T.Nr. 40290
Gebruik en installatie instructie voor CRAMER oven Model CBC
Varianten CBCG (met grill) en CBCO (zonder grill)
NL NL, BE CE-0085BN0171
Belangrijk Dit apparaat is als een 3e klasse apparaat bestemt voor inbouw in het keukenblok. Dit apparaat wordt in twee varianten geleverd (met en zonder grill): 1. Ugn med grill variant CBCG (ugnslucka fäst i nederkant) Modellbeskrivning
Monteringsritning, se här
Ugn med grill utan skorsten med avgasevakuering genom frontpanelen
Sida 7, bild 3
Ugn med grill med horisontaal - vertikal skorsten
Sida 7, bild 4
Ugn med grill med vertikal skorsten och avgasevakueringslåda
Sida 8, bild 5
Ugn med grill med horisontaal skorsten och avgasevakueringslåda
Sida 8, bild 6
Capaciteit van de oven (Hs) 1,2 kW (Mn=85 g/h, propaanbutaan) Capaciteit van de grill (Hs) 1,6 kW (Mn=115 g/h, propaanbutaan) (Het apparaat is technisch gezekerd. Dit houdt in dat de delen niet gelijktijdig kunnen worden aangezet). 2. oven zonder grill, variant CBCO ( Deur aan de onderkant bevestigd ) Model omschrijving
Inbouw schema
Oven zonder grill zonder schoorsteen met gasafvoer aan voorzijde
Bladzijde 7., teken. 3
Oven zonder grill met schoorsteen horizontaal - verticaal
Bladzijde 7., teken. 4
Oven zonder grill met verticaal schoorsteen en gasaf- voerkast
Bladzijde 8., teken. 5
Oven zonder grill met horizontaal schoorsteen en gasaf- voerkast
Bladzijde 8., teken. 6
Model omschrijving
Inbouw schema
Oven zonder grill zonder schoorsteen met gasafvoer aan voorzijde
Bladzijde 7., teken.3
Oven zonder grill met schoorsteen horizontaal - verticaal
Bladzijde 7., teken. 4
Oven zonder grill met verticaal schoorsteen en gas- afvoerkast
Bladzijde 8., teken. 5
Oven zonder grill met horizontaal schoorsteen en gas- afvoerkast
Bladzijde 8., teken. 6
Capaciteit van de oven (Hs) 1,2 kW (Mn=85 g/h, propaanbutaan) Als de gaskraan stroef loopt of klemt, moet deze vervangen worden. Ook kan de inspuiter uit de kraan worden gereinigd met wasbenzine of een speciaal smeermiddel (bijvoorbeeld van de firma Klüber, München type Staburgas nr 32). Let op: dit mag alleen worden gedaan door een gasspecialist. De installatie van het apparaat mag uitsluitend door gespecialiseerde vakmensen worden uitgevoerd! Voor het aansluiten van het apparaat moet worden gecontroleerd of de aansluitwaarden (type gas en gasdruk) overeenkomen met de waarden van het apparaat welke op het typeplaatje staan. Dit apparaat dient te worden aangesloten en geïnstalleerd conform de geldige installatie instructies. Met name de juiste ventilatie maatregelen moeten worden nageleefd.
2
Gastoevoerleidingen en gasafvoerleidingen moeten bij de eerste ingebruikname en daarna iedere twee jaar worden getest door een specialist (in Duitsland conform DVGW – normen G 607 en G 608). Voor de uitvoering van de test is de gebruiker verantwoordelijk. De fabrikant dient de gebruiker schriftelijk te wijzen op deze verplichting. Het apparaat dient uitsluitend te worden gebruikt voor bakken en grillen zoals verder beschreven in deze handleiding. Het mag in geen geval voor andere doeleinden worden gebruikt (bijvoorbeeld verwarming etc). Tijdens gebruik kan warmte- of vochtigheid in de ruimte ontstaan. Daarom dient voor voldoende ventilatie te worden gezorgd: houdt natuurlijke ventilatieopeningen open of breng ventilatie aan. Bij intensief en langdurig gebruik moet voor extra ventilatie worden gezorgd, bijvoorbeeld door een raam te openen. De drukregelaar moet conform onderstaande waarden zijn:
Categorie I 3 (50) I 3+ (28-30/37)
mbar
Gas
Capaciteit van drukregelaar
G 30 (Butaan)
1,5 Kg/h
G 31 (Propaan)
1,5 Kg/h
G 30 (Butaan)
1,5 Kg/h
G 31 (Propaan)
1,5 Kg/h
50 28-30
I 3 (30)
30
I 3+ (28-30/37)
37
I 3 (30)
30
LET OP: HET APPARAT UITSLUITEND INSTALLEREN DOOR EEN BEVOEGD PERSOON CONFORM DE GESTELDE VOOWAARDEN. BELANGRIJK: OM ONGELUKKEN TE VOORKOMEN IS HET BELANGRIJK HET APPARAAT VOLGENS DE INSTRUKTIES TE INSTALLEREN. ONJUISTE INSTALLATIE LEIDT TOT VERLIES VAN GARANTIE. “ALLE VERANDERINGEN OPLEVEREN!”
AAN
HET
3
APPARAAT
KUNNEN
GEVAAR
1.
Ventilatie van de ruimte Iedere ruimte waarin één of meer apparaten worden geïnstalleerd moet voorzien zijn van één of meer ventilatie roosters welke verse lucht kan toevoeren met een doorsnede van min. 100 cm2. Deze openingen, welke op verschillende plaatsen in de ruimte kunnen zijn, mogen maximaal 10 centimeter van de bodem verwijderd zijn. Boven het apparaat moeten één of meer ventilatieopeningen met een doorsnede van minimaal 150 cm2 zijn. De roosters moeten regelmatig worden gecontroleerd op vuil en verstoppingen en indien nodig door de gebruiker worden schoongemaakt. Bij inbouw van het gasapparaat moeten in Duitsland speciale regels worden nageleefd (DVGW-Arbeitsblattes G607 of G608). Bij afvoer van het gas via het dak dient de gasafvoerleiding altijd verticaal te zijn geïnstalleerd.
2.
AANSLUITING VAN APPARAAT AAN GASLEIDING De aansluiting van de gasleidingen aan het apparaat mag uitsluitend met gasdichte hulpstukken of met een genormeerde slangaansluiting (lengte 2 meter) worden aangesloten, die ruim op tijd moeten worden vervangen wanneer het rubber raffelt of poreus wordt. Verzeker u ervan dat de rubberslang nergens in aanraking komt met metaaldelen die warm kunnen worden (bijvoorbeeld de gaspit). Indien men leidingen gebruikt dienen deze van ijzer of koper te zijn. Deze leidingen kunnen met een gasdichte aansluiting worden gebruikt. Nadat alles is aangesloten moet worden gecontroleerd of de gasleidingen dicht zijn. Dit kan door middel van een zeepoplossing welke op de aansluitdelen aangebracht wordt. Op eventuele lekken zullen door de zeep blaasjes ontstaan. LET OP: TIJDENS INSTALLATIE EN AANSLUITING MAG DE GASLEIDING NIET GEDRAAID, GETROKKEN OF OP EEN ANDERE MANIER GESPANNEN WORDEN.
3.
GASFLES De gasflessen die worden gebruikt in het land waar de oven is gekocht, dienen te worden gebruikt. De te gebruiken gasdruk staat duidelijk op de verpakking en op het typeplaatje aan de achterkant van het apparaat. HET GEBRUIK VAN EEN AFWIJKENDE GAS OF GASDRUK KAN ONREGELMATIGHEDEN VAN HET APPARAAT VEROORZAKEN. HIERVOOR IS DE FABRIKANT NIET AANSPRAKELIJK.
4
De volgende richtlijnen moeten worden nagevolgd: Gasflessen met ventiel en drukregelaar moeten loodrecht in de daarvoor bestemde kast gezet worden, de toegang tot de fles mag niet versperd zijn. Het verwisselen van de gasfles moet snel en zonder obstakels uit te voeren zijn. “NA GEBRUIK GASFLES AFSLUITEN”
LET OP! Tijdens het verwisselen van de gasfles moeten de volgende voorzorgsmaatregelen worden genomen: a)
Gaskraan afsluiten (Draaiknop op “0”)
b)
Controleer of er geen vuur of gloeiende objecten in de buurt zijn ventiel op de om te wisselen fles dichtdraaien
c)
Ventiel van de om te wisselen gasfles sluiten.
d)
De drukregelaar van de lege fles afdraaien, lege fles met nieuwe fles omruilen en deze fles aansluiten. Op lekgas controleren door gebruik van zeep, zoals eerder vermeld.
e)
Brander ontsteken en controleren op normale werking. Anders contact opnemen met een gespecialiseerde technicus
3,1 KAST VOOR GASFLESSEN De kast waar de gasfles in staat moet ruim genoeg zijn om de gasfles met gemonteerde drukregelaar eenvoudig uit de kast te kunnen halen. 4.
5.
VLAM CONTROLE a)
De vlam moet rustig branden. Zij moet blauw zijn met duidelijke omlijning
b)
Als de vlam niet schoon brandt, moet worden gecontroleerd of de ventilatieopeningen vrij zijn. Zo niet, dan deze reinigen.
ELECTRISCHE AANSLUITING: Het apparaat werkt op 12 volt gelijkstroom ELECTRISCHE AANSLUITING Voor de aansluiting van het apparaat moet een twee-aderige kabel gebruikt worden – 1,5 mm2 rode en zwarte kabel- en aangesloten aan de klem welke zich aan de achterkant van het apparaat bevindt. Op deze klem zijn de beide polen met een + en – aangeduid. De positieve pool is aan de rode kleur herkenbaar. Bij het aansluiten van de
5
kabel altijd goed op de polen letten! De stroomkering moet met een 3Ampere veiligheidszekering gezekerd worden (wordt niet meegeleverd HET APPARAAT MAG NOOIT OP 220 VOLT WORDEN AANGESLOTEN! DIT HEEFT EEN ONHERSTELBARE SCHADE TOT GEVOLG EN KAN GEVAAR VOOR DE GEBRUIKER OPLEVEREN. 6.
GASLEK Om op gaslekken te controleren adviseren wij het gebruik van een geteste elektronische gasdetector. Bij een ongeluk moet de gaskraan gesloten worden waarna men zich tot de installateur, handelaar of gespecialiseerde technicus wendt.
7.
INBOUW VAN APPARAAT IN MEUBEL Voor de inbouw van het apparaat moet per type (zie typeplaatje) een bepaalde vrije ruimte worden aangehouden zoals aangegeven in figuur 1-6. De hoogte van deze ruimte kan naar eigen wens gekozen worden.
In het meubel moet het apparaat op een vaste, stabiele ondergrond staan. Het apparaat dient met behulp van de meegeleverde schroeven aan de voorkant vastgeschroefd worden. Bij de bevestiging mogen de gasleidingen, kraan of andere delen van de brander niet worden gebruikt. detail D Tekening 1. Meubel Oven Tekening 2.
D
7m m
C
30
5m
ax
1 in
M
M m
m m
Bevestiging aan meubel 6
Tekening 3. Inbouwsituatie voor oven zonder schoorsteen met gasafvoer aan de voorkant. Minimale afstand links en rechts van de brandbare vlakken: 20 mm. Minimale afstand aan de bovenkant van de brandbare vlakken: 50 mm.
Vooraanzicht dwarsdoorsnede horizontaal van inbouw (tekening nr. 39986)
Tekening 4. Inbouwsituatie voor oven met schoorsteen horizontaal – verticaal.
Minimale afstand links en rechts van de brandbare vlakken: 20 mm. Minimale afstand aan de bovenkant van de brandbare vlakken: 50 mm.
Vooraanzicht dwarsdoorsnede horizontaal van inbouw (tekening nr. 39986)
7
Tekening 5. Inbouwsituatie van oven met verticale schoorsteen en gasafvoerkast
Minimale afstand van brandbare vlakken aan de achterkant, links en rechts : 20 mm. Minimale afstand van de brandbare vlakken aan de bovenkant: 50 mm. Minimale afstand van de kast voor gasafvoer van de brandbare vlakken: 50 mm.
Vooraanzicht dwarsdoorsnede horizontaal van inbouw (tekening nr. 39986)
Tekening 6. De situatie van de ingebouwde oven met een horizontale schoorsteen en met het reservoir voor de gassen Minimale afstand van brandbare vlakken aan de achterkant, links en rechts : 20 mm. Minimale afstand van de brandbare vlakken aan de bovenkant: 50 mm. Minimale afstand van de kast voor gasafvoer van de brandbare vlakken: 50 mm.
Vooraanzicht warsdoorsnede horizontaal van inbouw (tekening nr. 39986)
8
OPGELET! Als de (ingebouwde) oven aangekoppeld wordt aan een schoorsteen die horizontaal binnen de muur loopt, dan moet er een reservoir geïnstalleerd worden voor de gassen die vrijkomen (onderdeel nummer 43661 zie de nieuwe gebruiksaanwijzing) en moet het onderdeel dat gewoonlijk voor de verbinding tussen de oven en een schoorsteen zorgt, weggelaten worden. NB: Om het gewicht te besparen mag de oven voor een primaire consument (producent van caravans) zonder het uiterlijke deksel worden geleverd. De gasafvoer door de schoorsteenpijp moet stijgend zijn. De maximale lengte van de gasafvoerpijp bedraagt 2000 mm. Het maximale hoogteverschil tussen de bovenkant van de oven en de afvoergasuitgang van de schoorsteen is 1500 mm. De wanden en elementen die zich dichter als 50 mm van het verbrandingskanaal bevinden moeten met brandbestendige materialen beschermd worden. De gasafvoer van flexibele edelmetalenbuis Ø 55 mm moet aan de uitgang van de oven als ook aan de ingang in de schoorsteen door een schroefdraadring (Truma – ring passend om leiding) Ø 50 – Ø 60 mm worden bevestigd. 7.1 HET APPARAAT MAG NIET IN DE BUURT STAAN ONTVLAMBARE MATERIALEN
VAN LICHT
7.2 BESCHERMEN TEGEN OVERVERHITTING Muren of elementen dichter bij het toestel geplaatst dan aangegeven op de tekening (3-6) moeten bedekt of afgeschermd worden met het brandwerend materiaal van de categorie M0. 7.3 HET APPARAAT UIT HET MEUBEL HALEN
8.
a)
Hoofdgasventiel afsluiten
b)
Bevestigingsschroeven losdraaien
c)
Gasaansluiting en eventuele elektrische kabels afkoppelen.
GEBRUIK HET APPARAAT UITSLUITEND IN GOED GEVENTILEERDE RUIMTEN Wanneer het apparaat wordt gebruikt dienen alle ventilatie gaten vrij en open te zijn.
9
9.
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
9.1 ONTSTEKING VAN HET APPARAAT AUTOMATISCHE ONTSTEKING: OVEN – GRILL a)
Voor het ontsteken van de oven of grill moet de ovendeur volledig geopend zijn.
b)
Draaiknop licht indrukken en op de ontsteek stand draaien. Ontsteking van de oven is mogelijk op alle posities 1 –6 ( Na indrukken knop naar links draaien). De ontsteking van de grill (bij oven met grill) is mogelijk op de draaiknop stand grill (na indrukken knop naar rechts draaien)
c)
Knop loslaten en op de gewenste stand draaien. GR
IL
L
GRILL
Waarschuwing: Bij gebruik van de grill dient het warmteschutblad volledig uitgetrokken zijn ( ook 9.3.a). Verschillende standen van de draaiknop staan gelijk aan de volgende temperaturen in de oven ( in °C). LIGGING TEMPERATUUR
1
2
3
4
5
6
140
170
190
210
230
250
Indien een grote afwijking van de temperatuur wordt vastgesteld, is reparatie van de temperatuurregelaar te adviseren. LET OP: als het ontsteken zonder succes blijft, herhaalt men de voorgaande stappen. Als succes uitblijft moet men testen of de gasfles leeg is. Als het apparaat daarna nog niet werkt, sluit men de gastoevoerkraan en brengt het apparaat naar de dealer. Wanneer de oven voor de eerste maal wordt gebruikt, moet deze leeg (zonder voedsel) gedurende een half uur op de hoogste temperatuur aan staan. Als de vlam aanzienlijk minder wordt, draait men de regelaar dicht en laat de brander voor minimaal 1 minuut dicht voordat men het weer probeert. “GEBRUIK HANDSCHOENEN BIJ HET INZETTEN EN UITHALEN VAN OVENSCHALEN IN DE HETE OVEN” 9.2. a)
BEDIENING VAN DE OVEN De ovenschaal zo plaatsen dat de lange kant naar voren is. van voren
pan achter 10
b)
De ovenschaal kan op drie posities worden geplaatst
Waarschuwing: Tijdens grillen met draaispit moet de schaal altijd in positie 1 zijn.
c)
Het rooster kan aan twee kanten worden gebruikt en biedt daarmee twee hoogtestanden.
9.3. BEDIENING VAN DE GRILL (uitsluitend voor apparaten met grillfunctie)
a)
Warmteschutblad boven de grill eruit trekken en gedurende het grillen uit de oven laten.
b)
De gril aansteken met volledig geopende deur
c)
Tijdens gebruik de ovendeur half open laten staan Warmte schermblad
Deurpositie tijdens grillen
11
LET OP: het apparaat wordt tijdens het grillen zeer heet. Kleine kinderen uit de buurt houden. 9.3.1
GEBRUIK VAN HET DRAAISPIT (uitsluitend voor apparaten met grillfunctie)
a)
De schaal met gemonteerde draaispithouder in de oven plaatsen. Het draaispit in het gat van de grilmotor as plaatsen, de linkerkant van het draaispit in de houder plaatsen. Om de motor in gang te zetten, gebruikt u de daarvoor bestemde knop.
In het midden van de grilmotor plaatsen.
Linker braadspit houder
b)
Bij grillen met draaispit moet de ovenschaal in positie 1 staan.(zie 9.2. b)
10. STORING AAN HET APPARAAT Bij storingen dient u contact op te nemen met een specialist
REGELS VOOR REINIGING Gebruik uitsluitend zachte reinigingsmiddelen. Bleekmiddel of schuurmiddel mogen onder geen beding worden gebruikt.
CRAMER SR s. r. o. ● Tehelná 8 ● SK – 986 01 Fiľakovo ● ● Telefon: 00421-474319 100 ● Fax: 00421-474319 133, 47 4319166 ● ● E-mail:
[email protected] ● ● Internet: www.cramer.sk ● 07/2004
12