Tips voor invallers in het onderwijs
Januari 2007 7.0091 AJD/HH
Inhoud Inleiding: Invallers zijn belangrijk Hoe kom je aan invalwerk? Vervangingspools Rechtspositie Personeelsbeleid Akte van benoeming Vaste benoeming Tijdelijk dienstverband Diensttijd Werktijden Vakantie Salaris Reiskosten Kinderopvang Zorgverzekering Ontslaguitkeringen Pensioen/FPU De Algemene Onderwijsbond
Inleiding Invallers zijn belangrijk
Ziekte en verlof zorgen dagelijks voor hiaten in de personeelsbezetting van een school. Voor de continuïteit van het onderwijs zijn gekwalificeerde invallers dan ook van groot belang. Maar niet alle invallers ervaren dat hun werk belangrijk gevonden wordt. Invallers hebben vaak het gevoel er een beetje ‘bij te hangen’. Je neemt een klas over en bent daarna weer weg. Dat sterke besef van tijdelijkheid leidt er vaak toe dat je als invaller niet zo gemakkelijk geneigd bent zaken aan te kaarten die op de instelling of school beter kunnen.
Voor de Algemene Onderwijsbond hang je er als invaller of herintreder niet bij. Deze brochure is een praktische handreiking om makkelijker je weg te vinden in het onderwijs. Voor onze leden gaan we uiteraard verder dan de globale informatie in deze brochure. Achter in deze brochure vind je de adressen van de Algemene Onderwijsbond en andere instanties die je verder kunnen helpen als je vragen of problemen hebt.
Hoe kom je aan invalwerk?
1 Er zijn organisaties die zich specifiek richten op bemiddeling van onderwijspersoneel. Manpower Consultancy heeft daarvoor de unit Onderwijs & Overheden; op internet kun je de Onderwijsvacaturebank van het Participatiefonds raadplegen waar vacatures te vinden zijn in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs en er bestaat een project Stille Reserve. Achter in deze brochure vind je de gegevens van deze organisaties.
Vervangingspools
2 In het primair onderwijs bestaan vervangingspools, een aantal bevoegde gezagsorganen hebben deze (soms in onderlinge samenwerking) ingesteld. Onderwijsgevend personeel dat is opgenomen in een vervangingspool moet voor tenminste 85% van de beschikbare tijd worden ingezet voor vervangingswerkzaamheden. Als personeel uit de pool voor minder dan die 85% wordt ingezet bekostigt het bevoegd gezag een deel.
3 In een vervangingspool kun je in vaste dienst benoemd worden. Deze aanstelling leidt in het algemeen wat sneller tot een benoeming in een reguliere baan op één school.
4 De vervangingspool moet niet verward worden met de lijst van invallers waarover een bestuur beschikt. Deze invallerlijst is een lijst met namen en telefoonnummers die wordt gebruikt om mensen vaak kort van tevoren te benaderen voor invalwerk. Een dergelijke lijst wordt ook wel een vervangingspool genoemd, maar is in wezen niets anders dan een adressenlijst.
Rechtspositie
5
Invallers hebben dezelfde rechtspositie als personeel in vaste dienst. De rechtspositie in het Primair Onderwijs is voor het openbaar en bijzonder verschillend . Deze regelingen kunt u vinden in de CAO. Voor personeel in het voortgezet onderwijs, de beroeps- en volwasseneneducatie en het hoger beroepsonderwijs is de rechtspositie geregeld in de desbetreffende CAO en natuurlijk ook in het Pensioenreglement.
6 Dat er in principe geen verschil is in rechtspositie tussen vaste krachten en invallers betekent ook dat invallers recht hebben op buitengewoon verlof, bijvoorbeeld bij huwelijk of verhuizing.
7 In het voortgezet onderwijs, de beroeps- en volwasseneneducatie en het hoger beroepsonderwijs wordt vaak ingevallen door uitzendkrachten. Uitzendkrachten vallen niet onder de CAO van de onderwijsinstelling, maar onder de Uitzend-CAO. Dat betekent dat rechtspositionele zaken als salaris, opzegtermijnen, tegemoetkoming ziektekosten, verlof en pensioen soms wat anders geregeld zijn dan voor het personeel dat in dienst is van de onderwijsinstelling. In de meeste CAO's is echter geregeld, dat de desbetreffende Uitzendbureaus voor wat betreft beloning, toelagen en onkostenvergoedingen, overeenkomstige arbeidsvoorwaarden toekennen als die voor het personeel dat in dienst is bij de school.
Personeelsbeleid
8 Begeleiding en introductie van invallers horen onderdeel uit te maken van het totale personeelsbeleid. Helaas is dat op veel scholen niet het geval. Met het bestuur (of bevoegd gezag) moet je als invaller afspraken maken over zaken als: -
de termijn en het tijdstip waarop je gebeld kunt worden;
-
de (mogelijke) rangorde bij het oproepen van invallers;
-
de termijn en het tijdstip waarop je te horen krijgt dat degene die je vervangt weer terugkomt en de procedure die dan wordt gevolgd;
-
de procedure bij vacatures;
-
medezeggenschap voor alle invallers van het bevoegd gezag. Denk aan een jaarlijkse of halfjaarlijkse bespreking waarin de organisatie aan het invallen ter sprake komt.
9 Binnen de school zouden regels moeten gelden voor de introductie van de invaller. -
Wie is contactpersoon voor de vervanger?
-
Wanneer en hoe vaak kan er met hem of haar gesproken worden?
-
Heeft iedere leraar/groep een soort logboek met daarin een plattegrond van de klas, een beschrijving van de werkzaamheden, tijdsplanning van de leerstof, toetsmomenten en bijzonderheden over de leerlingen?
-
Introductie zou bij voorkeur moeten plaatsvinden voor aanvang van de werkzaamheden.
10 Functionerings- en beoordelingsgesprekken zijn onderdeel van het personeelsbeleid. Besturenorganisaties, VNG en de onderwijsbonden hebben daarover afspraken vastgelegd in de CAO's. Het Participatiefonds (dat de uitkeringen voor werkloos onderwijspersoneel beheert) eist dat er altijd een beoordelingsprocedure wordt gevolgd voordat het dienstverband eindigt. De CAO voor het voortgezet onderwijs, voor de BVE en de CAO-HBO bevatten eigen bepalingen over functionerings- en beoordelingsgesprekken.
11 Juist invallers hebben er behoefte aan te weten wat de directie van hun functioneren vindt. Dat wordt besproken in een beoordelingsgesprek. Aan onderwerpen besproken tijdens een beoordelingsgesprek zitten rechtspositionele gevolgen. In een beoordelingsgesprek kan aan de orde komen of een tijdelijke aanstelling te zijner tijd kan worden omgezet in een vaste aanstelling.
12 Naast beoordelingsgesprekken bestaan er ook functioneringsgesprekken. Dergelijke gesprekken hebben geen rechtstreekse rechtspositionele consequenties. Er is een gelijkwaardige inbreng van de beide gesprekspartners, de leidinggevende en de invaller.
Een functioneringsgesprek is toekomstgericht, wat wil zeggen dat gemaakte afspraken in een volgend functioneringsgesprek worden geëvalueerd. Ze is wat informeler en behoort ook wat vaker plaatsvinden dan een beoordelingsgesprek.
13 Gespreksonderwerpen voor een functioneringsgesprek zijn bijvoorbeeld: -
samenwerking met de andere personeelsleden, leerlingen en ouders;
-
werkomstandigheden binnen de school;
-
functioneren van de direct leidinggevende in relatie tot de invaller;
-
afspraken gemaakt tijdens het vorige gesprek;
-
taaktoedeling en taakvervulling;
-
loopbaanwensen;
-
scholingsbehoeften.
14 De Algemene Onderwijsbond vindt dat een school vaste invallers aan het begin van het schooljaar zou moeten uitnodigen voor een teamvergadering met het voltallige personeel van die school. In de periode dat je aan een school werkt gelden de normale verplichtingen tot het bijwonen van teamvergaderingen etc.
Akte van benoeming 15 Ieder personeelslid ontvangt een akte van benoeming bij zijn indiensttreding. Daarin moeten tenminste de in tip 16 genoemde onderwerpen aan de orde komen.
16 In de akte van benoeming worden tenminste vermeld:
-
naam, voornamen en geboortedatum;
-
de naam van de school en de naam en adres van het bevoegd gezag;
-
de datum van ingang van de benoeming;
-
de functie waarin je wordt aangesteld;
-
of de aanstelling vast of tijdelijk is en in het laatste geval de reden van tijdelijkheid, en de duur van de benoeming;
-
de omvang van de betrekking en het niveau daarvan;
-
de salarisschaal en het salarisnummer;
-
de rechtspositieregeling of akte van benoeming die van toepassing is;
-
de bijzondere bepalingen voor zover die van toepassing zijn.
Een bevestigingsbrief bevat dezelfde elementen. Een akte van benoeming of een bevestigingsbrief is belangrijk omdat je bijvoorbeeld moet kunnen controleren of het salaris klopt. Bovendien is het vastleggen van een gewerkte periode van belang voor de opbouw van je diensttijd.
Vaste benoeming
17
Een vaste aanstelling wordt ook wel benoeming voor onbepaalde tijd genoemd. Als invaller krijg je overigens vrijwel nooit een vaste benoeming. Daarvoor is bijna altijd benoeming in de structurele formatie van de school noodzakelijk.
18 De voorwaarden waaronder in het Voortgezet Onderwijs, de Beroeps- en Volwasseneneducatie en het Hoger Beroepsonderwijs een dienstverband voor onbepaalde tijd(vaste benoeming) wordt gegeven zijn zo divers, dat het niet mogelijk is die criteria hier te beschrijven. Raadpleeg altijd het Informatie- en Adviescentrum van de AOb.
19 In het primair onderwijs geldt vanaf 1.1.2007 dat vanaf de dag dat tussen dezelfde werkgever en werknemer aanstellingen voor bepaalde tijd elkaar met tussenpozen van niet meer dan drie maanden hebben opgevolgd en in een periode van 36 maanden, deze tussenpozen inbegrepen, hebben overschreden, geldt met ingang van die dag de laatste aanstelling als een aanstelling voor onbepaalde tijd.
20
In het VO, de BVE en in het HBO is de maximale termijn voor een tijdelijke arbeidsovereenkomst verschillend. Zie hiervoor de betreffende CAO.
21 Bij benoeming in de structurele formatie(in het PO) gaan onder andere gedeeltelijk arbeidsongeschikten, eigen wachtgelders, zij die met ontslag bedreigd worden, deeltijders die in vaste dienst zijn en hun betrekking willen uitbreiden, en zij die met een proeftijd in een vacature zijn benoemd, voor. Voor het VO, BVE en HBO gelden andere voorwaarden.
Tijdelijk dienstverband
22 De reden van tijdelijkheid moet in de akte van benoeming staan. Gaat het om een contract voor bepaalde tijd ‘op proef’ dan loopt het contract af op de datum die in de akte van benoeming als einddatum is aangegeven. Vraag zelf tijdig om het oordeel. Als de reden van de tijdelijkheid ligt in de vervanging, eindigt het contract als de collega waarvoor je invalt terugkeert. In principe is er alleen een opzegtermijn als er sprake is van een verlengd, tijdelijk dienstverband.
23 Bij ziektevervanging eindigt de benoeming (en dus het salaris) op het moment dat de zieke collega de werkzaamheden hervat. Als je daarna een andere collega vervangt krijg je daarvoor een nieuwe aanstelling. Als de betrekkingsomvang in die nieuwe vervangingsbaan lager is heb je, als je 5 of meer klokuren aan salaris verliest, wellicht recht op een ww-uitkering.
Diensttijd
24 De term diensttijd wordt regelmatig gebruikt op school. Er zijn drie soorten diensttijd. 1. Diensttijd die van belang is voor je plaats op de afvloeiingslijst. Meestal is dat de diensttijd in het onderwijs. Ook zijn er afvloeiingslijsten waar de diensttijd bij het bestuur of bevoegd gezag bepalend is voor je positie op de afvloeiingslijst. 2. Diensttijd voor het vaststellen van de toekomstige jubileumdatum. Niet alleen alle dagen dat je in het onderwijs gewerkt hebt tellen hiervoor mee, maar ook de tijd bij de overheid en militaire dienst. 3. Diensttijd die meetelt voor de berekening van je pensioen. De criteria hiervoor staan in het Pensioenreglement.
Werktijden
25 ‘Vaste’ invallers (zij die zich bij het bestuur of bij de directeur of rector van de school hebben aangemeld om in voorkomende gevallen in te vallen) doen er verstandig aan bij die aanmelding aan te geven op welke dagen zij niet of heel moeilijk kunnen invallen. Ook is het verstandig aan te geven voor welke vakken en groepen je beschikbaar bent. Dit vergroot naar weerszijden de duidelijkheid en zekerheid.
26 Voor de school of instelling is het belangrijk een betrouwbare invallerlijst te hebben. Geef het dus zo snel mogelijk door als er iets verandert: -
in de inzetbaarheid per dag of dagdelen;
-
in de inzetbaarheid op en voorkeur voor bepaalde scholen of groepen (weet wel: als je een ontslaguitkering hebt kun je heel moeilijk een voorkeur uitspreken);
-
in het tijdelijk niet beschikbaarheid zijn, omdat je gedurende langere of kortere tijd al op een andere school vervangt of gaat vervangen. Het doorgeven van die informatie voorkomt dat er tevergeefs een beroep op je wordt gedaan.
27
Vanaf 1 augustus 1998 geldt voor de meeste sectoren in het onderwijs een normjaartaak van 1659 uur. Eventuele arbeidstijdvermindering geldt ook voor invallers, hoewel het in de praktijk meestal zo is dat invallers hun eigen adv herbezetten(ook wel "opplussen" genoemd)
Vakantie
28 Bij korte vakanties eindigt het salaris in beginsel op de eerste dag van die vakantie tenzij voor die vakantie al duidelijk is dat de collega na de vakantie nog ziek zal zijn. In dat geval krijg je de vakantie gewoon doorbetaald.
29 In het primair onderwijs is de doorbetaling van de zomervakantie anders geregeld. Als je als invaller voor 1 maart bent benoemd wordt het salaris doorbetaald tot en met 31 juli van dat schooljaar. Voorwaarde is wel dat er ook steeds sprake moet zijn geweest van een benoeming. Gaat een benoeming in na de zomervakantie dan mag dat in het algemeen pas vanaf de eerste echte schooldag, tenzij de collega die vervangen moet worden al op 1 augustus vervangen mag worden en de invaller in het vorige schooljaar gedurende meer dan twee maanden benoemd was. De invaller mag op 1 augustus benoemd worden als diens oude betrekking is afgelopen na 1 juni van het voorgaande schooljaar. In de CAO's voor het VO, BVE en HBO zijn hierover andere bepalingen opgenomen.
30 Benoeming na 1 maart van een schooljaar leidt slechts tot uitbetaling van het salaris tot de eerste dag van de schoolvakantie, ook al zou de ziektevervanging nog kunnen doorlopen. Bestond er aanspraak op betaling van salaris in een deel van de zomervakantie en heb je in een benoeming van twaalf achtereenvolgende maanden gedurende alle schoolweken gewerkt dan kun je alsnog aanspraak maken op doorbetaling van de hele zomervakantie. Neem voor gedetailleerde informatie contact op met het Informatie en Adviescentrum van de AOb, tel.: 0900 – 463 62 62 (5 cpm).
31 Je ontvangt in de maand mei de vakantie-uitkering à 8 %, berekend over het bruto-inkomen over de maanden juni van het voorliggende kalenderjaar tot en met de maand mei van het huidige kalenderjaar.
Salaris
32
Voor invallers gelden dezelfde salarisregels als voor collega’s met een vaste benoeming. De hoogte van het salaris wordt niet bepaald door een vaste of tijdelijke benoeming maar is afhankelijk van de relevante werkervaring die vooraf gaat aan de benoeming.
33 Als je geen werkervaring binnen of buiten het onderwijs hebt word je ingeschaald op het laagste bedrag (nummer 1) van de schaal die hoort bij de functie waarin je wordt benoemd.
34 De voorschriften voor de inpassing van het salaris in het primair onderwijs zijn vastgelegd in de CAO-PO. Hierin vindt u ook een overgangsregeling salaris herintreders. Zie ook tip 38. De salarisbepalingen voor de overige sectoren ; voortgezet onderwijs, de beroeps- en volwasseneneducatie en het hoger beroepsonderwijs zijn terug te vinden in de geldende CAO voor die sectoren.
35 Voor het voortgezet onderwijs, beroeps- en volwasseneneducatie en het hoger beroepsonderwijs kan in gunstige zin van die voorschriften worden afgeweken. In het algemeen is dit echter niet gebruikelijk. Heeft u een salaris buiten het onderwijs gehad is het altijd raadzaam hierover te gaan onderhandelen.
36 Heb je tenminste zestig dagen in het onderwijs gewerkt dan is de hoofdregel dat aansluiting moet worden gezocht bij het inkomen uit de vorige onderwijsbetrekking.
37 Bij een baan buiten het onderwijs bepaalt de werkgever of er sprake is van relevante werkervaring. Maar onderhandel hierover.
38 Heb je een onderbroken loopbaan dan moet het vroegere salaris verhoogd worden met een nader te bepalen factor en soms ook met extra periodieken. Zie ook tip 34 en 39.
39 Het criterium ‘laatstgenoten salaris’ kan negatief uitwerken voor vrouwen die hun carrière hebben onderbroken om bijvoorbeeld voor kinderen te zorgen. De commissie Gelijke Behandeling heeft uitgesproken dat het criterium ‘laatstgenoten salaris’ bij inschaling in strijd kan zijn met de wet ‘Gelijke behandeling mannen en vrouwen’. Jurisprudentie heeft inmiddels
uitgewezen dat de inschalingsystematiek in bepaalde situaties inderdaad indirect onderscheid maakt tussen mannen en vrouwen. U kunt als herintreder een verzoek doen aan uw werkgever om toekenning van één of twee extra periodieken, als u meent dat u een salarisachterstand heeft als gevolg van een loopbaanonderbreking. De criteria waaronder die extra periodieken gegeven worden kunnen in het PO, VO en BVE verschillen. Neemt u vooraf contact op met het Informatie en Adviescentrum van de AOb, tel.: 0900 – 463 62 62 (5 cpm).
40 In bijlage 1 zijn de diverse carrièrepatronen met de salarisbedragen opgenomen. De salarisbedragen zijn gebaseerd op een volledige betrekkingsomvang. Vanaf 1 augustus 1998 bedraagt de algemene arbeidsduur (ook wel normjaartaak genoemd) voor het onderwijspersoneel 1659 uur per jaar. Voor de verschillende sectoren is de verdeling lesgebonden/niet-lesgebonden in de CAO opgenomen.
41 De functie waarin je bent benoemd bepaalt het carrièrepatroon en de salarisschaal. Vanaf 1 maart 2001 zijn de carrièrepatronen voor de functieschalen 9 tot en met 12 gewijzigd waardoor de aanduidingen begintraject, aanloopschaal en maximumschaal zijn vervallen. Het functieniveau wordt in het vervolg aangeduid door een letter, het aantal stappen in het carrièrepatroon wordt aangeduid met een nummer (1 t/m 18). In het primair onderwijs wordt een leerkracht beloond in schaal LA. In het speciaal onderwijs is de beloning in schaal LB . In het voortgezet onderwijs zijn functies beschikbaar met schaal LB, LC en LD. (zie bijlage I).
42 Normaliter ontvangt men jaarlijks een periodieke verhoging. De periodieke verhoging ontvang je indien je in het voorafgaande schooljaar zestig dagen hebt gewerkt. Er bestaan mogelijkheden om in aanmerking te komen voor een extra beloning. De voorwaarden hiervoor kun je terugvinden in de CAO’s.
43 De hoogte van je maandelijkse bruto-inkomen wordt vastgesteld volgens het aantal uren en het aantal dagen dat je in een maand werkt als invalskracht. Het netto-inkomen is afhankelijk van de van toepassing zijnde loonheffingskorting.
44 Vul tijdig het formulier in voor de juiste loonheffingskorting anders moet het salaris worden belast volgens het hoogste belastingpercentage.
45 Het komt nogal eens voor dat invallers lang moeten wachten op uitbetaling van hun eerste salaris. Als alle gegevens die nodig zijn voor de eerste uitbetaling niet bekend zijn bij de salarisadministrateur moet aan het eind van de eerste maand waarin gewerkt is in ieder geval een voorschot op het salaris worden verstrekt.
Reiskosten
46 De tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer zijn voor alle sectoren verschillend en zijn terug te vinden in de CAO’s.
Kinderopvang
47 Voor personeel benoemd in het onderwijs (dus ook in een vervangingspool) bestaat een regeling voor de dagopvang van kinderen van 0 tot 4 jaar. Je kunt informatie krijgen over de kinderopvang bij de Stichting Kintent die, voor het primair en voortgezet onderwijs en de beroeps- en volwasseneneducatie, de kinderopvang landelijk coördineert. Adresgegevens vind je achter in deze brochure.
48 Per 1 januari 2005 moet de tegemoetkoming voor Kinderopvang aangevraagd worden bij de Belastingdienst. De hoogte is afhankelijk van uw inkomen en van dat van uw echtgenoot of huisgenoot. Ook kan recht bestaan op een werkgeversbijdrage. Uw werkgever of de stichting Kintent kunnen u daarover informeren.
Zorgverzekering 49 Sinds 1 januari 2006 geldt de Zorgverzekeringswet met als doel de gehele bevolking onder voor iedereen gelijke sociale voorwaarden te verzekeren tegen de gevolgen van de behoefte aan geneeskundige zorg. Deze verzekering wordt ook wel basisverzekering genoemd. Deze
verzekering dekt een groot aantal kosten op genezing gerichte noodzakelijke zorg. Zonder uitputtend te zijn is dit ondermeer: geneeskundige zorg, farmaceutische zorg, hulpmiddelen enz. Daarnaast kunnen er aanvullende verzekeringen worden afgesloten.
De verzekerden zijn aan de zorgverzekeraar een nominale premie verschuldigd. Verzekerden tot 18 jaar betalen geen premie. Als de premie in relatie tot het inkomen hoog is, dan bestaat er recht op een zorgtoeslag. Deze toeslag kan worden aangevraagd bij de belastingdienst. Ter compensatie van de ziektekosten geldt in de CAO’s vanaf 1 januari 2006 een inkomenstoelage. Als de functie in deeltijd wordt vervuld, dan wordt deze vergoeding naar rato toegekend.
Ontslaguitkeringen
50 Ook invallers kunnen aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering bij een verlies van vijf uur of de helft van je arbeidsuren per week. Je moet dan in een periode van 36 weken voorafgaande aan de werkloosheid in tenminste 26 weken arbeid hebben verricht. Vanaf het moment dat je weet dat je werkloos wordt, wordt er van je verwacht dat je je inspant om weer aan het werk te komen. Dat betekent dat je vanaf dat moment solliciteert en ingaat op passende vacatures.
51 Schrijf je daarnaast uiterlijk binnen een werkdag nadat je werkloos bent in als werkzoekende bij het Centrum Werk en Inkomen (voorheen het arbeidsbureau). Bovendien moet je de uitkering binnen drie weken na beëindiging van het dienstverband aanvragen. Als je een uitkering hebt kun je een passend werkaanbod niet weigeren. Je loopt dan het risico dat de uitkering gekort wordt.
52 Geef alle veranderingen in jouw situatie die van invloed kunnen zijn op de werkloosheidsuitkering zoals ziekte en vakantie, zo snel mogelijk schriftelijk door aan de UWV.
Pensioen/FPU
53 Invallers zijn direct deelnemer in de zin van het Pensioenreglement, ook al werk je bij wijze van spreken maar één dag. Je bouwt dus direct pensioenrechten op. De omvang van de betrekking
(voltijd of deeltijd) en de tijd die je hebt ingevallen (de diensttijd) bepalen je pensioen. Iedere invalbetrekking levert een afzonderlijke dienstlijn op.
54 Je bouwt alleen maar pensioen op over de tijd dat je een benoeming hebt. Overigens telt de tijd gedurende welke je een werkloosheidsuitkering van het ministerie ontvangt voor de helft mee als pensioengeldige diensttijd.
De Algemene Onderwijsbond
55 De Algemene Onderwijsbond behartigt de belangen van al het personeel in alle sectoren van het onderwijs, van primair onderwijs tot en met hoger beroepsonderwijs. De Algemene Onderwijsbond is met ruim 75.000 leden de grootste bond in het onderwijs.
56 Naast de collectieve belangenbehartiging; het afsluiten van CAO’s en het maken van afspraken met de werkgevers maken we ons ook sterk voor de kwaliteit van het onderwijs in Nederland door in allerlei overlegorganen met onze onderwijsdeskundigheid invloed uit te oefenen.
57 Als lid word je geïnformeerd over actuele ontwikkelingen in het onderwijs. Elke veertien dagen ontvang je Het Onderwijsblad met interviews, achtergrondreportages, commentaren, columns en aparte pagina’s met nieuws uit de verschillende onderwijssectoren.
58 Daarnaast kun je als lid gratis brochures en folders aanvragen over arbeidsvoorwaardelijke, onderwijskundige en rechtspositionele onderwerpen en ontvang je nieuwsbrieven met actuele informatie uit jouw sector. Ook organiseert de AOb bijeenkomsten waar je mee kunt praten over het vak, het verbeteren van jouw positie of waar je achtergrondinformatie krijgt over ontwikkelingen in het onderwijs.
59 Als lid kun je kosteloos een beroep doen op de deskundige medewerkers van de juridische dienst van de Algemene Onderwijsbond. De juridische dienst adviseert over zaken als
salarissen, inschaling, ontslag, uitkeringen en ziekteverlof en alles wat met rechtspositie te maken heeft. Zo nodig treden de AOb-juristen als raadsman op of stappen naar de rechter om geschillen te beslechten.
60 Er zijn veel onzekerheden voor invallers en herintreders. Deze brochure geeft een aantal praktische tips, maar als lid van de bond sta je sterker. We houden je op de hoogte en je kunt bij ons terecht als je in de problemen komt. Met de AOb sta je niet alleen. Nog geen lid? Meld je dan snel aan bij het Informatie en Adviescentrum van de AOb, tel.: 0900 – 463 62 62 (5 cpm).
Meer informatie Heb je een vraag over je rechtspositie? Ben je lid van de MR en wil je een advies over iets dat op jou school speelt? Wil je weten welke cursussen je kunt volgen bij de AOb? Heb je een algemene vraag of wil je informatie ontvangen over het AOb lidmaatschap? Een brochure opvragen? Voor al je vragen (als je lid bent) kun je terecht bij het Informatie en Adviescentrum van de Algemene Onderwijsbond. Bereikbaar tijdens kantooruren op 0900 – 463 62 62 (5 eurocent per minuut) en 24 uur per dag via
[email protected] . Je kan ook faxen naar 030 – 298 98 62. Meer informatie vind je ook op www.aob.nl.
De website www.straksvoordeklas.nl richt zich speciaal op studenten die hun studie aan het afronden zijn. Op deze site vind je bijvoorbeeld informatie over je salarisstrook, kun je in het forum je mening geven over onderwijszaken en zoek je gemakkelijk op waar alle afkortingen uit het onderwijsjargon voor staan.
Adressen Bemiddeling invalwerk: Manpower Consultancy, Onderwijs & Overheden Telefoon (073) 631 24 17 Fax (073) 631 24 47 Internet: www.careercenteronderwijs.nl www.wordleraar.nl
Participatiefonds Onderwijsvacaturebank: www.vfpf.nl/onderwijsvacaturebank Via e-mail kan direct op de vacatures worden gereageerd.
Sectorbestuur Onderwijsmarkt Project Stille Reserve, telefoon (070) 376 57 70. Dit project biedt informatie over herintreden en invallen in het primair onderwijs, opfriscursussen, begeleiding en bemiddeling.
Kinderopvang:
Stichting Kintent Postbus 8545 3502 RM Utrecht Telefoon (030) 232 31 00 www.kintent.nl
Vergoeding ziektekosten: KPMG, Flexsourcing Postbus 30005 7899 RA Emmen Telefoon (0591) 850 350
Werkloos: UWV(Uitvoering Werknemersverzekeringen) Postbus 155 9700 AD Groningen Telefoon (045) 579 65 55 www.uwv.nl
Meld de USZO dat je werkloos wordt, uiterlijk binnen een werkdag nadat je werkloos bent. Bel hiervoor de klantenservice (045) 579 65 55. Ziekte meld je op je eerste ziektedag tussen 07.30 en 09.00 uur op telefoonnummer (050) 529 98 00.
Pensioen: ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) Postbus 4476 6401 CZ Heerlen Telefoon (045) 579 60 70 www.abp.nl
Bijlage 1: Salarisoverzicht Loonpeil 1 januari 2007 In euro’s
In het primair onderwijs wordt een leerkracht beloond volgens schaal LA. In het speciaal onderwijs is de beloning volgens schaal LB. In het voortgezet (speciaal) onderwijs zijn functies beschikbaar met schaal LB, LC en LD.
Schaal LA Salarisnummer
Salarisbedrag
1
2171
2
2215
3
2258
4
2302
5
2346
6
2391
7
2436
8
2478
9
2528
10
2576
11
2626
12
2675
13
2726
14
2774
15
2824
16
2927
17
3030
18
3132
Schaal LB Salarisnummer
Salarisbedrag
1
2251
2
2306
3
2357
4
2412
5
2463
Schaal LB Salarisnummer
Salarisbedrag
6
2517
7
2569
8
2622
9
2675
10
2730
11
2781
12
2835
13
2887
14
2998
15
3108
16
3219
17
3330
18
3441
Schaal LC Salarisnummer
Salarisbedrag
1
2264
2
2373
3
2485
4
2586
5
2689
6
2790
7
2893
8
2995
9
3097
10
3200
11
3301
12
3404
13
3505
14
3608
15
3710
16
3811
17
3914
18
4015
Schaal LD Salarisnummer
Salarisbedrag
1
2273
2
2409
3
2543
4
2677
5
2812
6
2947
7
3081
8
3217
9
3352
10
3486
11
3622
12
3757
13
3892
14
4027
15
4162
16
4296
17
4432
18
4567
Aan deze opgave kunnen geen rechten worden ontleend