32. Tips voor invallers in het onderwijs
Inhoud Inleiding: Invallers zijn belangrijk Hoe kom je aan invalwerk? Vervangingspools Rechtspositie Personeelsbeleid Akte van benoeming Vaste benoeming Tijdelijk dienstverband Diensttijd Werktijden Vakantie Salaris Reiskosten Kinderopvang Ziektekosten Regeling tegemoetkoming ziektekosten (ZKOO) Regeling ziektekostenvergoeding overheidspersoneel (ZVO) Ontslaguitkeringen Pensioen/FPU De Algemene Onderwijsbond
Inleiding Invallers zijn belangrijk Ziekte en verlof zorgen dagelijks voor hiaten in de personeelsbezetting van een school. Voor de continuïteit van het onderwijs zijn gekwalificeerde invallers dan ook van groot belang. Maar niet alle invallers ervaren dat hun werk belangrijk gevonden wordt. Invallers hebben vaak het gevoel er een beetje ‘bij te hangen’. Je neemt een klas over en bent daarna weer weg. Dat sterke besef van tijdelijkheid leidt er vaak toe dat je als invaller niet zo gemakkelijk geneigd bent zaken aan te kaarten die op de instelling of school beter kunnen. Voor de Algemene Onderwijsbond hang je er als invaller of herintreder niet bij. Deze brochure is een praktische handreiking om makkelijker je weg te vinden in het onderwijs. Voor onze leden gaan we uiteraard verder dan de globale informatie in deze brochure. Achter in deze brochure vind je de adressen van de Algemene Onderwijsbond en andere instanties die je verder kunnen helpen als je vragen of problemen hebt. Hoe kom je aan invalwerk? 1 Er zijn organisaties die zich specifiek richten op bemiddeling van onderwijspersoneel. Manpower Consultancy heeft daarvoor de unit Onderwijs & Overheden; op internet kun je de Onderwijsvacaturebank van het Participatiefonds raadplegen waar vacatures te vinden zijn in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs en er bestaat een project Stille Reserve. Achter in deze brochure vind je de gegevens van deze organisaties. Vervangingspools 2 In het primair onderwijs bestaan vervangingspools, een aantal bevoegde gezagsorganen hebben deze (soms in onderlinge samenwerking) ingesteld. Onderwijsgevend personeel dat is opgenomen in een vervangingspool moet voor tenminste 85% van de beschikbare tijd worden ingezet voor vervangingswerkzaamheden. Als personeel uit de pool voor minder dan die 85% wordt ingezet bekostigt het bevoegd gezag een deel. 3 In een vervangingspool kun je in vaste dienst benoemd worden. Deze aanstelling leidt in het algemeen wat sneller tot een benoeming in een reguliere baan op één school. 4 De vervangingspool moet niet verward worden met de lijst van invallers waarover een bestuur beschikt. Deze invallerlijst is een lijst met namen en telefoonnummers die wordt gebruikt om mensen vaak kort van tevoren te benaderen voor invalwerk. Een dergelijke lijst wordt ook wel een vervangingspool genoemd, maar is in wezen niets anders dan een adressenlijst.
Rechtspositie 5 Invallers hebben dezelfde rechtspositie als personeel in vaste dienst. In het primair en (voortgezet) speciaal onderwijs ligt de rechtspositie van alle personeelsleden, dus ook van de invallers vast in het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel (RPBO), Rechtspositiebesluit WPO/WEC, de CAO-Primair Onderwijs en het Pensioenreglement. Voor het bijzonder onderwijs gelden andere opzegtermijnen dan voor het openbaar onderwijs en voor een deel ook andere benoemingsvoorwaarden. Voor personeel in het voortgezet onderwijs, de beroeps- en volwasseneneducatie en het hoger beroepsonderwijs is de rechtspositie geregeld in de desbetreffende CAO en natuurlijk ook in het Pensioenreglement. 6 Dat er in principe geen verschil is in rechtspositie tussen vaste krachten en invallers betekent ook dat invallers recht hebben op buitengewoon verlof, bijvoorbeeld bij huwelijk of verhuizing.
7 In het voortgezet onderwijs, de beroeps- en volwasseneneducatie en het hoger beroepsonderwijs wordt vaak ingevallen door uitzendkrachten. Uitzendkrachten vallen niet onder de CAO van de onderwijsinstelling, maar onder de Uitzend-CAO. Dat betekent dat rechtspositionele zaken als salaris, opzegtermijnen, tegemoetkoming ziektekosten, verlof en pensioen soms wat anders geregeld zijn dan voor het personeel dat in dienst is van de onderwijsinstelling. In de meeste CAO's is echter geregeld, dat de desbetreffende Uitzenbureau's voor wat betreft beloning, toelagen en onkostenvergoedingen, overeenkomstige arbeidsvoorwaarden toekennen als die voor het personeel dat in dienst is bij de school. Personeelsbeleid 8 Begeleiding en introductie van invallers horen onderdeel uit te maken van het totale personeelsbeleid. Helaas is dat op veel scholen niet het geval. Met het bestuur (of bevoegd gezag) moet je als invaller afspraken maken over zaken als: - de termijn en het tijdstip waarop je gebeld kunt worden; - de (mogelijke) rangorde bij het oproepen van invallers; - de termijn en het tijdstip waarop je te horen krijgt dat degene die je vervangt weer terugkomt en de procedure die dan wordt gevolgd; - de procedure bij vacatures; - medezeggenschap voor alle invallers van het bevoegd gezag. Denk aan een jaarlijkse of halfjaarlijkse bespreking waarin de organisatie aan het invallen ter sprake komt. 9 Binnen de school zouden regels moeten gelden voor de introductie van de invaller. - Wie is contactpersoon voor de vervanger? - Wanneer en hoe vaak kan er met hem of haar gesproken worden?
-
Heeft iedere leraar/groep een soort logboek met daarin een plattegrond van de klas, een beschrijving van de werkzaamheden, tijdsplanning van de leerstof, toetsmomenten en bijzonderheden over de leerlingen? Introductie zou bij voorkeur moeten plaatsvinden voor aanvang van de werkzaamheden.
10 Functionerings- en beoordelingsgesprekken zijn onderdeel van het personeelsbeleid. Besturenorganisaties, VNG en de onderwijsbonden hebben daarover afspraken vastgelegd in de CAO's. Het Participatiefonds (dat de uitkeringen voor werkloos onderwijspersoneel beheert) eist dat er altijd een beoordelingsprocedure wordt gevolgd voordat het dienstverband eindigt. De CAO voor het voortgezet onderwijs, voor de BVE en de CAO-HBO bevatten eigen bepalingen over functionerings- en beoordelingsgesprekken. 11 Juist invallers hebben er behoefte aan te weten wat de directie van hun functioneren vindt. Dat wordt besproken in een beoordelingsgesprek. Aan onderwerpen besproken tijdens een beoordelingsgesprek zitten rechtspositionele gevolgen. In een beoordelingsgesprek kan aan de orde komen of een tijdelijke aanstelling te zijner tijd kan worden omgezet in een vaste aanstelling. 12 Naast beoordelingsgesprekken bestaan er ook functioneringsgesprekken. Dergelijke gesprekken hebben geen rechtstreekse rechtspositionele consequenties. Er is een gelijkwaardige inbreng van de beide gesprekspartners, de leidinggevende en de invaller. Een functioneringsgesprek is toekomstgericht, wat wil zeggen dat gemaakte afspraken in een volgend functioneringsgesprek worden geëvalueerd. Ze is wat informeler en behoort ook wat vaker plaatsvinden dan een beoordelingsgesprek. 13 Gespreksonderwerpen voor een functioneringsgesprek zijn bijvoorbeeld: - samenwerking met de andere personeelsleden, leerlingen en ouders; - werkomstandigheden binnen de school; - functioneren van de direct leidinggevende in relatie tot de invaller; - afspraken gemaakt tijdens het vorige gesprek; - taaktoedeling en taakvervulling; - loopbaanwensen; - scholingsbehoeften. 14 De Algemene Onderwijsbond vindt dat een school vaste invallers aan het begin van het schooljaar zou moeten uitnodigen voor een teamvergadering met het voltallige personeel van die school. In de periode dat je aan een school werkt gelden de normale verplichtingen tot het bijwonen van teamvergaderingen etc.
Akte van benoeming 15 Ieder personeelslid ontvangt een akte van benoeming bij zijn indiensttreding. Daarin moeten tenminste de in tip 16 genoemde onderwerpen aan de orde komen.
16 In de akte van benoeming worden tenminste vermeld: -
naam, voornamen en geboortedatum; de naam van de school en de naam en adres van het bevoegd gezag; de datum van ingang van de benoeming; de functie waarin je wordt aangesteld; of de aanstelling vast of tijdelijk is en in het laatste geval de reden van tijdelijkheid, en de duur van de benoeming; de omvang van de betrekking en het niveau daarvan; de salarisschaal en het salarisnummer; de rechtspositieregeling of akte van benoeming die van toepassing is; de bijzondere bepalingen voor zover die van toepassing zijn.
Een bevestigingsbrief bevat dezelfde elementen. Een akte van benoeming of een bevestigingsbrief is belangrijk omdat je bijvoorbeeld moet kunnen controleren of het salaris klopt. Bovendien is het vastleggen van een gewerkte periode van belang voor de opbouw van je diensttijd.
Vaste benoeming 17 Een vaste aanstelling wordt ook wel benoeming voor onbepaalde tijd genoemd. Als invaller krijg je overigens vrijwel nooit een vaste benoeming. Daarvoor is bijna altijd benoeming in de structurele formatie van de school noodzakelijk. 18 De voorwaarden waaronder in het Voortgezet Onderwijs, de Beroeps- en Volwasseneneducatie en het Hoger Beroepsonderwijs een dienstverband voor onbepaalde tijd(vaste benoeming) wordt gegeven zijn zo divers, dat het niet mogelijk is die criteria hier te beschrijven. Raadpleeg altijd het Informatie- en Adviescentrum van de AOb. 19 In het bijzonder primair onderwijs geldt vanaf 1 april 1999 het volgende: als je in totaal 180 werkdagen een tijdelijke betrekking bij dezelfde werkgever hebt gehad, heb je recht op een benoeming voor onbepaalde tijd als die benoeming kan plaatsvinden in de structurele formatie van de school of in een door het Vervangingsfonds bekostigde vervangingspool, die door de werkgever mede in stand wordt gehouden. Voor genoemde 180 werkdagen tellen alle werkdagen mee vanaf 1 augustus 1996 waarop je bij de werkgever een dienstverband hebt gehad. De werkgever is verplicht vacatures eerst aan te bieden aan de zogenaamde eigen wachtgelders en anderen ten aanzien van wie zij een herbenoemingverplichting heeft. 20 Sommige akten van benoeming geven in het primair en voortgezet (speciaal) onderwijs na een onafgebroken tijdelijk dienstverband van vijf jaar recht op een vaste
aanstelling. In de BVE is de termijn voor een tijdelijke arbeidsovereenkomst ten hoogste drie jaar. In het HBO kan een vervangingsbaan maximaal vier jaar duren. 21 Bij benoeming in de structurele formatie(in het PO) gaan onder andere eigen wachtgelders, zij die met ontslag bedreigd worden, deeltijders die in vaste dienst zijn en hun betrekking willen uitbreiden, en zij die met een proeftijd in een vacature zijn benoemd, voor. Voor het VO, BVE en HBO gelden andere voorwaarden. Tijdelijk dienstverband 22 De reden van tijdelijkheid moet in de akte van benoeming staan. Gaat het om een contract voor bepaalde tijd ‘op proef’ dan loopt het contract af op de datum die in de akte van benoeming als einddatum is aangegeven. Vraag zelf tijdig om het oordeel. Als de reden van de tijdelijkheid ligt in de vervanging, eindigt het contract als de collega waarvoor je invalt terugkeert. In principe is er alleen een opzegtermijn als er sprake is van een verlengd, tijdelijk dienstverband.
23 Bij ziektevervanging eindigt de benoeming (en dus het salaris) op het moment dat de zieke collega de werkzaamheden hervat. Als je daarna een andere collega vervangt krijg je daarvoor een nieuwe aanstelling. Als de betrekkingsomvang in die nieuwe vervangingsbaan lager is heb je, als je 5 of meer klokuren aan salaris verliest, wellicht recht op een ww-uitkering. Diensttijd 24 De term diensttijd wordt regelmatig gebruikt op school. Er zijn drie soorten diensttijd. 1. Diensttijd die van belang is voor je plaats op de afvloeiingslijst. Meestal is dat de diensttijd in het onderwijs. Ook zijn er afvloeiingslijsten waar de diensttijd bij het bestuur of bevoegd gezag bepalend is voor je positie op de afvloeiingslijst. 2. Diensttijd voor het vaststellen van de toekomstige jubileumdatum. Niet alleen alle dagen dat je in het onderwijs gewerkt hebt tellen hiervoor mee, maar ook de tijd bij de overheid en militaire dienst. 3. Diensttijd die meetelt voor de berekening van je pensioen. De criteria hiervoor staan in het Pensioenreglement. Werktijden 25 ‘Vaste’ invallers (zij die zich bij het bestuur of bij de directeur of rector van de school hebben aangemeld om in voorkomende gevallen in te vallen) doen er verstandig aan bij die aanmelding aan te geven op welke dagen zij niet of heel moeilijk kunnen invallen. Ook is het verstandig aan te geven voor welke vakken en groepen je beschikbaar bent. Dit vergroot naar weerszijden de duidelijkheid en zekerheid.
26 Voor de school of instelling is het belangrijk een betrouwbare invallerlijst te hebben. Geef het dus zo snel mogelijk door als er iets verandert: - in de inzetbaarheid per dag of dagdelen; - in de inzetbaarheid op en voorkeur voor bepaalde scholen of groepen (weet wel: als je een ontslaguitkering hebt kun je heel moeilijk een voorkeur uitspreken); - in het tijdelijk niet beschikbaarheid zijn, omdat je gedurende langere of kortere tijd al op een andere school vervangt of gaat vervangen. Het doorgeven van die informatie voorkomt dat er tevergeefs een beroep op je wordt gedaan. 27 Vanaf 1 augustus 1998 geldt voor de meeste sectoren in het onderwijs een normjaartaak van 1659 uur. Eventuele arbeidstijdvermindering geldt ook voor invallers, hoewel het in de praktijk meestal zo is dat invallers hun eigen adv herbezetten(ook wel "opplussen" genoemd)
Vakantie 28 Bij korte vakanties eindigt het salaris in beginsel op de eerste dag van die vakantie tenzij voor die vakantie al duidelijk is dat de collega na de vakantie nog ziek zal zijn. In dat geval krijg je de vakantie gewoon doorbetaald. 29 De doorbetaling van de zomervakantie is anders geregeld. Als je als invaller voor 1 maart bent benoemd wordt het salaris doorbetaald tot en met 31 juli van dat schooljaar. Voorwaarde is wel dat er ook steeds sprake moet zijn geweest van een benoeming. Gaat een benoeming in na de zomervakantie dan mag dat in het algemeen pas vanaf de eerste echte schooldag, tenzij de collega die vervangen moet worden al op 1 augustus vervangen mag worden en de invaller in het vorige schooljaar gedurende meer dan twee maanden benoemd was. De invaller mag op 1 augustus benoemd worden als diens oude betrekking is afgelopen na 1 juni van het voorgaande schooljaar. In de CAO's voor het VO, BVE en HBO zijn hierover iets andere bepalingen opgenomen. 30 Benoeming na 1 maart van een schooljaar leidt slechts tot uitbetaling van het salaris tot de eerste dag van de schoolvakantie, ook al zou de ziektevervanging nog kunnen doorlopen. Bestond er aanspraak op betaling van salaris in een deel van de zomervakantie en heb je in een benoeming van twaalf achtereenvolgende maanden gedurende alle schoolweken gewerkt dan kun je alsnog aanspraak maken op doorbetaling van de hele zomervakantie. Neem voor gedetailleerde informatie contact op met het Informatie en Adviescentrum van de AOb, tel.: 0900 – 463 62 62 (5 cpm). 31 Je ontvangt in de maand mei de vakantie-uitkering à 8 %, berekend over het brutoinkomen over de maanden juni van het voorliggende kalenderjaar tot en met de maand mei van het huidige kalenderjaar. Salaris 32 Voor invallers gelden dezelfde salarisregels als voor collega’s met een vaste benoeming. De hoogte van het salaris wordt niet bepaald door een vaste of tijdelijke benoeming maar is afhankelijk van de relevante werkervaring die vooraf gaat aan de benoeming. 33 Als je geen werkervaring binnen of buiten het onderwijs hebt word je ingeschaald op het laagste bedrag van het begintraject dat hoort bij de functie waarin je wordt benoemd. 34 De voorschriften voor de inpassing van het salaris in het primair speciaal en voortgezet speciaal onderwijs zijn vastgelegd in het Rechtspositiebesluit WPO/WEC en het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel. De overgangsregeling salaris herintreders is geregeld in de CAO Primair Onderwijs. Zie ook tip 38 en 29. De salarisbepalingen voor
de overige sectoren (bijvoorbeeld voortgezet onderwijs, de beroeps- en volwasseneneducatie en het hoger beroepsonderwijs) zijn terug te vinden in de geldende CAO voor die sectoren. 35 Voor de onderwijssectoren die volgens het zogeheten lumpsumsysteem worden bekostigd (voortgezet onderwijs, beroeps- en volwasseneneducatie en het hoger beroepsonderwijs) kan in gunstige zin van die voorschriften worden afgeweken. In het algemeen is dit echter niet gebruikelijk. Voor het primair onderwijs geldt dat een bevoegd gezag ‘beloningsdifferentiatie’ kan invoeren. Dit betekent dat een gratificatie of toelage kan worden toegekend. 36 Heb je zestig dagen in het onderwijs gewerkt dan is de hoofdregel dat aansluiting moet worden gezocht bij het inkomen uit de vorige onderwijsbetrekking. Is die betrekking langer dan twee jaar geleden en heb je daarna buiten het onderwijs gewerkt dan moet het salarisniveau worden genomen dat tot de gunstigste inschaling leidt. Er moet dan in je baan buiten het onderwijs wel sprake zijn van relevante werkervaring. Ook als je voorafgaande aan de benoeming tegelijkertijd een betrekking in het onderwijs en daarbuiten had heb je recht op inschaling op basis van het hoogste salaris van die betrekkingen. Zie voor wat betreft de inschaling bij het VO, BVE en HBO ook hetgeen is vermeld in tip 34. 37 Bij een baan buiten het onderwijs bepaalt de werkgever of er sprake is van relevante werkervaring. 38 Heb je een onderbroken loopbaan dan moet het vroegere salaris verhoogd worden met een nader te bepalen factor en soms ook met extra periodieken. Zie ook tip 34 en 39. 39 Het criterium ‘laatstgenoten salaris’ kan negatief uitwerken voor vrouwen die hun carrière hebben onderbroken om bijvoorbeeld voor kinderen te zorgen. De commissie Gelijke Behandeling heeft uitgesproken dat het criterium ‘laatstgenoten salaris’ bij inschaling in strijd kan zijn met de wet ‘Gelijke behandeling mannen en vrouwen’. Jurisprudentie heeft inmiddels uitgewezen dat de inschalingsystematiek in bepaalde situaties inderdaad indirect onderscheid maakt tussen mannen en vrouwen. U kunt als herintreder een verzoek doen aan uw werkgever om toekenning van één of twee extra periodieken, als u meent dat u een salarisachterstand heeft als gevolg van een loopbaanonderbreking. De criteria waaronder die extra periodieken gegeven worden kunnen in het PO, VO en BVE verschillen. Neemt u vooraf contact op met het Informatie en Adviescentrum van de AOb, tel.: 0900 – 463 62 62 (5 cpm). 40 In bijlage 1 zijn de diverse carrièrepatronen met de salarisbedragen opgenomen. De salarisbedragen zijn gebaseerd op een volledige taak. Vanaf 1 augustus 1998 bedraagt de algemene arbeidsduur (ook wel normjaartaak genoemd) voor het onderwijspersoneel 1659 uur per jaar. Voor het personeel in het primair onderwijs is
de normjaartaak in het RPBO opgenomen. In de kaderbesluiten VO en BVE is de omvang van de algemene arbeidsduur vastgesteld. 41 De functie waarin je bent benoemd bepaalt het carrièrepatroon en de eindschaal. Vanaf 1 maart 2001 zijn de carrièrepatronen voor de functieschalen 9 tot en met 12 gewijzigd waardoor de aanduidingen begintraject, aanloopschaal en maximumschaal zijn vervallen. Het functieniveau wordt in het vervolg aangeduid door een letter, het aantal stappen in het carrièrepatroon wordt aangeduid met een nummer. In het primair onderwijs wordt een leerkracht beloond volgens het carrièrepatroon met eindschaal LA In het speciaal onderwijs is de beloning volgens het carrièrepatroon met eindschaal LB . In het voortgezet onderwijs zijn functies beschikbaar met eindschaal LB, LC en LD. 42 Normaliter ontvangt men jaarlijks een periodieke verhoging. De periodieke verhoging ontvang je indien je in het voorafgaande schooljaar zestig dagen hebt gewerkt. Er bestaan mogelijkheden om in aanmerking te komen voor een extra beloning. De voorwaarden hiervoor kun je terugvinden in de CAO’s. 43 De hoogte van je maandelijkse bruto-inkomen wordt vastgesteld volgens het aantal uren en het aantal dagen dat je in een maand werkt als invalskracht. Het nettoinkomen is afhankelijk van de van toepassing zijnde loonheffingskorting. 44 Vul tijdig het formulier in voor de juiste loonheffingskorting anders moet het salaris worden belast volgens het hoogste belastingpercentage. 45 Het komt nogal eens voor dat invallers lang moeten wachten op uitbetaling van hun eerste salaris. Als alle gegevens die nodig zijn voor de eerste uitbetaling niet bekend zijn bij de salarisadministrateur moet aan het eind van de eerste maand waarin gewerkt is in ieder geval een voorschot op het salaris worden verstrekt. Reiskosten 46 Invallers kunnen bij een aanstelling van korter dan een jaar steeds de hogere reiskostenvergoeding krijgen volgens de kolom ‘eerste jaar’ (zie bijlage 2: reiskosten). De tegemoetkoming is gebaseerd op het aantal dagen dat je werkt. De afstand tussen wonen en werken moet meer dan twee zones (openbaar vervoer) bedragen. De tegemoetkoming wordt per betrekking en voor elke arbeidsplaats binnen de betrekking afzonderlijk vastgesteld. Kinderopvang 47 Voor personeel benoemd in het onderwijs (dus ook in een vervangingspool) bestaat een regeling voor de dagopvang van kinderen van 0 tot 4 jaar. Je kunt informatie
krijgen over de kinderopvang bij de Stichting Kintent die, voor het primair en voortgezet onderwijs en de beroeps- en volwasseneneducatie, de kinderopvang landelijk coördineert. Adresgegevens vind je achter in deze brochure. 48 Per 1 januari 2005 moet de tegemoetkoming voor Kinderopvang aangevraagd worden bij de Belastingdienst. De hoogte is afhankelijk van uw inkomen en van dat van uw echtgenoot of huisgenoot. Ook kan recht bestaan op een werkgeversbijdrage. Uw werkgever of de stichting Kintent kunnen u daarover informeren. Ziektekosten 49 Op het moment dat je in het onderwijs gaat werken moet je in principe een particuliere ziektekostenverzekering afsluiten. In het Bijzonder Onderwijs kan het onderwijsondersteunend personeel wel onder de Ziekenfondswet vallen. 50 Heb je een Bijstandsuitkering (ABW/RWW) dan ben je op grond van die uitkeringen verplicht (dus ziekenfonds) verzekerd. Krijg je gedurende het recht op uitkering een kort-tijdelijke en kleine betrekking dan kun je wellicht gewoon verplicht verzekerd blijven. Voorwaarde is wel dat het recht op uitkering blijft bestaan. De verplichte ziekenfondsverzekering heeft dan voorrang. 51 Als je verwacht dat het invalwerk van korte duur zal zijn, bijvoorbeeld niet langer dan een paar weken dan kun je het ziekenfonds schriftelijk vragen gedurende die tijd nog ingeschreven te mogen blijven. In het algemeen wordt dat toegestaan. 52 Als je particulier verzekerd bent kom je in aanmerking voor de halfjaarlijkse vergoeding ZKOO en eventueel een aanvullende vergoeding via de ZVO-regeling (zie de volgende tips) Regeling tegemoetkoming ziektekosten (ZKOO) 53 Ben je particulier verzekerd tegen ziektekosten dan heb je twee keer per jaar recht op een tegemoetkoming in de kosten van de particuliere verzekering in het kader van de tegemoetkoming ‘Ziektekosten en inkomenstoeslag Onderwijs- en Onderzoekspersoneel’ (ZKOO) van je werkgever. Daarnaast kan aanspraak bestaan op een inkomenstoeslag en een aanvullende toeslag, IBIZA-toeslag genoemd. De netto bedragen wijzigen jaarlijks. De ZKOO wordt alleen uitbetaald als je een aanvraagformulier hebt ingediend. Bij niet-tijdige indiening vervalt het recht op uitbetaling. Vraag dus in mei en november je werkgever om zo’n formulier. 54 De hoogte van de ZKOO wordt bij een niet volledige betrekking naar evenredigheid van een volledige betrekking berekend. Als kostwinner met kinderen heb je recht op een aanzienlijk hoger bedrag. Voorwaarde is dan wel dat je partner en kinderen niet op
een andere manier tegen ziektekosten verzekerd zijn. Aanspraak op een tegemoetkoming per maand bestaat alleen als er gedurende meer dan de helft van de maand een dienstverband is geweest. Regeling ziektekostenvergoeding overheidspersoneel (ZVO) 55 Als in een zelfgekozen periode van twaalf aaneengesloten maanden veel ziektekosten zijn gemaakt bestaat de mogelijkheid van een tegemoetkoming in de ziektekosten in het kader van de ZVO-regeling. Het percentage van het inkomen dat bepalend is verschilt jaarlijks. Voor een aanvraagformulier kun je terecht bij de ZVO. Achter in deze brochure vind je de adresgegevens. Vraag de vergoeding tijdig aan. Ontslaguitkeringen 56 Ook invallers kunnen aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering bij een verlies van vijf of meer klokuren per week. Met ingang van 1 januari 2001 is de Werkloosheidswet (WW) ook van toepassing op onderwijspersoneel. Omdat de WW op een aantal punten ongunstiger is dan de regeling voor werkloos onderwijspersoneel is een aantal aanvullende aanspraken gemaakt. De aanvullende aanspraken zijn opgenomen in het BBWO. Voor het HBO geldt een aparte bovenwettelijke regeling. 57 Om uitvoeringstechnische redenen is besloten dat de WW en het BBWO op 1 januari 2001 alleen van toepassing zijn op nieuwe gevallen. Voor deze gevallen kan een werkloosheidsuitkering bestaan uit twee delen: een uitkering op basis van de WW en een uitkering op basis van het BBWO. 58 Wanneer je werkloos wordt brengt dat verplichtingen met zich mee. Meld je zo snel mogelijk, maar uiterlijk één werkdag nadat je werkloos wordt, aan bij CWI/Arbeidsbureau. Inschrijven als werkzoekende is verplicht in verband met je mogelijke uitkering. Het CWI is meestal gevestigd in het Gemeentehuis van je woonplaats. 59 Schrijf je daarnaast uiterlijk binnen een werkdag nadat je werkloos bent in als werkzoekende bij het Centrum Werk en Inkomen (voorheen het arbeidsbureau). Bovendien moet je de uitkering binnen drie weken na beëindiging van het dienstverband aanvragen. Als je een uitkering hebt kun je een passend werkaanbod in het algemeen niet weigeren. Je loopt dan het risico dat de uitkering gekort wordt. 60 Geef alle veranderingen in jouw situatie die van invloed kunnen zijn op de werkloosheidsuitkering zoals ziekte en vakantie, zo snel mogelijk schriftelijk door aan de USZO.
61 In het algemeen kom je voor een werkloosheidsuitkering in aanmerking als je in een periode van 39 weken tenminste 26 weken hebt gewerkt (referte-eis). Heb je echter uitsluitend kort-tijdelijke arbeid vervuld dan is het aantal weken waarin arbeid dient te zijn verricht gesteld op 20. Onder kort-tijdelijke arbeid wordt arbeid in tijdelijke dienst verstaan waarvan de duur minder bedraagt dan een aaneengesloten periode van 26 weken. Pensioen/FPU 62 Invallers zijn direct deelnemer in de zin van het Pensioenreglement, ook al werk je bij wijze van spreken maar één dag. Je bouwt dus direct pensioenrechten op. De omvang van de betrekking (voltijd of deeltijd) en de tijd die je hebt ingevallen (de diensttijd) bepalen je pensioen. Iedere invalbetrekking levert een afzonderlijke dienstlijn op. 63 Je bouwt alleen maar pensioen op over de tijd dat je een benoeming hebt. Overigens telt de tijd gedurende welke je een werkloosheidsuitkering van het ministerie ontvangt voor de helft mee als pensioengeldige diensttijd. De Algemene Onderwijsbond 64 De Algemene Onderwijsbond behartigt de belangen van al het personeel in alle sectoren van het onderwijs, van primair onderwijs tot en met hoger beroepsonderwijs. De Algemene Onderwijsbond is met ruim 75.000 leden de grootste bond in het onderwijs. 65 Naast de collectieve belangenbehartiging; het afsluiten van CAO’s en het maken van afspraken met de werkgevers maken we ons ook sterk voor de kwaliteit van het onderwijs in Nederland door in allerlei overlegorganen met onze onderwijsdeskundigheid invloed uit te oefenen. 66 Als lid word je geïnformeerd over actuele ontwikkelingen in het onderwijs. Elke veertien dagen ontvang je Het Onderwijsblad met interviews, achtergrondreportages, commentaren, columns en aparte pagina’s met nieuws uit de verschillende onderwijssectoren. 67 Daarnaast kun je als lid gratis brochures en folders aanvragen over arbeidsvoorwaardelijke, onderwijskundige en rechtspositionele onderwerpen en ontvang je nieuwsbrieven met actuele informatie uit jouw sector. Ook organiseert de AOb bijeenkomsten waar je mee kunt praten over het vak, het verbeteren van jouw positie of waar je achtergrondinformatie krijgt over ontwikkelingen in het onderwijs.
68 Als lid kun je kosteloos een beroep doen op de deskundige medewerkers van de juridische dienst van de Algemene Onderwijsbond. De juridische dienst adviseert over zaken als salarissen, inschaling, ontslag, uitkeringen en ziekteverlof en alles wat met rechtspositie te maken heeft. Zo nodig treden de AOb-juristen als raadsman op of stappen naar de rechter om geschillen te beslechten. 69 Er zijn veel onzekerheden voor invallers en herintreders. Deze brochure geeft een aantal praktische tips, maar als lid van de bond sta je sterker. We houden je op de hoogte en je kunt bij ons terecht als je in de problemen komt. Met de AOb sta je niet alleen. Nog geen lid? Meld je dan snel aan bij het Informatie en Adviescentrum van de AOb, tel.: 0900 – 463 62 62 (5 cpm).
Meer informatie Heeft u een vraag over uw rechtspositie? Bent u lid van de MR en wilt u een advies over iets dat op uw school speelt? Wilt u weten welke cursussen u kunt volgen bij de AOb? Heeft u een algemene vraag of wilt u informatie ontvangen over het AOb lidmaatschap? Een brochure opvragen? Leden kunnen met alle vragen en verzoeken terecht bij het Informatie en Advies Centrum van de Algemene Onderwijsbond. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag bereikbaar van 8.30 tot 17.00 uur op 0900 463 62 62 ofwel 0900 - Info AOb (5 eurocent per minuut) en 24 uur per dag via
[email protected] . U kunt ook faxen naar 030 - 2989862. Meer informatie vindt u ook op www.aob.nl. Nu lid worden? Klik hier. De website www.straksvoordeklas.nl richt zich speciaal op studenten die hun studie aan het afronden zijn. Op deze site vind je bijvoorbeeld informatie over je salarisstrook, kun je in het forum je mening geven over onderwijszaken en zoek je gemakkelijk op waar alle afkortingen uit het onderwijsjargon voor staan.
Adressen Bemiddeling invalwerk:
Manpower Consultancy, Onderwijs & Overheden Telefoon (073) 631 24 17 Fax (073) 631 24 47 Internet: www.careercenteronderwijs.nl www.wordleraar.nl
Participatiefonds
Onderwijsvacaturebank: www.vfpf.nl/onderwijsvacaturebank Via e-mail kan direct op de vacatures worden gereageerd.
Sectorbestuur Onderwijsmarkt
Project Stille Reserve, telefoon (070) 376 57 70. Dit project biedt informatie over herintreden en invallen in het primair onderwijs, opfriscursussen, begeleiding en bemiddeling. Kinderopvang:
Stichting Kintent
Postbus 8545 3502 RM Utrecht Telefoon (030) 232 31 00 www.kintent.nl Vergoeding ziektekosten:
KPMG, Flexsourcing
Postbus 30005 7899 RA Emmen Telefoon (0591) 850 350
Werkloos:
UWV(Uitvoering Werknemersverzekeringen) Postbus 155 9700 AD Groningen Telefoon (045) 579 65 55 www.uwv.nl
Meld de USZO dat je werkloos wordt, uiterlijk binnen een werkdag nadat je werkloos bent. Bel hiervoor de klantenservice (045) 579 65 55. Ziekte meld je op je eerste ziektedag tussen 07.30 en 09.00 uur op telefoonnummer (050) 529 98 00. Pensioen:
ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) Postbus 4476 6401 CZ Heerlen Telefoon (045) 579 60 70 www.abp.nl
Bijlage 1: Salarisoverzicht Loonpeil december 2004 In euro’s In het primair onderwijs wordt een leerkracht beloond volgens schaal LA. In het speciaal onderwijs is de beloning volgens het carrièrepatroon schaal LB. In het voortgezet (speciaal) onderwijs zijn functies beschikbaar met schaal LB, LC en LD. Schaal LA Salarisnummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Salarisbedrag 2120 2162 2205 2248 2291 2334 2378 2420 2468 2516 2564 2612 2661 2709 2757 2857 2958 3058
Schaal LB Salarisnummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Salarisbedrag 2198 2251 2302 2354 2405 2457 2509 2560 2612 2665 2716 2768 2819 2927 3035 3143
Schaal LB Salarisnummer 17 18
Salarisbedrag 3251 3359
Schaal LC Salarisnummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Salarisbedrag 2211 2318 2426 2525 2625 2724 2824 2924 3024 3124 3223 3323 3422 3523 3622 3721 3821 3920
Schaal LD Salarisnummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Salarisbedrag 2220 2351 2483 2614 2746 2877 3009 3141 3273 3404 3537 3668 3800 3932 4063 4195 4327 4459
Schaal LE Salarisnummer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Salarisbedrag 2854 2962 3058 3251 3466 3570 3670 3771 3868 3971 4072 4170 4271 4397 4506 4617 4727 4836
Aan deze opgave kunnen geen rechten worden ontleend Bijlage 2: Overzicht tegemoetkoming reiskosten per maand per 1 januari 2004 De bedragen zijn per maand in euro’s aangegeven. Aantal reisdagen per week 1 dag 2 dagen 3 dagen 4 dagen of meer 1e jaar volgjaar 1e jaar volgjaar 1e jaar volgjaar 1e jaar volgjaar Zones
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
2,17 6,49 9,74 14,07 18,39 22,19 25,96 29,75 35,70 35,70 42,74 42,74 50,31 50,31 57,33 57,33 64,92 64,92 71,95 71,95 77,90
2,17 6,49 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74
4,87 12,98 20,01 36,25 36,25 44,36 51,39 59,51 71,40 71,40 85,47 85,47 100,62 100,62 114,69 114,69 129,84 129,84 143,89 143,89 155,81
4,87 12,98 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01
7,04 19,48 29,75 42,20 54,64 66,54 77,37 89,80 107,12 107,12 128,21 128,21 150,93 150,93 172,02 172,02 194,75 194,75 215,84 215,84 233,70
7,04 19,48 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75
7,04 21,10 34,08 49,24 64,92 80,06 93,05 108,74 130,38 130,38 156,89 156,89 185,01 185,01 211,52 211,52 240,20 240,20 253,71 253,71 253,71
7,04 21,10 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08
Aantal reisdagen per week 1 dag 2 dagen 3 dagen 4 dagen of meer 1e jaar volgjaar 1e jaar volgjaar 1e jaar volgjaar 1e jaar volgjaar Zones
24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 of meer
77,90 84,94 84,94 91,96 91,96 97,92 97,92 106,03 106,03 106,03 106,03 115,22 115,22 115,22 115,22 115,22 122,26 122,26 122,26 122,26 129,29 129,29 129,29 129,29 135,24
9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9.74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74 9,74
155,81 168,87 169,87 183,94 183,94 195,83 195,83 212,07 212,07 212,07 212,07 230,46 230,46 230,46 230,46 230,46 244,51 244,51 244,51 244,51 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71
20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01 20,01
233,70 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71
29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75 29,75
253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71 253,71
34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08 34,08