mondeling) Het dagelijks bestuur bespreekt de stand van zaken.
8.
Brief samenwerking duurzaamheid na 2014 Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van de brief van burgemeester Van Belzen aan de leden van de stuurgroep duurzaamheid.
9.
Herziening besluit subsidie RSG 17 “Centrumontwikkeling Rhoon” Het dagelijks bestuur besluit conform bijgevoegde beschikking, onder de uitdrukkelijke opschortende voorwaarde dat de gemeente Albrandswaard haar beroepschrift bij de rechtbank uiterlijk 3 weken na datum van bekendmaking van dit besluit intrekt, op grond van de Subsidieverordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011, voor het project RSG 17 (Centrumontwikkeling Rhoon), de vaststelling met kenmerk 134798 d.d. 10 december 2013 in te trekken, onder hernieuwde vaststelling van de subsidie op het door gemeente Albrandswaard in het vaststellingsverzoek verzochte bedrag van € 83.184,93.
Besluitenlijst DB 12 Maart 2014 / 139523 / BZC / WN / 9 april 2014
Pagina 1
10. Voortgangsrapportage fietsbeleid Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van de voortgangsrapportage fietsbeleid 11. Voortgangsrapportage P+R beleid 2014 Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van de Voortgangsrapportage P+Rbeleid 2014 12. Jaarverslag Regionale VerkeersMilieuKaart (RVMK) 2013 Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van het Jaarverslag RVMK 2013. 13. Ontwerp Programma van Eisen concessie Rail 2016 Het dagelijks bestuur besluit: 1. Bijgevoegd ontwerp Programma van Eisen voor de concessie Rail 2016 vast te stellen; 2. De secretaris opdracht te geven het ontwerp Programma van Eisen voor advisering en reactie te verzenden naar belanghebbende partijen; 3. De secretaris opdracht te geven conform artikel 7 lid 2 van de PSO-verordening het voornemen tot inbesteding van de concessie Rail Rotterdam 2016 bekend te maken middels een aankondiging in het Publicatieblad van de Europese Unie. 14. Concessieverlening NS 2015 Het dagelijks bestuur besluit de brief aan NS inzake ‘concessieverlening Hoekse Lijn 2015’ vast te stellen. 15. Definitieve agendakaart A13/A16 Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van de bijgevoegde definitieve Agendakaart A13/16 per deelgebied en de bijbehorende gespreksverslagen. 16. Beantwoording schriftelijke vragen PvdA Rotterdam inzake bellen in de metro Het dagelijks bestuur besluit de schriftelijke vragen van de PvdA-fractie van de gemeente Rotterdam inzake het bellen in de metro te beantwoorden conform de bijgevoegde conceptbrief. 17. Subsidievaststelling pilot hybride bussen Mercedes Benz Het dagelijks bestuur besluit: 1. Kennis te nemen van de resultaten en de conclusie van de pilot met hybride bussen van Mercedes Benz; 2. De subsidie voor de pilot vast te stellen op € 1.145.163. 18. Aanscherping kernprestatie-indicatoren beheer & onderhoud railinfrastructuur Het dagelijks bestuur besluit: 1. Vast te stellen de aangescherpte kernprestatie-indicatoren voor het beheer & onderhoud van de railinfrastructuur zoals verwoord in bijgevoegde concept-brief aan beheerder RET in bijlage 1; 2. De Beheervisie Wet lokaalspoor 2013-2016, zoals vastgesteld op 12-6-2013 door het dagelijks bestuur, aan te passen conform beslispunt 1, zoals bijgevoegd in bijlage 2. 19. Rondvraag en sluiting. -
Besluitenlijst DB 12 Maart 2014 / 139523 / BZC / WN / 9 april 2014
Pagina 2
Dagelijks bestuur vergadering 21 mei 2014 Verslag 03
Besluitenlijst van de vergadering d.d. 9 april 2014 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam
1.
Opening en mededelingen. Aanwezig: Aboutaleb, Baljeu, Fix (secretaris), Karssen, Koen, Mourik, Van Belzen. Alsmede: Barre, Nettinga, Afwezig: De Jonge.
2.
Verslag van de vergadering d.d. 12 maart 2014 van het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur besluit het verslag vast te stellen
3.
Besluiten van de vergadering d.d. 12 maart 2014 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur besluit de besluitenlijst d.d. 12 maart vast te stellen.
4.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van ingekomen en uitgegane stukken.
5.
Bestuurlijke contacten Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van het overzicht.
6.
Agendaplanning Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van de planning.
7.
Stand van Zaken Metropoolregio en Vervoerautoriteit (mondeling) Het dagelijks bestuur bespreekt de stand van zaken.
8.
Wisseling van de wacht Het dagelijks bestuur besluit: 1. vast te stellen bijgaande brief plus informatieblad waarmee de gemeenteraden en colleges van B en W worden geïnformeerd over de noodzakelijke stappen voor continuering van het stadsregionaal bestuur tot aan de opheffing en de bestuurlijke implicaties van die opheffing; 2. aan de subregio’s en het algemeen bestuur voor te stellen om het zittende dagelijks bestuur te continueren, voor zover de leden daartoe nog benoembaar zijn, conform bijgevoegde brief (bijlage 1); 3. aan het algemeen bestuur voor te stellen op basis van artikel 33 lid 2 van de gemeenschappelijke regeling één extra lid in het dagelijks bestuur van buiten het algemeen bestuur aan te wijzen voor de portefeuille jeugdzorg (bijlage 4).
Verslag DB 9 April 2014 / BZC / WN / 21 Mei 2014
Pagina 1
9.
Concept-jaarrekening 2013. Het dagelijks bestuur besluit: 1. in te stemmen met de jaarrekening 2013 en de daarin opgenomen resultaatbestemming; 2. het algemeen bestuur voor te stellen: A. de jaarrekening 2013 vast te stellen; B. de volgende reserveboekingen door te voeren: 1. aan de reserve Verkeer en Vervoer een bedrag van € 5.000.000 te onttrekken ten gunste van het exploitatiejaar 2013 als dekking voor kosten binnen het programma Bereikbaarheid en Mobiliteit; 2. het aldus ontstane positieve saldo 2013 vast te stellen op een bedrag van € 2.303.244; 3. het onder b.2 bepaalde saldo € 2.303.244 toe te voegen aan de reserve Weerstandsvermogen; C. ten aanzien van reserves en fondsen: per 1-1-2014 de volgende fondsen op te heffen: 1. het fonds SLOK; 2. het fonds BDU grote infraprojecten 2004 verplicht; 3. het fonds Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam nog te verplichten; 3. de portefeuillehouder BOCM te mandateren tekstuele wijzigingen in de conceptjaarrekening 2013 aan te brengen indien besluitvorming in Tweede of Eerste kamer met betrekking tot de Wet afschaffing plusregio’s daar aanleiding voor geeft.
10. Ontwerp begroting 2015. Het dagelijks bestuur besluit: 1. in te stemmen met de ontwerp begroting 2015 en de daarin opgenomen beleidsmatige toelichting en financiële ramingen op activiteitenniveau en kennis te nemen van de meerjarenbegroting 2016-2018; 2. de ontwerp begroting 2015 op grond van artikel 48 lid 2 van de gemeenschappelijke regeling te verzenden naar de raden van de deelnemende gemeenten voor commentaar. 11. Wijziging nadere regels. Het dagelijks bestuur besluit het bijgevoegde “Besluit nadere regels 2014 inzake artikel 19 van de subsidieverordening investeringsreserve” vast te stellen. 12. Ontheffingsverzoeken Subsidieverordening Investeringsreserve 2011 beleidsveld Wonen. Het dagelijks bestuur besluit: 1. op de volgende ontheffingsverzoeken van gemeenten op grond van artikel 19 van de Subsidieverordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 en het Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de Subsidieverordening Investeringsreserve 2011 conform de bijgevoegde beschikkingen als volgt te besluiten: a. RSG 71 (Gemeente Schiedam: project Kwaliteitsimpuls Schieoevers) – de gevraagde ontheffing te verlenen. b. RSG 76 (Gemeente Spijkenisse: project Kwaliteitsverbetering Centrumpark) de gevraagde ontheffing te verlenen en het subsidiebedrag te verlagen naar € 374.464,37; 2. de secretaris te mandateren voor ondertekenen van bovenstaande beschikkingen. 13. Wijziging inwerkingtreding verordening Woonruimtebemiddeling 2014. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 te wijzigen overeenkomstig de nieuwe Huisvestingswet die bij de Eerste Kamer ligt; 2. conform bijgevoegd ontwerp besluit het algemeen bestuur te vragen te bepalen dat de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 pas in werking zal treden nadat zij is aangepast aan de Huisvestingswet 2014.
Verslag DB 9 April 2014 / BZC / WN / 21 Mei 2014
Pagina 2
14. Verlenging en uitbreiding gebiedsaanwijzing ingevolge Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek in de gemeente Rotterdam. Het dagelijks bestuur besluit: 1. de minister voor Wonen en Rijksdienst positief te adviseren omtrent de verlenging en uitbreiding van de gebiedsaanwijzing op grond van Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek in de gemeente Rotterdam; 2. bijgevoegde conceptbrief in reactie op de adviesvraag van de minister voor Wonen en Rijksdienst vast te stellen. 15. Ontheffingsverzoek Subsidieverordening Verbetering Luchtkwaliteit. Het dagelijks bestuur besluit: 1. In te stemmen met het ontheffingsverzoek van de Verkeersonderneming om af te wijken van de planning voor wat betreft de datum van de eindtermijn van de beschikking “Tweewieler Kortingsregeling” fase 1, op grond van artikel 11, lid 2 van de Subsidieverordening Verbetering Luchtkwaliteit; 2. De nieuwe datum voor de eindtermijn van de beschikking “Tweewieler Kortingsregeling” fase 1 conform het verzoek van de Verkeersonderneming vast te stellen op 30 april 2014; 3. Een tweede voorschot van 40 % (€ 80.000) voor fase 1, conform bijgevoegde beschikking, te verlenen. 16. Samenwerkingsovereenkomst Nationale Data Openbaar Vervoer. Het dagelijks bestuur besluit: 1. in te stemmen met de inhoud van de Samenwerkingsovereenkomst Nationale Data Openbaar Vervoer; 2. de Samenwerkingsovereenkomst Nationale Data Openbaar Vervoer met ingang van 1 januari 2014 in werking te laten treden tot en met 31 december 2018 met de mogelijkheid tot verlenging; 3. jaarlijks een bijdrage ter hoogte van € 63.417,- beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst Nationale Data Openbaar Vervoer; 4. de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer te mandateren om de Samenwerkingsovereenkomst Nationale Data Openbaar Vervoer namens de stadsregio Rotterdam te ondertekenen en kleine tekstuele wijzigingen door te voeren. 17. Vaststelling Regionale Verkeers milieukaart (RVMK) versie 3.1 Het dagelijks bestuur besluit versie 3.1 van de Regionale Verkeersmilieukaart vast te stellen. 18. Verlenging ambtelijke bijstand project Hoekse Lijn. Het dagelijks bestuur besluit: 1. vast te stellen de vervolgwerkzaamheden op de uitwerkingsfase van het project Hoekse Lijn tot uiterlijk 1 augustus 2014 tot een maximum van € 2.800.000,- een en ander zoals opgenomen in bijlage 1 en deze te laten uitvoeren door de gemeente Rotterdam; 2. in te stemmen met de verlenging tot 1 augustus 2014 van de Overeenkomst ambtelijke bijstand van 10 juli 2013 conform bijlage 2; 3. in te stemmen met de volmacht conform bijlage 3. 19. Aanpassen Programma van Eisen en boetesystematiek Parkshuttle Rivium. Het dagelijks bestuur besluit: 1. toe te voegen aan Concessiedocument 1 “Definities” van de concessie Parkshuttle Rivium 2011-2016 de definitie van inzetuur zijnde “een periode van 60 minuten waarop het Parkshuttlesysteem in exploitatie is conform artikel 4 lid 1 van het Programma van Eisen”; 2. conform bijgevoegde ontwerpbrief aanpassingen in de concessie Parkshuttle Rivium 2011-2016 van de navolgende artikelen vast te stellen: Artikel 5.2. van het Programma van Eisen: Artikel 5.3. van het Programma van Eisen: Verslag DB 9 April 2014 / BZC / WN / 21 Mei 2014
Pagina 3
Artikel 3.2. Capaciteit en Wachttijden uit bijlage 2 van de Financiële Paragraaf: Bijlage C Informatieprofiel uitvoering Concessie van het Programma van Eisen: 3. de onder het eerste en tweede beslispunt vermelde aanpassingen van de concessie te hanteren bij het vaststellen van de exploitatiesubsidie voor de Parkshuttle Rivium over 2013. 20. Ontheffing concessieplicht Spijkenisse Shuttle ECT Delta Terminal. Het dagelijks bestuur besluit: 1. conform bijgevoegd ontwerpbesluit en de daarin opgenomen voorschriften de aan Vipre B.V. op basis van artikel 29 Wet Personenvervoer 2000 verleende ontheffing van de concessieplicht voor het exploiteren van de Spijkenisse Shuttle ECT Delta Terminal die rijdt van Spijkenisse via Rozenburg naar de ECT Delta Terminal op de Maasvlakte te verlengen tot en met 28 februari 2017; 2. Vipre B.V. toestemming te verlenen om het Vipre-vervoerbewijs op de Shuttle waarvoor de ontheffing verleend is te gebruiken. 21. Programma ‘Naar een Toekomstvast OV’. Het dagelijks bestuur besluit: 1. vaststellen van de voortgangsrapportage 2013 van het programma ‘Naar een Toekomstvast OV’; 2. instemmen met het continueren van het project OV- idee in 2014; 3. het project ‘Extra ingangen metrostations’ toe te voegen aan het programma; 4. stilleggen van verdere voorbereiding van het project ‘Flexibiliteit Statentunnel’, gelet op de beperkte meerwaarde en de hoge kosten, en het project niet meer opnemen in het programma NTOV. 22. Rondvraag en sluiting. -
Verslag DB 9 April 2014 / BZC / WN / 21 Mei 2014
Pagina 4
Dagelijks bestuur vergadering 23 april 2014 Besluitenlijst 03
Besluiten van de vergadering d.d. 23 april 2014 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam Opening en mededelingen (mondeling) Aanwezig: Aboutaleb (voorzitter), Baljeu, Fix (secretaris), Karssen, Koen, Mourik, Van Belzen. Alsmede: Barre, Nettinga. Afwezig: De Jonge. 1.
Gevolgen procedure Ondernemingskamer Het dagelijks bestuur besluit: 1. kennis te nemen van de gevolgen van het proces verbaal van de Ondernemingskamer; 2. het algemeen bestuur voor te stellen om op grond van artikel 54, derde lid van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam regels te stellen in verband met de opheffing, waarbij van de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling worden afgeweken. De regels houden het volgende in: “Het algemeen bestuur stelt in afwijking van artikel 42, eerste lid, in overleg met de vakbonden een regeling vast, ter regeling van de rechtsgevolgen van de opheffing en liquidatie voor het personeel van de stadsregio.”; 3. het algemeen bestuur voor te stellen om de portefeuillehouder middelen te mandateren namens het algemeen bestuur in overleg te treden met de vakorganisaties over een te bereiken akkoord over een sociaal plan. De beslissingsbevoegdheid tot het vaststellen van voornoemde regeling blijft voorbehouden aan het algemeen bestuur; 4. het algemeen bestuur voor te stellen om het voornemen uit te spreken het huidige liquidatieplan in te trekken en gelijktijdig een nieuw liquidatieplan en opheffingsbesluit op te stellen en in procedure te brengen, wanneer in het GO overeenstemming is bereikt over het sociaal plan en zodra de Eerste Kamer de ‘Wet afschaffing plusregio’s’ heeft aangenomen.
2.
Stand van zaken wetgeving en opheffing stadsregio. Het dagelijks bestuur besluit: 1. kennis te nemen van de stand van zaken van het wetgevingstraject ‘Wet afschaffing plusregio’s’ en de gevolgen daarvan voor de te volgen besluitvormingsprocedures van de stadsregio’; 2. het algemeen bestuur voor te stellen artikel 54 tweede lid van de gemeenschappelijke regeling te wijzigen waardoor opheffing van de regeling mogelijk wordt per 1 januari of 1 juli volgend op de datum waarop de opname in het register van de Minister van BZK heeft plaatsgevonden.
Besluiten DB 23 april 2014 / 142323 / BZC / WN / 21 mei 2014
Pagina 1
Dagelijks bestuur vergadering 11 juni 2014 Besluiten 03
Besluiten van de vergadering d.d. 21 mei 2014 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam 1.
Opening en mededelingen. Afwezigheid secretaris De secretaris is afwezig van 22 mei tot 3 juni. Dhr. Nettinga treedt op als plaatsvervangend secretaris.
2.
Verslag van de vergadering d.d. 9 april 2014 en de extra vergadering d.d. 23 april van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur besluit: a) het verslag d.d. 9 april vast te stellen. b) het verslag van 23 april vast te stellen.
3.
Besluitenlijsten van de vergadering d.d. 9 april 2014 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam. Het dagelijks bestuur besluit: a) kennis te nemen van de besluitenlijst d.d. 9 april 2014 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam b) kennis te nemen van de besluitenlijst d.d. 23 april 2014 van het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam
4.
Ingekomen en uitgegane stukken. Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van ingekomen en uitgegane stukken.
5.
Bestuurlijke contacten Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van het overzicht.
6.
Agendaplanning Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van de planning.
7.
Stand van Zaken Metropoolregio en Vervoerautoriteit (mondeling) Het dagelijks bestuur bespreekt de stand van zaken.
8.
Bestuurlijke Consultatie Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden (DRD). Het dagelijks bestuur besluit: 1. Kennis te nemen van het eindadvies van het Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden (DRD); 2. Bijgevoegde reactiebrief van de stadsregio Rotterdam vast te stellen.
9.
Vaststelling subsidie project ‘Geluidruimteverdeelplan Stormpolder’ Het dagelijks bestuur besluit de subsidie voor het project ‘Geluidruimteverdeelplan Stormpolder’ van de gemeente Krimpen aan den IJssel op grond van artikel 23 van de
Besluiten DB 21 mei 2014 / 143126 / BZC / WN / 11 juni 2014
Pagina 1
subsidieverordening Investeringsreserve 2011 en de door de gemeente ingediende eindrapportage vast te stellen op € 47.259,- conform bijgevoegde beschikking. 10. Subsidieverordeningen luchtkwaliteit en laadpalen Het dagelijks bestuur besluit: 1. De secretaris te mandateren om te beslissen op aanvragen tot subsidievaststelling, op grond van de subsidieverordening verbetering luchtkwaliteit, als uit de beoordeling van de aanvraag tot subsidievaststelling blijkt dat de subsidie overeenkomstig de subsidieverlening en het verzoek van de aanvrager kan worden vastgesteld; 2. Op grond van artikel 8 lid 1 van de Subsidieverordening voorziening laadpalen op eigen terrein het subsidieplafond voor het jaar 2014 te verhogen met € 50.000. 11. Uitbreiding Samenwerkingsovereenkomst lokale luchtkwaliteitsmaatregelen voor de binnenvaart Het dagelijks bestuur besluit: 1. in te stemmen met de bijgevoegde Uitbreidende overeenkomst op de Samenwerkingsovereenkomst Regio Rotterdam ten behoeve van lokale luchtkwaliteitsmaatregelen voor de binnenvaart; 2. de portefeuillehouder Groen, Water en Milieu te mandateren redactionele wijzigingen in de overeenkomst goed te keuren, en de overeenkomst te ondertekenen namens het dagelijks bestuur. 12. Ontheffingsverzoeken Subsidieverordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011- beleidsveld Wonen Het dagelijks bestuur besluit: 1. Op de volgende ontheffingsverzoeken van gemeenten op grond van artikel 19 van de Subsidieverordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011 en het Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de Subsidieverordening Investeringsreserve 2011 conform de bijgevoegde beschikkingen als volgt te besluiten: a. RSG 90 (Gemeente Bernisse: project Het Branderf) – de gevraagde ontheffing te verlenen voor afwijking van de datum van oplevering; b. RSG 91 (Gemeente Barendrecht: project Notenhof) – de gevraagde ontheffing te verlenen voor afwijking van de uitvoering van het project; c. RSG 128 (Gemeente Capelle aan den IJssel: project 15 Sportplekken) – de gevraagde ontheffing te verlenen voor afwijking van de uitvoering en de datum van oplevering van het project; d. RSG 46 (Gemeente Vlaardingen: project Luifel Centrum Westwijk) – de gevraagde ontheffing te verlenen voor afwijking van de uitvoering van het project; e. RSG 48 (Gemeente Vlaardingen: project Herinrichting Westwijk) – de gevraagde ontheffing te verlenen voor afwijking van de datum van oplevering; f. RSG 82 (Gemeente Rotterdam; project Herinrichting Spinozapark) – de gevraagde ontheffing te verlenen voor afwijking van de datum van oplevering; g. RSG 39 (Gemeente Rotterdam: project Inrichtingsplan Beijerlandselaan) – de gevraagde ontheffing met terugwerkende kracht te verlenen voor afwijking van de datum van oplevering; h. RSG 62 (Gemeente Albrandswaard: project Revitalisering Dorpscentrum Rhoon) – de gevraagde ontheffing te verlenen voor afwijking van de uitvoering en datum van oplevering van het project. Omdat duidelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie verleend is niet volgens het projectplan zullen worden uitgevoerd, wordt op grond van artikel 4: 48 Algemene wet bestuursrecht de subsidie ten nadele van de ontvanger gewijzigd. De subsidie wordt verlaagd van € 849.415,00 naar € 849.005,00, zijnde de actuele kosten van het project volgens de van gemeente Albrandswaard ontvangen nadere informatie. 2. De secretaris te mandateren voor het ondertekenen van bovenstaande beschikkingen.
Besluiten DB 21 mei 2014 / 143126 / BZC / WN / 11 juni 2014
Pagina 2
13. Toekomstscenario's Vijfsluizen Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van de rapportage Toekomstscenario’s Vijfsluizen. 14. Planstudie H6-weg (Hoek van Holland) Het dagelijks bestuur besluit: 1. de planstudie H6-weg en de daarin opgenomen voorkeursoplossingen vast te stellen; 2. het algemeen bestuur te adviseren het project H6-weg op te nemen in de planstudiefase van het Regionaal Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RIVV) als onderdeel van de 2e begrotingswijziging 2014; 3. de bijgevoegde conceptreactie vast te stellen. 15. Subsidievaststellingen Taskforce Mobiliteit en Slim Bereikbaar Het dagelijks bestuur besluit: 1. kennis te nemen van het eindrapport Taskforce Mobiliteitsmanagement in Rotterdam 2008-2013; 2. op basis van de vaststellingverzoeken en op grond van artikel 22 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012, de subsidie aan De Verkeersonderneming conform de bijgevoegde vaststellingsbeschikkingen vast te stellen op: A. € 3.030.000,- excl. BTW voor het project Taskforce Mobiliteitsmanagement (TFMM); B. € 2.567.000,- excl. BTW voor het project Slim Bereikbaar; 3. De bijgevoegde brieven aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu, gemeente Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam vast te stellen. 4. De secretaris te mandateren namens het dagelijks bestuur de bijgevoegde vaststellingsbeschikkingen te ondertekenen. 16. Subsidieverlening realisatie P+R Bewegwijzering Het dagelijks bestuur besluit: 1. op grond van de subsidieaanvraag van de gemeente Rotterdam en op grond van artikel 7 lid 1 sub a en met gebruikmaking van artikel 8 lid 1 van de Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012, aan de gemeente Rotterdam een subsidie te verlenen van maximaal € 1.825.000,- (incl. VAT, excl. BTW) voor het project P+R Bewegwijzering (Quick Wins Rotterdam Vooruit). Dit betreft conform afspraak met de gemeente 100% van de subsidiabele kosten en een vast bedrag aan nog te maken VAT-kosten van € 15.000,- voor nog door de gemeente te verrichten werkzaamheden; 2. de secretaris te mandateren namens het dagelijks bestuur de bijgevoegde verleningsbeschikking te ondertekenen. 17. Voortgang dynamisch verkeersmanagement en Bereik! Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van de stand van zaken met betrekking tot dynamisch verkeersmanagement. 18. Afronding Programma RITS-1 +2. Het dagelijks bestuur besluit: 1. Kennis te nemen van de resultaten van RITS-1+2 (Reistijdverwachtingen in Transport Management Systemen); 2. In te stemmen met de wijze van financiële afwikkeling van de RITS projecten. 19. Update programma brandveiligheid metrostations Het dagelijks bestuur besluit: 1. Vast te stellen de voortgangsrapportage programma brandveiligheid metrostations; 2. In de begroting van 2015 een reservering op te nemen voor € 4 miljoen, bovenop de reeds beschikbare € 68,6 mln; ; indien de reserve niet nodig is voor afdekking Besluiten DB 21 mei 2014 / 143126 / BZC / WN / 11 juni 2014
Pagina 3
3.
4.
van risico’s, zal het bedrag gereserveerd blijven nieuwe voorstellen voor extra veiligheidswinst op de vijf andere metrostations. Het huidige programma zoals verwoord in de opdracht aan de RET van 9 mei 2012, op een aantal punten aan te passen: A. uit te breiden met een pakket ‘gedragssturende maatregelen’ op de stations; B. binnen het huidige programmabudget van € 68,6 mln wordt op alle 14 stations substantiële veiligheidswinst geboekt. Bij 9 van de 14 metrostations wordt de maximaal gewenste veiligheidswinst gehaald; C. voorstellen voor extra veiligheidswinst op de andere 5 metrostations, onder meer nieuwe publiekstoegangen, worden buiten het programma voorbereid en per casus aan het dagelijks bestuur voorgelegd; D. de eindtermijn van het programma bij te stellen tot einde 2017. Aan de RET een update van de opdracht te verlenen, conform beslispunten 1 en 2 zoals verwoord in de concept-brief in bijlage 2:
20. Verantwoording exploitatie OV-concessies en OV-contracten 2013. Het dagelijks bestuur besluit kennis te nemen van de prestaties, die in 2013 zijn geleverd door de openbaar vervoerbedrijven bij de uitvoering van concessies en contracten. 21. Wijziging regels en volmacht experimenten woonruimtebemiddeling De heer Karssen licht toe dat het hier enkele maatregelen betreft om voorgenomen experimenten door te kunnen laten gaan, die anders als gevolg van de nieuwe Huisvestingsvestingswet wegens procedurele oorzaken in gedrang zouden komen. Het dagelijks bestuur besluit: 1. In te stemmen met de aanpassing van de regels voor ambtelijke behandeling van verzoeken om goedkeuring van experimenten, zodat corporaties via de ‘directe kans’ module ervaring kunnen opdoen met de uitvoeringspraktijk, conform bijgevoegd ontwerpbesluit; 2. In te stemmen met de wijziging van het Volmachtbesluit behandeling verzoeken woonruimtebemiddelingsexperimenten, zodat de secretaris gemachtigd is namens het dagelijks bestuur goedkeuring te verlenen aan of experimenten te weigeren in het kader van de ‘directe kans’-module, conform bijgevoegd ontwerpbesluit. 22. Rondvraag en sluiting. -
Besluiten DB 21 mei 2014 / 143126 / BZC / WN / 11 juni 2014
Pagina 4
Algemeen bestuur vergadering 11 juni 2014 agendapunt 4 Terug naar agenda Onderwerp: Ingekomen en uitgegane stukken. Afzender Datum I ngekomen stukken:
Onderwerp
Gevraagde beslissing
Kopie
Portefeuillehouder
15-apr-14 07-mei-14 13-mei-14 13-mei-14 15-mei-14 20-mei-14 20-mei-14
Voordracht dagelijks bestuur Benoemingen gemeenschappelijke regelingen Benoeming leden algemeen bestuur Benoemingen gemeenschappelijke regelingen Benoeming leden gemeenschappelijke regelingen Vertegenwoordiging in Algemeen bestuur Stadsregio Benoeming algemeen bestuur
Kennisnemen kennisnemen Kennisnemen Kennisnemen Kennisnemen Kennisnemen Kennisnemen
Neen Neen Neen Neen Neen Neen Neen
Allen -Allen Allen -Allen Allen
Benoeming dagelijks bestuur
Kennisnemen
Neen
Allen
Benoemingen leden gemeenschappelijke regelingen Benoeming AB leden Raadsbesluit benoemingen
Kennisnemen Kennisnemen Kennisnemen
Neen Neen Neen
Allen Allen Allen
Leden en plv. leden AB Stadsregio Rotterdam Aanwijzing leden gemeenschappelijke regelingen Benoemingen in gemeenschappelijke regelingen Benoemingen gemeenschappelijke regelingen Raadsbesluit Benoemingen vertegenwoordigers in diverse organen Opvolging algemeen bestuur
Kennisnemen Kennisnemen Kennisnemen Kennisnemen Kennisnemen
Neen Neen Neen Neen Neen
Allen Allen Allen Allen Allen
Kennisnemen
Neen
Allen
20-mei-14
22-mei-14 23-mei-14 26-mei-14 26-mei-14 27-mei-14 27-mei-14 27-mei-14 02-jun-14
02-jun-14
Gemeente Maassluis Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Maassluis Gemeente Vlaardingen Gemeente Ridderkerk Gemeente Rotterdam Gemeente Krimpen aan den IJssel Gemeente Krimpen aan den IJssel Gemeente Schiedam Gemeente Spijkenisse Gemneente Capelle aan den IJssel Gemeente Bernisse Gemeente Brielle Gemeente Barendrecht Gemeente Westvoorne Gemeente Lansingerland
Gemeente Albrandswaard
Gevraagde beslissing: 1. in te stemmen met de afhandelingvoorstellen op de lijst ingekomen en uitgegane stukken. De volledige set ingekomen en uitgegane stukken liggen ter inzage bij stafafdeling bestuurlijke zaken, Minervahuis I, kamer 2.17, tel 2673102.
INUAB / CB/ 11 juni 2014
04 Bijlage 1: door de gemeenten in het AB benoemde leden en hun plaatsvervangers. gemeente Hellevoetsluis Maassluis Spijkenisse Bernisse Albrandswaard Ridderkerk Brielle Westvoorne Barendrecht Capelle aan den IJssel Vlaardingen Rotterdam Lansingerland Krimpen aan den IJssel Schiedam
leden Dhr. P.D. Hofman (VVD) Dhr. C.J.A. van Lith (IBH) drs. J.A. Karssen (CDA) Dhr. H.L.M. Eitjes (VVD) Dhr. J.W. Mijnans (ONS) Mevr. C. Mourik (VVD) Mevr. P.J. Bouvy-Koene (VVD) Dhr. S. van der Weg (LOB) Dhr. M.C.C. Goedknegt (VVD) Dhr. H.J. van der Graaff (PvdA) Mevr. A. Attema (PvdA) Dhr. V.A. Smit (SGP) Mevr. G.W.M. van Viegen (PvdA) Dhr. A.A. Schoon (VVD) Dhr. L. van Rij (VVD) Dhr. L. Gelderland (Partij Westvoorne) Dhr. J. van Belzen (SGP) Dhr. L.J. Gebben (VVD) Dhr. J.F. Koen (CDA) Dhr. D.P. van Sluis (Leefbaar Capelle) Dhr. H.B. Eenhoorn (VVD) Dhr. A.J. Hoekstra (SP) Dhr. P.J. Langenberg (D66) Dhr. R.E. Schneider (Leefbaar Rotterdam) Dhr. J. Rijsdijk (PvdA) Dhr. S. Fortuijn (Leefbaar 3B) Dhr. J.H. Blankenberg (PvdA) Dhr. G. Boudesteijn (Leefbaar Krimpen) Dhr. C.H.J. Lamers (CDA) Dhr. M.J.C. Houtkamp (D66)
plv leden Dhr. J. van der Velde (CDA) Mevr. M.P. den Brok-Swakhoven (IBH) Dhr. A.G.M. Keijzer (PvdA) Dhr. C. Pleijsier (CDA) Dhr. C.J. Dijkman (ONS) Dhr. D. van der Schaaf (CDA) Dhr. W.M. Kruikemeier (PvdA/D66) nvt Mevr. M.P.C. van Ginkel-van Maren (CDA) Mevr. J. de Leeuwe (NAP) Dhr. H. Dokter (Leefbaar Ridderkerk) Dhr. M. Japenga (CU) Dhr. W.A.J. Borgonjen (CDA) Dhr. D.A. Verbeek (D66) Dhr. A.L. van der Meij (Partij Westvoorne) Dhr. W.A. Sjoukes (Gemeentebelangen Westvoorne) Mevr. I.C. Monhemius-van der Veen (D66) Dhr. L.P. van der Linden (EVB) Dhr. N.H. van Buren (CDA) Dhr. P.G. Holkamp (D66) Dhr. J. Versluijs (PvdA) Dhr. R.G. de Vries (D66) Dhr. L.C. Bruijn (PvdA) Dhr. J. Bokhove (Groen Links) Dhr. A. Abee (CDA) Vacature Dhr. C.A. Oosterwijk (SGP) Dhr. A.J. de Leeuw (CDA) Mevr. N. Gouweleeuw (VVD) Dhr. A. van Steenderen (SP)
algemeen bestuur vergadering 11 juni 2014 agendapunt 05
Adviezen van de portefeuillehoudersoverleggen voor de vergadering van het algemeen bestuur op 11 juni 2014 Agendapunt 7
Intrekking liquidatieplan en machtiging opstellen sociaal
plan
Het portefeuillehoudersoverleg BOCM heeft het AB op 23 op basis van een mondeling toelicht van de portefeuillehouder geadviseerd het liquidatieplan in te trekken en een nieuwe liquidatieplan op te stellen met daarin de uitgangspunten van een met de vakorganisatie overeengekomen sociaal plan. Agendapunt 9 Jaarrekening 2013 De portefeuillehoudersoverleg GROM, BOCM, Verkeer en Vervoer en Wonen hebben het AB conform de gevraagde beslissing geadviseerd. Agendapunt 10 Wijziging inwerkingtreding verordening Woonruimtebemiddeling 2014 Het portefeuillehoudersoverleg Wonen heeft het AB conform de gevraagde beslissing geadviseerd.
PHO - adviezen AB / 142580 / BZC / WN / 11 juni 2014
Pagina 1
algemeen bestuur vergadering 11 juni 2014 agendapunt 06 20 april 2010 Onderwerp: Benoeming leden van het dagelijks bestuur. Gevraagde beslissing: 1. naar aanleiding van de voordracht van de voorzitter aan de hand van het stembiljet te stemmen over de benoeming van de 5 leden van het dagelijks bestuur 2. naar aanleiding van de voordracht van het nieuw gekozen dagelijks bestuur: a) te beslissen om op grond van artikel 33 van de gemeenschappelijk regeling stadsregio Rotterdam een zesde lid toe te voegen aan het dagelijks bestuur voor de portefeuille jeugdzorg, voor de periode dat jeugdzorg nog een taak van de stadsregio is. b) te bepalen dat dit extra lid op grond van artikel 14 van de Wet gemeenschappelijke regelingen een lid van buiten het algemeen bestuur is c) vervolgens aan de hand van een stembiljet te stemmen over de benoeming van dit lid Portefeuillehouder: voorzitter Samenvatting: Benoemen DB uit het algemeen bestuur De voorzitter draagt aan het algemeen bestuur ter vergadering vijf ab-leden voor voor benoeming in het dagelijks bestuur. Deze voordracht gebeurt op basis van consultatie van de subregio’s Waterweg-Noord (Maassluis Vlaardingen, Schiedam), Oost (Capelle aan den IJssel, Lansingerland, Krimpen aan den IJssel), Rotterdam, IJsselmonde (Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk) en Voorne Putten (Spijkenisse, Bernisse, Brielle. Hellevoetsluis, Westvoorne). De nieuw benoemde leden van het dagelijks bestuur verdelen in hun eerste vergadering zelf de portefeuilles. Benoeming leden DB van buiten het algemeen bestuur Artikel 33, tweede lid van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam opent de mogelijkheid voor het algemeen bestuur om, op voordracht van het dagelijks bestuur, een extra dagelijks bestuurslid aan te wijzen. Op grond van artikel 33 GR jo artikel 14 van de Wet gemeen schappelijke regelingen kan dit een lid zijn van van buiten de kring van het algemeen bestuur. Voorgesteld wordt van deze mogelijkheid gebruik te maken en aan het algemeen bestuur voor te stellen om een extra dagelijks bestuurslid aan te stellen voor de portefeuille Jeugdzorg. Dit extra dagelijks bestuurslid blijft in deze periode in functie zolang de jeugdzorgtaken tot de verantwoordelijkheid van de stadsregio Rotterdam behoren en totdat de voorziene stelselwijziging geëffectueerd is. Dit lid van het db heeft geen stem in het algemeen bestuur. Stemming De voordracht voor het DB-lid van buiten het algemeen bestuur vindt plaats nadat de leden uit het algemeen bestuur in het DB zijn benoemd en er een korte schorsing is geweest. Stemmen op personen gebeurt in principe via een anonieme stemming middels een stemformulier Bij het invoeren van de huidige gemeenschappelijke regeling is er gekozen voor een gewogen stemverdeling. Om het aantal stembriefjes per algemeen bestuurslid te beperken
Benoeming leden van het dagelijks bestuur / 142589 / BZC / WN / 11 juni 2014
Pagina 1
en toch de anonimiteit te waarborgen wordt gewerkt met briefjes die 1, 2 of 4 stemmen waard zijn. De stemmen en de daarbij behorende briefjes, die u op uw tafel aantreft, zijn daarom als volgt verdeeld: 1. 2. 3. 4. 5.
De leden van de gemeenten Bernisse, Brielle en Westvoorne beschikken elk over één stem en krijgen dus elk één stembriefje met de waarde 1; De leden van de gemeenten Albrandswaard, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel en Maassluis beschikken elk over twee stemmen en krijgen dus elk een briefje met de waarde 2; De leden van de gemeenten Barendrecht, Lansingerland en Ridderkerk beschikken elk over drie stemmen en krijgen dus elk twee briefjes, een met de waarde 1 en één met de waarde 2; De leden van de gemeenten Capelle aan den IJssel, Schiedam, Spijkenisse en Vlaardingen beschikken elk over vier stemmen en krijgen dus elk één briefje met de waarde 4; De leden van de gemeente Rotterdam beschikken elk over 19 stemmen en krijgen dus elk 6 briefjes: 4 briefjes met waarde 4, één briefje met de waarde 2 en één briefje van 1.
Elk lid dient alle stembriefjes die voor hem bedoeld zijn in te vullen en in te leveren. De waarde van de briefjes is herkenbaar aan het getal dat op het stembriefje staat.
Benoeming leden van het dagelijks bestuur / 142589 / BZC / WN / 11 juni 2014
Pagina 2
algemeen bestuur vergadering 11 juni 2014 agendapunt 07 10 februari 2012 Onderwerp: Intrekking liquidatieplan en machtiging opstellen sociaal plan. Gevraagde beslissing: 1. kennis te nemen van de gevolgen van het proces-verbaal van de Ondernemingskamer; 2. op grond van artikel 54, derde lid, van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam regels stellen in verband met de opheffing, waarbij van de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling wordt afgeweken. De regels houden het volgende in: ‘Het algemeen bestuur stelt in afwijking van artikel 42, eerste lid, in overleg met de vakbonden een regeling vast, ter regeling van de rechtsgevolgen van de opheffing en liquidatie voor het personeel van de stadsregio.’; 3. de portefeuillehouder Middelen te machtigen namens het algemeen bestuur in overleg te treden met de vakorganisaties over een te bereiken akkoord over een sociaal plan. De bevoegdheid tot het vaststellen van het sociaal plan blijft voorbehouden aan het algemeen bestuur. Portefeuillehouder: Koen Samenvatting: De ondernemingsraad van stadsregio Rotterdam (OR) heeft beroep aangetekend tegen het liquidatieplan van de stadsregio, dat is vastgesteld op 12 februari 2014. Op 10 april 2014 vond de zitting plaats bij de Ondernemingskamer. De stadsregio heeft zich op het standpunt gesteld dat het Sociaal Statuut Rotterdam 2013 (SSR 2013) ook van toepassing is in de situatie van liquidatie en voldoende waarborgen biedt voor het personeel van de stadsregio. De Ondernemingskamer is echter van mening dat het SSR 2013 niet ziet op opheffing van een organisatie en dat er een sociaal plan gemaakt dient te worden. Tevens bleek ter zitting dat de Ondernemingskamer vond dat het liquidatieplan teveel met voorbehouden omgeven is en er nog teveel onduidelijkheid is over vele factoren van de opheffing waardoor de OR te gefragmenteerd moest adviseren. Omwille van een vlot verloop is gekomen tot een minnelijke regeling. Uit deze regeling vloeit voort dat de stadsregio het vigerende liquidatieplan in moet trekken en een nieuw liquidatieplan op moet stellen, dat opnieuw om advies wordt voorgelegd aan de OR. Tevens dient de stadsregio met de vakbonden een op de opheffing gericht sociaal plan overeen te komen. Alvorens dit nieuwe liquidatieplan op te stellen, is eerst overeenstemming met het georganiseerd overleg (GO) en een positief advies van de OR op het sociaal plan nodig. Op grond van artikel 42 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam (GR) is het dagelijks bestuur bevoegd ten aanzien van alle personele zaken, maar mag daarbij niet afwijken van de rechtspositionele voorschriften van de gemeente Rotterdam die van toepassing zijn op de stadsregio. Nu deze ‘Rotterdamse regels’ volgens de rechter niet voorzien in de situatie van opheffing en liquidatie, is er behoefte aan een regeling die ziet op de liquidatie. Het algemeen bestuur heeft op grond van artikel 54, derde lid van de GR de bevoegdheid voor de opheffing regels vast te stellen die afwijken van de GR. Voorgesteld wordt nu alvast gebruik te maken van deze bevoegdheid door regels te stellen waarin het algemeen bestuur in overleg met de vakbonden een op opheffing gericht sociaal plan opstelt.
Intrekking liquidatieplan en opstellen sociaal plan / 142358 / BZC / ES / 11 juni 2014
Pagina 1
Uit praktische overwegingen wordt voorgesteld de portefeuillehouder middelen te machtigen namens het algemeen bestuur in overleg te treden met de vakorganisaties over een te bereiken akkoord over een sociaal plan, waarbij de beslissingsbevoegdheid tot vaststelling van het plan bij het algemeen bestuur blijft. Financiële consequenties: De financiële consequenties kunnen pas worden vastgesteld op basis van de uitkomst van de onderhandelingen met het GO. Deze zullen vervolgens verwerkt worden in de nieuwe liquidatiebegroting. Verdere procedure: Zie toelichting. Adviezen: 1. Advies portefeuillehoudersoverleg: Vanwege het feit dat er nog geen nieuw portefeuillehoudersoverleg kon plaatsvinden voor 11 juni is er geen portefeuillehoudersadvies op dit voorstel. Het portefeuillehoudersoverleg dat gehouden is op 23 april heeft overigens wel positief geadviseerd over het intrekken van het liquidatieplan en het opstellen van een nieuw liquidatieplan met daarin de uitgangspunten van het sociaal plan. Bijlage(n): 1. Proces-verbaal Ondernemingskamer 2. Machtiging portefeuillehouder Middelen Toelichting: Procedure Ondernemingskamer De OR heeft beroep aangetekend tegen het liquidatieplan van de stadsregio, vastgesteld op 12 februari 2014. Op 10 april 2014 vond de zitting plaats bij de Ondernemingskamer. De stadsregio heeft het ontwerp liquidatieplan medio 2013 integraal om advies aan de OR voorgelegd. Er is geen uitzondering gemaakt voor die delen die onder het politiek primaat vallen, waardoor het liquidatieplan integraal ter toetsing voorlag. Tijdens de zitting werd duidelijk dat de Ondernemingskamer van oordeel was dat het SSR 2013 onvoldoende toegesneden is op het proces van liquidatie van de stadsregio en een sociaal plan aangewezen wordt geacht en de OR ten onrechte niet in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen over het liquidatieplan na de consultatie van de gemeenteraden. De Ondernemingskamer kwam tot het voorlopig oordeel dat de stadsregio niet in redelijkheid tot het vaststellen van het liquidatieplan heeft kunnen overgaan. Een definitieve uitspraak in die zin zou over zes weken beschikbaar zijn en daarmee tot tijdsverlies leiden. De president van de Ondernemingskamer heeft daarop een minnelijke regeling voorgesteld. De OR en de stadsregio hebben daarop geconcludeerd dat een spoedige hervatting van het overlegproces de voorkeur verdient boven een uitspraak van de Ondernemingskamer over zes weken. De afspraken zijn door de Ondernemingskamer neergelegd in het proces-verbaal van de zitting (zie bijlage 1). Vervolgproces De volgende stappen dienen te worden genomen. Nu de datum van inwerkingtreding van de ‘Wet afschaffing plusregio’s’ nog niet bekend is, is het niet mogelijk een detailplanning te geven. Wanneer na instemming door de Eerste Kamer de datum van inwerkingtreding bekend is en in het GO overeenstemming is bereikt over het sociaal plan zal een uitgewerkte detailplanning op datum worden opgesteld. Zie over het vervolgproces tevens agendapost 08. Liquidatieplan De stadsregio moet het liquidatieplan van 12 februari 2014 intrekken. Om praktische redenen wordt geadviseerd dit intrekken te laten plaatsvinden onder gelijktijdige vaststelling van een nieuw liquidatieplan. De OR wordt gevraagd over dit nieuwe
Intrekking liquidatieplan en opstellen sociaal plan / 142358 / BZC / ES / 11 juni 2014
Pagina 2
liquidatieplan advies uit te brengen, met uitsluiting van de gedeelten waarvoor politiek primaat geldt. In dit nieuwe liquidatieplan dienen ook ten minste de uitgangspunten van het sociaal plan te zijn opgenomen. Er zal dus sprake moeten zijn van overeenstemming in het GO over het sociaal plan alvorens het nieuwe liquidatieplan kan worden vastgesteld en het liquidatieplan van 12 februari 2014 kan worden ingetrokken. In de nieuwe adviesaanvraag aan de OR over dit nieuwe liquidatieplan zal een onderscheid worden gemaakt tussen onderwerpen die onder het politiek primaat vallen en waarover de OR geen adviesrecht heeft en onderwerpen die wel om advies aan de OR zullen worden voorgelegd. Sociaal plan Het overleg met de vakorganisaties over de inhoud van het sociaal plan is inmiddels gestart door middel van het houden van technisch beraad. Op grond van artikel 42 van de GR zijn de rechtspositionele voorschriften van de gemeente Rotterdam van toepassing op de stadsregio. Het dagelijks bestuur is op grond van artikel 42, tweede lid, van de GR weliswaar bevoegd ten aanzien van alle personele zaken, maar mag daarbij niet afwijken van de ‘Rotterdamse regels’. Nu geoordeeld is dat deze ‘Rotterdamse regels’ niet voorzien in de situatie van volledige opheffing en liquidatie, is er behoefte aan een daarvoor op maat gemaakte regeling. Het algemeen bestuur heeft op grond van artikel 54, derde lid, van de GR de bevoegdheid voor de liquidatie regels vast te stellen die afwijken van de GR. Voorgesteld wordt gebruik te maken van deze bevoegdheid en regels te stellen waarin het algemeen bestuur besluit in overleg met de vakbonden een op opheffing gericht sociaal plan vast te stellen. Uiteraard wordt wel gekeken naar de bruikbaarheid van de bepalingen van het SSR 2013. De regels luiden als volgt: ‘Het algemeen bestuur stelt in afwijking van artikel 42, eerste lid, in overleg met de vakbonden een regeling vast, ter regeling van de rechtsgevolgen van de opheffing en liquidatie voor het personeel van de stadsregio.’ Over het sociaal plan dient overeenstemming te worden bereikt in het GO. Daarnaast dient de OR een redelijke termijn te krijgen om te adviseren, waarbij het advies gegeven moet kunnen worden op een moment dat het advies van invloed kan zijn op de inhoud van het sociaal plan. Machtiging portefeuillehouder Middelen Uit praktische overwegingen wordt voorgesteld de portefeuillehouder Middelen te machtigen om met de vakbonden te overleggen over een sociaal plan. De bevoegdheid tot het vaststellen van het sociaal plan blijft voorbehouden aan het algemeen bestuur. (Zie bijlage 2)
Intrekking liquidatieplan en opstellen sociaal plan / 142358 / BZC / ES / 11 juni 2014
Pagina 3
proces-verbaal GERECHTSHOF AMSTERDAM ONDERNEMINGSKAMER zaaknummer:
200.143.171/01
0K
Proces-verbaal van het verhandelde ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van Gerechtshof Amsterdam van
10
april
2014.
Tegenwoordig zijn mr. P. Ingelse, voorzitter, mr. A.C. Faber en mr. G.C. Makkink, raadsheren, E.R. Bunt en H. de Munnik, raden, en mr. R. Verheggen, griffier.
Aan de orde is de behandeling van het verzoekschrift van
DE ONDERNEMINGSRAAD STADSREGIO ROTTERDAM, gevestigd te Rotterdam, VERZOEKER,
advocaten: mr. S.F.H. Jellinghaus en mr. K.M.J.R. Maessen, kantoorhoudende te Tilburg,
tegen
de publiekrechteljke rechtspersoon STADSREGIO ROTTERDAM, gevestigd te Rotterdam, VERWEERSTER, advocaat: mr. E.C. Smith, kantoorhoudende te Zoetermeer.
Verzoeker wordt hierna aangeduid als de ondernemingsraad en verweerster als Stadsregio Rotterdam. Ter terechtzitting zijn aanwezig: -
G.J.W. den Toom, voorzitter van de ondernemingsraad, bijgestaan door mr. Jellinghaus voornoemd;
-
J. Fix, bestuurder van Stadsregio Rotterdam, bijgestaan door mr. Smith voornoemd.
De advocaten lichten de standpunten van partijen nader toe, beiden aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitaantekeningen. Partijen en hun advocaten beantwoorden vragen van de Ondernemingskamer. De voorzitter van de Ondernemingskamer schorst de behandeling ter terechtzitting. Na hervatting van de behandeling verklaren de ondernemingsraad en Stadsregio Rotterdam, alsmede hun advocaten, dat zij het in deze zaak gerezen geschil in der minne wensen te regelen. Zij verzoeken de Ondernemingskamer om de regeling als volgt vast te leggen. Considerans: —
—
Partijen zijn met elkaar in overleg getreden. Daarbij hebben zij rekening gehouden met de mogelijkheid dat de Ondernemingskamer zal beslissen dat het
—
partijen genoegzaam bekende
—
Sociaal Statuut Rotterdam
2013
niet is
toegesneden op de gevolgen van de voorgenomen liquidatie van Stadsregio Rotterdam en daarom daarop niet van toepassing is. Partijen zijn in het licht daarvan het volgende overeengekomen. Afspraken: i)
Stadsregio Rotterdam trekt hierbij het in deze procedure bestreden besluit van
12
februari
2014
tot vaststelling van het plan ter liquidatie van Stadsregio Rotterdam in. 2)
Stadsregio Rotterdam legt een nieuw besluit tot vaststelling van het liquidatieplan en daarbij behorende begroting op de voet van art.
25
lid
1
WOR ter advisering voor aan de
ondernemingsraad. 3)
Stadsregio Rotterdam zal een op de liquidatie toegesneden Sociaal plan opstellen en daarover overleg plegen met de betrokken vakorganisaties. Vervolgens zal zij dit Sociaal plan op de voet van art.
4)
25
lid 1 WOR ter advisering voorleggen aan de ondernemingsraad.
De ondernemingsraad trekt hierbij zijn verzoek in de hier aan de orde zijnde procedure in.
De voorzitter sluit de terechtzitting. Waarvan proces-verbaal,
MACHTIGING Het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam; gelet op de artikelen 42 en 54 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam (GR); Overwegende dat: 1. het kabinet voornemens is tot opheffing van de Wgr-plusregio’s met het wetsvoorstel ‘Wet opheffing stadsregio’s’, welke opheffing is voorzien per 1 januari 2015; 2. de opheffing van de Wgr-plusregio’s leidt tot opheffing van alle functies van de medewerkers van de stadsregio Rotterdam; 3. het dagelijks bestuur op grond van artikel 42, tweede lid van de GR, weliswaar bevoegd is ten aanzien van alle personele zaken, maar daarbij niet mag afwijken van de wettelijke regelingen die het gemeentebestuur van Rotterdam op grond van de Ambtenarenwet voor het personeel van de gemeente Rotterdam heeft vastgesteld; 4. onder 3 bedoelde regels niet voorzien in de situatie van volledige opheffing en liquidatie; 5. derhalve behoefte is aan een daarvoor op maat gemaakte regeling; 6. op 11 juni 2014 het algemeen bestuur heeft besloten op grond van artikel 54, derde lid van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam regels te stellen in verband met de opheffing van de stadsregio Rotterdam, waarbij van de bepalingen van de gemeenschappelijke regeling wordt afgeweken. De regels houden het volgende in: Het algemeen bestuur stelt in afwijking van artikel 42, eerste lid, in overleg met de vakbonden een regeling vast, met betrekking tot de rechtsgevolgen van de opheffing en liquidatie voor het personeel van de stadsregio; 7. het om redenen van doelmatigheid en zorgvuldigheid gewenst is het overleg met de vakbonden over voornoemd sociaal plan nu te starten; 8. het tevens gewenst is dit door de portefeuillehouder economie, bestuurlijke organisatie, communicatie en middelen te laten voeren; besluit: de portefeuillehouder economie, bestuurlijke organisatie, communicatie en middelen te machtigen in overleg te treden met de vakbonden omtrent een regeling met betrekking tot de rechtsgevolgen van de opheffing en liquidatie voor het personeel van de stadsregio, met dien verstande dat: a. deze machtiging wordt uitgeoefend binnen de daarvoor gestelde financiële kaders en volgens de eventueel nog door het algemeen bestuur nader aan te geven grenzen; c. de beslissingsbevoegdheid tot het vaststellen van voornoemde regeling blijft voorbehouden aan het algemeen bestuur. Aldus vastgesteld in de vergadering van 11 juni 2014, de secretaris,
de voorzitter,
drs. J. Fix.
ing. A. Aboutaleb.
algemeen bestuur vergadering 11 juni 2014 agendapunt 08 10 februari 2012 Onderwerp: Wijziging gemeenschappelijke regeling en planning opheffing stadsregio. Gevraagde beslissing: 1. in te stemmen met de planning van het vervolgproces inzake opheffing en liquidatie; 2. het voornemen uit te spreken het huidige liquidatieplan in te trekken en gelijktijdig een nieuw liquidatieplan en opheffingsbesluit op te stellen en in procedure te brengen, wanneer in het GO overeenstemming is bereikt over het sociaal plan en zodra de Eerste Kamer de Wet afschaffing plusregio’s heeft aangenomen; 3. het voornemen uit te spreken tot wijziging van artikel 54, tweede lid, van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam door toevoeging van 1 juli als mogelijke datum voor het van kracht worden van de opheffing. Portefeuillehouder: Koen Samenvatting: Op dinsdag 13 mei 2014 heeft de Tweede Kamer verzocht om uitstel van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Wet afschaffing plusregio’s. De plenaire behandeling stond gepland voor woensdag 14 mei 2014, maar is van de agenda afgehaald. De Kamer heeft gevraagd om behandeling voor het zomerreces, maar de voorzitter heeft gezegd dit niet te kunnen garanderen. Er is nog geen nieuwe datum gepland. Na behandeling door de Tweede Kamer zal behandeling in de Eerste Kamer volgen. Wanneer de Eerste Kamer instemt met het wetsvoorstel zal het huidige liquidatieplan worden ingetrokken (zie agendapost 07) en zal een nieuw liquidatieplan en opheffingsbesluit worden opgesteld en in procedure worden gebracht. Alvorens het nieuwe liquidatieplan in procedure kan worden gebracht, is overeenstemming in het GO vereist over het sociaal plan. De uitgangspunten van het sociaal plan zullen worden opgenomen in het nieuwe liquidatieplan en de bijbehorende liquidatiebegroting. De gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam (GR) bepaalt in artikel 54, tweede lid, dat een opheffing van kracht kan worden op 1 januari volgend op de datum van opname van de door de bestuursorganen genomen opheffingsbesluiten in het Register van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Door het uitstel van behandeling in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer er niet meer voor het zomerreces over de Wet afschaffing plusregio’s besloten kan worden, is het voor de stadsregio onmogelijk geworden de benodigde procedures voor het nemen van een opheffingsbesluit af te ronden voor 1 januari 2015. Om te voorkomen dat daardoor de opheffing conform de huidige GR pas op 1 januari van het daarop volgende jaar, dus 1 januari 2016, kan plaatsvinden, wordt voorgesteld om het voornemen uit te spreken de GR te wijzigen door toe te voegen dat de opheffing tevens van kracht kan worden op 1 juli. De procedure tot wijziging van de GR kan gelijktijdig met die van de te nemen opheffingsbesluiten en het liquidatieplan plaatsvinden. Dit voorstel geeft een planning van de te nemen stappen in het vervolgproces. Het gaat daarbij om de volgende aspecten: het opheffingsbesluit; het liquidatieplan (met bijbehorende liquidatiebegroting en inclusief ten minste de uitgangspunten van het sociaal plan); en het voorbereiden van regels in afwijking van de gemeenschappelijke regeling voor de stadsregio op het moment dat deze in liquidatie verkeert;
Wijziging GR en planning opheffing / 142257 / BZC / ES / 11 juni 2014
Pagina 1
-
het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling wat betreft de inwerkingtredingsdatum van de opheffing.
Financiële consequenties: De financiële consequenties kunnen pas worden vastgesteld op basis van de uitkomst van de onderhandelingen in het GO. Deze zullen vervolgens verwerkt worden in de nieuwe liquidatiebegroting. Dit betekent dat pas na overeenstemming in het GO over het sociaal plan het nieuwe liquidatieplan met bijbehorende liquidatiebegroting in procedure kan worden gebracht. Verdere procedure: Zie toelichting. Adviezen: 1. Advies portefeuillehoudersoverleg: Vanwege het feit dat er nog geen nieuw portefeuillehoudersoverleg kon plaatsvinden voor 11 juni is er geen portefeuillehoudersadvies op alle onderdelen van de planning. Het portefeuillehoudersoverleg dat gehouden is op 23 april heeft overigens wel positief geadviseerd over het intrekken van het liquidatieplan en het opstellen van een nieuw liquidatieplan met daarin de uitgangspunten van het sociaal plan. Bijlage(n): Toelichting: Wet afschaffing plusregio’s Op dinsdag 13 mei 2014 heeft de Tweede Kamer verzocht om uitstel van de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Wet afschaffing plusregio’s. De plenaire behandeling stond gepland voor woensdag 14 mei 2014, maar is van de agenda gehaald. Wanneer de behandeling wel plaatsvindt, is onduidelijk. Uit het verslag van 13 mei 2014 blijkt dat de Tweede Kamer enerzijds de wens heeft de plenaire behandeling van ‘Wet afschaffing plusregio’s’ te combineren met een nog in te dienen wetsvoorstel inzake de (her)inrichting van het binnenlands bestuur in landsdelen (vorming ‘superprovincie’). Anderzijds wordt aangegeven dat het gewenst is de behandeling van het wetsvoorstel Wet afschaffing plusregio’s nog voor het zomerreces te laten plaatsvinden. De voorzitter van de Tweede Kamer heeft gesteld deze tweede wens niet te kunnen garanderen. In ieder geval staat het wetsvoorstel afschaffing plusregio's op dit moment alleen nog op een groslijst bij de Tweede Kamer. Door het uitstel van behandeling in de Tweede Kamer, de Eerste Kamer niet meer voor het zomerreces over de Wet afschaffing plusregio’s kan besluiten, is het voor de stadsregio onmogelijk geworden de benodigde procedures voor het nemen van een opheffingsbesluit af te ronden voor 1 januari 2015. Wijziging gemeenschappelijke regeling De gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam (GR) bepaalt in artikel 54, tweede lid, dat een opheffing van kracht kan worden op 1 januari volgend op de datum van opname van de door de bestuursorganen genomen opheffingsbesluiten in het Register van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Door het uitstel van behandeling in de Tweede Kamer en de tijd die na instemming in de Eerste Kamer gemoeid zal gaan met de procedures voor het vaststellen van een nieuw liquidatieplan en het nemen van het opheffingsbesluit, zal de opheffing niet per 1 januari 2015 van kracht worden. Om te voorkomen dat daardoor de opheffing conform de huidige GR automatisch pas op 1 januari van het daarop volgende jaar, dus 1 januari 2016, kan plaatsvinden, wordt voorgesteld om het voornemen uit te spreken de GR te wijzigen door toe te voegen dat de opheffing tevens van kracht kan worden op 1 juli.
Wijziging GR en planning opheffing / 142257 / BZC / ES / 11 juni 2014
Pagina 2
De procedure tot wijziging van de GR kan gelijktijdig met die van de te nemen opheffingsbesluiten en het liquidatieplan plaatsvinden. Op deze wijze kan opheffing ook op 1 juli 2015 van kracht worden, mits de daarvoor benodigde procedures tijdig kunnen worden afgerond. Vervolgproces De volgende stappen dienen te worden genomen. Nu datum van inwerkingtreding van de ‘Wet afschaffing plusregio’s’ nog niet bekend is, is het niet mogelijk een detailplanning te geven. Wanneer na instemming door de Eerste Kamer de datum van inwerkingtreding bekend is en in het GO overeenstemming is bereikt over het sociaal plan (zie agendapost 7) zal een uitgewerkte detailplanning op datum worden opgesteld. Opheffingsbesluit en besluit tot wijziging GR Voor het opheffingsbesluit geldt dat dit pas in procedure kan gaan wanneer de Eerste Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen en bekend is wanneer de wet in werking treedt. De procedure voor de opheffingsbesluiten en het wijzigen van de GR vertonen sterke gelijkenis met elkaar en kunnen tegelijkertijd in procedure worden gebracht. Het opheffingsbesluit en de wijziging van de GR vallen onder het politiek primaat en worden genomen door de bestuursorganen van de deelnemers. Na het vaststellen van het ontwerp opheffings- en wijzigingsbesluit door het dagelijks bestuur volgt een consultatie van de gemeenteraden van de deelnemers. Vervolgens biedt het dagelijks bestuur het ontwerp opheffings- en wijzigingsbesluit (eventueel gewijzigd) samen met een nota van beantwoording aan het algemeen bestuur aan. Het algemeen bestuur stelt vervolgens de twee ontwerpen vast. Vervolgens worden de ontwerp besluiten aangeboden aan de bestuursorganen van de deelnemers ter besluitvorming. Het gaat daarbij dus om drie besluiten tot opheffing per deelnemer, namelijk van raad, college en burgemeester en drie besluiten tot wijziging van de GR per deelnemer. Na ontvangst van de opheffings- en wijzigingsbesluiten worden deze aangeboden aan de Minister van BZK ter opname in het Register. Voor het wijzigingsbesluit geldt dat het algemeen bestuur een inwerkingtredingsdatum bepaalt. Deze datum ligt in ieder geval na opname in het Register. Na wijziging van de GR geldt vervolgens voor de opheffing dat deze of op 1 juli of op 1 januari van kracht wordt. Liquidatieplan De stadsregio moet het liquidatieplan van 12 februari 2014 intrekken. Dit is de uitkomst van de procedure bij de Ondernemingskamer, zoals neergelegd in de overeenkomst in het proces-verbaal van de zitting. Voor het nieuwe liquidatieplan geldt dat dit ten minste de uitgangspunten van het op te stellen sociaal plan dient te bevatten. Het liquidatieplan kan dus niet eerder worden vastgesteld dan na overeenstemming in het GO en een positief advies door de OR op het sociaal plan. (Zie hierover agendapunt 07). Vervolgens zal het dagelijks bestuur een concept-liquidatieplan opstellen inclusief liquidatiebegroting en de uitgangspunten van het sociaal plan. De OR wordt vervolgens om advies gevraagd. Na positief advies door de OR op het concept-liquidatieplan kan deze verder in procedure worden gebracht. Voor het liquidatieplan geldt een iets afwijkende procedure dan voor het opheffings- en wijzigingsbesluit, maar het begin van de procedures kan tegelijkertijd verlopen. Ook voor het liquidatieplan geldt namelijk een consultatieronde bij de deelnemende gemeenteraden. Echter na deze consultatieronde is het algemeen bestuur bevoegd om het liquidatieplan (eventueel gewijzigd) samen met de nota van beantwoording vast te stellen. Afzonderlijke besluitvorming door de deelnemende bestuursorganen speelt hierbij niet. Regels stadsregio in liquidatie Op het moment van inwerkingtreding van de opheffing verkeert de stadsregio in liquidatie. Voor deze periode waarin de stadsregio in liquidatie de zakelijke aspecten van de opheffing afwikkelt, zijn regels nodig. Artikel 54, derde lid, van de GR bepaalt dat in geval van opheffing van de stadsregio het algemeen bestuur de benodigde regels stelt voor de periode van liquidatie. Bij het stellen van deze regels mag het algemeen bestuur afwijken van de in de GR gestelde regels. Deze regels zullen door het algemeen bestuur worden vastgesteld gelijktijdig met het vaststellen van het liquidatieplan, immers de regels vloeien voort uit wat in het liquidatieplan is afgesproken en hangen daar dus onlosmakelijk mee samen.
Wijziging GR en planning opheffing / 142257 / BZC / ES / 11 juni 2014
Pagina 3
algemeen bestuur vergadering 11 juni 2014 agendapunt 09 10 februari 2012 Onderwerp: Jaarrekening 2013 Gevraagde beslissing: 1. Jaarrekening 2013 vast te stellen. 2. Conform het vaststellingsbesluit: a. aan de reserve Verkeer en Vervoer een bedrag van € 5.000.000 te onttrekken ten gunste van het exploitatiejaar 2013 als dekking voor kosten binnen het programma Bereikbaarheid en Mobiliteit; b. het - na de onder 2.a genoemde onttrekking aan de reserve Verkeer en Vervoer ontstane positieve saldo 2013 vaststellen op een bedrag van € 2.303.244; c. het onder 2.b bepaalde saldo 2013 € 2.303.244 toevoegen aan de reserve Weerstandsvermogen; 3. Per 1 januari 2014 de volgende fondsen op te heffen: a. het fonds SLOK; b. het fonds BDU grote infraprojecten 2004 verplicht; c. het fonds Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam nog te verplichten. Portefeuillehouder: Koen Samenvatting: Hierbij ontvangt u ter vaststelling de jaarrekening 2013. Conform de bestaande gedragslijn wordt er geen afzonderlijk jaarverslag aangeboden, omdat de toelichting van de beleidsmatige afwijkingen integraal deel uitmaken van de jaarrekening. De jaarrekening sluit aan bij de programmastructuur van de begroting en de daarin opgenomen activiteiten. De jaarrekening 2013 en daarbij behorende financiële onderbouwingen zijn door de accountant beoordeeld op rechtmatigheid en getrouwheid. De accountant geeft voor beide facetten een goedkeurende verklaring, welke in hoofdstuk 10 van het boekwerk is opgenomen. Tevens is het accountantsrapport als bijlage bijgevoegd. Het rekeningtotaal voor lasten en baten bedraagt in 2013 € 500,9 miljoen aan lasten en ruim € 494,7 miljoen aan baten. Het resultaat 2013 vóór en na bestemming komt tot stand na verwerking van de werkelijke en voorgestelde onttrekkingen en dotaties aan (bestemming)reserves. Per saldo leiden deze mutaties tot een positief resultaat over 2013 van € 2.303.244. In de 2e Bestuursrapportage werd in december jl. het nader te bestemmen positief resultaat over 2013 geraamd op € 2.337.492. Voorgesteld wordt het positieve resultaat 2013 van € 2.303.244 volledig toe te voegen aan de reserve Weerstandsvermogen. Met het oog op mogelijke risico’s in de aankomende periode, welke nader zijn benoemd in de paragraaf Weerstandsvermogen, blijft de opbouw van een verantwoorde financiële buffer als weerstandsvermogen voor de stadsregio een belangrijk aandachtspunt. Om die reden is het voorstel gedaan tot toevoeging van het positieve resultaat van de jaarrekening 2013 aan de reserve Weerstandsvermogen.
Jaarrekening 2013/ 140876 / BV / KvW / 11 juni 2014
Pagina 1
Reserves/fondsen. Met betrekking tot reserves en/of fondsen wordt in de jaarrekening 2013 voorgesteld de volgende fondsen op te heffen: het fonds SLOK, omdat het saldo per 31-12-2013 “nihil” is; het fonds BDU grote infraprojecten 2004 verplicht, omdat het saldo per 31-12-2013 “nihil” is; het fonds Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam nog te verplichten, omdat het saldo per 31-12-2013 “nihil” is. Financiële consequenties: De jaarrekening 2013 sluit met een positief saldo van € 2.303.244. Voorgesteld wordt dit saldo toe te voegen aan de reserve Weerstandsvermogen. Verdere procedure: AWB-publicatie; na vaststelling wordt de jaarrekening 2013 met bijbehorend accountantsverslag verzonden naar gedeputeerde Staten van Zuid Holland; verzending van de vastgestelde jaarrekening 2013 naar de deelnemende gemeenten. Adviezen: 1. Advies portefeuillehouderoverleg BOC&M: het advies van het portefeuillehouderoverleg BOC&M wordt u nagezonden dan wel ter vergadering uitgereikt; 2. Adviezen portefeuillehouderoverleggen GROM, Verkeer en Vervoer, Wonen en stuurgroep REO: De adviezen worden u nagezonden dan wel ter vergadering uitgereikt.
Bijlage(n): 1. Concept-jaarrekening 2013; 2. Accountantsverslag 2013. Toelichting: -
Jaarrekening 2013/ 140876 / BV / KvW / 11 juni 2014
Pagina 2
JAARREKENING 2013
stadsregio Rotterdam Postbus 21051 3001 AB Rotterdam telefoon: 010-2672389 fax: 010-2671660 e-mail:
[email protected] website: www.stadsregio.info
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
-1-
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................................... 2 1. Inleiding ................................................................................................................................... 3 2. Balans per 31 december 2013 ..................................................................................................... 5 3. Toelichting op de balans ............................................................................................................. 6 4. Programmarekening ................................................................................................................. 13 5 Toelichting op de programmarekening ........................................................................................ 14 6 Programma’s .......................................................................................................................... 16 6.1 Sturen op ruimtelijke samenhang ............................................................................................ 18 6.1.1 6.2 6.3
Bovenregionale samenhang .......................................................................................... 18
6.1.2 Gebiedsgerichte opgaven ............................................................................................. 20 Economische structuurversterking............................................................................................. 24 Bereikbaarheid en mobiliteit ..................................................................................................... 26 6.3.1 Verkeer ........................................................................................................................ 26
6.4 6.5
6.3.2 Openbaar vervoer .......................................................................................................... 31 Wonen: duurzaam en marktgericht aanbod ................................................................................ 35 Duurzame regio ...................................................................................................................... 38 6.5.1
6. 6 7. 7.1 7.2 7.3
Groen ........................................................................................................................ 38
6.5.2 Milieu ........................................................................................................................ 41 Jeugdzorg .............................................................................................................................. 44 Paragrafen ............................................................................................................................. 47 Bestuurlijke zaken en communicatie........................................................................................... 47 Bedrijfsvoering ........................................................................................................................ 48 Financiering ............................................................................................................................ 51 7.3.1 Financiële positie ........................................................................................................... 51
7.3.2 Treasuryfunctie en - beleid.............................................................................................. 52 Algemene dekkingsmiddelen .............................................................................................................. 56 7.4 Verbonden partijen .................................................................................................................. 57 7.5 Weerstandsvermogen en risico’s ................................................................................................ 58 8. Staat van reserves en fondsen ................................................................................................. 60 9. Verantwoording 2013 conform SiSa ........................................................................................... 61 10. Controle verklaring accountant .................................................................................................. 63 Verklaring betreffende de jaarrekening ..................................................................................... 63 Verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur ......................................................................... 63 Verantwoordelijkheid van de accountant ................................................................................... 63 Oordeel 63 11. 12.
Benadrukking van aangelegenheid omtrent het perspectief stadsregio Rotterdam .......................... 63 Besluit algemeen bestuur ......................................................................................................... 64 Bijlagen ................................................................................................................................. 65 12.1
Resultatenrekening in detail ......................................................................................... 65
12.2
Kostenverdeelstaat ...................................................................................................... 71
12.3
Gemeentelijke bijdrage en inwoneraantal per gemeente .................................................. 72
12.4
Jaarrapportage RIVV 2013 ........................................................................................... 73
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
-2-
1.
Inleiding
Bijgaand ontvangt u de jaarrekening 2013. Daarmee legt het dagelijks bestuur verantwoording af aan het algemeen bestuur over het gevoerde beleid. De jaarrekening vormt het sluitstuk van de planning en control cyclus van het verslagjaar 2013. In de jaarrekening wordt aan de hand van de 3 W-vragen (Wat wilden we bereiken?, Wat is daarvoor gedaan? en Wat heeft het gekost?) ingegaan op hetgeen is bereikt en tegen welke kosten. Daarnaast wordt middels de programmarekening en de balans inzicht gegeven in de financiële positie van de stadsregio en worden de gerealiseerde baten en lasten weergegeven. Het eindresultaat van baten en lasten komt tot uitdrukking in de balans, die de vermogenspositie van de stadsregio aangeeft. Met dit document wordt gevolg gegeven aan de uitgangspunten, zoals deze vanuit het Besluit begroting en verantwoording (BBV) en overige regelgeving aan de verslaglegging en verantwoording aan de stadsregio worden opgelegd. 2013 in vogelvlucht 2013 is wederom een bewogen jaar gebleken. Onduidelijkheid met betrekking tot voortzetting of opheffing was reeds aanwezig. Begin van het jaar leek het liquideren van de stadsregio per 1 januari 2014 in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) een reële verwachting. Energie werd gericht op de voorbereiding van een naderende opheffing en de oprichting van een Vervoersautoriteit. Politieke besluitvorming bleef achterwege en daarom was op 31 december 2013 de stadsregio nog steeds in “leven”. Naar verwachting besluit de Tweede Kamer in april 2014 over de Wet afschaffing plusregio’s. Naar verwachting zal de Eerste Kamer dan voor het zomerreces het onderwerp agenderen. De voorbereidingen en activiteiten, die de opheffing van de stadsregio per 1 januari 2015 mogelijk moeten maken zijn dan ook opgepakt. Ondanks de onzekere periode is er in 2013 doorgewerkt aan verdere realisatie en afronding van de beleidsvoornemens uit de Regionale Strategische Agenda (RSA). Een gedetailleerde toelichting met betrekking tot de status van de doelstellingen van het RSA en de daarvoor in 2013 ondernomen activiteiten is in de beleidsprogramma’s van deze jaarrekening opgenomen. In dit verband benoemen wij beknopt de volgende aansprekende activiteiten, die in 2013 zijn opgestart, voortgezet of afgerond: de Groene Verbinding ligt sinds augustus 2013 op zijn plek. Dit bijzondere moment is feestelijk begeleid tijdens een nachtelijk indraaimoment waren zo’n 150 genodigden getuige van waren. De geplande oplevering van de brug is mei/juni 2014; in het jaar 2013 heeft de Minister een standpunt ingenomen over de twee grote rijkswegenprojecten in de regio. Dit betekent dat er hard gewerkt is aan een kwalitatief goede inpassing van de A13-A16 en aan het kwaliteitsprogramma voor de Blankenburgverbinding; er zijn flinke stappen gezet in het uitvoeren van het Beter Benutten programma waarin de innovatieve wijze waarop mobiliteitsdiensten zijn aanbesteed een succes zijn in het behalen van spitsmijdingen; de aanbestede busconcessie is in 2013 goed van start gegaan; de OV Barometer toont dat gebruikers het busproduct nog 0,2 punten hoger waardeerden dan in 2012. De waardering voor bus komt daarmee op 7,3 en voor het gehele Rotterdamse OV op 7,6; voor de nieuwe railconcessie is een start gemaakt met activiteiten om te komen tot een Programma van Eisen dat aan de verwachting van (toekomstige) gebruikers zal voldoen; de trend om de kostendekkingsgraad in het OV te vergroten heeft zich weer verder doorgezet waarbij honderd procent kostendekking voor - om te beginnen - de metro, steeds dichterbij komt; voortgaande digitalisering van meerdere werkprocessen en digitale verzending bestuursstukken; het totstandkomingsproces voor de nieuwe verordening Woonruimtebemiddeling (huisvestingsverordening) is in 2013 tot en met het inbrengen van zienswijzen door de gemeenten doorlopen. Inmiddels is de verordening in het Algemeen bestuur van 12 februari 2014 vastgesteld; in 2013 is met gemeenten, corporaties en marktpartijen een intensief proces gevolgd om te komen tot nieuwe woningmarktafspraken binnen de subregio’s voor de periode 2014-2020. De afspraken zijn in november 2013 inhoudelijk afgerond en inmiddels op 29 januari 2014 getekend door alle gemeenten en corporaties; het algemeen bestuur heeft op 9 oktober 2013 het Regionaal kantorenprogramma 2013/2014 vastgesteld. Het is inmiddels voor de derde keer dat de stadsregio een Regionaal Kantorenprogramma heeft vastgesteld. Geconcludeerd werd dat om de gedifferentieerde kantorenmarkt gezond te maken, er geen sprake moet zijn van generiek beleid maar van een gebiedsgerichte aanpak. De kantorenstrategie van de stadsregio is afgestemd met die van Haaglanden. Beide regio’s hanteren dezelfde uitgangspunten. bijdrage geleverd aan een strategische bereikbaarheidsagenda voor de Vervoersautoriteit i.o.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
-3-
Rekeningresultaat 2013. De jaarrekening 2013 sluit met een positief saldo van € 2.303.244. In de 2e Bestuursrapportage werd nog gerekend met een positief saldo van € 2.337.492. Het lagere resultaat van ruim € 34.248 houdt direct verband met een mindere opbrengst aan vrije rentebaten. In aansluiting op eerdere besluitvorming wordt voorgesteld het saldo toe te voegen aan de reserve Weerstandsvermogen. Ook wordt bij de vaststelling van deze jaarrekening voorgesteld een gereserveerd budget van € 5 miljoen in de reserve Verkeer en Vervoer ten gunste van de exploitatie van programma 3 Bereikbaarheid en Mobiliteit vrij te laten vallen. Dit kan omdat het vermeende risico hiervoor, zijnde een verplichte rente toevoeging aan het BDUfonds, is komen te vervallen. In hoofdstuk 5 “Toelichting op de programmarekening” is een nadere toelichting op het resultaat opgenomen. Accountant Bij deze jaarrekening is ook de controleverklaring van de accountant toegevoegd. Over 2013 heeft de accountant wederom een goedkeurende verklaring voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid afgegeven. Verbeterpunten uit voorgaande jaren zijn in dit boekwerk gehandhaafd of daar waar wenselijk verder verfijnd. Leeswijzer De indeling van de jaarrekening 2013 is overeenkomstig de ingezette lijn voor de jaarrekening 2012. In de hoofdstukken 2 t/m 5 van de jaarrekening worden de balans en het financieel resultaat benoemd en toegelicht. In hoofdstuk 6 worden de beleidsmatige - en de financiële afwijkingen op de programma’s en activiteiten ten opzichte van de begroting toegelicht. In hoofdstuk 7 komen de paragrafen aan de orde. De hoofdstukken 8 en 9 geven de weergave van de reserves en fondsen en de Verantwoording 2013 conform SiSa. In hoofdstuk 10 is de controleverklaring van de accountant opgenomen. Het vaststellingsbesluit van het algemeen bestuur is in hoofdstuk 11 opgenomen. Tenslotte zijn de bijlagen in hoofdstuk 12 opgenomen.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
-4-
2.
Balans per 31 december 2013
ACTIVA
31-12-2013
A Vaste activa Materiële vaste activa Inrichting en verbouwing Software Financiële vaste activa Effecten Waarborghypotheken Immateriële vaste activa Disagio op effecten subtotaal vaste activa
0 335.332
141.812.920 1.771.263
1.470.526 145.390.041
31-12-2012
PASSIVA
N Eigen vermogen Algemene reserve 0 Resultaat boekjaar 294.857 Bestemmingsreserves subtotaal eigen vermogen 146.612.920 1.771.263 P Schulden op lange termijn Groenprojecten Waarborghypotheken 2.404.720 S Vlottende passiva 151.083.760 Crediteuren Overlopende passiva
31-12-2013
31-12-2012
1.000.000 2.303.244 58.331.735
1.000.000 -95.599.414 162.605.821
61.634.979
68.006.407
6.726.294 1.771.263
20.481.573 1.771.263
12.161.092 441.616.917
15.841.580 451.104.376
462.275.566
489.198.792
523.910.545
557.205.199
D Vlottende activa subtotaal vreemd vermogen Vorderingen Debiteuren Liquide Middelen Kas Banken Overlopende activa subtotaal vlottende activa
Totaal
17.098.043
13.944.211
148 342.184.323
199 359.272.123
19.237.989
32.904.906
378.520.504
406.121.439
523.910.545
557.205.199
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
-5-
Totaal
3.
Toelichting op de balans
Algemeen
Waarderingsgrondslagen. De jaarrekening is overeenkomstig het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) opgesteld. Alle vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair berekend en gerelateerd aan de verwachte economische levensduur met inachtneming van een eventuele restwaarde. De overige activa en passiva zijn alle gewaardeerd tegen nominale waarde. De jaarrekening is op basis van continuïteitsveronderstellingen opgesteld en niet op basis van liquidatiewaarde, omdat een eventuele terugloop in opbrengsten kan worden opgevangen door bij te sturen in de kosten en opbrengsten. De stadsregio beschikt over een weerstandsvermogen van € 13,8 miljoen en heeft een liquidatie/afbouwplan voorbereid. Tevens is de onzekerheid over de voortzetting van activiteiten adequaat in deze jaarrekening toegelicht. De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt, die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, alsmede van de baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Toelichting per balanspost
A Vaste activa Materiële vaste activa De stadsregio verricht nauwelijks directe investeringen. De investeringen in nieuwe software zijn met ingang van 2011 in de staat van activa opgenomen. Daarbij is uitgegaan van een economische levensduur van 5 jaar. Het verloop kan als volgt worden weergegeven: Software
Jaren
Jaar van Investering
afschrijving aanschaf
Projectmodule & Synergy Investeringen software Investeringen software Investeringen software
5 5 5 5
2010 2011 2012 2013
Afschrijving Boekwaarde t/m 2012
31-12-2012
Afschrijving
Boekwaarde
2013
31-12-2013
64.063 158.397 161.713 130.344
25.625 47.519 16.171 0
38.438 110.878 145.542 0
12.813 31.679 32.343 13.034
25.625 79.198 113.199 117.309
514.517
89.316
294.857
89.869
335.332
Financiële en immateriële vaste activa Effecten De effectenportefeuille bestaat ultimo 2013 uit een pakket obligaties van nominaal € 141,8 miljoen. De beurswaarde per 31 december 2013 is berekend op € 148.272.839. Een nadere toelichting op en een overzicht op de beleggingen is afzonderlijk als onderdeel 7.3.3 opgenomen in hoofdstuk 7.3 Financiering. Waarborghypotheken In 2001 zijn aan meerdere jeugdzorginstellingen ten behoeve van de financiering van hun huisvesting waarborghypotheken verstrekt. Deze middelen zijn betaald uit de rijksdoeluitkering jeugdzorg die indertijd is aangevuld met aflossingen van eerder ter zake door het Rijk verstrekte waarborghypotheken. Aflossing van de aldus door de stadsregio verstrekte hypotheken is alleen aan de orde indien de bestemming van de onderliggende huisvesting wijzigt. Conform een in de jaren ’90 met het Rijk gemaakte afspraak dienen zulke aflossingen opnieuw beschikbaar te worden gesteld voor de stadsregionale jeugdhulpverlening. Daarnaast wordt er geen rentevergoeding over deze hypotheken betaald, deelt de hypotheekgever niet in de waardeontwikkeling van de onderliggende huisvesting en is er ook geen inflatiecorrectie over de hoofdsom van toepassing. Bij aflossing wordt dus alleen de hoofdsom terugbetaald. De verstrekking van deze hypotheken is indertijd alleen in de exploitatie verantwoord. Deze uitgezette middelen dienen echter conform de wettelijke verantwoordingseisen in de balans te worden opgenomen. De waarborghypotheken kunnen als volgt worden gespecificeerd: Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
-6-
Jeugdzorginstelling
Adres
begustigde
Horizon Flexus (SJR) Flexus (SJR) Flexus (SJR) Kinderhuis der Hervormde gemeente (Lindenhof) Stek
Mozartlaan 150, Hillegersberg, Rotterdam Heemraadssingel 121, Rotterdam Ijsclubstraat 33, Rotterdam Mathenesserlaan 248, Rotterdam Schietbaanstraat 24/ Van Speykstraat 149, R'dam Tosa 39 a+b
Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio
Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam
akte datum 30-3-2001 13-3-2001 14-3-2001 13-3-2001 7-2-2001 15-11-2002 TOTAAL
Bedragen € 431.091 335.797 204.201 447.536 106.638 246.000 1.771.263
Vanwege de decentralisatie van de Jeugdzorg per 1 januari 2015 zal in 2014 via overleg met het Rijk worden bepaald aan wie de stadsregio deze waarborghypotheken over kan dragen. D Vlottende activa Debiteuren Het openstaande bedrag is, na eliminatie van interne vorderingen en schulden, als volgt opgebouwd.
Stadsregio algemeen Jeugdzorg
2013 16.565.554 532.489
2012 13.926.135 18.076
Totaal
17.098.043
13.944.211
De omvang van het op 31-12-2013 nog openstaande bedrag aan vorderingen wordt met name beïnvloed door een openstaande factuur van € 10,5 miljoen. De vordering betreft een nog te ontvangen bijdrage in het kader van de Groene Verbinding en is inbaar. Op verzoek van de debiteur is ingestemd met een uitstel tot betaling. Verder een factuur inzake afrekening subsidie kapitaallasten ad. € 3,5 miljoen, die begin december 2013 is verzonden. Tenslotte een eind december 2013 verzonden factuur inzake de extra bijdrage van een gemeente ad. € 1,2 miljoen. Van het saldo op 31-12-2013 is op het moment van samenstelling van deze jaarrekening - na balansdatum inmiddels een bedrag van € 15.817.253 ontvangen. Liquide middelen –direct opeisbaar. In kas was het saldo ultimo 2013 € 148 groot. De banksaldi per regeling kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Stadsregio algemeen Jeugdzorg Totaal
2013 340.458.476 1.725.847
2012 355.646.515 3.625.608
342.184.323
359.272.123
Per balansdatum was een totaalbedrag van ca. € 280,5 miljoen van de liquide middelen belegd in kortlopende deposito’s. Overlopende activa De nog te ontvangen bedragen c.q. vooruitbetaalde posten zijn als volgt te specificeren:
Stadsregio algemeen Jeugdzorg
2013 18.327.896 910.093
2012 31.490.116 1.414.790
Totaal
19.237.989
32.904.906
De belangrijkste overlopende activa zijn: A. Nog te ontvangen posten BTW Compensatiefonds / BTW Rente obligaties en deposito's
: € 13.481.650 : € 4.069.915
B. Vooruitbetaalde posten Diverse facturen m.b.t. kosten 2013
:€
676.339
N Eigen Vermogen Algemene reserve De algemene reserve bedraagt € 1 miljoen en is uitsluitend bestemd voor de dekking van bedrijfsrisico’s.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
-7-
Resultaat boekjaar Het resultaat 2013 komt na verwerking van de reservemutaties uit op een positief saldo van € 2.303.244. Het algemeen bestuur wordt voorgesteld dit saldo toe te voegen aan de reserve Weerstandsvermogen. Voor een nadere analyse van dit resultaat wordt verwezen naar de toelichting op de resultatenrekening (hoofdstuk 5). Bestemmingsreserves De aard en het verloop van de bestemmingsreserves wordt hierna per reserve toegelicht. In hoofdstuk 8 is een totaaloverzicht van (het verloop van) alle reserves opgenomen. Investeringsreserve Investeringsreserve saldo 1-1-2013 dotaties vanwege: Omslagbaten bouwjaar 2012 Vrijval langlopende schuld Groenprojecten Subsidies Revitalisering stedelijk gebied onttrekkingen vanwege: Subsidies Regionaal groenblauw Subsidies Herstructurering bedrijventerreinen
Saldo 31-12-2013
48.470.890
5.080.760 650.000 1.467.000 -4.911.568 -3.458.800
47.298.282
Deze reserve is bestemd voor de financiering van jaarlijks te bepalen subsidieprojecten voor de beleidsterreinen Herstructurering bedrijventerreinen, Regionaal groenblauw en Revitalisering stedelijk gebied. Conform besluitvorming in het algemeen bestuur betreffen de toevoegingen in 2013 Omslagbaten bouwjaar 2012 van € 5,1 miljoen en een vrijval van € 0,65 miljoen van het project Kreken Kweken binnen de langlopende schuld Groenprojecten. Daarnaast was er in 2013 sprake van vrijval subsidies Revitalisering stedelijk gebied van per saldo € 1,5 miljoen. Deze vrijval kon vrijwel volledig worden toegevoegd aan de subsidies jaarschijf 2014. In 2013 is er € 8,4 miljoen ten laste van de reserve gebracht. Dit betreft voorschotten op de tot en met 2013 verleende subsidies. In totaal is er tot en met 2013 voor € 50.784.066 aan subsidies verleend. Rekening houdend met de tot en met 2013 verleende voorschotten van € 14.704.479 bedraagt de stand van de niet uit de balans blijkende verplichtingen, die op de reserve rust ultimo 2013 € 36.079.587.
reserve Doorlopende activiteiten reserve Doorlopende activiteiten
saldo 1-1-2013
626.406
dotaties vanwege:
--
onttrekkingen vanwege: ICT -afschrijvingen Huisvestingsverordening Agrologistiek Digitalisering archief Saldo 31-12-2013
-89.869 -25.554 -25.732 -35.409 449.842
Deze reserve is bedoeld voor de financiering van activiteiten, die nog niet (volledig) in een jaar zijn uitgevoerd en doorlopen tot in (het) volgende ja(a)r(en). In 2013 hebben onttrekkingen plaatsgevonden tot een bedrag van € 0,2 miljoen. Het saldo per 31-12-2013 van € 449.842 bestaat uit de volgende onderdelen: ICT-ontwikkelbudget/afschrijvingen € 430.815; Huisvestingsverordening € 14.446; Digitalisering archief € 4.581.
reserve Weerstandsvermogen reserve Weerstandsvermogen saldo 1-1-2013
12.817.226
dotaties vanwege: Rekeningresultaat
2.303.244
onttrekkingen vanwege: RAS Jeugdzorg Liquidatiekosten
-1.540.728 -753.635
Saldo 31-12-2013
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
12.826.106
Indien de algemene reserve ontoereikend blijkt te zijn om onvoorziene tegenvallers en/of risico’s op te vangen, dan kan een beroep worden gedaan op deze reserve. De onttrekking in 2013 bedraagt € 1.540.728 voor dekking RAS Jeugdzorg en € 753.635 voor dekking liquidatiekosten. Voor deze laatstgenoemde was in de begroting € 855.000 begroot. De liquidatiekosten bestaan voor € 450.524 uit inhuurkosten en voor € 303.111 uit lasten ter bevordering van mobiliteit. De onttrekking vanwege RAS Jeugdzorg is conform begroting. De toevoeging aan de reserve betreft het rekeningresultaat 2013 en bedraagt € 2.303.244. Hiervoor was in de begroting 2013 € 2.337.492 opgenomen. -8-
reserve Verkeer en Vervoer Het saldo ultimo 2012 van € 5.000.000 diende als dekking voor negatieve verschillen tussen de aan het fonds BDU toe te rekenen rente op basis van het herfinancieringstarief van de Europese Centrale Bank (de zgn. refirente op basis van de Wet BDU) en de werkelijk ontvangen rente, welke als gevolg van het verplichte schatkistbankieren in 2014 en volgende jaren vooralsnog als “nihil” wordt geraamd .
reserve Verkeer en Vervoer saldo 1-1-2013
5.000.000
dotaties vanwege:
--
onttrekkingen vanwege:
--
Saldo 31-12-2013 vóór resultaatbestemming Onttrekking t.b.v. resultaat 2013 Saldo na res. bestemming 2013
Inmiddels is 15 december 2013 de wet BDU gewijzigd. Er hoeft geen rente meer te worden toegerekend aan het fonds BDU.
5.000.000
Daarmee kan de reservering van € 5.000.000,- in de reserve Verkeer en Vervoer vrijvallen.
-5.000.000 0
reserve Duurzaamheid reserve Duurzaamheid saldo 1-1-2013
91.885
dotaties vanwege:
--
onttrekkingen vanwege: Materiële en personele lasten 2013
-31.136
Saldo 31-12-2013
60.749
Deze reserve dient ter dekking van kosten met betrekking tot de regionale Duurzaamheidsagenda 2013-2016. De middelen worden ingezet voor Duurzaamheidsprojecten. De reserve heeft een looptijd die gelijk is aan de looptijd van de agenda. In 2013 is € 31.136 aan de reserve onttrokken ter dekking van materiële en personele kosten. Naar verwachting zal het restant van de middelen in 2014 worden besteed.
O Voorzieningen De stadsregio had op 31-12-2013 geen voorzieningen. P Schulden op lange termijn Groenprojecten Betreft de verplichtingen ten behoeve van de realisatie van de “laaghangend fruit”-projecten en de 1e prioriteitsprojecten uit het RGSP2. De hoogte van dit bedrag is gebaseerd op het hieronder opgenomen bestedingsplan. Alle bijdragen zijn inmiddels definitief toegekend. In 2013 heeft afkoop van de PMR verplichtingen plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een indexatievoordeel waardoor er een begroot restant van € 0,5 miljoen is ontstaan. In het liquidatieplan is voorgesteld dit restant als gevolg van deze vervroegde aflossing PMR en mogelijke lagere vaststelling van in de tussentijd reeds vastgestelde subsidies in 2015 te verdelen over de regiogemeenten naar rato van inwoneraantal. Middelen PROJECT
PMR Schieveen Oranjebuitenpolder/ Bonnenpolder Beheerkosten - Oranjebuitenpolder Brielsezoom Noord Totaal
Verplichtingen
Stand Vrijval Kreken Bestedingen 31-12-2012 Voorne Putten 2013
Stand 2014 31-12-2013
2015
12.145.279 4.000.000
20.481.573
650.000
960.000
240.000 404.352 430.469
13.105.279
6.726.294 4.000.000 1.074.821
2016 2017
Totaal Restant 2014-2017
0 1.000.000 5.000.000 240.000 404.352 107.617 538.086 0 1.107.617 6.182.438 543.856
Waarborghypotheken Betreft de in 2001 aan diverse jeugdzorginstellingen verstrekte leningen, zoals hiervoor op pagina 9 bij het onderdeel Financiële en immateriële vaste activa toegelicht en gespecificeerd.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
-9-
S Vlottende passiva Crediteuren Deze post is, na eliminatie van interne vorderingen en schulden, als volgt opgebouwd:
Stadsregio algemeen Jeugdzorg Totaal
2013 11.626.768 534.324 12.161.092
2012 15.377.121 464.459 15.841.580
Door een gerichte sturing met o.a. het Synergy-pakket op het sneller afhandelen van facturen binnen 30dagen vindt de afwikkeling van facturen sneller plaats. Overlopende passiva De overlopende passiva zijn als volgt te specificeren:
Stadsregio algemeen Jeugdzorg Totaal
2013 436.292.679 5.324.238
2012 446.510.362 4.594.014
441.616.917
451.104.376
Toelichting: De belangrijkste overlopende passiva zijn: Saldo fondsen Nog te betalen kosten 2013 Vooruit ontvangen bedragen
: € 434.667.993 :€ 5.626.888 :€ 621.122
Fondsen Aard en verloop van de onder dit hoofd verantwoorde fondsen worden hierna kort toegelicht. In hoofdstuk 8 is een totaaloverzicht van (het verloop van) alle reserves en fondsen opgenomen. Fonds Groene Verbinding Betreft de via de provincie Zuid-Holland verkregen middelen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat voor de voorbereiding en uitvoering van het project Groene Verbinding. Er is per saldo in 2013 € 5.339.218 onttrokken aan het fonds. Dit betreft het totaal van de lasten van € 15.728.151 minus bijdragen van de gemeenten Rotterdam van € 10.255.483 minus de rentebaten ad. € 133.450. In de tweede Bestuursrapportage 2013 is aangegeven dat als gevolg van de opdrachtverlening door de gemeente Rotterdam en Albrandswaard voor de aanleg van de Groene Verbinding aan de stadsregio de begrote baten zouden stijgen met € 10.255.483 en tegenover deze baten werd een zelfde last begroot van € 10.255.483. Deze last diende ter dekking van de verleende begrotingspostsubsidies aan de genoemde gemeenten. Deze bedragen zijn conform begroting gerealiseerd in 2013. Per saldo is er in 2013 € 1.171.782 minder aan het fonds onttrokken dan begroot. De bestedingen van de aannemer aan de Groene Verbinding waren lager dan verwacht voor 2013. De verwachting voor 2014 zal met dit bedrag worden verhoogd. De geplande oplevering is in mei/juni 2014. Fonds Luchtkwaliteit Dit fonds is gevormd uit via de provincie Zuid-Holland verkregen middelen (de zgn. FES-gelden) van het Ministerie van VROM ter verbetering van de luchtkwaliteit in de regio. Deze worden ingezet voor uitvoeringsmaatregelen in de vorm van subsidies en opdrachten. Er is in 2013 per saldo € 1.134.892 onttrokken aan het fonds. Dit betreft het saldo van de baten van € 675.000 (45% van 4e tranche rijksbijdrage via de provincie), toegevoegde rentebaten van € 6.618 en lasten voor een bedrag van € 1.816.510. Fonds SLOK De gemeenten hebben 1/6 deel van de SLOK-uitkeringen (Stimulering van lokale Klimaatinitiatieven) die zij van het Rijk ontvangen ter beschikking gesteld aan de stadsregio. De stadsregio zet de middelen in voor Duurzaamheidsprojecten binnen de stadsregio. Het fonds SLOK bevat de nog niet bestede middelen in dit kader. De middelen zijn vanaf 2013 toegevoegd aan de middelen voor de Duurzaamheidsagenda. In 2013 is in dit kader € 17.846 aan het fonds onttrokken. Het fonds is daarmee ultimo 2013 uitgeput. Fondsen BDU Jaarlijks ontvangt de stadsregio een rijksbijdrage in het kader van de wet Brede doeluitkering verkeer en vervoer (BDU). Voor zover deze middelen in enig jaar niet worden besteed, blijven zij beschikbaar in de BDU fondsen. Het fonds BDU-verplicht bevat de middelen die inmiddels zijn verplicht door een opdrachtverstrekking of een subsidietoekenning, maar nog niet zijn uitbetaald. Het fonds BDU-nog te verplichten bevat de middelen die nog niet zijn verplicht.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 10 -
Fondsen Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam (BOR) De stadsregio is fondsbeheerder van het regionale fonds Bereikbaarheidsoffensief Regio Rotterdam (BOR). De BOR middelen die nog niet zijn uitgegeven worden gereserveerd in de BOR fondsen. Het fonds BOR-verplicht bevat de middelen die inmiddels zijn verplicht door een opdrachtverstrekking of een subsidietoekenning. Aan dit fonds is in 2013 een bedrag van € 21.166 onttrokken waardoor per 31-12-2013 nog een saldo resteert van € 2.157.255. Het fonds nog te verplichten bevat de middelen die nog niet zijn verplicht en niet zijn uitbetaald. Aan dit fonds is in 2013 € 6.755.095 onttrokken waardoor het per 31-12-2013 geen saldo meer heeft. Fonds OV Chipkaart Dit betreft het saldo van een van het toenmalig Ministerie van Verkeer en Waterstaat ontvangen renteloze lening als cofinanciering voor de introductie van de OV-chipkaart, oorspronkelijk groot € 7.600.000. Deze lening wordt door middel van een rechtstreekse verrekening in de jaarlijkse BDU-uitkering in vier gelijke termijnen in de jaren 2012 t/m 2015 afgelost. In 2013 heeft de tweede aflossing van € 1.900.000 plaatsgevonden. Fonds Jeugdzorg Betreft de nog niet bestede rijksgelden uit de doeluitkering Jeugdzorg. In het verslagjaar is aan dit fonds een bedrag van € 680.351 onttrokken, als bijdrage voor de financiering van bureau Jeugdzorg. Hiervoor was een raming opgenomen van € 2.062.350. Fonds Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing - 3 (ISV3) Het fonds ISV3 bevat de van de provincie ontvangen en nog niet bestede middelen in het kader van stedelijke vernieuwing. Hiertoe is een bestuursovereenkomst gesloten met de provincie Zuid-Holland waarin de stadsregio zich verbindt om in de periode 2010 t/m 2014 in het kader van de provinciale stedelijke vernieuwingsdoelstellingen al het mogelijke te doen om uiterlijk per 31 december 2014 bepaalde prestaties te bereiken met betrekking tot de rijks- en provinciale doelstellingen ten aanzien van stedelijke vernieuwing. De middelen worden beschikt middels de subsidieverordening Investeringsreserve 2011. In 2013 zijn de laatste ISV-middelen op grond van deze verordening beschikt. Aangezien het kasritme van de ontvangsten afwijkt van de jaarlijks te realiseren bestedingen door de gemeenten vindt er fondsvorming plaats. In het verslagjaar is € 262.558 onttrokken aan het fonds ter dekking van voorschotten in het kader van verleende subsidies. Daarnaast is de ontvangen bijdrage van de provincie Zuid-Holland van € 2.017.739 toegevoegd aan het fonds. Fonds BWS verplicht Het fonds BWS bevat verplichtingen met betrekking tot sociale koop. Het gaat om ongeveer 45 dossiers, waarvoor maximaal tot en met 2014 nog een jaarlijkse bijdrage plaats moet vinden. Voor het restant saldo per ultimo 2013 zullen in 2014 nog 8 betalingen plaatsvinden. Niet uit de balans blijkende rechten Als volgt te specificeren:
Niet uit de balans blijkende rechten
2013
2012
Te vorderen doorschuif BTW inzake Gemeentewerken
0
224.000
Totaal
0
224.000
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Als volgt te specificeren: Niet uit de balans blijkende verplichtingen 2013 Investeringsreserve 36.079.587 Kap.lasten verv. onderhoud RET 183.153.000 Afgeg. meerj. vervoersconcessies 546.307.000 Aan gemeentewerken door te 0 betalen doorschuif-BTW Totaal 765.539.587
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 11 -
2012 26.589.142 174.602.000 719.298.000 224.000 920.713.142
Investeringsreserve Het betreft de vanaf 2011 verstrekte en nog niet financieel afgewikkelde subsidies Investeringsreserve. In totaal is er in 2011, 2012 en 2013 voor € 50.784.066 aan subsidies verleend. Op deze subsidies is voor € 14.704.479 aan voorschotten verleend. De stand van de niet uit de balans blijkende verplichtingen ultimo 2013 bedraagt daarmee € 36.079.587. Kapitaallasten vervangingsonderhoud RET: Het vervangingsonderhoud van de rail infrastructuur wordt jaarlijks geactiveerd. De stadsregio betaalt voor het gebruik van de railinfrastructuur een vergoeding aan de RET gebaseerd op een annuïteit. De boekwaarde van de nog verschuldigde annuïteiten wordt opgenomen in de “niet uit de balans blijkende verplichtingen”. De annuïteiten hebben een looptijd van 10 tot 30 jaar, afhankelijk van het onderliggende actief. Afgegeven meerjarige vervoersconcessies: Deze post betreft de som van de jaarlijkse subsidies voor lopende concessies tot aan de einddatum van de concessies. De langste concessie loopt tot en met 2019. De kortste is jaarlijks opzegbaar.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 12 -
4.
Programmarekening
Programmarekening
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
Lasten per programma 1. Sturen op ruimtelijke samenhang 2. Economische structuurversterking 3. Bereikbaarheid en mobiliteit 4. Wonen: duurzaam en marktgericht aanbod 5. Duurzame regio 6. Jeugdzorg Algemene dekkingsmiddelen
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
Totaal
1.612.719 5.024.591 324.787.705 2.324.081 24.755.148 134.786.692 7.636.083 500.927.020
-45.046 -164.843 -23.277.584 -5.582.934 -9.696.398 -1.584.909 -324.773 -40.676.486
1.657.765 5.189.434 348.065.289 7.907.015 34.451.546 136.371.601 7.960.856 541.603.506
1.715.162 5.208.702 374.227.598 7.867.015 24.425.557 125.326.543 7.328.253 546.098.830
1.608.049 1.900.743 319.429.011 10.679.392 8.709.214 130.650.373 7.133.006 480.109.789
Totaal
-1.612.719 -1.540.059 -319.787.705 -3.765.160 -19.812.444 -133.245.964 -14.916.819 -494.680.870
45.046 12.268 28.277.585 2.270.199 3.626.376 1.557.151 176.528 35.965.153
-1.657.765 -1.552.327 -348.065.289 -6.035.359 -23.438.820 -134.803.115 -15.093.347 -530.646.023
-1.715.162 -1.597.327 -374.227.598 -6.035.359 -13.504.716 -125.326.543 -12.725.447 -535.132.152
-1.608.049 -1.606.475 -219.432.693 -5.626.649 -6.102.672 -130.480.373 -17.067.191 -381.924.104
6.246.149
-4.711.334
10.957.483
10.966.678
98.185.685
Toevoegingen aan (bestemmings)reserves
7.197.760
1.547.760
5.650.000
4.000.000
6.220.374
Onttrekkingen aan (bestemmings)reserves
-10.747.153
8.197.820
-18.944.975
-16.363.872
-8.636.645
2.696.756
5.034.248
-2.337.492
-1.397.195
95.769.415
2.303.244
-34.248
2.337.492
1.397.195
4.330.680 0 65.722
0 0 -5.000.000
-5.000.000
0
0
0
0
Baten per programma 1. Sturen op ruimtelijke samenhang 2. Economische structuurversterking 3. Bereikbaarheid en mobiliteit 4. Wonen: duurzaam en marktgericht aanbod 5. Duurzame regio 6. Jeugdzorg Algemene dekkingsmiddelen
Resultaat vóór bestemming
Resultaat na bestemming Voorstel bestemming van het resultaat 2013: Toevoegingen aan (bestemmings)reserve : Weerstandsvermogen Verkeer en Vervoer Doorlopende activiteiten Onttrekkingen aan (bestemmings)reserve : Weerstandsvermogen Ieder Kind Wint Verkeer en Vervoer Programmarekening na saldobestemming
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 13 -
0 -170.000 -99.995.817 0
0
5
Toelichting op de programmarekening
In dit hoofdstuk wordt het resultaat over 2013 geanalyseerd. Tevens is hier een bestemmingsvoorstel opgenomen. De baten en lasten zijn toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben, ongeacht of zij tot ontvangsten en uitgaven in het jaar hebben geleid. De rijksbijdragen worden verantwoord volgens het principe van Single Information Single Audit op basis van het baten- en lasten stelsel.
Pensioenen en andere lange termijn - personeelsbeloningen De stadsregio Rotterdam is aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Het ABP heeft met ingang van 2006 de pensioenregeling op onderdelen gewijzigd. Zo zijn de VUT- en prepensioen-regelingen komen te vervallen, afgezien van overgangsregelingen voor een beperkte leeftijdscategorie. De dekkingsgraad en grondslag van het ABP per ultimo 2013 zijn hieronder vermeld: Grondslag Marktrente
Dekkingsgraad 105,9%
Periode ultimo 2013
In 2009 is een herstelplan opgesteld waarin staat dat de dekkingsgraad eind 2013 104,3% moet zijn. Eind 2012 kwam de dekkingsgraad nog uit op 96,2%. In 2013 heeft – met name in het 3e en 4e kwartaal - een positieve ontwikkeling in de beleggingen van het ABP doorgezet met als resultaat een dekkingspercentage dat 1,6% boven de minimaal vereiste grens van 104,3 % zit. Op basis van het prille herstel is besloten wél de verlaging van pensioenen te beëindigen, maar de herstelopslag op de premie vooralsnog te handhaven. Ook zijn de pensioen nog niet geïndexeerd om verder herstel te bevorderen. De Stadsregio heeft geen aanvullende verplichting anders dan door hogere premies. Verantwoording concessiebedragen Elk jaar verleent het dagelijks bestuur vervoerders een subsidie voor het uitvoeren van hun vervoersconcessie. Deze subsidie is gebaseerd op een bijdrage per dienstregeling uur (DRU). Over de DRU’s wordt elk kwartaal gerapporteerd aan de stadsregio (MIPOV rapportage). Via onder meer deze verantwoording controleert de stadsregio of de afgesproken DRU’s worden gerealiseerd. Deze controle biedt ons voldoende zekerheid dat deze subsidies juist en rechtmatig worden besteed. De OV subsidies die zijn verleend voor het jaar 2013 worden in het 3e kwartaal van 2014 vastgesteld door het dagelijks bestuur. Toelichting verschillen. In onderstaand overzicht zijn de verschillen per programma weergegeven tussen de jaarrekening 2013 en de begroting na de 2e Bestuursrapportage 2013. Afwijkingen begroting - rekening (lasten) Prgr. 1 2 3 4 5 6
Begroting 2013
Sturen op ruimtelijke samenhang Economische structuurversterking Bereikbaarheid en mobiliteit Wonen: duurzaam en marktgericht Duurzame regio Jeugdzorg Algemene dekkingsmiddelen
TOTALEN LASTEN
Afwijkingen begroting - rekening (baten) Prgr. 1 2 3 4 5 6
TOTALEN BATEN Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 14 -
Afwijking
1.657.765 5.189.434 348.065.289 7.907.015 34.451.546 136.371.601 7.960.856
1.612.719 5.024.591 324.787.705 2.324.081 24.755.148 134.786.692 7.636.083
45.046164.84323.277.5845.582.9349.696.3981.584.909324.773-
541.603.506
500.927.020
40.676.486-
Begroting 2013
Sturen op ruimtelijke samenhang Economische structuurversterking Bereikbaarheid en mobiliteit Wonen: duurzaam en marktgericht Duurzame regio Jeugdzorg Algemene dekkingsmiddelen
Rekening 2013
Rekening 2013
Afwijking
1.657.7651.552.327348.065.2896.035.35923.438.820134.803.11515.093.347-
1.612.7191.540.059319.787.7053.765.16019.812.444133.245.96414.916.819-
45.046 12.268 28.277.585 2.270.199 3.626.376 1.557.151 176.528
530.646.023-
494.680.870-
35.965.153
In vorenstaand overzicht is aan lasten- en batenzijde in het totaal een verschil tussen raming en realisatie aanwezig van resp. € 40,7 en € 36 mln. Bij de lasten hebben lagere lasten grotendeels betrekking op programma 3 Bereikbaarheid en Mobiliteit (€ 23,2 mln.) en programma 5 Duurzame regio (€ 9,7 mln.). De lagere inkomsten ten opzichte van de raming zijn met name ook bij programma 3 bereikbaarheid en Mobiliteit te vinden (€ 28,3 mln.). Voor een onderbouwing van genoemde – en de overige verschillen verwijzen we naar de afzonderlijke toelichtingen bij de verschillende programma’s. Analyse resultaat De verschillen tussen begroot en werkelijk resultaat, alsmede de begrote en werkelijke reeds geaccordeerde en voorgestelde reservemutaties kunnen als volgt worden gespecificeerd: Jaarrekening 2013
Nadelig resultaat vóór bestemming
-6.246.149
Laatst gewijzigde begroting 2013 -10.957.483
Geaccordeerde reservemutaties: Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves
-7.197.761 10.747.153
-5.649.470 18.944.975
Resultaat incl. geaccordeerde reservemutaties
-2.686.757
0
Bestemmingsvoorstel : Onttrekking aan reserve Verkeer en Vervoer
5.000.000
0
Resultaat 2013: toevoegen aan Weerstandsvermogen
2.303.244
Saldo na resultaatsbestemming
0
2. 337.492 0
De afwijking tussen begroot en werkelijk resultaat vóór bestemming wordt vooral veroorzaakt door: geaccordeerde toevoegingen aan reserves, die ruim € 1,5 mln. hoger zijn dan geraamd. De reden hiervan is o.a. hogere ontvangen omslagbijdragen van de regiogemeenten (€ 81.000), vrijval van projectmatige subsidiegelden (€ 1.466.633) en een rechtstreeks daarmee samenhangende hogere dotatie aan de Investeringsreserve. geaccordeerde onttrekkingen aan reserves, die bijna € 8,2 mln. lager uitkomen dan de raming. Dit is vooral een gevolg van lagere bestedingen in het verslagjaar ten laste van met name de Investeringsreserve (€ 8 miljoen) en de reserve Weerstandsvermogen ( € 130.000). Per saldo resteert er na de geaccordeerde reservemutaties een nadelig saldo € 2.686.757. De reserve Verkeer en Vervoer heeft per 31-12-2012 een saldo van € 5.000.000 en werd ingesteld met als doel eventuele negatieve verschillen in de verplichte rentesystematiek voor het fonds BDU op te vangen. Door de invoering van het verplicht schatkistbankieren is dit risico niet meer aanwezig. Het saldo van deze reserve ad. € 5 miljoen kan daarom vrijvallen ten gunste van het programma bereikbaarheid en Mobiliteit. De reserve Verkeer en Vervoer blijft gehandhaafd voor mogelijk toekomstige dotaties. Resultaat 2013 Met instemming van het algemeen bestuur om uit de reserve Verkeer en Vervoer het bedrag van € 5 miljoen aan te wenden voor het programma Bereikbaarheid en Mobiliteit ontstaat er een positief resultaat over 2013 van € 2.303.244. Dit resultaat blijft € € 34.248 achter bij de raming in de 2e bestuursrapportage 2013. Bestemmingsvoorstel Aan het algemeen bestuur wordt voorgesteld: a. € 5.000.000 te onttrekken aan de reserve Verkeer en Vervoer ten gunste van de exploitatie van het programma Bereikbaarheid en Mobiliteit; b. het positieve saldo van de jaarrekening 2013 ad. € 2.303.244 overeenkomstig eerdere besluitvorming toe te voegen aan de reserve Weerstandsvermogen.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 15 -
6
Programma’s
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de behaalde beleidsmatige en financiële resultaten per programma en/of programma-activiteit. Deze jaarrekening is ingericht overeenkomstig de programma-indeling, zoals die door het algemeen bestuur is vastgesteld bij de begroting 2012. Tevens worden raming en verantwoording van het gevoerde beleid weergegeven op het activiteitenniveau van het programma. In de jaarrekening worden de resultaten per programma en activiteit SMART gepresenteerd door geleverde prestaties ten opzichte van de doelstelling, zoals die in de eerste wijziging van de begroting 2012 is verwoord, te voorzien van een status volgens onderstaand model: Wat willen we bereiken in 2014? Status Groen Oranje Rood
Betekenis Doelstelling wordt naar verwachting in 2014 gerealiseerd. Het bereiken van de doelstelling in 2014 loopt gevaar. Doelstelling wordt niet meer gerealiseerd.
Wat is daarvoor gedaan in 2013? Status Groen Oranje Rood
Betekenis Activiteit is in 2013 gerealiseerd. Activiteit is in 2013 deels gerealiseerd. Activiteit is in 2013 niet gerealiseerd.
Daarnaast worden op activiteitniveau de belangrijkste financiële afwijkingen ten opzichte van de laatste gewijzigde begroting 2013 (2e Bestuursrapportage 2013) nader toegelicht. Regionaal Strategische Agenda Het “Wat willen we bereiken in 2014” geeft de voortgang aan van de doelstellingen uit de Regionaal Strategische Agenda (RSA). De bij dit onderdeel genoemde doelstellingen 2014 komen (soms iets geactualiseerd) overeen met de doelstellingen die in de RSA voor 2014 beschreven zijn. Daarbij is er voor gekozen alle doelstellingen over te nemen, ook al zijn ze op een eerder moment al bestuurlijk afgerond. Het overall beeld ziet er als volgt uit: In programma 1 Sturen op ruimtelijke samenhang worden 4 van de 15 doelstellingen niet meer gerealiseerd (rood). De redenen van beëindiging zijn het gevolg van gewijzigd rijksbeleid (geen financiën voor bijv. structurele bereikbaarheidsmaatregelen Oostflank) of het ontbreken van draagvlak bij gemeenten (afspraken over tijdelijke arbeidsmigranten binnen het programma Westflank). Van de overige 11 doelstellingen is de verwachting dat deze wel tijdig gerealiseerd worden. In programma 2 Economische structuurversterking worden naar verwachting 3 van de 4 genoemde beleidsdoelstellingen gerealiseerd. Voor één doelstelling zijn inspanningen teruggebracht tot kennisuitwisseling. In programma 3 Bereikbaarheid en Mobiliteit is de verwachting voor het beleidsveld Verkeer dat 6 van de 9 doelstellingen worden gerealiseerd. Ten aanzien van 2 doelstellingen is duidelijk, dat deze vanwege vertraging in besluitvorming en financieringsproblematiek niet in 2014 gerealiseerd zullen zijn (rood). Voor 1 doelstelling is realisatie in 2014 twijfelachtig (oranje). Binnen het beleidsveld Openbaar Vervoer wordt een tijdige realisatie verwacht van 4 van de 8 doelstellingen. Voor de overige 4 doelstellingen is dit twijfelachtig (oranje). De reden hiervoor voor één doelstelling – 1. Hoogwaardig Openbaar Vervoer- is dat vanwege de economische crisis zeer beperkt nieuwbouw plaats vindt en woningmarktafspraken slecht gerealiseerd kunnen worden. Voor volgende doelstelling: Hoekse lijn- geldt, dat de betreffende lijn in 2014 nog geen deel uitmaakt van het metronetwerk. Wel is de verwachting dat in 2014 een realisatiebesluit wordt genomen. De doelstelling m.b.t. een efficiënte exploitatie van het Openbaar vervoer is deels gerealiseerd. Realisatie van parkeerlussen op diverse trajectpunten bleken niet haalbaar. Of de doelstelling om de sociale veiligheid in het openbaar vervoer op het niveau van 2010 te krijgen tegen € 4 mln. lagere kosten gehaald wordt is nog niet bekend, omdat de resultaten over 2013 nog niet bekend zijn. In programma 4 Wonen: Duurzaam en marktgericht aanbod is van 2 van de 7 doelstellingen twijfelachtig of deze gerealiseerd worden. De onzekerheid voor de andere twee doelstellingen (1 en 2) vloeit ook voort uit effecten van de economische crisis, waardoor zeer beperkt nieuwbouw plaatsvindt en woningmarktafspraken slecht gerealiseerd kunnen worden. Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 16 -
In programma 5 Duurzame regio zullen naar verwachting voor het beleidsveld Groen 2 van de 6 doelstellingen in 2014 worden gerealiseerd. Voor de overige 4 doelstellingen is dit twijfelachtig (oranje).Voor doelstelling 1 – RGSP3 - ligt de reden hiervoor in de beschikbare financiële middelen voor alle gewenste projecten. Doelstelling 3 inzake de aanleg van 600 ha natuur in Albrandswaard roept veel discussie op en is daardoor vertraagd. Voor doelstelling 4 – Groene verbinding/Infrabundel A15/Betuweroute - is de uitvoering inmiddels wel gestart. Oplevering staat gepland voor 2014. De doelstelling om een duurzame structuur voor de financiering en aansturing van het beheer van natuur – en recreatiegebieden maakt vorderingen, maar niet in hetzelfde tempo voor alle gebieden. Het beleidsveld Milieu heeft 3 doelstellingen voor 2014. Voor twee van de doelstellingen is het zeker dat realisatie gehaald gaat worden. De doelstelling om de C)-2 uitstoot met 40% te reduceren ligt door externe beïnvloeding niet op schema. In programma 6 Jeugdzorg is voor 1 van de 4 doelstellingen twijfelachtig of deze gehaald gaat worden. Het gaat om de doelstelling Tijdige en kwalitatief goed zorg te bieden. Deze doelstelling vraagt blijvend aandacht voor het werken aan kwaliteitsverbetering, omdat verbeteringen blijvend nog mogelijk zijn.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 17 -
6.1
Sturen op ruimtelijke samenhang
Programmarekening Programmarekening: Sturen op ruimtelijke samenhang
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
Totaal lasten
1.612.719
-45.046
1.657.765
1.715.162
1.608.049
Totaal baten
-1.612.719
45.046
-1.657.765
-1.715.162
-1.608.049
Resultaat vóór bestemming
0
0
0
0
0
Toevoegingen aan (bestemmings)reserves Onttrekkingen aan (bestemmings)reserves
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Resultaat na bestemming
0
0
0
0
0
6.1.1
Bovenregionale samenhang
Wat willen we bereiken in 2014? Doelstelling
Onderwerpen
Toelichting
Doelstelling Onderwerpen
Toelichting
Metropoolregio Rotterdam – Den Haag Samen met Haaglanden en andere partners zullen we onze agenda voor de metropoolregio opstellen en daarmee duidelijk maken welke rollen en welke thema’s we als Stadsregio willen oppakken. De volgende onderwerpen zullen in ieder geval deel uitmaken van deze agenda: 1. De agenda op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, economie en verkeer en vervoer is duidelijk, mede in het licht van de vorming van de metropoolregio Rotterdam-Den Haag. 2. Er is een realistisch haalbaar uitvoeringsprogramma voor Hof van Delfland waaraan de betrokken partijen gezamenlijk uitvoering geven. Zie hiervoor programma Duurzame regio, activiteit Groen. 1. 2.
Status
Groen
Groen
n.v.t. n.v.t.
Maritieme topregio Rotterdam-Drechtsteden-West Brabant. We geven de samenwerking vorm in drie programma’s: 1. De opgaven uit het Deltri-programma zijn helder, geprioriteerd en geagendeerd in de Gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland. 2. Er is een realistisch haalbaar uitvoeringsprogramma voor Deltapoort waaraan door betrokken partijen gezamenlijk uitvoering wordt gegeven, zie hiervoor programma Duurzame regio, activiteit Groen. 3. Er is een gedragen beeld van de ontwikkelingsrichting van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden, waarin de ruimtelijke kansen een duidelijke plaats hebben gekregen en innovatieve oplossingen zijn ontwikkeld met kansen voor economische spin-off. 1. n.v.t. 2. n.v.t. 3. n.v.t.
Status Groen Groen
Groen
Wat is daarvoor gedaan in 2013? Doelstelling Acties
Toelichting
Agenda voor de metropoolregio Rotterdam – Den Haag Status 1. Bijdragen aan de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag om tot een uitvoeringsagenda op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, economie en verkeer en Groen vervoer te komen, inclusief een heldere rolverdeling. 2. Uitvoerings- en samenwerkingsafspraken maken met rijk en met ZuidvleugelGroen partners. 3. Activiteiten voor Hof van Delfland staan opgenomen in het programma Duurzame Groen regio, activiteit Groen. 1. Er is bijgedragen aan een Strategische Agenda ten behoeve van de Metropoolregio en een Strategische Bereikbaarheidsagenda voor de Vervoersautoriteit. 2.
Bijgedragen aan BO-MIRT (Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport), Adaptieve Agenda en werkprogramma Zuidvleugel 2013.
3.
Deze activiteiten worden in programma 5 Duurzame regio – activiteit Groen toegelicht.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 18 -
Doelstelling Acties
Toelichting
Agenda voor de Maritieme topregio Rotterdam, Drechtsteden, West-Brabant 1. Prioritering van opgaven uit het Deltri-programma en agendering daarvan in de Gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland.
Status Groen
2.
Inzet op een gedragen beeld van de ontwikkelingsrichting van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden.
Groen
3.
Activiteiten voor Deltapoort staan opgenomen in het programma Duurzame regio, activiteit Groen.
Groen
1.
Het voortgangsbericht DelTri is besproken in het DB van 11 september 2013. Besproken zijn o.a. de Havenvisie Moerdijk, de voortgangsrapportage van de Rotterdamse Havenvisie en de relatie tussen goederenvervoer over rail (Rotterdam-Antwerpen) en externe veiligheid. Dit laatste punt is geagendeerd in de T en T (Trans-European Network – Traffic) corridorstudie die in najaar van 2013 in het BO-MIRT aan de orde is geweest.
2.
Er is een actieve bijdrage geleverd aan de diverse consultatiebijeenkomsten van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden, o.a. via het portefeuillehoudersoverleg GROM. Op 13 maart 2013 heeft het dagelijks bestuur in het kader van de consultatie gereageerd op de ‘kansrijke strategieën’. Deze activiteiten worden in programma 5 Duurzame regio – activiteit Groen toegelicht.
3.
Wat heeft het gekost? Activiteit: Bovenregionale samenwerking
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
Lasten Directe lasten Apparaatslasten
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
147.506 186.005
-2.494 5.194
150.000 180.811
150.000 180.811
144.089 184.853
333.511
2.700
330.811
330.811
328.942
-333.431 -80
-2.620 -80
-330.811 0
-330.811 0
-318.108 -10.834
-333.511
-2.700
-330.811
-330.811
-328.942
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal onttrekkingen aan reserves
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming
0
0
0
0
0
Totaal Baten Algemene dekkingsmiddelen Overige baten Totaal Resultaat vóór bestemming Toevoeging aan (bestemmings)reserve : Totaal toevoegingen aan reserves Onttrekking aan (bestemmings)reserve :
Toelichting financiën: Lasten: Directe lasten: er is in 2013 nagenoeg gerealiseerd conform begroting. Er is binnen deze activiteit ruim € 2.000 minder besteed aan directe lasten dan begroot. Apparaatslasten: de afwijking vloeit voort uit de vastgestelde doorbelasting op basis van werkelijke lasten en baten voor de betreffende afdeling. Zie bijlage 12.2 Kostenverdeelstaat.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 19 -
6.1.2
Gebiedsgerichte opgaven
Wat willen we bereiken in 2014? Gebied Onderwerpen
Toelichting
Gebied Onderwerpen
Noordas 1. Er zijn afspraken over een goede inpassing van de A13/A16-verbinding, die in 2014 uitvoeringsgereed is. 2. Er is een gemeenschappelijk gedragen uitvoeringsplan voor de Common Green en de gehele Noordas als samenhangend parksysteem.
Gebied Onderwerpen
Groen
De ontbrekende schakels in recreatieve verbindingen zijn gerealiseerd.
4.
Er zijn afspraken gemaakt over mobiliteitsmanagement rond de luchthaven.
1.
Door kabinetswisseling en rijksbezuinigingen op het infrastructuurfonds is het definitief standpunt van de minister over de uit te werken voorkeursvariant pas op 24 mei 2013 (2 jaar later) beschikbaar gekomen. Hierdoor start de uitvoering na 2014.
2.
n.v.t
3.
Door vertraging bij besluitvorming A13/16 en vertraging bij planvorming van projecten Vlinderstrik, Triangelpark en Schieveen wordt een deel van de recreatieve verbindingen na 2014 gerealiseerd.
4.
n.v.t.
Rivierzones 1. Wij ontwikkelen een uitvoeringskader Rivierzones waarbinnen gemeenten hun projecten kunnen uitvoeren. Hieraan willen wij een uitvoeringsagenda koppelen met een beperkt aantal actiepunten, geconcentreerd op enkele kansrijke ontwikkellocaties. 2. In 2014 zijn de ‘rivierbrede’ onderwerpen actief opgepakt. Voor een nader te bepalen aantal deelgebieden is de uitvoeringsagenda in uitvoering.
1. 2. 3.
Voor het totale ‘rivierennetwerk’ biedt de stadsregio een kennisplatform waar gemeenten kunnen leren van elkaars ervaringen. Het gaat dan om zaken als kwaliteitsbevordering, gezamenlijke communicatie/marketing, het oplossen van gemeenschappelijke knelpunten (zoals milieu en buitendijks bouwen) en de afstemming met het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden.
3. 1. 2. 3.
Rood Groen
Status Groen
Groen
Groen
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Oostflank 1. Een voorkeursbesluit voor de structurele maatregelen, er vanuit gaande dat er in de periode 2020-2023 financiële investeringsruimte gevonden is. 2.
Toelichting
Rood
3.
3.
Toelichting
Status
Een pakket korte termijn maatregelen die of uitgevoerd zijn of zover uitgewerkt zijn dat de beslissing genomen kan worden ze uit te voeren in de periode 20152020.
Status Rood
Groen
Een verregaande samenwerking in de Oostflank op bereikbaarheidsaanpak en Rood ruimtelijk-economische kansen ervan. Er is geen financiële investeringsruimte beschikbaar, zodat een voorkeursbesluit voor structurele maatregelen niet aan de orde is. n.v.t. Omdat er geen structurele maatregelen komen is er geen sprake van verdergaande samenwerking voor de langere termijn-kansen. De samenwerking voor de kortere termijn is georganiseerd in het programma Beter Benutten.
Wat is er voor gedaan in 2013? Gebied Acties
Noordas 1. Uitwerking van de in 2011 gekozen voorkeursvariant voor de A 13/16, met speciale aandacht voor de inpassing. 2. 3.
Het vastgestelde uitvoeringsprogramma voor de Common Green wordt uitgevoerd overeenkomstig de prioritering en de georganiseerde financiering van het programma. De recreatieve verbindingen die gepland staan voor start uitvoering in 2013 worden uitgevoerd. De andere recreatieve verbindingen worden gereed maakt voor uitvoering in volgende jaren. Voor financiële knelpunten worden kostendragers gezocht.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 20 -
Status Rood Groen
Oranje
4. 5. Toelichting
Gebied Acties
Over het mobiliteitsmanagement rond de luchthaven zijn in 2012 afspraken gemaakt als onderdeel van ‘Slim Bereikbaar’ (programma 3 bereikbaarheid en mobiliteit). Het project is in 2012 beëindigd. Via een participatietraject betekenis en bekendheid geven aan het samenhangend parksysteem.
Groen
1.
De minister heeft op 24 mei haar standpunt over het voorkeurstracé bekend gemaakt waarna is gestart met het ontwerp-tracébesluit A13/16. Tussen rijk en regio zijn afspraken gemaakt om voor de A13/16 gezamenlijk tot een samenhangend beeld van weg in zijn omgeving te komen en hoe deze zullen worden vastgelegd in juridisch bindende afspraken. Hiermee zijn de belangen van de Noordas van de stadsregio, de gemeente Rotterdam en de gemeente Lansingerland en de algehele kwaliteit van de inpassingsmaatregelen voor de € 100 miljoen afdoende in procesgang geborgd. Uitvoering start na 2015.
2.
Via een participatietraject wordt betekenis en bekendheid gegeven aan het samenhangend parksysteem. Er zijn openhaardbijeenkomsten georganiseerd. De toolbox van beleveniselementen is verder uitgewerkt. In 2014 zal daar waar mogelijk tot plaatsing over worden gegaan. Er is een inrichtingsvoorstel gemaakt om bestaande inrichting halte Rodenrijs van Randstadrail te versterken als Poort naar de Noordas. Voor het polderpad door de Noordas is een fiets en wandelkaart gemaakt.
3.
Door bezwaar en beroep bij de RO-procedures van een aantal Noordas projecten en door het uitblijven van het standpunt van de minister rond de A13/16 zijn de projecten Bochtafsnijding, Schieveen, Vlinderstrik en Triangelpark vertraagd of is de kans op Vertraging vergroot. Inmiddels is wel het natuur en recreatieplan Schieveen vastgesteld en subsidie toegekend voor de uitvoering. Er is een start gemaakt met het polderpad in de Vlinderstrik. De tunnel onder de N209 ter hoogte van Triangelpark is de laatste ontbrekende Schakel in de Noordas. Hiervoor wordt nog naar co-financiering gezocht.
4.
n.v.t.
5.
Zie toelichting bij punt 2.
Rivierzones Status Eind 2012 is de uitvoeringsagenda Rivierzones 2011/2012 geactualiseerd voor de periode 2012/2013. In deze uitvoeringsagenda werken de acht gemeenten aan de Nieuwe en Oude Maas, Nieuwe Waterweg en Hollandse IJssel samen met het Havenbedrijf Rotterdam en de stadsregio aan het verbeteren van uniek wonen, werken en recreëren langs de rivier. Bij de uitvoering van de uitvoeringsagenda worden waar mogelijk ook maatschappelijke partners en marktpartijen betrokken. In de uitvoeringsagenda zijn de volgende projecten benoemd: 1. Gebiedsprofiel Rivierenland De ambitie van het gebiedsprofiel is om in Rivierenland mooie woon- en bedrijvenlocaties te maken, natuur te ontwikkelen en de bereikbaarheid over water te stimuleren. Omdat het een gebied is waar al zoveel bedrijven zijn gevestigd, zijn er veel belangen waarmee rekening moeten worden gehouden. 2. Vervoer over Water Bereikbaar zijn via het water vergroot de mogelijkheden en aantrekkelijkheid van het wonen, werken en recreëren langs de rivier. De stadsregio heeft bedrijven, instellingen en (andere) overheden uitgenodigd met ideeën en initiatieven te komen voor andere vormen van vervoer over water. Zelfstandige projecten die een aanvulling zijn op het bestaande netwerk. 3.
4.
5.
Toelichting
Groen
Parels aan de Maas Aan de oevers liggen op verschillende plaatsen nog stukken openbare ruimten, die wachten op een eigentijdse bestemming en/of een betere bereikbaarheid. De inzet is om de kwaliteit en de toegankelijkheid van deze openbare ruimte te verbeteren, samen met maatschappelijke stakeholders uit de gebieden zelf.
Groen
Rood
Oranje
Stad en Haven De steden en de haven (het havenbedrijfsleven) in de Rotterdamse regio hebben ambities die strijdig (lijken te) zijn: stedelijke ontwikkeling en de groei van de haveneconomie. Het doel van deze opgave is een podium te creëren waarop alle betrokken partijen met elkaar in gesprek komen over de uitvoering van de Havenvisie én hun stedelijke gebiedsontwikkelingen.
Groen
Community of practice De gemeenten die deelnemen in het programma Rivierzones hebben op veel onderdelen dezelfde uitdagingen. Er is een kennisnetwerk (community of practice) opgezet waardoor zij kunnen leren en profiteren van elkaars ervaringen.
Groen
1.
Het Gebiedsprofiel was al eind 2012 door het dagelijks bestuur vastgesteld. In 2013 is het ook bestuurlijk vastgesteld door de betrokken gemeenten
2.
Het dagelijks bestuur heeft op 12 juni 2013 besloten het project Vervoer over Water te beëindigen.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 21 -
Gebied Acties
3.
De gemeenten Capelle aan den IJssel, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen hebben onder leiding van de stadsregio vier strategieën opgesteld: Vier de rivier, Bereikbaarheid, Tijdelijkheid en Getijdennatuur. Deze laatste wordt in 2014 rivierbreed uitgewerkt. Voor ‘tijdelijkheid’ worden door gemeenten drie pilotprojecten opgepakt. Voor de andere strategieën is bij gemeenten geen capaciteit of draagvlak voor een vervolg.
4.
Op basis van een brede consultatie onder betrokken partijen is samen met het Havenbedrijf het voorstel voor de ‘Duurzame Dialoog’ uitgewerkt (10 juli 2013 ter kennisname geagendeerd in het dagelijks bestuur). Op 12 december 2012 heeft in het kader van de ‘Duurzame Dialoog’ een bijeenkomst met alle partijen plaatsgevonden.
5.
De Community of Practice (deelnemers: Maassluis, Vlaardingen, Schiedam, Rotterdam, Spijkenisse, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, het Havenbedrijf Rotterdam en de stadsregio Rotterdam) heeft in 2013 een aantal succesvolle netwerkbijeenkomsten georganiseerd.
Oostflank 1. De structurele bereikbaarheidsverbetering (twee lokale/regionale stadsbruggen) wordt geborgd in de Provinciale Structuurvisie en blijft staan op de lange termijn agenda van het BO MIRT als vastgesteld resultaat van de MIRT Verkenning Rotterdam Vooruit. 2.
3.
Toelichting
Status Groen
Als onderdeel van het Programma Beter Benutten is in de Oostflank een drietal nieuwe rivierkruisingen voorgesteld, t.w. twee fietsveren, een auto-veer).
Oranje
Als onderdeel van het Programma Beter Benutten wordt een serie maatregelen uitgevoerd om de bereikbaarheidsproblemen op de Algeracorridor op te lossen.
Groen
1.
In 2013 geen actie nodig geweest.
2.
De betrokken gemeenten zijn in 2013 gestart met de voorbereiding van de twee fietsveren. Op basis van haalbaarheidsonderzoek is geconcludeerd, dat een autoveer tussen Krimpen Stormpolder en IJsselmonde vooralsnog financieel niet haalbaar is.
3.
Er zijn aanvullende afspraken met de betrokken gemeenten gemaakt over optimalisatie Algeracorridor.
Wat heeft het gekost? Activiteit: Gebiedsgerichte opgaven
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
Lasten Directe lasten Apparaatslasten
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
597.631 681.577
-87.369 39.623
685.000 641.954
790.000 594.351
656.041 623.066
1.279.208
-47.746
1.326.954
1.384.351
1.279.107
-1.279.208 0
47.746 0
-1.326.954 0
-1.384.351 0
-1.229.956 -49.152
-1.279.208
47.746
-1.326.954
-1.384.351
-1.279.107
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal onttrekkingen aan reserves
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming
0
0
0
0
0
Totaal Baten Algemene dekkingsmiddelen Overige baten
Totaal Resultaat vóór bestemming Toevoeging aan (bestemmings)reserve : Totaal toevoegingen aan reserves Onttrekking aan (bestemmings)reserve :
Toelichting financiën: Lasten: Directe lasten: er is binnen deze activiteit € 87.000 minder besteed aan directe lasten dan begroot. Deze onderbesteding bestaat voornamelijk uit de volgende onderwerpen: Gebiedsgerichte opgaven algemeen : € 55.000 Rivierzones : € 25.000 Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 22 -
Gebiedsgerichte opgaven algemeen: In de begroting was inzet geraamd voor herijking Regionaal Strategische Agenda (RSA), bijdragen aan de herziening van de Provinciale Structuurvisie (PSV, inmiddels VRM, Visie Ruimte en Mobiliteit) en bijdragen aan de uitwerking van de Strategische Agenda Metropoolregio. De herijking RSA is wel gestart maar medio 2013 stopgezet. In de eerste helft van 2013 is nauw samengewerkt met de provincie bij de voorbereiding van de Koersnotitie voor de PSV/VRM. De verdere uitwerking in de tweede helft van het jaar heeft vooral intern bij de provincie plaatsgevonden waarbij er weinig gelegenheid was een regionale bijdrage te leveren. In de eerste maanden van 2013 is bijgedragen aan de Strategische Agenda MRDH, deze is echter daarna niet verder uitgewerkt. Rivierzones: De betrokken gemeenten bij het deelproject Rivierenland hebben aangegeven de vervolgopgaven zelf te kunnen oppakken. De reservering voor een coördinerende en faciliterende rol van de stadsregio bleek dus niet nodig te zijn. Apparaatslasten: de afwijking vloeit voort uit de vastgestelde doorbelasting op basis van werkelijke lasten en baten voor de betreffende afdeling. Zie bijlage 12.2 Kostenverdeelstaat.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 23 -
6.2
Economische structuurversterking
Programmarekening Programmarekening: Economische structuurversterking
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal Baten Algemene dekkingsmiddelen Bijdrage provincie Zuid Holland Overige bijdragen Totaal Resultaat vóór bestemming
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
3.854.129 1.170.462 5.024.591
-237.978 73.135 -164.843
4.092.107 1.097.327 5.189.434
4.111.375 1.097.327 5.208.702
768.127 1.132.616 1.900.743
-1.524.059 -16.000 0
13.268 -1.000 0
-1.537.327 -15.000 0
-1.582.327 -15.000 0
-1.541.475 -16.000 -49.000
-1.540.059
12.268
-1.552.327
-1.597.327
-1.606.475
3.484.532
-152.575
3.637.107
3.611.375
294.268
0
0
0
0
0
-25.732 -3.458.800
0 152.575
-25.732 -3.611.375
-3.611.375
-320.000
-3.484.532 0
152.575 0
-3.637.107
-3.611.375
-320.000 -25.732
0
0
Toevoeging aan (bestemmings)reserve : Totaal toevoegingen aan reserves Onttrekking aan (bestemmings)reserve : Doorlopende activiteiten Investeringsreserve Totaal onttrekkingen aan reserves Voorstel: toevoeging aan bestemmingsreserve Doorl. activiteiten Saldo na resultaatbestemming 2013
25.732 0
Toelichting financiën: Lasten: Er is binnen deze activiteit € 237.000 minder besteed aan directe lasten dan begroot. Deze onderbesteding bestaat voornamelijk uit de volgende onderwerpen: Procesmiddelen : € 85.000; Subsidies investeringsreserve-Economische : € 152.000. herstructurering bedrijventerreinen Procesmiddelen Er is in 2013 € 85.000 minder aan procesmiddelen verantwoord dan begroot en dit is voornamelijk als volgt te verklaren: Economische agenda algemeen: € 20.000 minder besteed dan begroot. In 2013 is door de samenwerkende gemeenten niet intensief aan de economische agenda MRDH gewerkt. De geraamde inzet hiervoor was dus niet nodig. Bedrijventerreinen: € 40.000 minder besteed dan begroot. In juni 2013 is (in het kader van DelTri) de rapportage ‘Maritieme hotspots’ afgerond. Het overleg over het vervolgtraject tussen de DelTri-partners is nog niet afgerond, het geraamde bedrag voor een vervolg in de tweede helft van 2013 is daarom niet benut. Bij de herstructurering van bedrijventerreinen was minder externe inhuur/advies nodig dan geraamd. Kwaliteitsverbetering dienstverlening: € 16.000 minder besteed dan begroot. De netwerkbijeenkomsten zijn bij toerbeurt bij en door een van de gemeenten georganiseerd en gefaciliteerd. Het geraamde bedrag was daardoor slechts gedeeltelijk nodig. Subsidies investeringsreserve - Economische herstructurering bedrijventerreinen Er is in 2013 € 152.000 minder besteed dan begroot. Het budget 2013 voor subsidies Investeringsreserve is gelijk aan de voor de jaarschijf 2013 verleende subsidies en bedraagt € 3.611.000. Op deze subsidies is voor € 232.000 aan voorschotten verstrekt waardoor een budgetruimte van € 3.379.000 resteert voor de afwikkeling van deze subsidies in 2014 en verder. Voor de toegekende subsidies jaarschijf 2011 en 2012 zijn in 2013 voorschotten verleend voor € 3.227.000. Hier was in de begroting nog geen rekening mee gehouden. Samen leidt dit tot een onderbesteding van € 152.000. Het dagelijks bestuur heeft op 13 november jl. de subsidies verleend voor de jaarschijf 2014 voor een bedrag van € 5.155.000. Daarnaast heeft het dagelijks bestuur in haar vergadering van 11 december 2013 aanvullend aan twee projecten subsidie verleend voor totaal € 1.845.000. Op deze verleningen is nog niet bevoorschot. Financiële afwikkeling van deze subsidies zal verder vanaf 2014 plaatsvinden. Apparaatslasten: de afwijking vloeit voort uit de vastgestelde doorbelasting op basis van werkelijke lasten en baten voor de betreffende afdeling. Zie bijlage 12.2 Kostenverdeelstaat
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 24 -
Baten: Onttrekking aan reserves Aan de Investeringsreserve is in 2013 € 152.000 minder onttrokken dan begroot. Dit als gevolg van de lagere lasten in dit kader. Zie ook de toelichting bij de lasten 'subsidies investeringsreserve - economische herstructurering bedrijventerreinen'.
Wat willen we bereiken in 2014? Doelstelling
Economische structuurversterking 1.
Het verbeteren van het ondernemersklimaat door kwaliteitsverbetering en betere afstemming van de regionale dienstverlening aan ondernemers.
2.
Een niet-vrijblijvende afstemming over de kantorenprogramma’s en de benutting en ontwikkeling van regionale knooppunten. Doel hiervan is de leegstand te verminderen en een marktconforme kantorenvoorraad te realiseren, door onder meer incourante kantoorpanden uit de markt te nemen en nieuw aanbod gedoseerd op de markt te brengen. De herstructurering van de bedrijventerreinen uit het convenant ‘Naar regionale uitvoeringskracht’ wordt gecontinueerd. Afstemming van (grootschalige) detailhandel en faciliteren transformatieprocessen in gemeenten.
3. 4. Toelichting
Status
1. 2. 3. 4.
Oranje
Groen
Groen Groen
In 2012 heeft het REO afgezien van verdergaande gemeentelijke samenwerking op het gebied van dienstverlening aan ondernemers. De activiteiten beperken zich nu tot kennisuitwisseling tussen de gemeentelijke bedrijfscontactfunctionarissen. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Wat is daarvoor gedaan in 2013? Economische structuurversterking 1. 2.
3. 4. Toelichting
1.
2. 3.
4.
Status
Het netwerk versterken van gemeentelijke ondernemersloketten, bedrijfscontactfunctionarissen en de Kamer van Koophandel. Met Rotterdam, Capelle a/d IJssel, Schiedam, en Vlaardingen afspraken maken over afstemming kantorenprogramma’s, de benutting en ontwikkeling van regionale knooppunten, monitoren regionaal kantooraanbod en aanpak leegstand.
Groen Groen
Uitvoeren van het Regionaal Herstructurerings- en Ontwikkelingsbureau (RHOB) – meerjarenprogramma, waarbij mede uitvoering wordt gegeven aan de ambities Groen van duurzaamheid. Uitvoeren beleid detailhandel op basis van de in 2012 vastgestelde Nota Groen Detailhandel. In 2013 zijn zes bijeenkomsten georganiseerd voor gemeentelijke bedrijfscontactfunctionarissen. Verder wordt op de website van de stadsregio (‘Over ondernemen’) actief informatie en kennis uitgewisseld. Het dagelijks bestuur heeft op 11 december 2013 kennisgenomen van de voortgangsrapportage. In 2013 is voor de derde keer een Regionaal Kantorenprogramma vastgesteld (dagelijks bestuur 10 juli 2013, Algemeen bestuur 9 oktober 2013). De prioritering 2013 is vastgesteld in het dagelijks bestuur van 24 april 2013. Subsidies op basis van de Investeringsreserve zijn door het dagelijks bestuur verleend in de vergaderingen van 13 november en 11 december 2013. In 2013 zijn gemeenten actief ondersteund bij de uitvoering van detailhandelsbeleid. De voortgangsrapportage 2013 en het werkplan 2014 zijn op 11 december 2013 in het dagelijks bestuur aan de orde geweest.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 25 -
6.3
Bereikbaarheid en mobiliteit
Programmarekening Programmarekening: Bereikbaarheid en mobiliteit
Lasten Activiteit Verkeer Activiteit Openbaar vervoer Dotatie fonds BDU - verplicht Dotatie fonds BDU - nog te verplichten Totaal Baten Rijksbijdrage BDU BDU-bijdrage 2012 - niet besteed Bijdrage omslagfonds Rente BDU Rente BOR Onttrekking fonds BOR nog te verplichten Onttrekking fonds BDU nog te verplichten Onttrekking fonds BDU verplicht Onttrekking fonds BOR verplicht Onttrekking fonds OV-chipkaart Onttrekking fonds OV-RIS Schiedam Totaal Resultaat vóór bestemming
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
40.112.500 266.831.688 2.777.985 15.065.532
-31.907.418 -9.213.683 2.777.985 15.065.532
72.019.918 276.045.371 0 0
104.729.714 269.497.884
53.410.780 266.018.231
324.787.705
-23.277.584
348.065.289
374.227.598
319.429.011
-304.396.000 0 0 -2.808.662 -3.053 -6.755.095 0 -3.903.729 -21.166 -1.900.000 0
-363 0 0 42.750 498 -3.551 34.063.145 -3.903.729 -21.166 -1.900.000 0
-304.395.637
-287.432.776
0 -2.851.412 -3.551 -6.751.544 -34.063.145 0 0 0 0
0 -1.697.106 0 0 -85.097.716 0 0 0 0
-329.879.000 200.875.874 0 -2.096.579 -60.250 -8.733.850 0 -59.273.345 -19.716.859 -296.184 -252.500
-319.787.705
28.277.585
-348.065.289
-374.227.598
-219.432.693
5.000.000
5.000.000
0
0
99.995.817
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-5.000.000
-5.000.000
0
0
0
0
0
0
0
99.995.817
Toevoegingen aan (bestemmings)reserves Onttrekkingen aan (bestemmings)reserves Voorstel: Onttrekking aan bestemmingsreserve Verkeer
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
Resultaat na bestemming
6.3.1 Verkeer
Wat willen we bereiken in 2014? Doelstelling Onderwerpen
Verkeer 1. De maatregelen uit het maatregelpakket duurzame mobiliteit zijn in uitvoering. Dit betekent onder meer dat fietsparkeerplaatsen en OV fietsen bij haltes en stations zijn afgestemd op de behoefte, dat 2500 nieuwe P+R plaatsen en het Verwijzingsplan P+R zijn gerealiseerd en dat er een waarneembare vermindering van het aantal geluidgehinderden zichtbaar is op weg naar de doelstelling van 30% reductie van geluidgehinderden in 2025 2. Twee rijkswegprojecten zijn in uitvoering: de A4 Delft-Schiedam en de verbreding van de A15 Maasvlakte-Vaanplein. De A13/A16-verbinding is in 2014 klaar voor uitvoering. Voor een Nieuwe Westelijke Oeververbinding is de planvorming gestart, evenals voor de Van Brienenoord-/Algeracorridor. 3. De regionale wegenprojecten ‘ontsluiting van Voorne-Putten’, verbreding N209 en de Drie-in-Eén (ontsluiting Hoek van Holland, Veilingroute en Westerlee) zijn gereed. De planvorming voor verbreding van de N471 is gestart.
Oranje
Rood
Rood
4.
Op het rijkswegennet in de regio zijn dynamische snelheden ingevoerd.
5.
Rondom alle knooppunten is er sprake van actief mobiliteitsmanagement door alle grote werkgevers.
Groen
6.
Er is één gezamenlijke uitvoeringsorganisatie voor de inzet en het beheer van de Dynamisch Verkeers Maatregelen op rijks, provinciale en gemeentelijke wegen.
Groen
7.
De kwaliteit van het fietsnetwerk is toegenomen, waarbij minstens één complexe en nu nog ontbrekende schakel in uitvoering is. Het fietsgebruik is met 6% toegenomen ten opzichte van 2010. De bereikbaarheid van het stedelijk gebied voor vrachtverkeer blijft gewaarborgd.
8.
Toelichting
Status
Groen
Groen Groen
9.
Op stadsregionaal niveau is in 2014 het aantal verkeersdoden gedaald naar maximaal 32 en het aantal ziekenhuisgewonden naar maximaal 333.
1.
Het verwijzingsplan is nog niet helemaal gerealiseerd en het aantal geluidgehinderden is niet waarneembaar verminderd. De besluitvorming over de A13/A16 en de Nieuwe Westelijke Oeverbinding is vertraagd. Daardoor is de A13/A16-verbinding in 2014 niet gereed voor uitvoering. Gezien de grote bezuiniging op het
2.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 26 -
Groen
Infrastructuurfonds is er geen uitzicht op financiering van structurele verbetering van de Brienenoordcorridor en wordt dus niet gestart met planvorming. De A4 Delft-Schiedam en de verbreding van de A15 Maasvlakte-Vaanplein liggen op koers. 3.
De ongelijkvloerse kruising N57-N218 (als onderdeel van ontsluiting Voorne Putten) is vertraagd en zal juni 2015 gerealiseerd zijn. De verbreding Verbreding N209 Bergschenkhoek is gerealiseerd. De verbreding van de N209 Doenkade is vervallen in verband met de realisatie van de Rijksweg A13/16. Eventuele noodzaak voor verbreding van de N471 wordt gemonitord door provincie Zuid-Holland.
4. 5. 6. 7. 8. 9.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Wat is daarvoor gedaan in 2013? Onderwerp Acties
Beleid en programmering Status 1. Vaststellen van een gezamenlijke strategische agenda voor de Vervoerautoriteit met stadsgewest Haaglanden en de gemeenten Rotterdam en Den Haag. Voornaamste beleidsvelden binnen de strategische agenda zijn dynamisch Groen verkeersmanagement, nieuwe infrastructuur, mobiliteitsmanagement, verkeersveiligheid en openbaar vervoer. 1. De strategische agenda is in juli 2013 geaccordeerd door de wethouders van de 24 inliggende gemeenten als inhoudelijk uitgangspunt voor de Vervoersautoriteit MRDH.
Toelichting
Onderwerp Acties
Duurzame mobiliteit 1. Vervolg uitvoering maatregelen uit het maatregelenpakket Duurzame Mobiliteit. Waar nodig het maken van afspraken met gemeenten hierover en het verstrekken van subsidie hiervoor.
Toelichting
1.
Onderwerp Acties
Wegennet 1. Bijdragen aan de totstandkoming van de ontwerp-tracébesluiten voor de aanleg van de Blankenburgtunnel en de A13/A16. 2.
Toelichting
Onderwerp Acties
Status Rood
In het algemeen bestuur van december 2012 is besloten dat DUMO geen apart beleidsterrein meer is, maar wordt opgepakt binnen Fietsbeleid en Ketenmobiliteit.
Uitvoeren van een vervolgonderzoek naar het beter functioneren van het stedelijk en regionaal wegennetwerk in de gebieden Vijfsluizen, Rotterdams stedelijk gebied en de BAR-gemeenten. Daarnaast starten met de uitvoering van voorgestelde maatregelen.
Status Groen
Oranje
3.
De uitvoering van het regionale programma Beter Benutten door de Verkeersonderneming laten coördineren en (deels)uitvoeren.
1
Voor de Blankenburgverbinding is samen met de regionale partijen een Regionale Inpassingsvisie en een Kwaliteitsprogramma vastgesteld en aangeboden aan de minister als onderlegger voor de besteding van € 25 mln. uit de motie Kuiken. Er is gestart met de opstelling van een Landschapsplan voor de uitwerking van het Kwaliteitsprogramma. De stadsregio heeft gezorgd voor de ambtelijke en bestuurlijke coördinatie van de inbreng van regionale partijen. Na de standpuntbepaling van de minister in mei 2013 is voor de A13/A16 is samen met de regionale partijen en Rijkswaterstaat een startdocument voor de planuitwerkingsfase vastgesteld en is het omgevingsproces gestart.
2
Rotterdam en Vijfsluizen worden opgestart. De BAR-gemeenten volgen eventueel in 2014.
3
De laatste aanpassingen in het programma Beter Benutten zijn in 2013 doorgevoerd. Een aantal aanbodprojecten is vervallen en een beperkt aantal andere projecten zijn toegevoegd. Er zijn aanvullende afspraken met de betrokken gemeenten gemaakt over optimalisatie Algeracorridor. De eerste tranche aanbestedingen van mobiliteitsdiensten is geslaagd. De target van 16.000 spitsmijdingen eind 2014 is nog haalbaar. Er is een start gemaakt met de voorbereiding van een vervolgprogramma Beter Benutten.
Dynamisch Verkeersmanagement 1. Het restant pakket met systemen dat noodzakelijk is voor operationele scenario’s (DVM contract 2012 en Beter Benutten) realiseren, inclusief de afkoop van beheer en onderhoud voor bepaalde tijd.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 27 -
Groen
Status Oranje
2. 3.
4.
Toelichting
Onderwerp Acties
Toelichting
Onderwerp Acties
Oranje
Groen
Actief participeren en bijdragen aan de totstandkoming van de projecten in het kader van Beter Benutten, zoals het stimuleren van koppelingen tussen de verkeerscentrale van Rotterdam en omliggende gemeenten. Dit met het doel een virtuele centrale voor regionaal operationeel verkeersmanagement op te richten.
Oranje
5.
In 2013 levert de stadsregio een programmamanager Dynamisch verkeersmanagement Zuidvleugel voor het samenwerkingsverband BEREIK!
Groen
6.
BEREIK! realiseert in 2013 regionale afstemming over verstoringen op het wegennet in de Zuidvleugel.
Groen
7.
De verkeersmanagementactiviteiten, uitgevoerd door BEREIK!, afronden en per 2014 overdragen aan één gezamenlijke uitvoeringsorganisatie voor de inzet en het beheer van de Dynamische Verkeers Maatregelen op rijks-, provinciale en gemeentelijke wegen.
Rood
1.
Voor de maatregelen uit de tweede tranche van de Quick wins is dit geregeld. Wel moet nog een aantal afspraken tussen Bereik en wegbeheerders worden geformaliseerd. Voor de Beter Benutten pakketten 42B en 37C krijgt dit gestalte in 2014, nadat concrete afspraken met wegbeheerders zijn gemaakt.
2.
Oplevering in 2014.
3.
0,5 FTE is aan het Regionaal Verkeerskundig Team beschikbaar gesteld.
4.
Bij de Beter Benutten projecten 37C en 42B is vertraging ontstaan in de inventarisatiefase. Stadsregio levert de projectleiding om het vervolgproces in goede banen te leiden. Een goed resultaat is nog steeds haalbaar.
5.
Is georganiseerd via het regionaal verkeerskundig team dat opereert vanuit de verkeerscentrale Rhoon.
6.
Binnen regioregie zijn met 47 wegbeheerders afspraken gemaakt over aanleveren informatie over wegwerkzaamheden en evenementen.
7.
Naar aanleiding van de discussie in het GBO worden de werkzaamheden via BEREIK in 2014 voortgezet. Een discussie over de overdracht van de werkzaamheden aan één gezamenlijke uitvoeringsorganisatie vanaf 2015 gebeurt in de eerste helft van 2014.
Mobiliteitsmanagement 1. Het uitvoeren van acties en maatregelen door de Verkeersonderneming.
Status Groen
2.
Het implementeren van de visie op mobiliteitsmanagement, waarbij de verantwoordelijkheid en investering gedeeld wordt met de private sector.
Rood
3.
Het - mede met regiopartners - uitvoeren van de vraagbeïnvloedingsmaat-regelen van het programma Beter Benutten.
Groen
1.
De vraagbeïnvloedingsmaatregelen van het programma Beter Benutten worden door De Verkeersonderneming uitgevoerd.
2.
Visie wordt opgesteld via de strategische bereikbaarheidsagenda van de Vervoersautoriteit.
3.
Zie ad 1.
Fiets 1. Voltooien van de snelfietsroutes Rotterdam-Dordrecht en Rotterdam-Den Haag, alsmede een start maken met de aanleg van de route Rotterdam-Spijkenisse. 2. Het onderzoek naar een complexe ontbrekende schakel in het regionale fietsnetwerk, in casu het fietsveer Krimpen a/d IJssel – Capelle a/d IJssel loopt. 3. Met wegbeheerders zodanige afspraken maken over het realiseren van fietsparkeerplaatsen bij openbaar vervoer locaties en het verstrekken van subsidies hiervoor, dat in de behoefte aan deze voorzieningen wordt voldaan. 4.
5. Toelichting
De regelscenario’s voor de A15 en de Ruit Rotterdam zijn uitgewerkt en volledig operationeel. De stadsregio levert 0,5 FTE aan het op 1 januari 2011 opgerichte Regionaal Verkeerskundig Team dat belast is met de operationele taken van regionaal verkeersmanagement, ontwikkelingen monitort en daar waar nodig de regelscenario’s optimaliseert.
1.
Verstrekken van subsidie voor het verbeteren van het regionale fietsnetwerk, waaronder projecten uit Beter Benutten. Een voorbeeld hiervan is een fietsveer Krimpen a/d IJssel – Capelle a/d IJssel. Implementatie maatregelenpakket bevordering fietsgebruik.
Status Groen Groen Groen
Oranje Rood
De voorgenomen realisatie van ontbrekende schakels en kwaliteitsverbeteringen zijn uitgevoerd of eind 2013 in uitvoering genomen. Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam - 28 -
2. 3.
Onderwerp Acties
Toelichting
Onderwerp Acties
Toelichting
Onderwerp Acties
4.
Voor het fietsveer Krimpen a/d IJssel – Capelle a/d IJssel is nog geen subsidie verstrekt, omdat het onderzoek (zie onder 2) nog gaande is.
5.
Besloten is geen afzonderlijk maatregelenpakket te implementeren. Projectgewijs vindt stimulering plaats.
P+R 1. Herijking P+R nota.
Status Rood
2.
De werkzaamheden voor de uitbreiding van P+R Capelsebrug (Beter Benutten) en de realisatie van P+R Schieveste starten.
3.
Voltooien van het verwijssysteem P+R.
Oranje
4.
Evaluatie met de pilot doelgroepensysteem Rotterdam-Alexander en start van de pilot bij Slinge.
Groen
5.
Afspraken maken met wegbeheerders over de realisatie van een doelgroepensysteem op daarvoor in aanmerking komende P+R-locaties en het verstrekken van subsidie hiervoor.
Oranje
6.
Realisatie P+R-verwijzing op het regionale en hoofdweggennet.
Groen
1.
Herijking wordt opgesteld via de Strategische bereikbaarheidsagenda van de Vervoersautoriteit. Hiertoe is wel een bouwstenennotitie opgesteld.
2.
B&W Capelle wensen geen solitaire uitbreiding van P+R Capelsebrug, doch deze koppelen aan ontwikkeling van de locatie.
3.
Eindrapportage wordt in het 2e kwartaal van 2014 opgeleverd na voltooiing van de werkzaamheden. De nog ontbrekende dynamische bewegwijzeringsborden op het hoofdwegennet zullen in 2014 en 2015 worden geplaatst.
4.
Beide pilots zijn afgerond met evaluaties.
5.
Afspraken worden in 2014 gemaakt.
6.
P+R-garage Kralingse Zoom is begin november in gebruik genomen.
Goederenvervoer 1. Evalueren van het stedelijk distributiecentrum Rotterdam.
Rood
Status Groen
2.
Mede met regiopartners uitvoeren van het maatregelenpakket Spitsreductie Vrachtverkeer in het kader van Beter Benutten.
1.
De evaluatie van het stedelijk distributiecentrum Rotterdam heeft medio 2013 plaatsgevonden. Het centrum heeft voldaan aan de vooraf gestelde eisen en zal ook voor Schiedam gaan fungeren.
2.
Wordt uitgevoerd in het kader van Beter Benutten.
Verkeersveiligheid 1. Regiogemeenten stimuleren en subsidiëren educatie en gedragsbeïnvloedingsmaatregelen te treffen voor de (kwetsbare) doelgroepen fietsers, jonge/beginnende bestuurders, jongeren in het voortgezet onderwijs en oudere verkeersdeelnemers. 2. 3.
Toelichting
In het programma Beter Benutten is een verbinding Krimpen-Capelle onderzocht. Daaruit is het voorstel gekomen de verbinding in de vorm van een fiets/voetveer te realiseren. Beide gemeenten startten met de nadere uitwerking van het voorstel. In 2013 is de 10.000e fietsparkeerplaats in de regio gerealiseerd.
1.
2. 3.
Groen
Status Groen
Eind 2013 loopt in de helft van de gemeenten minimaal één project dat is gericht op Groen één van de benoemde doelgroepen. Afspraken maken met wegbeheerders over het aanpakken van ‘blackspot’-locaties en Groen het verstrekken van subsidies hiervoor. Alle wethouders verkeer zijn middels een gespreksronde samen met het ROV-zh geïnformeerd over het belang van verkeersveiligheid en de focus op de doelgroepen. In het RIVV 2013 hebben 7 gemeenten een specifiek budget gereserveerd voor verkeerseducatieprojecten. 8 gemeenten hebben in 2013 projecten uitgevoerd op het gebied van de benoemde doelgroepen. Voorbeelden zijn BROEMdagen , Jonge Automobilisten en Totally Traffic. In 2013 zijn vier blackspot locaties opgepakt.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 29 -
Wat heeft het gekost? Activiteit: Verkeer
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
Lasten Directe lasten Apparaatslasten
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
39.000.157 1.112.343
-31.677.995 -229.423
70.678.152 1.341.766
103.501.000 1.228.714
52.159.825 1.250.955
40.112.500
-31.907.418
72.019.918
104.729.714
53.410.780
0 -40.112.500
0 31.907.418
0 -72.019.918
0 -104.729.714
0 -53.410.780
-40.112.500
31.907.418
-72.019.918
-104.729.714
-53.410.780
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal onttrekkingen aan reserves
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming
0
0
0
0
0
Totaal Baten Bijdrage omslagfonds Baten Totaal Resultaat vóór bestemming Toevoeging aan (bestemmings)reserve :
Totaal toevoegingen aan reserves Onttrekking aan (bestemmings)reserve :
Toelichting financiën: Met het vaststellen van de begroting autoriseert het algemeen bestuur het aangaan van de voorgestelde verplichtingen tot maximaal de bedragen genoemd in de begroting. Bij de jaarrekening verantwoorden we conform het BBV echter de feitelijke betalingen in het jaar, welke in lijn liggen met de verrichte prestaties. Om die reden wijken de bestedingen in de regel af van de ramingen. Dit is niet altijd aan de orde. Deze situatie houdt verband met het aanwezige verschil in timing waarbij de verplichtingen voor lopen, op de (meerjarige) bestedingen. Met name bij de projecten uit het RIVV vindt de feitelijke verantwoording van de bestedingen grotendeels op een later tijdstip plaats dan het jaar waarin de subsidie is toegekend. Gevolg is dat het bedrag dat in de begroting is opgenomen eigenlijk geen relatie heeft met het bedrag zoals dat in de jaarrekening is gepresenteerd. Hier willen we meer verband in aanbrengen. Hierna is dit nader toegelicht. Voorbeeld: Gemeente X krijgt in 2012 een subsidie toegekend voor de aanleg van fietspaden. De gemeente X moet uiterlijk binnen een jaar na afgifte van de subsidiebeschikking starten met de feitelijke werkzaamheden. De subsidie die dus beschikt is ten laste van het budget 2012 leidt echter pas in de jaarrekening 2013 en/of 2014 tot feitelijke bestedingen. Een belangrijk deel van de bestedingen die we verantwoorden in het jaar hebben dus betrekking op verstrekte subsidies uit eerdere jaren. Om meer transparantie te verstrekken in deze “gap” tussen de begrotingscijfers en verantwoordingscijfers presenteren we in de jaarrekening (aanvullend op de bestedingen) ook de verstrekte subsidies (=aangegane verplichtingen). We lichten toe waarom de verstrekte subsidies (aangegane verplichtingen) niet conform de voorgenomen begroting zijn gerealiseerd. Deze insteek geeft een realistischer beeld van de invulling van de begroting. Hierna zijn de directe lasten van de activiteit nader toegelicht.
Verkeer (directe lasten) Beleid en programmering Wegennetwerk Verkeersveiligheid Fiets P+R DVM Mobiliteitsmanagement Goederenvervoer Totaal
Begroot 2013
1.922.000 49.242.239 2.779.559 6.919.247 7.738.595 1.941.679 35.000 99.833 70.678.152
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
Verplicht 2013
Besteed 2013
1.497.148 6.491.900 1.709.017 5.700.942 4.635.398 2.258.510 15.320.000 30.796 37.643.711
1.229.184 12.154.047 1.778.174 2.814.997 8.139.484 1.759.593 11.093.750 30.928 39.000.157
- 30 -
Begroot versus Verplicht 424.852 42.750.339 1.070.542 1.218.305 3.103.197 -316.831 -15.285.000 69.037 33.034.441
Wegennetwerk, een onderschrijding van € 42,8 mln.: het project Westland/ Hoek van Holland fase 2 schuift voor € 16,8 mln. door naar 2014. De middelen voor Beter Benutten zijn voor € 17,1 mln. ingezet bij de andere modaliteiten (Mobiliteitsmanagement ad € 15.3 mln. en OV netwerk ad € 1,6 mln.). Tenslotte is er voor € 8,8 mln. aan middelen voor Beter Benutten en Quickwins Rotterdam Vooruit doorgeschoven naar 2014. Dit komt door achterblijvende subsidieaanvragen van gemeenten. Verkeersveiligheid, een onderschrijding van € 1,1 mln.: de aanpak van een aantal ‘blackspots’ zijn doorgeschoven naar 2014. Fiets, een onderschrijding van € 1,2 mln.: de projecten fietspad Volgerweg en fietspad Dorpsweg zijn doorgeschoven naar 2014. Daarnaast is het programma snelfietsroutes goedkoper uitgevoerd dan verwacht. P+R, een onderschrijding van € 3,1 mln.: dit betreft de P+R Kralingse Zoom. Deze is in verband met de opheffing van het BOR fonds per ultimo 2013 rechtstreeks afgewikkeld op dit BOR fonds. Mobiliteitsmanagement, overschrijding van € 15,3 mln.: de middelen voor Beter Benutten (bij Wegennetwerk) zijn voor € 15,3 mln. ingezet voor Mobiliteitsmanagement initiatieven.
Apparaatslasten: de afwijking vloeit voort uit de vastgestelde doorbelasting op basis van werkelijke lasten en baten voor de betreffende afdeling. Zie bijlage 12.2 Kostenverdeelstaat 6.3.2 Openbaar vervoer
Wat willen we bereiken in 2014? Doelstelling Onderwerpen
Openbaar vervoer 1. 80 % van alle in de bestuursperiode 2010-2014 nieuw gebouwde woningen en kantoren in de regio ligt in de invloedsfeer van hoogwaardig openbaar vervoer.
Oranje
2.
De OV-terminal Rotterdam Centraal is gereed. RandstadRail rijdt door van Den Haag naar Rotterdam Zuid.
Groen
3.
De Hoekse lijn maakt onderdeel uit van het metronetwerk: een doorgaande metroverbinding Capelle – Hoek van Holland is mogelijk.
Oranje
4.
Openbaar vervoer over water functioneert betrouwbaar.
5.
Er zijn 800 nieuwe panelen met dynamische reisinformatie op de OV-haltes in de regio.
6.
Op alle tram- en metrolijnen rijdt modern materieel.
7.
Efficiënte exploitatie van het OV door onder meer extra keerlussen voor trams en een verhoging van de snelheid, tariefintegratie met de NS en verschil tussen spits- en daltarieven. Er is een 10% hogere kosteneffectiviteit bereikt door een efficiëntere bedrijfsvoering bij de vervoerders en doordat het openbaar vervoersaanbod beter is afgestemd op de vervoervraag.
8.
Toelichting
Status
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
8.
De sociale veiligheid in het OV ligt minimaal op het niveau van 2010 tegen € 4 miljoen lagere kosten per jaar door een efficiëntere inzet van mensen en middelen.
Groen Groen Groen
Oranje
Oranje
Door de woningmarktcrisis zullen de projecten (o.a. op de prioriteiten(A-)lijst behorende bij de Subsidieverordening investeringsreserve 2011), die zijn benoemd in de Woningmarktafspraken 2011, slechts gedeeltelijk gerealiseerd zijn. n.v.t. Project Hoekse Lijn wordt in 2017 onderdeel van het netwerk Metro Rotterdam. In 2014 wordt het realisatiebesluit genomen met een geplande ingebruikname 4e kwartaal 2017. n.v.t. n.v.t. n.v.t.. Realisatie van extra keerlussen bij Langenhorst, Wilhelminaplein en Noord zijn om diverse redenen niet haalbaar gebleken. Tariefintegratie met NS is een moeizaam proces en het zal nog een aantal jaren vergen voordat resultaten geboekt worden. Verschillen tussen spits- en daltarieven lijken bij nader inzien op korte termijn niet effectief in onze verstedelijkte regio, waarin ook in de dalperioden veel gereisd wordt. Hogere kosteneffectiviteit is te bereiken door een aantal bus en tramlijnen beter af te stemmen op de huidige vervoervraag. Via het programma Naar een Toekomstvast OV werd eveneens geïnvesteerd in een betere doorstroming van zowel bus, tram en metro. 8.De resultaten over 2013 zijn nog niet bekend. De vervoerbedrijven zijn meer risico gestuurd gaan werken waarmee een efficiëntere inzet van middelen ontstaat en er is een concept-beleidsnotitie ontwikkeld. Een besparing van € 4 miljoen zal dit naar verwachting niet op korte termijn opleveren.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 31 -
Wat is daarvoor gedaan in 2013? Onderwerp Acties
Verstedelijking rondom openbaar vervoer 1. De stadsregio spreekt de gemeentebesturen aan op de ontwikkeling van woningbouw, kantoren en stedelijke voorzieningen rondom stationslocaties (verstedelijkingsafspraken en programma economie).
Toelichting
1.
Onderwerp
Versterking bestaand netwerk en verbetering kwaliteit huidig netwerk
Acties
2.
Er is duidelijkheid over de status van de Hoekse Lijn. Dit wordt Lokaal Spoor. In 2013 is de uitwerkingsfase gestart.
Groen
3.
Er wordt een start gemaakt met de realisatie van keerlus Station Noord. Rotterdam Marconiplein wordt opnieuw ingericht waarbij aanpassingen in de infrastructuur worden doorgevoerd om de flexibiliteit in het net te vergroten.
Oranje
4.
Er wordt een inhaalslag gemaakt in Rotterdam in de realisatie van toegankelijke bushaltes. De stadsregio zal gemeente Rotterdam actief aansporen om hier in 2013 daadwerkelijk werk van te maken.
Oranje
5.
Maatregelen, die de snelheid van het OV bevorderen worden geselecteerd en met de uitvoering wordt een start gemaakt.
Toelichting
Status Groen
Daar waar nodig en actueel is contact met betrokken gemeenten gezocht en wordt dit contact ook onderhouden.
Status
Groen
1. In het eerste kwartaal wordt de uitwerkingsfase afgerond waarna gestart zal worden met de realisatiefase. 2. Voor Keerlus Noord is een “Project Start Up” uitgevoerd. Bij de actualisatie van het NTOV in het 3e/4e kwartaal besluit tot het al dan niet opnemen in de realisatiefase. Rotterdam-Marconiplein is ingericht. (Op dit punt is actiepunt: Groen.) 3. De gemeente Rotterdam is bezig met een inhaalslag, maar beschikt op dit moment over onvoldoende financiële middelen om de volledige doelstelling te realiseren. 4. Er is een tweetal pilots gestart.
Onderwerp Acties
Optimale exploitatie 1. De nieuwe bus concessie Rotterdam e.o. gaat eind 2012 van start. Binnen alle openbaar vervoer concessies wordt gestreefd naar een optimum tussen beschikbare middelen en het bedienings- en voorzieningenniveau. 2.
Toelichting
Er wordt verder invulling gegeven aan gemaakte afspraken binnen Stedenbaan Plus. Focus ligt op de afstemming van nieuwe woningbouwlocaties in de invloedsfeer van knooppunten.
Status Groen
Oranje
3.
Voor de reiziger wordt een meer eenduidig en herkenbaar OV-netwerk op Randstadniveau voorbereid. (R-net).
4.
In 2012 is de nieuwe beleidslijn Sociale Veiligheid vastgesteld. De gemaakte keuzes in deze beleidslijn worden in 2013 doorgevoerd.
Rood
5.
De voorbereidingen voor de concessieverlening rail worden in samenwerking met stadsgewest Haaglanden voortgezet.
Groen
1.
De concessie Bus Rotterdam e.o. is per december 2012 gestart. Bij een gelijkblijvend voorzieningenniveau bedraagt de jaarlijkse exploitatie circa € 19 miljoen per jaar minder dan in de eerdere concessies.
2.
In de huidige crisissituatie is het een uitdaging om de nieuwe ontwikkelingen, die nog plaats vinden, ook zoveel mogelijk in de invloed gebieden van het OV te laten plaatsvinden.
3.
Binnen de stadsregio is afgesproken te starten met de metro. De andere modaliteiten voldoen (nog) niet aan het gewenste kwaliteitsniveau.)
4.
De beleidslijn Sociale veiligheid is ontwikkeld en in concept-vorm gereed maar nog niet bestuurlijk vastgesteld om er zeker van te zijn dat er bij alle betrokken partijen voldoende draagvlak is.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 32 -
Oranje
5.
Onderwerp Acties
Toelichting
Gezamenlijk met Haaglanden is in april 2013 een Nota van Uitgangspunten vastgesteld. Ook wordt gezamenlijk gewerkt aan alle concessiedocumenten. De planning van de concessieverlening is aangepast. Gunning van de nieuwe concessie wordt nu voorzien medio 2015. In juli 2013 hebben de stadsregio, de gemeente Rotterdam en de RET een hoofdlijnenakkoord gesloten, vooruitlopend op de nieuwe concessie Rail 2016.
Toekomstbestendig beheer en onderhoud 1. Vanuit de meerjarenplanning Beheer en onderhoud infrastructuur wordt een 5 jaren planning afgeleid waarbij de instrumenten van asset-management optimaal zijn toegepast. Resultaat is een pakket van maatregelen welke leiden tot levensduurverlenging en daarbij lagere kosten.
Status Groen
2.
Plan van aanpak voor groot onderhoud, tunnel- en spoorveiligheid is bijgesteld en in overeenstemming gebracht met het veiligheidsniveau zoals dit door het Rijk is vastgesteld.
1.
Het instrument asset-management wordt ingezet. Volgende maatregelen zijn benoemd in het meerjarenplan. Plan van aanpak is goedgekeurd door het dagelijks bestuur.
2.
Groen
Wat heeft het gekost? Activiteit: Openbaar vervoer
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
Lasten Directe lasten Apparaatslasten
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
265.419.447 1.412.241
-9.116.371 -97.312
274.535.818 1.509.553
267.875.279 1.622.605
264.706.045 1.312.186
266.831.688
-9.213.683
276.045.371
269.497.884
266.018.231
-266.831.688
9.213.683
-276.045.371
-269.497.884
-266.018.231
-266.831.688
9.213.683
-276.045.371
-269.497.884
-266.018.231
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal onttrekkingen aan reserves
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming
0
0
0
0
0
Totaal Baten Baten Totaal Resultaat vóór bestemming Toevoeging aan (bestemmings)reserve :
Totaal toevoegingen aan reserves Onttrekking aan (bestemmings)reserve :
Toelichting financiën: Hierna zijn de directe lasten van de activiteit nader toegelicht.
Openbaar vervoer (directe lasten) Netwerk Exploitatie Beheer en onderhoud Algemeen Totaal
Begroot 2013
Verplicht 2013
Besteed 2013
48.703.964 57.054.810 50.425.876 125.199.386 126.568.713 114.640.920 100.632.468 109.889.734 100.378.533 0 0 -25.882 274.535.818 293.513.257 265.419.447
Begroot versus Verplicht -8.350.846 -1.369.327 -9.257.266 0 -18.977.439
Netwerk, overschrijding van € 8,4 mln.: voor het project Hoekse Lijn is € 2,6 mln. aan werkzaamheden vervroegd. De werkzaamheden waren geraamd voor 2014. Voor het project Schiedam-Vlaardingenlijn is een aanvullende subsidie verstrekt van € 3,6 mln. De subsidie is bedoeld voor enkele onvermijdbare tegenvallers in het project. Een bedrag van € 1,6 mln. uit de middelen voor Beter Benutten (bij Wegennetwerk) zijn ingezet voor kleine OV projecten en dus verantwoord bij openbaar vervoer. Exploitatie, overschrijding van € 1,4 mln.: dit betreft het restant van een taakstelling op de RET die is doorgeschoven naar 2014 (de korting “redelijk rendement”).
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 33 -
Beheer en onderhoud, overschrijding van € 9,3 mln.: aan het einde van het jaar is een deel van de vrijval op oude subsidies benut om de kapitaallasten van railinfrastructuur af te kopen. Daarmee wordt er op toekomstige rentelasten bespaard.
Apparaatslasten: de afwijking vloeit voort uit de vastgestelde doorbelasting op basis van werkelijke lasten en baten voor de betreffende afdeling. Zie bijlage 12.2 Kostenverdeelstaat.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 34 -
6.4
Wonen: duurzaam en marktgericht aanbod
Programmarekening Programmarekening:
Wonen: Duurzaam en marktgericht aanbod
Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal Baten Rijksbijdrage ISV-3 Onttrekking fonds ISV-3 Bijdrage provincie Zuid-Holland Algemene dekkingsmiddelen Overige baten Totaal Resultaat vóór bestemming
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
1.497.259 826.822
-5.567.284 -15.650
7.064.543 842.472
7.024.543 842.472
9.883.756 795.636
2.324.081
-5.582.934
7.907.015
7.867.015
10.679.392
-2.017.739 -262.558 0 -1.484.223 -640
0 2.279.590 0 -8.751 -640
-2.017.739 -2.542.148 0 -1.475.472 0
-2.017.739 -2.542.148 0 -1.475.472 0
-1.921.211 -2.454.269 -20.780 -1.230.389 0
-3.765.160
2.270.199
-6.035.359
-6.035.359
-5.626.649
1.831.656
5.052.744
-1.441.079
-3.312.735
1.871.656
Toevoeging aan (bestemmings)reserve : Investeringsreserve Doorlopende activiteiten
1.466.633
1.466.633 0
0
Totaal toevoegingen aan reserves
28.000
1.466.633
1.466.633
0
0
28.000
Onttrekking aan (bestemmings)reserve : Investeringsreserve Doorlopende activiteiten
0 -25.554
1.831.656 14.446
-1.831.656 -40.000
-1.831.656
-5.080.744
Totaal onttrekkingen aan reserves
-25.554
1.846.102
-1.871.656
-1.831.656
-5.080.744
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming
Toelichting financiën: Lasten Directe lasten: er is binnen deze activiteit € 5.567.000 minder besteed aan directe lasten dan begroot. Deze onderbesteding bestaat uit de volgende onderwerpen: Subsidies investeringsreserve/ ISV3 : € 5.578.000 minder besteed dan begroot; Uitbestedingen (o.m.) Woningmarktafspraken : € 25.000 meer besteed dan begroot; Huisvestingswet : € 14.000 minder besteed dan begroot. Subsidies investeringsreserve/ ISV3: Revitalisering stedelijk gebied: Vanuit de investeringsreserve en provinciale ISV3 middelen zijn in 2013 voor het laatste jaar subsidies verstrekt op het terrein van Revitalisering Stedelijk Gebied. Dat betreft de jaarschijf 2014. Deze subsidies zullen vanaf 2014 financieel worden afgewikkeld. De begroting 2013 bevatte het budget voor de jaarschijf 2013 en de realisatie in 2013 bevat de afwikkeling van de tot en met de jaarschijf 2013 verleende subsidies. Er is in 2013 € 5.578.000 minder besteed dan begroot. Het budget 2013 voor subsidies investeringsreserve/ISV3 is gelijk aan de verleende subsidies jaarschijf 2013 en bedraagt € 6.392.000. De bestedingen bedragen in 2013 € 1.204.000 negatief en bestaan uit verleende voorschotten en terugvorderingen. Er is in 2013 voor € 988.000 aan voorschotten verstrekt op tot en met de jaarschijf 2013 verleende subsidies. Daarnaast is er voor een bedrag van € 2.192.000 aan terugvorderingen gedaan als gevolg van niet (volledig) ingezette subsidies. Samen leidt dit tot een besteding van € 1.204.000 negatief. De vrijval kon vrijwel geheel worden ingezet voor de (laatste) jaarschijf 2014, die op 13 november 2013 is verleend door het dagelijks bestuur. Vanwege de lager dan begrote bestedingen is de in 2013 ontvangen provinciale bijdrage ISV3 van € 2.018.000 toegevoegd aan het fonds ISV3. Samengevat: Budget: Bestedingen (negatief): Toevoeging aan fonds ISV3: Onderbesteding:
€ € € €
6.392.000 1.204.000+/+ 2.018.000-/5.578.000
Deze onderbesteding is voor € 2.280.000 toe te rekenen aan provinciale ISV3 middelen en voor € 3.298.000 aan investeringsreservemiddelen.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 35 -
Uitbestedingen Er is in 2013 € 25.000 meer besteed aan procesmiddelen woningmarktafspraken. In 2013 heeft de stadsregio het proces van de nieuwe woningmarktafspraken tussen gemeenten en corporaties gefaciliteerd. Vanwege de complexe situatie op de woningmarkt heeft dit proces meer inzet –ook van derden- gekost dan gepland. De afspraken zijn op 20 november 2013 inhoudelijk rondgekomen en op 29 januari 2014 ondertekend. Huisvestingswet Er is in 2013 € 14.000 minder besteed aan procesmiddelen voor de verordening Woonruimtebemiddeling. Een aantal werkzaamheden voor de verordening Woonruimtebemiddeling is doorgeschoven naar begin 2014. De verordening is inmiddels vastgesteld door het algemeen bestuur op 12 februari 2014. Het restant van de middelen blijft beschikbaar in de reserve doorlopende activiteiten en wordt ingezet voor een goede kennisoverdracht van de verordening naar gemeenten en corporaties. Apparaatslasten: de afwijking vloeit voort uit de vastgestelde doorbelasting op basis van werkelijke lasten en baten voor de betreffende afdeling. Zie bijlage 12.2 Kostenverdeelstaat. Baten Er is binnen deze activiteit € 2.270.000 minder aan baten gerealiseerd dan begroot. Dit is - met uitzondering van de algemene dekkingsmiddelen - als volgt te verklaren: Subsidies investeringsreserve/ ISV3: De baten met betrekking tot de subsidies investeringsreserve, voor zover gedekt door provinciale ISV3 middelen, waren in 2013 € 2.280.000 minder dan begroot. Vanwege de lagere lasten in dit kader (€ 2.280.000) is de benodigde bijdrage uit het fonds ISV3 lager dan begroot. Zie ook toelichting bij lasten 'subsidies investeringsreserve/ ISV3'. Onttrekking aan reserves Aan de Investeringsreserve is in 2013 € 1.832.000 minder onttrokken dan begroot. Dit als gevolg van de lagere (negatieve) lasten in dit kader. De begrote onttrekking uit de investeringsreserve van € 1.832.000 was daarom niet nodig. Zie ook de toelichting bij de lasten 'subsidies investeringsreserve/ ISV3'. Aan de reserve Doorlopende activiteiten is voor de Huisvestingswet € 14.000 minder onttrokken dan begroot. Dit vanwege de lagere lasten in dit kader. Zie ook de toelichting bij de lasten 'huisvestingswet'. Toevoeging aan reserves Aan de investeringsreserve is in 2013 € 1.467.000 toegevoegd als gevolg van lagere (negatieve) lasten in dit kader vanwege vrijval van subsidies investeringsreserve. Deze toevoeging was niet begroot. Zie ook de toelichting bij de lasten 'subsidies investeringsreserve/ ISV3'.
Wat willen we bereiken in 2014? Doelstelling Onderwerpen
Wonen: duurzaam en marktgericht aanbod 1. De afstemming en monitoring van de woningproductie op de behoefte van consumenten in de woonmilieus zoals afgesproken in de woningmarktafspraken heeft zijn eerste vruchten afgeworpen. Dat blijkt onder andere uit de verkoopresultaten van de nieuwbouw. 2. De voorgenomen herstructurering van gebieden is conform de gemaakte woningmarktafspraken verlopen. 3. 4. 5.
6. 7.
Toelichting
1.
Er zijn lokale prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties, waarin ook de energieprestaties zijn opgenomen, gebaseerd op de woningmarktafspraken. In 2014 worden de gemaakte woningmarktafspraken geëvalueerd en worden de woningmarktafspraken voor de periode 2015-2020 ingevuld. Het woonruimtebemiddelingssysteem voor de sociale huurvoorraad is, in nauwe samenwerking met de betrokken gemeenten, de Provincie en Maaskoepel afgestemd op de doelstellingen van het verstedelijkingsscenario “Op weg naar een gezonde woningmarkt”. De afspraken hierover zijn, met inachtneming van de wettelijke kaders uit de nieuwe huisvestingswet, vastgelegd in een nieuwe Huisvestingsverordening. Vraag en aanbod in de sociale voorraad voor de primaire doelgroep (2011: huishoudens met een inkomen tot € 33.000) is op elkaar afgestemd.
Status Oranje
Oranje Groen Groen
Groen
Groen
Daar waar noodzakelijk zijn er aanvullende maatregelen genomen die ervoor hebben gezorgd dat de aandachtgroep (huishoudens met een inkomen tussen de Groen € 33.000 en € 43.000) ook in voldoende mate in hun woningbehoefte kunnen voorzien. Door de economische crisis vindt momenteel zeer beperkt nieuwbouw plaats. Wel is te zien dat er meer dan in het verleden gekeken wordt naar de behoefte van consumenten om zo woningen te kunnen verkopen. De nieuw afgesloten woningmarktafspraken zijn gebaseerd op de nieuwe situatie.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 36 -
2. 3. 4.
Door de woningmarktcrisis zullen de projecten (o.a. op de prioriteiten(A-)lijst behorende bij de Subsidieverordening investeringsreserve 2011), die zijn benoemd in de Woningmarktafspraken 2011, slechts gedeeltelijk gerealiseerd zijn. n.v.t. n.v.t.
5.
n.v.t.
6.
n.v.t.
7.
n.v.t.
Wat is daarvoor gedaan in 2013? Onderwerp
Wonen: duurzaam en marktgericht aanbod
Acties
1.
2.
3.
4.
Toelichting
Status
Wij ondersteunen gemeenten bij het realiseren van hun opgave om de gewenste woonmilieus te realiseren op sub-regionaal en regionaal niveau door kennis- en ervaringsoverdracht, specifiek consumenten- en woning-marktonderzoek en de inzet van de investeringsreserve (incl. ISV-3) ter verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Groen
Het sub-regionaal afstemmingsoverleg “dashboard”, dat wij in 2011 en 2012 in nauwe samenwerking met gemeenten, Maaskoepel, marktpartijen en de provincie hebben ontwikkeld, wordt op basis van de opgedane ervaringen verder ontwikkeld en functioneert in de loop van 2013 in alle sub-regio’s als hét meetinstrument voor de ontwikkelingen in de woningmarkt. De sub-regio’s zijn hierbij zelf leidend. Wij ondersteunen de samenwerking.
Oranje
Wij werken met de gemeenten aan het maken van nieuwe woningmarktafspraken. Wij maken een start met de afspraken voor de periode 2015-2020 en herijken zo nodig de afspraken voor de periode tot en met 2014.
Groen
In 2013 wordt een nieuwe Huisvestingsverordening opgesteld en geïmplementeerd. Hierbij wordt zo goed mogelijk aangesloten op het traject van de nieuwe Huisvestingswet.
Oranje
1.
In 2013 zijn meerdere informatiebijeenkomsten met de gemeenten georganiseerd in relatie tot het realiseren van de gewenste woonmilieus. Consumenten- en marktonderzoek is ingebracht in het proces rondom de woningmarktafspraken (zie 3). De laatste tranche van de investeringssubsidies is op 13 november 2013 door het dagelijks bestuur verleend.
2.
Het dashboard functioneert goed en vormde de basis van de nieuwe woningmarktafspraken. De leidende rol van de subregio’s is nog niet overal geëffectueerd. De feitelijke overdracht vindt in 2014 plaats.
3.
In 2013 is met gemeenten, corporaties en marktpartijen een intensief proces gevolgd om te komen tot nieuwe afspraken binnen de subregio’s voor de periode 2014-2020. De afspraken zijn in november 2013 inhoudelijk afgerond en inmiddels op 29 januari 2014 getekend door alle gemeenten en corporaties.
4.
Het totstandkomingsproces voor de nieuwe verordening Woonruimtebemiddeling (huisvestingsverordening) is in 2013 tot en met het inbrengen van zienswijzen door de gemeenten doorlopen. Inmiddels is de verordening in het Algemeen bestuur van 12 februari 2014 vastgesteld.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 37 -
6.5
Duurzame regio
Programmarekening
Programmarekening: Duurzame regio
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
Totaal lasten
24.755.148
Totaal baten Resultaat vóór bestemming Toevoegingen aan (bestemmings)reserves Onttrekkingen aan (bestemmings)reserves
primaire begroting 2013
rekening 2012
-9.696.398
34.451.546
24.425.557
8.709.214
-19.812.444
3.626.376
-23.438.820
-13.504.716
-6.102.672
4.942.704
-6.070.022
11.012.726
10.920.841
2.606.542
0 -4.942.704
0 6.070.022
0 -11.012.726
0 -10.920.841
0 -2.606.542
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming
6.5.1
laatstgewijzigde begroting 2013
Groen
Wat willen we bereiken in 2014? Doelstelling Onderwerpen
Groen 1. De projecten uit het uitvoeringsprogramma RGSP3 zijn gerealiseerd, waaronder onderdelen van het Krekenplan op Voorne Putten en de “stad-land” - verbindingen ten behoeve van een betere bereikbaarheid van het regionale groen. 2.
Behoud van een vitale landbouw voor de instandhouding van de openheid van de karakteristieke landschappen in de regio.
3.
Als uitwerking van de dubbeldoelstelling van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam wordt 150 ha in de Schiezone en de Vlinderstrik (gebied Noordas) aangelegd en is 600 ha in Albrandswaard in uitvoering.
4. 5. 6.
Toelichting
1.
2. 3.
De Groene Verbinding over de infrabundel A15/Betuweroute (tevens een uitwerking van de dubbeldoelstelling van het project Mainportontwikkeling Rotterdam) is opgeleverd en in gebruik genomen eind 2012/begin 2013. Er is een duurzame structuur voor de financiering en de aansturing van het beheer van natuur- en recreatiegebieden.
Status Oranje
Groen
Oranje
Oranje Oranje
Er zijn realistische en financieel haalbare uitvoeringsprogramma’s voor Deltapoort en Hof van Delfland. De uitvoering is van start gegaan en de eerste resultaten Groen worden zichtbaar. Een aantal projecten, met name de projecten die een bijdrage uit de Investeringsreserve hebben gekregen, zijn in uitvoering of in zoverre voor uitvoering gereed, dat de uitvoering in 2014 begint. Naar verwachting zal een groot aantal projecten zijn afgerond in 2014. Mogelijk zal een aantal projecten vanwege financiële redenen later gereed komen. n.v.t. Momenteel is er veel discussie gaande over de invulling van de 600 ha natuur in Albrandswaard. Inwoners van het gebied proberen samen met de gemeente een alternatieve invulling van het gebied te bereiken. Hierdoor is een vertraging in de uitvoering ontstaan.
4.
De Groene verbinding is thans in uitvoering. In de zomer van 2013 zijn de brugdelen over de A15/Betuweroute ingehangen. Oplevering staat gepland voor mei/juni 2014.
5.
Er is vanuit de gemeenten en provincie veel inzet om te komen tot een drietal landschapstafels in de regio. Het voortouw is genomen door de Hof van Delfland (samen met gemeenten uit Haaglanden), waar eind 2013 een intentieverklaring is ondertekend. Ook voor IJsselmonde zijn de partijen goed met elkaar in gesprek. Op Voorne-Putten gaan de ontwikkelingen minder snel.
6.
n.v.t.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 38 -
Wat is daarvoor gedaan in 2013? Onderwerp
Groen
Acties
1.1 Doorgaan met uitvoeren van het in 2012 vastgestelde uitvoeringsprogramma RGSP3. Het samenwerken op basis van uitvoeringsafspraken met betrokken partijen (gemeenten, waterschappen, recreatieschappen, Zuid Hollands Landschap, Natuurmonumenten) op basis van de uitvoeringsovereenkomst (taakverdeling, financiering en planning) met de provincie Zuid-Holland.
Status
Groen
1.2 Initiatieven van onderop, die de kwaliteit van het landschap verbeteren, bij brengen en uitvoering hiervan stimuleren.
Groen
elkaar
1.3 Inzet van investeringsmiddelen voor die projecten uit het uitvoeringsprogramma, die het beste bijdragen aan de doelstellingen. 2.
3.
De realisatie van PMR-750 ha. wordt conform planning uitgevoerd.
4.
Begeleiden van de bouw van de Groene Verbinding over de infrabundel A15/Betuweroute en opzetten van communicatietraject rondom de wandel- en fietsroute. Voorbereiden overdracht kunstwerken naar gemeente Rotterdam en gemeente Albrandswaard overeenkomstig de uitvoeringsovereenkomsten.
5.
Samen met gemeenten en provincie een plan van aanpak maken voor een duurzame structuur voor financiering en aansturing van natuur- en recreatiegebieden.
6.
Voortzetten van de inhoudelijke en financiële bijdragen aan de planvorming en de processen voor de Hof van Delfland en Deltapoort. Samen met de andere partijen zorgdragen voor een goede programmasturing.
7.
Toelichting
In overleg met de provincie het economische draagvlak van de landelijke gebieden in de regio versterken door ruimte te bieden aan vitale landbouw, omdat deze essentieel is voor behoud van de openheid van de karakteristieke landschappen in de regio.
Het ontwikkelen van financiële arrangementen om de ontwikkeling en het beheer van groen vorm te geven, waaronder het verkennen van de mogelijkheden voor een regionaal groenfonds.
Groen
Groen
Oranje
Groen
Oranje
Groen
Oranje
1.1.
Het programma wordt in goede samenhang met gemeenten en provincie uitgevoerd. Het RGSP 3 is in tegenstelling tot het RGSP 2 een product van de stadsregio en geen gezamenlijk product met de provincie Zuid-Holland. Daarom is er geen uitvoeringsovereenkomst van toepassing op RGSP 3 1.2. Er is veel ruimte voor particulier initiatief gecreëerd om de kwaliteit van het landschap te verbeteren, onder andere in de Noordas met als resultaat veel ideeën voor een kwaliteitsslag. Deze inbreng wordt onder andere ingebracht bij het opzetten van de landschapstafels. 1.3. De laatste tranche investeringsmiddelen is volledig toegekend. Tevens zijn 2 extra projecten gehonoreerd. 2. Is een onderdeel van lopende projecten, zoals de Food Council en de handelsmissies van de stad naar de subregio’s en krijgt een plek in de landschapstafel. 3.
Momenteel is er veel discussie gaande over de invulling van de 600 ha natuur in Albrandswaard. Inwoners van het gebied proberen samen met de gemeente een alternatieve invulling van het gebied te bereiken. Hierdoor is een vertraging in de uitvoering ontstaan.
4.
Uitvoering loopt. De geplande oplevering is in mei/juni 2014. De gewenste ontsluitingsroute in het gebied wordt vertraagd door de discussie over de invulling van het gebied (zie 3).
5.
In de Hof van Delfland is eind 2013 een intentieovereenkomst bereikt, die begin 2014 ter tekening aan alle gemeenten wordt voorgelegd. Ook voor IJsselmonde zal naar verwachting begin 2014 een overeenkomst worden gesloten. Op Voorne Putten hebben de eerste verkennende gesprekken plaatsgevonden, die mogelijk ook in 2014 tot afspraken leiden.
6.
Zowel aan Hof van Delfland als Deltapoort is actief inhoudelijk meegewerkt. De toegezegde bedragen zijn in 2013 toegekend. Gewerkt wordt aan een (gedeeltelijke) inbedding in de op te zetten landschapstafels.
7.
De ontwikkeling van een regionaal groenfonds is verkend. Afgesproken is om de resultaten hiervan mee te nemen in de plannen voor een duurzame structuur (zie punt 5).
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 39 -
Wat heeft het gekost? Activiteit: Groen
Lasten Directe lasten Apparaatslasten Totaal Baten Rijksbijdrage via provincie Zuid-Holland Algemene dekkingsmiddelen Rente Overige bijdragen Bijdragen gemeenten in Groene Verbinding Onttrekking aan fonds Groene verbinding Totaal Resultaat vóór bestemming
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
21.102.917 524.891 21.627.809
-7.222.639 -12.168 -7.234.806
28.325.556 537.059 28.862.615
20.553.718 537.059 21.090.777
5.841.967 490.214 6.332.182
0 -988.089 -133.450 0 -10.255.483 -5.339.218
0 109.316 -55.564 0 0 1.171.782
0 -1.097.405 -77.886 0 -10.255.483 -6.511.000
0 -1.217.405 -241.531 0 0 -8.711.000
0 -982.632 -552.392 -2.502 0 -2.394.656
-16.716.241
1.225.533
-17.941.774
-10.169.936
-3.932.182
4.911.568
-6.009.273
10.920.841
10.920.841
2.400.000
Toevoeging aan (bestemmings)reserve : Investeringsreserve Totaal toevoegingen aan reserves
0
0
0
0
0
Onttrekking aan (bestemmings)reserve : Investeringsreserve
-4.911.568
6.009.273
-10.920.841
-10.920.841
-2.400.000
Totaal onttrekkingen aan reserves
-4.911.568
6.009.273
-10.920.841
-10.920.841
-2.400.000
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming
Toelichting financiën: Lasten: Er is binnen deze activiteit € 7.223.000 minder besteed aan directe lasten dan begroot. Deze onderbesteding bestaat uit de volgende onderwerpen: Procesmiddelen :€ 98.000 minder besteed; Groene Verbinding : € 1.116.000 minder besteed; Subsidies investeringsreserve : € 6.009.000 minder besteed. Procesmiddelen Er is in 2013 € 98.000 minder aan lasten verantwoord dan begroot en dit is als volgt te verklaren: Deltapoort € 31.000 minder besteed dan begroot. Een deel van de kosten kon worden gedeclareerd bij de provincie Zuid-Holland. Hier was in de begroting geen rekening mee gehouden. De geraamde bijdrage in de proceskosten van het project City2city was in 2013 € 32.000 lager dan begroot. De uitvoering van het project is vertraagd vanwege vertraagde besluitvorming rond RO-procedures groenprojecten en standpuntbepaling A13/16. De begrote uitgaven voor het opzetten van een regionaal groenfonds zijn € 29.000 lager dan begroot. Doordat de ontwikkeling van een regionaal groenfonds direct werd gekoppeld aan het opzetten van subregionale landschapstafels veranderde de scope van de opdracht waardoor er minder externe inzet nodig was. Diverse kleine verschillen: per saldo € 6.000 minder besteed dan begroot. Groene Verbinding Er is in 2013 € 1.116.000 minder aan lasten verantwoord dan was begroot. De bestedingen van de aannemer aan de Groene Verbinding waren lager dan verwacht voor 2013. De verwachting voor 2014 zal met dit bedrag worden verhoogd. De geplande oplevering is in mei/juni 2014. Subsidies Investeringsreserve - Regionaal groenblauw Er is in 2013 € 6.009.000 minder besteed dan begroot. Het budget 2013 voor subsidies investeringsreserve is gelijk aan de verleende subsidies jaarschijf 2013 en bedraagt € 10.921.000. Op deze subsidies is voor 4.904.000 aan voorschotten verstrekt waardoor een budgetruimte van € 6.017.000 resteert voor de afwikkeling van deze subsidies in 2014 en verder. Het dagelijks bestuur heeft op 13 november jl. de subsidies verleend voor de jaarschijf 2014 voor een bedrag van € 3.340.000. Op deze verleningen is € 8.000 bevoorschot. Hier was in de begroting nog geen rekening mee gehouden. Samen leidt dit tot een onderbesteding van € 6.009.000. Daarnaast heeft het dagelijks bestuur in haar vergadering van 11 december jl. aanvullend aan twee projecten subsidie verleend voor totaal € 3.750.000. Op deze verleningen is nog niet bevoorschot. Financiële afwikkeling van deze subsidies zal verder vanaf 2014 plaatsvinden. Apparaatslasten: de afwijking vloeit voort uit de vastgestelde doorbelasting op basis van werkelijke lasten en baten voor de betreffende afdeling. Zie bijlage 12.2 Kostenverdeelstaat.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 40 -
Baten Er is binnen deze activiteit € 1.237.000 minder aan baten gerealiseerd dan begroot. Dit is - met uitzondering van de algemene dekkingsmiddelen - als volgt te verklaren: Groene Verbinding De baten met betrekking tot Groene Verbinding bedragen in 2013 € 1.116.000 minder dan begroot. Vanwege de lagere lasten in dit kader (€ 1.116.000) is de benodigde bijdrage uit het fonds Groene Verbinding lager dan begroot. De rentebaat was € 56.000 hoger dan begroot en is ten gunste van het fonds gebracht, waardoor per saldo de onttrekking aan het fonds € 1.172.000 lager was dan begroot. Onttrekking aan reserves Aan de Investeringsreserve is in 2013 € 6.009.000 minder onttrokken dan begroot. Dit als gevolg van de lagere lasten in dit kader. Zie ook toelichting bij lasten 'subsidies investeringsreserve - Regionaal groenblauw'. 6.5.2
Milieu
Wat willen we bereiken in 2014? Doelstelling Onderwerpen
Milieu 1. De duurzaamheidstrategie is vastgesteld en in uitvoering. De doelstelling is het bevorderen van duurzame ontwikkeling en het verbeteren van de leefomgevingskwaliteit in de regio. Hiervoor is een maatwerkbenadering per programma van de RSA in uitvoering en hierover word jaarlijks gerapporteerd. 2.
3.
Toelichting
1. 2. 3.
Het maatregelenpakket Luchtkwaliteit voor de stadsregio (inclusief de herijking 2010 RAP/RAL) is uitgevoerd. Daarmee wordt voldaan aan de doelstellingen van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit voor wat betreft het halen van de normen voor fijn stof (PM10) en NOx. Het Plan van Aanpak Regionale Klimaatagenda 2008–2012 is uitgevoerd en de reductie van de CO2 uitstoot (40 % reductie in 2025 t.o.v. 1990) ligt op schema. Het Plan van Aanpak voor de periode 2013–2016, inclusief een financiële paragraaf, is vastgesteld en in uitvoering.
Status Groen
Groen
Oranje
n.v.t. n.v.t. De Klimaatagenda is uitgevoerd en momenteel is de opvolger, de Duurzaamheidsagenda, in uitvoering. Dit leidt tot een beperking van de uitstoot van CO2. Door externe beïnvloeding ligt de reductie echter niet op (lineair) schema.
Wat is daarvoor gedaan in 2013? Onderwerp
Duurzaamheidstrategie en vervolg Klimaatagenda
Acties
1.
Toelichting
Status
Uitvoeren van de in 2011 vastgestelde duurzaamheidstrategie voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling in de regio en het ontwikkelen van instrumenten voor duurzame gebiedsontwikkeling.
Groen
2.
Afronden van het vervolg van de klimaatagenda in samenhang met de duurzaamheidsstrategie
Groen
3.
Het uitvoeren van projecten uit de nieuwe agenda. Het ondersteunen van regiogemeenten bij de uitvoering van de klimaatprojecten met programmacoördinatie en het beschikbaar stellen van middelen voor het aantrekken van deskundigheid en voor communicatie- en organisatiekosten.
Groen
4.
Het blijvend monitoren van de effecten van de klimaatagenda.
5.
Het faciliteren van de communicatie en de ambtelijke en bestuurlijke kennisuitwisseling tussen regiogemeenten.
1.
De uitvoering van de duurzaamheidsstrategie is vanaf 2013 opgenomen in de Duurzaamheidsagenda.
2.
De nieuwe Duurzaamheidsagenda is vastgesteld inclusief een uitvoeringsplan voor 2013 en later ook voor 2014.
3.
De uitvoering van de agenda loopt en daar waar nodig worden gemeenten ondersteund.
4.
In 2013 is afgesproken om vanaf 2014 een beleidsmonitor uit te voeren in plaats van een CO2 – monitor.
5.
Kennisuitwisseling vindt naast de platform-(ambtelijk) en stuurgroep overleggen sinds 2013 ook plaats tijdens de bestuurlijke netwerkateliers met bestuurders, raadsleden en marktpartijen.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 41 -
Groen Groen
Onderwerp
Luchtkwaliteit
Acties
1.
Voortzetten van de uitvoering van het maatregelpakket Luchtkwaliteit 2011-2014 (RAP/RAL).
Groen
2.
Uitvoeren van het in 2012 vastgestelde project Schoon op Weg in nauwe samenhang met het project Duurzame Mobiliteit.
Groen
3.
Deelnemen aan de uitvoering van de monitoring NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) in afstemming met de provincie Zuid-Holland en het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Groen
Voortzetten van de jaarlijkse actualisatie van het milieumodel voor de Regionale Verkeers- en Milieu Kaart (RVMK) dat door de DCMR in opdracht van de stadsregio beheerd wordt en in samenwerking met de regiogemeenten wordt toegepast en gebruikt.
Groen
5.
Verzorgen van kennisoverdracht naar en tussen de gemeenten.
Groen
1.
Het RAP/RAL is in uitvoering. Belangrijkste project hierin is Schoon op Weg dat mede het uitvoeringsprogramma is van Duurzame Mobiliteit voor de onderwerpen voertuigen en brandstoffen. Daarnaast wordt een deel van de luchtkwaliteitsmiddelen uitgegeven op basis van de subsidieverordening luchtkwaliteit. In 2013 is ten laste van het subsidieplafond van € 1.800.000 voor € 1.355.000 aan subsidies verstrekt. De stadsregio is voor de voortgang van het programma mede afhankelijk van aanvragers van subsidie. Er is dus voortgang geboekt maar iets minder dan gehoopt. Eind 2012 is een nieuwe Subsidieverordening uitgewerkt voor laadpalen elektrisch vervoer op eigen terrein. De hiervoor beschikbare middelen (€ 120.000) zijn in 2013 voor een groot deel uitgeput. Begin 2014 is daarom het besluit genomen om € 100.000 aan dit subsidieplafond toe te voegen. Samen met de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam wordt er daarnaast een subsidieregeling voor milieumaatregelen in de binnenvaart uitgevoerd vanaf 2013. De provincie voert de subsidieregeling uit en heeft in 2013 het volledige subsidieplafond van € 6,2 miljoen toegekend aan 45 subsidieaanvragers. De stadsregio draagt vanuit de luchtkwaliteitsgelden € 1,5 miljoen bij aan deze regeling.
2.
Binnen het lopende project Schoon op Weg is in 2013 het aparte project Stadsregio Rotterdam Elektrisch opgepakt. De NSL monitor is uitgevoerd en opgeleverd. Behalve voor de stad Rotterdam zijn er in de regio geen knelpunten luchtkwaliteit. Conform afspraken is de actualisatie van RVMK uitgevoerd en opgeleverd. Loopt zo veel mogelijk samen met de kennisdeling vanuit de duurzaamheidsagenda. Daarnaast is onder andere rondom de Ecomobielbeurs een aparte bijeenkomst voor de gemeenten georganiseerd.
4.
Toelichting
3. 4. 5.
Status
Wat heeft het gekost? Activiteit: Milieu
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
Lasten Directe lasten Apparaatslasten
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
2.524.240 603.099
-2.437.674 -23.918
4.961.914 627.017
2.695.197 639.583
1.713.157 663.875
3.127.339
-2.461.592
5.588.931
3.334.780
2.377.032
-675.000 -6.618 0 -1.261.847 -1.134.892 -17.846
0 -4.305 0 40.040 2.365.108 0
-675.000 -2.313 0 -1.301.887 -3.500.000 -17.846
0 -32.893 0 -1.301.887 -2.000.000 0
-750.000 -15.235 -12.360 -1.228.086 -74.410 -90.400
-3.096.203
2.400.843
-5.497.046
-3.334.780
-2.170.490
31.136
-60.749
91.885
0
206.542
0,00
0
0
0
0
Onttrekking aan (bestemmings)reserve : Klimaat Doorlopende activiteiten
-31.136
60.749
-91.885
0
-206.542
Totaal onttrekkingen aan reserves
-31.136
60.749
-91.885
0
-206.542
0
0
0
0
0
Totaal Baten Rijksbijdrage via provincie Zuid-Holland Rente Overige bijdragen Algemene dekkingsmiddelen Onttrekking aan fonds luchtkwaliteit Onttrekking aan fonds SLOK Totaal Resultaat vóór bestemming Toevoeging aan (bestemmings)reserve :
Totaal toevoegingen aan reserves
Resultaat na bestemming
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 42 -
Toelichting financiën: Lasten: Er is binnen deze activiteit € 2.438.000 minder besteed aan directe lasten dan begroot. Deze onderbesteding bestaat uit de volgende onderwerpen: Luchtkwaliteit : € 2.361.000; Klimaatagenda :€ 61.000; Milieu overig :€ 16.000. Luchtkwaliteit Er is in 2013 € 2.361.000 minder aan lasten verantwoord dan begroot en dit is als volgt te verklaren: -
-
-
-
Lasten subsidies op grond van de subsidieregeling Verbetering Luchtkwaliteit zijn € 1.404.000 lager dan begroot. Het subsidieplafond en tevens de begroting bedroeg in 2013 € 1.800.000. Van dit plafond is in 2013 voor € 1.355.000 aan subsidies verleend. Hiervan is € 97.000 verantwoord als besteding in 2013. Daarnaast is € 299.000 besteed aan subsidieverleningen uit eerdere jaren. De begroting van € 1.800.000 minus de verantwoorde bestedingen van € 396.000 op nieuwe en bestaande verleningen leidt tot de genoemde onderbesteding van € 1.404.000. De onderuitputting op het subsidieplafond 2013 zal in 2014 worden ingezet voor subsidies en projecten. Lasten subsidies op grond van de subsidieregeling Milieumaatregelen binnenvaart Zuid-Holland zijn € 666.000 lager dan begroot. Samen met de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam wordt een subsidieregeling voor milieumaatregelen in de binnenvaart uitgevoerd vanaf 2013. De provincie voert de subsidieregeling uit en heeft in 2013 het volledige subsidieplafond van € 6,2 miljoen toegekend aan 45 subsidieaanvragers. De stadsregio draagt vanuit de luchtkwaliteitsgelden € 1,5 miljoen bij aan deze regeling. De verdere financiële afwikkeling vindt in 2014 plaats. Lasten subsidies elektrische laadpalen op eigen terrein waren € 51.000 lager dan begroot. Het subsidieplafond voor deze regeling is opgenomen als begroting voor 2013 maar loopt door in 2014. Aanvragers hebben tot en met 30 september 2014 de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen. Inmiddels is begin 2014 het subsidieplafond bereikt en is er besloten op een aanvulling op het plafond aangezien de regeling bijzonder populair is. Lasten projecten Luchtkwaliteit waren € 240.000 lager dan begroot. Een deel loopt door in projecten in 2014 en een deel zal via subsidies in 2014 worden ingezet.
Duurzaamheidsagenda Er is aan de projecten van de Duurzaamheidsagenda in 2013 € 61.000 minder besteed dan begroot. Voor dit bedrag zijn wel verplichtingen aangegaan maar deze projecten lopen door in 2014. De onderuitputting betreft de reservemiddelen (reserve Duurzaamheid) en deze middelen blijven beschikbaar voor de uitvoering van de Duurzaamheidsagenda in 2014. De stand van de reserve Duurzaamheid bedraagt ultimo 2013 € 61.000. Milieu overig Er is in 2013 € 16.000 minder besteed dan begroot. De bijdrage aan Aïda betroffen in 2013 alleen beëindigingskosten. Het RegioGIS zal worden afgebouwd en daardoor waren er in 2013 nauwelijks kosten. Apparaatslasten: de afwijking vloeit voort uit de vastgestelde doorbelasting op basis van werkelijke lasten en baten voor de betreffende afdeling. Zie bijlage 12.2 Kostenverdeelstaat Baten: Er is binnen deze activiteit € 2.401.000 minder aan baten gerealiseerd dan begroot. Dit is (met uitzondering van de algemene dekkingsmiddelen) als volgt te verklaren: Luchtkwaliteit De baten met betrekking tot Luchtkwaliteit bedragen in 2013 € 2.361.000 minder dan begroot. -
Aan rentetoevoeging fonds Luchtkwaliteit is in 2013 € 4.000 meer verantwoord dan begroot. Per saldo is de onttrekking aan het fonds Luchtkwaliteit vanwege de lager dan begrote werkelijke bestedingen van € 2.361.000 (zie toelichting lasten) en de hogere rentebaat van € 4.000 totaal € 2.365.000 lager dan begroot.
Onttrekking aan reserves Aan de bestemmingsreserve Duurzaamheid is in 2013 € 61.000 minder onttrokken dan begroot. Dit als gevolg van het doorschuiven van een aantal projecten naar 2014. De stand van deze reserve bedraagt ultimo 2013 € 61.000 en dit bedrag blijft beschikbaar voor de uitvoering van de projecten uit de Duurzaamheidsagenda in 2014.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 43 -
6. 6
Jeugdzorg
Programmarekening Programmarekening: Jeugdzorg
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
Lasten Directe lasten Apparaatslasten
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
134.786.692
-1.584.909
136.371.601
125.326.543
130.650.373
134.786.692
-1.584.909
136.371.601
125.326.543
130.650.373
-132.127.262 15.153 -680.351 -25.000 -428.504 0
149.999 25.153 1.381.999 0 0 0
-132.277.261 -10.000 -2.062.350 -25.000 -428.504 0
-124.891.543 -10.000 0 0 -425.000 0
-126.380.194 28.585 -1.377.408 -2.033.768 -428.933 -288.656
-133.245.964
1.557.151
-134.803.115
-125.326.543
-130.480.373
1.540.728
-27.758
1.568.486
0
170.000
0
0
0
0
0
Onttrekking aan (bestemmings)reserve : Onttrekking aan reserve Ieder kind Wint Onttrekking reserve Weerstandsvermogen
0 -1.540.728
0 27.758
0 -1.568.486
0 0
-170.000 0
Totaal onttrekkingen aan reserves
-1.540.728
27.758
-1.568.486
0
-170.000
0
0
0
0
0
Totaal Baten Rijksbijdrage Rente jeugdzorg Onttrekking fonds Jeugdzorg Bijdrage provincie Zuid-Holland Bijdrage gemeente Rotterdam Bijdrage gemeenten decentralisatie Jeugdzorg Totaal Resultaat vóór bestem m ing Toevoeging aan (bestemmings)reserve :
Totaal toevoegingen aan reserves
Resultaat na bestemming
Toelichting financiën: Lasten Er is binnen deze activiteit € 1,6 miljoen minder besteed aan directe lasten dan begroot. Deze onderschrijding bestaat voornamelijk uit de volgende onderwerpen: -
-
-
-
In de eerste bestuursrapportage 2013 is voor extra incidentele zorginkoop een onttrekking aan het fonds begroot omdat er nog rekening werd gehouden met een lagere rijksbijdrage in 2013 dan uiteindelijk werd gerealiseerd. In de 2e bestuursrapportage is de rijksbijdrage en het lastenbudget verhoogd maar heeft geen verlaging van de fondsontrekking en het bijbehorende lastenbudget plaatsgevonden. Dit leidt tot een onderschrijding op de lasten van € 0,65 miljoen. Er is voor € 0,15 miljoen teruggevorderd op subsidies uit voorgaande jaren waar in de begroting geen rekening mee was gehouden. Dit leidt tot een onderschrijding van € 150.000. Daarnaast is er bij een aantal projecten binnen de begroting voor € 0,3 miljoen minder besteed. Dit betreft een onderzoek naar stut en steun waar geen vervolg aan gegeven is vanwege prioritering taken decentralisatie. Dit zal volgend jaar opgepakt worden. Het project stut en steun is wel gestart. De post onderzoek is bij de 2e bestuursrapportage 2013 niet bijgesteld omdat op dat moment niet duidelijk was of er nog een vervolg nodig was op de onderzoeken die inmiddels plaats hebben gevonden. Het project eigen kracht is voor een deel uitgevoerd omdat dit pas laat in het tweede deel van 2013 gestart is. Dit zal in 2014 verder opgepakt worden. Er is voor het programmaplan regiogemeenten € 0,18 miljoen minder besteed. De werkgroepen die hiervoor in het leven zijn geroepen hebben minder besteed dan begroot. In het begin van het jaar was nog niet duidelijk hoe precies de opdracht eruit zag voor ondersteuning van de jeugddecentralisatie op regionale schaal. In de meicirculaire van 2013 is aangegeven dat het ministerie van Binnenlandse zaken € 0,15 miljoen bijdraagt in de decentralisatiekosten. Deze bijdrage is in de 2 e bestuursrappportage ter begroting gebracht en met dit bedrag is het lastenbudget verhoogd. Deze bijdrage was echter al opgenomen in de verzameluitkering van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit leidt tot een onderschrijding van € 150.000
Baten Er is binnen deze activiteit € 1,6 miljoen minder aan baten gerealiseerd dan begroot. Dit is als volgt te verklaren: - Vanwege de lagere lasten in dit kader van € 1,6 miljoen was de benodigde bijdrage uit het fonds Jeugdzorg ook € 1,6 miljoen lager dan begroot. Zie verder de toelichting bij de lasten.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 44 -
Wat willen we bereiken in 2014? Doelstelling Onderwerpen
Toelichting
Jeugdzorg 1. Veiligheid staat voorop. 2. Een betere afstemming vraag en aanbod van de jeugdzorg.
Status Groen Groen
3.
Tijdige en kwalitatief goede zorg.
4.
Een stevige zorgketen over de domeinen heen
1. 2. 3.
n.v.t. n.v.t. In 2013 zijn verschillende ontwikkelingen doorgezet en in gang gezet, die bijdragen aan versnelling van de inzet van zorg en tot kwaliteitsverbetering. De decentralisatie Jeugdzorg per 1-1-2015 heeft de focus van deze ontwikkelingen wel mede stevig bepaald. Vanaf 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp. Ontwikkelingen die de stadsregio in 2013 heeft ingezet dan wel opgestart hebben tot doel om ook een bijdrage te leveren aan de voorbereiding op de decentralisatie. Instellingen hebben de aanpak Perspectief geïmplementeerd waardoor scherper toegewerkt wordt naar het einddoel. Ook de aanpak Beter Beschermd plus is een kwalitatieve stap naar voren, waardoor eerder zorg wordt ingezet. Ook het verbeteren van de ketenlogistiek door start zorgbemiddelingspunt bij Bureau Jeugdzorg is een belangrijke ontwikkeling. Desalniettemin is het werken aan kwaliteitsverbetering een onderwerp dat blijvend aandacht behoeft waarbij verbeteringen nog mogelijk zijn. Daarom is dit onderwerp op oranje gezet n.v.t.
4.
Oranje Groen
Wat is daarvoor gedaan in 2013? Onderwerp
Veiligheid staat voorop.
Acties
1.
Er is geen wachtlijst bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).
2.
Eind 2013 zijn de doorlooptijden met 2 maanden verminderd ten opzichte van de doorlooptijd per 31 december 2012.
3.
De 1e fase van de werkwijze Beter Beschermd plus (BB+) is uitgevoerd.
1.
De wachtlijst bij het deel Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) van Bureau Jeugdzorg is niet volledig terug gebracht. Wel is Bureau Jeugdzorg er in geslaagd de wachtlijst in 2013 aanmerkelijk in te korten en te verkleinen door flexibilisering van de inzet van medewerkers. In 2014 zal, door extra inzet van middelen, de wachtlijst dienen te verdwijnen. Het betreft hier de doorlooptijd van de ondertoezichtstellingen (OTS). In 2013 is de doorlooptijd van OTS-en verlaagd naar het gestelde doel door uitstroom bevorderende maatregelen.
Toelichting
2. 3.
Status
Betere afstemming vraag en aanbod Jeugdzorg.
Acties
1.
Toelichting
Groen Groen
In 2013 is de Beter Beschermd Plus (BB+) aanpak uitgevoerd op de hele zuidoever van de stadsregio. In de BB+ aanpak wordt eerder stevig ingezet met drang en begeleiding in gezinssituaties waar een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming wordt ingezet. Doel is om eerder dan de behandeling bij de rechter al verbeteringen in het gezin te realiseren. Dit leidt tot minder en korter durende uithuisplaatsingen en Ondertoezichtstellingen. In 2014 zal de werkwijze ook aan de Noordoever geïmplementeerd gaan worden.
Onderwerp
2.
Oranje
Eind 2013 is er een systeem aanwezig dat ervoor zorgt dat jeugdigen sneller door het zorgaanbod heen gaan, zodat onnodig wachten op de juiste zorg geminimaliseerd wordt. Kinderen met een crisisbesluit van Bureau Jeugdzorg worden altijd binnen 24 uur geholpen
Status
Oranje
Groen
3.
Geen enkel kind wacht onverantwoord.
4.
De doelgroep Stut en Steun wordt kwalitatief en kwantitatief onderzocht.
1.
Het systeem is geïmplementeerd. Gaat om een digitaal systeem dat aanbod en vraag matcht. Daarnaast is het zorgbemiddelingspunt bij Bureau Jeugdzorg ingericht. Door deze ontwikkelingen zijn er verbeteringen waarneembaar in de doorstroom. Echter, de effecten hiervan zullen nog versterkt moeten worden.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 45 -
Oranje Rood
2. 3.
4.
Kinderen in crisissituaties krijgen prioriteit. Dit geldt zowel voor de inzet door Bureau Jeugdzorg zelf, bijvoorbeeld vanuit het crisisinterventieteam, alsmede vanuit de instellingen Jeugd & Opvoedhulp door wie crisissituaties met prioriteit worden opgepakt. Bij de toekenning van zorg wordt door Bureau Jeugdzorg en de instellingen nadrukkelijk gekeken naar de ernst van de problematiek bij een kind/jeugdige en wat dit betekent voor prioriteitstelling wat betreft start van hulpverlening. Dit betekent dat kinderen met hoge prioriteit voorgaan. In de regio is nog steeds sprake van wachtlijsten voor zorg. Dit betekent dat sommige kinderen langer moeten wachten op zorg dan anderen. In 2014 zal het terugdringen van wachtlijsten aandacht blijven vragen en krijgen. Genoemde exercitie is niet gedaan, omdat het aantal aangemelde jeugdigen voor de Stut en Steun erg laag was waardoor er geen onderzoek op een verantwoorde manier naar gedaan kon worden. Het lage aantal aanmeldingen is te verklaren door het feit dat de pilot Stut en Steun pas medio 2013 van start is gegaan (dus jongeren werden feitelijk met ingang van genoemde datum aangemeld voor de pilot). Er wordt samen met de betrokken zorgaanbieders stevig ingezet op het verhogen van de instroom naar genoemde pilot. In het tweede kwartaal van 2014 zal bezien worden of onderzoek naar de doelgroep Stut en Steun mogelijk is. Gemeenten zijn zich in 2013 gaan voorbereiden op de decentralisatie Jeugdzorg. Veel nadruk zal komen te liggen op de werking van lokale teams. Deze integrale teams dienen een groot deel van de problematiek die in hun gebied (bv wijk) voorkomt zelf op te pakken. Ook zullen deze teams naar verwachting een belangrijke rol krijgen bij het bieden van langduriger Stut en steun aan kwetsbare gezinnen. De Stadsregio heeft zich daarom in 2013 vooral gericht op de ondersteuning bij de ontwikkeling van de lokale structuren b.v. middels proeftuinen. Daarnaast heeft de stadsregio de financiering van de voormalige RAS-gelden gecontinueerd, waardoor bestaande aanpakken voor Stut en steun overeind bleven. In 2014 zal de stadsregio de gemeenten in de regio ondersteunen bij het realiseren van de lokale teams door menskracht beschikbaar te stellen van instellingen Jeugd & Opvoedhulp en Bureau Jeugdzorg.
Onderwerp
Een stevige zorgketen over de domeinen heen.
Acties
1.
Toelichting
1
Een samenwerking aan gaan met de zorgverzekeraars en zorgkantoren, zodat de inkoop van integrale trajectzorg wordt bevorderd.
Status Oranje
De samenwerking met de zorgverzekeraars en zorgkantoren is in 2013 aangehaald. De dynamiek rondom de decentralisatie jeugdzorg per 01/01/2015 heeft er echter toe geleid dat de prioriteit is gelegd op de voorbereiding van de decentralisatie Jeugdzorg. In 2014 zal met instellingen en financiers verder de ontwikkeling van het zorgportfolio worden opgepakt. Dit zal worden ingezet ter voorbereiding op de decentralisatie per 2015.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 46 -
7.
Paragrafen
7.1 Bestuurlijke zaken en communicatie Besluitvorming en participatie Het bestuur van de stadsregio vertegenwoordigt de gemeenten die aan het samenwerkingsverband deelnemen. Een transparante besluitvorming en voldoende betrokkenheid van de gemeenten zijn daarbij voorwaarden. Dit gebeurt enerzijds via formele, in de gemeenschappelijke regeling vastgelegde kanalen als vergaderingen van het dagelijks bestuur, portefeuillehoudersoverleggen en vergaderingen van het algemeen bestuur. Anderzijds tal van bestuurlijke overleggen en bijeenkomsten voor raadsleden. Het dagelijks bestuur stuurt dit proces van consultatie en besluitvorming. De door het algemeen bestuur vastgestelde Regionaal Strategische Agenda (RSA) is voor het dagelijks bestuur het inhoudelijk kader. Samenwerking en belangenbehartiging De kansen en mogelijkheden voor ruimtelijk-economische ontwikkeling in de regio worden mede bepaald door besluitvormingsprocessen op bovenregionale schaalniveaus, bijvoorbeeld de Zuidvleugel of de Randstad. Het dagelijks bestuur behartigt hierbij de regionale belangen en lobbyt voor voldoende middelen voor stadsregionale projecten. Op de verschillende beleidsterreinen van de stadsregio heeft het dagelijks bestuur samen gewerkt met Haaglanden in de metropoolregio (o.a. kantorenstrategie) en met de Drechtsteden (o.a. Deltapoort) en WestBrabant (strategie bedrijventerreinen). De provincie Zuid-Holland is op alle terreinen een belangrijke samenwerkingspartner. Afbouw stadsregio De aangekondigde intrekking van de Wgr-plus betekent dat de stadsregio zich moet voorbereiden op het afronden en/of overdragen van programma’s, projecten, subsidies en verordeningen en het afbouwen van de organisatie. Dat betekent een intensivering van de juridische werkzaamheden. Beschikkingen en overeenkomsten dienen op een verantwoorde wijze te worden afgewikkeld. Daar waar van overdragen geen sprake is, dienen de financiële en juridische verplichtingen beëindigd te worden. Los daarvan dienen vele besluitvormingsprocedures doorlopen te worden om de opheffing volledig af te kunnen ronden. In 2013 is het liquidatieplan opgesteld en is de besluitvormingsprocedure daarvan grotendeels doorlopen. Ook zijn de juridische consequenties van de liquidatie van de stadsregio geïnventariseerd. De voorbereiding van de juridische afwikkeling van de transitie jeugdzorg wordt verzorgd door de GGD Rotterdam. Subsidieverlening In 2013 is een enorme kwaliteitsslag gemaakt in de beoordelingsprocedures en documenten (beschikkingen) ten aanzien van de subsidieverlening investeringsreserve. Hierbij is ook veel aandacht uitgegaan naar het informeren van gemeenten over werkwijzen. Op deze manier is een betere kwaliteit aanvragen ontvangen. Ook zijn zaken scherper uitgeschreven opdat ook na beëindiging van de stadsregio de lopende verplichtingen ordentelijk kunnen worden afgehandeld door een eventuele derde. Verordeningen In 2013 zijn een aantal verordeningen aangepast. Ook zijn voorbereidingen getroffen voor het intrekken of wijzigen van een aantal verordeningen in verband met de verwachte opheffing van de stadsregio. In het kader van de woonruimtebemiddeling is een geheel nieuwe verordening voorbereid. Communicatie De communicatie van de stadsregio stond vooral in het teken van het uitdragen en toelichten van de besluiten van het algemeen en dagelijks bestuur en de uitvoering van projecten uit de Regionaal Strategische Agenda. Hiertoe werd veelvuldig contact onderhouden met de media, in 2013 verschenen ongeveer 40 persberichten. De informatievoorziening van de stadsregio werd gerealiseerd via publicaties in huis aan bladen, de website en eigen media. Er verschenen in 2013 in totaal 13 Regiojournaals. Tevens verschenen er drie nummers van het #MRDH magazine, het relatiemagazine dat de stadsregio samen met het Stadsgewest Haaglanden uitgeeft en wordt verspreidt onder 6000 relaties. De vernieuwde website van de stadsregio is opgeleverd. Voor verschillende regionale programma´s werden communicatieproducten gemaakt en activiteiten ontwikkeld.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 47 -
7.2 Bedrijfsvoering In 2013 zijn de reguliere activiteiten op het gebied van de bedrijfsvoering, zoals het opleveren van de producten uit de P&C-cyclus uitgevoerd. Ook zijn er weer verbeteringen binnen de bedrijfsvoering doorgevoerd. In deze paragraaf Bedrijfsvoering worden die ontwikkelingen toegelicht. Anders dan verwacht is er geen sprake geweest van de opheffing van de stadsregio per 1 januari 2014. Naar verwachting zal de opheffingsdatum nu 1 januari 2015 zijn. 4.2.1
Financiën en control
Control In de achterliggende jaren is een grote stap gezet waar het gaat om het sturen op financiële informatie. Financiële informatie wordt inmiddels dagelijks ververst en digitaal aangeboden. Hierdoor is de sturing en het financieel besef binnen de organisatie toegenomen. Daarnaast is in 2013 ook de personeelsinformatie digitaal raadpleegbaar geworden. AO en IC Met een VIC (verbijzonderde interne controle) wordt via steekproeven getoetst of processen worden doorlopen op de afgesproken en beschreven manier. In 2013 zijn diverse VIC’s uitgevoerd conform het vastgestelde IC-plan en is daarover gerapporteerd. Ook zijn de verbeterpunten die de accountant in zijn verslag bij de jaarrekening 2012 heeft gemaakt, gerealiseerd. 4.2.2
Personeel en organisatie
Organisatieontwikkeling De toegestane formatie van de stadsregio was in 2013 59 FTE. In het kader van de naderende opheffing is ook in 2013 vrijgekomen formatie van vertrokken personeel – na beoordeling op noodzaak - ingevuld op basis van tijdelijke contracten. Dit om de omvang van herplaatsingsverplichtingen bij liquidatie zo laag mogelijk te houden. Inhuur Het reguliere inhuurbudget is ingezet voor inhuur, die nodig is om piekbelasting in de organisatie op te vangen of specialistische kennis binnen te halen. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim bij de stadsregio lag in 2013 onder de 2%. Hiermee is het verzuim van de stadsregio onder het landelijk gemiddelde. De verzuimfrequentie bedroeg 1,2. In 2013 zijn de in het kader van het ziekteverzuim ontwikkelde instrumenten gebruikt. Aanvullend is een preventief verzuimbeleid gevoerd. Door medewerkers tijdig te bevragen op onderwerpen als arbeidsmotivatie en carrierewensen is potentieel verzuim vroegtijdig opgespoord. Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke- en semipublieke sector (WNT). Overeenkomstig de uitgangspunten van de per 1 januari 2013 van kracht geworden Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector(WNT) dient de stadsregio Rotterdam te voldoen aan de vastgestelde normering van de bezoldiging aan topfunctionarissen en Interim-topfunctionarissen en publicatie daaromtrent in de jaarrekening. De bezoldigingsnorm voor de toetsing is omschreven in artikel 2.3 van de wet WNT en voor 2013 bepaald op € 228.533, inclusief onkostenvergoedingen en voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn. Topfunctionarissen. Het begrip Topfunctionaris binnen de kaders van wet WNT is binnen de stadsregio Rotterdam van toepassing op de leden van het Algemeen - en Dagelijks bestuur en de secretaris als hoofd van de organisatie. Hierbij geldt echter dat aan de functie van lid van het algemeen – en dagelijks bestuur geen bezoldiging is verbonden. De secretaris is in dienst van de stadsregio Rotterdam en de uitbetaalde bezoldiging in 2013 voor deze functie blijft onder de WNT-norm. Ter voldoening aan de voorgeschreven publicatieplicht in het kader van de WNT onderstaand een overzicht van de leden van het Algemeen- en Dagelijks bestuur, alsmede de secretaris in 2013 en de bezoldiging, die – indien van toepassing in 2013 is uitgekeerd.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 48 -
Dagelijks bestuur
Naam
Rotterdam Barendrecht Lansingerland Maassluis Rotterdam Rotterdam Spijkenisse
Functie
A. Aboutaleb J. van Belzen E.H. van Vliet J.A. Karssen H. de Jonge J.N. Baljeu C . Mourik
Albrandswaard Albrandswaard Barendrecht Bernisse Bernisse Brielle Brielle C apelle a/d Ijsssel C apelle a/d Ijsssel Hellevoetsluis Hellevoetsluis Hellevoetsluis Krimpen a/d Ijssel Krimpen a/d Ijssel Lansingerland Maassluis Ridderkerk Ridderkerk Rotterdam Schiedam Schiedam Spijkenisse Vlaardingen Vlaardingen Westvoorne Westvoorne
periode
voorzitter portefeuillehouder portefeuillehouder portefeuillehouder portefeuillehouder portefeuillehouder portefeuillehouder
Algemeen bestuur Naam R.C .S. van Praag H.J. van der Graaff B.J. Nootenboom P.J. Bouvy-Koene S. van der Weg G.W.M. van Viegen K.J. Schipper J.F. Koen D.P. van Sluis J.D. de Jongh-de C hamps E.H. Taal P.D. Hofman A. Prins J.H. Blankenberg H.J.M. de Paepe J. Luijendijk A. Attema A. den Ouden H. Karakus A.J.A. Wijten C .H.J. Lamers J.W. Mijnans J. Versluis T.P.J. Buinsma H. van Lith W.A. Sjoukes
belast. Omvang onkosten dienstverband vergoedin g bezoldiging vast variabel 2013
1-1 1-1 1-1 1-1 1-1 1-1 1-1
t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m
31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013 31-12-2013
onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd onbezoldigd
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
141.930
n.v.t.
n.v.t.
36 uur
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband
Functie lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid lid
1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 8-10-2013 8-10 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013 1-1 t/m 31-12-2013
Stadsregio -organisatie stadsregio
M.C . Jansen
secretaris
1-1 t/m 31-12-2013
195.000 *
*) de afgesloten beëindigingsovereenkomst voldoet aan de criteria van de Overgangsregeling.
Interim-topfunctionarissen In de WNT is ook geregeld, dat verantwoording wordt afgelegd omtrent een ieder aan wie de bezoldiging van zijn functie de maximale bezoldiging te boven is gegaan. Dit onderdeel heeft betrekking op medewerkers of interim krachten, die voor de organisatie werkzaamheden in 2013 hebben verricht. Met betrekking tot interim-krachten wordt hierbij uitgegaan van ingehuurde krachten, die structureel aan de werkprocessen van de stadsregio een bijdrage leveren als ver-vanger op een beschikbare formatieplaats. Interimkrachten voor specifieke projectondersteuning en alleen op afroep inzetbaar zijn worden hierin niet meegenomen. Voor het bepalen van een publicatie wordt in dit verband uitgegaan van een norm voor produc-tieve uren van 1.620 uur per jaar. Rekening houdend met eerder vermelde bezoldigingsnorm in het kader van de WNT van € 228.533 betekent dit een normtarief van afgerond € 141,-- per uur, waarbij publicatie in het kader van de WNT in de jaarrekening 2013 verplicht is. Uit de 3e Bedrijfsvoeringrapportage van 2013 blijkt, dat voor interim-krachten, die in 2013 voor de stadsregio actief zijn geweest, de uurtarieven varieerden van € 18,90 tot € 180,-- per uur. Drie interim krachten hebben in 2013 gedurende een periode van meer dan 6 maanden werkzaamheden voor de stadsregio verricht tegen een uurtarief dat hoger was dan de hiervoor benoemde grens van € 141,--. Vergoedingen Functie
periode
Uurtarief
omvang opdracht
Projectmanager Detailhandel,
1-1 t/m 31-12-2013
156,25
2 dagen/44 weken
Projectleider Woningmarktafspraken
1-1 t/m 31-12-2013
156,25
2 dagen/44 weken
Specialist Ondersteuning Regionale Herstructurerins- en Ontwikkelingbureau Rijnmond
1-1 t/m 31-12-2013
180,--
320 uur
Motivatie voor de inhuur: Inhuur van specifieke kennis voor projecten. Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 49 -
beloning
vast
variabel
107.344
n.v.t.
n.v.t.
150.469
n.v.t.
n.v.t.
31.205
n.v.t.
n.v.t.
4.2.3
Informatie- en communicatietechnologie
In 2013 is het ICT-plan fase 2 geïmplementeerd. Dit plan behelst het digitaliseren van een groot aantal processen en ook het digitaal versturen van de bestuurlijke stukken Het gaat betreft de volgende processen: : E-docs, het documentair informatiesysteem, is opnieuw ingericht en gebruikersvriendelijker gemaakt. Zo kan vanuit E-docs rechtstreeks worden gepubliceerd op de website; de Telewerk functionaliteit is geïmplementeerd voor thuiswerken van medewerkers; de verlofregistratie is geautomatiseerd alsmede het proces voor uitgaande facturering; het fiatteringsproces voor inkomende facturen en de betaling daarvan is geautomatiseerd; de P&O-informatie per medewerker is gedigitaliseerd; een portal voor elektronisch aanvragen van BDU subsidies is tot stand gebracht; de subsidies Investeringsreserve en Luchtkwaliteit worden geadministreerd in de subsidieapplicatie Stratech. Ook met het oog op de liquidatie met een eventuele overdracht van taken is een eenduidige subsidieregistratie van belang; tenslotte wordt met de aanschaf van I-pads inmiddels in het dagelijks bestuur en het directieteam-overleg papierloos vergaderd. Vanaf 2013 is het proces gestart om te komen tot een archief, dat alleen nog maar digitale informatie bevat. Hierover is met het stadsarchief van de gemeente Rotterdam overeenstemming bereikt. Mede in het licht van de overdracht van het archief van de stadsregio naar het stadsarchief.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 50 -
7.3 Financiering In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële positie en het financieringsgedrag van de stadsregio. 7.3.1 Financiële positie De financiële positie per begin en ultimo 2013 laat zich als volgt becijferen:
Balans en financiering 2013 Beschikbaar op lange termijn Reserves Schulden op lange termijn Benodigd op lange termijn Materiële vaste activa Financiële vaste activa Immateriële vaste activa
2012
61.634.979 8.497.557
68.006.407 22.252.836 70.132.536
335.332 143.584.183 1.470.526
90.259.243 294.857 148.384.183 2.404.720
145.390.041 Financieringstekort/overschot Te weten Vlottende activa Vlottende passiva Werkkapitaal
151.083.761
75.257.505-
60.824.518-
378.520.504 453.778.009
406.121.438 466.945.957
75.257.505-
60.824.519-
Hieruit blijkt, dat het werkkapitaal is afgenomen met een bedrag van € 14.432.986. In onderstaande staat van herkomst en besteding van middelen is aangegeven hoe dit bedrag is samengesteld.
Staat van herkomst en besteding middelen Beschikbaar gekomen uit Resultaat boekjaar 2013 Verkoop/aflossing financiële vaste activa Verkoop/aflossing immateriële vaste activa Afschrijving materiële vaste activa Afschrijving immateriële vaste activa Dotaties investeringsreserve
2.303.244 19.500.000 861.375 89.869 1.121.689 7.197.760 31.073.937
Besteed aan Aflossing schulden op lange termijn Investeringen materiële vaste activa Investeringen financiële vaste activa Investeringen immateriële vaste activa Onttrekking bestemmingsreserve verkeer Onttrekking bestemmingsreserve klimaat Onttrekkingen bestemmingsreserve doorlopende activiteiten Onttrekkingen bestemmingsreserve weerstandsvermogen Onttrekkingen investeringsreserve
13.755.279 130.344 14.700.000 1.048.870 5.000.000 31.136 176.564 2.294.363 8.370.368 45.506.924
Afname werkkapitaal
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
-14.432.986
- 51 -
Bij de beoordeling van het hiervoor gepresenteerde financieringstekort ultimo 2013 ad. € 75.257.505 dient het volgende in aanmerking te worden genomen. De fondsen, waarin de ontvangen en nog niet bestede rijksmiddelen worden beheerd (met name de BDU Verkeer en Vervoer) staan conform de wettelijke vereisten weliswaar als schuld korte termijn op de balans, maar zijn in de praktijk voor het grootste deel als lang vreemd vermogen te beschouwen. Mede op grond van de meest actuele liquiditeitsramingen kan genoemd deel per balansdatum worden becijferd op tenminste € 250 miljoen. 7.3.2 Treasuryfunctie en - beleid De wettelijke kaders voor de uitvoering van de treasuryfunctie liggen vast in de wet Financiering decentrale overheden (FIDO) en de daarbij behorende ministeriële regelingen (RUDDO, UFDO en BLDO). Het beleid van de stadsregio voor de treasuryfunctie is vastgelegd in het Treasurystatuut 2012. Het doel van de treasuryfunctie kan worden geformuleerd als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s op een zodanige wijze, dat risico’s maximaal worden geminimaliseerd en opbrengsten worden geoptimaliseerd. De stadsregio ontvangt rente over in de financiële markt uitgezette middelen. Dat gebeurt binnen de wettelijke kaders (FIDO, RUDDO) en die van het vigerende treasurystatuut 2012. Op basis van periodiek te actualiseren liquiditeitsplanningen zijn deze middelen in een mix van kort - en langlopende beleggingen uitgezet. Om beter kunnen voldoen aan de door Europa gestelde begrotingsdiscipline is sinds 15 december 2013 een daartoe strekkende wijziging van de wet Financiering decentrale overheden (FIDO) van kracht. Hiermee worden alle decentrale overheden verplicht om alle geldmiddelen die zij niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak aan te houden in ’s Rijks schatkist. Dat is van grote invloed op de treasuryfunctie en – opbrengsten van decentrale overheden. In ‘Rijks schatkist kan een decentrale overheid middelen aanhouden in rekening-courant en/of in deposito’s met een looptijd variërend van een week tot maximaal 30 jaar. Over het dagelijkse saldo in rekening-courant wordt de daggeldrente (het zgn. Eonia-tarief) vergoed. De te vergoeden rente op deposito’s is gelijk aan de percentages waartegen het Rijk zelf leent op de geld- en kapitaalmarkt. Omdat de actuele rentetarieven historisch gezien extreem laag zijn en soms zelfs negatief, is expliciet bepaald dat de aan decentrale overheden te vergoeden rente nooit negatief kan zijn. Alle rentepercentages worden dagelijks vastgesteld op basis van de actuele marktrente. Uitzettingen uit hoofde van de publieke taak blijven voor decentrale overheden mogelijk. Zo kunnen ook na invoering van het verplicht schatkistbankieren leningen worden verstrekt aan derden of eigen vermogen aan verbonden partijen. Daarnaast kunnen decentrale overheden er als alternatief voor het aanhouden van overtollige middelen in ‘Rijks schatkist voor kiezen om schulden af te lossen en/of aan elkaar leningen te verstrekken (los van de publieke taak). Bij onderling te verstrekken leningen gelden twee voorwaarden. Ten eerste mag er geen verticale toezichtrelatie bestaan tussen geldverschaffer en lener en ten tweede dienen onderlinge leningen aan het CBS te worden gerapporteerd op een nog nader te bepalen wijze. Beleggingen, die vóór 4 juni 2012 om 18.00 uur zijn aangegaan en een looptijd hebben tot na 31 december 2013 mogen tot het einde van de looptijd worden aangehouden. Herbelegging van deze middelen is toegestaan, mits dat binnen de oorspronkelijk overeengekomen looptijd past. De op grond van de wet BDU Verkeer en Vervoer verplichte jaarlijkse toerekening van rente aan de fondsen BDU op basis van het herfinancieringstarief van de Europese Centrale Bank (de zgn. refirente) is met de invoering van het verplicht schatkistbankieren vanaf 2014 vervallen. De financieringsstructuur van de stadsregio wordt in belangrijke mate bepaald door het verstrekken van middelen in de vorm van subsidies en (project)bijdragen aan gemeenten, bedrijven en instellingen, die (soms al veel) eerder van vooral het Rijk zijn ontvangen. Mede gezien de omvang daarvan is daarmee door de jaren heen sprake van een forse vermogenspositie. Het uitzetten van deze middelen bracht tot nu toe structurele en – ondanks de steeds lagere rentetarieven in de afgelopen jaren – relatief belangrijke rentebaten. Verplicht schatkistbankieren leidt onontkoombaar tot lagere vermogensopbrengsten. Binnen de hiervoor geschetste kaders is daarom ingezet op de volgende beleidslijnen om de voorziene negatieve effecten te minimaliseren: 1. Aanhouden van de bestaande beleggingsportefeuille in lange middelen (obligaties met een looptijd van > 1 jaar) tot het einde van de looptijd, die varieert van 2014 tot 2016; 2. Het verstrekken van leningen aan andere decentrale overheden als substituut voor de belegging in lange middelen (dus met een looptijd > 1 jaar). Daarmee wordt een substantieel hoger rendement behaald dan het Rijk in de vorm van deposito’s kan bieden. Hiertoe wordt een overeenkomst aangegaan met BNG Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 52 -
Vermogensbeheer B.V. (onderdeel van de Bank Nederlandse Gemeenten), die dit geheel voor de stadsregio kan faciliteren. Het vigerende treasurystatuut 2012 moet daarop worden aangepast; 3. Gebruik maken van de depositofaciliteiten van het Rijk op basis van een gemiddelde looptijd van 1 jaar. De drie genoemde instrumenten worden in een nader uit te werken mix ingezet tot maximaal het gemiddelde lange vermogen van de stadsregio.
7.3.3 Renteontwikkeling, uitzettingen en rendement 2013 In het verslagjaar is de lange rente licht gestegen en is de korte rente stabiel gebleven op historisch gezien zeer lage niveaus. Een en ander komt tot uitdrukking in de volgende grafiek, waarin het renteverloop van korte (Euribor 6 maands) en lange rente (op basis van de jongste 10-jarige Nederlandse staatslening) in 2013 zijn weergegeven.
Rentetarieven 2013 2,50% 2,00% 1,50%
1,00% 0,50% 0,00% J
F
M
A
M
J
Euribor 6 maanden
J
A
S
O
N
D
Jongste staatslening 10 jaar
De rentebaten ten opzichte van het vorige jaar zijn gedaald van € 6,9 miljoen naar € 5,3 miljoen. Als oorzaak daarvoor kan vooral de ten opzichte van 2012 gedaalde korte rente worden aangemerkt (N.B. het 6-maands Euribor tarief bedroeg geheel 2013 ongeveer 1/3 van het gemiddelde tarief in 2012). Daarbij dient ook in ogenschouw te worden genomen, dat het aandeel van de kortlopende beleggingen in de totale beleggingsportefeuille als gevolg van de invoering van het verplicht schatkistbankieren in het verslagjaar fors is gegroeid. In het verslagjaar zijn uit rendementsoverwegingen twee fondsen binnen de obligatieportefeuille geconverteerd naar andere fondsen en is één fonds vervroegd afgelost. De per balansdatum aanwezige waarden en de mutaties daarop in het verslagjaar zijn per fonds als volgt te specificeren: Jaar Tegenpartij Rabobank Nederland
Rating*
Afgelost
Verkocht
Nominaal
in
in
in
bedrag per
2013
2013
2013
31-12-2013
AA
2014
AAA
2014
Abbey National (covered)
AAA
2014
AA
2014
Europese Unie
AAA
2014
Bank Nederlandse Gemeenten
AAA
2015
Nederlandse Waterschapsbank
AAA
2015
Kreditanstalt für Wiederaufbau
AAA
2015
Wereldbank
AAA
2015
RBS (covered)
AAA
2015
Crédit Foncier (covered)
AAA
2016
ING Bank N.V. (covered)
AAA
2016
Europese Unie
AAA
2016
Rabobank Nederland
AA
2016
Vlaamse Gemeenschap
AA
2016
Europese Investeringsbank
AAA
2016
Swedbank Hypotek (covered)
AAA
2016
NIBC (staatsgarantie)
AAA
2014
Leaseplan (staatsgarantie)
AAA
2014
Leaseplan (staatsgarantie)
AAA
2014
Europese Investeringsbank
AAA
2015
Europese Unie
AAA
2016
Rabobank Nederland
AA
2015
Cades
AA
2015
Danske Bank (covered)
AAA
2015
Bank Nederlandse Gemeenten
AAA
2016
TOTAAL-GENERAAL
Aangekocht
bedrag per 31-12-2012
ING Bank N.V. (staatsgarantie) Cades
Nominaal
(laatste) aflossing
5.000.000 5.000.000 5.000.000 5.000.000 5.000.000 5.000.000 7.500.000 5.000.000 5.112.920 5.000.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 7.500.000 5.000.000 7.500.000 5.000.000 4.800.000 200.000 7.500.000 7.000.000 7.000.000 5.000.000 7.500.000
7.100.000 7.600.000 -
5.000.000 -
7.500.000 7.000.000 -
146.612.920
14.700.000
5.000.000
14.500.000
* rating Moody's volgens opgave Schretlen per 31 december 2013
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 53 -
(Dis)agio
(Dis)agio
Afschrijvingen
per
koop/verkoop
en correcties
per
2013
2013
31-12-2013
31-12-2012
5.000.000
(Dis)agio
93.254
-
87.953
-
75.328
-
75.328
-
5.000.000
8.600
-
5.749
5.301 2.851
5.000.000
146.853
-
80.847
66.007
5.000.000
90.424
-
48.824
41.600
5.000.000
41.060
-
20.117
20.944
7.500.000
21.299
-
8.784
12.515
5.000.000
131.315
-
52.382
78.932
5.112.920
352.913-
-
118.831-
234.082-
5.000.000
50.051
-
18.379
31.672
7.500.000
60.691
-
19.903
40.788
7.500.000
32.260
-
10.168
22.092
7.500.000
217.776
-
66.685
151.091
14.600.000
239.961
614.150
151.320
702.791
7.500.000
164.563
-
46.311
118.252
5.000.000
20.525
-
5.798
14.726
7.500.000
209.874
-
55.753
154.122
5.000.000
155.846
-
123.125
32.721
4.800.000
146.016
-
105.120
40.896
200.000
6.139
-
4.420
-
280.905
446.625414.750-
1.719
19.713-
146.007-
4.819
206.010-
-
213.559
7.000.000
115.579
-
54.294
61.285
5.000.000
190.428
-
82.256
108.172
7.600.000
-
434.720
119.479
315.241
7.500.000
45.328
-
12.421
32.907
141.812.920
2.404.720
187.495
1.121.689
1.470.526
De beurswaarde per 31 december 2013 van deze beleggingen bedraagt € 148.272.839,03. De stadsregio had ultimo 2013 een belegd vermogen van € 484,0 miljoen. Per balansdatum kunnen de belegde en liquide middelen als volgt worden gespecificeerd: Obligaties
141,8
banksaldi in rekening-courant
66,7
Deposito
275,5
Totaal
484,0
Het gemiddelde bedrag aan belegde en liquide middelen bedroeg in 2013 € 495,0 miljoen, waarover een bedrag van € 5,3 miljoen aan rentebaten is gegenereerd. Dit laat zich vertalen naar een rendement van 1,07% (1,34% in 2012). De huisbankier van de stadsregio is de Rabobank. Daarnaast is er een relatie met een dochteronderneming van de Rabobank, de vermogensbeheerder Schretlen & Co. Als gevolg van en ter voorbereiding op de invoering van het verplicht schatkistbankieren is tevens een relatie aangegaan met de ING Bank, ABN-AMRO, Kas Bank en BNG Vermogensbeheer. De stadsregio hanteert als uitgangspunt dat alle rentebaten aan de algemene dekkingsmiddelen worden toegevoegd, tenzij wet- en regelgeving vereist dat er rente aan specifieke reserves, voorzieningen of fondsen moet worden gedoteerd. Op basis daarvan zijn we verplicht rente toe te voegen aan de volgende fondsen: -
-
Fondsen BDU Conform de betreffende bepalingen in de Wet Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer moet het nog te besteden saldo van de BDU per 1 januari van elk boekjaar, voor zover die moet worden verantwoord volgens het principe van Single Information Single Audit (zie bijlage 10.7), worden vermeerderd met rente op basis van het dan geldende tarief voor de basisherfinancieringsrente van de Europese Centrale Bank. Dit tarief bedroeg per 1 januari 2013 0,75%. Aan het fonds BDU is op basis daarvan een bedrag van € 2.808.662 aan rente toegevoegd. Fondsen Jeugdzorg/Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam/Luchtkwaliteit/Groene Verbinding De met betrekking tot deze fondsen gerealiseerde rente wordt integraal verwerkt in de betreffende fondssaldi.
De verplichte toevoegingen aan deze fondsen bedragen in totaal € 2.936.630. De vrij besteedbare rente bedraagt € 2.329.402. In onderstaand overzicht zijn de rentebaten samengevat.
Rente
Realisatie 2012
Begroot 2013
verplicht naar fondsen vrij besteedbaar Totaal
€ € €
€ € €
2.695.871 4.172.864 6.868.275
2.945.162 2.587.058 5.532.220
Realisatie 2013 € € €
2.936.630 2.329.402 5.266.032
Verschil 2013 € € €
-/8.532 -/- 257.656 -/- 266.188
7.3.4 Renterisicobeheer Het renterisico dat de stadsregio Rotterdam op de vlottende middelen loopt, kan worden getoetst aan de kasgeldlimiet. Volgens deze limiet is de totale omvang van de netto vlottende schuld (na verrekening met de aanwezige vlottende activa) op enig moment aan een maximum gebonden (8,2% van de lastenkant van de primaire begroting). De maximaal toegestane kasgeldlimiet voor 2013 laat zich daarmee becijferen op € 41,1 miljoen. Deze werd in het verslagjaar niet overschreden. Aangezien de stadsregio geen langlopende leningen heeft uitstaan, is toetsing aan de renterisiconorm niet relevant.
7.3.5 Kredietrisico Het kredietrisico (ook wel debiteurenrisico genoemd) is het risico dat belegde en/of in bewaring gegeven geldmiddelen, obligaties of leningen niet langer beschikbaar zijn en/of afgelost kunnen worden omdat de wederpartij het geld niet (meer) heeft. Dit risico wordt uitgedrukt in een rating. In het treasurystatuut 2012 en de relevante wet-en regelgeving zijn minimumeisen gesteld aan de rating van de partijen, bij wie de stadsregio Rotterdam haar liquide middelen inlegt dan wel belegt. Voor beleggingen met een looptijd langer dan drie maanden geldt een minimumrating van AA-minus en voor direct opvraagbare tegoeden (tot drie maanden) geldt de rating A als ondergrens. Daarnaast moet de tegenpartij zijn gevestigd in een lidstaat van de EU/EER (EER staat voor Europese Economische Ruimte: dat zijn alle EU-landen aangevuld met Liechtenstein, Noorwegen en IJsland). Tevens dient dit land tenminste over een AA-rating te Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 54 -
beschikken. Tenslotte dient de rating door tenminste twee ratingbureaus zijn afgegeven. Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch zijn de drie meest gerenommeerde ratingbureaus. In het verslagjaar is de rating van Nederland door Standard & Poor’s verlaagd naar AA+. De rating van Nederland door Moody’s en Fitch is echter nog steeds AAA. Uit het overzicht van de aanwezige waarden in hoofdstuk 7.3.3 blijkt dat alle fondsen voldoen aan de gestelde minimumeisen.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 55 -
Algemene dekkingsmiddelen omschrijving
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
Lasten Bovenregionale samenwerking Gebiedsgerichte opgaven Economische structuurversterking Wonen: duurzaam en marktgericht aanbod Groen Milieu Algemene baten en lasten
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
333.431 1.279.208 1.524.059 1.484.223 988.089 1.261.847 765.225
2.620 -47.746 -13.268 8.751 -109.316 -40.040 -125.775
330.811 1.326.954 1.537.327 1.475.472 1.097.405 1.301.887 891.000
330.811 1.384.351 1.582.327 1.475.472 1.217.405 1.301.887 36.000
318.108 1.229.956 1.541.475 1.230.389 982.632 1.228.086 602.361
7.636.083
-324.773
7.960.856
7.328.253
7.133.006
-5.658.792 -1.197.497 -2.329.402 -5.731.127
0 0 257.656 -81.127
-5.658.792 -1.197.497 -2.587.058 -5.650.000
-5.658.792 -1.197.497 -1.869.158 -4.000.000
-5.664.456 -1.197.497 -4.172.864 -6.032.374
-14.916.819
176.528
-15.093.347
-12.725.447
-17.067.191
-7.280.736
-148.245
-7.132.491
-5.397.194
-9.933.685
Toevoeging aan (bestemmings)reserve : Doorlopende activiteiten Investeringsreserve Weerstandsvermogen, incl. res.bestemming
0 5.731.128
0 81.128 0
0 5.650.000
0 4.000.000
160.000 6.032.374 0
Totaal toevoegingen aan reserves
5.731.128
81.128
5.650.000
4.000.000
6.192.374
Onttrekking aan (bestemmings)reserve : Weerstandsvermogen
-753.635
101.365
-855.000
0
-629.359
Totaal onttrekkingen aan reserves
-753.635
101.365
-855.000
0
-629.359
2.303.244
-34.248
2.337.492
1.397.195
0
0
0
0
4.330.680 39.990 0
Totaal Baten Gemeentelijke bijdragen Bijdrage gemeente Rotterdam Rente vrij aanwendbaar Algemene baten en lasten Totaal Resultaat vóór bestemming
Voorstel resultaatbestemming Toevoeging aan reserve Weerstandsvermnogen Toevoeging aan reserve Doorlopende activiteiten Resultaat na bestemming
De algemene dekkingsmiddelen zijn inkomsten die jaarlijks binnen komen en die voor alle doeleinden mogen worden aangewend. De algemene dekkingsmiddelen van de stadsregio bestaan uit: de inwonerbijdrage de aanvullende bijdrage van de gemeente Rotterdam rente inkomsten voor zover die niet verplicht aan fondsen dienen te worden toegerekend. Daarnaast worden de jaarlijkse Omslagbijdragen over begonnen woningen en woningequivalenten verantwoord via de algemene baten en lasten. Deze omslagbijdragen worden toegevoegd aan de Investeringsreserve. Het totaal van de werkelijke algemene baten zijn in 2013 € 176.000 lager dan werd geraamd bij de 2e Bestuursrapportage 2013. Bij de 2e Bestuursrapportage 2013 werd de opbrengst van de vrij aanwendbare rente al neerwaarts bijgesteld met een bedrag van afgerond € 719.000. Bij de opstelling van deze jaarrekening 2013 blijkt de werkelijke opbrengst nog eens ruim € 257.000 lager uit te komen. De reden hiervan ligt in de doorgezette rentedaling op de kapitaalmarkt en aanpassing van de verplichte rentetoerekening naar diverse fondsen in verband met hogere saldi. Hiertegenover staat een hogere opbrengst aan Omslagbaten van ruim € 81.000. Per saldo resteert er een opbrengst aan vrij aanwendbare rente in 2013, die uitkomst op een bedrag van € 2.303.244. Dit bedrag is het positieve resultaat van de jaarrekening 2013 en overeenkomstig eerdere besluitvorming wordt voorgesteld dit toe te voegen aan reserve Weerstandsvermogen. De algemene dekkingsmiddelen zijn gebruikt voor de dekking van: De bijdrage aan de activiteiten ter dekking van apparaatslasten - voor zover deze niet ten laste van de BDU worden gebracht - en ter dekking van die directe lasten binnen de activiteiten waarvoor we geen bijdrage van derden (Rijk, provincie) krijgen. In bovenstaande tabel zijn deze twee componenten per activiteit getotaliseerd. Ten opzichte van de laatst gewijzigde begroting 2012 is er aan de activiteiten bijna € 325.000 minder uitgegeven dan begroot. De reden hiervan is onderuitputting op de totale apparaatslasten en onderuitputting op directe lasten, alsmede inkomsten van derden per activiteit waardoor er een lagere bijdrage uit de algemene dekkingsmiddelen benodigd was. De algemene lasten betreffen de kosten, die in 2013 verband houden met het liquidatieproces van de stadsregio, zijnde € 753.635 en de kosten voor onvoorziene uitgaven (€ 11.589). De liquidatiekosten worden gedekt door een onttrekking aan de reserve Weerstandsvermogen
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 56 -
7.4 Verbonden partijen Inleiding Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de stadsregio een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Het kan gaan om gemeenschappelijke regelingen (is een publiekrechtelijke organisatie), deelnemingen (vennootschappen), stichtingen en verenigingen (alle drie privaatrechtelijke organisaties). Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Er is sprake van een financieel belang als de stadsregio: een ter beschikking gesteld bedrag niet kan verhalen indien de verbonden partij failliet gaat; aansprakelijk wordt gesteld door derden, als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Een partij die jaarlijks een subsidie krijgt, maar waaraan geen andere financiële verplichtingen zitten met een juridische afdwingbaarheid door derden, is geen verbonden partij. Verbonden partijen voeren meestal taken uit met een groot politiek belang. Ze leveren een forse bijdrage aan de realisatie van maatschappelijke doelen. Verkeersonderneming Naam Doel Openbaar belang dat wordt behartigd Deelnemende partijen
Rechtsvorm Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Vreemd vermogen Financieel resultaat Risico’s Ontwikkelingen Programma en activiteit
De Verkeersonderneming Bereikbaarheid van het Rotterdamse havengebied verbeteren en tijdens de ombouw van de A15 garanderen door combinatie van mobiliteits- en verkeersmanagement. Bereikbaarheid havengebied. De Verkeersonderneming wordt bijgestaan door de Stuurgroep en de Raad van Advies. De Stuurgroep bestaat uit Rijkswaterstaat, het Havenbedrijf, Stadsregio Rotterdam en gemeente Rotterdam. De Raad van Advies wordt gevormd door Deltalinqs, de Kamer van Koophandel, TLN, EVO, de gemeente Spijkenisse (namens de gemeenten op Voorne-Putten), de Provincie Zuid-Holland en de Politie RotterdamRijnmond. Stichting Portefeuillehouder Verkeer en Vervoer is lid van de Stuurgroep Een jaarlijkse bijdrage in de exploitatiekosten ad € 209.000 plus één formatieplaats. Per 31-12-2012: € 469.598 Per 31-12-2012: € 431.505 Over 2012: - € 334.153 --Programma Bereikbaar en Mobiliteit Activiteit Verkeer
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 57 -
7.5 Weerstandsvermogen en risico’s 7.5.1 Uitgangspunten Als er sprake is van risico’s – die niet of slechts gedeeltelijk worden gedekt uit de begroting en relevante reserves, voorzieningen en fondsen - moet er een buffer zijn voor de daarmee gepaard gaande financiële tegenvallers. Graadmeter daarvoor is het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen kan worden beschouwd als de relatie tussen enerzijds de weerstandscapaciteit en anderzijds de risico’s of het risicoprofiel. Als het risicoprofiel bekend is, kan een relatie worden gelegd naar de gewenste en de beschikbare weerstandscapaciteit. Om het risicoprofiel te kunnen berekenen, moeten de risico’s zoals hiervoor gedefinieerd te worden geïnventariseerd en vervolgens gekwantificeerd. De stadsregio Rotterdam actualiseert zijn risicoprofiel bij het opstellen van zowel de jaarlijkse begroting als bij de jaarrekening. De risico’s worden geanalyseerd op hun omvang en geclassificeerd naar de kans dat zij zich voordoen volgens onderstaande tabel:
Categorie
Kans op gebeurtenis
Kwantificering
A
Zeer groot
95%
B
Groot
70%
C
Gemiddeld
50%
D
Beperkt
30%
E
Klein
15%
7.5.2 Risico’s Het risicoprofiel van de stadsregio Rotterdam bestaat uit de volgende elementen: 1. Liquidatie per 1 januari 2015 (hoofdstuk 7.5.3) 2. Opbouw metropoolregio/Vervoersautoriteit (hoofdstuk 7.5.4) 3. Jeugdzorg (hoofdstuk 7.5.5)
7.5.3 Liquidatie per 1 januari 2015 Inmiddels zijn wetsontwerpen en – wijzigingen ingediend bij de Tweede Kamer om de Wgr plus af te schaffen en de besteding van de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer voor het huidige werkgebied van de stadsregio Rotterdam en het stadsgewest Haaglanden onder te brengen in een nieuw op te richten Vervoersautoriteit. De in voornoemde stadsregio’s deelnemende gemeenten hebben daarop geanticipeerd met de voorgenomen gezamenlijke oprichting van de metropoolregio Rotterdam-Den Haag (hierna te noemen MRDH), waarvan de hiervoor genoemde Vervoersautoriteit deel uit moet maken. De huidige stadsregio’s zullen worden geliquideerd. Deze voornemens moeten per 1 januari 2015 zijn geconcretiseerd. De voorgenomen liquidatie van de stadsregio brengt financiële risico’s met zich mee. Deze worden grotendeels bepaald door het van toepassing zijnde sociaal statuut 2013 van de gemeente Rotterdam. Daarbij gaat het om: 1. Afvloeiingskosten personeel € 7,2 miljoen; 2. Afwikkeling liquidatie door nog te benoemen vereffenaar inclusief de daarbij behorende personele ondersteuning € 1,2 miljoen; 3. Vervanging van in 2014 vertrekkende vaste medewerkers door (duurdere) tijdelijke inhuur € 0,4 miljoen; 4. Begeleidingskosten afvloeiend personeel door nog te benoemen mobiliteitsbureau € 0,7 miljoen; 5. Mobiliteitsmaatregelen afvloeiend personeel € 1,2 miljoen; 6. Afwikkeling huurcontract kantoorruimte 1,04 miljoen; 7. Inzet middelen tijdens liquidatieperiode (ICT, salarisadministratie, bureaukosten, accountant, adviezen etc.) € 0,35 miljoen. Een en ander is uitgewerkt in een ontwerp liquidatieplan, dat inmiddels bestuurlijk is vastgesteld. Het totale financiële risico van de liquidatie bedraagt volgens bovenstaande specificatie € 12,09 miljoen. De kans dat dit risico zich voor gaat doen, is zeer groot (categorie A).
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 58 -
7.5.4 Opbouw MRDH/Vervoersautoriteit Hoewel de deelnemende gemeenten primair verantwoordelijk zijn voor de opbouw van de MRDH/Vervoersautoriteit, wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de expertise van de bestaande stadsregio’s. Daarom wordt rekening gehouden met een financieel risico van maximaal € 0,2 miljoen. De kans dat dit risico zich daadwerkelijk voor gaat doen is zeer groot (categorie A). 7.5.5 Jeugdzorg De stadsregio Rotterdam is tot en met 2014 wettelijk verantwoordelijk voor voldoende aanbod van jeugdzorg. Belanghebbenden kunnen deze zorgplicht juridisch afdwingen. De beschikbare rijksmiddelen staan echter steeds meer onder druk. De stadsregio kan bij tegenvallers in principe niet bij het Rijk aankloppen voor extra middelen, maar moet dat binnen het budget voor jeugdzorg zelf zien op te lossen. In het geval er echter gedwongen zorg moet worden verleend, is het niet altijd mogelijk om in het jaar zelf nog compensatie te vinden, terwijl het ministerie de meerkosten niet zonder meer wil betalen. Het budget voor jeugdzorg bedraagt jaarlijks ruim € 130 miljoen. Een tegenvaller van 1% betekent € 1,3 miljoen extra kosten. Voor het jaar 2014 dient hiermee rekening te worden gehouden. Daarom wordt uitgegaan van een financieel risico van maximaal € 1,3 miljoen. De kans dat dit risico zich daadwerkelijk voor gaat doen is gemiddeld (categorie C). Binnen de stadsregio wordt geen rekening gehouden met frictiekosten Jeugdzorg. In het 'Regionaal Transitiearrangement van de samenwerkende gemeenten jeugdhulp Rijnmond-gemeenten' zijn afspraken gemaakt met zorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg (BJZ) over de maatregelen om frictiekosten te beperken. Hierin geven de gemeenten aan wat zij verwachten van BJZ qua afbouw en ombouw van taken. Bureau Jeugdzorg zal zelf een plan aanleveren hoe om te gaan met het overtollige personeel, weergegeven in fte's en in geld. Door tijdig op de veranderende rol van Bureau Jeugdzorg in te spelen, wordt gepoogd de frictiekosten te vermijden. Daarnaast bieden wij de instellingen en Bureau Jeugdzorg de mogelijkheid om een reserve te vormen voor frictiekosten. Daarom reserveren wij geen bedrag voor dit risico. 7.5.6 Samenvatting risicoprofiel Het risicoprofiel van de stadsregio Rotterdam laat zich op basis van de voorgaande hoofdstukken als volgt samenvatten: Financieel risico
Onderwerp Liquidatie
Kans
Gewogen risico
12.090.000
95%
11.485.500
200.000
95%
190.000
Jeugdzorg
1.300.000
50%
650.000
TOTALEN
13.590.000
Opbouw MRDH/Vervoersautoriteit
12.325.500
7.5.7 Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit geeft de omvang van de middelen aan, die beschikbaar zijn om de hiervoor genoemde financiële risico’s te financieren. De weerstandscapaciteit bestaat bij de stadsregio Rotterdam uit de vrij besteedbare reserves. Dat zijn de algemene reserve en de reserve weerstandsvermogen. De stand van deze reserves per balansdatum zijn als volgt te specificeren:
Algemene reserve
Balans per 31-12-2013 1.000.000
Reserve weerstandsvermogen*
12.826.106
Totaal
13.826.106
*na resultaatsbestemming 2013
7.5.8 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen kan worden berekend als de ratio van de weerstandscapaciteit en het risicoprofiel. Voor de stadsregio Rotterdam bedraagt deze ratio per balansdatum 1,1. Volgens algemeen aanvaarde normen is een ratio tussen 1,0 en 1,4 als voldoende te kwalificeren.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 59 -
8.
Staat van reserves en fondsen
Saldo 1-1-2013 na resultaatbestemming 2012
Omschrijving
- Algemene reserve - Investeringsreserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve - Bestemmingsreserve Subtotaal reserves
Doorlopende activiteiten Weerstandsvermogen Verkeer en Vervoer Duurzaamheid
- Groene Verbinding - Luchtkwaliteit - SLOK - BDU nog te verplichten - BDU verplicht - BDU grote infraprojecten 2004 verplicht - OV Chipkaart - Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam nog te verplichten - Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam verplicht - Jeugdzorg - ISV3 - BWS verplicht Subtotaal fondsen Totaal reserves en fondsen
1.000.000 48.470.890 626.406 12.817.226 5.000.000 91.885 68.006.407 27.044.154 5.818.614 17.846 277.247.638 97.240.633 3.903.729 5.700.000 6.755.095 2.178.421 3.877.919 5.032.621 45.063 434.861.733 502.868.140
Toevoegingen 2013
Onttrekkingen 2013
7.197.760 0
7.197.760
-8.370.368 -176.564 -2.294.363 -31.136 -10.872.431 -5.339.218 -1.134.892 -17.846
15.065.532 2.777.985
2.017.739 19.861.256 27.059.016
-3.903.729 -1.900.000 -6.755.095 -21.166 -680.351 -262.558 -40.137 -20.054.993 30.927.424-
Saldo 31-12-2013 vóór resultaat bestemming
1.000.000 47.298.282 449.842 10.522.863 5.000.000 60.749 64.331.736 21.704.936 4.683.722 0 292.313.170 100.018.618 0 3.800.000 0 2.157.255 3.197.568 6.787.802 4.925 434.667.995 498.999.731
Voorgestelde toevoegingen n.a.v. resultaat 2013
Voorgestelde onttrekkingen n.a.v. resultaat 2013
5.000.000
1.000.000 47.298.282 449.842 12.826.106 0 60.749 61.634.980
0
21.704.936 4.683.722 0 292.313.170 100.018.618 0 3.800.000 0 2.157.255 3.197.568 6.787.802 4.925 434.667.995
2.303.244 5.000.000 2.303.244
0 2.303.244
Saldo 2013 na winstbestemming
5.000.000
496.302.975
Een toelichting op de mutaties in 2013 bij de reserves en fondsen is opgenomen in hoofdstuk 3 Toelichting op de balans. Aan het algemeen bestuur wordt bij vaststelling van de jaarrekening 2013 voorgesteld: een bedrag van € 5.000.000 te onttrekken aan de reserve verkeer en Vervoer; het resultaat 2013 van € 2.303.244 toe te voegen aan de reserve Weerstandsvermogen. Ook wordt voorgesteld de volgende reserve en fondsen met een “0-saldo” met ingang van 1-1-2014 op te heffen: fonds SLOK; fonds BDU grote infraprojecten 2004 verplicht; fonds Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam nog te verplichten.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 60 -
Ontvanger
E11B
Juridische grondslag
I&M
Specifieke uitkering
Nummer
Verantwoording 2013 conform SiSa
Departement
9.
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Nationaal Samenwerkingsprogram ma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
I N D I C A T O R E N Besteding (jaar T) ten laste Besteding (jaar T) ten laste van van eigen middelen bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente)
Besteding (jaar T) ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL
Teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen
Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 01
1 2 3 4 5 6 7
1 2 3 4 5 6 7
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 03
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 04
DGWM/2006/9945 PZH-2007-319040 PZH-2010-163823671 PZH-2012-341752173
€0 € 663.850 € 387.344 € 758.698
€0 €0 € 36.440.361 €0
€0 €0 €0 €0
Kopie beschikkingsnummer
Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
Cumulatieve besteding ten laste van eigen middelen tot en met (jaar T)
Cumulatieve besteding ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente) tot en met (jaar T)
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 07 DGWM/2006/9945 PZH-2007-319040 PZH-2010-163823671 PZH-2012-341752173
Kopie beschikkingsnummer
1 2 3 4 5 6 7
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 02
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 11 DGWM/2006/9945 PZH-2007-319040 PZH-2010-163823671 PZH-2012-341752173
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 08
€0 € 6.618 €0 €0
€ 137.067 € 13.895.827 € 36.440.361 €0
€ 235.641 €0 €0 €0
Cumulatieve besteding ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL tot en met (jaar T)
Cumulatief teruggestort/verrekend in (jaar T) in verband met niet uitgevoerde maatregelen tot en met (jaar T)
Eindverantwoording Ja/Nee
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 12
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 13
€0 € 473.710 € 6.618 €0
€0 €0 €0 €0
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 06
€0 €0 €0 €0
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 10
€ 2.530.000 € 2.553.500 € 387.344 € 758.698
EZ F4B Deelproject 750 hectare natuur- Besteding (jaar T) ten en recreatiegebied (Project laste van provinciale Mainportontwikkeling middelen Rotterdam) Uitwerkingsovereenkomst tussen het rijk en de provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam en de stadsregio Rotterdam
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 09
Aard controle R Indicatornummer: E11B / 05
Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor het komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E11B / 14
Nee Nee Nee Nee
Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)
Eindverantwoording Ja/Nee Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor het komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Aard controle R Indicatornummer: F4B / 01
€ 5.472.668
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: F4B / 02
€ 11.669.059
Stadsregio (Wgr+) Rotterdam en Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 61 -
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: F4B / 03
Nee
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer
E27
Specifieke uitkering
Departement
I&M
Brede doeluitkering verkeer en vervoer
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Wet BDU Verkeer en Vervoer (art. 10)
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 01
€ 374.488.271 Eindsaldo/-reservering (jaar T)
Provincies en stadsregio's (Wgr+)
I N D I C A T O R E N Ontvangen BDU-bijdrage V&W Terugbetaling door derden (jaar T) vanuit BDU-bijdrage verstrekte middelen in (jaar T)
Eindsaldo/-reservering (jaar T-1) Rentebaten (jaar T)
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 02
€ 2.808.662
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 03
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 04
Besteding (jaar T)
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 05
Correctie over besteding (T1)
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 06
€ 304.396.000
€ 18.414.529
€ 307.775.674
€0
Dotatie rijk in (jaar T)
Rentebaten (jaar T)
Besteding (jaar T) uit het Eindsaldo (jaar T) fonds (onderscheid herkomst middelen niet nodig)
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 07
€ 392.331.788 Individuele bestedingen (jaar T) Individuele bestedingen (jaar T) die meer dan 20% van de die meer dan 20% van de totaal ontvangen BDU bedragen totaal ontvangen BDU bedragen Omschrijving
Bedrag
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27 / 08
I&M
E28
1 nvt 2 Eindsaldo (jaar T-1)
Regionale mobiliteitsfondsen Besluit Infrastructuurfonds
Aard controle R Indicatornummer: E27 / 09
€0 Dotatie regio in (jaar T)
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 01
Provincies en Wgr+ regio’s
€ 8.873.266 Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 02
€0
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 03
€0
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 04
€ 63.303
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 05
€ 6.779.314
Aard controle R Indicatornummer: E28 / 06
€ 2.157.255
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E28 / 07
Verzameluitkering VWS Besteding (jaar T)
H8
Indicatornummer: H4 / 01 Regeling verzameluitkering € 250.000 Doeluitkering jeugdzorg Aantal Onder toezichtstelling Aantal OTS (jaar T-1), overig Aantal voorlopige voogdij Aantal voogdij (jaar T-1) Aantal jeugdreclassering Aantal samenloop (jaar T-1) (Bureau Jeugdzorg + (OTS), (jaar T-1) (jaar T-1) (jaar T-1) Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1 Zorgkosten Jeugdzorg)
Ontvanger
H4
Juridische grondslag
Nummer
VWS
Specifieke uitkering
Departement
Nee
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
I N D I C A T O R E N Aard controle R
VWS
Indicatornummer: H8 / 01
Wet op de jeugdzorg (art. 37) en Regeling bekostiging jeugdzorg 2009
857 Aantal Individuele Traject Begeleiding (jaar T-1) (ITB), harde kern
Provincies en stadsregio’s (Wgr+)
Indicatornummer: H8 / 02
1.417 Aantal ITB (jaar T-1), Criem
Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 07
75 Aantal aanmeldingen (jaar T-1) aan het LBIO door bureau jeugdzorg
Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 08
109 Aantal afmeldingen (jaar T-1) aan het LBIO door bureau jeugdzorg
Aard controle D2 Indicatornummer: H8 / 13
1.170
Indicatornummer: H8 / 03
19 Aantal scholing- en trainingsprogramma's (STP) (jaar T-1)
Aard controle D1 Indicatornummer: H8 / 09
0 Omvang egalisatiereserve jeugdzorg per 31 december (jaar T)
Aard controle D2 Indicatornummer: H8 / 14
1.083
Indicatornummer: H8 / 04
649 Besteding (jaar T) aan stichting die een bureau jeugdzorg in stand houdt -deel justitietaken
Aard controle R Indicatornummer: H8 / 10
Aard controle R Indicatornummer: H8 / 11
29.705.126 € 18.095.136 Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle R Indicatornummer: H8 / 15
€ 3.197.568
Indicatornummer: H8 / 05
Indicatornummer: H8 / 06
930 146 Besteding (jaar T) aan Besteding (jaar T) aan stichting, die een bureau zorgaanbod jeugdzorg in stand houdt deel taken bureau jeugdzorg en subsidie bureau jeugdzorg Aard controle R Indicatornummer: H8 / 12
€ 85.007.351
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: H8 / 16
Nee
Toelichting m.b.t. SiSa-verklaring I & M, nr. E11b: Nationaal samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. In deze opgave is voor een bedrag van € 36.440.361 aan besteding t.l.v. eigen middelen verantwoord. Conform de Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu kan als verplichte eigen bijdrage in aanmerking worden genomen de inzet van middelen uit de BDU ten behoeve van lokale luchtkwaliteit maatregelen. Het dagelijks bestuur van de stadsregio Rotterdam heeft in 2008 bepaald dat 20% van de inzet van BDU middelen aan P+R, Fiets, OV-exploitatie en OV-Infra bijdragen aan de verbetering van de luchtkwaliteit. Als eigen bijdrage is daarom 20% van deze bestedingen verantwoord in het kader van Luchtkwaliteit. Deze bestedingen worden hiermee twee keer verantwoord. Eenmaal binnen de BDU en eenmaal binnen Luchtkwaliteit.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 62 -
10. Controle verklaring accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening over 2013 van de stadsregio Rotterdam, zoals opgenomen op de pagina’s 1 tot en met 62 gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de programmarekening over 2013 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SISA-bijlage. Verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur van de stadsregio Rotterdam is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder stadsregionale verordeningen. Het Dagelijks Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, zoals bedoeld in artikel 213 tweede lid van de Gemeentewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden, het door stadsregio Rotterdam opgestelde controleprotocol 2013 en de Beleidsregels toepassing WNT, inclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het Dagelijks Bestuur van de stadsregio Rotterdam gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2 lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie door het Algemeen Bestuur van stadsregio Rotterdam bij besluit van 9 oktober 2013 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de stadsregio Rotterdam een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2013 als van de activa en passiva per 31 december 2013 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder de stadsregionale verordeningen. Benadrukking van aangelegenheid omtrent het perspectief stadsregio Rotterdam Wij vestigen de aandacht op de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risico’s’, waarin uiteengezet is dat de Wgr plus wordt afgeschaft en dat de huidige stadsregio’s worden geliquideerd. Stadsregio Rotterdam gaat zich heroriënteren ten aanzien van deze besluitvorming, waaronder de voortzetting van de resterende activiteiten. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel. Benadrukking van aangelegenheid omtrent het gehanteerde normenkader WNT Wij vestigen de aandacht op de overige gegevens op pagina 48 van de jaarrekening, waarin is uiteengezet dat de Aanpassingswet WNT die onderdeel is van het gehanteerde normenkader WNT nog door de Eerste Kamer aangenomen dient te worden. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel. Utrecht, 15 april 2014 KPMG Accountants N.V. J.L.C. van Sabben RA
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 63 -
11.
Besluit algemeen bestuur
Het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam; gelet op het artikel 51 van de gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 9 april 2014; besluit:
1. de jaarrekening 2013 vast te stellen met een negatief resultaat vóór bestemming van € 2.696.756 2. een bedrag van € 5.000.000 te onttrekken aan de reserve Verkeer en Vervoer ter (gedeeltelijke) dekking van de exploitatielasten van het programma Bereikbaarheid en Mobiliteit; 3. her resultaat 2013, zijnde een bedrag van € 2.303.244, toe te voegen aan de reserve Weerstandsvermogen; 4. de volgende fondsen met ingang van 1-1-2014 op te heffen: het fonds SLOK; het fonds BDU grote infraprojecten 2004 verplicht; het fonds Bereikbaarheidsoffensief Rotterdam nog te verplichten. Aldus besloten in de openbare vergadering van 11 juni 2014 van het algemeen bestuur. De secretaris,
de voorzitter,
drs. J. Fix
ing. A. Aboutaleb
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 64 -
12.
Bijlagen
12.1 Resultatenrekening in detail
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
omschrijving
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
HOOFDFUNCTIE 0 ALGEMEEN BESTUUR Functie 001 - Bestuursorganen
lasten baten verschil
Bestuursorganen directe lasten directe lasten Doorberekening via kostenverdeelstaat Overige doorberekeningen totaal doorberekende lasten
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
53.892 53.892
59.034 59.034
112.926 112.926
112.926 112.926
42.633 42.633
-53.892 0 -53.892
-59.034 0 -59.034
-112.926 0 -112.926
-112.926 0 -112.926
-42.633 0 -42.633
0
0
0
0
0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
206.452 206.452
91.188 91.188
297.640 297.640
297.640 297.640
223.206 223.206
-206.452 -206.452
-91.188 -91.188
-297.640 -297.640
-297.640 -297.640
-223.206 -223.206
0
0
0
0
0
14.935 14.935
-9.935 -9.935
5.000 5.000
5.000 5.000
19.521 19.521
-14.935 -14.935
9.935 9.935
-5.000 -5.000
-5.000 -5.000
-19.521 -19.521
0
0
0
0
0
totaal lasten
Functie 002 - Bestuursondersteuning
Communicatie Directe lasten directe lasten doorberekening via kostenverdeelstaat totaal doorberekende lasten
lasten baten verschil
totaal lasten
Commissie Beroep- en Bezwaarschriften Directe lasten directe lasten Doorberekening via kostenverdeelstaat totaal doorberekende lasten totaal lasten
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 65 -
rekening 2013
omschrijving
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
HOOFDFUNCTIE 2 VERKEER, VERVOER EN WATERSTAAT Functie 210 - Wegen, straten en pleinen
lasten baten verschil
324.787.705 -316.975.990 7.811.715
23.277.584 -28.234.336 -4.956.752
348.065.289 -345.210.326 2.854.963
374.227.598 -372.530.492 1.697.106
319.429.011 -217.275.865 102.153.146
39.000.157 1.112.343 2.777.985 15.065.532
31.677.995 229.423 -2.777.985 -15.065.532
70.678.152 1.341.766 0 0
103.501.000 1.228.714
52.159.825 1.250.955
57.956.017
14.063.901
72.019.918
104.729.714
53.410.780
-54.304.246 0 0 -21.166 -6.755.095 -3.903.729 0
65 0 0 21.166 3.551 3.903.729 -6.076.865
-54.304.182 0 0 0 -6.751.544 0 -6.076.865
-51.278.007 0 0 0 0 0 -8.765.065
-33.977.537 20.690.215
-64.984.237
-2.148.354
-67.132.591
-60.043.072
-101.011.376
265.419.447 1.412.241
9.116.371 97.312
274.535.818 1.509.553
267.875.279 1.622.605
264.706.045 1.312.186
266.831.688
9.213.683
276.045.371
269.497.884
266.018.232
-250.091.754 0 0 -1.900.000 0
298 0 -27.986.280 1.900.000 0
-250.091.455 0 -27.986.280 0 0
-236.154.769 0 -76.332.651 0 0
-295.901.463 180.185.659 0 -296.184 -252.500
-251.991.754
-26.085.982
-278.077.735
-312.487.420
-116.264.489
Activiteit Verkeer Directe lasten Apparaatslasten Dotatie fonds BDU-verplicht Dotatie fonds BDU- nog te verplichten totaal lasten Rijksbijdrage BDU BDU bijdrage 2012 - niet besteed Bijdrage omslagfonds Onttrekking aan fonds BOR verplicht Onttrekking aan fonds BOR nog te verplichten Onttrekking aan fonds BDU verplicht Onttrekking aan fonds BDU nog te verplichten totaal baten
-19.716.859 -8.733.850 -59.273.345
Functie 212 - Openbaar vervoer Activiteit Openbaar Vervoer Directe lasten Apparaatslasten totaal lasten Rijksbijdrage BDU BDU bijdrage 2012 - niet besteed Onttrekking aan fonds BDU nog te verplichten Onttrekking aan fonds OV-chipkaart Onttrekking aan fonds OV-RIS Schiedam totaal baten
rekening 2013
omschrijving
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
HOOFDFUNCTIE 5 CULTUUR EN RECREATIE
Functie 560 - Openbaar groen en openluchtrecreatie
lasten baten verschil
21.627.809 -15.594.701 6.033.107
7.234.806 -1.171.782 6.063.025
28.862.615 -16.766.483 12.096.132
21.090.777 -8.711.000 12.379.777
6.332.182 -2.397.158 3.935.024
21.102.917 524.891
7.222.639 12.168
28.325.556 537.059
20.553.718 537.059
5.841.967 490.214
21.627.809
7.234.806
28.862.615
21.090.777
6.332.182
0 0 -10.255.483 -5.339.218 0
0 0 0 -1.171.782 0
0 0 -10.255.483 -6.511.000 0
0 0 0 -8.711.000 0
-2.502 0 -2.394.656 0
-15.594.701
-1.171.782
-16.766.483
-8.711.000
-2.397.158
Activiteit Groen Directe lasten Apparaatslasten totaal lasten Rijksbijdrage via provincie Zuid-Holland Overige bijdragen Bijdragen gemeenten in Groene Verbinding Onttrekking aan fonds Groene verbinding Onttrekking aan voorziening groen totaal baten
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 66 -
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
omschrijving
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
HOOFDFUNCTIES 6 EN 7 SOCIAAL BELEID EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING Functie 611 - Werkgelegenheid
lasten baten verschil
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Directe lasten Apparaatslasten
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
totaal lasten
0
0
0
0
0
subsidie provincie Zuid Holland Regionale Agenda Samenleving
0
0
0
0
0
totaal baten
0
0
0
0
0
134.786.692 -133.261.117 1.525.576
1.584.909 -1.531.998 52.910
136.371.601 -134.793.115 1.578.486
125.326.543 -125.316.543 10.000
130.650.373 -130.508.959 141.415
Directe lasten
134.786.692
1.584.909
136.371.601
125.326.543
130.650.373
totaal lasten
134.786.692
1.584.909
136.371.601
125.326.543
130.650.373
-132.127.262 -680.351 -25.000 -428.504 0
1 -1.381.999 -150.000 0 0
-132.127.261 -2.062.350 -175.000 -428.504 0
-124.891.543 0 0 -425.000 0
-126.380.194 -1.377.408 -2.033.768 -428.933 -288.656
-133.261.117
-1.531.998
-134.793.115
-125.316.543
-130.508.959
3.127.339 -1.827.738 1.299.601
2.461.592 -2.365.108 96.484
5.588.931 -4.192.846 1.396.085
3.334.780 -2.000.000 1.334.780
2.377.032 -927.170 1.449.862
2.524.240 603.099
2.437.674 23.918
4.961.914 627.017
2.695.197 639.583
1.713.157 663.875
totaal lasten
3.127.339
2.461.592
5.588.931
3.334.780
2.377.032
Rijksbijdrage via provincie Zuid-Holland Overige bijdragen Onttrekking aan fonds luchtkwaliteit Onttrekking aan fonds SLOK
-675.000 0 -1.134.892 -17.846
0 0 -2.365.108 0
-675.000 0 -3.500.000 -17.846
0 0 -2.000.000 0
-750.000 -12.360 -74.410 -90.400
-1.827.738
-2.365.108
-4.192.846
-2.000.000
-927.170
Activiteit Sociaal beleid
Functie 716 - Jeugdgezondheidszorg (maatwerk)
lasten baten verschil
Activiteit Jeugdzorg
Rijksbijdrage Onttrekking fonds Jeugdzorg Bijdrage provincie Zuid-Holland Bijdrage gemeente Rotterdam Bijdrage gemeenten decentrale Jeugdzorg totaal baten
Functie 723 - Milieubeheer
lasten baten verschil
Activiteit Milieu Directe lasten Apparaatslasten
totaal baten
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 67 -
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
omschrijving
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
HOOFDFUNCTIE 8 RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING Functie 810 - Ruimtelijke ordening
lasten baten verschil
6.637.310 -16.080 6.621.230
209.889 1.080 210.969
6.847.199 -15.000 6.832.199
6.923.864 -15.000 6.908.864
3.508.792 -124.985 3.383.807
147.506 186.005
2.494 -5.194
150.000 180.811
150.000 180.811
144.089 184.853
333.511
-2.700
330.811
330.811
328.942
-80 -80
80 80
0 0
0 0
-10.834 -10.834
597.631 681.577
87.369 -39.623
685.000 641.954
790.000 594.351
656.041 623.066
1.279.208
47.746
1.326.954
1.384.351
1.279.107
Bijdrage detachering personeel Overige baten Gebiedsgerichte opgaven
0 0
0 0
0 0
0 0
-30.652 -18.500
totaal baten
0
0
0
0
-49.152
3.854.129 1.170.462
237.978 -73.135
4.092.107 1.097.327
4.111.375 1.097.327
768.127 1.132.616
5.024.591
164.843
5.189.434
5.208.702
1.900.743
-16.000 0
1.000 0
-15.000 0
-15.000 0
-16.000 -49.000
-16.000
1.000
-15.000
-15.000
-65.000
2.324.081 -2.280.937 43.144
5.582.934 -2.278.950 3.303.984
7.907.015 -4.559.887 3.347.128
7.867.015 -4.559.887 3.307.128
10.679.392 -4.396.260 6.283.132
-520.480 2.017.739 826.822
7.585.023 -2.017.739 15.650
7.064.543 0 842.472
7.024.543 0 842.472
9.883.756 0 795.636
totaal lasten
2.324.081
5.582.934
7.907.015
7.867.015
10.679.392
Rijksbijdrage ISV-3 Onttrekking fonds ISV-3 Rijksbijdrage BLS Bijdrage provincie Zuid-Holland Overige bijdragen Onttrekking FVSV Onttrekking fonds BWS verplicht
-2.017.739 -262.558
-2.017.739 -2.542.148
0 -640 0 0
0 -2.279.590 0 0 640 0 0
0 0 0 0
-2.017.739 -2.542.148 0 0 0 0 0
-1.921.211 -2.454.269 0 -20.780 0 0 0
-2.280.937
-2.278.950
-4.559.887
-4.559.887
-4.396.260
Activiteit Bovenregionale samenwerking Directe lasten Apparaatslasten totaal lasten Overige baten Bovenregionale samenwerking totaal baten
Activiteit Gebiedsgerichte opgaven Directe lasten Apparaatslasten totaal lasten
Activiteit Economische structuurversterking Directe lasten Apparaatslasten totaal lasten Bijdrage provincie Zuid-Holland Overige baten economie totaal baten
Functie 820 - Woningexploitatie en woningbouw
lasten baten verschil
Wonen Directe lasten Dotatie fonds ISV-3 Apparaatslasten
totaal baten
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 68 -
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
omschrijving
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
HOOFDFUNCTIE 9 FINANCIERING EN ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Functie 913 - Beleggingen
lasten baten verschil
0 -5.266.032 -5.266.032
0 -266.188 -266.188
0 -5.532.220 -5.532.220
0 -3.850.688 -3.850.688
0 -6.868.735 -6.868.735
0
0
0
0
0
-2.329.402 -2.808.662 -3.053 -133.450 15.153 -6.618
-257.656 -42.750 -498 55.564 -25.153 4.305
-2.587.058 -2.851.412 -3.551 -77.886 -10.000 -2.313
-1.869.158 -1.697.106 0 -241.531 -10.000 -32.893
-4.172.864 -2.096.579 -60.250 -552.392 28.585 -15.235
-5.266.032
-266.188
-5.532.220
-3.850.688
-6.868.735
0 -6.856.289 -6.856.289
0 0 0
0 -6.856.289 -6.856.289
0 -6.856.289 -6.856.289
0 -6.861.953 -6.861.953
0
0
0
0
0
-5.658.792 -1.197.497
0 0
-5.658.792 -1.197.497
-5.658.792 -1.197.497
-5.664.456 -1.197.497
-6.856.289
0
-6.856.289
-6.856.289
-6.861.953
765.225 -5.731.127 -4.965.903
125.775 81.127 206.903
891.000 -5.650.000 -4.759.000
36.000 -4.000.000 -3.964.000
602.361 -6.032.374 -5.430.013
753.635 0 11.590
101.365 0 24.410
855.000 0 36.000
0 0 36.000
629.359 0 -26.998
Beleggingen totaal lasten Rente Rente Rente Rente Rente Rente
vrij aanwendbaar BDU BOR Groene Verbinding Jeugdzorg fonds luchtkwaliteit
totaal baten
Functie 921 - Algemene uitkeringen Algemene uitkeringen
lasten baten verschil
totaal lasten gemeentelijke bijdragen bijdrage gemeente Rotterdam totaal baten
Functie 922 - Algemene baten en lasten
lasten baten verschil
Onvoorziene uitgaven Lasten liquidatie stadsregio Rotterdam Omslagfonds (t/m 2010) Overige onvoorziene uitgaven totaal lasten Omslagbijdragen regiogemeenten Vrijval langlopende geldlening Groene Verbinding totaal baten
765.225
125.775
891.000
36.000
602.361
-5.081.127 -650.000
81.127 0
-5.000.000 -650.000
-4.000.000 0
-6.032.374
-5.731.127
81.127
-5.650.000
-4.000.000
-6.032.374
494.056.162 -487.810.012 6.246.149
40.477.488 -35.766.154 4.711.335
534.533.650 -523.576.166 10.957.484
538.806.577 -527.839.899 10.966.678
473.579.143 -375.393.459 98.185.685
Saldo van de rekening vóór resultaatsbestemming Totaal der lasten Totaal der baten Resultaat vóór bestemming
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 69 -
verschil laatstgewijzigde begroting 2013 -/- rekening 2013
rekening 2013
omschrijving
laatstgewijzigde begroting 2013
primaire begroting 2013
rekening 2012
Functie 980 - Reeds geaccordeerde mutaties in bestemmingsreserves toevoeging investeringsreserve toevoeging bestemmingsreserve weerstandsvermogen toevoeging bestemmingsreserve doorlopende activiteiten
7.197.760
5.650.000
0
-1.547.760 34.248 0
0
0
188.000
7.197.760
-1.513.512
5.650.000
4.000.000
6.220.374
-31.136 -8.370.368 -2.294.363 -51.286
-60.749 -7.993.504 -129.123 -14.446
-91.885 -16.363.872 -2.423.486 -65.732
0 -16.363.872 0 0
-206.542 -7.800.744 -629.359
-10.747.153
-8.197.822
-18.944.975
-16.363.872
-8.636.645
501.253.922 498.557.1662.696.756
38.929.727 43.963.9755.034.248-
540.183.649 542.521.141-2.337.492
542.806.576 544.203.771-1.397.195
479.799.517 384.030.10495.769.413
2.303.244
34.248 0 0
2.337.492 0 0
1.397.195 0 0
4.330.680 65.722
totaal lasten
2.303.244
34.248
2.337.492
1.397.195
4.396.402
Onttrekking bestemmingsreserve weerstandsvermogen Onttrekking bestemmingsreserve "Ieder kind wint" Onttrekking bestemmingsreserve Verkeer
0 0 5.000.000-
0 0 5.000.000
0 0 0
0 0 0
0 -170.000 -99.995.817
-5.000.000
5.000.000
0
0
-100.165.817
503.557.166 503.557.1660
38.963.975 38.963.9750-
542.521.141 542.521.1410
544.203.771 544.203.7710
484.195.920 484.195.9200
totaal lasten Onttrekking Onttrekking Onttrekking Onttrekking
bestemmingsreserve bestemmingsreserve bestemmingsreserve bestemmingsreserve
klimaat Investeringsreserve Weerstandsvermogen doorlopende activiteiten
totaal baten
4.000.000
6.032.374
Saldo van de rekening na geaccordeerde mutaties in bestemmingsreserves Totaal der lasten Totaal der baten Resultaat vóór nog te accorderen mutaties in bestemmingsreserves
Functie 980 - Nog te accorderen resultaatsbestemming Toevoeging bestemmingsreserve weerstandsvermogen Toevoeging bestemmingsreserve doorlopende activiteiten Toevoeging bestemmingsreserve Verkeer en Vervoer
totaal baten
Totaal der lasten Totaal der baten Saldo na resultaatsbestemming
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 70 -
12.2 Kostenverdeelstaat PROGRAMMA'S
1. STUREN OP RUIMTELIJKE SAMENHANG
2. ECONOMISCHE STRUCTUUR VERSTERKING
ACTIVITEITEN
1.1 1.2 BOVENREGIONALE GEBIEDSGERICHTE SAMENWERKING OPGAVEN
2.1 ECONOMISCHE VERBETERING
Eerstverdeelde kosten
4. WONEN: DUURZAAM EN MARKTGERICHT AANBOD
3. BEREIKBAARHEID EN MOBILITEIT
3.2 OPENBAAR VERVOER
3.1. VERKEER
5. DUURZAME REGIO
4.1 DUURZAAM EN MARKTGERICHT AANBOD
5.1. GROEN
5.2 MILIEU
Totale kosten 2013 22,17
70,80
137,98 6,10
200,00 205,00 8,50 17,00
63,11
3,13
200,00 195,00 8,50
104,50
0,98
4,62
2,79
3.084.586 100.286 1.095.667 4.280.538
81.115 0 28.257 109.371
286.905 47.219 90.248 424.372
493.317 0 175.883 669.200
649.759 0 245.083 894.842
798.390 0 245.083 1.043.473
313.967 0 133.210 447.177
218.677 19.525 80.445 318.647
242.456 33.542 97.457 373.455
925.925 12.895 938.820
43.210 333 43.542
138.007 1.062 139.069
268.959 2.070 271.029
2.884 2.884
2.884 2.884
203.704 1.568 205.271
123.016 947 123.963
149.030 1.147 150.177
0 19.844 460 62.377 274.009 76.400 7.105 13.980 355
0 512 12 1.609 7.067 1.970 183 361 9
0 1.634 38 5.138 22.570 6.293 585 1.152 29
0 3.185 74 10.013 43.986 12.264 1.141 2.244 57
0 4.439 103 13.953 61.292 17.090 1.589 3.127 79
0 4.439 103 13.953 61.292 17.090 1.589 3.127 79
0 2.413 56 7.584 33.314 9.289 864 1.700 43
0 1.457 34 4.580 20.118 5.609 522 1.026 26
0 1.765 41 5.548 24.372 6.796 632 1.244 32
Arbokosten
3.734
96
308
599
835
835
454
274
332
OR - kosten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Werving - en selectiekosten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
25.378
654
2.090
4.074
5.677
5.677
3.085
1.863
2.257
m2 sal lasten fte Salarislasten Directe kosten vaste formatie Directe kosten projectaanstellingen Indirecte kosten totaal Diensten door derden Inhuur personeel derden (BV) Advieskosten BV totaal Overige personele lasten Bijdrage ziektekosten Werkgeversbijdrage FPU OPL: Kosten werkgever WW Woon-werkverkeerkosten Wachtgelden Kosten opleidingsplan Opleidingskosten overig Overige personeelskosten Juridische ondersteuning
Representatiekosten Reis- en verblijfkosten totaal
76,45 475,00 3,38 21,00
29.895
771
2.462
4.799
6.687
6.687
3.635
2.195
2.659
513.536
13.244
42.299
82.436
114.870
114.870
62.435
37.704
45.678
Huisvestinglasten Huur pand
263.695
6.680
21.336
41.581
60.273
60.273
31.493
19.018
23.040
Huur vergaderzalen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Afschr.kosten inv/inricht
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Servicekosten
59.297
1.502
4.798
9.350
13.554
13.554
7.082
4.277
5.181
Energiekosten
29.887
757
2.418
4.713
6.831
6.831
3.569
2.156
2.611
SLA Facilitaire kosten
12.006
304
971
1.893
2.744
2.744
1.434
866
1.049
Schoonmaakkosten
21.922
555
1.774
3.457
5.011
5.011
2.618
1.581
1.915
Onderhoud installaties
11.022
279
892
1.738
2.519
2.519
1.316
795
Overige huisvestingslasten totaal Organisatielasten Kopieerkosten
963
80.051
2.028
6.477
12.623
18.297
18.297
9.560
5.773
6.994
477.880
12.106
38.666
75.355
109.230
109.230
57.072
34.466
41.754
26.767
690
2.205
4.297
5.987
5.987
3.254
1.965
2.381
Drukwerk
4.348
112
358
698
973
973
529
319
387
Portikosten
2.993
77
247
481
670
670
364
220
266
Briefpapier, enveloppen Koerier Telefoon, telecomdiensten Abonnementen, literatuur
437
11
36
70
98
98
53
32
2.815
73
232
452
630
630
342
207
250
33.277
858
2.741
5.342
7.443
7.443
4.046
2.443
2.960
39
10.331
266
851
1.658
2.311
2.311
1.256
759
919
327.584
8.481
27.088
52.792
72.921
72.921
39.983
24.146
29.252
SLA Automatiseringskosten
31.902
823
2.628
5.121
7.136
7.136
3.879
2.342
2.838
Kosten salarissysteem
22.137
571
1.823
3.554
4.952
4.952
2.691
1.625
1.969
Accountantskosten
61.215
1.579
5.042
9.827
13.693
13.693
7.442
4.494
5.445
3.360
87
277
539
752
752
408
247
299
0
0
0
0
0
0
0
0
0
140
4
12
22
31
31
17
10
12
Automatiseringskosten
Kantoorbenodigdheden Archiefvernietiging Bankkosten Kasverschillen Catering personeel Catering zakelijk Overige algemene kosten ORG: afschr software totaal
0
0
0
0
0
0
0
0
0
25.608
663
2.119
4.129
5.696
5.696
3.128
1.889
2.288
5.318
137
438
854
1.190
1.190
647
390
473
669
17
55
107
150
150
81
49
59
89.869
2.318
7.402
14.426
20.102
20.102
10.926
6.598
7.994
648.770
16.768
53.554
104.369
144.733
144.733
79.047
47.736
57.831
42.472
1.095
3.498
6.818
9.500
9.500
5.164
3.118
3.778
Bestuur Algemene kosten bestuur Regiodag/werkbezoeken DB Formatieruimte Veiligheid Commissie beroep- en bezwaarschriften totaal
0
0
0
0
0
0
0
0
0
11.420
295
941
1.833
2.554
2.554
1.388
838
1.016
14.935
385
1.230
2.397
3.341
3.341
1.816
1.097
1.328
68.827
1.775
5.669
11.049
15.395
15.395
8.368
5.053
6.122
Communicatie Drukwerk
2.798
72
230
449
626
626
340
205
249
Website
85.642
2.209
7.054
13.748
19.157
19.157
10.412
6.288
7.618
Advertenties
31.260
806
2.575
5.018
6.992
6.992
3.801
2.295
2.780
Publicaties
22.903
591
1.886
3.677
5.123
5.123
2.785
1.682
2.037
Bijeenkomsten/conferentie
15.862
409
1.306
2.546
3.548
3.548
1.928
1.165
1.411
Audiovisuele productie Redactie Overige kosten communicatie totaal
subtotaal
1.513
39
125
243
338
338
184
111
135
40.000
1.032
3.295
6.421
8.947
8.947
4.863
2.937
3.558
6.476
167
533
1.040
1.449
1.449
787
475
576
206.452
5.324
17.005
33.141
46.180
46.180
25.100
15.158
18.363
7.134.823
202.131
720.634
1.246.580
1.328.135
1.476.765
884.472
582.728
693.380
-36.502
-42.419
-23.022 -25.616
-79.137
0 0 -7.920 -20.102 1.412.241
0 0 -4.305 -10.926 826.822
0 0 -2.600 -6.598 524.891
0 0 -3.150 -7.994 603.099
Bijdrage salariskosten Groene Verbinding -23.022 VOF: Baten personeel -378.326 Bijdrage salariskosten Rotterdam V&V -90.756 TPA: Bijdr salaris Bereik 0 TPA: Baten personeel 0 OPL: overige personele baten 0 Onttr RDA GIS opleidingen 0 Onttr.res. Doorl.Act. t.b.v. archiefopsch./digital. -35.409 Onttr.res. Doorl.Act. t.b.v. ICT -89.869 TOTAAL 6.517.442
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
-12.894
-28.738
-56.007
0 0 -913 -2.318 186.005
0 0 -2.917 -7.402 681.577
0 0 -5.684 -14.426 1.170.462
- 71 -
-97.013 -90.756 0 0 0 0 -7.920 -20.102 1.112.343
12.3 Gemeentelijke bijdrage en inwoneraantal per gemeente
Inwonerbijdrage Stadsregio Rotterdam 2013 Gemeente Albrandswaard Barendrecht Bernisse Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Lansingerland Maassluis Ridderkerk Rotterdam Schiedam Spijkenisse Vlaardingen Westvoorne
Aantal inwoners per 1-1-2012 * 25.003 47.053 12.426 16.072 66.122 39.442 28.692 55.265 31.849 45.208 616.260 76.244 72.171 71.042 13.901
TOTAAL
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
Berekende bijdrage per inwoner 4,65 4,65 4,65 4,65 4,65 4,65 4,65 4,65 4,65 4,65 4,65 4,65 4,65 4,65 4,65
1.216.750
Inwonerbijdrage 2013 116.283 218.831 57.790 74.747 307.516 183.435 133.439 257.023 148.122 210.251 2.866.067 354.591 335.649 330.398 64.650 5.658.792
- 72 -
12.4 Jaarrapportage RIVV 2013 De RIVV jaarrapportage 2013 dient ter verantwoording van het RIVV 2013-2016. In de rapportage is de realisatie van het programma weergegeven en worden de afwijkingen verklaard. Het RIVV is opgebouwd uit grote en kleine projecten. Voor de regionale bijdrage aan kleine projecten was in 2013 maximaal € 25 mln. beschikbaar. De € 25 mln. wordt gebruikt ter dekking van de regionale bijdrage in kleine infra projecten en de regionale bijdrage aan samenwerkingsprogramma’s. Programma kleine projecten: Ten laste van het programma kleine projecten zijn 88 verplichtingen (of aanvullingen) aangegaan. In totaal in 2013 is voor € 12.5 mln. aan BDU verplichtingen aangegaan (zie onderstaande tabel), dit valt binnen het subsidieplafond van € 25 mln. De € 12,5 mln. betreft de eigen bijdrage van de stadsregio. Naast een eigen bijdrage geldt voor de meeste projecten uit de samenwerkingsprogramma’s dat er tevens een beschikking is afgegeven voor de rijkbijdrage die de stadsregio als extra BDU inkomsten heeft ontvangen. Totaal is er in 2013 voor kleine projecten € 35 mln. verplicht inclusief de rijksbijdrage. Samenw erkingsprogramma's Beter Benutten Quick Wins Rotterdam Vooruit Snelfietsroutes Kleine projecten
RIVV € 4.500.000 € 3.674.500 € 1.890.000
Verplicht Aantal € 1.597.798 24 € 1.355.000 1 € 559.689 9
€ 14.935.500
€
8.947.994
54
€ 25.000.000 € Max. € 25.000.000 In bijlage 1 staan alle verplichte projecten individueel benoemd.
12.460.481
88
Totaal
De verplichtingen binnen de kleine projecten zijn per subsidiecategorie als volgt verdeeld: Subsidiecategorie
Totaal
Fiets
€ 1.783.500
Fiets+OV
€
Flankerende maatregelen
€ 1.016.000
Haltetoegankelijkheid
€ 1.444.000
OV
€
135.569
P+R
€
19.152
VV edu
€
162.796
VV infra
€
997.476
Weg
€ 3.258.500
Eindtotaal
€ 8.947.994
131.000
De geplande verplichtingen voor de programma’s wijken behoorlijk af van de planning. De regionale bijdrage voor Beter Benutten bedraagt € 1,6 mln. Voor het programma Beter Benutten is de stadsregio alleen beheerder van de middelen. Het programmamanagement voor Beter Benutten voor verzorgd door de Verkeersonderneming. Voor Quick Wins Rotterdam Vooruit is de realisatie een stuk lager dan gepland. Bij het opstellen van het RIVV 20132016 was nog het uitgangspunt dat alle projecten in 2013 zouden starten. Gedurende 2013 heeft het Rijk uitstel verleend, waardoor de lagere realisatie kan worden verklaard. De realisatie van kleine projecten valt tevens lager uit, dit wordt grotendeels veroorzaakt door het niet beschikken van het project ontsluiting bedrijventerrein Kickersbloem III, waarvoor een bedrag van € 5,45 mln. was gereserveerd. Binnen de subsidiecategorieën haltetoegankelijkheid en flankerende maatregelen is een groot deel van het programma gerealiseerd. Binnen het programma is relatief weinig gerealiseerd in de subsidiecategorieën: OV, VV edu en VV infra. Binnen OV zijn geen aanvragen binnengekomen in het kader van flexibilisering tramnetwerk en Bleizo en binnen VV infra zijn weinig aanvragen binnengekomen voor het aanpakken van blackspots. Overigens zijn er nog een viertal projecten voor totaal € 1 mln. doorgeschoven naar 2014. De projecten waren wel tijdig ingediend door de wegbeheerder, maar konden niet meer worden beschikt ten laste van 2013. Vanuit het BOR-fonds zijn in 2013 nog een aantal verplichtingen aangegaan ter afronding van het programma Quick Wins tweede tranche. Het programma Quick Wins tweede tranche is inmiddels door het dagelijks bestuur definitief vastgesteld. Verder is een aanvullende subsidie verleend en vastgesteld van € 0,5 mln. voor de verbinding tussen P+R-garage en metrostation Kralingse Zoom ten laste van het BOR-fonds. Verder zijn in 2013 alle overige BOR projecten afgerond conform de afspraken met het Rijk. Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 73 -
In totaal zijn 107 kleine BDU verplichtingen financieel afgerond met een vrijval van € 4,1 mln. In bijlage 2 zijn de afgeronde projecten individueel benoemd. Eventuele vrijval binnen het programma Quick Wins tweede tranche zal worden teruggegeven aan het Rijk en partners. Deze projecten zijn dan ook niet meegenomen in bijlage 2. Programma grote projecten: In 2013 is één grote subsidie verleend. Dit betreft de bijdrage van de stadsregio aan de tramkruising met de A4. In 2013 is gewerkt aan de uitvoering van Tramplus binnenlus Keizerswaard, het programma Stadstram en de aanpassing van keerlus Marconiplein. Verder is op 9 oktober 2013 door het dagelijks bestuur besloten na de afronding van het plan van aanpak af te zien van de verdere voorbereiding van het project Keerlus Station Noord. Tot slot zijn subsidies verstrekt voor het programma stadstram en doorstromingsmaatregelen OV. In de onderstaande projecten waar in 2013 subsidies voor zijn verleend. regionale bijdrage BDU* projectnaam Tramplus binnenlus Keizersw aard
€
1,41
Stadstram
€
1,49
Bijdrage tramkruising met A4
€
27,22
Doorstromingsmaatregelen OV (Beter Benutten)
€
0,38
Keerlus Station Noord
€
0,05
Aanpassing keerlus Marconiplein
€
1,98
Totaal
€
32,52
*mln.
In vergelijking met het RIVV zijn geen beschikkingen afgegeven voor de projecten vervoer over water en voor Westland/ Hoek van Holland fase 2. In juni 2013 is besloten om het project vervoer over water binnen het programma rivierzones te beëindigen. De subsidieverlening voor het project Westland/ Hoek van Holland fase 2 laat langer op zich wachten, omdat de nadere overeenkomst 3-in-1 intern bij de Provincie Zuid-Holland niet tijdig kon worden geaccordeerd voor behandeling in GS. In de onderstaande tabel staan de verplichtingen die in 2013 zijn afgerond. Vrijval* projectnaam N209 / A12
€
10,63
2e ontsluitingsw eg Hoek van Holland
€
1,67
IJsselmondelijn Fase 2A, Klimmende Bever
€
0,86
Metro Nesselandelijn
€
5,05
N57 - Groene Kruisw eg (verkenning)
€
0,05
NZ-metro, station Beurs
€
0,35
Ridderkerklijn
€
1,31
Spalandtak
€
0,48
Stadsw eg Zuid
€
0,36
Station Schiedam Kethel
€
0,07
Keerlus Station Noord
€
0,01
Schiedam-Vlaardingenlijn
€
Tramplus Binnenlus Keizersw aard
€
0,04
Tramplus Carnisselandelijn
€
1,27
Tramplus IJsselmondelijn
€
1,11
Tramplus Keerlus Langenhorst
€
0,01
Totaal
€
23,27
-
In 2013 zijn veel oude projecten afgerond. Waarbij de afronding van de N209/A12 heeft gezorgd voor het grootste aandeel in de vrijval.
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 74 -
Bijlage 1: Verplichtingen kleine projecten BDU (incl. Rijksbijdrage)
We gbe he e rde r B arendrecht B arendrecht B rielle B rielle Capelle ad Ijssel Haaglanden HB R HB R Hellevo etsluis Hellevo etsluis Hellevo etsluis Hellevo etsluis Hellevo etsluis Lansingerland Lansingerland Lansingerland Lansingerland M aassluis M aassluis RET RET Ridderkerk Rijkswaterstaat Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Schiedam Schiedam Schiedam Schiedam Schiedam Schiedam Schiedam Spijkenisse Spijkenisse Spijkenisse Spijkenisse Stadsregio Stadsregio Stadsregio
pro je c t na a m S ubs idie c a t e go rie Verkeerseducatie B arendrecht 2013 VV edu Halteto egankelijkheid B arendrecht 2013 Halteto egankelijkheid Scho o lzo ne Dijckpo tingen VV infra M aerlant -jo uw Ro ute- (TT) VV edu Halteto egankelijkheid Capelle ad IJssel 2013 Halteto egankelijkheid B B -pakket 37A , 44B , 37D en B EREIK! 2013 (B B ) DVM P erso nenvervo er o ver water in Stadshavens (B B ) OV On-line info rmatiesysteem wachtplaatsen binnenvaart (B B ) DVM Verkeerseducatie Hellevo etsluis 2013 VV edu Halteto egankelijkheid Hellevo etsluis 2013 Halteto egankelijkheid Verkeerseducatie 2013 (B e., He., Sp. En WV) VV edu B ROEM -dag 2013 VV edu Fietso versteek Rijksstraatweg- M o riaanseweg VV infra FidK, Zo Ro -busbaan Lansingerland Flankerende maatregelen Verlichting fp. P ro vincialeweg Landscheiding (sfr) Fiets Verkeerseducatie Lansingerland 2013 VV edu Fietsparkeren Westpo lder, fase 2 Flankerende maatregelen Verkeerseducatie M aassluis 2013 VV edu Halteto egankelijkheid M aassluis 2013 Halteto egankelijkheid Verkenningsstudie busverbinding Capelsebrug / Kralingse Zo o m / Stadio npark / Zuidplein OV (RET) Stadsnet Citadis II - schadevergo eding bo uwrente OV Halteto egankelijkheid Ridderkerk 2013 Halteto egankelijkheid Incidentmanagement (43) en CA R (B B ) DVM Verkenning Stedenbaanstatio n Stadio npark (B B ) OV Fietsparkeervo o rzieningen metro statio n M arco niplein (B B ) Flankerende maatregelen FidK dg. Kralingen - Cro o swijk Flankerende maatregelen B lackspo t J. B randstraat / P utselaan VV infra Uitbreiding fietsenstalling metro statio n M aashaven (B B ) Flankerende maatregelen Fietsvo o rz. Ho o fdweg en Ko ningslaan Fiets Fietspad G.K. van Ho gendo rpweg (sfr) Fiets Halteto egankelijkheid B everwaardseweg Halteto egankelijkheid Verkenningsstudie busverbinding Capelsebrug / Kralingse Zo o m / Stadio npark / Zuidplein OV (SO) Fietsparkeren metro statio n Kralingse Zo o m (B B ) Flankerende maatregelen Verkeerseducatie Ro tterdam 2013 VV edu Halteto egankelijkheid Ro tterdam 2013 Halteto egankelijkheid Fietspad Ro sestraat - Ro entgenstraat (F16) Fiets Fietspad P o sthumalaan - ro ute 5 Fiets FidK, metro statio n P ernis Flankerende maatregelen Fietstro mmels Ro tterdam 2013 Flankerende maatregelen Fietsveer Kralingen - Feijeno o rd (B B ) Fiets Laan o p Zuid - herpro filering Weg FidK, statio n B lijdo rp Flankerende maatregelen B lackspo t Gro eninx van Zo elenlaan - A kkero o rd VV infra B lackspo t M athenesserdijk-M athenesserbrug-M athenesserweg VV infra Fietspad Havenspo o rpad Fiets A anleg ventweg Vierhavensstraat Weg Fietspad Stadio nlaan - Spo rtlaan Fiets Spino zaweg herpro filering en saneren blackspo ts VV infra FidK, Willemsbrug - P rinsendam -Wilhelminaplein (B B ) Flankerende maatregelen FidK, dg. Ho o gvliet (B B ) Flankerende maatregelen B lackspo t Tienmo rgenseweg-Laan van Nieuw B lankenburg VV infra Fietspad Stieltjesplein (F16) Fiets B lackspo t Do rdtselaan-M ijnsherenlaan-P uttersho ekstraat VV infra Verlichting fietspad B o vendijk (sfr) Fiets Fietspad Olympiaweg (F16) Fiets Fietspad IJsselmo ndse Randweg (F16) Fiets Ontsluiting P +R Schieveste fase 2 (QWRV) P +R Fiets in de Keten Schiedam 2012 Flankerende maatregelen Fietspad 's-Gravenlandseweg - Schieveste (ro ute 414) Fiets Tramplus P ro veniersbrug + fietspad 's-Gravelandseweg Fiets+OV Stedelijke distrubitie Schiedam Weg P o ldervaartro ute (excl. A 20 P assage) (B B ) Fiets Halteto egankelijkheid Schiedam 2012 Halteto egankelijkheid Halteto egankelijkheid Spijkenisse 2012 Halteto egankelijkheid Scho o lo mgeving Spijkenisse 2012 VV infra FidK, B us- en metro statio n Spijkenisse Centrum (B B ) Flankerende maatregelen Fietspaden B aljuwlaan en Heemraadlaan Fiets P ro jectteam werkzaamheden B B 37C + 42B (DTV co nsultants) DVM Fietsparkeervo o rzieningen bij OV-kno o ppunten (3e tranche) Flankerende maatregelen P ro jectleiding B B 37C + 42B (P ro lo gistics) DVM
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 75 -
BDU v e rplic ht ing 10.000 72.000 70.500 1.071 90.000 530.000 598.000 50.000 2.237 110.000 7.500 1.405 13.000 123.000 73.000 7.000 223.000 7.500 40.000 25.000 135.569 10.000 67.500 180.000 17.500 10.500 28.000 109.500 735.500 475.500 48.000 16.340 87.500 100.000 888.000 54.000 74.500 35.000 69.500 2.021.250 2.600.000 16.500 37.000 53.000 400.000 586.500 350.500 634.500 17.000 73.500 80.000 102.000 53.000 113.500 40.500 51.500 4.065.000 16.500 68.500 131.000 72.000 1.405.000 40.000 16.000 23.500 101.000 154.500 24.750 472.000 31.680
We gbe he e rde r Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Vlaardingen VO VO VO VO VO VO VO Westvo o rne Westvo o rne Zwijndrecht
pro je c t na a m VA T-ko sten fietsenstalling Ro tterdam A lexander Verkeerso uders VVN 2013 B ewegwijzering M eijersplein B ewegwijzering Gro ene Kruisweg Nulmeting F16 - aanvulling ViaStat abo nnementen 2013 P arkeertellingen o p P +R-terreinen - Tibo din Halteto egankelijkheid Vlaardingen 2013 P ubliekscampagne (B B ) Spitsreductie Vrachtverkeer (B B ) Spitsmijden A lgeraco rrido r (B B ) Werkgeversbenadering (B B ) Werknemersaanpak (B B ) Spitsmijden P erso nen o p de Ruit (B B ) Uitvo eringsbijdrage VO 2013 (B B ) Halteto egankelijkheid Westvo o rne 2012 Scho o lo mgeving Westvo o rne 2013 Fietsverbinding B rugweg (F16)
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
S ubs idie c a t e go rie Flankerende maatregelen VV edu P +R P +R Fiets VV edu P +R Halteto egankelijkheid M o b. M an. M o b. M an. M o b. M an. M o b. M an. M o b. M an. M o b. M an. M o b. M an. Halteto egankelijkheid VV infra Fiets
- 76 -
BDU v e rplic ht ing 50.000 2.472 1.680 11.760 1.487 23.611 5.712 80.000 700.000 942.500 1.322.500 3.830.000 6.820.000 1.705.000 300.000 50.000 4.976 120.000 3 5 .0 2 0 .0 0 1
Bijlage 2: Afgehandelde kleine BDU projecten We gbe he e rde r A lbrandswaard A lbrandswaard A lbrandswaard A lbrandswaard A lbrandswaard A lbrandswaard A lbrandswaard B arendrecht B arendrecht B arendrecht B ernisse B ernisse B rielle Lansingerland Capelle ad IJssel Capelle ad Ijssel Capelle ad IJssel Waterschap Hellevo etsluis Hellevo etsluis Hellevo etsluis Krimpen ad IJssel Lansingerland Landelijk Gebied M aassluis M aassluis M aassluis Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam Ro tterdam RET RET RET RET RET RET RET Recreatieschap Rijkswaterstaat Schiedam Schiedam Schiedam Schiedam Spijkenisse Spijkenisse
P ro je c t na a m A anpassing ro ute buslijn 79 Halteto egankelijkheid 2011 Herinrichting Statio nsstraat Herinrichting Do rpsdijk Tijsjesdijk - Zwaluwlaan Vo gelbuurt, 2e fase 30km/h inrichten (pilo t flexdrempel) Verkeerseducatie B arendrecht 2012 Halteto egankelijkheid B arendrecht 2011 Halteto egankelijkheid B arendrecht 2012 Halteto egankelijkheid B ernisse 2011 FidK B ernisse 2012 30km/h Kaaistraat, Ruggeweg en Welleweg A nthuriumweg - Ho ekeindseweg B leiswijk Rijvaardigheidscursus o uderen 2012 Halteto egankelijkheid Capelle ad IJssel 2013 Verkeersleerkracht Capelse Scho o l Vereniging Verkeersafwikkeling Ijsselmo ndse Kno o p - ko rte termijn B ROEM -dag 2013 FidK Hellevo etsluis 2012 Fietso versteek Rijksstraatweg- M o riaanseweg Fietsparkeren bij OV Krimpen ad Ijssel 2012 Fietstunnel N209 bij B ergweg-No o rd (Ro ute 05) Fietspad B ro ekkade Verkeerseducatie M aassluis 2012 Halteto egankelijkheid M aassluis 2012 50km-drempel Dr. A . Schweitzerdreef (No beldreef) QW P ro jectmanagement + aanvulling B innenstadservice (QWRV) Fietspad Havenspo o rlijn Fietspad B o venstraat Fietspad B o vendijk Fietsvo o rziening Ko rtekade Fietsstro ken Krabbendijkestraat Fietsstro ken 2e Ho genbanweg Fietspad Ko ningslaan Fietspad Go ng Fietsvo o rziening P ro veniersstraat Fietsvo o rziening Ho o fdweg secundair Fietspad Gro ene Kruisweg - tussen Laning en A chterweg Verlichting fietspad B o vendijk (sfr) Fietspad Olympiaweg (F16) Fietspad IJsselmo ndse Randweg (F16) Inpassen gelijkrichterstatio n Nesselande B ussluis Ko ninginneweg Nadeelco mpensatie Vasteland - A 20 Uitvo ering verwijzing P +R 2012 P +R Do elgro epparkeren 2012 B lackspo t Gro eninx van Zo elenlaan Reijerdijk DV. Langenho rst - Vrijenburgweg B lackspo t B o ezemstraat - P ijperstraat Scho uwen 2006 Verkeerseducatie Ro tterdam 2007 B lackspo t Klein Nieuwland Verkeersveiligheid Kastanjesingel B lackspo t M athenesserlaan - Nieuwe B innenweg Verkeerseducatie 2008 Verkeerseducatie 2009 Kralingseplein, fase 2 Keerlus B urgemeester Oudlaan FastFerry, halte Euro po o rt Do o rstro ming tramlijnen 1, 4 en 7 fase 2 Explo itatie beheersysteem (EB S) Explo itatie beheersysteem (EB S) aanvulling Stadsnet Citadis II Stadsnet Citadis II - schadevergo eding bo uwrente Fp. B leiswijkse Zo o m no o rd Ho fpleinviaduct Fietsro ute nr. 4 - P o ldervaartro ute + aanvulling Halteto egankelijkheid Schiedam 2012 Fietsvo o rziening Scho o lstraat / Willem de Zwijgerlaan Fietspad Churchillweg Halteto egankelijkheid Spijkenisse 2011 Vo o rzieningen Openbaar Vervo er 2011
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 77 -
V rijv a l 12.000 1.000 5.500 5.500 6.000 2.000 6.500 1.277 23.729 30.500 834.500 267.500 75.000 14.500 8.500 15.000 22.000 6.500 75.500 50.464 85.256 13.352 4.345 56.145 12.000 21.000 31.500 33.500 78.000 67.500 5.000 23.000 41.500 73.710 65.767 79.000 288.000 0 281.000 682.507 43.500 13.000 15.000
We gbe he e rde r Spijkenisse Spijkenisse Spijkenisse Spijkenisse Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio Ro tterdam Stadsregio Stadsregio Stadsregio Stadsregio VO VO Vlaardingen Vlaardingen Vlaardingen Vlaardingen Vlaardingen Vlaardingen WHD Westvo o rne Westvo o rne Zuid-Ho lland Zuid-Ho lland Zwijndrecht T o taal
P ro je c t na a m Fietspad B aljuwlaan Fietspad Heemraadlaan Ro to nde M aaswijkweg / Jo ke Smitlaan Fietspaden B aljuwlaan en Heemraadlaan To tally Traffic 2012 Verkeersleerkracht Ro zenburg A anpassing TERN-fo nt rendering B esamu tbv P +R verwijzing Verkeerso uders VVN GVM S 2012 ViaStat abo nnementen 2013 Nulmeting F16 Wachttijdmeting snelfietsro ute F16 Nulmeting F16 - aanvulling FidK, metro statio n Ho o gvliet P arkeertellingen o p P +R-terreinen - Tibo din Fiets-OV 2009-2010, Natio naal Onderwijsmuseum Fiscale advieswerkzaamheden Delo itte Fiets-OV 2012, CED B eter B enutten M y Way Campagne Verkeersleerkracht 2011 Verkeerseducatie Vlaardingen 2012 Fietsplan 2011 Halteto egankelijkheid 2010 Veilige scho o lzo nes 2009 Veilige scho o lzo nes 2010 Fietssuggestiestro ken Heveringseweg Veilige scho o lo mgeving De M ildenburg en Het Overbo s Veilige scho o lo mgeving De Ho eksteen en De Drieho ek Fr. Zuidersingel langs N471en N209 F269 B erm-DRIP N493 Fietsvo o rz. Hans Lipperheystraat (F16) Zwijndrecht
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
- 78 -
V rijv a l 86.000 69.000 17.722 24 26.804 783 7.104 1.500 10.000 37.000 500 366.845 4.100.333
cutting through
complexity
Accountantsverslag 2013 stadsregio Rotterdam
Aan het Algemeen Bestuur van stadsregio Rotterdam
15 april 2014
1
1 f
1
Inhoudsopgave Pagina
De contactpersonen bij KPIVIG
1
voor dit verslag zijn: Jarry van Sabben R A Engagement
Partner,
KPMG Accountants
Aanbiedingsbrief
2
1. Accountantscontrole
3
2. Ontwikkeling financiële cijfers
4
Utrecht,
N. V.
Tel.: (030) 658 2421
[email protected]
3. Verslaggevingsaspecten en controlebevindingen
12
4.
17
Rechtmatigheid
KPMG Accountants
N. V.
Tel.: (070) 338 2211
[email protected]
L
r
i
Martijn Feijt RA Engagement Manager, Den Haag,
j
5. Overige ontwikkelingen
19
6. Single information Single audit
21
7. Administratieve organisatie en interne beheersing
23
8. Bestuur en toezicht
24
L J r
Bijlagen 1
Rapport van bevindingen SiSa
27
i 1 1
1 1 •
1
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rectiten voorbetiouden.
i KPMG Audit Postbus 43004 3540 AA Utrecht
Rijnzattie 14 3454 PV De iVleern Telefoon (030) 658 2300 Fax (030)658 3010
Vertrouwelijk Aan het Algemeen Bestuur van stadsregio Rotterdam Meent 106 301IJR ROTTERDAM
Utrectit, 15 april 2014
Betreft: Accountantsverslag 2013
Geachte leden van het Algemeen Bestuur, Met genoegen bieden wij u hierbij het accountantsverslag 2013 aan zoals bedoeld in de Controleverordening 2012 stadsregio Rotterdam (hiema: 'de stadsregio'). In dit verslag treft u de bevindingen aan naar aanleiding van onze werkzaamheden. In overeenstemming met de aan ons verstrelcte opdracht hebben wij de jaarrekening 2013 van de stadsregio gecontroleerd. De controle heeft tot doel het uitbrengen van een onafhankelijk oordeel over de getrouwheid en rechtmatigheid van (de posten in) de jaarrekening, alsmede over het verenigbaar zijn van het jaarverslag en de overige gegevens met deze jaarrekening. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur. Het is onze verantwoordelijkheid een controleverklaring inzake de jaarrekenmg te verstrekken. W i j hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten.
Het accountantsverslag is uitsluitend opgesteld voor gebruik door het Algemeen Bestuur en mag niet zonder onze uitdrukkelijke toestemming geheel of gedeeltelijk aan derden ter beschikking worden gesteld. Het concept van dit verslag is op 27 maart 2014 afgestemd met beleidsmedewerkers Financiën en het hoofd Bedrijfsvoering. Op 2 april 2014 is het verslag besproken met de Secretaris / Algemeen Directeur. Wij maken graag van de gelegenheid gebmik om het management en de medewerkers van de stadsregio te bedanken voor de open en construcdeve samenwerking bij het verrichten van onze controlewerkzaamheden en de totstandkoming van deze rapportage. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en zijn graag bereid de inhoud van dit verslag nader toe te Uchten. Hoogachtend,
Wij zijn voomemens een goedkeurende controleverklaring af te geven bij de jaarrekening die in concept aan ons is verstrekt, op voorwaarde dat het concept zonder wijzigingen wordt vastgesteld en mdien zich voordat de vergadering van het Algemeen Bestuur plaatsvindt geen omstandigheden voordoen waardoor wijziging van de jaarrekening nodig is. Indien nodig dient een dergelijke wijziging te worden aangebracht voorafgaand aan de vergadering van het Algemeen Bestuur.
KPMGAccountantsit^.
J.L.C. van Sabben RA
KPMG Accountants N.V.. ingeschreven bj] tiet tiandelsregister In Netterland onder nummar 332636B3, Is een doctitermoatschapplj van KPMG Europe LLP en lid van net KPMG-netwerk van zoirstandigo ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Ccraperatlve ('KPMG international'), een Zwitserse entiteit.
Op al onze diensten zjjn algemene voorwaarden van loepassing zoals gedeponeerd tii] de rechttianK te Amsterdam onder nummer 21/2012, die wi] u op verzoek toezenden.
0000024856/2
1. Accountantscontrole
S c o p e , aanpak en uitkomsten 2.1 Controleopdracht Controle gericht op getrouwheid en rechtmatigheid.
De opdracht tot controle van de jaarrel<ening is uitgevoerd conform de gemaakte afspraken die zijn vastgelegd in de opdrachtbevestiging 2013.
Jaarrekeningproces is beïnvloed door bijzondere
Onze controle heeft tot doel het uitbrengen van een onafhankelijk oordeel omtrent de getrouwe weergave en rechtmatige totstandkoming van de in de resultatenrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties inclusief de bijlage SiSa.
onderwerpen:
2.2 Opzet en reikwijdte controle
• Wet normering bezoldiging
Onze controle is gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Niet uitgesloten is dat atwijkingen voorkomen die voor de jaarrekening als geheel niet van belang zijn.
topfunctionarissen. • Liquidatieplan stadsregio. • Overdracht Jeugdzorg.
Goedkeurende controleverklaring.
De waarnemingen die wij bij de financiële beheersing en sturing verrichten en de door ons gehanteerde tolerantie bij de beoordeling van de uitkomsten van de controle zijn afgestemd op de oordeelsvorming omtrent de jaarrekening van de stadsregio als geheel. Ons onderzoek richt zich niet specifiek op het ontdekken van fraude. De primaire verantwoordelijkheid voor het voorkomen en ontdekken van fraude berust bij het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van de stadsregio. De accountant is niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor de preventie van fraude. 2.3 Gang van zaken tijdens controle De oplevering van de jaarrekening is verbeterd doordat bij aanvang van onze controle de jaarrekening in concept beschikbaar was. De meeste stukken van de Prepared by Client-lijst zijn tijdig opgeleverd. Een aantal aandachtspunten hebben dit jaar meer tijd gevergd dan voorgaande jaren door hun complexiteit (Wet Normering Topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector), de ontwikkelingen en besluih/orming over de afbouw en overdracht Jeugdzorggelden (31 december 2014) en de mogelijke opheffing van de WGR+-regeling en de liquidatie van de stadsregio.
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
Tijdens de uitvoering van onze controlewerkzaamheden hebben wij diverse zaken opgemerkt ten aanzien van de presentatie en toelichting in de jaarrekening. Deze opmerkingen zijn verwerkt in het definitieve concept van de jaarrekening van de stadsregio. 2.4 Controleverschillen Tijdens onze controle zijn diverse afwijkingen in de SiSa-bijlage geconstateerd. Het betreft onder meer het ten onrechte salderen van bedragen bij de regeling Brede doeluitkering verkeer en vervoer en aanpassingen in de cofinanciering van de regeling Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtlcwaliteit. De stadsregio heeft de afwijkingen in de definitieve versie van de SiSa-bijlage aangepast. W e hebben geen ongecorrigeerde controleverschillen geconstateerd. 2.5 Controleverklaring en accountantsverslag
'
Indien de jaarrekening ongewijzigd wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur zullen wij een goedkeurende controleverklaring inclusief een paragraaf ter benadrukking van de onzekerheid over de continuïteit afgeven. Het accountantsverslag is opgesteld voor gebruik door het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Directie en mag niet zonder onze uitdrukkelijke toestemming geheel of gedeeltelijk aan derden ter beschikking worden gesteld. 2.6 Oordeel en schattingen van het management De schattingen op basis waarvan de jaarrekening is opgesteld zijn gebaseerd op het oordeel van het management. Bepaalde schattingen zijn meer gevoelig voor schattingswijzigingen dan andere vanwege hun belang voor de jaarrekening of de mogelijkheid dat toekomstige gebeurtenissen die van invloed zijn op deze schattingen afwijken van het huidige oordeel van het management. Wij hebben de belangrijkste gehanteerde factoren en veronderstellingen beoordeeld op basis waarvan de afzonderiijke oordelen en schattingen zijn gevormd, en hebben vastgesteld dat deze aanvaardbaar zijn in het kader van de jaarrekening als geheel.
0000024856/3
I
2. Ontwikkeling financiële cijfers
Winst-en-verliesrekening
De werkelijke lasten van
Toelichting
Afwijkingen begroting versus realisatie (lasten) Begrote lasten*
Werkelijke lasten
Afwijking
EUR 1.000
EUR 1.000
EUR 1.000
Hoofdfunctie 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
348.065
324.788
23.278
Hoofdfunctie 5. Cultuur en recreatie
28.863
21.628
7.235
-
-
-
141.961
137.914
4.047
14.754
8.961
5.793
891
76S
126
534.534
494.056
40.479
hoofdfunctie 2 zijn lager doortlmingverschil t u s s e n beschikking en bestedingen. Hoofdfunctie 0. Algemeen Bestuur
Hoofdfunctie 6. Sociaal beleid en maatschappelijke dienstverlening Hoofdfunctie 7. Volksgezondheid en milieu Hoofdfunctie 8. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Hoofdfunctie 9. Financiering en algemene dekkingsmiddelen Totaal Bron: Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam * Betreft de iaatst gewijzigde begroting 2013
^
De totale lasten volgens de hoofdfuncties sluiten niet aan op die in de programmarekening. Het verschil betreft de som van de gemeentelijke bijdragen en de bijdragen van de gemeente Rotterdam (EUR 6.870.858). Deze bijdragen zijn doorbelast aan de diverse programma's en komen in de programmarekening om die reden twee keer voor onder de lasten en één keer onder de baten. Hiervoor is gekozen om een beter inzicht in de programmarekening en de programma's te geven. Wij adviseren de indeling van de programma's en de hoofdfuncties nog beter op elkaar te laten aansluiten. De begrotingsrechtmatigheid betreft niet alleen eventuele financiële overschrijdingen maar ook de vraag of inhoudelijk aan de taakstelling is voldaan, ook in die situaties waarin geen overschrijdingen zijn geconstateerd. De toelichting op de realisatie (met name die per activiteit) geeft het Algemeen Bestuur hiervoor informatie. Het is de taak van het Algemeen Bestuur om na te gaan of deze informatie voldoende is. De gerealiseerde lasten van hoofdfunctie 2 zijn aanzienlijk lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat bij het vaststellen van de begroting het Algemeen Bestuur de voorgestelde (meerjarige) verplichtingen tot maximaal de bedragen genoemd in de begroting autonseert. In de jaarrekening worden de feitelijke (jaadijkse) bestedingen, conform het BBV, verantwoord. Hierdoor ontstaat een timingverschil tussen de meerjarige verplichtingen en de jaariijkse bestedingen. De bestedingen vinden naar verwachting plaats in latere jaren. De lasten van hoofdfunctie 8 vallen net als in 2013 lager uit dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat gelden zijn teruggevorderd in verband met lagere bestedingen dan begroot. De resterende budgetruimte resteert voor afwikkeling van de toegekende subsidies Investeringsreserve in 2014 en verder. Voor meer inzicht in de mutaties in de hoofdfuncties 2 (Bereikbaarheid en Mobiliteit), 5 (Groen), 7 (Jeugdzorg) en 8 (Wonen) hebben wij een uitgebreide analyse per hoofdfunctie uitgevoerd op de volgende pagina's.
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/4
2. Ontwikkeling financiële cijfers
Winst-en-verliesrekening (vervolg)
De werkelijke baten van
Toelichting
Afwijkingen begroting (baten) Begrote baten*
hoofdfunctie 2 zijn lager door onttrekkingen aan de
Werkelijke Mutatie 2013 baten
EUR 1.000
EUR 1.000
EUR 1.000
Hoofdfunctie 2. Verkeer, vervoer en waterstaat
-345.210
-316.976
-28.234
Hoofdfunctie 5. Cultuur en recreatie
-16.766
-15.595
-1.172
-
-
-
-138.986
-135.087
-3.897
-4.575
-2.297
-2.278
-18.039
-17.853
-185
-523.576
-487.808
-35.766
reserve Verkeer en Vervoer. Hoofdfunctie 0. Algemeen Bestuur
Hoofdfunctie 6. Sociaal beleid en maatschappelijke dienstverlening Hoofdfunctie 7. Volksgezondheid en milieu Hoofdfunctie 8. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Hoofdfunctie 9. Financiering en algemene dekkingsmiddelen Totaal Bron: Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam * Betreft de iaatst gewijzigde begroting 2013
De totale baten volgens de hoofdfuncties sluiten niet aan op die in de programmarekening. Het verschil betreft de som van de gemeentelijke bijdragen en de bijdragen van de gemeente Rotterdam (EUR 6.870.858). Deze bijdragen zijn doorbelast aan de diverse programma's en komen in de programmarekening om die reden twee keer voor onder de lasten en een keer onder de baten. Hiervoor is gekozen om een beter inzicht in de programmarekening en de programma's te geven. Wij adviseren de indeling van de programma's en de hoofdfuncties nog beter op elkaar te laten aansluiten. De begrotingsrechtmatigheid betreft niet alleen eventuele financiële overschrijdingen maar ook de vraag of inhoudelijk aan de taakstelling is voldaan, ook in die situaties waann geen overschrijdingen zijn geconstateerd. De toelichting op de realisatie (met name die per activiteit) geeft het Algemeen Bestuur hien/oor informatie. Het is de taak van het Algemeen Bestuur om na te gaan of deze informatie voldoende is. De gerealiseerde baten in hoofdfunctie 2 zijn lager dan de begrote baten. Dit wordt veroorzaakt door een lagere onttrekking aan de fondsen als gevolg van lagere bestedingen ( EUR 23 miljoen) en de voorgestelde vrijval uit de reserve Verkeer en Vervoer (EUR 5 miljoen). Voor meer inzicht in de mutaties in de hoofdfuncties 2 (Bereikbaarheid en Mobiliteit), 5 (Groen), 7 (Jeugdzorg) en 8 (Wonen) hebben wij een uitgebreide analyse per hoofdfunctie uitgevoerd op de volgende pagina's.
©2014 KPMG Accountants N.V. Alie rechten voorbehouden.
0000024856/5
2. Ontwikkeling financiële cijfers
Resultaten per programma - Bereikbaarheid en Mobiliteit P r o g r a m m a r e k e n i n g B e r e i k b a a r h e i d e n Mobiliteit
Noot
B e d r a g e n in E U R 1.000
Rekening 2013
Laatste gewijzigde b e g r o t i n g 2013
Verschil
39.000 1.112 265.419 1.412
70.678 1.342 274.536 1.509
-31.678 -229 -9.116 -97
17.844
-
17.844
324.787
348.065
-23.276
Rekening 2012
Lasten
Programmalasten Verkeer Apparaatslasten Verkeer Programmalasten Openbaar vervoer Apparaatslasten Openbaar vervoer Dotatie fonds BDU (verplicht en nog te verplichten)
1 2 3
Totaal lasten
1.251 264.706 1.312 L
319.429 •
Baten
Rijksbijdrage (Verkeer en Openbaar vervoer) BDU- bijdrage 2012 niet besteed Rentebaten Onttrekking fondsen
4
Totaal baten
Onttrekkingen aan bestemmingsreserves Saldo Bron: Jaarrekening 2013 stadsregio
52.160
5
-
-
-
2.855 40.815
43 -28.235
329.879 -200.876 2.097 88.333
319.788
348.065
28.278
219.433
5.000 -
-
-5.000 -
99.996
304.396 2.812 12.580
304.396
-
-
Rotterdam
f L
©2014 KPMG Accountants N.V Alle rechten voorbehouden.
0000024856/6
2. Ontwikkeling financiële cijfers
Resultaten per programma - Bereikbaarheid en Mobiliteit (vervolg) Toelichting
'
1. De programmalasten Verkeer wijken af van de begroting met EUR 32 miljoen ten opzichte van de laatst gewijzigde begroting 2013. Het verschil kan worden verklaard doordat de lasten in de begroting zijn gebaseerd op af te geven nieuwe beschikkingen en in de jaarrekening op basis van werkelijke bestedingen. Voor 2013 was EUR 71 miljoen begroot en er voor een bedrag van EUR 38 miljoen aan beschikkingen afgegeven. Het minder beschikken dan begroot heeft verschillende oorzaken, zoals het doorschuiven van een aantal omvangrijke projecten waaronder het project Westland / Hoek van Holland fase 2, en het inzetten van de middelen voor Beter Benutten bij andere modaliteiten. 2. De programmalasten Openbaar Vervoer wijken af van de begroting met EUR 9 miljoen ten opzichte van de laatst gewijzigde begroting 2013. Ook hier geldt dat is begroot op basis van af te geven nieuwe beschikkingen, tenwijl in de jaarrekening hier de werkelijke bestedingen zijn verantwoord. Voor 2013 was een bedrag van EUR 274 miljoen begroot en er is werkelijk voor EUR 293 miljoen beschikt. Het meer beschikken dan begroot heeft verschillende oorzaken, zoals het vervroegen van werkzaamheden 2014 voor het project Hoekse Lijn, het verstrekken van aanvullende subsidie voor de Schiedam-Vlaardingenlijn en het anders inzetten van andere middelen. 3. De dotatie aan het fonds BDU nog te verplichten is het exploitatiesaldo van bestedingen en onh/angen baten in het verslagjaar en overige fonds- en resen/emutaties. \. 4. De lagere onttrekking aan de fondsen ten opzichte van de begroting is veroorzaakt door lagere bestedingen (EUR 23 miljoen) en de voorgestelde vrijval uit de reserve Verkeer en Vervoer (EUR 5 miljoen). 5. Op grond van de wet BDU verkeer en vervoer is de stadsregio verplicht om jaariijks rente (refi rente) toe te rekenen aan de BDU fondsen BDU. De stadsregio heeft een bestemmingsreserve Verkeer en Ven/oer ingesteld. Dit bestemmingsresen/e kan ingezet worden om eventuele negatieve verschillen in de verplichte rentesystematiek voor het fonds BDU op te vangen. De reserve bedroeg per 31 december 2012 EUR 5 miljoen. Met de invoering van het verplicht schatkistbankieren vanaf 1 januari 2014 is de verplichting voor het toe rekenen van renten aan de BDU fondsen komen te vervallen. Aan het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld om de bestemmingsreserve Verkeer en Vervoer te laten vrijvallen voor het totale saldo van EUR 5 miljoen, omdat door de invoering van Schatkistbankieren per 15 december 2013 geen noodzaak meer is tot het reserveren van aan het fonds BDU toe te rekenen rentebedragen. i
r
L
2. Ontwikkeling financiële cijfers
Resultaten per programma - Jeugdzorg Programmarekening Jeugdzorg
B e d r a g e n in E U R 1.000
Noot
Rekening Laatste gewijzigde 2013 b e g r o t i n g 2013
Verschil
Rekening 2012
-1.585
130.121
Lasten
Programmalasten Jeugdzorg
1
Apparaatslasten Jeugdzorg Totaal lasten
134.258
135.843
529
529
-
528
134.787
136.372
-1.585
130.649
132.127
132.277
150
126.380
438
4S4
25
Baten
Rijksbijdrage Overige baten, regionale bijdragen en rentebaten Onttrekking fondsen Totaal baten
Onttrekkingen aan reserves Saldo Bron: Jaarrekening 2013 stadsregio
1
680
2.062
1.382
2.722 1.377
133.245
134.803
1.557
130.479
-1.541
-1.568
28
170
0
0
0
0
Rotterdam
Toelichting 1. De werkelijke lasten zijn EUR 1.585.000 lager dan begroot. Dit wordt onder meer veroorzaakt doordat in de begroting rekening is gehouden met een afname van de Rijksbijdrage en hierdoor een hogere onttrekking aan het fonds is begroot. In 2013 blijkt de afname van de Rijksbijdrage voor 2013 beperkt te zijn, maar is de begrote onttrekking aan het fonds niet meer aangepast. Dit verklaart voor EUR 0,7 miljoen de afwijking. Daarnaast zijn de lasten gedaald door onder meer minder bestedingen op projecten dan begroot en het terugvorderen van toegekende en betaalde subsidie aan zorginstellingen. De terug te vorderen bedragen worden gecrediteerd op de oorspronkelijke lastenrekening. Als gevolg van de per saldo lagere werkelijke programmalasten is minder onttrokken aan de fondsen.
© 2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/8
2. Ontwikkeling financiële cijfers
Resultaten per programma - Wonen: Duurzaam en marktgericht aanbod Programmarekening W o n e n : Duurzaam en marktgericht aanbod
B e d r a g e n in E U R 1.000
Laatste gewijzigde begroting 2013
Verschil
Rekening 2012
1.497
7.065
-5.567
9.884
827
842
-16
796
2.324
7.907
-5.583
10.680
2.017 1.485 263
2.017 1.475 2.542
0 -10 2.289
1.921 1.251 2.454
3.765
6.036
2.270
5.626
-26 1.467
-1.872
1.832 1.467
5.080 28
0
0
Noot R e k e n i n g 2 0 1 3
Lasten
Programmalasten Wonen
1
Apparaatslasten Wonen Totaal lasten
Baten
Rijksbijdragen (ISV) Overige baten Onttrekking fondsen (ISV)
4
Totaal baten
1 Onttrekking aan reserve Toevoeging aan reserves
2 3
0
Saldo Bron: Jaarrekening 2013 stadsregio
0 0
Rotterdam
Toelichting
'
1. De programmalasten Wonen wijken af van de begroting met EUR 5,6 miljoen ten opzichte van de laatst gewijzigde begroting 2013. De afname wordt verklaard doordat de lasten in de begroting zijn gebaseerd op beschikkingen en de jaarrekening op basis van lasten. Voor 2013 is een bedrag van EUR 6 miljoen aan door het Dagelijks Bestuur toegekende budgetruimte niet gebruikt voor het verstrekken van voorschotten, waardoor dit bedrag resteert voor afwikkeling in volgende jaren. Daarnaast was er sprake van vrijval van EUR 2 miljoen als gevolg van teruggevorderde subsidiebedragen. Daarnaast heeft er een dotatie aan het fonds 1SV3 plaatsgevonden van EUR 2 miljoen omdat vanwege de lagere lasten de in 2013 ontvangen rijksbijdrage 1SV3 nog niet nodig was ter dekking van de lasten. 2. In 2013 is EUR 1,8 miljoen minder dan begroot onttrokken aan de investeringsreserve als gevolg van lagere lasten zoals benoemd onder 1. 3. De dotatie aan de investeringsreserve houdt verband met de vrijval als gevolg van de teruggevorderde subsidiebedragen. 4. ©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
r
In 2013 is EUR 2,3 miljoen minder dan begroot onttrokken aan het fonds ISV2 als gevolg van lagere lasten zoals benoemd onder 1. 0000024856/9
2. Ontwikkeling financiële cijfers
Resultaten per programma - Duurzame regio P r o q r a m m a r e k e n i n q D u u r z a m e reqio
Noot
Rekening 2013
Laatste gewijzigde b e g r o t i n g 2013
Verschil
Rekening 2012
Programmalasten Groen
1
21.103
28.326
-7.223
V 5.842
Apparaatslasten Groen Programmalasten Milieu Apparaatslasten Milieu
2
525 2.524 603
537 4.962 627
-12 -2.438 -24
490 1.713 664
24.755
34.452
-9.697
8.709
675 2.390 5.339 1.153 10.255
675 2.479 6.511 3.518 10.255
0 89 1.172 2.365 0
750 2.790 2.395 164 0
19.812
23.438
3.626
6.099
-4.943
-11.013
6.070
-2.607
0
0
0
0
0
1
-1
-3
B e d r a g e n in E U R 1.000 Lasten
Totaal lasten
Baten
Rijksbijdrage Overige baten Onttrekking fondsen (Groene Verbinding) Onttrekking fondsen (luchtkwaliteit/SLOK) Bijdragen gemeenten
3
Totaal baten
4
Onttrekking aan reserve Toevoeging aan reserves Saldo Bron: Jaarrekening 2013 stadsregio
voorbehouden.
Rotterdam
0000024856/10
2. Ontwikkeling financiële cijfers
Resultaten per programma - Duurzame regio (vervolg) Toelichting 1. De programmalasten Groen wijken af van de begroting met EUR 7 miljoen ten opzichte van de laatst gewijzigde begroting 2013. De afname wordt verklaard doordat de lasten in de begroting zijn gebaseerd op beschikkingen en de jaarrekening op basis van lasten. Voor 2013 is een bedrag van EUR 6 miljoen aan door het Dagelijks Bestuur toegekende budgetruimte niet gebruikt voor het verstrekken van voorschotten, waardoor dit bedrag resteert voor afwikkeling in volgende jaren. | 2. De programmalasten Milieu wijken af van de begroting met EUR 2 miljoen ten opzichte van de laatst gewijzigde begroting 2013. Voor 2013 is sprake van een onderbesteding aan subsidiebestedingen van EUR 2 miljoen. 3. De onttrekking aan het fonds Groene Verbinding is EUR 1 miljoen lager dan begroot als gevolg van de lagere lasten binnen het programma Groene Verbinding. 4. De onttrekking aan de investeringsreserve is EUR 6 miljoen lager dan begroot als gevolg van de hierboven besproken lagere lasten dan begroot.
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/11
3. Verslaggevingsaspecten en controlebevindingen
Besluit begroting en verantwoording, treasury, begroting v s realisatie 3.1 Presentatie
3.4 Schatkistbankieren
BBV.
De jaarrel<ening van de stadsregio voldoet aan de eisen zoals deze zijn gesteld in het Besluit begroting en verantwoording (hierna: BBV).
De beleggingen in obligatie
3.2 Mutaties overlopende passiva - fondsen (van derden ontvangen gelden met specifiek bestedingsdoel) en reserves
De wijzigingen in de Wet financiering decentrale overheden en de Comptabiliteitswetten behoeve van het verplicht schatkistbankieren voor decentrale overheden zijn op 15 december 2013 gepubliceerd in de Staatscourant en per die datum van kracht geworden. De stadsregio heeft de gewijzigde voorschriften inmiddels geïmplementeerd in het beheer van zijn liquiditeiten.
Jaarrekening voldoet aan
hebben een hogere marktwaarde dan de waarde waarvoor zij in de balans zijn opgenomen.
Baten welige dienen ter financiering van meerjarige verplichtingen verantwoordt de stadsregio via de exploitatie. Het exploitatieresultaat per activiteit (zijnde het saldo tussen de ontvangen gelden/opbrengsten en de betalingen/kosten) wordt jaariijks toegevoegd dan wel onttrokken aan de overiopende passiva. Deze venwerkingswijze is consistent met afgelopen jaren. 3.3 Treasury In 2012 heeft de stadsregio de opzet en inrichting van het treasurybeleid geformaliseerd in het Algemeen Bestuur van 29 februari 2012 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012. Per 31 december 2013 is door de stadsregio voor EUR 141,8 miljoen belegd in obligaties met een looptijd tot en met 2016. De beleggingen in obligaties zijn overeenkomstig de voora/aarden van het treasurystatuut uitgevoerd. De marktwaarde van de obligaties bedraagt EUR 148,3 miljoen per balansdatum. In 2013 zijn twee beleggingen vervroegd verkocht (EUR 14,5 miljoen) en hien/oor zijn twee nieuwe beleggingen gekocht (EUR 14,7 miljoen). De transacties zijn uitgevoerd, omdat het rendement op de nieuw aangekochte beleggingen hoger is. De nieuwe beleggingen passen binnen de oude looptijd van de beleggingen en zijn als zodanig rechtmatig herbelegd. Voorts is één belegging ven/roegd afgelost in 2013. Een instelling heeft een voorstel aan de stadsregio gedaan voor vervroegde aflossing. De stadsregio heeft dit voorstel geaccepteerd. Hierop is geen (materieel) veriies of winst gemaakt.
3.5 Begroting v e r s u s realisatie
^
De analyse van de afwijkingen tussen de begroting en de realisatie in de jaarrekening is lastig, omdat sprake is van een timingverschil tussen de verantwoorde lasten in de jaarrekening en die in de opgestelde begroting. Doordat bij het vaststellen van de begroting het Algemeen Bestuur de voorgestelde (meerjarige) verplichtingen tot maximaal de bedragen genoemd in de begroting autoriseert, wijkt de wijze van totstandkoming van de cijfers in de begroting af van de wijze van totstandkoming van de cijfers in de jaarrekening. In de jaarrekening worden de feitelijke Qaariijkse) bestedingen, conform het BBV, verantwoord. Dit leidt ertoe dat het voor gebruikers van de jaarrekening niet altijd inzichtelijk is wat een afwijking tussen begroting en jaarrekening daadwerkelijk behelst.
Op balansdatum voldoen alle (langlopende) beleggingen aan de minimale rating zoals voorgeschreven in het treasurystatuut (AA-).
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/12
3. Verslaggevingaspecten en controlebevindingen Bijzondere posten 2013 3.6 Controlebevindingen balansposten 2013
Onder de financiële vaste activa zijn ook waarborghypotheken aan jeugdzorginstellingen verantwoord voor EUR 1,8 miljoen (2012: EUR 1,8 miljoen).
Waarborghypotheken Jeugdzorg zullen per
Balans en financiering
2013
2012
1 januari 2015 mogelijk worden overgedragen.
Afname vlottende activa
Beschikbaar op lange termijn Resen/es Voorzieningen Langlopende schulden
61.635 8.497
van de debiteuren en gebruik maken van de BTWregeling voor ondernemers.
Vlottende passiva zijn
22.253 70.132
door het saldo van beleggingen in obligaties, stijging
68.006
Benodigd op lange termijn Immateriële en materiële vaste activa Financiële vaste activa
90.259
immateriëie en materiële vaste activa 1.806
2.700
143.584
148.384
Financieringstekort resp. overschot
145.390
151.084
-75.258
-60.825
gedaald door diverse onttrekkingen aan fondsen.
Werkkapitaal Vlottende passiva Vlottende activa
453.777 378.521
466.946 406.121 -75.256
Bron:
Hiertegenover staan langlopende leningen op de balans bij de stadsregio, omdat de aflossingen terugbetaald dienen te worden aan het ministerie van V W S . De langlopende renteloze leningen zijn aflossingsvrij tenzij de bestemming van de onderiiggende huisvestiging wijzigt. In voorbereiding op de overdracht van de Jeugdzorggelden per 1 januari 2015 is de stadsregio bezig om in overieg met de instanties en het ministerie te bepalen of en hoe de hypothekenportefeuille zal worden overgedragen.
-60.825
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
In 2013 stijgt de post materiële vaste activa met EUR 0,1 miljoen tot EUR 0,5 miljoen per 31 december 2013. De toename is het saldo van investeringen in software (EUR 0,13 miljoen) en reguliere afschrijvingen (EUR 0,01 miljoen). Ondanks de mogelijke toekomstige liquidatie van de stadsregio is voor deze investeringen een afschrijvingstermijn gehanteerd van vijfjaar. In verband met de onzekerheid over mogelijke overdracht van de MVA aan opvolgende partijen is nog geen betrouwbare schatting van de resterende levensduur te maken en heeft de stadsregio de bestaande grondslagen gehanteerd en geen wijziging hiervoor aangebracht. De stadsregio houdt wel een resen/e doodopende activiteiten aan waaruit afschrijvingskosten zullen worden gedekt. De immateriële vaste activa dalen met EUR 1,0 miljoen. Dit is een saldo van de toename van de (dis)agio op effecten als gevolg van de verkoop van effecten in januari 2013 van EUR 0,1 miljoen minus de afschrijvingen op het meegekochte (dis)agio van EUR 1,1 miljoen.
Financiële vaste activa De financiële vaste activa dalen met EUR 5 miljoen door vervroegde aflossing van één belegging in 2013. In principe worden de beleggingen in obligaties tot het einde van de looptijd aangehouden. De obligaties zijn tot einde looptijd vrij verhandelbaar tegen de dan geldende beurskoersen. De actuele waarde van deze effecten bedraagt per 31 december 2013 circa EUR 148 miljoen.
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
De disagio op de obligaties die zijn geconverteerd in 2013 naar beter renderende obligaties van totaal EUR 0,3 miljoen is niet vrijgevallen omdat op die manier de disagio gekoppeld blijft aan de looptijd van de geconverteerde obligaties. Wij delen de visie van de stadsregio.
0000024856/13
3. Verslaggevingaspecten en controlebevindingen Bijzondere posten 2013 (vervolg) Vlottende Pensioenfonds A B P heeft de vereiste minimale dekkingsgraad per 31 december 2013 gerealiseerd. Geen aanvullende verplichtingen voor de stadsregio anders dan verhoging van de premies.
activa
De vlottende activa zijn ten opzictite van 2012 gedaald met EUR 28 miljoen als resultante van een stijging in debiteuren met EUR 3 miljoen en een afname van de liquide middelen met EUR 18 miljoen en afname van de overiopende activa met EUR 13 miljoen. Per jaareinde bedraagt de post debiteuren EUR 17,1 miljoen (2012: EUR 13,9 miljoen). De twee debiteuren (gemeenten) waarvoor in 2013 uitstel is verieend voor de openstaande bedragen van EUR 12,4 miljoen hebben in 2013 in overieg met de stadsregio verzocht om verienging van de uitstel van betaling tot medio 2014. Dit betekent vertraging in betaling en rentederving voor de stadsregio. Daarnaast zijn de overiopende activa gedaald met EUR 11 miljoen ten opzichte van vorig jaar. De daling wordt verklaard door de afname van het nog te onh/angen bedrag voor het BTW Compensatiefonds met EUR 12 miljoen. Vlottende
passiva
De vlottende passiva zijn ten opzichte van 2012 gedaald met EUR 10 miljoen. De afname van de vlottende passiva wordt met name verklaard doordat in 2013 een als incidenteel te beschouwen vooruit onh/angen bedrag van EUR 10 miljoen is ontvangen die per 31 december 2012 op de balans was opgenomen.
Claims en geschillen In 2012 heeft de stadsregio de concessie 'Bus Rotterdam en omstreken 2012-2019' gegund aan RET N.V. Tegen deze gunning heeft Connexxion Openbaar Vervoer N.V. bezwaar ingediend bij de stadsregio, omdat de uitslag van de aanbesteding geen blijk zou geven van eeriijke mededingen tussen RET en de rest van de markt. Na afwijzing heeft Connexxion beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven; dit beroep is ontvankelijk verklaard op 13 september 2013, met als advies naar de civiele rechter te stappen. De civiele rechter heeft in beginsel (voor bezwaar) de claim al afgewezen. Door verschillende jeugdzorginstellingen is bezwaar aangetekend tegen het stopzetten van de subsidieverstrekking per 1 januari 2015. Voor deze bezwaren lopen verschillende rechtszaken die bij verschillende gremia onder behandeling zijn. Tot nog toe is er geen indicatie van een mogelijke uitstroom van middelen als gevolg van deze claims. Wel vormt elke uitspraak van een rechtbank inzake deze gelden mogelijk als precedent voor uitspraken inzake claims bij de stadsregio. De stadsregio heeft medio 2012 de jeugdzorginstellingen geïnformeerd over het afbouwscenario en is van mening dat zij dit tijdig hebben gecommuniceerd.
Pensioenen Conform RJ 271.3 inzake pensioenen zijn de premies van pensioenen als last in de resultatenrekening opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. De stadsregio is aangesloten bij het pensioenfonds ABP. De dekkingsgraad van ABP is per 31 december 2013 105,9% en voldoet daarmee aan de minimale geëiste dekkingsgraad van 104%. De stadsregio heeft geen aanvullende verplichting anders dan door hogere pensioenpremies. In 2012 en 2013 heeft de stadsregio een tijdelijke hogere premie betaald (herstelopslag). Deze tijdelijke herstelopslag blijft in 2014 gehandhaafd en is bij de premie inbegrepen. De herstelopslag die onderdeel is van het herstelplan van ABP, is een tijdelijke verhoging van de premie voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen. ©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/14
3. Verslaggevingaspecten en controlebevindingen Bijzondere posten 2013 (vervolg) Eigen
vermogen
Bestemmingsreserves
'
Daling eigen vermogen door onttrekking aan reserve weerstandsvermogen en
Het eigen vermogen is als volgt opgebouwd: Verloopstaat eigen vermogen
investeringsreserve.
Algemene Bestemmings- Onverdeeld Totaal eigen reserve reserves resultaat vermogen 62.610
4.397
68.007
4.397
-4.397
-
Geaccordeerde mutaties 2013
-3.675
-
-
Nog te accorderen mutaties 2013
-5.000
2.303
-
58.332
2.303
61.635
Stand 1 januari 2013
1.000
Resultaatbestemming 2012
Stand 31 december 2013 Bron:
1.000
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
Algemeen Het eigen vermogen van de stadsregio is gedaald met EUR 6,4 miljoen naar EUR 61,6 miljoen per 31 december 2013. Deze daling wordt veroorzaakt door liet voorstel om EUR 5 miljoen te onttrekken aan de bestemmingsreserve Verkeer en Vervoer. In totaal is per saldo een onttrekking aan de resen/es voor EUR 3,7 miljoen reeds gedurende hetjaar door het Algemeen Bestuur goedgekeurd. Voor het onverdeelde resultaat van EUR 2,3 miljoen heeft het Dagelijks Bestuur het bestemmingsvoorstel in de jaarrekening opgenomen om het resultaat toe te voegen aan de reserve Weerstandsvermogen.
De bestemmingsresen/es bestaan met name uit de investeringsreserve ad EUR 47,3 miljoen (2012: EUR 48,5 miljoen), de resen/e weerstandsvermogen ad EUR 12,9 miljoen (2012: EUR 12,9 miljoen), en de reserve dooriopende activiteiten ad EUR 0,5 miljoen (2012: EUR 0,6 miljoen). De investeringsreserve wordt in de komende jaren gebruikt voor de afwikkeling van projecten op de beleidsterreinen revitalisering stedelijk gebied, economische herstructurering en regionaal groen. Volgens de DB-agendapost van 11 december 2013 is er voor de komende jaren circa EUR 11 miljoen beschikbaar als vrije ruimte om tegenvallers op te vangen in de lopende projecten. Eind 2014 zal opnieuw worden bepaald of en zo ja welk bedrag aan vrije ruimte resteert. De bestemmingsresen/e weerstandsvermogen is bestemd om onvoorziene tegenvallers op te vangen als blijkt dat de algemene resen/e van EUR 1 miljoen ontoereikend is. De onttrekking 2013 van EUR 2,3 miljoen betreft de liquidatiekosten van EUR 0,8 miljoen (met name voor inhuurkosten en mobiliteitsbevordering) en RAS Jeugdzorg voor EUR 1,5 miljoen. In de paragraaf weerstandsvermogen licht het Dagelijks Bestuur van de stadsregio de weerstandscapaciteit en risico's toe. Op basis van de begroting 2014 is de venwachting dat per 31 december 2014 het weerstandsvermogen ongeveer EUR 15,0 miljoen zal bedragen. Op basis van de interne risicoanalyse, die naar ons inzicht plausibel lijkt op basis van onze kennis van de stadsregio, is een venwachte mogelijke aanspraak van het weerstandsvermogen van EUR 13,1 miljoen voorzien. Deze aanspraak bestaat onder meer uit liquidatiekosten. Deze post en de onderiiggende inschattingen zijn mede afhankelijk van toekomstige kabinetsbesluiten en wetswijzigingen en zijn derhalve met onzekerheid omgeven. De stadsregio herijkt als onderdeel van het reguliere begrotingsproces twee keer per jaar de risico's en de risicoanalyse.
2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/15
3. Verslaggevingaspecten en controlebevindingen Bijzondere posten 2013 (vervolg) Langlopende
i >
schulden
Langlopende schulden gedaald met E U R 12,1 miljoen.
De langlopende schulden hebben enerzijds betrekking op groenprojecten (EUR 6,7 miljoen) en anderzijds op verstrekte waarborghypotheken (EUR 1,8 miljoen). De schuld inzake groenprojecten heeft betrekking op verplichtingen, welke door de stadsregio zijn aangegaan ten behoeve van de realisatie van de 'laaghangend fruit'-projecten en de eersteprioriteitsprojecten uit het RGSP2. Financiering hien/an vindt plaats vanuit eigen middelen van de stadsregio. Deze schuW is in 2013 gedaald met EUR 12,1 miljoen door bestedingen aan het project PMR. De langlopende schulden betreffen tevens de verantwoording van de reeds in 2005 gedane toekenning van EUR 5 miljoen voor de realisatie van natuuren recreatiegebied Schieveen van de gemeente Rotterdam als onderdeel van het nog te realiseren kantorenpark. In 2005 is deze toekenning als kosten veranhwoord en de te betalen bijdrage vanaf 2011 als langlopende schuld omdat in 2012 (maar voor de vaststelling van de jaarrekening 2011) duidelijk is geworden dat het kantorenpark en daarmee ook de realisatie van natuur en recreatie nog enige tijd op zich zouden laten wachten. De gemeente Rotterdam heeft in 2013 het bestemmingsplan Schieveen goedgekeurd, waarmee alsnog de gelden door de stadsregio zijn toegekend voor besteding in 2014 voor EUR 4 miljoen en in 2017 voor EUR 1 miljoen aan groenprojecten binnen dit bestemmingsplan. Op basis hiervan is de schuld aan de gemeente Rotterdam opgenomen als langlopende schuld. Voor een toelichting op de waarborghypotheken wordt verwezen naar de toelichting op de post financiële vaste activa.
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/16
4. Rechtmatigheid
Bevindingen verbijzonderde interne controle ten behoeve van rechtmatigheid 4.1 Voldoening aan voorwaarden
Concessieverlening
en
-vaststelling
Borging verbijzonderde
De stadsregio heeft OV-concessies verieend aan meerdere partijen, al dan niet via openbare aanbestedingsprocedures. Voor het boekjaar 2013 is vastgesteld dat de verieningen door het Dagelijks Bestuur zijn bekrachtigd via concessiebeschikkingen.
Interne controle tijdig uitgevoerd. Aandacht voor gevarieerde selectie van te controleren objecten gewenst. Uit managementletter 2013 blijkt dat alle ML-punten 2012 zijn opgevolgd.
interne
controle
In 2013 zijn de verbijzonderde interne controles uitgevoerd zoals opgenomen in het Interne Controleplan 2013-2014. Het betreft controles op de volgende objecten: • • • • •
Inlcopen en betalen (inclusief Europees aanbesteden) Concessieveriening en -vaststelling Subsidies Personeel Treasury
In 2013 zijn de verbijzonderde interne controles (VIC's) binnen het gestelde tijdspad uitgevoerd. De vastlegging van de formele toets en materiële toets leidt tot duidelijk inzicht in de beoordeelde aspecten per regeling. De uitgevoerde VIC's kunnen kwalitatief meer diepgang krijgen door een zichtbare rechtmatigheidscontrole per artikel per regeling uit te voeren. Opvolging
managementletterpunten
Voor de opvolging van de punten uit de managementletter 2012 venwijzen wij naar de managementletter 2013 die op 21 november 2013 is uitgebracht. De kern is dat alle punten zijn verbeterd en opgevolgd.
r
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/17
4. Rechtmatigheid
Bevindingen verbijzonderde interne controle ten behoeve van rechtmatigheid (vervolg) 4.2 Voortzetting activiteiten stadsregio
4.3 Afbouw Jeugdzorg
'
In 2013 is onduidelijldieid blijven bestaan over de voortzetting respectievelijk afbouw van de activiteiten van de stadsregio. Het kabinet heeft aangegeven dat de wens blijft bestaan om de W G R + regeling op te heffen.
De op handen zijnde decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten die is voorgesteld in de nieuwe Jeugdwet heeft ertoe geleid dat de stadsregio alle verplichtingen uiteriijk 31 december 2014 gaat beëindigen. Dit heeft ertoe geleid dat een aanzienlijk aantal bezwaarschriften van jeugdzorginstanties is ontvangen, die echter niet tot daadwerkelijke claims hebben geleid.
Onzekerheid is toegelicht in jaarrekening en daarom terecht op continuïteitsbasis opgesteld.
Goedkeurende controle-
Hiermee samen hangt de mogelijke overgang van de vervoersactiviteiten naar de Vervoersautoriteit en de vorming van een Metropoolregio door 24 gemeenten, waaronder de gemeente Rotterdam en de gemeente Den Haag.
verklaring inclusief paragraafter benadrukking onzekerheid continuïteit.
Op basis van de huidige politieke ontwikkelingen zal in het voorjaar 2014 een wetsvoorstel worden behandeld, waarin het standpunt over de oprichting van een Ven/oersautoriteit wordt besloten. Het programma Bereikbaarheid en Mobiliteit zal op zijn vroegst 1 januari 2015 worden beëindigd en de taken worden overgedragen en voortgezet door de rechtsopvolger.
Afbouw Jeugdzorg in gang gezet.
BTW-regeling voor ondernemers toegepast.
De kosten die verband houden met het besluit om de WGR+-regeling op te heffen en de kosten van de liquidatie van de stadsregio (de zogenaamde frictiekosten) kunnen worden gedekt door de reserve weerstandsvermogen. Omdat de stadsregio de eventuele terugloop in opbrengsten kan opvangen door bij te sturen in de kosten en opbrengsten, de stadsregio beschikt over een weerstandsvermogen van EUR 12,9 miljoen, de stadsregio een liquidatie-Zafbouwplan heeft voorbereid, alsmede de onzekerheid over de voortzetting van activiteiten adequaat in de jaarrekening is toegelicht, is deze terecht op basis van continuïteitsveronderstellingen opgesteld en niet op basis van liquidatiewaarde. Gezien het kabinetsbesluit inhoudt dat de activiteiten van de stadsregio in de nabije toekomst zullen worden overgedragen aan andere rechtspersonen, dient volgens de verslaggevingsregels een paragraaf ter benadrukking van de onzekerheid over de continuïteit in de controleverklaring te worden opgenomen.
© 2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
De stadsregio heeft de deelnemende gemeenten gefaciliteerd in het opstellen van een "transitie arrangement", zodat de decentralisatie van de jeugdzorg goed zal veriopen. De stadsregio is verantwoordelijk voor de afbouw en niet voor de opbouw. 4.4 BTW-onderzoek Belastingdienst In 2012 heeft de Belastingdienst een onderzoek uitgevoerd naar de juiste verwerking van de BTW in de financiële administratie van de stadsregio. Uit de rapportage die in juni 2013 is ontvangen blijkt dat sprake is van een naheffing van EUR 1,8 miljoen als gevolg van ten onrechte gecompenseerde BTW voor de aanleg van een fietsbrug. Dit is een project, dat geheel uit de BDU is gefinancierd en daarom is de nageheven BTW ook met het fonds BDU verrekend. Er is dus geen effect op het exploitatieresultaat van de stadsregio over 2013. 4.5 BTW-regeling ondernemers toegepast Het project de Groene Verbinding betreft een fiets- en voetgangersbrug die de stadsregio ten behoeve van de gemeenten Rotterdam en Albrandswaard zal realiseren. Omdat de stadsregio door de soort te verrichten activiteiten voor de Wet OB 1968 als ondernemer wordt aangemerkt, kan de stadsregio de betaalde BTW op facturen niet terugvorderen via het BTW Compensatiefonds. Bij facturatie zal de stadsregio de BTW moeten doorberekenen aan de gemeenten. Dit is de eerste keer dat de stadsregio voor een dergelijk project als ondernemer is aangemerkt. De stadsregio heeft de BTW gefactureerd aan de betreffende gemeenten. De gemeenten hebben in 2014 de factuur aan de stadsregio betaald. De stadsregio heeft de BTW in 2013 afgedragen aan de Belastingdienst. 0000024856/18
I
5. Overige ontwil
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (WNT) 5.1 Algemeen
5.2 Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)
• De stadsregio heeft in 2013 een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband betaald aan de topfunctionaris, welke de algemene bezoldigingsnorm heeft overschreden. Hien/oor geldt onder de W N T een publicatieplicht. De nadere overeenkomst voldoet aan de criteria van het overgangsrecht en derhalve is geen extra afdracht verschuldigd. Het bedrag is in de toelichting op de jaarrekening opgenomen.
• Eind 2011 is het wetsvoorstel normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) door de Tweede Kamer aangenomen. Op 13 november 2012 is het voorstel door de Eerste kamer aangenomen en sindsdien ven/angt de W N T de W O P T (Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens). De W N T stelt een maximum aan de bezoldiging van bestuurders en hoogste leidinggevenden in de publieke en semipublieke sector.
Op 4 februari 2014 is de Aanpassingswet op de W N T (kamerstuk 33715-2) aangenomen in de Tweede kamer. De minister heeft deze aanpassingswet en de nadere toelichting via een ministeriële regeling, die op 26 februari 2014 in de Staatscourant (#6629) is gepubliceerd, geformaliseerd. Daarmee dient de aanpassingswet en nadere toelichting van BZK het normenkader te vormen waaraan WNT-plichtige instellingen zich dienen te houden. Wij hebben de publicatie in de jaarrekening van de stadsregio aan dit normenkader getoetst.
• Het algemene bezoldigingsmaximum voor 2013 is vastgesteld op EUR 228.599, bestaande uit EUR 187.340 bruto beloning, EUR 8.069 belastbare onkostenvergoeding en EUR 33.190 pensioenbijdrage.
Het controleprotocol ministerie BZK is inmiddels definitief. Met de NBA en de grote accountantskantoren is overeengekomen om de onzekerheid over het normenkader in de verklaring toe te lichten. In de controleverklaring komt via een 'paragraaf ter benadrukking van aangelegenheden' (toelichtende paragraaf) de door de stadsregio in de jaarrekening te beschrijven onzekerheid ten aanzien van het normenkader tot uitdrukking.
Wet Normering Topinkomens in werking getreden per 1 januari 2013.
Verscliillende actuele ontwiklcelingen leiden tot onzekerheden of aanvullende werkzaamheden voor de stadsregio. Het belang van een strakke interne beheersing neemt hierdoor toe.
• De W N T is van toepassing op: - Toezichthouders; - Topfunctionarissen; - "Interimmers" en medewerkers met een bezoldiging > W N T Norm. • De stadsregio heeft de bezoldiging van de leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur in de verantwoording opgenomen. Alleen de secretaris van de stadsregio is als bezoldigd topfunctionaris aangemerkt. Het bezoldigingsmaximum is hierbij niet overschreden. • De geïdentificeerde interimmers die aan de criteria voldoen zijn door de stadsregio in de toelichting op de jaarrekening opgenomen. De stadsregio voldoet hiermee aan de eisen.
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/19
5. Overige ontwikkelingen
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (WNT) 5.3 Werkkostenregeling Uitstel van de invoer
uitgesteld met 6 maanden
De werl
tot 1 augustus 2014.
5.4 Invoering S E P A
werkkostenregeling tot 1 januari 2015.
Invoering S E P A is
De formele invoering van SEPA is met 6 maanden uigesteld tot 1 augustus 2014. Stadregio voert zijn betalingen sinds september 2013 overeenkomstig de nieuwe SEPA-standaarden uit.
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/20
6. Single infornnation Single audit
Verslag van bevindingen S i S a 2013 6.1 A l g e m e e n
Nationaal Samenwerkingsprogramma
De SiSa-bijlage die is aangeleverd in de jaarrekening 2013 is door ons gecontroleerd op volledigheid op basis van de informatievraag van het ministerie van BZK. In 2013 is de oplevering van het SiSa-dossier inhoudelijk meer onderbouwd, waardoor de juiste bedragen zijn verantwoord in de SiSa-bijlage. In bijlage 1 is het rapport van bevindingen ten behoeve van het ministerie van BZK opgenomen. In dit rapport van bevindingen zijn geen bevindingen gemeld.
Bestedingen
Luchtkwaliteit
(NSL)
Herziene SiSa-bijiage 2012 in 2013 aanvullend gecontroleerd. Geen onrechtmatigheden en onzekerheden. OV bestedingen 2013 voor
6.2 Herziene SiSa-bijlage 2012
het eerst verantwoord als cofinanciering voor NSL.
De SiSa-bijlage die is aangeleverd als onderdeel van de jaarrekening 2012 is aangepast in de loop van 2013. De verantwoorde aantallen aan- en afmeldingen LBIO (T-1) bij de doeluitkering Jeugdzorg waren abusievelijk onjuist verantwoord in de SiSa-bijlage (D2 indicator). In 2013 is daarom door de stadsregio een herziene SiSa-bijlage opgesteld en deze is door ons gecontroleerd. De herziene SiSa-bijlage 2012 is begin juli 2013 door de stadsregio ingediend. 6.3 Regelingen, o m v a n g en b e v i n d i n g e n 2013 In onderstaande tabel zijn de regelingen vermeld die door de stadsregio via SiSa worden verantwoord. De vermelde bedragen betreffen de bestedingen in euro's. SiSa-regelingen (bestedingen)
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Deelproject 750 ha natuur- en recreatiegebied (Project Mainportontwikkeling Rotterdam) Brede doeluitkering Verkeer en Ven/oer Regionale mobiliteitsfondsen Verzameluitkering VWS (inclusief oud J&G) Doeluitkering Jeugdzorg Bron:
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
Vanwege het volledige overzicht heeft de stadsregio in de SiSa-bijlage voor de NSL ook de beschikkingen vermeld waarop geen bestedingen in 2013 hebben plaatsgevonden. Wij kunnen ons vinden in deze aanvullende toelichting. Bestedingen ten laste van eigen middelen Qaar Tj Het nationaal samenwerkingsprogramma NSL is gestart per 1 augustus 2009 en loopt tot 31 december 2014. Het ministerie heeft als eis bij de toekenning (d.d. 23 april 2010) van de derde en vierde tranche gesteld dat voor tenminste 5 0 % van de totale kosten cofinanciering aanwezig moet zijn. De cofinanciering is geregeld door middel van een besluit van het Dagelijks Bestuur in 2008. De cofinanciering van de NSL bestaat uit 2 0 % van de kosten van P&R en fietspaden. In de SiSa-verantwoording 2013 is net zoals voorgaand jaar hier een bedrag voor opgenomen, namelijk EUR 3,7 miljoen. Daarnaast heeft de stadsregio een bedrag van EUR 32,7 miljoen als cofinanciering verantwoord. Dit heeft betrekking op bestedingen van OVmiddelen in 2013. Deze cofinanciering valt ook onder dezelfde voorwaarden van het besluit van het Dagelijks Bestuur in 2008, maar is niet eerder door de stadsregio in de SiSa-bijlage opgenomen. Deelproject
EUR
1.816.510 5.472.668 307.775.674 6.779.314 250.000
ten laste van de provinciale middelen (jaar T)
750 ha natuur en
recreatiegebied
De bestedingen in 2013 bedragen EUR 5,5 miljoen. Het resterende saldo per 31 december 2013 bedraagt EUR 21,7 miljoen. Hiervan zal naar venwachting een bedrag van EUR 11,0 miljoen worden besteed voor de afrondende werkzaamheden van dit project in 2014 (inclusief een beheerkostenvergoeding). De uitwerkingsovereenkomst bepaalt dat dit bedrag wordt toegevoegd aan het projectbudget voor de aanleg van 750 hectare natuur en recreatiegebied. Derhalve is deze post terecht als schuld (vooruit ontvangen) opgenomen in de jaarrekening.
132.807.613
Jaarrekening 2013 stadsregio Rotterdam
0000024856/21
6. Single infornnation Single audit
Verslag van bevindingen S i S a 2013 (vervolg) Brede doeluitkering
verkeer en vervoer
Rentebaten (jaar T) De op grond van de wet BDU verkeer en vervoer verplictite jaadijkse toerekening van rente (refi rente) aan de fondsen BDU op basis van tiet herfinancieringstarief van de Europese Centrale Bank is met de invoering van het verplicht schatkistbankieren vanaf 1 januari 2014 vervallen. In de SiSa-bijlage over 2013 zijn voor het laatst rentebaten (EUR 2.808.662) veranhwoord. Bestedingen
Qaar T)
De veranhwoorde bestedingen jaar T was een saldo post van werkelijke bestedingen (EUR 307.775.674) en terugontvangen voorschotbedragen naar aanleiding van de eindafrekeningen (EUR 18.414.529). De terugontvangen voorschotbedragen moeten in een aparte kolom worden verantwoord (terugbetaling door derden). Dit is gecorrigeerd in de definitieve SiSa-bijlage 2013.
Tegenover deze onttrekkingen zijn ook bestedingen veranhwoord. De bestedingen met dezelfde omvang zijn niet veranhwoord in de SiSa-bijlage (kolom bestedingen (jaarT). Regionale mobiliteitsfondsen
'
Voor het resterende saldo van de regionale mobiliteitsfondsen (BOR) van EUR 2.157.255 zijn verplichtingen aangegaan die naar verwachting in 2014 zullen worden afgewikkeld. Voorts heeft de stadsregio aangeven dat bij het indienen van de SiSabijlage 2012 bij het CBS abusievelijk geen rentebate van EUR 60.250 is verantwoord. Met het ministerie van l&M is afgesproken om deze rentebate alsnog via de SiSa-bijlage 2013 bij het CBS in te dienen.
Het ministerie heeft voor 2013 een subsidiebedrag van EUR 304.396.000 toegekend. Dit is inclusief de verplichte jaariijkse aflossing van de renteloze lening voor het project introductie OV chipkaart van EUR 1.900.000. De stadsregio heeft het per saldo toegekende en onh/angen bedrag van EUR 304.396.000 als onh/angen BDU-bijdrage in de SiSa-bijlage verantwoord. Daarnaast heeft het Algemene Bestuur van de stadsregio besloten om een deel van de werkelijke bestedingen aan verkeer en openbaar vervoer te financieren uit het fonds BDU grote infraprojecten (EUR 3.903.729). Per 31 december 2013 is het fonds BDU grote infraprojecten 2004 uitgeput. Voorts heeft het Dagelijks Bestuur een voorstel resultaatsbestemming gemaakt om EUR 5.000.000 uit de bestemmingsreserve verkeer en ven/oer aan te wenden ter dekking van de bestedingen BDU 2013.
2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/22
7. Administratieve organisatie en interne beheersing Interne beheersing en automatisering 7.1 Algemeen Belang geautomatiseerde gegevensverwerking neemt toe door implementatie Synergy.
In het kader van onze controle van de jaarrekening 2013 van de stadsregio tiebben wij aandacht besteed aan de administratieve organisatie en de daarin opgenomen maatregelen van interne betieersing. De belangrijkste bevindingen en aanbevelingen zijn in onze managementletter 2013 van 21 november 2013 gerapporteerd. 7.2 Geautomatiseerde gegevensverwerking In het kader van de jaarrekeningcontrole zijn met betrekking tot de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking geen bijzondere bevindingen te vermelden. Wij wijzen erop dat de accountantscontrole niet specifiek is gericht op deze aspecten en derhalve niet hoeft te leiden tot bevindingen die bij een speciaal daarop gericht onderzoek wel naar voren zouden kunnen komen. Met ingang van 2013 is de digitale fiattering van inkoopfacturen geïmplementeerd. In 2013 zien wij een vermindering van het saldo crediteuren mede door een snellere dooriooptijd van de fiattering van inkoopfacturen. Door deze implementatie wordt de stadsregio afhankelijker van de geautomatiseerde gegevensvenwerking. Indien de stadsregio ervoor kiest om gebruik te maken van geautomatiseerde controles, neemt het belang van een goede beheersomgeving aanzienlijk toe. Belangrijke aandachtspunten die door de stadsregio zijn onderkend zijn adequate logische toegangsbeveiliging en change managementprocedures.
© 2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/23
8. Bestuur en toezicht
Corporate governance, integriteit en onafliankelijklieid 8.1 Inleiding Geen bijzonderheden inzake integriteit en onafhankelijkheid.
in dit hoofdstul< besteden wij aandacht aan onderdelen van governance voor de stadsregio, waaronder fraude(preventie), nsicoanalyse en de onafhanlcelijkheid van de accountant. 8.2 Integriteit/fraude Zowel binnen de rijksoverheid als binnen het bedrijfsleven is er de laatste jaren een steeds grotere aandacht voor integriteit. Door de maatschappij wordt een steeds groter belang aan integriteit toegekend. In het kader van de accountantscontrole zijn ten aanzien van (de voorkoming van) fraude specifieke controlewerkzaamheden voorgeschreven.
Volledigheidshalve wijzen wij erop dat onze controle niet specifiek gericht is op het ontdekken van fraude. 8.3 Onafhankelijkheid externe accountant Binnen KPMG zijn diverse maatregelen van kracht om de onafhankelijkheid van onze organisatie en onze medewerkers te waarborgen, waaronder: j • interne regels en procedures inzake onafhankelijkheid. De regels omtrent de kwaliteit en onafhankelijkheid van onze beroepsuitoefening zijn opgenomen in onze gedragscode: de KPMG Professional Code. De KPMG Professional Code is van toepassing op alle KPMG'ers en wordt voortdurend geactualiseerd;
Het verankeren van integriteit in een organisatie heeft betrekking op relatief 'zachte' aspecten zoals cultuur en omgangsvormen maar ook op meer 'harde' aspecten zoals vertrouwenspersonen, functiescheiding en andere maatregelen van interne controle.
• jaariijkse bevestiging van hun onafhankelijkheid door KPMGpartners, -directors, -professionals en -support staff. Elk jaar wordt de juistheid van deze bevestigingen steekproefsgewijs beoordeeld door de afdeling Ethics & Independence van KPMG;
De leiding is primair verantwoordelijk voor de preventie van fraude.
• continu toezicht via het geautomatiseerde KPMG Independence Compliance System ('KICS') op de onafhankelijke positie in verband met beleggingen van partners, directeuren en managers die in direct contact staan met klanten;
Bij de uitvoering van onze controle 2012 hebben wij de Controle- en overige standaarden 240 'De verantwoordelijkheid van de accountant voor het in acht nemen van fraude en onjuistheden in het kader van een opdracht tot controle van een jaarrekening' gehanteerd. Wij hebben daarbij onze inventarisatie van frauderisico's binnen uw organisatie geactualiseerd en hebben de interne beheersingsmaatregelen die gericht zijn op het voorkomen en ontdekken van fraude beoordeeld. Wij hebben de volgende bevindingen: • Er is een bewust en zichtbaar aangestuurd fraudebeleid. Er zijn gedragscodes en een meidprocedure voor klachten en signalen. • Er is geen expliciete analyse uitgevoerd van risico's op fraude en ongewenst gedrag. • Onze controle heeft geen signalen opgeleverd van verhoogde frauderisico's. • De organisatie heeft aangegeven geen eigen indrukken of signalen te hebben gehad van verhoogde frauderisico's.
©2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
• procedures inzake de aanvaarding van nieuwe klanten en opdrachten, zoals een beoordeling of dit in combinatie met bestaande dienstveriening zou kunnen leiden tot belangenverstrengeling; • interne en externe kwaliteitsbeoordelingen van de controledossiers en organisatorische procedures; • beoordelingen (opgesteld door partners die niet bij de opdracht betrokken zijn) of bepaalde criteria zijn nageleefd, teneinde te zorgen voor een deugdelijk en professioneel accountantsoordeel; • om de zeven jaar verplichte roulatie van auditpartners die opdrachten uitvoeren bij organisaties van openbaar belang (OOB's), waarna een time-outperiode van hwee jaar in acht moet worden genomen.
0000024856/24
8. Bestuur en toezicht
Corporate governance, integriteit en onafhankelijkheid 8.5 Bevestiging onafhankelijke positie Geen bijzonderheden inzake integriteit en onafhankelijkheid.
Op grond van wetteiijice voorscliriften en regelgeving van de beroepsorganisatie zijn wij gelnouden om alle relaties tussen onze accountantsorganisatie en de stadsregio Rotterdam en alle personen die toezicht uitoefenen op de financiële verslaggeving schriftelijk te rapporteren, en onze onafhankelijkheid als externe accountant ten opzichte van de stadsregio schriftelijk te bevestigen. Hierbij bevestigen wij onze onafhankelijkheid als externe accountantsorganisatie ten opzichte van de stadsregio per de datum van dit verslag overeenkomstig de voor ons geldende gedragscodes en overige regelgeving. Tevens bevestigen wij dat onze objectiviteit gedurende het afgelopen jaar niet in het geding is geweest.
© 2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/25
0000024856/26
Bijlage I
Rapport van bevindingen S i S a Rapport van bevindingen Specifieke uitkering of overige
Fout of onzekerheid
Financiële omvang In euro's
Toelichting fout/ onzekerheid
Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL, E l 1B)
0
n.v.t.
n.v.t.
Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer (E27)
0
n.v.t.
n.v.L
Regionale mobiliteitsfondsen (E28)
0
n.v.t.
n.v.L
Deelproject 750 hectare natuur- en recreatiegebied (Project Mainport ontwikkeling Rotterdam, F4B)
0
n.v.t
n.v.t.
Verzameluitkering VWS (H4)
0
n.v.t.
n.v.L
Doeluitkering jeugdzorg (H8)
0
n.v.L
n.v.L
'
I
f
5
2014 KPMG Accountants N.V. Alle rechten voorbehouden.
0000024856/27
|i
cutting thirougli complexity
© 2 0 1 4 KPMG Accountants N.V., ingeschreven bij het handelsregister in Nededand onder nummer 33263683, is een dochtermaatschappij van KPMG Europe LLP en lid van het KPMG-nehwerk van zelfstandige ondernemingen die verbonden zijn aan KPMG International Cooperative ('KPMG International'), een Zwitserse entiteiL Alle rechten voorbehouden. De naam KPMG, het logo en 'cutting through complexity' zijn geregistreerde merken van KPMG International.
j
f
algemeen bestuur vergadering 11 juni 2014 agendapunt 10 10 februari 2012 Onderwerp: Wijziging inwerkingtreding verordening Woonruimtebemiddeling 2014. Gevraagde beslissing: 1. te bepalen dat de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 pas in gewijzigde vorm in werking zal treden nadat het algemeen bestuur de met de Huisvestingswet 2014 in overeenstemming gebrachte verordening heeft vastgesteld. Portefeuillehouder: Karssen. Samenvatting: Door het aannemen van de nieuwe Huisvestingswet in de Tweede Kamer is er een probleem ontstaan voor de op 12 februari 2014 door het algemeen bestuur vastgestelde verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 (verder: verordening). Deze verordening is nog niet gepubliceerd noch in werking getreden. De nieuwe verordening is niet in lijn met de ontwerpwet, die nu bij de Eerste Kamer ligt. Dit vraagt om een aanpassing van de vastgestelde verordening. Niet in de laatste plaats omdat er op last van de provincie een bepaling in de nieuwe verordening is opgenomen, dat dit binnen 6 maanden na inwerkingtreding van de wet moet plaatsvinden. Er zijn enkele fundamentele wijzigingen noodzakelijk. Als de nu vastgestelde verordening zoals gepland op 1 juli in werking zou treden, dan brengt dat veel voorbereidend werk voor gemeenten en corporaties met zich mee, dat op korte termijn weer ongedaan moet worden gemaakt. Daarom wordt voorgesteld de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 pas in gewijzigde vorm pas inwerking te laten treden nadat het algemeen bestuur de aangepaste verordening die voldoet aan de Huisvestingswet 2014, heeft vastgesteld. Financiële consequenties: Geen. Verdere procedure: Gemeenten en corporaties worden per brief op de hoogte gesteld van het besluit; Advisering wijzigingen portefeuillehoudersoverleg Wonen 25 juni 2014; Vaststellen wijziging ten behoeve van consultatieprocedure dagelijks bestuur 9 juli 2014; Consultatieperiode gemeenteraden 11 juli t/m 12 oktober 2014; gewijzigde verordening, nota van beantwoording en memorie van toelichting dagelijks bestuur 12 november 2014; Vaststellen gewijzigde verordening en nota van beantwoording algemeen bestuur 10 december 2014. Adviezen: 1. Advies portefeuillehoudersoverleg: Ter vergadering.
Uitstel VWRB 2014
/ 140475 / Wonen / BVe / 11 juni 2014
Pagina 1
Bijlage(n): 1. Conceptbesluit uitstel inwerkingtreding verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014. Toelichting: Al sinds de vaststelling van de vigerende regionale Huisvestingsverordening is bekend dat er een nieuwe Huisvestingswet op komst is. Al jaren wordt er gespeculeerd over de behandeling van deze wet. Dit is ook een aantal jaren de reden geweest om de verordening niet aan te passen. In verband met berichten uit Den Haag dat de voorstellen voor de nieuwe wet niet of niet in de huidige vorm besproken zouden worden én in verband met de opheffing van de stadsregio is in 2012 alsnog besloten de verordening wel aan te passen. De nieuwe verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 is na een lang proces op 12 februari 2014 door het algemeen bestuur vastgesteld. Beoogde ingangsdatum is 1 juli 2014. De verordening is nog niet gepubliceerd. Echter op 11 maart jl. is zonder plenaire behandeling de nieuwe Huisvestingswet, inclusief een aantal amendementen, door de Tweede Kamer in stemming gebracht en aangenomen. De wet ligt momenteel bij de Eerste Kamer. Als inwerkingstredingsdatum wordt 1 januari 2015 genoemd. De reden dat de Huisvestingswet met spoed in de Tweede Kamer is behandeld hangt samen met de wijziging van de Rotterdamwet en de verlenging van de toestemming voor de aangewezen Rotterdamwetgebieden. Bij het schrijven van de nieuwe verordening Woonruimtebemiddeling is goed gekeken naar de wetsvoorstellen van de nieuwe Huisvestingswet en waar mogelijk is hierop geanticipeerd. Echter door bestuurlijke keuzes én door het aannemen van een aantal amendementen door de Tweede Kamer zijn er toch een aantal fundamentele zaken in de nieuwe verordening opgenomen die in strijd zijn met de nieuwe Huisvestingswet. Deze worden nader toegelicht in de paragraaf ‘Voorziene wijzigingen door nieuwe Huisvestingswet’. Er zijn twee redenen waarom nu voorgesteld wordt om de inwerkingtreding van de nieuwe verordening Woonruimtebemiddeling uit te stellen tot na aanpassing op de (nieuwe) Huisvestingswet 2014: 1. Er zijn een aantal fundamentele wijzigingen noodzakelijk om de verordening in overeenstemming met de nieuwe Huisvestingswet te brengen. Deze betreffen onder andere onderdelen die nu een uitgebreide en veelomvattende implementatie van werkwijzen met zich meebrengt. Onder andere het melden en verantwoorden van lokaal maatwerk in het kader van de 15% leefbaarheid (sociale cohesie en overlast voor de woonomgeving) en schaarste. 2. De toezegging aan de provincie Zuid-Holland, zoals deze is opgenomen in de nieuwe verordening, om binnen 6 maanden na inwerkingtreding van de nieuwe Huisvestingswet de verordening in lijn te brengen met de nieuwe wet. Als de verordening zoals gepland op 1 juli in werking zou treden, dan zou de werkingsduur van een aantal onderdelen dus beperkt zijn, terwijl hiervoor wel veel systemen bij gemeenten en corporaties moeten worden aangepast. De vigerende Huisvestingsverordening wordt pas ingetrokken als de nieuwe (te wijzigen) verordening in werking treedt. De werking van de huidige Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006 wordt dus tijdens het wijzigingsproces gecontinueerd. Door het uitstellen van de inwerkingtreding van de verordening kan deze gewijzigd worden. De wijzigingen zullen opnieuw overeenkomstig de bijzondere besluitvormingsprocedure, artikel 23 van de gemeenschappelijke regeling 2010 stadsregio Rotterdam, aan de gemeenteraden worden voorgelegd. Het is niet nodig om de gehele verordening opnieuw aan te bieden, immers deze is voor de vaststelling op 12 februari jongstleden reeds door gemeenteraden voorzien van zienswijzen. De gemeenteraden krijgen 3 maanden om te reageren, waarna het algemeen bestuur in december 2014 de gewijzigde verordening en nota van beantwoording kan vaststellen. De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2015, maar is uiteraard wel afhankelijk van het verdere wetgevingsproces en de beoogde opheffingsdatum van de stadsregio. Voorziene wijzigingen door nieuwe Huisvestingswet Uit analyse blijkt dat de verordening op de volgende punten aangepast moet worden om deze in lijn te brengen met de nieuwe Huisvestingswet. Er zijn nog geen concrete Uitstel VWRB 2014
/ 140475 / Wonen / BVe / 11 juni 2014
Pagina 2
oplossingen geformuleerd. Deze worden nog in de regio met betrokken partijen in beeld gebracht en besproken, waarna ze in het dagelijks bestuur en het portefeuillehoudersoverleg Wonen worden geagendeerd, alvorens ze voor de 3 maanden durende consultatieperiode aan de gemeenteraden worden toegestuurd.
Er is een principiële grens getrokken tussen leefbaarheid en schaarste. Alleen de Rotterdamwet mag nog worden ingezet voor woonruimteverdeling in relatie tot leefbaarheid. De Huisvestingswet geeft alleen nog ruimte voor woonruimteverdeling in relatie tot schaarste. Met name hier zit een spanning tussen de bestuurlijke wens voor lokaal maatwerk in het kader van leefbaarheid (15%) en de principiële keuze van de Huisvestingswet en de provincie. Een minimuminkomenseis in een Huisvestingsverordening wordt door de nieuwe wet uitgesloten. Er is momenteel in onze regio nergens meer sprake van een huisvestingsvergunningenstelsel voor corporatiewoningen. De nieuwe Huisvestingswet stelt deze echter wel verplicht bij het verlenen van urgenties, het bepalen van rangorde en voorrang bij woonruimteverdeling. De nieuwe wet stelt dat maximaal 50% van schaarse categorieën woningen met voorrang kunnen worden toegekend aan woningzoekenden met maatschappelijke of economische binding aan de regio, waarvan maximaal 50% met een binding aan een kern van een gemeente. In de verordening is dit momenteel niet mogelijk (hoogstens subregionale binding bij aangetoonde schaarste). In de nieuwe verordening wordt gesproken over het weigeren van een woning aan iemand die niet aan de voorwaarden voldoet in geval van lokaal maatwerk in het kader van schaarste of leefbaarheid. De nieuwe wet gaat uit van een omgekeerd principe; als je voldoet aan de voorwaarden dan krijg je voorrang. Er komt een verplichte urgentiestatus voor verblijfsgerechtigden. De nieuwe verordening is een procedureverordening, die uitgaat van uitwerking van de afspraken tussen individuele gemeenten en corporaties, op basis van het kader die de verordening biedt. De nieuwe wet schrijft voor dat er géén afspraken over woonruimteverdeling mogen worden gemaakt buiten een Huisvestingsverordening om (bijvoorbeeld in prestatieafspraken).
Er is momenteel nog teveel onduidelijk om al met concrete wijzigingsvoorstellen te komen. Ook zullen de wijzigingsvoorstellen en –mogelijkheden eerst besproken moeten worden met betrokken partijen bij gemeenten en corporaties. Aan de provincie is gevraagd hun mening te geven over de effecten van de nieuwe wet op de nieuwe verordening. Deze zijn belangrijk om te weten welke manoeuvreerruimte er is. Ook zijn er aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties verduidelijkende vragen gesteld. Verdere procedure Bij het voorbereiden van de noodzakelijke wijzigingen worden gemeenten en corporaties betrokken. Ook zullen de voorgestelde wijzigingen met de provincie Zuid-Holland worden besproken. Parallel aan het wijzigingsproces wordt de voorbereiding van de implementatie doorgezet. Zo’n 90% van de verordening zal ongewijzigd blijven en de voorbereidingen voor de nieuwe verordening kunnen gewoon doorgaan. De gemeenten en corporaties zullen gelijktijdig betrokken worden bij zowel de wijziging als de implementatie, zodat per 1 januari 2015 de verordening tegelijk met de nieuwe Huisvestingswet en de nieuwe website van Woonnet Rijnmond van start kan gaan.
Uitstel VWRB 2014
/ 140475 / Wonen / BVe / 11 juni 2014
Pagina 3
BIJLAGE
ONTWERPBESLUIT
Het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam, gelet op - de Huisvestingswet; - de Wet gemeenschappelijke regelingen; en, - artikel 14 van de Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam; overwegende dat: - het wetsvoorstel Huisvestingswet 2014 op 11 maart 2014 door de Tweede Kamer der Staten-Generaal is aangenomen; - waarschijnlijk is dat op 1 januari 2014 de Huisvestingswet 2014 van kracht wordt; - de woonruimtebemiddeling zoals beschreven in de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 aangepast dient te worden aan de Huisvestingswet 2014; - voorkomen moet worden dat twee maal binnen een periode van één jaar woningzoekenden, woningcorporaties en gemeenten de uitvoering van de woonruimtebemiddeling moeten herzien; - het hierom wenselijk is dat de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 niet in werking te laten treden op 1 juli 2014 zodat zij aangepast kan worden aan de Huisvestingswet 2014; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 9 april 2014 besluit: -
te bepalen dat de Verordening woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2014 pas in werking zal treden nadat zij is aangepast aan de Huisvestingswet 2014.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 21 mei 2014 van het algemeen bestuur. de secretaris,
de voorzitter,
drs. J. Fix
ing. A. Aboutaleb
algemeen bestuur vergadering 11 juni 2014 agendapunt 11 12 april 2012 Onderwerp: Metropoolregio Rotterdam - Den Haag / Vervoerautoriteit (mondeling). Gevraagde beslissing: 1. kennis te nemen van de stand van zaken Metropoolregio / Vervoerautoriteit (mondeling). Portefeuillehouder: Koen Samenvatting: Toelichting mondeling. Bijlagen: -
Metropoolregio Rotterdam - Den Haag/ Vervoerautoriteit / 142634 / BZC / CB / 11 juni 2014
Pagina 1